DINSDAG 19 JULI 1932 TWEEDE BLAD PAG* N. C. S. V. DE ZOMERCONFERENTIE TE NUNSPEET Nunspeet, 16 Juli. Op den laatsten conferentiedag werd de morgen-voordracht gehouden door prof. Stiihlin, die ook den dag daarvoor ge sproken had. Spr. behandelde het laatste deel der in het nummer van 16 dezer aan gekondigde serie, n.l. de samenleving der beide geslachten. In Genesis.I 27 lezen wij: „en God schiep 'den mensch naar Zijn beeld, naar het beeld yan God schiep Hij hem, man en vrouw schiep Hij ze". Wat beteekent dit: als man en vrouw geschapen te zijn? Drieërlei, n.l. le. de geslachtelijke verschillen tusschen man en vrouw. Deze hebben niet uitsluitend op de lichaamsbouw betrekking. Het onder scheid tusschen man en vrouw ligt dieper: aan de uiterlijke lichaapisverscheidenheid paart zich een verschil in geestelijke consti tutie. Krachtens zijn specifiek mannelijke geaardheid is de man tot heerscher ge boren, krachtens haar specifiek .vrouwelijke de vrouw tot moeder. Deze polariteit van de beide geslachten, door de natuur gegeven, is echter niet absoluut; immers elk van beide sexen be hoeft een zekere mate van het specifieke yan de andere sexe. „De mannelijke natuur zonder meer" bestaat niet; elke man heeft een moment van het specifiek vrouwelijke in zich en voor de vrouw geldt hetzelfde. Vreeselijk zijn vrouwen, die slechts vrou welijk zijn en die geen mannelijke eigen schappen bezitten, en vreeselijk zijn man nen, die niet iets der andere sexe in zich dragen. De geschiedenis verhaalt van volkeren, wier mannen kraambezoek ont- yangen, en van Amazonen, die krijgers zijn; deze overlevering herinnere ons aan het betrekkelijke van de polariteit, van de vol strekte verschillende geaardheid der beide geslachten. 2e. Verder is met het Bijbelwoord het „voor elkaar" der sexen gegeven. De twee polen zoeken elkaar: de man zoekt de yrouw en de vrouw zoekt den man. Het is scheppingsordonnantie, dat zij hem en hij haar zoekt 3e. In de derde plaats beteekent Gen. I 27 dat beide geslachten geroepen zijn tot een dienst, dien zij met elkaar moeten vol brengen. In het volgende vers staat: „En God zei de tot hen: weest vruchtbaar en ver menigvuldigt u". De voortplanting door paring der geslachten is een der scheppings momenten, die de mensch met alle levende is gemeen heeft. De sexualiteit is niet een gevolg van den zondeval: zij was er yóór dezen. Welke is eigenlijk de zin en beteekenis van deze in ae scnepping gegeven orde? (Een Christen moet deze vraag aldus stellen; hij sluit met deze formuleering allé naturalisme, dat slechts biologische, causaal- mechanische wetten, erkent, buiten). Bij de beantwoording dezer vraag kan men vier gezichtspunten onderscheiden. le. De verhouding der geslachten is de typische uitdrukking van de „Ich-Du-Be- ziehung" x) van 't leven, d.w.z heel de schep ping is door God niet gewild als ontplooiing van het individueele „ik", maar als ont moeting van het ik met zijn te'genhelft. Slechts aan het „gij" kan het „ik" tot .volle bewustzijn en ontplooiing komen. Wanneer het, „ik" zijn „gij", ontmoet, wordt het tegeJijkertijd opgeroepen zelf een „gij" te zijn. Vele huwelijken mislukken daardoor, dat er een „ik" is, dat wel is waar een „gij" wil hebben, maar dat geen „gij" zijn kan, (zie het volgende punt). 2e. In de ontmoeting der sexen ligt nog een tweede polariteit opgesloten, n.l. zelf handhaving en zelfovergave. Er zijn men- schen die men er aan herinneren moet, dat er in den Bijbel staat: „Gij zult uwen naaste lief hebben als uzelven", en niet: „Gij zult uwen naaste liefhebben, meer dan uzel ven". Altruïsme zonder meer is geen Chris telijk ideaal. Het „ik" vervult zichzelf, door dat het zichzelf overgeeft Het „ik" kan slechts daardoor, dat het zich overgeeft aan het „gij", als „ik" leven. Vele mannen be derven hun huwelijk, door van de vrouw geen overgave, maar prijsgave te eischen. Ongelukkig is de man, die zich verbeeldt dat hem dit door den Bijbel is toegestaan, als daar staat, dat de vrouw den man ge geven is, om hem „een hulpe te zijn". Ex zijn dingen, die de vrouw terwille van haar man niet doen mag, wil zij zichzelve niet verliezen. 3e. Uit de verhouding der sexen blijkt, dat het leven in den grond een waagstuk is. Het leven is geen verzekering, maar een avontuur, en het huweJijk is het grootste avontuur. De liefde doet den mensch het waagstuk bestaan, met een ander heel zijn leven door te brengen. Wat weten twee men- schen die trouwen gaan, van elkaar? Op het huwelijk laat zich geen verzekering sluiten. Het kameraadschapshuwelijk wil dit ris- quante moment wegwerken. Maar dat is lafheid; het huwelijk is het stoutste en heer lijkste avontuur, dat het leven geven kan. 4e. Alles, wat tot dusver over de verhou ding der geslachten gezegd is, is slechts hierdoor van belang, dat deze verhouding met de menschelijke natuur als zoodanig gegeven is, en haar in haar geheel bein- vloedt „De man zal vader en moeder ver laten, en zijn vrouw aanhangen". Dit is het ontstellende gevolg van de liefde tot de andere sexe, van de liefde, wier bestaan God heeft gewild. Nergens worden wij ons de dualiteit, de ik-gij relatie van de schepping en dus van onze menschelijke natuur inten ser bewust dan in het huwelijk.^ Wij leven in een wereld, die den zonde x) „Ik-gij-relatie". 1 heeft aanschouwd. In deze gevallen wereld is het sexucele vaak tot een wrange caricatuur geworden. Zoo is het een gevolg van den zondeval, wanneer op de geslachte lijke verscheidenheid al te zeer de nadruk wordt gelegd. Vooral de puberteit is de periode der te sterk geaccentueerde manne lijkheid. Er zijn mannen, die in deze ont wikkelingsphase zijn blijven steken, die nooit tot mannen in den waren zin van het woord zijn gerijpt Zij missen het vrouwelijke moment, waarvan hierboven sprake was. Het wordt aan de vrouw na den zondeval als vloek aangezegd, slechts te kunnen leven als op den man aangewezene. Dit geldt voor den man in niet mindere mate. Vele mannen verwoesten hun leven, door dit uitsluitend het droevig symbool. „Zonde" beteekent eigenlijk „afzondering", „verbreking van een samenhang". Door den zondeval wordt de lichamelijkheid van de totaliteit van het leven afgezonderd; geïso leerde sexualiteit, die niets dan lustbevredi ging en lichamelijke functie is, is een gevolg van den zondeval. Zoo is in de prostitutie de „Ik-gij-verhouding" ver te zoeken. Voor een huwelijk is het verwoestend, wanneer de man bij de vrouw niet de totaliteit van haar vrouwelijke wezen zoekt, maar haar uitslui tend als lid van de vrouwelijke sexe begeert God heeft Christus naar de wereld gezon den, om haar door Zijn dood te verlossen en haar op te heffen uit hpar gevallen staat Christus' verlossingswerk heeft ook op het geslachtelijke betrekking. De ware Christen weet, dat met de schepping het bestaan der beide geslachten gegeven is: „als man en vrouw schiep God den mensch", en daar naar zal hij handelen. Het coelibaat het bewust ongehuwd blijven, zooals dat in de Roomsch-Katholieke Kerk wordt gevonden, is dus door God niet gewild, maar het is een eerbiedwekkend symbolisch protest t een al te zeer den nadruk leggen op het sexueele leven; het coelibaat herinnert er aan, dat de mensch niet door de geslachte lijke liefde maar slechts door de verlossende genade Gods kan worden gered. Tot slot dea- conferentie sprak Prof. D r. D. Plooy, van Utrecht, over het onder werp: „Ik heb de wereld over De tekst concentreert de aandacht op Jezus Christus als de overwinnaar der wereld. Men vindt haar in één van de laatste ge sprekken van Jezus met Zijn discipelen. „Ik ga heen tot den Vader, en laat U in wereld achter. Maar weest niet bezorgd: Ik heb de wereld overwonnen". Met deze woor den bereidt Jezus Zijn discipelen er op voor, dat hij van hen henengaat. De discipelen antwoorden dat zij weten, wat Christus voor hen is, want in Hem kennen zij God. Maar zij beseffen niet den strijd die zoowel hen als Christus, wacht. Op dezen strijd nu bereidt Jezus hén voor: „De ure komt en is nu, dat gij alleen zult zijn, en verstrooid in deze wereld". De proef die de discipelen wacht, is, of zij bereid zijn Jezus te volgen, of zij bereid zijn tot hetzelfde offer, dat Hij voor hen brengen gaat, of zij Hem trouw zullen blijven, wanneer Hij de duisternis en het kruis tegemoet gaat. Christus brengt het offer, dat de wereld overwint. Dat is het wat de wereld overwint: de dienst van het volkomen offer in het leven. Alle discipelen zonder uitzondering bezwijken onder de last van dezen dienst. Jezus zegt dit van te voren, niet om hen te ontmoedigen, maar om hen te zeggen: „Gj- looft in Mij, weest niet bezorgd, opdat gij ook in dien strijd en nederlaag gerust zult zijn. Ik breng het offer; Ik heb de wereld BINNENLAND. CONTINGENTEERING VAN TEXTIELGOEDEREN IN NED.-INDIË, Op schriftelijke vragen van het Eerste Kamerlid Van der Lande inzake het ne men van een besluit op het verzoek van textielondernemingen in Twente tot contin- genteering van textielgoederen in Neder- landsch-Indië heeft minister De Graaf ge antwoord, dat een beslissing op dit verzoek ernstig wordt voorbereid. Terwijl een door den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch- Indië speciaal ingesteld werkcomité doende is de gegevens te verzamelen, die onontbeer lijk zijn voor de beoordeeling van deze veel omvattende aangelegenheid heeft de regee ring de noodige stappen gedaan voor het instellen van een commissie hier te lande, die de regeering zal adviseeren nopens be vordering van economische samenwerking tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië. Deze commissie, waarvan de instelling binnenkort zal plaats hebben, zal zich med> hebben uit te spreken over het vraagstuk der contingenteering van den invoer in Nederlandsch-Indië, ten behoeve van de nij verheid in Nederland. -..JOODSCHE WIJSHEID" Zaterdag vergaderde de Nooit-Meer-Oorlog- Federatie onder leiding van den plaatsver- vangenden voorzitter Ds. J. B. Hugenholtz. Deze verklaarde in zijn openingswoord, dat niemand zich enthousiast gevoeld heeft bij het voorstel van Hoover. „Wij herinneren", aldus spr., „aan de Joodsche wijsheid, die ons leert in prinsen geen vertrouwen te stel „Van Joodsche wijsheid", sprak deze pre dikant, voorzitter van „Kerk en Vrede"! I DUEL KAN-VERSCHUUR Staatsraad oud-minister mr. J. B. Kan schrijft ons uit Montreux: In het buitenland, wegens familie-om standigheden vertoevende, nam ik kennis van de meedeelingen, die minister Ver schuur in een persgesprek heeft gedaan in zake bovenstaand onderwerp. Ik mag niei verzuimen mijn voorstelling van zaken nevens de zijne te stellen. De heer Kan ziet dan uiteen, dat hij spontaan was uitgenoodigd; onmiddellijk aan het werk toog; en na een vergadering met belanghebbenden nog denzelfden avond een voorstel aan den minister deed; en izficih daarbij tot nader overleg bereid verklaarde. Echter, hoe vaak op antwoord werd aan gedrongen, Mr. Kan ontving taal noch teeken. Toen schreef hij, dat hij het bijltje er bij neer lef. Thans, zoo zegt hij, blijkt, dat de minis ter aan mijn „rapportje' niets had en dat der regeering daarin „vrijwel geen nieuwe gezichtspunten werden geopend". Maar waarom kon dat niet worden meegedeeld aan mij. Te eerder, omdat eenige voor in genomenheid bij mij moeilijk was te ver- wachten, nu de gedane voorstellen niet de mijne, maar die der vergadering waren en weinigen in den lande beter vertrouwd kunnen zijn met de zwarigheden, aan het voornaamste denkbeeld omzetting van steunregeling in werkverschaffing ver bonden dan iemand, die het ambt van minister van Binnenlandsche Zaken heeft vervuld. Uit het persgesprek van den heer Ver schuur mocht ik vernemen, dat Z. E. niet aan een tegen hem gerichte geste denkt en zelfs niet de minste animositeit tegen mij koestert Het omgekeerde zou trou wens op een gevaarlijke praedispositie tot vervolgingswaan hebben gewezen. Hoe kan de houding van een bewindsman, die zich „dag aan dag met deze dingen bezig houdt", maar in vier wieken geen minuut vindt om zijn zelf gekozen adviseur op de hoogte te houden, zachter gekwalificeerd worden dan als „passief'? Welke invectie ven zouden er niet gevallen zijn als de heer Verschuur eens een ander oud-minis*°r, met wien hij onlangs een klein verschil van gevoelen vereffende, aldus had be handeld. ROFFELRIJMEN. De kosterin In de winter met een stoof je, In de zomer met een glas, Als er eentje haast bevroren Of haast flauw gevallen was; Altijd puike plaatsjes vindend Voor wie om een plaatsje vroeg, Want er was in onze dagen In het kerkje plaats genoeg 't Is of ze precies dezelfde Is gebleven in de tijd Die mij van het dorpsche kerkje En mijn jongensdagen scheidt: Even oud en even handig Even klein en even grijs, Evpn vrijelijk verdeelend 't l< notorinYiennn tthpiniTR ARBEIDSTIJDVERKORTING CONFERENTIE MET DEN MINISTER. Een delegatie uit het bestuur van hel Nederlandsch Vakverbond heeft dezer da gen met den Minister van Binnenlandsche Zaken geconfereerd over verkorting van den arbeidstijd, als middel tot bestrijding der werkloosheid. Hierbij werd niet alleen gewiezen op de arbeidstijden, die soms zeer En ze zegt nog, net als vroeger Schrikkend als ze me ontmoet: „Bel, m'n kind-nog-toe, ben jij et? Maken ze het thuis nog goed?" En toch lijkt ze me veranderd; Nee de tijd zal anders zijn: Hindert haar het rooie lichtje, 't Nieuwe vrijeplaatsensein? De verwarming heeft de stoven Opgeruimd; en 't waterglas l Komt in onze nieuwe dagen Ook maar zelden meer tepas. Dat zal 't zijn! Maar toch behield ze Altijd nog de stijl erin Van de degelijke dorpsche Moederlijke kosterin. (Nadruk verboden LEO LENS belangrijk uitgaan boven de 48 uur zooals in ons land nog voorkomen, maar ook op den eisch van de moderne vakbeweging, die beoogt tot de 40-urige werkweek te ko men, welke eisch reeds in verschillende landen practisoh aan de orde is gesteld. Er werd bij den minister op aangedrongen, ta bevorderen, dat de regeering werkgevers- en werknemersvertegenwoordigrs van hier voor in aanmerking komende bedrijven, bijeenroept, om na te gaan of en, zoo ja, op welke wijze arbeidstijdverkorting kan worden verwezenlijkt. De minister was van oordeel, aldus het communiqué, dat het hier inderdaad een belangrijk vraagstuk betreft en verklaard® zich bereid, deze aangelegenheid in den raad van ministers te bespreken en het N.V.V. omtrent het resultaat hiervan nader te berichten. Nieuwe brug in Rotterdam- West Washington-herdenking De Nationale Feestdag te Parijs culmineerde in een tooverachtig vuurwerk op de Pont-Neuf. Ernstig verkeersongeluk te Hilleaer'sberg. Motor tegen auto De agent in den hoekerker, of hoe de Koningsbergsche politie het verkeersprobleem beziet- De Pieter de Hooghbrug in Rotterdam-West nadert haar voltooiing. werkzaamheden Een kijkje op de Washington's geboorte werd dezer dagen herdacht in het oude huis zijner Engelsche voorouders. De romantiek van het water, waar het statige jacht zijn boegspriet ver naar voren heft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 5