VROUWEN Ons eigen honk v J» IVOOR DU Beschilderde Bloempotjes .Wat is onze tijd, wat betreft de eischen van hygiëne, toch heel anders ingesteld dan die van een voorbijge gane generatie. Thans legt men geen nauwe, bochtige straatjes meer aan, met woningen welke elkander het licht uit de ramen nemen, maakt men bij voorkeur geen kamers meer die van elke directe communicatie mot do buitenlucht zijn verstoken, slaapt men niet meer in de ouderwetsche bed stedenDe lijst zou nog een heel stuk langer te maken zijn. Do tijd waarin w ij leven is er een van lief de voor licht en lucht, welke men graag op vrije oogenblikkcn en in de vacunties geniet, doch eigenlijk nog veel meer tot zich laat komen in de eigen woning, gebouwd volgens de in zichten der nieuwere hygiëne. Lasst Sonne herein! deze titel van een Duit- schcn humoristischen schetsenbundel, zou men boven vele huisingangen kunnen zetten. Dat deze liefde voor lucht en licht ook hour ontaardingsverschijnsclen ver toont, is iets dat niemand verbaast, die met zonde en verderf hoeft lee- ren rekening te houden. Wij noemen in dit verband slechts de overdreven hang naar sport, die tot een ware cul tus is ontaard, en ook menig mode verschijnsel, dat de Christenmoeder, opvoedster van dochters, mei zorg ver vult Maar wij dwalen af, wij wilden eigen lijk alleen slechts even' constateercn, dat we tegenwoordig allemaal ook een klein stukje zon en leven in onze ka mers willen binnenhalen. De een be reikt dit mot een eenvoudig vaasje bloemen, dc ander, dae iets meer tijd hooft, kweekt haar rijtje vaste plan ten op vensterbank of balcon. Bij heel veel amatrioes blijven echter du bloomen nog al eens uit Plan ten met veel groen en weinig bloemen, moeten dan, ter opsiering, een ex tra mooi potje hebben. De vuak on mogelijk scheef gebakken potten zijn dikwijls oorzaak, dat dames, die toch voel van bloemen houden, er niet toe over gaan vaste planten in huis te Toch is er een heel eenvoudige en ge zellige oplossing voor: we geven ons hcolc rijtje potten een likje verf! De kleuren van de plotjes moet men dan liefst tegelijk wat in overeenstemming brengen met het interieur. Is blauw daarvan de hoofdtoon, dan schaft men zich ccnige potjes blauwe verf aan in verschillende nuances. Is tcrra-cotta de voornaamste tint, dan nemen we oranje, geel, tcrra-cotta, roestbruin of donkerbruin. Een bloempot, zorgvul dig van zoo'n kleurcn-gamma voor zien, brengt leven en vriendelijkheid in de kamer en doet do plant ook meer tot haar recht komen. Men zal nog veel moer plezier in zijn eigen kamerkweekcrijtje krijgen! Een speelhoekje Er wordt de laatste jaren boel wat ge daan op het gebied van kindermeube len. Vroeger had iedere baby alleen zijn hoogc kinderstoel, die vooral als do kleine nog al woelig van aard was, lang niet altijd veilig was tc noemen. Tegenwoordig heeft haast ieder, die het even doen kan, ook nog wel an dere kindcrmeubcltjes, een leuk, laag stoeltje met bijpassend tafeltje bijvoor beeld, waaraan dc peuter gezellig kan zitten spelen. Dat spelen is echter heel dikwijls ook al weer een vraagstuk. Hoe houdt men dc lcinders, vooral als men geen hulp heeft, en zich er dus niet zoo heel veel mee bemoeien kan, wat aan den gang? Een goed hulpmiddel daarbij is, liet kind een eigen speelhoekje te verschaffen, zoo'n hoekje waar nie mand naar hem om hoeft tc kijken. Misschien kan dat wel in de slaap kamer worden gemaakt, als deze ten minste niet al tc bekrompen is. Dan kan men dc bedjes allicht wel zóó schuiven, dat er een flinke hoek bij het raam vrij komt Zoo'n hoekje, waar ruimschoots lucht en licht is, kan dan mooi voor speelhoekje wor den ingericht Het kamerschut, dat we hiervoor eigenlijk noodig hebben, en dat uit vier opklapbare doelen moet bestaan, kan vader misschien zelf wel eens timmeren als hij een oogenblik vrij is. Het overtrekken kan geselle den met jute of hehangersliunon, cn wie het kan betulcn, om het heel mooi te maken, die gebruikt er' tri- plexhout voor. In beide gevallen kan men vervolgens niet schabionen een paar aardige frissche dierfiguren aan brengen, en dan is het speelhoekje eigenlijk al klaar. Een kist die tege lijk als bank kan dienst doen, wordt do bergplaats voor het speelgoed^ Ook een gewone vurenhouten kast in een frissche kleur is wel practisch. Met een vroolijke mat en dan het tafeltje cn stoeltje heeft broer of zus overdag zoo een eigen speelplekje, waar hij eerder zoet te houden is, dan midden in de huiskamer. En 's avonds is het heelc geval heel spoedig weer uit den weg geruimd. Is het wel noodig, voor de kinderen zulk een drukte te maken, zal menige moeder misschien denken, en ze voegt daaraan toe: werd er vroeger met ons ook zooveel omslag gemaakt? Mis schien niet, waarschijnlijk niet, zou den we daarop willen antwoorden, maar dan denken wij tegelijk aan wat zoo menige jonge moeder reeds tot ons zei: liet lijkt wel of de kinderen tegenwoordig lastiger zijn dan vroe ger. Zou dit ook kunnen komen, om dat het leven zoo heel anders, zooveel drukker, en meer op elkaar gepakt geworden is? Komen in dc grootc stad bijvoorbeeld de kinderen niet heel erg in de knel? En wie zal ze liefst niet zoo lang mogelijk van de straat wil len houden, met de gevaren van het verkeer, en van dc kameraadjes, waar men zoo geen oog meer op houden kan? Het Boek voor de Vrouw Een loop-leidsel De eerste stap van onze kleuter, dat blijft een oogenblik dat wc one later nog graag eens herinneren. Iloe ge wichtig voelt buby zich, maar hoe gevaarlijk is het tevens voor hem. Knietjes, handjes on clleboogjes, alles oven zacht en mollig, kunnen zoo gauw zich ergens pijnlijk aan schaven! Ge lukkig is er een gcmukkelijk middeltjo om dat zooveel mogelijk te voorkomen. Een leidsel met flinke borst- cn schou- dcM-bandcn is de oplossing. En vooral als baby eenmaal loopen kan, is het prettig hem zoo vast te hebben om hem over do oneffenheden van den weg voort te helpen. Van Brabantsch bont is zoo'n leidsel aardig, maar dan moeten we hot drie dubbel nemen. Van effen, hel-groeno of oranje stof is het ook practisch, omdat we er dan een applicatie van licht linnen op kunnen werken. Zoo'n diciv figuurtje, met gekleurde katoen opge werkt, staat altijd leuk. Voor leidsel nemo men schaatscnband of breed, gekleurd band. Onze Kinderen Hot nummer van 20 Mei van „Onze Kinderen", Ouderblad gewijd aan de Christelijke Opvoeding in Huis en School" heeft een rijken inhoud, waar van wij noemen willen dc artikelen: Zondag in huis; Jeugdontwakon; Op voeden voor God; en Dienen. Aan het laatste stuk van de hand van G. van Andel, willen wij het een en ander ontleencn. „Onlangs had ik twee aardige erva ringen, die ik u misschien wel even mag mecdcelen. Om vier uur komt een moedor mij vragen, of ik haar dochtertje van ze ven jaar eens onder handen wilde ne men, 't kind was thuis zoo lastig. En zo hield heelemaal niet van haar moe der. Ze had zelfs kort tevoren gezegd, o dat zo liever met den hond alleen wil de blijven, dan kon moeder wel weg gaan. En daar had moeder voel ver driet van. Toen ik wat langer met moeder praat te, bleek mo dat ze heel erg streng voor haar kind was. Ze wilde het zoo graag een goede opvoeding geven, maar ieder klein vergrijp togen do wellevendheid en tegen de huiselijke orde werd onbarmhartig en onverbid delijk gestraft En dan niet malsch. Nu ben ik heelemaal niet voor zachte heelmeesters. Maar een dergelijke houding tegen een kind van zeven jaar vind ik wel wat kras. Dat zei ik ook tegen do moeder. Strengheid is goed, straf is noodig, maar bij streng heid en straf moet liefde de achter- grend zijn cn moet die liefde ook door schemeren. Intusschcn beloofde ik, dat ik wel eens met Marietjo zou praten. Zoo op de speelplaats sprak ik haar eens aan. „Zoo Marietjc, ben je aan 't spelen?* „Ja, mijnheer". „Speel je thuis ook wel eens?" „Ja, mijnheer". „Alleen? Of met jo zusje?" „Met den hond, mijnheer". „Zoo, hebben jullie een hond? Houd jo voel van hem? Is 't een aardig heest?" Enz. 't Iloelo gesprek, dat volg de, cn dat in dezen trant werd voort gezet, geef ik nu maar niet weer. Een week later kwam moeder mo eens bedanken, want 't ging met Murietje zooveel beter. En toen ik er het kind zelf eens naar vroeg, beleed ze, dat ze nu wel weer veel van moedor hield, 'k Hoop, dat het zoo gebleven ia Ach, wat is een kind van zeven jaar, niet waar? Zoo'n aardig, lief, onschuldig meisje. Haar moeder was cn is wel goed voor haar en zij houdt ook wel van haar moeder. Nu 't andere verhaal. In oen der hoogste klassen had ik Vaderlandsche Geschiedenis. We spra ken over Juliana van Stolberg. Dan kan ik nooit nalaten te trachten, deze voor de leerlingen te schilderen in al haar grootheid, haar liefde, haar opof fering, haar vroomheid. En 'k zei zoo: „Jongens en meisjes, 'k hoop, dat jullio allen Juliana vun Stolberg de beste vrouw van dc wereld moogt vin den, de beste op één na. Als ik zoo zeg: „dc beste op één na", wie zou dan wel de allerbeste zijn?". Even stilte. Dan een vinger van een jongen van veertien jaar. „Wel, Arie, wie vind jij de aller beste?" „Mijn moeder, mijnheer!" „Goed zoo, mijn jongen!" Ja, Arie, je bent toch een beste ke rel, cn ik houd veel van jc, al trap jo dan wel eens togen een bal, hoewel 't vcrixxlcn is; cn al rook jc wel eens- stiekum een clgaretje; en al is je werk niet altijd tip-top in orde. Ik houd van je, omdat jij zooveel van je moeder houdt. Ziedaar nu twee typen van moeders. Beiden houden ze veel van haar kin deren, maar hoo verschillend is de roactie. 'k Heb geprobeerd, mezelf het verschil te verklaren. En 'k ben tot dezo mee ning gekomen: De eerste moeder wil over haar kinderen hccrschcn; dc tweede wil hen dienen. En slechts weinigen, ook weinige ouders en weinige onderwijzers, ver staan de hoogc puradox: „Zoo iemand van U de meeste zal willen zijn, die zij aller dienaar". Ja, wonderlijk is het, maar waar is het ook: „Het echte rogeeren is dienen'.. „Onze Kinderen" staat onder rodactio van J. Ilobma, II. A. van der Hoven van Genderen, A. de Jong Ezn., H. Nicuwenhuyscn en J. B. Visser. Het wordt uitgegeven door de Druk kerij van Haeringcn, Prinsengracht 120, Den Haag. Waar ons oog op viel Een nieuwe haarmode! In dc damcswerold van de Engelsche society ia thans de nieuwste mode, in het haar op een opvallende plaats eon dunne grijze lok to dragen, in dien mogelijk aan den slaap. Deze noviteit werd hot oerst gelanceerd op het hofbal in het Buckinghampaleis. Verscheiden jongedames van de En gelsche aristocratie, die aan het En gelsche koningspaar voorgesteld wer* den, droegen de grijze lok in het haar. Tot zoover een bericht, dat wij dezer dagen aantroffen in do „Nieuwo Rot- terdamsche Crt". Dezo dwaze speclsch' held met een oudordomsverschijnsel, waarvoor men overigens in gelijksoor tige kringen dikwijls op een even kin derachtige manier bevreesd is, of zich schaamt, doet oven denken aan het verhaal van den Koning, wiens ge malin een enkel grijs haar achter zijn oor ontdekto. De Koningin wilde dit voorzichtig verwijderen, doch kreeg hot bedachtzame antwoord: Wat zou hot mij baten, dit grijze haar te ver wijderen? Do dood heeft zijn visite kaartje bij mij achter gelaten. Ik kan het verbranden, maar na korter of langor tijd komt hij tóch 4 VRIJDAG 3 JUNI 1932 Bijblad van de Nieuwe Leidsche Courant Verschijnt des Vrijdags Bureau Breestraat 123 Leiden Tel. 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 - B. CONRADS 5 Co Groote Markt 18 Filiaal: 'sGravendijkwal 130 ROTTERDAM Tricol-Goederen Lingerie Damesbandwerken Hoe een Huisvader een schilderij ophangt! liet verhaal ovor „oom Podger", dat hieronder volgt, is een passage uit het humoristisch werk van den zeer populairen schrijver Jerome K. Je rome, die niet zoo heel lang geleden overleed. Vele van zijn boeken wer den ook in het Nedcrlandsch ver taald cn uitgegeven door II. Honig, te Utrecht Zoo ook „Drie man in een boot", waaraan wij oom Podgcr's ka rakterschets ontleencn. Nooit van uw leven hebt u ergens in een huis zulk een gevlieg en gedraaf trap-op-trap-af gezien, als wanneer mijn oom Podger zich met het ver richten van een karweitje had belast Er was bijvoorbeeld een schilderij thuisgekomen van den lijstenmaker, cn dat stond daar nu in de eetkamer, wachtend om opgehangen te worden. Tante Podger vroeg dan, wat er mee gebeuren moest, cn oom Podger zei, in antwoord op die vraag: „O, laat dót maar aan mij over. Je behoeft je daar geen van allen eenige moeite voor tc geven! Ik zal dat wel héél alleen opknappen!" En dan trok hij zijn jas uit cn begon. Eerst zond hij het dienstmeisje uit, om voor een paar dubbeltjes spijkers te halen, en dan stuurde hij haar een van do jongens achterop, om haar te zeggen, hoe groot ze moesten wezen; cn op die manier zette hij trapsge wijze zijn werk voort, en bracht hij het gansche huis in opschudding. „Ga jij nu eens even mijn hamer ha len, Wil", riep hij dan; „on breng jij me den duimstok eens, Tom; en ik zal het leamertrapjo óók moeten heb ben; maar misschien deed ik beter met er ook nog oen keukenstoel bij te nemen; en, Jim, loop jij eens gauw even naar meneer Goggles en zeg hem: „Wel do complimenten van Pa, cn dat Pa hoopt, dat zijn been weer wat beter is, on of hij zoo vrien delijk wil wezen om ons zijn water pas even te lecncnl" En ga jij vooral niet weg, Mario, want ik zal iemand noodig hebben om de kaars voor mij vast te houden; en als dc meld thuis komt, moet zij er dadelijk weer op uit, om een stuk sohilderijkoord te ha len; on Toml waar zit Tom tocbTl Tom, kom jij eens hier; lk zal iemand noodig hebben om mij de schilderij aan te geven". En dan tilde hij de schilderij omhoog, cn liet haar vallen, zoodat zij uit de lijst hing, waarbij hij het glas tracht te te redden en zich in zijn vinger sneed; en dan sprong hij als een gok do kamer rond, overal naar zijn zak doek zoekend. Hij kon dien zakdoek onmogelijk vinden, omdat hij in den zak van de jus zat, die hij zoocven had uitgetrokken cn hij wust niet rnoer, waar hij de jus gelaten had, cn dan moesten al de huisgenooten ophouden met naar zijn gereedschap pen te zoeken, cn allen gezamenlijk gaan zoeken naur zijn jas, terwijl hij zelf in de rondte bleef springen en lien in den weg staan. „Is er dan nu in het hééle huis let terlijk niemand, die weet waar mijn jas is? Zoo iets ezelachtigs heb ik nog nooit van mijn leven gezien neen, op nyjn woord van eer niet! Daar ben jullio met je zessen! en geen van allen weet je een jas tc vindon, die ik nog geen vijf minuten geleden heb uitgetrokken! Wel, alle..." Toen stond hij op, en bemerkte hij, dat hij er al dien tijd op gezeten had, wat hem deed uitroepen: „O, jullie kunt nu wel ophouden met zoeken! Ik heb nu zelf mijn jas al gevonden. Ik zou evengoed aan do kat kunnen vragen om iets voor mij te zoeken, als te verwachten dat jullie iets vinden zoudtl" En wanneer er dan een half uur was zoek gebracht met het verbinden van zijn vinger, en er een nieuw glas ge haald was, en do gereedschappen cn het trapje en de stoel en dc kaars binnengebracht waren, toog hij nog maals aan 't werk, terwijl do hcclo familie, met inbegrip van do meid cn do schoonmaakster, in een hal ven cirkel om hem heen stond, gereed om hem ieder oogenblik te hulp te snel len. Twee menschcn moesten den stoel vasthouden, en een derde moest hem erop helpen cn hem daar vasthouden, cn de vierde reikte hem de spijker aan, en de vijfde stak hem den hamer too, cn dan nam hij den spijker aan, maar liet hem weer vallen. „Kijk", zei hij dan, op een toon van energie, „nu is de spijker weer weg!" En dan moesten wij allen op onze knieën gaan liggen en er kruipend naar zoeken, terwijl hijzelf op den stoel bleef staan brommen cn grom men, cn „wel eens wou weten, of hij daar nu zoo den hcelcn avond moest blijven staan!" De spijker was eindelijk govonden, maar inmiddels was de hamer weer zoek geraakt. „Waar is de hamer? Wat heb lk met den hamer gedaan? Daar staan jullie nu met jo zevenen mij van alle kan ton aan te gapen, zonder dat iemand weet, wat ik met den hamer heb uit gevoerd!" Wij waren zoo gelukkig, den hamer voor hem te vinden; maar dan had hij intusschen het tcekentje weer uit het oog verloren, dat hij op den muur had gemaakt, op de plek waar do spijker moest geslagen worden en dan moesten wij uilen beurt om beurt naast hem op den stoel gaan staan, om te zien of wij het ook konden vin den. Ieder onzer ontdekte het op een verschillende plaats, zoodat hij ons al len voor gek vorklaarde, cn ons beval weer van den stoel af te klimmen. Eindelijk had ooin Podger dq plek weer uangegevcn, cn zette hij er mot zijn linkerhand de punt van den spij ker op, terwijl hij den hamer in zijn rechterhand nam. Maar mot den eer sten slag den besten verpletterde hij bijna zijn duim cn liet hij, met een snerpenden gil, den hainer op iemands tccnon vallen. Hier maakte tante Marie op vriende- lijkcn toon de opmerking, dat zij hoop te, dat, als oom Podger weer eens een spijker in den muur ging slaan, hij liet haar dan bijtijds zou laten weten, zoodat zij dan maatregelen kon ne men, om een weck bij haar moeder te gaan logoeren, terwijl hij ermee bezig „O, jullie vrouwen maken ook altijd zoo'n drukte over alles!" antwoordde oom Podger dan, terwijl hij weer op krabbelde. „Nu, ik voor mij mag héél graag zulk soort van karweitjes docnl" En dan begon hij weer van voren af aan; maar bij den tweeden slag ging de spijker regelrecht door de kalk, ge volgd door do helft van den hamer, en werd mijn oom Podger tegen den muur geslingerd met een kracht, die nagenoeg voldoende was om zijn neus onherstelbaar te kneuzen. Dan moesten wij den duimstok cn het touwtje weer gaan opzoeken, cn werd er een gat gemankt; cn omstreeks middernacht kwam do schilderij dan eindelijk te hangen erg scheef en onvast, terwijl do muur er meters ver in 't rond uitzag alsof hij van boven tot onder met een hark was bewerkt, cn Iedereen bijna bezweek van ver moeidheid en ergernis uitgenomen oom Podger. „Daar hangt hij al!" zei hij dan, ter wijl hij met oen indrukwekkend ge- haar van den stoel stapte op de lik doorns van de schoonmaakster, on de door hem gestichte verwarring met blijkbare trots overzag. „Well je hebt menschcn genoeg, die een timmerman in huis zouden ge haald hebben om zoo'n kleinigheid te Van langs den weg Tentoonstelling Moeder en Kind Hoe het vordert! In het R.A.I.-Gebouw te Amsterdam liecrscht op het oogenblik een inten sieve activiteit. Tientullcn werklieden zijn er bezig mot het opbouwen dor stands ten be hoeve van de Tentoonstelling „Moeder cn Kind", welke zooals men weet, ter gclcgonhoid van do Universiteitsfees- tcn van 17 Juni tot 10 Juli gehouden zal worden. Do architecten Ir. J. Kal ff cn A. J. Kramer ltebben zich met het opbouwen der stands be last. Het feit, dat hier onder architec tuur gebouwd wordt, heeft een har monisch geheel tot resultaat, dat nog wel eens aan tentoonstellingen ont breekt Do wetenschappelijke stands zullen 4000 M2. beslaan. Acht groote nissen afwisselend 12 hij 14 en 8 bij 14 M. groot, zijn aan boide zijden van het middenpad geprojecteerd. G000 M2. cyproc, gipsplaten, volgens een procé dé vervaardigd, dat men in Nederland tot dusverre vrijwel niet heeft toege past weiden reeds por speciaal schip naar hier gebracht 200.000 voet lat werk liggen reeds in liet enorme go- bouw klaar om verder bewerkt te worden. Gebroeders Terlingen zijn uitvoer ders van den bouw, waarvan de re sultaten veelbelovend blijken. Knipsels uit dagblad en periodiek Werkloos! In de „Maasbode" schrijft „Hellenen" hierover o.m.: „Ik weet niet wat erger is, een huisvader met gezin zonder work, of van die jonge flinke kerels, gezond van lijf en leden, opgegroeid als boomen en ze staan daar ledig, verbitterd en verbeten, in den begin ne, later slap cn futloos. Tweo, drie' jaren zijn ze soms al buiten werk, nu en dan als 't erg druk is, geeft de vroegere patroon ze een karweitje. En dat is juist zoo erg, vol moed cn.' blijdschap grijpen zo het aan, maar do kracht cn dc routine zijn verslapt. Wij hebben 't gezien, hoo een oogensehijn- 1 ijk flinke man schier bezweek bij 't afschuren van oen parketvloer, hoe de kracht hem ontbrak, hoe dc tranen van inachteloozo woede in z'n oogen weldon, onidut «Ie fut er uit was. Een ander, die lijkwit, duizelig, ziah' vol angst aan 'n trapleer vastklemde, omdat hij 't ontwend was. Vroeger was geen trap te hoog, geen dakrand te smal cn nuik durf niet meer. En 't moet tooh, ik kan niets anders, ik moet toch leven, eten Er zijn gezinnen, waar dc man over leden, een moeder, twee, drie grooto jongens thuis heeft zonder werk; 't zusje, zwak toer dingske alleen gaat uit werken. Iloe lang zal zo 't vol houden? Ga op een zonnigen mooien dag ccna daarhoen waar gestempeld wordt, als een klein leger desperado's staan zo daar, en ze zien cr soms zoo keurig nog uit, ge leest boekdoelen op die aangezichten, truostclooze wanhoop, starre overgave nart het lot, haat, nijd, verbittering Ilebt ge werk to vergeven, doet hot, nooit werd u gi-ooter kans tot waar- achtigo filantropie gegeven; go doet or een weldaad mede. zoowel aan do grootcn als aan dc kloincn. 't Is oen druppel in de zee, zult go zoggen, maar 'n druppel, die soms een man en vader, een zoon, een dochter, kleine onschuldige kinderen van den ondergang kunnen redden. Dc gedach te alleen, dat zij niet voor goed u i t- gestoolcn zijn, dat men hen nog noodig heeft, werkt verheffend, bo- inoodigend. Zij zullen blijven gclooven, hopen cn strijden, biddend tot den Vader, die wel tuchtigt en kruisen overzendt, waarvan wij do beweegre den niet kennen, maar die ook op een maal uitkomst cn redding zal schen ken, zoo wij blijven bidden in ootmoed en nederigheid: „Geef ons heden ons dngelijksch brood"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9