VRIJDAG 17 JUNI 1932
TWEEDE KAMER
SUPPLETOIRE INDISCHE
BEGROOTING 1932
DE BOUW VAN DEN DERDEN
KRUISER
De ontwapenaars in de rol van
querulanten
OVERZICHT
De Kamer heeft een Indische suppletoire
begroeting behandeld, maar de eenzijdige
ontwapenaars hadden daaraan het zooveel
ste debat over den bomv van den derden
reservekruiser voor Indië weten vast te kop
pelen
Over de suppletoire is vrij weinig gezegd.
Natuurlijk kwam de soc.-dem. Cramer weer
voor den dag met zijn „vlotte leeningspoli-
tiek" en met de onnoozele verklaring, dat de
soc.-dem. geenerlei verantwoordelijkheid
aanvaarden voor de toestanden in de kapi
talistische samenleving. Dat is wel heel ge
makkelijk, maar het is zinloos en gevaarlijk.
Even gevaarlijk als het schrijven in de
roode pers van opzweepende stukjes door
menschen, die rustig op hun stoel zitten en 1
van de crisis niets geen last hebben, maar
als er gelijk gisteren bebloede koppen
van komen, gaarne anderen dan zichzelf
verantwoordelijk stellen.
We zullen over dien derden kruiser niet.
veel meer zeggen. Reeds tot drie malen toe
heeft de Kamer met groote meerderheid aan
den over een aantal jaren verdeelden bouw
haar sanctie gegeven. Maar als echte que
rulanten trachtten telkens weer de mannen
van de revolutie en van de eenzijdige ont
wapening de uitvoering van het votum te
vertragen. Minister Deckers heeft hun de
volle maat gegeven en bij herhaling is door
hem op hun saboteerend vragen antwoord
gegeven of werden aanbestedingen en gun
ningen uitgesteld. Maar nu was de maat
ook meer dan vol en duidelijk is uitgespro
ken, namens de Regeering, dat zij verder
uitstel van den aanbouw met haar verant
woordelijkheid niet zou kunnen vereènigcn.
Dat was het antwoord op een uitstel-motie
m den heer Cramer.
Minister Deckers laakte het m de vnjz.-
en soc.-dem. ten zeerste, dat hun laatste on-
^jredelijke poging tot uitstel geschiedt met
jp„Jeen beroep op de crisisomstandigheden. Dat
iinis gevaarlijk en ook zeer ongepast, omdat
lande veiligheid des Rijks een niet minder
lei vitaal belang is dan welke andere regee-
icings-zorg ook. Indië heeft den reserve-kru«-
niet ger noodig om politieke en technische rede-
oorJpen. Te meer nu om bezuinigingsredenen
andere nieuwbouw is stopgezet en op
stenrfe uitgaven voor nieuwbouw voor Neder-
ovettand en Indië samen, waarvoor in 1929 nog
millioen was toegestaan, een bezuim
van meer dan 50% is toegepast. Het
zol%edrag is nu nog maar 9.1 millioen. Voor
zullen Indië en Nederland elk niet
1,e5neer dan 1.1 millioen voor den kruiser uit
hieven. Bouwen we niet, dan verwaarloozen
r°?r we wat we hebben en beteekent dat afbraak
onze weermacht in Indië, die eigenlijk
111 meer dan ooit op peil behoort te blijven.
rDat was duidelijke taal tegenover hen, die
Hoor valsche voorstellingen demagogische
toUtiek drijven met de beveiliging van het
Rijk in Europa en daarbuiten.
Het lijdt dan ook geen twijfel of heden
ral de motie-Cramer met groote meerder
heid worden verworpen.
U
tTEN VERSLAG
Bon wtJzlging der Indische begrooting was
.fSe^eer^CRAMER (s.d.) waarschuwde de
legering voor haar bezulnigingspolitiek in
hdië. Het is alles afbraak, steunende op nachts
iiddelen. wat de klok slaat. De werkbasis van
DO millioen wil men nog meer verlagen, alle-s
m den gulden te handhavi
,N ins van de cri9is dr"*
V„r»'fóf»eSPdS?»*fk. ook voor do miand.rs,
"verschillende verbeteringsmiddelen werden
'2.' mbevolen. waaronder irrigatie.
l.< Voor den bouw van den derden kruiser aoht-
o. de heer Cramer het nu geen tijd. Op de
5'j fensie behoort 't meest bezuinigd te worden.
Een motie
gemaakt tusechen dezen bouw en wat gedaan
|s en nog gebeuren moet aan bezuiniging. Het
is daarom een politieke fout om met den bouw
RAPPARD (lib.) was met ande-
nood is volstrekt geen sprake. De oogst
MINISTER DECKERS beantwoordde de op-
r March an t. die
worden uitgesteld. Stellen v
t de bouw veel kostbaardei
beteekenis
In die richting iat-n
nlandsverediging is
klaart all..
reeds van het stopzeten
ringen Hoé weet hli dal
ir alles bü elkaar ruim
11 millioen.
;rk bezuinigd als
i dat beteekent afbraak Maar
met omdoen van het u^t.-u-
or '8 lands beveiliging noodig
3 bün;
richting
uitgedrukt.
replie-
I Omtrent
1 kostenverde
s Indië en
kregen mei
ïisHï".*.'?
r ken begom..
r Bü zijn dupliek deelde MINISTER DECKERS
mede. dat bü aanneminc der motic-Cramer ziin
e ambtgenooten van Buitenlandsche Zaken en
i van Koloniën en hü de verantwoordelijkheid
- voor hun departementen niet langer zouden
intwerpen werden z.h.s
•edge
loc -dem. zeggen verantwoordelijkheid j
rden voor hun negatief standpi
beteekent dat? Het is spelen i
I,
erd ingediend
De heer FEBER (r.k.)
'EN
de bestrü-
de Regeering veel te
groote nood
om de Kamer te doen ultspre-
8t het oog J-" BH|
.mischen en fmai
den tegenwoordi-
irden kruiser.
oauei u.c ®.»-J allerlei algemeenheden
n overdrijving schuldig maakte. Slaagt
gaven tot 400 millioen terug te
een financieele ineenstorting
leenen. ook
voorzichtig
zijn
Een zg. vlotte
bü de begrooting
it (Gevraagd - -
?*33 een overzicht van de rege.
l4, over te leggen Dan kan 1-
14. an is voor hulpverlecning. ter bestrijding
voedselnood en ter 56zuinjplng.
geen reden aangevoerd om den derden
uiser niet te bouwen. Feit is, dat
Uioen per jaar 1.2 millioen
luiueii werkloon
•ggaat. *Wordt niet gebouwd, dan zal de werk
izensteun weer belangrök stijgen. Niet bou-
n van den kruiser ware een ongeoorloofd
Hasten van de vitale belangen van Indië.
personeel en materieel is reeds 34 en SO pet
Je'heer v d. HOUVEN (s.d.) meende, dat de
leiders niét verlangen naar kruiserbouw; als
rkverschafflng. Zekr~
taaalbewerkers. Ten -----
rlinge motie, die op hun jongste
den bestaanden kapltallstisohen
hboel te bewüzen.
Alles wat we in IndiS doen is gericht tegen
►jet-Rusland en dus moest de sovjet-hoorige
fh den bouw van den derden kruiser niets
Deneer ALBARDA (s.d.). die begon met 't
'aze betoogje van den heer v. d. Houven te
rrigeeren. achtte doorgaan met den bouw van
h derden kruiser een tegenstrijdigheid, wari
er men leest wat de gouverneur-generaal
eft gezegd bij de opening van de zitting van
H Volksraad. Hij zag in het slechter worden
P den economischen toestand sinds Nov.
beslist
len was om
den kruiserbouw t
>en novum van dien aara. aa
i op de gevallen beslissing b
nève stelt inderdaad teleur, r
at de militaire deskundigen e
n. In Nederland
s vraag werd herhaald of 'het wel goed ia
den kruiser geld ui
gebied Dezulnigd moet r
bouw zal Indië weerloos
arbeiders kan men gerust
liheid besparen. De Kamer
'an „het
hg
iet volk'' als ztJ deï
>rden. Óndanks
heer v BOETZELAER (ck.) betoogde
l volgens de laatste berichten de voedsel-
tstand in Indië zeer veel verbeterd is er
ter kan onmogelijk van hongersnood gespro-
|j worden. Maar de heer Wijnkoop wil
im&al, dat er hongersnood is
kpuiserbouw W
doel: voor de Rcgeerlng en vole leden
er ls dat echter niet het geval. Op Ma
t zeer behoorlük bezuinigd.
i houdt dat
c.-dem. een imagl-
•an die zijde clan heelemaaï
belangen van Indië en voor wat er in het Oos-
i omgaat? We kunnen niet van den bouw
.jien: dat zou In het Oosten worden uitge
legd als verslapping in het waken voor eigen
itale belangen. Dat kan geen ernstig staats-
aan voor ziin verantwoording nemen.
De heer BRAAT (plattel.) vond. dat het met
de financiën zoo mis is. dat we de landsver
dediging er maar aan moeten geven.
De MINISTER VAN KOLONIëN wees er den
heer Cramer op, dat het niet uitvoeren van en
kele openbare werken een betrekkelijke klei
nigheid is vergeleken bü de groote economische
moellükheden in Indië.
Het vinden van de millioenen om noodzake-
liJke uitgaven te doen is al uitermate moeilijk:
wat wenschelük Is moet daarom tot beter tijden
wachten. Men kan slechts vragen, dat de nood
der bevolking wordt gelenigd: de Regeering
zal in dit jaar niets nalaten wat mogelijk is.
Bezuiniging zonder afbraak is niet mogelök.
i echter ln stand bltjyr-
Java op te heffe...
sluitend zijn van het budget, betee-
Trediet op de geldmarkt
Voedselschaarschte' ls er ln Indië steeds ln
en deel van het jaar. Het is dit jaar wel wat
rger geweest dan anders, maar van hongers-
wtjzen bestrijden. De heeren probet,
eens. nu het ui veel te laat Is. hun doel te be
reiken. Het debat is opzettelijk, onnoodlg. uit
gelokt door de eenzlldige nationale ontwape-
Do kruiserbouw gaat de redelijks perken
irbereidend werk
driemaal. Toen is pa. L.„
begonnen. In Dec. 1931. vroeg de heer Cra
J~ - - Kamer een beslissing f
Indië geweest. ^Afgezien ^is van allen
■fgeb'ouwd. zoo werd daarna meegedeeld. Dat
n April. Dl
la*-
pli
geldt, dat 70 pet. laag
nschrtJving voor het
;e bate bü den bouw
geraamd arbeids-
i. arbeiders zullen wel
gemoedsbezwaarden om
ien Interpellatie t
noodig ln het belang
Op den nieuwbouw is zeer sterk bezuinigd,
zoowel in Indië als ln Nederland. Het bedrag
was ln 1929 19H millioen en ln 1932 9.1 mil
lioen. Zoowel Nederland al8 Indië zullen voor
in tot htden bü den aanvang der
=-rd nog goedgekeurd de voorziening
>efte aan geldmiddelen ln verband
lossing van de Ned.-Indische pond
Kerknieuws.
EEN KERKHISTORISCH FEIT
Vereeniging in 1892 van de Chr.
Geref. Kerk en Ned. Geref. Ker
ken.
Heden, 17 Juni, is het veertig jaar geleden,
dat de Chr. Geref. Kerk en de Nederd. Geref.
(Doleerende) Kerken werden vereenigd.
De Synode der Chr. Geref. Kerk, gehouden
te Kampen in Augustus 1891, had reeds een
besluit tot vereeniging genomen. Op deze
Synode was wederom een schrijven ter tafel
van Jhr. Mr. P. J. Elout van Soeterwoude, de
oud-strijder voor Kerkherstel, één van „de
zeven Haagsche heeren", die in 1842 o.a. met
Groen van Prinsterer aan de Synode der Ned.
Herv. Kerk het beleende adres richtte. Dit
schryven van Jhr. Elout, dat aandrong op
vereeniging der beide Kerken, werd evenals
op de Synode de Chr. Geref. Kerk te Leeu
warden in 1889 voorgelezen.
Daarna kwam op de Voorloopige Synode
der Ned. Geref. Kerken, die in Den Haag werd
gehouden, in 1891, de vereeniging in beginsel
tot stand.
Nadat Dr. A. Kuyper, de voorzitter der
Synode, en Ds. J. van Andel, de woordvoerder
der deputaten van de Chr. Geref. Kerk. het
woord hadden gevoerd, reikte de laatste
mens zijn Kerken de broederhand aan Dr.
Kuyper. Het volgend jaar kreeg de getroffen
vereeniging op de Synode te Amsterdam haar
heslag.
Eerst vergaderde de Synode der beide Ker
kengroepen nog afzonderlijk, tot afdoening
van verschillende zaken.
Besloten was o.m., dat de woorden „Chris
telijke" en „Nederduitsch" zouden wegvallen
en dat als naam werd aangenomen „de Ge
reformeerde Kerken in Nederland." Van het
Reglement, waarbij in 1869 de Chr. Geref.
Kerk zich door de Regeering had laten
kennen, werd afstand gedaan. Hoofdzaak
echter, dat men zich jegens God verplicht
gevoelde tot vereeniging.
De vereenigde zitting der Synoden werd
gehouden op Vrijdag 17 Juni 1892 in de Kei-
zersgrachtkerk te Amsterdam, die stampvol
Ds. W. H. Gispen, de voorzitter, opende na
dat gezongen was Psalm 106 z 25 en 26. de
vergadering met het lezen van Psalm 121
De wederzqdsche besluiten inzake de
eeniging, die met algemeene stemmen waren
genomen, werden voorgelezen.
Deze vergadering werd ook bijgewoond door
Prof. S. van Velzen, de laatste overgeblevene
van de predikanten die in 1834 zich van de
Ned. Herv. Kerk afscheidden.
Toen Dr. Kuyper, de tweede voorzitter, het
woord had gevoerd, kwam het oogenlblik dat
de handen van Ds. Gispen en Dr. Kuyper el
kander omklemden, waarop de vergadering
zong Ps. 133 1
Prof. Van Velzen die wegens hoogen ouder
dom niet in staat was de talrijke schare toe
te spreken, liet zyn zoon, den heer S. van
Velzen Jr., lid der Tweede Kamer, dit voor
hem doen, waarna men het lievelingslied van
„Vader Van Velzen" zong, namelijk Ps. 40 2.
FREDERIK VAN EEDEN f
OP RUIM 72-JARIGEN LEEFTIJD
OVERLEDEN
Een der intersantste en belangrijkste
Tachtigers
Een groote in het rijk van het
Nederlandsche woord
„Ik heb op aarde wonderlijk
gewankeld her en der
toch lichtte mij bizonderlijk
een vaste, stille ster."
Lioba.
Gistermiddag te 4.40 is te Bussum te zijnen
huize, het bekende „Walden", op 72-jarigen
leeftijd overleden dr. Frederik W. P. van
Eeden.
Na de viering van zijn 70sten verjaardag
is dr. van Eeden steeds lijdend gebleven.
Op Goeden Vrijdag van het vorig jaar zijn
hem de sacramenten der stervenden toege
diend en sinds dien tijd verkeerde hij bijna
voortdurend in een toestand van bewuste
loosheid, waarbij hij zijn onmiddellijke om
geving slechts zelden herkende.
J.l. Maandag verklaarde de geneesheer,
dat het einde spoedig te verwachten was.
De zieke heeft sindsdien nog enkele flau
we momenten van opleving gehad. Gister
middag is zacht en kalm het einde gekomen.
Niemand in zijn omgeving had het ster
ven bemerkt
De begrafenis zal a.s. Maandag om 11 uur
te Bussum plaats hebben op het R.K. kerk
hof aldaar. Om 10 uur heeft de uitvaart
dienst plaats in de parochiekerk van St.
Vitus,
Korte levensschets.
Frederik Willem van Eeden werd 3 April
1860 te Haarlem geboren als zoon van F. W.
van Eeden, de stichter van het Koloniaal
Museum, en Neeltje van Warmelo. Hij be
zocht het gymnasium zijner geboortestad,
werd in 187S ingeschreven als student in de
medicijnen aan de Gemeentelijke Universi
teit te Amsterdam. De 8e Juli 1886 promo
veerde Van Eeden tot doctor in de genees
kunde op een proefschrift: „Kunstmatige
voeding bij tuberculose".
Van 1887—1895 was Van Eeden mede
directeur van het Psychotherapeutisch Insti
tuut te Amsterdam. Inmiddels had hij op li
terair gebied algemeene bekendheid ver
worven. In 1885 stichtte Van Eeden met
eenige andere jonge dichters „De Nieuwe
Gids", dat zijn eerste nummer met „De klei
ne Johannes" opende. Na het Lieven Nij-
land'-conflict (1893) brouilleerde Van Eeden
zich met Willem Kloos en trad uit het tijd
schrift
Langzamerhand begon Van Eedens be
langstelling zich te richten op het sociale
vraagstuk. Voor 't eerst in 1897 6prak hij in
't publiek zijn ideeën uit over gemeenschap
pelijk grondbezit. Het jaar daarop werd een
kolonie gesticht te Bussum, naar een boek
van de Amerikaan Thoreau „Walden" ge
noemd. De kolonie werd ten ondergang ge
voerd door de debacle van de er mee ver
bonden Amsterdamsche coöperatie „Een
dracht". Deze ineenstorting kostte Van Eeden
zijn vermogen. In 1908 en 1909 heeft hij nog
getracht in Amerika voor zijn sociale ge
dachten belangstelling te winnen, maar
dit leverde weinig practisch resultaat op.
In 1886 was de dichter gehuwd met Mar
tha van Vloten, dochter van de bekende let
terkundige Prof. van Vloten. Nadat in 1907
dit huwelijk ontbonden was, hertrouwde Van
Eeden in 't zelfde jaar met Geertruida
Everts. In 1922 ging hij over tot de Room
sche kerk. De Regeering erkende zijn ver
dienste door hem koninklijk te onderschei
den en hem een jaargeld toe te staan.
Dolen en zoeken.
Met Frederik van Eeden is een d'er inte
ressantste en belangrijkste Tachtigers heen
gegaan. Interessant, belangwekkend was
Van Eedens leven, om do vele wendingen
en verrassingen, die het te zien gaf. Van
Eeden was het type van de moderne cul-
tuurmensch, die alles weet. die alles na
speurt. die alles toetst, maar wiens diepste
verlangens door ervaringen van tijdelijke
aard niet word'en bevredigd, die blijft wan
kelen, dolen en zoeken, tot hij zich zoekens-
moede, op genade of ongenade overgeeft aan
God of aan een kerk. Die ontwikkelings
gang, dat proces na te gaan. is leerzaam en
van beteekenis voor het verstaan van de tijd
waarin we leven, voor de kennis van de
geestelijke toestand van een groot deel van
ons volk.
Van Eeden heeft als zoovelen, zijn eigen
pad moeten zoeken. Men heeft de jon
geling niet onderwezen naar de eisch zijns
wegs. Men heeft hem aan geen religieuze
tucht gewend. In later jaren moest de dich
ter zich hierover beklagen.
Van Eedens vader was een „wijs en ern
stig man", belangstellend voor de natuur,
vol bewondering voor Plato en Spinoza,
Schopenhauer en Nietzsche, maar licht
zinnig van levensopvatting. „Hij spotte
graag, in den trant van Voltaire", aldus ge
tuigde zijn zoon. De dominee bij wie de jon
geman eenige jaren catechisatie ging, was
„een volslagen atheïst en Godloochenaar".
Al deze invloeden zijn heel Van Eedens
werk door aan te wijzen. Hij kende van het
Christendom alleen de buitenkant, laten we
zeggen: de minder aanlokkelijke buiten
kant En zijn satirieke geest kon het niet
laten, de dragers, de belijders van de Chris
telijke godsdienst ja ook die religie zelf. be
spottelijk te maken en te bestrijden, nu eens
fijn en artistipk als bijv. in „De kleine Jo
hannes", soms ook grof, daemonisch.
Buitengewoon leerzaam is het kennis te
nemen van Van Eedens gedachtengang.
Wat een dwaalwegen heeft hij ingeslagen!
Wat vertoont zijn leven en werk weinig
gaafheid, weinig eenheid, weinig grootheid
„De hoofdzaak in de praktijk van het le
ven schreef de dichter eens is het
juiste besef van de bizondere taak, de bi-
zondere opdracht, waarvoor men bestemd
is. Wie die taak goed beseft en er voor leeft,
zal een gelukkig mensch kunnen heeten. De
moeilijkheid is die opdracht duidelijk te
r me
,pmakh een vervangend schip uitstellen, acht d<
>n kiiBfrering niet verantwoord. Zü heeft d<
S.J aèrve-kralMr ho~1Ib ,n reed» b» horh.lii
iKte ll^ft de Kamer getoond, dat gevoelen te dee-
t zou onverantwoordelijk zü" t<
op hier en In Indië gevallen
1 groo^eenheer marchant (v.d.)
hij Mzakelükheld
at WaBU dt-zc kwestie gaat no. mei Vin c-r.1 «xn-
(che. maar om een politieke vraag. Dit schip
fd.t tot een symbool; een lesenstelli«S .wordt
voelen. De meeste menschen kunnen dat
niet en moeten door anderen bestuurd en
geleid worden".
Dat is ook Van Eedens noodlot geweest
Leider te willen, in bepaalde gevallen zelfs
te moeten zijn en de capaciteiten, de heer-
schersgaven daartoe noodig, te missen.
„De vaste stille ster".
Zeker, dte hoofd-idee van zijn leven was
bepaald, „de vaste, stille ster", die hem voor
lichtte, was als een apostolaat: „Hij. wilde
zichzelf en ons allen tot reine en edele
menschen maken om zoo te komen tot bo-
venmenschelijke wijsheid en bestendig ge
luk. En die gelouterde menschheid had hij
willen groepeeren tot een rechtvaardige,
schoone maatschappij". (Frilj Hopman.)
Doch Van Eedens ongeluk was, dat hij
deze „zending" niet wist te verwerkelijken.
Daardoor viel zijn levenslijn in brokjes uit-
?n-
Van Eeden was een zeldzaam veelzijdig
talent, maar deze veelzijdigheid heeft zijn
kracht en leven verdeeld en verteerd. Gelijk
hij zelf heeft erkend: „Ik heb mij bewogen
in zeer verschillende kringen, en ik heb
gestudeerd in allerlei wetenschap, waar de
vakgeleerden, in hun vak, mijn meerderen
waren. Maar ik volgde, naar eigen aan
drang, een weg, die om zoo te zeggen, dwars
door allerlei vakken heenging. En zoo
maakte ik mijn eigen vak. naar het gevoel
van roeping en opdracht, die ik nooit kon
of wilde onderdrukken".
Het gebeurt in 't leven c-hter maar al te
vaak, diat „een vaste, stille ster" ten slotte
een dwaallicht blijkt te zijn. Dat Van Eeden
zich „ein kampfender Philosof' gevoelde, 't
valt te prijzen. Dat hij in zijn striid om een
gelukkiger menschheid, dan thans bestaat,
de rust van zijn familieleven, zijn dichter
roem en particuliere eigendom opofferde,
het te zeggen, thans bij zijn sterven, betee
kent het eerbiedige leggen van een onver-
welkbre krans op de baar. Maar dat Van
Eedens expériment noodig zou zijn geweest,
om tot de zekerheid te komen dat de mensch
heid voor de vorming van een communisti
sche gemeenschap niet rijp is, zal ieder
thans wel toegeven.
Zijn oeuvre.
Wanneer we Van Eedens oeuvre overzien
en zijn beteekenis als kunstenaar moeten
beoordeelen, kan dit alles niet worden ge
ëlimineerd. Het loyen van een auteur kan
men nimmer losmaken van zijn geschriften
zeker niet bij Van Eeden, die in talrijke
boeken hoofdfiguren construeerde, welke
weinig anders zijn dan personificaties van
eigen zieleleven, propagandisten voor de
ideeën, die hij in een zekere periode van
zijn leven aanhing.
Er zijn echter ook ervaringen van streng
pensoonlijke aard, welke Van Eeden omgezet
heeft in hooge kunst We herinneren slechts
aan zijn eerste boek van ,J>e kleine Jo
hannes", wel „geen kunst van sterke sen
satie en hooggaande rhythmen, beweging en
plastische intensiteit" (Kloos), maar wel
een in zeer voorname stijl geschreven ori-
gineele poëtische uitbeelding van jeugdpsy-
chologie. En aan „Ellen", dat grootsche licht
werk van de smart, waarop wel vele groote
en kleine kritici aanmerkingen hebben kun
nen maken, maar dat door onpartijdige, be
voegde beoordeelaars immer is bewonderd.
Het echtst en het zuiverst dichter was Van
Heden in zijn natuurlyriek. Krachtens aan
leg zeer zeker, ook omdat hij hier zijn schep
pend vermogen geen geweld heeft aange-
Hier moge volgen één der beste liederen
over 't vogelleven, in onze taal ooit ge-
mijn lievelingsvoogel heeten mag.
die eeven opgetoogen
zingt zoomeraacht en winterdag.
Ik werkte 's winters in het woud,
de zon scheen door de denne-stemmen,
op fonkel-sneeuw met rosse vlammen
mijn hakmes blonk en klonk op 't hout
Daar ging omhoog een kleine schelle
met fijnen lichtdoorwaaiden klank,
hei-leeuweriks lied bleef mijn gezelle
den lieven morgen lank.
Weet gij den meinacht nog, mijn lief?
de maan scheen over 't land,
langs wegen stil en neevel-wit
gingen wij hapd in hand,
Weer luidde 't helle, helle, helle,
hoog booven bosch en hei
De kleine schelle, schelle, schelle,
ging onverpoosd en blij.
Nog maar sints onlangs ken ik hem
met zijn verrukte kleine stem,
zijn lichte, luchte jubelkreet,
die van geen moeheid weet
De morgenzon, de zoomemacht,
de wind, de vrijheid zonder maatl
de lust die nimmermeer vergaat
die heeft hij in zijn lied gebracht
Het klinkt van uit de vage verte
alsof hij midden in 't gesternte
zijn zilvren klokjen luidt
Wat zijn gelui beduidt
weeten wij beiden, liefste mijn!
Zoo zal hij onze lievlingsvoogel zijn.
Een groot taalkunstenaar.
„Hei-leeuwerik" is zuivere, innige kunst
En in dezelfde bundel, waarin het voor
komt, „Van de passielooze Lelie", staan
nog andere, onvergelijkelijk gave liederen,
die om met Kloos te spreken als stille
witte bloemen, onzichtbaar ademend, hun
leven vieren.
Frederik van Eeden heeft menig vers en
menig boek geshreven, dat men het best
doet om maar te vergeten, maar anderzijds
ook menig vers, menig fragment en enkele
gave werken, waardoor hij als dichter zal
blijven leven: „De kleine Johannes", „El
len", „Lioba", „IJsbrand", „De Heks van
Haarlem" en verschillende gedeelten uit
andere werken. En boven dat alles de schoon
ste natuurlyriek, waarom we Van Eeden
zullen blijven eeren als één "der grootste
dichters, die Nederland de laatste halve
eeuw heeft voortgebracht. „Hei-Leeuwerik",
„De Lente", Avond in de stad", ,De Noorde-
wind", „Scheemering in 't Woud", „Na Zons
ondergang aan Zee", „Het Zee-geruisch",
,,'t Herteken" en „De Waterlelie".
Lees deze verzen, dan „ruischen er zach
te zielsmelodieën, dan zweven stille natuur
stemmingen in fijn zilveren tonen langs
onze ziel, dan voelen we zijn lyrische ver
rukking zwellen in vaste, harmonisch ge
bouwde ritmen, zien we kleurige, fantasti
sche droombeelden zich vormen in rijke,
geestige plastiek". (Prof. J. Prinsen.)
Lees deze verzen en het kan niet anders
of ge zult erkennen: de man die dat heeft
kunnen schrijven was een waarachtig, groot
kunstenaar.
En het zal u ontroeren, te bedenken, dat
ook deze groote in het rijk van het Neder
landsche woord is heengegaan naar 't land,
vanwaar niemand weerkeert, en daar roer
loos neerligt in „Walden", waar hij zooveel
heeft gedacht en gedicht, geleden en ge-
Ik zie den bleeken stervenswenk.
Ik voel het doffe duister in mij dringen
en verre stemmen hoor ik zingen
al wat ik denk.
Waar zijt ge, Dood? zoo gij rondom
op wieken van de scheemering komt rijzen,
nu doet uw nadering niet ijzen,
ik wacht u kom!
Een fier laatste portretten van Fred- van Eeden, in !930 in zijn werlthul op Wolden
Hei-L<
Nu weet ik welke .voogel
ik.
Pater 11. PADBERG S.J.,
Ide eersti biograaf van Frederik van Eedin<
Daarna voerden nog het woord Prof. Dr. F.
L. Rutgers; Prof. D. K. Wielenga; Dr. H.
D. Matthews, vertegenwoordiger van de Pres
byterian Alliance; Ds. J. J. A. Ploos van Am-
stel, van Reisum; Ds. T. Bos, van Bedum;
en ouderling W. A. Vroljjk, van Rotterdam.
Tot slot werd gezongen Psalm 133 3 en was
de vereeniging tusschen de Kerken der Af
scheiding van 1834 en van de Doleantie in
1886 een feit geworden.
In plaatsen waar méér dan éen Kerk werd
gevonden, zouden deze zich onderscheiden met
A en B enz.
Na vijf-en-twintig jaar, in 1917, heeft men.
toen de Generale Synode der Geref. Kerken in
Rotterdam gehouden werd, dit feit herdacht,
waarbij verschillende sprekers het woord voer
den. Ouderling G. van Zeggelaar, van Rans-
dorp, wees er toen op, dat de zoo vroeg ont
slapen Dr. Mr. W. van den Bergh, van Voort-
huizen, op 12 September 1886 een bidstond
hield voor de vereeniging van alle Gerefor
meerden, naar aanleiding van Joh. 17.
Van Rotterdam uit zijn de eerste maatrege
len uitgegaan als voorbereiding tot vereeni
ging van de Chr. Geref. Kerk en Ned. Geref.
Kerken, op het Synodaal Convent aldaar ge
houden in Juni 1887, waar Dr. Mr. W. van den
Bergh, een der eerste voorstanders was. Hij
heeft de vereeniging niet meer mogen bele
ven. want hij overleed 30 April 1S90 te Mon-
Ireux.
Na veertig jaar zijn er van de predikanten
die deze vereeniging hebben meegemaakt, nog
13 in actieven dienst, tv aar order Ds. K.
Fernhout. van Vreeland, een van de laatste
leiders der Doleantie, 74 zijn emeritus, één
is buiten vaste bediening en één is in Noord-
Amerika, nl. de emeritus-hoogleeraar van de
Chr. Geref. Kerk, Prof. F. M. ten Hoor.
In één plaats, Ambt-Vollenhove, is de Geref.
Kerk nog gedeeld in A en B.
De vereeniging van deze beide Kerken heeft
tengevolge gehad, dat de Geref. Kerken in
Nederland de Zending in Indië intensief zijn
gaan drijven en thans daar arbeiden op ver
schillende terreinen. t
Ook bezitten zjj in ons land een groot aan
tal stichtingen van barmhartigheid.
De Kerkelijke geschiedenis van ons land
heeft nooit eenig voorbeeld gegeven van de
vereeniging van twee zulke belangrijke Ker
kengroepen als in 1892 geschiedde.
Enkele predikanten en Gemeenten der Chr.
Geref. Kerk konden met deze vereeniging niet
accoord gaan en kwamen 20 Juli 1892 samen in
vergadering te Utrecht, waar besloten werd
om als Chr. Geref. Kerk voort te leven
Radio Nieuws.
VRIJDAG 17 JUNI
KRO: Kunstensemble
L.onden R.: BBC-orke«t
Hilversum VARA: Orkest
Hilversum VARA: Orgelspel
Hilversum VARA: Orkest
Huizen KRO: Salon-orkeet
Londen R.Strijkkwartet
Warschau: Filharmonisch orkest
Hilversum VPRO: Concert
Hilversum VPRO: Concert
Daventry: BBC-orkest
Hulzen KROSalon-orkest
Hilversum VPRO: Gramofoonmuatelt i
Huizen KRO: Gramofoonmuziek
Hilversum VARA: Gramofoonmuzlek
Warschau: Bandmuziek
Kalundborg: Bandmuziek
i KRO: Gelukstelegrammen
i VPRO: Cursus: Gods wil
van dezen tijd.
VPRO: Declamatie Jan H«
VPRO: Persbureau
ersum VPRO: Persberichten
ZATERDAG, IS JUKI
Huizen KRO: Tri
L Hilversum VARA: Septet
i Huizen KRO: Sextet
ILangenberg: Populair oon
Wielei
9 Huizen KRO: Gramofoonmuzlek
Hilversum VARA: Liederen v
Wielewaal
Langen berg: Vespe
Hilversum VARA: Orkest
Kerkdlemten enz,
Hilversum VPRO: Morgenwijding
Lezingen. Curaueaen ene.
Huizen KRO: Paul de WaaJt: Week
overzicht
Hilversum VARA: Frleach uurtje
Huizen KRO: Vroolijke avond
Klnderunrtjea ent.
I Huizen KRO: Kinderuurtje
I Hdlv
ruurtje
Politie- en Persberichten
KRO: Politieberichten.
19.30 Hulzen KRO: Politieberichten
Gemengd Nieuws»
DOODELIJK TRAMONGELUK
De zesjarige Froukje Reilsma is te Hem-
rik (Fr.) onder de tram gekomen en in zeer
erastigen toestand naar het ziekenhuis te
Heerenveen overgebracht. Aldaar is zij aan
de gevolgen van de bekomen verwondingen
overleden.
Drie personen gearresteerd
Te Amsterdam deed de 'justitie en de po
litie een huiszoeking in een perceel in do
Stuyvesantstraat. Daar is gevonden een vol
ledige inrichting voor het maken van bank
biljetten van f 10. Behalve de installatie
werd ook een partij bankbiljetten, die goed
nagemaakt zijn, in beslag genomen. In do
woning werden drie personen aangetroffen,
die in arrest gesteld zijn.
FELLE BRAND TE BARNEVELD
Twee huizen en een kistenmakerij ln do
asch gelegd.
De beide woningen, bewoond door de
weduwe Hofman en F. Weyman, met een
daar naast gelegen kistenmaker» van S.
N. Buddingh te Bameveld zijn tot den grond
toe afgebrand. De woningen waren eigen
dom van de familie Romeyn. Alles was
verzekerd. De oorzaak van den brand is
onbekend.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN
Te Kinderdijk is bij het zwemmen in do
Lek Verdronken de 19-jarige E. wonende aan
de Lek kade. Langdurige pogingen om de le
vensgeesten Op te wekken mochten niot ba
ten.
In de Waal bij Nijmegen is bij het zwem
men op de gevaarlijke zandplaat verdron
ken de 20-jarige H, K.