Kunst en Letteren» c Radio Nieuws. ONZE KERKTORENS In het Vondelpark te Amsterdam heeft de jeugd een ruime speelweide gekregen* gen nieuwe redding slijn, waarlangs met behulp van drie gordels {n 12 min. SO menschen kunnen worden gered» - ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1932 TWEEDE BCAD PAG. 5 Ook de schapen zoeken den troost van het water. Op de uitgestrekta heide rond Salisbury NIEUWE UITGAVEN VAN J. H. KOK In den nazomer zullen, naar wij vernemen, enkele mooie en belangrijke nieuwe boeken het licht zien bij den uitgever J, H. Kok, te Kampen. Van Prof. Dr. G. Ch. Aalders, den oud testamenticus aan de Vrije Universiteit, zal een boek over „De God delijke Openbaring in de eerste drie hoofdstukken van Genesis" verschijnen. Nu de eerste hoofdstuk gen van den Bijbel al meerin het middelpunt der belangstelling komen te staan, en allerlei vra gen, aangaande schep ping, paradijs, zondeval, enz. worden gesteld 'vragen waarmede velen Prof. 'Aalders werkelijk „zitten is de verschijning van dit werk van groote actueele beteekenis. Over Jezus wie was Hij? verschijnt een boekje van den bekenden Duitscher Otto Borchert, vertaald door Dr. C. N. Impeta. Het tweede Chr. Jeugd jaarboek „Hou Zee" zal ook uitkomen. Het bevat bijdragen van W. G. van de Hulst, M. A. M. Renes Boldingh, Dr. J. Haantjes, G.- P. Klijn, M. van Kempen, Phé Wijnbeek, Anne de Vries, J. Veltman, J. C. de Koning, P. A. de Rover. Is rijk geïllustreerd. „De Woensdagavondklantjes" is de titel van het eerste boek van Annie M. Ringnalda. een bundel rake schetsen uit de groote-stads-evangelisatie. De vroegere Soemba-zendeling Ds. D. K. Wielenga, geeft een interessanten Soemba- meeschen roman „De oude van dagen". Van Jan H. Eekhout, bekend als dichter, verschijnt een bundel fijn Vlaamsch proza: „Drieluik der zonde". Ook zal een vertaling verschijnen van wDe duif in het arendsnest", een roman uit de Middeleeuwen door Charlotte M. Yonge, de schrijfster .van „De Erfgenaam van Red- clyffe". NIEUWE UITGAVEN VAN BREDéE'S U.M. Naar aanleiding van het overlijden van Dr. E. L. Smit, Ned. Herv. predikant te Zalt Bommel, wordt ons medegedeeld, dat van zijn boek „Beknopte geschiedenis des Chris tendoms", dat sedert eenigen tijd was uit verkocht. de copie voor een tweede, geheel herziene en bijgewerkte druk, juist was ge reed gekomen. De uitgeefster, N.V. J. M. Bredée's Uitg. Mij. te Rotterdam, bericht ons, dat de verschijning van deze herdruk geen vertraging zal ondervinden door het overlijden van den auteur. Van Ds. J. Rottenberg, miss. pred- van de zending ondier Israël, „Elim" te Rotter dam, is ter perse bij de firma Bredée aldaar om in September te verschijnen een werk onder den titel: „Joodsohe Stemmen over Christus en Christendom"; een merkwaar dig resultaat van studie, speurzin en bele zenheid. De auteur toont, in de eigen woor den van de leidslieden zijns volks, de ge wijzigde houding aan, die deze in de laatste decenniën aannamen tegenover de grond slagen van het Christendom. Het behoeft geen betoog, dat een dergelijk werk, zoomin in de Joodsche als in de Christelijke wereld van Nederland, tot op heden verschenen is. L'fa zijn „Inleiding" zegt Dr. J. H. Gunning JHzn. als volgt: „Met diepe ontroering heb ik dit geschrift gelezen en het is mij een groote eer in een kort woord ter inleiding den schrijver te zeggen, dat hij een goed en schoon werk heeft verricht met het schrij ven van dit aandoenlijk getuigenis zij na harten". Volledige programma's in de Omroepgids. Duidelijke foto's; best verzorgd Radio blad; 4 gld. per half jaar ol 18 et per week. Ned. Chx. Radio-Vereeniging, Voog- lenzang, Ede. Draagt bij in de oxnroepkosten. ROFFELRIJMEN. Brandend vraagstuk Er was brandin 't stadje Tholen, Enop Zaterdag nog wel; Bij een kapper, en bij avond; 't Brandje brandde snel en felJ D' eerstaanwezend brandweermeester Met zin mooi geel-witte stok Rende zenuwachtig vragend g Om 't bedreigde huizenblok: Slangen moest-ie hebben, slangen!. Ja, waar haal je die vandaan? Eind'lijk komt er één met slangen Uit ...de slangenbergplaats aan Brandweerlui en brave burgers Kropen op hun knieën rond Om te zoeken naar een plekje Waar een brandkraan zich bevond; Met hun vingers en hun voeten Veegden ze het straatvuil weg, Tot er jubelend één brulde: Ja, kom op! hier is-tie, zeg! Toen een slang was opgeheschen Met een ladder op het dak, Bleek per slot dat nog de straalpijp En de koppeling ontbrdk; Gauw een straalpijp naar de hoogte Toen de straalpijp boven kwam TFas 'teen koppeling; Stond het heele huis in vlam; Ondertusschen waren andren In een andre straat paraat, Ook daar hadden ze het hevig Met een waterslang tekwaad: Drie geduchte brandweerlieden Trokken naar de eene kant, En vier aan het andre einde D' andre kant op tiaar de brand! 't Was een vreeselijke bende: Geen lantaren was er aan, Want men speculeert in Tholen Op de mildheid van de maan Dat het alles vrij goed afliep Is te danken aan de brand: Die was met één huis tevreden, Engebruikte z'n verstand. Ligt hier niet een brandend vraagstuk Voor de Landsregeering klaar: Hoe beschermt men de bewoners Van het dorp bij brandgevaar? (Nadruk verboden.) LEO LENS. HET MUZIEK- EN ZANGCONCOURS TE 's-GRAVENZANDE. De muziekvereen. Kunst en Strijd" te 's-Gravenzande behaalde op het concours, dat daar Woensdag en Donderdag is gehou den, nog met 312 punten een len prijs in de eere-afd. Harmonie en de vér.eeniging P.G.M.GJJ.B. te 's-Gravenzande in dezelfde afd. met 291 punten een 2en prijs. De directeursprijs voor zang werd toege kend aan den heer J. C. Hulsbos te Aalsmeer en die voor muziek aan den beer C. s. d. Knaap te Monster. j ZONDAG 21 AUGUSTUS Kerkdiensten en* 8.30—9.30 Huizen NCRV: Morgenwijding, te leiden door Da K. H. WaUien, Evang. Lutn, Predikant, te Weesp, met medewerking van het Luth. Kinderkoor te Weeap ,o. 1. v. den heer D. Bockweg J.Rzn. 1 Kinderkoor. 2 Ge bed. 3 Schriftlezing; Jes. 45 20 en v.v. 4 -.5 Tekst: Wendt u naar mij toe it behouden. (Jas. 45 22a). 6 Toe- Z Kinderkoor. 8 Gebed. 3 Kinder- 17.00 Huizen NCRV: Kerkdlena utit de Ned, Herv. Kerk (Groote Kerk), te Maassluis, Voorganger: Ds B. J. van Gaxderen. Ned. Herv. Predikant, aldaar. Organist: de heer W Oranje. 1 Orgelspel. 2 Zingen: Ps. 95 1 en 4. 3 Votum. 4 Geloofsbelijdenis, waarna gelezen wordt: Dom. 5 1—11. 5 Gebed. S Inleiding en voorlezing van den tekst: Jes, 43:11. 7 Zingen: Ps. 68:10. 8 Eerste ge deelte der prediking. 9 Zingen: Gez. 4 1 en 7. 10 Tweede gedeelte der prediking. 111 Dankgebed. 12 Zingen: Pa. 150 1. 13 Ze®eui De gondel, waarin Piccard zijn tweede luchtreis volbracht. Links: Schuttersfeest te Emmerik. De St. Servaeskerk te Maastricht, Door E. D. J. DE JONGH Jr. Slapeloosheid tengevolge van de zomerwarmte, overwint men spoedig door het gebruik van een paar Mijnhardt's Zenuwtabletten. Buisje 75 et I Onze eeuwenoude middeleeuwsche kerkge bouwen, die nooit nalaten onze hoogste be langstelling te wekken, danken voor een groot deel hun luister aan de daaraan ver bonden torens. Opgericht met het doel om daarin de klok ken te hangen, die met haar metalen tongen haar sonore geluiden doen uitgalmen over de omgeving om de geloovigen op te roepen tot het huis des Heeren, kregen zij tevens een decoratieve en ideale beteekenis. Altijd werden zij opgericht aan de West zijde van de kerk, waar ook de hoofdingang was. Door deze torens, die hun spitsen hemel waarts verheffen hoog boven het gewoel der menschen aan hun voet en daardoor symbo lisch te kennen geven, dat de bedehuizen, waartoe zij behooren, gebouwen zijn aan God gewijd, kregen deze kerken een indruk wekkend en voornaam aanzien. Rijzig en Ihoog heffen die steenen gevaarten hun spit sen naar boven, als zoovele reuzengebouwen, diie getuigen van den durf en de volharding, maar ook van de bedrevenheid en het kunst vermogen, waarover die middeleeuwsche bouwmeesters beschiktenen dat nog wel bij de geringe hulpmiddelen, die hun ten dien ste stonden. Bij al de koene geestdrift, waarmede die bouwlieden bezield waren, bleken toch dik wijls de krachten ontoereikend, en groot is het aantal kerktorens, die wél begonnen en voortgezet, maar nooit geheel voltooid zijn geworden. Het plan was dikwijls te grootsch ontworpen, t e breed opgezet, zoodat men ge noodzaakt was, meestal uit gebrek aan geld middelen of bij gemis aan voldoende arbieds- krachten den arbeid te staken en den toren onvoltooid te laten. Somtijds werd later de bouw weer opgevat en zoo gebeurde het wel, dat er eeuwen verliepen tusschen het begin en het einde van den torenbouw. Maar op vele plaatsen gebeurde dit niet en wijzen de torenstompen, die men er aantreft, op zulk een niet teneinde gebracht werk. Dit laatste verschijnsel, nl. het ontbreken van de torenspits, is ook aan andere oorza ken toe te schrijven, en wel voornamelijk aan brand, een enkele maal ook aan vijandelijk geschut. Het laatste was het geval met den toren van de St. Stephensikerk te Nijmegen, waar van de spits door de Staatsolie troepen nog wel in 1590 werd stuk geschoten. Hetzelfde gebeurde in 1674 met den toren te Grave, eveneens door het Staatsche leger onder aan voering van Rabenhaupt en met den toren van Ter A a in de provincie Utrecht door de Spanjaarden in 1575. En de toren te Bergen op Zoom onderging in 1747 eenzelfde lot door de Franschen. Maar overigens waren het meestal bran den, die die onheilen veroorzaakten. Hoe groot het aantal torens is, die door brand zijn geteisterd, is niet te zeggen. Hoe dikwijls is er de bliksem niet ingeslagen, waardoor zij gedeeltelijk werden vernield. Ook de lood gieters hebben door hun zorgeloosheid en on voorzichtigheid een groot aantal torenbran den op hun*geweten, hetgeen wijlen Jhr. Vic tor de Stuers, dien bezielden ij veraar voor onze monumenten, eens een artikel in de pen gaf, waarboven hij in zijn verontwaardiging den titel schreef: „Die vervloekte loodgie ters!" Dikwijls liet men zoo'n toren, waarvan de Bpits afgebrand was, na hem van een nood- dak! te hebben voorzien, maar staan zonder hem weer op te bouwen; nog vaker kooit het voor, dat men er een nieuwe spits op gezet beeft, die in stijl geheel afwijkt van den onderbouw, omdat inmiddels de stijl, waarin oorspronkelijk de toren was opgericht, voor een anderen had plaats gemaakt. Sommige torens hebben in hun lang bestaan een ware die uit de XlVe eeuw dagteekende. Het ver band was evenwel niet innig, het bestond slechts uit een boog, die over de straat ge slagen was. In 1787, toen de kerk als kruit magazijn werd gebruikt, is zij door een ont-1 ploffing verweest en in 1809 is wat er nog van over was afgebroken. Verder zijn er verschillende torens inge stort, hetzij door onvoldoende constructie of door bouwvalligheid, veroorzaakt door deD tand des tijds. Dit was het lot van den Aa- toren te Groningen in 1710, van den Onze- Lieve-Vrouwetoren te Kampen in 1607, van den zwaren toren van de St. Nicolaaskerk te Harderwijk in 1797, van den toren van de St. Michaelskerk te Zwolle, den 17en Decem ber 1682, nadat hij verscheidene malen door brand geteisterd was, van den toren Raalte in 1694, van den Noordelijken toren van de voormalige Mariakerk te Utrecht iD 1576, van de St. Pieterskerk te Leiden in 1512 Bij sommige trens was het Brandgevaar minder groot, doordat men ze in plaats van met een met leien gedekte houten kap van een steenen helm voorzag. Dit is nog het geval met de torens te Medemblik,, Surhuizum, Heemskerk en Uitgeest. Wat den toren te Harderwijk betreft, deze mat niet minder dan twaalf meter in het vierkant en was onderscheidene verdie pingen hoog, waarvan de bovenste een aan tal zware, welluidende klokken bevatten. Hij strekte den zeeman tot een baak. Van boven was hij plat afgedekt en op het bovenvlak zou zich, volgens een geschiedschrijver, ge makkelijk een wagen met paarden hebben kunnen wenden. Op den 28 Januari 1797, des morgens om negen uur scheurde het bouwwerk in tweeën van boven tot beneden, het eene gedeelte stortte in, het andere bleef staan, 's Middags om twaalf uur stortte no.g een gedeelte in, slechts één kant bleef over de volle hoogte staan en dreigde ook om te vallen. Maar dit gebeurde niet. Daarom liet het stadsbestuur een kanon uit Zwolle komen om het arm zalige overblijfsel van den toren omver te schieten. Dit gelukte echter eerst na ver schillende vergeefsche schoten, hetgeen niet pleitte voor de bekwaamheid van de kanon niers. die herhaaldelijk misschoten, zoodat de kogels in sommige omliggende huizen terecht kwamen tot grooten schrik van de eerzame bewoners. lijdensgeschiedenis doorleefd, terwijl men met prijzenswaardigen ijver en taaie volhar ding telkens maar weer aan 't bou'-en ging, en zich ontzaglijkze toewijding, moeite en kos ten getroostte om het geteisterde monument weer in zijn vorigen toestand en op de vroe gere hoogte te herstellen. Hoe het den Martini- en den Aa-toren in Groningen vergaan is heb ik reeds medege deeld in ons blad van 22 Mei 1931, ik behoef daar dus niet op terug te komen. Laat mij hier nog iets mogen mededeelen van de lot gevallen van den Onze-Lieve-Vrouwetoren te Amersfoort, een der mooiste kerktorens van ons land, hoewel hij daar nu eenzaam staat zonder kerk'. Deze toren heeft, oprijzende langs een der hoeken van de achtkantige open gewerkte bovencerdieping, een smal vijfzijdig traptorentje met een eigen spitsje, dat een symboliseering heet te zijn van het Kindeke Jezus, terwijl de toren zelf Maria voorstelt, naar wie hij ook wordt genoemd. Verschillende legenden zijn omtrent dezen toren in omloop. Zoo zou daar ter plaatse in de graoht een Mariabeeldje gevonden zijn, dat tal van wonderen verrichtte en dat aan leiding heeft gegeven tot het stiohten van dezen prachtigen Gothischen toren. Tot de kosten van den bouw dienden rijkelijk ge storte offergaven. Volgens de overlevering is de bouwmeester van dezen toren dezelfde als die van den Cuneratoren te Rhenen, en wel Jean Amel uit Boulogne, die ook in 1422 den toren van de kathedraa.l te Antwerpen is begonnen te bouwen. Naar een andere lezing waren er twee bouwmesters vader en zoon, van wie de eerste den Amensfoortschen en de laatste den Rhenenschen toren bouwde. Toen de vader zag, dat het werk van zijn zoon mooier was dan het zijne maakte hij een eind aan zijn leven. Hoe dit zij. den toren is men begonnen te bouwen in 1447 (of 1445 volgens anderen) en hij is voltooid in 1471. Honderd jaar na het begin van den bouw verloor hij door het in slaan van den bliksem zijn-spits, die echter weldra weer werd opgebouwd. Den 7en Fe bruari 1651 werd hij opnieuw door het he melvuur getroffen en het was aan den moed van den. stads-timmerman Lenaert Nicasius te danken, dat de brand tot de spits beperkt bleef. Kort -daarop is er naar het ontwerp van den bouwmeester Jacob van Campen een nieuw bovengedeelte opgezet, hetzelfde dat wij nu nog aanschouwen De toren, een der mooiste van ons land en 94.5 meter hoog, was oorspronkelijk verhonden met een kerk,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 5