't gaat ooi de kwaliteit en den prijs
BLUE BAND
Hef Nat. Padvinderskamp
Versch gekarnd met 25°/0
allerfijnste Roomboter
onder Rijkscontrole.
2 DONDERDAG 4 AUGUSTUS 1932
EERSTE BLAD PAG. 3
OFFICIEELE OPENING DOOR
Z.K-H. PRINS HENDRIK
VERRASSEND MOOIE
DEMONSTRATIES
Het eerste nationale padvinderskamp i s er.
De lezer zal zeggen: dat weten we,
want er is al over geschreven, maar al wa
ren Dinsrlatravond de 800 tenten voor de 3000
padvinders dan ook al opgezet en het eerste
warme middagmaal, bestaande uit groenten-
soep en griesmeel met rozijnen, verorberd,
het kamp werd toch pas het nationale
kamp gistermiddag te omstreeks 2 uur, toen
Prins Hendrik de openingsrede had uitge
sproken en de nieuwe vlag van de N.P.V.
glorieus aan een der hoofdmasten werd ge-
heschen.
Dat was een feit, dat in het leven van de
N.P.V. van groote beteekenis was, het was
de kroon op het energieke werk van den
energieken hoofdverkenner, vice-admiraal
b.d. en lid van den Raad van State J. J.
Ramt/onnet, die in de zes jaar van zijn lei
derschap het ledental van de N.P.V. omhoog
bracht van ruim 4000 tot ruim 9000. die er
een kerngezonde jeugdbeweging van maakte.
Vóór dit jaar is er nog nimmer een na
tionaal kamp gehouden, dus met de or
ganisatie ervan stond men voor al de moei
lijkheden van het eerste begin. We hebben
daar echter niets van gemerkt. Op de uit
gestrekte terreinen van het landgoed „Oos
terbeek", waar het bruin van de shelter
tentjes zich weerspiegelt in de stille vij
vers en de patrouillevlaggen vroolijk afste
ken tusschen het groen van het fraaie ge
boomte. waar de blauwige rook opkrinkelt
uit tall'ooze veldkeukens, heerscht een zoo
voorbeeldige orde, dat men niet anders zou
denken, dan dat reeds jaren en jaren een
groot nationaal kamp was gehouden en
men thans dus de vruchten kon plukken
van de ervaringen, in vroegere kampen op
gedaan.
Wie echter het keurige programma eens
doorbladert en opmerkt, wie er alzoo achter
deze beweging staan, is wat minder ver
baasd over het verkregen resultaat. Wan
neer we alleen maar noemen de namen van
Jan Wils, de bekende architect, als leider
van den technischen dienst van het kamp
en kolonel A. Diemont van het 1ste regi
ment huzaren, als kampleider dan ziet men
wel. dat er ook voor meer dan vijf cent or
ganisatietalent in den weegschaal van het
kamp te Wassenaar is gelegd.
Wij vertelden al van het „centrale kamp"
met z'n kampstraat met winkels, postkan
toor. tent voor dokter, E.H.B.O., reisbureau,
cantine en wat dies meer zij. Daarnaast zijn
echter ingericht, goedgeteld. 12 sub-kampen.
Hier heerscht het eigenlijke kampleven:
hier staan de slaaptenten en de keukens,
wapperen de troepvlaggcn en klinkt het
gesnap van de padvinders, die in vroolijk
vertier het hout hakken, vuur stoken en
spelen doen.
Elk der afzonderlijke groepen heeft zich
beijVerd met wat bijzonders voor den dag
te komen. Zoo hebben de Geldersche pad
vinders een formidabele eerepoort voor hun
subkamp meegebracht van geurig dennen
groen, ..Gooi- en Eemland" onderhoudt dag
en nacht een kampvuur op een daartoe ver
vaardigd kunstmatig heuveltje, anderen
doen weer wat anders.
De Roomsche padvinders komen kloek
voor hun geloof uit met een groote tent
waarbinnen een altaar met eenvoudig hou
ten kruis is opgericht en waar elke morgen
een godsdienstoefening wordt gehouden.
Zij hébben ook een geheel afzonderlijk
sub-kamp, terwijl de C.J.M.V.-padvinders
tusschen de andere groepen zijn verspreid
Het is jammer, dat een vlék op dit n a-
tionale kamp is geworpen, doordat de
leiding niet heeft willen rekenen met de
wenschen van de groep Gereformeerde pad-
Vinders, die bezwaar maakten tegen de
openstelling voor het betalende publiek op
Zondag en die op grond daarvan van deel
name hebben afgezien.
Temeer was dat jammer, omdat mede op
grond van bezwaren van die groep het be
zoek van den chief scout Lord Baden Po-
wel in plaats van op Zondag op een anderen
dag is gesteld.
Streve men volgende keer naar een nog
meer nationaal padvinderskamp, zelfs in
dien men daarvoor pecunia causa over ern
stige bezwaren zou moeten heenstappen.
Dat overigens de kampleiding met veler
wenschen rekening heeft gehouden moge
nog blijken uit het feit. dat men voor de
twee op het laatste oogenblik ingeschreven
Joodsche groepen nog hals over kop ritueel
vervaardigde levensjyiiddplen heeft moeten
inslaan. Zoo moet het gaan!
De buitenlanders
Het kamp wilde voor alles ziin een na
tionaal kamp.
Toch is er internationale deelname. Ens
een kleine Engelsche troepuit Antwer
pen, nl. de jeugd van de Engelsche kolonie
die stug vergezeld wordt door een Schotsch
doedelzakcorps. Dan zijn er ongeveer 30
Deensche jongens, die met een autobus ge
komen zijn en eerst te Ommen hebben over
nacht, een ongeveer gelijk aantal Duit-
schers, 10 Fransoosjes en 4 Noorsche kna
pen. waarvan er één per fiets naar Den
Haag is gekomen. Een prestatie'
In den loop van den middag kwamen nog.
zwaar bepakt, een paar Hongaren binnen
stappen, terwijl ook nog een paar Bra
zilianen en Amerikanen verwacht worden,
die bezig zijn Europa te „doen".
En dan is er ook nog een Japannees!
Het was den vreemden jongens aan te
zien, dat ze hier genoten en daartoe heeft
zeker meegewerkt het feit, dat men elke
groep onder heeft gebracht bij een Hol-
landsch sub-kamp. De Hollandsche jongens
putten zich nu natuurlijk uit om het „hun"
speciale gasten zoo aangenaam mogelijk te
maken en zijn er wat trotsch op, dat ze
naast de eigen landsvlag zoo'n Noorsch
wimpeldoek of de Union Jack kunnen laten
wapperen
De eerste morgen
Na een schitterend entrée wat het weer
betreft hebben de verkenners en de voor
trekkers Dinsdagavond welvoldaan en waar
schijnlijk knap moe van het kampwerk de
tenten opgezocht. Men kan er verzekerd
van zijn, dat er dat nachtje menige „boom
stam is doorgezaagd" of wel: flink is ge
slapen.
Daardoor hebben maar weinig jongen?
iets gemerkt van de regendroppels, die op
het tentzeil tikten. Padvinderstenten zijn
waterdicht, dus voor lekkage geen zorg.
Toen echter gistermorgen de reveille gebla
zen werd. viel het toch niet mee, dat hef
mooie weer was veranderd in een Holland
sche plensbui.
Steelsgewijs sloop elk afzonderlijk nam
de waschplaats, schoot even onder de pomp
en trok zich daarna bescheid en lijk in de
eigen appartementen terug. Het vroolijk ge
joel bij de pomp werd dus niet gehoor-1.
Men maakte wat grapjes over lieden, die
veel te droog achter hun ooren waren en er
van verdacht werden geen ander water dan
de regen te hebben gezien, maar dat was
natuurlijk maar „Spasz". Het bleef aan
vankelijk nog wat kwakkelen, maar noe
meer het middaguur naderde, hoe beter het
in de lucht werd en eindelijk brak de zon
door als een belofte voor de openingsplech
tigheid
Tusschen het geboomte van kamp G zaton
de Schotsche doedelzakspelers hun bagpipes
al te stemmen, een akelig, zenuwmoordend
gehoor en bij het demonstratieterrein wa
ren de blauwe Duitschers elkaar aan hef
commandeeren dat het daverde, óók al een
generale repetitie vlak voor de uitvoering
Onze Hollandsche jongens legden de laat
ste hand aan hun tenue, zorgden, dat de
etensborden keurig netjes in de zelfver
vaardigde rekken stonden en een enkele
late groep slokte nog gauw een onnoeme
lijke stapel boterhammen met leverpastel
naar binnen
Toen klonken aan alle kanten de com
mando's voor den opmarsch naar het de.
monstratiefcerrein.
De openingsplechtigheid
Een geweldig groot weiland langs den
Benoordenhoutschen weg.
Rondom eenvoudige tribunes, een groole
tent voor de autoriteiten, overal nog masten
zonder vlaggen. Alleen achter de groote tent
wapperen al de vlaggen der deelnemende
landen en ook de internationale groene
padvindersvlag is geheschen
Tegen twee uur verzamelen zich de genoo-
digden bij de eeretent: Staatsraad Dr. J.
Schokking; Staatsraad A. F. W. Idenburg;
mevr. Van DoornChessel, hoofdleidster
van het Nederlandsche Meisjesgilde; lui
tenant-generaal Jhr. Roëll, de opperbevel
hebber der landmacht met zijn adjudant;
luitenant-generaal Seyffardt; generaal Mul
ler Massis; vice-admiraal L. v. d. Bosch;
generaal De Goejen; de heer C. Fock, hoofd
inspecteur van de scheepvaart; generaal b.d.
Weber; de gezantschapsraad van Duitsch-
land, Dr. Boltze; de Belgische gezant, de
heer Maskens en tal van andere vooraan
staande figuren.
Zij allen worden ontvangen door den
„hoofdverkenner" Rambonnet en door den
kampleider Diemont met zijn staf.
Op het middenveld zijn intusschen alle
padvinders in carré opgesteld, met de troep-
vlaggen voorop, gericht naar de eeretribune.
Uit elke groep is echter een voortrekker
uitgekozen om plaats te nemen in de eere-
wacht en stram staan deze padvinders op
gesteld, als te twee uur het Wilhelmus
weerklinkt en de beschermheer van de N.
P. V., Prins Hendrik het veld betreedt.
Zijne Hoogheid is gekleed in padvinders
uniform en groet de hem verwelkomende
kampstaf naar padvinderswijze: met ne
linkerhand, terwijl hij met de rechterhand
het saluut brengt.
Direct daarop treedt de Prins naar voren
én spreekt voor de microfoon de volgende
openingsrede uit:
Als beschermheer van de Nederlaoidsóhe
Padvindersvereeniging is het mij een ge
noegen dit nationale kamp te openen en ik
hoop, dat het aan zijn doel zal beantwooi-
den. Het doel van en de werkwijze in de
beweging moeten er duidelijk uitkomen en
tot den -buitenstaander spreken. Padvinders,
bedenkt daarom allen wel, dat orde en net
heid in uw voorkomen en vlugheid en nauw
gezetheid in uw optreden de meest spre
kende kenmerken van uw geoefendheid
zijn, verder, dat ge allen door uw v rooi ij K-
hedd en opgewektheid het uwe bijdraagt toi
de echte padvundergeest, die in dit kamp
moet heerschen.
Ten teeken, dat het kamp geopend is, zal
niet alleen de nationale driekleur, maar
ook de op de jongste algemeene vergade
ring aangenomen padvindersvlag worden
geheschen, met het embleem van de ver
kenners, waardoor deze plechtigheid bij
zondere wijding gegeven wordt.
Die padvindersvlag zij een zinnebeeld van
onze na: ion ai e saamboorigheid, zooals de
groene padvindersvlag dat van het wereld-
verband der beweging is. De vlaggen zui
len thans geheschen worden en daarmede
verklaar ik dij padvimderskamp voor ge
opend.
Achtereenvolgens kwamen dan de Engel-
schcn, de prachtjongens uit Denemarken,
die met entrain het saluut met hun lands
vlag brachten.
De Duitschers, in blauwe truien, blauwe
broeken en blauwe mutsen marcheerden
Pruisisoh Kerzen-gerade onder het zingen
van hun padvinderslied en brachten, bij de
eeregasten gekomen een „Hooh" uit
De Fransche groep, piepjonge kereltjes
met een paar oudere leiders, voerden een
vaandel mee, dat zóó aan een regiment in
fanterie kan worden gegeven en de vier
Noren presenteerden hun nationale vlag met
zooveel plechtstatigheid, dat ieder onder den
indruk kwam van het optreden van dit
kleine groepje.
Uiteraard ging de belangstelling van het
publiek uit naar de buitenlanders. Vooral
de Hagenaars houden van zoo'n internatio
naal cachet, maar ook zij, die „van den
„buten" kwamen, genoten er wel van.
Maar allen hadden toch óók oog voor onze
eigen jongens, die zoo kranig in rijen van
6 met de leiders voorop aan kwamen stap-
P De geaardheid der provincie kwam ook
hier weer duidelijk uit: een Grönninger
loopt anders als een Amsterdammer en ook
in het salueeren met de vlag is verschil.
Nadat het défilé was afgeloopen was er
muziek.
Muziek in soorten: éérst de Schotten, dan
de huzaren, (het derde halfregiment. dat
Op hetzelfde oogenblik, dat Z. K. H. de heel den middag speelde) en eindelijk di
Prins deze rede heeft beëindigd, wordt ïtiHollandsche padvinderbands,
het middenveld de nationale vlag en aai»Het was aangenaam om aan te hooren,
de twee masten van de eeretribune de het zonnetje maakte trouwens Alles zoo
prinselijke standaard en de nieuwe padvin
dersvlag geheschen De laatste is het rooo-
wit-blauw, met een groene padvinderslelie
in de midden-baan.
Het is een plechtig oogenblik, als direct
daarop alle troepvlaggen het saluut bren
gen en uit duizenden kelen het padvinders-
Lied opsohalt:
Hij, die eens de vlag wil hijschen
Op het werk vam onzen tijd,
Houde vol zijn keus.
Blijve trouw aan onze leus:
„Wij zijn bereid!"
De demonstratie.
Na de openingsplechtigheid begonnen di
rect de demonstraties.
In keurige orde defileerden alle padvin-
derseroepen voor de eeretribune. Eerst kwa
men de blauwgerokte Schotten met hun
wonderlijke bagpipes. De schrille en toch
harmonieuse blaasmuziek pijpte tot ver in
den omtrek en voor de tribune gekomen
sloeg de trommelslager met z'n luipaarden
voorschot een razende roffel, waarbij hij on
gelooflijk snel met de trommelstokken boven
het hoofd zwaaide.
Achter de bagpipes liepen stram de voor
trekkers Dan volgden in keurige costuums
van rood en wit een twaalftal vendel-
zwaaiers met kleurige vlaggen.
prettig, maar bepaald heerlijk van opge
wektheid werd het toch pas bij de rally.
Voor honderden was dlie rally een open
baring.
Het is zóó:
Een leeg veld, alleen de muziek nog voor
de tribune.
Dan een signaalhoornstoot.
En dón een lawine van juichende pad
vinders. die in den stormpas heel dat groene,
veld overweldigen.
Het groeide aan uit een uithoek van het
veld, van tien, tot driehonderd, tot duizend
en drieduizend en met een ruk stonden de
eerst-aankomenden al achter de muziek
stram, toen de achtersten nog kwamen aan
hollen. maar op een tweede sein gingen
daarna alle hoeden (behalve die, welke er
afvielen) op den padvindersstok en tusschen
dit mastbosch van stokken en punthoeden
weerklonk het gejuich van de padvinders,
dat overging in een daverende eenstemmige
„yell".
Rood-wit-blauw-oranj e
Nederland! „Je maintiendrai".
Rood-wit-blauw-oranje
Leve de N.P.V.!
De demonstraties komen nog vier keer
terug, dlus ieder is in staat om het geweldig
effect ^an zulk een „rally" eens op zich te
laten inwerken, maar voor wie niet kan
komen, willen we wel zeggen, dat het iets
geweldigs is. iets zoo echt jeugdigs, dat men
blij is, dat er nog Hollandsche jongens zijn.
die" dit ten beste geven.
De demonstraties werden voortgezet met
Niels Bukh-gymnastiek van de Deensche
padvinders. Reeds de opmarsch van deze
gebruinde knapen deed het beste verwach
ten. Wat een bonk gezondheid sprak er uit
de gestalte van deze meerendeels nog jonge
jongens. Hun demonstratie versterkte ech
ter den eersten indruk nog stevig. Sohitte-
rendie staaltjes van de zoo inspannende
Deensche gymnastiek werden gegeven, de
jongens sprongen door eikaars armen als de
gedresseerde poedels in het circus en had
den menig „open doekje" in ontvangst te
nemen, tot ze eindelijk besloten met een
standje, waarbij ze hun nationale padvin-
derscrv deden hooren en de kleinste op de
hoogste plaats met de Deensche en de Hol
landsche vlag zwaaide. Toen barstte aan
alle kanten 't gejubel der toeschouwers los.
Het daarna volgende vendelzwaaien was
al een even kleurig en fleurig nummer van
het programma. De padvindersleiding be
ijvert zich om het echt nationale te behou
den en wil, nu het oude vendelzwaaien er
meer en meer uitgaat, trachten er nieuw
leven in te blazen.
De Haagsche en Haarlemsche padvinders
deden het al best, al zijn ze dan ook nog
geen Brabanders. Eigenaardig was ook de
hierna volgende zwaarddans.
Met het eigenlijke padvinderswerk kwam
het publiek het best in contact door de hier
na volgende kampdemonstratie. Hoe razend
vlug de padvinders hun tent kunnen opzet
ten (in drie minuten), werd practisch ge
demonstreerd. Ook het opbouwen van een
uitkijktoren en het vuurmaken zonder luci
fers was zeer interessant
Indien we al deze onderdeelen hier moes
ten bespreken, zou er voor de komende
kijkers geen aardigheid meer aan zijn. dus
we laten het erbij te zeggen, dat al'deze
padvindersspelen als het pionieren en de
troepkarwedstrijden, het bouwen van vlag-
gemasten e.d. zeer de moeite van het kijken
waard zijn.
Het demonstratieprogramma bevat verder
n.?g een buitengewoon interessante wild
west show, met Indianen en cow-boys te
paard en nog zooveel andere zaken." dat
ieder, die een vacantiedag allergenoeglijkst
wil besteden, met de Wassenaarsche tram
eens naar „Oosterbeek" moet trekken.
Het publiek op den eersten demonstratie
dag was er verrukt over.
Prins Hendrik In het kamp.
Z.K.H. Prins Hendrik heeft een groot deel
der demonstraties bijgewoond, maar heeft
daarna afscheid genomen om een bezoek te
brengen aan de sub-kampen.
Hier stonden overal de padvinders in het
gelid, en bij elke „kamppoort" maakte de
leider zijn opwachting om den beschermheer
der vereeniging inlichtingen te geven.
In gezelschap van de heeren Rambonnet
en Diemont werd heel het kamp doorkruist
De Prins liet het echter niet bij de inlich
tingen van de gidsen, maar sprak ook tel
kens de padvinders individueel aan, om
naar dit en naar dat te informeeren.
Natuurlijk waren degenen, die met den
Prins gesproken hadden zoo grootseh als
een bezem! Langdurig onderhield de Prins
zicli ook met den leider der Engelschen.
In heel het kamp viel de orde cn netheid
op en de Prins was dan ook zeer tevreden.
Het gezelschap heeft in den tuin voor het
landhuis de thee gebruikt, waarna Z.K.H.
nog even naar het demonstratieterrein is
teruggegaan om de Duitschers te begroeten.
Terwijl de afzonderlijke groepen op het
demonstratieterrein nog aan 't werk waren
werd toch overal in de sub-kampen reeds
duchtig gewerkt aan het middagmaal.
De verschillende corvée's kiepten de pan
nekoeken de lucht in als volleerde restau
rants-koks en toen de troep eindelijk com
pleet was, smaakten de rijst met kerry en
poulet en de gedroogde appeltjes opperbest.
Toen de pot klaar was, waren de potten
kijkers langzamerhand vertrokken en her
nam het kampleven zijn volledige rechten.
En 's avonds werd een machtig kampvuur
ontstoken
Vandaag.
De dag begon vanmorgen voor de C.J.M.V.-
ers met een „aandacht".
Vanmiddag zijn dezelfde demonstraties
gehouden als gister. Deze verdienen echter
nog veel meer belangstelling, dan ze tot nu
toe trokken.
Over het algemeen is een bezoek aan het
kamp zeer aan te bevelen.
Vanavond zal te Scheveningen een vuur
werk worden afgestoken, waarheen de pad
vinders in troep zullen vertrekken, daarbij
vergezeld dijor muziekkorpsen.
Het verdere programma.
Morgenmiddag zullen de meeste padvin
ders deelnemen aan een excursie naar Alk
maar en omstreken. Dan is het dus in het
kamp „een dooie boel". Het publiek zal
eerst 's avonds te 7 uur worden toegelaten,
's Avonds is er n.l. een kampvuur.
Zaterdagmiddag worden weer dezelfde
demonstraties gegeven als gister en van
daag en 's avonds is er een lichtspel.
Op Zondag zijn er geen demonstraties.
's Morgens wordt er een openluchtgods
dienstoefening gehouden, waarbij Ds. J. H.
Mulder, Ned. Herv. predikant te Hillegom,
hoopt voor te gaan. Ook is er dan een Engel
sche dienst, godsdienstoefening voor de
Roomsche padvinders en voor de Joodsche
groepen.
LICHAMELIJKE OEFENING
EEN WANDELMARSCH
MET WISSELBEKER.
De Utrechtsche Christel. Jongemannen
Vereeniging, sportafd. „E.D.O.", organiseert
op Zaterdag 27 Aug. a.s. „De Nederlander-
Marsch" over een afstand van 45 K.M.
Door „De Nederlander" is voor de grootste
en best marcheerende Christelijke vereeni
ging een fraaie wisselbeker beschikbaar ge
steld. Bij de toekenning zal, behalve op het
marcheeren en het aantal leden, ook gelet
worden op de kleeding.
Deze wisselbeker moet 3 maal achtereen
of 5 maal in totaal gewonnen worden om
hem in bezit te krijgen. Deze marsch zal
dus ieder jaar terugiceeren en blijft de naam
dragen van „De Nederlander-Marsch".
't Parcours voert meest over mooie, bosch-
rijke wegen en loopt van Utrecht over de
Bilt, Bilthoven, Den Dolder, Huis ter Heide,
Zeist, langs Rijsenburg terug over Odijk,
Bunnik door Rhijnauwen naar Utrecht
Het vertrek vindt plaats precies half twee
vanaf school Koekoeksplein, tevens kleed
gelegenheid.
Medailles worden beschikbaar gesteld
x>r iederen deelnemer, die het traject bin
nen 8 uur aflegt
Verder zullen nog verscheidene vereeni-
gingsprijzen uitgereikt worden. Deze marsch
iets nieuws in Nederland.
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
(107
De lezer herinnert zich dat het huis van
den koopman tegenover dat van den Vorst
Btond. De straat was smal, de vlammen
Bloegen weldra over. Uël wist het gevaar te
ontkomen, maar dacht op eenmaal aan de
hem voor Lael toevertrouwde juweelen en
vloog naar huis terug, om ze te halen. Met
vonden overdekt werd hij weggedragen, en
)ezweek den volgenden dag. Even voor zijn
dood dicteerde hij een brief aan prinses
Irene waarin hij haar smeekte de voogdij
over zijn dochter te aanvaarden, indien het
God behaagde haar terug te brengen. Dit,
zei hij, was zijn laatste wensch en die van
den Vorst van Indië. Hij deed er do juweelen
hij met een opgaaf van zijn goederen op
den bazaar. Alles wat hij bezat was voor zijn
dochter.... en de brief eindigde met een zin
snede, getuigende van het groote vertrouwen
dat do Jood in de Christen-voogdes stelde.
Als zij binnen een jaar na dezen dag niet
teruggekeerd is, verheven prinses, bid ik u
mijn erfgenaam te willen wezen en het
mijne onvoorwaardelijk als het uwe te be
schouwen. Moge God u behoeden!
VIJFENVIJFTIGSTE HOOFDSTUK.
Serglus en Nilo gaan aan *t werk.
Sergius was dan in gezelschap van Nilo
op weg gegaan om de verlorene te zoeken.
Tegen twaalf uur kon men hem in de
Btraat zien, waar het huis .van den reservoir
bewaarder stond. Nilo volgde hem op korten
afstand. Naast den Rus liep een koopman in
vruchten: mispels, sinaasappelen, vijgen,
druiven. Onder druk praten en onderhande
len ging Sergius voort tot aan het huis, waar
de bewaarder als naar gewoonte in de open
deur zat. Daar bleef hij staan en zei: Wacht
even, ik zal aan dien man vragen of hij
mij een hoekje kan afstaan, waar-ik onge
stoord iets zou kunnen gebruiken- ja,
dan zal ik wat van u koopen.
Tezamen stapten zij op den bewaarder af.
Goeden morgen, vriend, zei Sergius, en
de bewaarder, die hem herkende, groette
hem beleefd terug.
Gisteren zijt gij hier ook geweest, geloof
ik. Ik ben blij u weer to zien. Kom binnen.
Heel graag, want ik heb honger en zou
graag wat van dezen man nemen maar ik
kan de vruchten bezwaarlijk op strrat eten.
Daarom wilde ik u vragen, of ik ze bij u
mag gebruiken, er. dan wilt gij zeker wel
met mij toetasten.
Om deze noodiging te ondersteunen hield
de koopman een tros druiven omhoog, waar
op de bewaarder met kennersblik in een
mispel kneep, een sinaasappel bekeek, en
een tros druiven op de hand woog, waarna
hij tot Sergius zei: Kom mee naar mijn woon
kamer, want gij hebt gelijk; hier buiten zit
men niet pleizierig te eten.
En de koopman? vroeg Sergius.
Ook binnenkomen, Hij moet zijn he"le
mand uitpakken. Gij zijt hier immers
vreemd?
Sergius knikte van ja.
Welnu, ik niet Ik ken deze Iuidjes. Zi]
zijn niet te vertrouwen. Laat hem binnen
komen. Ik heb geen gezin en woon hier al
leen.
De monnik nam de noodiging aan, maar
bleef staan om den koopman eerst binnen
te laten gaan. Tegelijkertijd zette hij zijn
hoed af, rolde zijn lang blond haar op en
bergde dit onder den hoed. Daarna stapte
hij de gang in en volgde zijn gastheer naar
de huiskamer.
Dat afzetten van den hoed was een sein
voor Nilo en beteekende: de bewaarder is
bezig, de weg is vrij, kom! En de negerko
ning, diie scherp oplette, beantwoordde het
signaal door langzaam nader te komen, zon
der in houding of gebaar de aandacht der
voorbijgangers te trekken.
Rustig bekeek hij het huis van buiten, ging
de gang door naar de binnenplaats, /nam
nauwkeurig alles op: het plaveisel, de bron-
wal van de trap, den muur tegenover den
gang, de beide zijmuren, alle. drie geheel glad
zonder deur, vensters of paneel, den draag
stoel onder het afdakje, de twee saamgebon
den stokken overeind naast den stoel Hij
keek omde gang was vrij,al haa
men hem zien binnengaan, men was hen»
niet gevolgd. Een glimlach vloog over het
zwarte gelaat, de witte tanden glinsterden
tusschen de roode lippen. Vervolgens ging
hij naar den bron wal, tuurde naar benedei:
stapte daarop naar den stoel, bezag dien van
binnen en opende het portiertje. Hij ging er
in, zette zich neder, deed het portier dicht,
schikte het gordijn, schoof het toe, maar
hield een reetje open om de gang en den
wal in het oog te kunnen houden.
Voldaan stapte hij weer uit den stoel, be
gaf zich naar de opening van het reservoir
en daalde behoedzaam af naar het bordesje,
vervolgens naar den steiger.
Hij was nu hoogst ernstig. De witte pila
ren waren zoo groot en de duisternis zoo
dicht! Nilo, hoe onversaagd ook, bleef aicr
onbewogen. De uitgestrektheid van het re
servoir deed hem verstomd staan. Hij voelde
de stilte; het water, diep en donker, deec
aan den dood denken. De bijgeloovige z:e'
had eenigen tijd noodig om tot zichzelve te
tornen. Toen hij kalmer geworden was, on
derzocht hij, of er ook strooming was in den
donkeren poel, maar neen, niet de minste.
Bevredigd klom hij weer naar boven, wierp
een haastigen blik in de gang, stapte in dei.
draagstoel, en trok het portier achter zich
dicht
Iriitiussohen was de onderhandeling met
den fruitv-erktooper in de woonkamer in vol
len gang. Met 'toog op Nilo's taok beijverde
Sergius zich zijn gastheer zoo lang mogelijk
aan de praat te houden. Gelukkig kwamen
er geen bezoekers. Hij betaalde de vruchten,
bedankte hartelijk voor het aangenaam sa
menzijn, en nam eindelijk afscheid om het
verdere van den namiddag op een bank ln
het Hippodroom door te brengen.
Bij tijd en wijle ging hij naar de straat
van het reservoir terug, om van uit de verte
te zien, of de bewaarder nog voor de deur
zat. Tegen den avond gebruikte, hij iets ln
een naburig eethuis, bleef daar zitten totdat
het donker werd en keerde toen naar het re-
Schuin tegenover stond een bank in een
ongebruikt poortje, waar hij onopgemerkt
kon gaan zitten.
Al deze dingen waren natuurlijk afgespro
ken tusschen den monnik en Nilo. Beiden
toch, de een in het poortje, de ander in den
draagstoel, zaten op den uitkijk naar Deme-
des. Zca hij komen? En wanneer?
Hot plan was dat Nilo, zoodra Demedes
het reservoir was binnengegaan, de straat
deur voor Sergius zou openen, opdat deze
den aanval verder zou kunnen leiden.
Even voor zonsondergang loot de bewaar
der zijn huisdeur. Sergius hoorde dat hij er
den ijzeren bout voor schoof. Hij geloofde
vast dat Demedes Lael nog niet gezien had
na de ontvoering, en dat hij er ook geen po
ging toe zou doen, zoolang de opwinding
over haar verwijnen zoo groot was. Maar nu
de stad stil werd zou hij, indien zij tenmin
ste hier verborgen was, zeker komen, zoodia
het donker was. Al vertoonde hij zich slechts
even bij den bewaarder, dan zou ck t reeds
genoeg zijn voor Sergius; ging hij het re&er-
voir binnen, ja, dan bestond er geen twijfel
meer en kon Nilo hem ophouden, terwijl
Sergius de politie ging halen. Dit was het
plan, met opzet zoo ingericht om alle onnoo-
dig geweld te vermijden.
Intusschen zat de negerkoning in zijn
schuilplaats. Dit was volstrekt niets onge
woons voor hem. Ongeduld plaagde hem
nieL Hij wist dat deze onderneming eenig
ongerief en ontbering met zich moest bren
gen, maar dat wilde hij zich gaarne getroos
ten. Hem was vooral opgedragen Demedes-
gangen na te gaangeen nood, dat hij
dien niet zou herkennen! Had hij hem niet
tusschen hemel en aarde laten zweven en
zou het hem niet een genot zijn geweest hem
te pletter te laten vallen?
Hij was vol vuur. maar niet ongeduldig.
Zijn meest or' kj rid orgaan was zijn ge
voel, de geringste trilling van den grond
zou hem niet ontgaan. Het sluiten van de
voordeur door den bewaarder, gevoeld,
niet gehoord, zeide hem dat de dag ten
einde was.
Niet lang daarna voelde hij weer een
lichte trilling van het plaveisel, en hij ver
beeldde zich als weleer in hinderlaag te lig
gen, en in Kash-Cush op de leeuwenjacht te
zijn. Voorzichtig keek hij door de reet, en op
hetzelfde oogenblik kwam iemand uit de
gang op de binnenplaats. Die persoon had 'n
lamp in de hand, maar was niet Demedes.
De bewaker, want hij was het, begaf zich
langzaam naar den bronvval, omdat de
tocht het licht dreigde uit te blazen. Weldra
was hij afgedaald naar het bordesje.
Als hij Ln hinderlaag lag gaf Nilo nooit
toe aan nieuwsgierigheid. Een oogenblik la
ter voelde hij het plaveisel weer dreunen.
Niemand verscheen. Nog een hertigcr tril-
l''n£I0011 stapte de koningszoon behoed
zaam uit den stoel en sloop op bloote voeten
naar den wal.
Bij het licht der lamp op het portaal zag
hij dat een boot voor den steiger lag en de
bewaarder op het punt was van er in te
siappen. Toen werd de lamp naar den boeg
gebracht, de riemen werden ter hand geno
men, een duwvoort!
Wij weten hoe gemakkelijk de bewaker
het bootje tot zich kon trekken, maar Nilo
wist het niet en was een en al verbazing. Hij
sloop terug naar zijn schuilplaats, sloot het
portier, en trachtte liet raadsel op te lossen
Na eonig peinzen kwam hij tot de gevolg
trekking. dat het reservoir bewoond werd,
en dat de bewaarder dien persoon ging%e*
(Wordt vervol^CJl