De Indië, verhouding Suriname Nederland, en Curasao MAANDAG 29 AUGUSTUS 1932 DERDE BEAD PAG. 9 Rechts! ate In 'den aarts vaderlijken tijd doolt de herder met zijn kudden door het Engelsche gebergte De gedelegeerden der. Ottawa-conferentic bij hun terugkomst in Engeland In de monding.der. Seudre (Fr.) halen de oestervisschers hun buit binnen De burgemeester van Southampton begroet Thomas Door de Hamburgsche riolen-wereld met het schuitje van den reinigingsdienst en Baldwin, bij hun terugkeer uit Ottawa ROFFELRIJMEN. Eett Held gevallen Te Maastricht ls overleden 35-jarige schipper J. H. M. Eusch- gens. die bU de redding van een knaapje met typhue was besmet- Het was do dertiende maal. dat B. een drenkeling redde. Als 'je wéleens op het opschrift Boven de berichten let, Zie je altijd met een uitroep. De vijf lettertjes: Gered! Daar zit vreugde, daar zit feest in, Voor een ieder die het leest Juist, vooral als er gevadr was, Als t op 't kantje is geioeest; En we pluizen aan de letters Van den onbekenden Held, Die zijn leven voor een ander In de waagschaal heeft gestéld We vergeten al te dikwijls, Dat er na het feestbericht Nog een somberder kan volgen Zooeen als hier voor me ligt: Twaalfmaal had een jonge schipper, Menschen van de dood gered, Toen heeft hij zijn jonge leven C Voor de dertiende gezet Voor een knaapje. En hij won hetl 't Ventje kwam er levend af..», En toen sleepte hem de typhus Naar een vroeg gedolven graf Als we zóó'n berichtje lezen, Staat er, diep in je iets stilf 't Is, of zoo een stuk tragedie Niet in je bezinken wil r Groote durver, kleine wager Die van alles durft en kunt!, 'k Weet wel, dat je een lang leven Aan dien redder had gegund; Toe, bewijs het, door méér wijsheid En doordat je minder waagt, Dat je vóélt, hoe groot het offer Is, dat élke redding vraagt. (Nadruk verbodenl LEO LENS. tenreede van Rio <de Janeiro, in Januari van dit jaar. Medaille en diploma zijn dezer dagen aan: Z.Exc. Dr. J. B. Hubrecht, ten kantore der yereeniging, ter hand gesteld. DOOD OP DEN GROND GEVONDEN. Twee agenten hebben, na het slot van dëi deur te hebben geforceerd, in een woning op de derde étage van een perceel in de Go- vert Flinckstraat te Amsterdam, den 65-ja- rigen beiwoner dood op den grond in da keuken aangetroffen. Waar de buren in een der afgeloopen nachten een harden slag hebben gehoord en de oude man midden in een plas bloed lag, wordt vermoed, dat hem een ongeluk is overkomen. ECONOMISCHE WERELDPROBLEMEN V*) (Slgt) Wij hebben het belangwekkende artikel uit Tubantia in extenso overgenomen om te de- monstreeren, dat wij er ons niet van af kun- nen maken met te zeggen, dat de Japanners onderkruipendat zij mindenvaardig zijn in hun handelspractijken en dat zij „dumpen". In de zilvenlandcn wordt nog winst gemaakt. Wij zullen dit t.z.t. aantoo- nen door enkele grafieken te geven; daaruit zal men zien, dat de deflatie in goudlandeu voor bijna alle industrieën verlies heeft op geleverd (in goud-waarde) terwijl in de zil- yerlanden van winst (in zilver-waarde) sprake is. Waar echter de binnenlandsche koopkracht vanzelfsprekend uitgedrukt wordt in den standaard, die men erop na houdt, wil in goud-landen de goud-waarde ook zeggen: de binnenlandsche koopkracht norm en in de zilver-landen geldt hetzelfde voor de zilverwaarde. M.a.w. de zilverlan- den en natuurlijk ook de gebieden, waar men het goud heeft afgezworen, maken re delijke winst, moge het ook zijn, dat deze winst in zilver is uitgedrukt. Wanneer wij dit als juist aannemen, dan volgt daaruit tevens, dat West-Europa on mogelijk meer zal kunnen concurreeren met Japan, ook niet in niet-Oostersche gebieden, Enkele kwaliteitsgoederen daargelaten die geleidelijk ook door Japanners zullen worden gefabriceerd zullen wij dus, zon der meer, het industrieele terrein aan het Oosten moeten afstaan .tenminste voor zoo ver dat Oosten in staat zal zijn om aan de wereldbehoeften te kunnen voldoen. Japan kan ddt natuurlijk niet; men mag echter niet vergeten, dat ook China met zijn mil- lioenen-bevolking ook industrieele allures begint aan te nemen, terwijl dit land nog goedkooper zal kunnen voortbrengen dan Japan! Er zal dus een tijd komen, al ligt deze op het moment nog in het verschiet, dat China, Japan en Britsch-Indië voor een groot gedeelte in de wereldbehoeften van italrijke artikelenl zullen kunnen voorzien. Nu wil Twente, dat de Indische markt Voor een deel gereserveerd zal worden voor ide moederlandschc waren, hetzij door net .verleenen van preferentieele tarieven, hetzij idoor ook in Indië contingenteering door te voeren. Wij verm,eenen, dat de weg, die fTwente uit wil, om verschillende redenen niet de juiste ïs. Hoewel voor de Twentsche industrieelen een dergelijke procedure het [voordeeligst en ook het eenvoudigst zou Rijn, mag een regeering -en speciale maat regel nemen om een bepaalde bedrijfstak te hevoordeelen en daarvoor offers te vragen van een bevolking, die het heel wat sober der heeft aan te leggen dan de Nederland- uit een yeel breeder hoekpunt worden be zien en wel ten eerste ten opzichte van aller belangen, dus zoowel van Nederland als van Indië, zoowel van de eene bedrij fstak als van de andere en ten tweede ten opzichte van onze internationale positie„onze" de ruimste beteekenis van het woord geno men. Nederland (heeft, wat zijn koloniën betreft, steeds de politiek van de open deur gevolgd en zich daarbij wèl bevonden. Trouwens in de Oostelijke regionen met zijn sterken na ijver tussohen de groot-machten, is een an dere politiek dan het vrij toelaten van de voortbrengselen van elk land, dat exportee ren wil, een uiterst gevaarlijk experiment, waaraan wij, als klein land, ons zeer zeker niet mogen wagen. Sommige maniakken vinden een dergelijke houding aan lafheid grenzende; dit is echter niet het geval. Wij kunnen het eerder buitengewone diplomatie noemenlevenswijsheid en waardeer bare ethiek. Nederland beschouwt Indië als een soort „mandaat"een gebied, dat geleidelijk tot een peil gebracht moet wor den, waarbij het op eigen beenen zal kunnen staanen in dit kader past geen een zijdige bevoordeeling. De ingezetenen aldaar, van welke nationaliteit ook, hebben het recht, de door hen benoodigde waren uit die landen te betrekken, waar ze het goedkoopst kunnen worden verkregen en wil het moe derland daarbij een speciale voorkeur ge nieten, welnu, dan is daartegen geen be zwaar, mits er faciliteiten tegenover geetelc kunnen worden en mits geen andere groot macht, om welke reden den ook, hiertegen gegronde bezwaren zou kunnen aanvoeren. Nu ie de politiek van de „open deur" in strijd met hetgeen ziah op het moment in de wereld afspeelt. De Weltwiirtechaft heeft ande nationalwirtschaft treedt in de plaats met als naaste toekomst beeldde planmatige wereldmarkt. Hoe meer dit denkbeeld veld wint, hoe meer er ook voor Indië en ons gaat bestaan om de open-deur-politiek geleidelijk te doen vervangen door een tussohenstelsel, waarbij tegen bepaalde voorwaarden preferentie aan elkander zal kunnen worden gegeven. Doch kan een dèrgelijke ingrijpende wijzi ging niet grof gaan aanpakken. Doet men het onhandig, dan zullen de anderen er zich direct tegen verzetten. Bovendien vertoont het probleem tal van facetten. Het gaat niet aan om het vraag stuk in een onderonsje te behandelen door een paar commissieleden, door de Regeering hier te lande te benoemen, die weliswaar Indië zijn geweest, maar niet meer mid den in het volle Oostersche leven staan. pche arbeider. Een dergelijk probleem moet I Wil men de venhouding tussohen Neder- Iland, Indië, Suriname en Curagao grondig IV stond itï OhS (van 27 Aug. j.Ll regelen, dan moet men in Den Haag een Nederlandsch-Ottowa bij elkander roepen dan moeten uit alle deelen van grooter- Nederland' de mannen samenkomen, die met voldoende gezag en volmachten^bekleed zijn om het vraagstuk breedvoerig te bezien en te regelen. Dan moeten alle problemen tege lijkertijd onder de oogen worden gezien, want ook Suriname en Curagao hebben hun gegronde eischen, welke men niet meer mag verwaarloozen. De Overheid moet hiermede niet lang dra len; in allen gevalle dienen de voorbereidin gen te worden gemaakt, die natuurlijk ge- ruimen tijd zullen vergen, zooals wij in ons slot-artikel zullen belichten. Wacht men er mede en blijft men doorprutsen, dan loopt men kans, dat de ontstemming in Indië te gen het Moederland hoe langer hoe grooter wordt, want het is de algemeene klacht aan de boorden van de Java-zee, dat Nederland bitter weinig interesse voor Indië bezit, wan neer tenminste zijn beurs niet wordt ge spekt. Voor flinke dividenden, flinke orders hebben wij veel over; alles, wat daar.buiten valt, heeft niet de aandacht van den door snee-Nederlander! Er is veel te doen voor onze energie en voor ons kapitaal in Indië, omdat wij hoe langer hoe meer elkanders samenhoorigheid gevoelen. Wij hebben ook veel goed te ma ken en de tijd is daarvoor nog verstreken. Maar als wij intensief onze aandacht willen weiden aan de schoone overzeesche dreven, dan moeten wij ons niet bepalen tot een commissie van menschen, die al eenigen tijd in Nederland wonen en het contact met „levend en bruischend" Indië verloren heb ben. Een commissie, in Nederland bijeen te roepen, van mannen, die in Nederland ver toeven, is ontegenzeggelijk met kostbaar, terwijl een complete afvaardiging uit de drie gebiedsdeelen, naar ons land handen vol geld zal kosten. Doch, gezien de groote be langrijkheid van de problemen, die er niet alleen besproken, maar ook opgelost moeten worden, mag men op die kosten niet zien. Het gaat ten eerste om de Nederlandsche industrie, die hoe langer hoe zekerder ter- in Indië gaat verliezen, en hoogstwaar schijnlijk voor goed, wanneer men tenminste niet tijdig de bakens weet te verzetten. Maar een gedachtenwisseling is ook van belang voor Indië zelf, omdat daar nog zooveel te exploreeren en te exploiteeren valt, terwijl de inlandsche bevolking voor pauperis- moet behoedenhet is in het belang van Suriname, dat zich altijd stiefmoederlijk bedeeld voelt en waar ook nog heel wat te verzetten valt, terwijl Curagao een eilandje is met niet onaardige toekomstmogelijk heden. Wij moeten dus vier vertegenwoordigingen hebben, die eerst een deugdelijke voorstudie moeten maken. In Nederland dient een co mité gevormd te worden van mannen, die bedreven zijn in handels- en industrieele aangelegenheden en die aangevuld dienen te worden met economen en ambtenaren door kneed in deze materie. Dit comité moet zich deugdelijk vergewissen van hetgeen ons be drijfsleven wenscht en eischt; zij moet die wenschen en eischen op hun practische waarde toetsen en ze in overeenstemming In Indië moet hetzelfde geschieden. Doch Indië heeft veel meer speciale belangen groepen dan wij in Nederland. Men zal in elk rayon van beteekenis een sub-comité moeten vormen, dat de wenschen van dat rayon ten opzichte van een nauwere weder- zijdsche samenwerking met Nederland en de andere Nederlandsche gebiedsdeelen aan een hoofd-comité in Batavia kenbaar maakt Tusschen de verschillende sub-comité's en het hoofdcomité te Batavia zullen voortdu rend onderhandelingen moeten worden ge voerd, tot het Hoofdcomité het geheele pro bleem nauwkeurig heeft onderzocht. Zij kan er dan toe overgaan om een afvaardiging naar Nederland te zenden, die van alle in structies is voorzien. Aan de ronde tafel in Den Haag komen dan de vooraanstaande mannen van Neder land, Indië, Suriname en Curagao tezamen. Zij hebben hun wenschen geformuleerd en deze gestaafd door het noodige cijfer- en andere materiaal. Men kan dan gaan be ginnen de verschillende kwesties te schiften en met elkander in verband te brengen. Ongetwijfeld zal men in vele gevallen tot volkomen overeenstemming kunnen komen; andere gevallen zal men ruggespraak brengen met de lijn, die de Regeering wil volgen. Zij moet het noodige materiaal bijl elkander brengen om op de groote conferen-l allerlei mogelijkheden te berde kunnen bren- tie beslagen ten ijs te kunnen komen. |gen, die misschien nieuwe gezichtspunten met het Hoofdcomité in Batavia, Parama ribo of Curagao dienen te houden, doch wat hindert dit, men kan telegrafeeren, desnoods telefoneeren, terwijl de vliegmail de langere gedachtenwisselingen in'luttele weken kan overbrengen. Batavia zal gedurende de Ne derlandsche Ottowa-conferentie in voeling hebben te blijven met de sub-comité's, zoo dat de eind-beslissing der afvaardiging in Nederland ten slotte gedragen wordt door goedkeuring van alle belanghebbenden in de verschillende gebieden. Vermoedelijk zullen vele grieven, die nü bestaan, kunnen worden weggenomen. Ver moedelijk zal men elkander beter leeren be grijpen en ook willen begrijpenTwente zal zijn nood kunnen documenteeren en men zal wellicht gezamenlijk een goede oplossing ervoor kunnen vinden, zonder dat de levens- kosten in Indië zullen behoeven te worden verhoogd, en zonder dat andere mogendhe den er aanstoot aan zullen kunnen nemen. Men zal spreken over een preferentieele ver houding over en weer. De thee-rechten zul len in het geding komen en men zal suikervraagstuk onder de oogen zien. Mis schien zal de Surinaamsche immigratie weer op de proppen komen, kortom er zullen tal van zeer belangwekkende kwesties worden opgeworpen en wellicht opgelost Indië heeft nog heel wat ijzerertsnog heel wat kost bare metalen wachten op exploitatie. Er is veel te doen op verkeersgebied en het spoor- wegvraagstuk tusschen Soerabaja-iBatavia- Telokbetong-Palembang naar Deli en verder door naar Kota-Radja is nog steeds niet in kannen en kruiken. Al in 1910 was deze kwestie acuut, doch de crisis in 1922/3 heeft dezen spoorwegaanleg weer in de ar chieven doen opbergen. Wij behoeven niet te zuchten onder de misèren, nu wij gebieden hebben, tal van malen grooter dan het eigen land, die nog niet eens bekend zijn en waar van slechts de kuststreken een weinig zijn ontgonnen. Tijdens het Nederlandsche Ottawa zal men openen. Ze liggen voor het grijpen. Regee- ringssteun voor de cultures, die daarvoor in aanmerking komener zijn altijd nog tal van aanhangers van rubber-restrictie, electrificatie, waarmede men in Indië nog niet heel ver is gevorderdhet entamee- ren van nieuwe industrieën. Waarom wordt de ruwe rubber in Indië niet tot waardevolle rubber-artikelen verwerkt zooals fietsbanden etc.? Er was destijds een rubber-fabriek doch deze heeft om speciale redenen niet loonend kunnen werken. De eieren zijn er buitenge woon klein en slecht, de prijzen ervan zijn er momenteel zeer hoog. Is er voor het Ne derlandsche ei niets te doen met onze goed- ingerichte schepen, die bijna geeu lading hebben? Is er in de hoogere bergstreken geen pluimveeteelt mogelijk, waarvoor wij het materiaal kunnen leveren en telkens aanvullen, opdat de hoenderrassen niet te vlug degenereeren? Wij zullen ons niet verder begeven op het gebied der talrijke wenschen, wij kunnen ons o. a. niet indenken, waarom er geen Ne derlandsche auto-industrie bestaat, waar wij beschikken over een afzetgebied hiervoor, dat nu geheel voor het buitenland en spe ciaal voor Amerika braak ligt. Indië is als geëigend voor het auto-verkeer en wij ge- looven, dat het land nog lang niet met auto's verzadigd is. Zoodra het economische even wicht weer wat gaat herstellen, zal op dit gebied voor ons nog veel te doen zijn. Het Nederlandsche Ottowa moet tevens zijn een nuchtere plannenfabriek. Hoe dik wijls b.v. is door suiker-experts nie gezegd, dat de Java-suikerindustrie zich veel te wei nig gelegen laat liggen aan de afvalproduc ten, die misschien in de naaste toekomst het belang van de suiker zelf zouden kunnen gaan overtreffen. Zoo iets is heusch niet nieuw; in de olielechniek hebben wij toch ook gezien, dat de ruwe olie in belangrijk heid werd voorbijgestreefd door de benzine, die destijds werd verbrand, omdat men er geen emplooi voor had en er geen raad mee wist Een Nederlandsch Ottowa hebben wij dringend noodig! Gemengd Nieuws. DORUS RIJKERS-LUCIFERS. Naar aan het bestuur der Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" wordt bericht, zijn hier te lande aangevoerd een groote partij lucifers van Russischen oorsprong, die het merk „Dorus Rijkers" dragen. Het bestuur van het Helden-der-Zee-Fonds „Dorus Rijkers" heeft aan het bestuur van de vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" medegedeeld, dat dit fonds niets te maken heeft met deze lucifers. EEN ONDERSCHEIDING VERLEEND. Door bemiddeling van de vereeniging „Ne derland in den Vreemde" heeft de Maat schappij tot Redding van Drenkelingen te Amsterdam de gouden medaille met diplo ma verleend aan den heer D. F. M. Hu brecht te Rio de Janeiro, voor het met ge vaar voor eigen leven redden van den pre sident der Braziliaansche Bank op de bui-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6