Domaniale Anthraciet Magere Industrie-Kolen mijnennummer EERSTE Carisborg Bruinkool briketten Vraagt Uw handelaar de bekende Prima kwaliteit in diverse afmetingen N.V. Domaniale Mijn Maatschappij KERKRADE J ILL 1e MIJNENNUMMER 21 SEPTEMBER 1932 om de kolenindustrie vraagt. Weliswaar is het geen weeldestad, geen stad van pretmakers en nietsdoeners, njaar het is allesbehalve een stad, waarin alleen maar aan materieele dingen aan dacht wordt geschonken. Op a'lerlei gebied levert Heerlen het bewijs, dat het de roepstem van het huidige leven heeft gehoord, het die niet blinde lings, maar met bedachtzaamheid heeft gevolgd en dat het zich doet voorlichten door mannen, die verder zien dan het huidige óogenblik. Zij, die hieromtrent meer willen weten, vragen aan het officiel orgaan der Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer voor Heerlen, hetwelk op aanvraag gaarne zal worden toegezonden. Heerlen alleen kolenstad? Op het vraagtceken dat ik achter hot opschrift yan dit artikeltje plaatste komt het aan! Inderdaad is Heerlen in de allereerste plaats het centrum van het Noderlandsche kolengebied; ia het, zonder daarbij te kort te doen aan de rol die Kerkrade, Gcleen en Sittard daarbij spelen, van dit mijngebied de hoofdstad. Hier zetelen immers alle lichamen, welke bij die kolenindustrie een factor van beteekenis zijn. Denken wij slechts »an: de Staatsmijnen, de Oranje Nassau Mijnen, de Mijn vereeniging, het Algemeen Mijnwerkersfonds, het Geologisch Bureau, het St. Jozef-Ziekenhuis, de Vroedvrouwenschool, de Mijnschool, het Bouw bureau „Ons Limburg", de diverse grooto Banken, Maar is Heerlen niet bovendien meer dan dit centrum van Nederlands kolenwinning? Het ant woord hierop is een volmondig: „O zeker!" Heerlen biedt meer dan het zuiver zakelijke, waar- Een ideale huisbrand Ook speciaal geschikt voor bakkers-ovens Onder gr ondsche DruJilucht-locomoliet 02 J s-g S-y g- II I B *l 2 IS 11— WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1932 BIJLAGE VAN DE NIEUWE LEIDSCHE COURANT Bureau Breestraat 123 Leiden Tel. 2710 Postbus 20 Giro 58936 KERNWOORD van Z. Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck Minister van Staat Minister van Binnenlandsche Zaken Een der ernstigste gevolgen van de heer- schende crisis, die het economische leven van de geheele wereld als in een Ijzeren kluister gekneld houdt, is de schade toegebracht aan de internationale gedachte. Dit zelfbehoud, uit zelfverdediging trekken de volken zich steeds meer binnen de eigen landpalen terug. Om de werkloosheid, gevolg van het geheel of gedeeltelijk stil leggen van de bedrijven, te temperen, streeft ieder volk naar werkver ruiming door zich in te stellen op het ge bruik van eigen voortbrengselen. De noodzaak dwingt ook ons volk dien weg te gaan. In breede lagen onzer volksgemeen schap wordt het gebruik van producten van het eigen land thans als een volksplicht be grepen. Als een looden last drukt de werkloosheid op de volkswelvaart; zij is een bedreiging der zedelijke volkskracht. Slechts enkele cijfers ten bewijze. Over de eerste zes maanden van dit jaar zijn door de Overheid en de werkloozenkassen, voor leniging van de geldelijke gevolgen van de werkloosheid, ongeveer 64.000.000 gulden uitgegeven. Hoe ontstellend reeds op zich zelf, dat be drag blijft nog ver beneden het werkelijke cijfer; hetgeen is uitgegeven door tal van niet-officieele corporaties en particulieren, die zich hebben ingespannen door middel van werkverschaffing den toestand eenigermate te temperen, is er niet in opgenomen. Doch alleen reeds de genoemde som geeft voldoende te denken over het schier ontstel lende feit, dat in een half jaar tijds 64 mil- lioen gulden moest worden uitgegeven om op sobere wijze duizenden Nederlanders in het leven te houden. Teekenend voor den bedenkelijken toestand is daarnaast dit andere cijfer, dat thans, nog in den zomer, ongeveer 275000 werkzoeken den bij de organen der arbeidsbemiddeling staan ingeschreven. Met de inzinking der bedrijven en als gevolg daarvan den verontrustenden toestand van de arbeidsmarkt voor oogen, heeft de Regee ring, door de commissie voor de werkverrui ming bijgestaan, zooveel in haar vermogen ligt, gestreefd naar verruiming van de nor male werkgelegenheid. Boven werkverschaf fing en steunverleening, boven geldelijke hulp in welken vorm ook, verdient verrui ming van werkgelegenheid als middel tot bestrijding van de crisis in ieder opzicht do voorkeur. Meermalen heeft in dezen moeilijken tijd de Regeering de aandacht van de publiekrechte lijke organen gevestigd op de wenschelijk- heid, ja, de noodzakelijkheid, indien het zon der onredelijke offers kan geschieden, aan voortbrengselen van eigen bodem de voor keur te geven boven die uit den vreemde. Langs dien aangewezen weg heeft deze stem geklonken voor alle landgenootenzij is gelukkig gehoord. Het geheel der maatregelen ter bevordering van het Nederlandsch fabrikaat, in dit licht gesteld, maakt het begrijpelijk, waarom ook meer dan gewone aandacht wordt geschon ken aan de steenkolen der Nederlandsche mijnen. In het zuiden van Limburg is een werkgelegenheid, waar tienduizenden nu reeds jarenlang hun brood verdienen; een werkgelegenheid, welke niet alleen voor Zuid-Limburg maar ook voor het geheele vaderland van de grootste beteekenis is. Hebben wij niet in de oorlogsjaren ten aan zien van de steenkolenvoorziening met groote moeilijkheden te kampen gehad? De inrichting van de Nederlandsche mijnen, haar productievermogen, haar sociale uitrus ting, behooren tot de beste ter wereld. Waren geen tolmuren opgericht', had het buitenland geen andere beschermende maatregelen ge nomen, onze mijnen zouden in staat zijn ge weest zonder overheidshulp zich in opgaande lijn te ontwikkelen. Het huidig tijdsgewricht heeft een ander beeld gebracht; de afzet van Nederlandsche steenkolen naar het buitenland gaat met stij gende moeilijkheden gepaard; steeds grooter wordt de kans, dat de werkgelegenheid be langrijk zal inkrimpen en dat wellicht een groote inperking zal moeten volgen. Met deze dreiging voor oogen heeft de Re geering een krachtig beroep gedaan op de Overheidsinstellingen, om, zooveel redelijker wijze mogelijk is, kolen te betrekken uit de eigen mijnen. Deze oproep heeft weerklank gevondenwaar echter de redelijke mogelijke grens nog niet is bereikt, moet het doel zijn de hoeveelheid te vergrooten, die uit de Nederlandsche kolenmijnen wordt aangeschaft. Nog te veel wordt in het buitenland gekocht, dat, na eenig overleg, zonder te groote moeilijkheid, uit de eigen mijnen kan worden betrokken. Laat ons, Nederlanders, ons van onze eigen nationale kracht rekenschap geven, zeker dat wjj met daden den tegenspoed der tijden kunnen verminderen en verzachten. Jtder, welke plaats hij ook in de maat schappij moge innemen, kan daartoe naar zijn kracht bijdragen. De bevordering van de nationale voortbrenging door gebruik van het vaderlandsche product is daartoe zeker niet het minst doeltreffende middel. Zoo mogen dan in den komenden winter de Nederlandsche schoorsteenen den rook gelei den van de kolen uit de Nederlandsche mijnen! September 1932. Hollandsch Fabrikaat In de lucht en op het water, Zoo te tand als over zee, Doet ons kleine, groot geworden Holland als de beste mee. OP zijn vrije bodem bouwt men Torens, huizen, druiven, graan; Daarmee wordt aan alle etschen Van het aardsch bestaan voldaan. UIT zijn grond zijn de fabrieken, Machtig stampende, gestampt Waar techniek geweldig groote Pijpen rookt en water dampt. IN de grond heit hij de heipaal, En bewapent hij beton, Die verstaat, dat echte hechtheid Steeds van-onder-af begon. ONDER al dat schoons en nuttigs. Dat gesticht wordt en gebouwd, Liggen lagen turf, en water, Keukenzout, en.'t zivarte goud. 't Zwarte goud: het zware voedsel Voor den reus: de industrie. Die ik steeds met veel genoegen Treinen vol verslinden zie 't Zwarte goud, dat glimmer glanzend In de fijne kamer gloeit, Waar bij eigen haard, echt Hollandsch!, Sterke jonge liefde bloeit 't Zwarte goud, in zwarte schachten, Waar de zwarte mannen gaan, Zwoegend om de beste brokken Met houw celen los te slaan Per wagon, per aak, per mudje Koop je kolen, anthraciet; Als je maat en kwaliteit krijgt lntressccrt de rest je niet En toch moesten we bedenken, Dat tienduizenden bestaan Van de rook die Nederlanders Door de schoorsteen laten gaan; Dat een ploeg van medeburgers Dagelijks de grond in gaat. Die de beste brandstof opbrengt: Zuiver Hollandsch fabrikaat. (Nadruk verboden.) LEO LENS 1!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 13