VRIJDAG 17 JUNI 1932 TWEEDE KAMER SUPPLETOIRE INDISCHE BEGROOTING 1932 DE BOUW VAN DEN DERDEN KRUISER De ontwapenaars in de rol van querulanten OVERZICHT De Kamer heeft een Indische suppletoire begroeting behandeld, maar de eenzijdige ontwapenaars hadden daaraan het zooveel ste debat over den bomv van den derden reservekruiser voor Indië weten vast te kop pelen Over de suppletoire is vrij weinig gezegd. Natuurlijk kwam de soc.-dem. Cramer weer voor den dag met zijn „vlotte leeningspoli- tiek" en met de onnoozele verklaring, dat de soc.-dem. geenerlei verantwoordelijkheid aanvaarden voor de toestanden in de kapi talistische samenleving. Dat is wel heel ge makkelijk, maar het is zinloos en gevaarlijk. Even gevaarlijk als het schrijven in de roode pers van opzweepende stukjes door menschen, die rustig op hun stoel zitten en 1 van de crisis niets geen last hebben, maar als er gelijk gisteren bebloede koppen van komen, gaarne anderen dan zichzelf verantwoordelijk stellen. We zullen over dien derden kruiser niet. veel meer zeggen. Reeds tot drie malen toe heeft de Kamer met groote meerderheid aan den over een aantal jaren verdeelden bouw haar sanctie gegeven. Maar als echte que rulanten trachtten telkens weer de mannen van de revolutie en van de eenzijdige ont wapening de uitvoering van het votum te vertragen. Minister Deckers heeft hun de volle maat gegeven en bij herhaling is door hem op hun saboteerend vragen antwoord gegeven of werden aanbestedingen en gun ningen uitgesteld. Maar nu was de maat ook meer dan vol en duidelijk is uitgespro ken, namens de Regeering, dat zij verder uitstel van den aanbouw met haar verant woordelijkheid niet zou kunnen vereènigcn. Dat was het antwoord op een uitstel-motie m den heer Cramer. Minister Deckers laakte het m de vnjz.- en soc.-dem. ten zeerste, dat hun laatste on- ^jredelijke poging tot uitstel geschiedt met jp„Jeen beroep op de crisisomstandigheden. Dat iinis gevaarlijk en ook zeer ongepast, omdat lande veiligheid des Rijks een niet minder lei vitaal belang is dan welke andere regee- icings-zorg ook. Indië heeft den reserve-kru«- niet ger noodig om politieke en technische rede- oorJpen. Te meer nu om bezuinigingsredenen andere nieuwbouw is stopgezet en op stenrfe uitgaven voor nieuwbouw voor Neder- ovettand en Indië samen, waarvoor in 1929 nog millioen was toegestaan, een bezuim van meer dan 50% is toegepast. Het zol%edrag is nu nog maar 9.1 millioen. Voor zullen Indië en Nederland elk niet 1,e5neer dan 1.1 millioen voor den kruiser uit hieven. Bouwen we niet, dan verwaarloozen r°?r we wat we hebben en beteekent dat afbraak onze weermacht in Indië, die eigenlijk 111 meer dan ooit op peil behoort te blijven. rDat was duidelijke taal tegenover hen, die Hoor valsche voorstellingen demagogische toUtiek drijven met de beveiliging van het Rijk in Europa en daarbuiten. Het lijdt dan ook geen twijfel of heden ral de motie-Cramer met groote meerder heid worden verworpen. U tTEN VERSLAG Bon wtJzlging der Indische begrooting was .fSe^eer^CRAMER (s.d.) waarschuwde de legering voor haar bezulnigingspolitiek in hdië. Het is alles afbraak, steunende op nachts iiddelen. wat de klok slaat. De werkbasis van DO millioen wil men nog meer verlagen, alle-s m den gulden te handhavi ,N ins van de cri9is dr"* V„r»'fóf»eSPdS?»*fk. ook voor do miand.rs, "verschillende verbeteringsmiddelen werden '2.' mbevolen. waaronder irrigatie. l.< Voor den bouw van den derden kruiser aoht- o. de heer Cramer het nu geen tijd. Op de 5'j fensie behoort 't meest bezuinigd te worden. Een motie gemaakt tusechen dezen bouw en wat gedaan |s en nog gebeuren moet aan bezuiniging. Het is daarom een politieke fout om met den bouw RAPPARD (lib.) was met ande- nood is volstrekt geen sprake. De oogst MINISTER DECKERS beantwoordde de op- r March an t. die worden uitgesteld. Stellen v t de bouw veel kostbaardei beteekenis In die richting iat-n nlandsverediging is klaart all.. reeds van het stopzeten ringen Hoé weet hli dal ir alles bü elkaar ruim 11 millioen. ;rk bezuinigd als i dat beteekent afbraak Maar met omdoen van het u^t.-u- or '8 lands beveiliging noodig 3 bün; richting uitgedrukt. replie- I Omtrent 1 kostenverde s Indië en kregen mei ïisHï".*.'? r ken begom.. r Bü zijn dupliek deelde MINISTER DECKERS mede. dat bü aanneminc der motic-Cramer ziin e ambtgenooten van Buitenlandsche Zaken en i van Koloniën en hü de verantwoordelijkheid - voor hun departementen niet langer zouden intwerpen werden z.h.s •edge loc -dem. zeggen verantwoordelijkheid j rden voor hun negatief standpi beteekent dat? Het is spelen i I, erd ingediend De heer FEBER (r.k.) 'EN de bestrü- de Regeering veel te groote nood om de Kamer te doen ultspre- 8t het oog J-" BH| .mischen en fmai den tegenwoordi- irden kruiser. oauei u.c ®.»-J allerlei algemeenheden n overdrijving schuldig maakte. Slaagt gaven tot 400 millioen terug te een financieele ineenstorting leenen. ook voorzichtig zijn Een zg. vlotte bü de begrooting it (Gevraagd - - ?*33 een overzicht van de rege. l4, over te leggen Dan kan 1- 14. an is voor hulpverlecning. ter bestrijding voedselnood en ter 56zuinjplng. geen reden aangevoerd om den derden uiser niet te bouwen. Feit is, dat Uioen per jaar 1.2 millioen luiueii werkloon •ggaat. *Wordt niet gebouwd, dan zal de werk izensteun weer belangrök stijgen. Niet bou- n van den kruiser ware een ongeoorloofd Hasten van de vitale belangen van Indië. personeel en materieel is reeds 34 en SO pet Je'heer v d. HOUVEN (s.d.) meende, dat de leiders niét verlangen naar kruiserbouw; als rkverschafflng. Zekr~ taaalbewerkers. Ten ----- rlinge motie, die op hun jongste den bestaanden kapltallstisohen hboel te bewüzen. Alles wat we in IndiS doen is gericht tegen ►jet-Rusland en dus moest de sovjet-hoorige fh den bouw van den derden kruiser niets Deneer ALBARDA (s.d.). die begon met 't 'aze betoogje van den heer v. d. Houven te rrigeeren. achtte doorgaan met den bouw van h derden kruiser een tegenstrijdigheid, wari er men leest wat de gouverneur-generaal eft gezegd bij de opening van de zitting van H Volksraad. Hij zag in het slechter worden P den economischen toestand sinds Nov. beslist len was om den kruiserbouw t >en novum van dien aara. aa i op de gevallen beslissing b nève stelt inderdaad teleur, r at de militaire deskundigen e n. In Nederland s vraag werd herhaald of 'het wel goed ia den kruiser geld ui gebied Dezulnigd moet r bouw zal Indië weerloos arbeiders kan men gerust liheid besparen. De Kamer 'an „het hg iet volk'' als ztJ deï >rden. Óndanks heer v BOETZELAER (ck.) betoogde l volgens de laatste berichten de voedsel- tstand in Indië zeer veel verbeterd is er ter kan onmogelijk van hongersnood gespro- |j worden. Maar de heer Wijnkoop wil im&al, dat er hongersnood is kpuiserbouw W doel: voor de Rcgeerlng en vole leden er ls dat echter niet het geval. Op Ma t zeer behoorlük bezuinigd. i houdt dat c.-dem. een imagl- •an die zijde clan heelemaaï belangen van Indië en voor wat er in het Oos- i omgaat? We kunnen niet van den bouw .jien: dat zou In het Oosten worden uitge legd als verslapping in het waken voor eigen itale belangen. Dat kan geen ernstig staats- aan voor ziin verantwoording nemen. De heer BRAAT (plattel.) vond. dat het met de financiën zoo mis is. dat we de landsver dediging er maar aan moeten geven. De MINISTER VAN KOLONIëN wees er den heer Cramer op, dat het niet uitvoeren van en kele openbare werken een betrekkelijke klei nigheid is vergeleken bü de groote economische moellükheden in Indië. Het vinden van de millioenen om noodzake- liJke uitgaven te doen is al uitermate moeilijk: wat wenschelük Is moet daarom tot beter tijden wachten. Men kan slechts vragen, dat de nood der bevolking wordt gelenigd: de Regeering zal in dit jaar niets nalaten wat mogelijk is. Bezuiniging zonder afbraak is niet mogelök. i echter ln stand bltjyr- Java op te heffe... sluitend zijn van het budget, betee- Trediet op de geldmarkt Voedselschaarschte' ls er ln Indië steeds ln en deel van het jaar. Het is dit jaar wel wat rger geweest dan anders, maar van hongers- wtjzen bestrijden. De heeren probet, eens. nu het ui veel te laat Is. hun doel te be reiken. Het debat is opzettelijk, onnoodlg. uit gelokt door de eenzlldige nationale ontwape- Do kruiserbouw gaat de redelijks perken irbereidend werk driemaal. Toen is pa. L.„ begonnen. In Dec. 1931. vroeg de heer Cra J~ - - Kamer een beslissing f Indië geweest. ^Afgezien ^is van allen ■fgeb'ouwd. zoo werd daarna meegedeeld. Dat n April. Dl la*- pli geldt, dat 70 pet. laag nschrtJving voor het ;e bate bü den bouw geraamd arbeids- i. arbeiders zullen wel gemoedsbezwaarden om ien Interpellatie t noodig ln het belang Op den nieuwbouw is zeer sterk bezuinigd, zoowel in Indië als ln Nederland. Het bedrag was ln 1929 19H millioen en ln 1932 9.1 mil lioen. Zoowel Nederland al8 Indië zullen voor in tot htden bü den aanvang der =-rd nog goedgekeurd de voorziening >efte aan geldmiddelen ln verband lossing van de Ned.-Indische pond Kerknieuws. EEN KERKHISTORISCH FEIT Vereeniging in 1892 van de Chr. Geref. Kerk en Ned. Geref. Ker ken. Heden, 17 Juni, is het veertig jaar geleden, dat de Chr. Geref. Kerk en de Nederd. Geref. (Doleerende) Kerken werden vereenigd. De Synode der Chr. Geref. Kerk, gehouden te Kampen in Augustus 1891, had reeds een besluit tot vereeniging genomen. Op deze Synode was wederom een schrijven ter tafel van Jhr. Mr. P. J. Elout van Soeterwoude, de oud-strijder voor Kerkherstel, één van „de zeven Haagsche heeren", die in 1842 o.a. met Groen van Prinsterer aan de Synode der Ned. Herv. Kerk het beleende adres richtte. Dit schryven van Jhr. Elout, dat aandrong op vereeniging der beide Kerken, werd evenals op de Synode de Chr. Geref. Kerk te Leeu warden in 1889 voorgelezen. Daarna kwam op de Voorloopige Synode der Ned. Geref. Kerken, die in Den Haag werd gehouden, in 1891, de vereeniging in beginsel tot stand. Nadat Dr. A. Kuyper, de voorzitter der Synode, en Ds. J. van Andel, de woordvoerder der deputaten van de Chr. Geref. Kerk. het woord hadden gevoerd, reikte de laatste mens zijn Kerken de broederhand aan Dr. Kuyper. Het volgend jaar kreeg de getroffen vereeniging op de Synode te Amsterdam haar heslag. Eerst vergaderde de Synode der beide Ker kengroepen nog afzonderlijk, tot afdoening van verschillende zaken. Besloten was o.m., dat de woorden „Chris telijke" en „Nederduitsch" zouden wegvallen en dat als naam werd aangenomen „de Ge reformeerde Kerken in Nederland." Van het Reglement, waarbij in 1869 de Chr. Geref. Kerk zich door de Regeering had laten kennen, werd afstand gedaan. Hoofdzaak echter, dat men zich jegens God verplicht gevoelde tot vereeniging. De vereenigde zitting der Synoden werd gehouden op Vrijdag 17 Juni 1892 in de Kei- zersgrachtkerk te Amsterdam, die stampvol Ds. W. H. Gispen, de voorzitter, opende na dat gezongen was Psalm 106 z 25 en 26. de vergadering met het lezen van Psalm 121 De wederzqdsche besluiten inzake de eeniging, die met algemeene stemmen waren genomen, werden voorgelezen. Deze vergadering werd ook bijgewoond door Prof. S. van Velzen, de laatste overgeblevene van de predikanten die in 1834 zich van de Ned. Herv. Kerk afscheidden. Toen Dr. Kuyper, de tweede voorzitter, het woord had gevoerd, kwam het oogenlblik dat de handen van Ds. Gispen en Dr. Kuyper el kander omklemden, waarop de vergadering zong Ps. 133 1 Prof. Van Velzen die wegens hoogen ouder dom niet in staat was de talrijke schare toe te spreken, liet zyn zoon, den heer S. van Velzen Jr., lid der Tweede Kamer, dit voor hem doen, waarna men het lievelingslied van „Vader Van Velzen" zong, namelijk Ps. 40 2. FREDERIK VAN EEDEN f OP RUIM 72-JARIGEN LEEFTIJD OVERLEDEN Een der intersantste en belangrijkste Tachtigers Een groote in het rijk van het Nederlandsche woord „Ik heb op aarde wonderlijk gewankeld her en der toch lichtte mij bizonderlijk een vaste, stille ster." Lioba. Gistermiddag te 4.40 is te Bussum te zijnen huize, het bekende „Walden", op 72-jarigen leeftijd overleden dr. Frederik W. P. van Eeden. Na de viering van zijn 70sten verjaardag is dr. van Eeden steeds lijdend gebleven. Op Goeden Vrijdag van het vorig jaar zijn hem de sacramenten der stervenden toege diend en sinds dien tijd verkeerde hij bijna voortdurend in een toestand van bewuste loosheid, waarbij hij zijn onmiddellijke om geving slechts zelden herkende. J.l. Maandag verklaarde de geneesheer, dat het einde spoedig te verwachten was. De zieke heeft sindsdien nog enkele flau we momenten van opleving gehad. Gister middag is zacht en kalm het einde gekomen. Niemand in zijn omgeving had het ster ven bemerkt De begrafenis zal a.s. Maandag om 11 uur te Bussum plaats hebben op het R.K. kerk hof aldaar. Om 10 uur heeft de uitvaart dienst plaats in de parochiekerk van St. Vitus, Korte levensschets. Frederik Willem van Eeden werd 3 April 1860 te Haarlem geboren als zoon van F. W. van Eeden, de stichter van het Koloniaal Museum, en Neeltje van Warmelo. Hij be zocht het gymnasium zijner geboortestad, werd in 187S ingeschreven als student in de medicijnen aan de Gemeentelijke Universi teit te Amsterdam. De 8e Juli 1886 promo veerde Van Eeden tot doctor in de genees kunde op een proefschrift: „Kunstmatige voeding bij tuberculose". Van 1887—1895 was Van Eeden mede directeur van het Psychotherapeutisch Insti tuut te Amsterdam. Inmiddels had hij op li terair gebied algemeene bekendheid ver worven. In 1885 stichtte Van Eeden met eenige andere jonge dichters „De Nieuwe Gids", dat zijn eerste nummer met „De klei ne Johannes" opende. Na het Lieven Nij- land'-conflict (1893) brouilleerde Van Eeden zich met Willem Kloos en trad uit het tijd schrift Langzamerhand begon Van Eedens be langstelling zich te richten op het sociale vraagstuk. Voor 't eerst in 1897 6prak hij in 't publiek zijn ideeën uit over gemeenschap pelijk grondbezit. Het jaar daarop werd een kolonie gesticht te Bussum, naar een boek van de Amerikaan Thoreau „Walden" ge noemd. De kolonie werd ten ondergang ge voerd door de debacle van de er mee ver bonden Amsterdamsche coöperatie „Een dracht". Deze ineenstorting kostte Van Eeden zijn vermogen. In 1908 en 1909 heeft hij nog getracht in Amerika voor zijn sociale ge dachten belangstelling te winnen, maar dit leverde weinig practisch resultaat op. In 1886 was de dichter gehuwd met Mar tha van Vloten, dochter van de bekende let terkundige Prof. van Vloten. Nadat in 1907 dit huwelijk ontbonden was, hertrouwde Van Eeden in 't zelfde jaar met Geertruida Everts. In 1922 ging hij over tot de Room sche kerk. De Regeering erkende zijn ver dienste door hem koninklijk te onderschei den en hem een jaargeld toe te staan. Dolen en zoeken. Met Frederik van Eeden is een d'er inte ressantste en belangrijkste Tachtigers heen gegaan. Interessant, belangwekkend was Van Eedens leven, om do vele wendingen en verrassingen, die het te zien gaf. Van Eeden was het type van de moderne cul- tuurmensch, die alles weet. die alles na speurt. die alles toetst, maar wiens diepste verlangens door ervaringen van tijdelijke aard niet word'en bevredigd, die blijft wan kelen, dolen en zoeken, tot hij zich zoekens- moede, op genade of ongenade overgeeft aan God of aan een kerk. Die ontwikkelings gang, dat proces na te gaan. is leerzaam en van beteekenis voor het verstaan van de tijd waarin we leven, voor de kennis van de geestelijke toestand van een groot deel van ons volk. Van Eeden heeft als zoovelen, zijn eigen pad moeten zoeken. Men heeft de jon geling niet onderwezen naar de eisch zijns wegs. Men heeft hem aan geen religieuze tucht gewend. In later jaren moest de dich ter zich hierover beklagen. Van Eedens vader was een „wijs en ern stig man", belangstellend voor de natuur, vol bewondering voor Plato en Spinoza, Schopenhauer en Nietzsche, maar licht zinnig van levensopvatting. „Hij spotte graag, in den trant van Voltaire", aldus ge tuigde zijn zoon. De dominee bij wie de jon geman eenige jaren catechisatie ging, was „een volslagen atheïst en Godloochenaar". Al deze invloeden zijn heel Van Eedens werk door aan te wijzen. Hij kende van het Christendom alleen de buitenkant, laten we zeggen: de minder aanlokkelijke buiten kant En zijn satirieke geest kon het niet laten, de dragers, de belijders van de Chris telijke godsdienst ja ook die religie zelf. be spottelijk te maken en te bestrijden, nu eens fijn en artistipk als bijv. in „De kleine Jo hannes", soms ook grof, daemonisch. Buitengewoon leerzaam is het kennis te nemen van Van Eedens gedachtengang. Wat een dwaalwegen heeft hij ingeslagen! Wat vertoont zijn leven en werk weinig gaafheid, weinig eenheid, weinig grootheid „De hoofdzaak in de praktijk van het le ven schreef de dichter eens is het juiste besef van de bizondere taak, de bi- zondere opdracht, waarvoor men bestemd is. Wie die taak goed beseft en er voor leeft, zal een gelukkig mensch kunnen heeten. De moeilijkheid is die opdracht duidelijk te r me ,pmakh een vervangend schip uitstellen, acht d< >n kiiBfrering niet verantwoord. Zü heeft d< S.J aèrve-kralMr ho~1Ib ,n reed» b» horh.lii iKte ll^ft de Kamer getoond, dat gevoelen te dee- t zou onverantwoordelijk zü" t< op hier en In Indië gevallen 1 groo^eenheer marchant (v.d.) hij Mzakelükheld at WaBU dt-zc kwestie gaat no. mei Vin c-r.1 «xn- (che. maar om een politieke vraag. Dit schip fd.t tot een symbool; een lesenstelli«S .wordt voelen. De meeste menschen kunnen dat niet en moeten door anderen bestuurd en geleid worden". Dat is ook Van Eedens noodlot geweest Leider te willen, in bepaalde gevallen zelfs te moeten zijn en de capaciteiten, de heer- schersgaven daartoe noodig, te missen. „De vaste stille ster". Zeker, dte hoofd-idee van zijn leven was bepaald, „de vaste, stille ster", die hem voor lichtte, was als een apostolaat: „Hij. wilde zichzelf en ons allen tot reine en edele menschen maken om zoo te komen tot bo- venmenschelijke wijsheid en bestendig ge luk. En die gelouterde menschheid had hij willen groepeeren tot een rechtvaardige, schoone maatschappij". (Frilj Hopman.) Doch Van Eedens ongeluk was, dat hij deze „zending" niet wist te verwerkelijken. Daardoor viel zijn levenslijn in brokjes uit- ?n- Van Eeden was een zeldzaam veelzijdig talent, maar deze veelzijdigheid heeft zijn kracht en leven verdeeld en verteerd. Gelijk hij zelf heeft erkend: „Ik heb mij bewogen in zeer verschillende kringen, en ik heb gestudeerd in allerlei wetenschap, waar de vakgeleerden, in hun vak, mijn meerderen waren. Maar ik volgde, naar eigen aan drang, een weg, die om zoo te zeggen, dwars door allerlei vakken heenging. En zoo maakte ik mijn eigen vak. naar het gevoel van roeping en opdracht, die ik nooit kon of wilde onderdrukken". Het gebeurt in 't leven c-hter maar al te vaak, diat „een vaste, stille ster" ten slotte een dwaallicht blijkt te zijn. Dat Van Eeden zich „ein kampfender Philosof' gevoelde, 't valt te prijzen. Dat hij in zijn striid om een gelukkiger menschheid, dan thans bestaat, de rust van zijn familieleven, zijn dichter roem en particuliere eigendom opofferde, het te zeggen, thans bij zijn sterven, betee kent het eerbiedige leggen van een onver- welkbre krans op de baar. Maar dat Van Eedens expériment noodig zou zijn geweest, om tot de zekerheid te komen dat de mensch heid voor de vorming van een communisti sche gemeenschap niet rijp is, zal ieder thans wel toegeven. Zijn oeuvre. Wanneer we Van Eedens oeuvre overzien en zijn beteekenis als kunstenaar moeten beoordeelen, kan dit alles niet worden ge ëlimineerd. Het loyen van een auteur kan men nimmer losmaken van zijn geschriften zeker niet bij Van Eeden, die in talrijke boeken hoofdfiguren construeerde, welke weinig anders zijn dan personificaties van eigen zieleleven, propagandisten voor de ideeën, die hij in een zekere periode van zijn leven aanhing. Er zijn echter ook ervaringen van streng pensoonlijke aard, welke Van Eeden omgezet heeft in hooge kunst We herinneren slechts aan zijn eerste boek van ,J>e kleine Jo hannes", wel „geen kunst van sterke sen satie en hooggaande rhythmen, beweging en plastische intensiteit" (Kloos), maar wel een in zeer voorname stijl geschreven ori- gineele poëtische uitbeelding van jeugdpsy- chologie. En aan „Ellen", dat grootsche licht werk van de smart, waarop wel vele groote en kleine kritici aanmerkingen hebben kun nen maken, maar dat door onpartijdige, be voegde beoordeelaars immer is bewonderd. Het echtst en het zuiverst dichter was Van Heden in zijn natuurlyriek. Krachtens aan leg zeer zeker, ook omdat hij hier zijn schep pend vermogen geen geweld heeft aange- Hier moge volgen één der beste liederen over 't vogelleven, in onze taal ooit ge- mijn lievelingsvoogel heeten mag. die eeven opgetoogen zingt zoomeraacht en winterdag. Ik werkte 's winters in het woud, de zon scheen door de denne-stemmen, op fonkel-sneeuw met rosse vlammen mijn hakmes blonk en klonk op 't hout Daar ging omhoog een kleine schelle met fijnen lichtdoorwaaiden klank, hei-leeuweriks lied bleef mijn gezelle den lieven morgen lank. Weet gij den meinacht nog, mijn lief? de maan scheen over 't land, langs wegen stil en neevel-wit gingen wij hapd in hand, Weer luidde 't helle, helle, helle, hoog booven bosch en hei De kleine schelle, schelle, schelle, ging onverpoosd en blij. Nog maar sints onlangs ken ik hem met zijn verrukte kleine stem, zijn lichte, luchte jubelkreet, die van geen moeheid weet De morgenzon, de zoomemacht, de wind, de vrijheid zonder maatl de lust die nimmermeer vergaat die heeft hij in zijn lied gebracht Het klinkt van uit de vage verte alsof hij midden in 't gesternte zijn zilvren klokjen luidt Wat zijn gelui beduidt weeten wij beiden, liefste mijn! Zoo zal hij onze lievlingsvoogel zijn. Een groot taalkunstenaar. „Hei-leeuwerik" is zuivere, innige kunst En in dezelfde bundel, waarin het voor komt, „Van de passielooze Lelie", staan nog andere, onvergelijkelijk gave liederen, die om met Kloos te spreken als stille witte bloemen, onzichtbaar ademend, hun leven vieren. Frederik van Eeden heeft menig vers en menig boek geshreven, dat men het best doet om maar te vergeten, maar anderzijds ook menig vers, menig fragment en enkele gave werken, waardoor hij als dichter zal blijven leven: „De kleine Johannes", „El len", „Lioba", „IJsbrand", „De Heks van Haarlem" en verschillende gedeelten uit andere werken. En boven dat alles de schoon ste natuurlyriek, waarom we Van Eeden zullen blijven eeren als één "der grootste dichters, die Nederland de laatste halve eeuw heeft voortgebracht. „Hei-Leeuwerik", „De Lente", Avond in de stad", ,De Noorde- wind", „Scheemering in 't Woud", „Na Zons ondergang aan Zee", „Het Zee-geruisch", ,,'t Herteken" en „De Waterlelie". Lees deze verzen, dan „ruischen er zach te zielsmelodieën, dan zweven stille natuur stemmingen in fijn zilveren tonen langs onze ziel, dan voelen we zijn lyrische ver rukking zwellen in vaste, harmonisch ge bouwde ritmen, zien we kleurige, fantasti sche droombeelden zich vormen in rijke, geestige plastiek". (Prof. J. Prinsen.) Lees deze verzen en het kan niet anders of ge zult erkennen: de man die dat heeft kunnen schrijven was een waarachtig, groot kunstenaar. En het zal u ontroeren, te bedenken, dat ook deze groote in het rijk van het Neder landsche woord is heengegaan naar 't land, vanwaar niemand weerkeert, en daar roer loos neerligt in „Walden", waar hij zooveel heeft gedacht en gedicht, geleden en ge- Ik zie den bleeken stervenswenk. Ik voel het doffe duister in mij dringen en verre stemmen hoor ik zingen al wat ik denk. Waar zijt ge, Dood? zoo gij rondom op wieken van de scheemering komt rijzen, nu doet uw nadering niet ijzen, ik wacht u kom! Een fier laatste portretten van Fred- van Eeden, in !930 in zijn werlthul op Wolden Hei-L< Nu weet ik welke .voogel ik. Pater 11. PADBERG S.J., Ide eersti biograaf van Frederik van Eedin< Daarna voerden nog het woord Prof. Dr. F. L. Rutgers; Prof. D. K. Wielenga; Dr. H. D. Matthews, vertegenwoordiger van de Pres byterian Alliance; Ds. J. J. A. Ploos van Am- stel, van Reisum; Ds. T. Bos, van Bedum; en ouderling W. A. Vroljjk, van Rotterdam. Tot slot werd gezongen Psalm 133 3 en was de vereeniging tusschen de Kerken der Af scheiding van 1834 en van de Doleantie in 1886 een feit geworden. In plaatsen waar méér dan éen Kerk werd gevonden, zouden deze zich onderscheiden met A en B enz. Na vijf-en-twintig jaar, in 1917, heeft men. toen de Generale Synode der Geref. Kerken in Rotterdam gehouden werd, dit feit herdacht, waarbij verschillende sprekers het woord voer den. Ouderling G. van Zeggelaar, van Rans- dorp, wees er toen op, dat de zoo vroeg ont slapen Dr. Mr. W. van den Bergh, van Voort- huizen, op 12 September 1886 een bidstond hield voor de vereeniging van alle Gerefor meerden, naar aanleiding van Joh. 17. Van Rotterdam uit zijn de eerste maatrege len uitgegaan als voorbereiding tot vereeni ging van de Chr. Geref. Kerk en Ned. Geref. Kerken, op het Synodaal Convent aldaar ge houden in Juni 1887, waar Dr. Mr. W. van den Bergh, een der eerste voorstanders was. Hij heeft de vereeniging niet meer mogen bele ven. want hij overleed 30 April 1S90 te Mon- Ireux. Na veertig jaar zijn er van de predikanten die deze vereeniging hebben meegemaakt, nog 13 in actieven dienst, tv aar order Ds. K. Fernhout. van Vreeland, een van de laatste leiders der Doleantie, 74 zijn emeritus, één is buiten vaste bediening en één is in Noord- Amerika, nl. de emeritus-hoogleeraar van de Chr. Geref. Kerk, Prof. F. M. ten Hoor. In één plaats, Ambt-Vollenhove, is de Geref. Kerk nog gedeeld in A en B. De vereeniging van deze beide Kerken heeft tengevolge gehad, dat de Geref. Kerken in Nederland de Zending in Indië intensief zijn gaan drijven en thans daar arbeiden op ver schillende terreinen. t Ook bezitten zjj in ons land een groot aan tal stichtingen van barmhartigheid. De Kerkelijke geschiedenis van ons land heeft nooit eenig voorbeeld gegeven van de vereeniging van twee zulke belangrijke Ker kengroepen als in 1892 geschiedde. Enkele predikanten en Gemeenten der Chr. Geref. Kerk konden met deze vereeniging niet accoord gaan en kwamen 20 Juli 1892 samen in vergadering te Utrecht, waar besloten werd om als Chr. Geref. Kerk voort te leven Radio Nieuws. VRIJDAG 17 JUNI KRO: Kunstensemble L.onden R.: BBC-orke«t Hilversum VARA: Orkest Hilversum VARA: Orgelspel Hilversum VARA: Orkest Huizen KRO: Salon-orkeet Londen R.Strijkkwartet Warschau: Filharmonisch orkest Hilversum VPRO: Concert Hilversum VPRO: Concert Daventry: BBC-orkest Hulzen KROSalon-orkest Hilversum VPRO: Gramofoonmuatelt i Huizen KRO: Gramofoonmuziek Hilversum VARA: Gramofoonmuzlek Warschau: Bandmuziek Kalundborg: Bandmuziek i KRO: Gelukstelegrammen i VPRO: Cursus: Gods wil van dezen tijd. VPRO: Declamatie Jan H« VPRO: Persbureau ersum VPRO: Persberichten ZATERDAG, IS JUKI Huizen KRO: Tri L Hilversum VARA: Septet i Huizen KRO: Sextet ILangenberg: Populair oon Wielei 9 Huizen KRO: Gramofoonmuzlek Hilversum VARA: Liederen v Wielewaal Langen berg: Vespe Hilversum VARA: Orkest Kerkdlemten enz, Hilversum VPRO: Morgenwijding Lezingen. Curaueaen ene. Huizen KRO: Paul de WaaJt: Week overzicht Hilversum VARA: Frleach uurtje Huizen KRO: Vroolijke avond Klnderunrtjea ent. I Huizen KRO: Kinderuurtje I Hdlv ruurtje Politie- en Persberichten KRO: Politieberichten. 19.30 Hulzen KRO: Politieberichten Gemengd Nieuws» DOODELIJK TRAMONGELUK De zesjarige Froukje Reilsma is te Hem- rik (Fr.) onder de tram gekomen en in zeer erastigen toestand naar het ziekenhuis te Heerenveen overgebracht. Aldaar is zij aan de gevolgen van de bekomen verwondingen overleden. Drie personen gearresteerd Te Amsterdam deed de 'justitie en de po litie een huiszoeking in een perceel in do Stuyvesantstraat. Daar is gevonden een vol ledige inrichting voor het maken van bank biljetten van f 10. Behalve de installatie werd ook een partij bankbiljetten, die goed nagemaakt zijn, in beslag genomen. In do woning werden drie personen aangetroffen, die in arrest gesteld zijn. FELLE BRAND TE BARNEVELD Twee huizen en een kistenmakerij ln do asch gelegd. De beide woningen, bewoond door de weduwe Hofman en F. Weyman, met een daar naast gelegen kistenmaker» van S. N. Buddingh te Bameveld zijn tot den grond toe afgebrand. De woningen waren eigen dom van de familie Romeyn. Alles was verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. BIJ HET BADEN VERDRONKEN Te Kinderdijk is bij het zwemmen in do Lek Verdronken de 19-jarige E. wonende aan de Lek kade. Langdurige pogingen om de le vensgeesten Op te wekken mochten niot ba ten. In de Waal bij Nijmegen is bij het zwem men op de gevaarlijke zandplaat verdron ken de 20-jarige H, K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3