VROUWEN
Ons eigen honk
v J» IVOOR
DU
Beschilderde Bloempotjes
.Wat is onze tijd, wat betreft de
eischen van hygiëne, toch heel anders
ingesteld dan die van een voorbijge
gane generatie. Thans legt men geen
nauwe, bochtige straatjes meer aan,
met woningen welke elkander het
licht uit de ramen nemen, maakt men
bij voorkeur geen kamers meer die
van elke directe communicatie mot do
buitenlucht zijn verstoken, slaapt men
niet meer in de ouderwetsche bed
stedenDe lijst zou nog een heel
stuk langer te maken zijn. Do tijd
waarin w ij leven is er een van lief
de voor licht en lucht, welke men
graag op vrije oogenblikkcn en in de
vacunties geniet, doch eigenlijk nog
veel meer tot zich laat komen in de
eigen woning, gebouwd volgens de in
zichten der nieuwere hygiëne. Lasst
Sonne herein! deze titel van een Duit-
schcn humoristischen schetsenbundel,
zou men boven vele huisingangen
kunnen zetten.
Dat deze liefde voor lucht en licht ook
hour ontaardingsverschijnsclen ver
toont, is iets dat niemand verbaast,
die met zonde en verderf hoeft lee-
ren rekening te houden. Wij noemen
in dit verband slechts de overdreven
hang naar sport, die tot een ware cul
tus is ontaard, en ook menig mode
verschijnsel, dat de Christenmoeder,
opvoedster van dochters, mei zorg ver
vult
Maar wij dwalen af, wij wilden eigen
lijk alleen slechts even' constateercn,
dat we tegenwoordig allemaal ook een
klein stukje zon en leven in onze ka
mers willen binnenhalen. De een be
reikt dit mot een eenvoudig vaasje
bloemen, dc ander, dae iets meer tijd
hooft, kweekt haar rijtje vaste plan
ten op vensterbank of balcon.
Bij heel veel amatrioes blijven echter
du bloomen nog al eens uit Plan
ten met veel groen en weinig bloemen,
moeten dan, ter opsiering, een ex
tra mooi potje hebben. De vuak on
mogelijk scheef gebakken potten zijn
dikwijls oorzaak, dat dames, die toch
voel van bloemen houden, er niet toe
over gaan vaste planten in huis te
Toch is er een heel eenvoudige en ge
zellige oplossing voor: we geven ons
hcolc rijtje potten een likje verf! De
kleuren van de plotjes moet men dan
liefst tegelijk wat in overeenstemming
brengen met het interieur. Is blauw
daarvan de hoofdtoon, dan schaft men
zich ccnige potjes blauwe verf aan in
verschillende nuances. Is tcrra-cotta
de voornaamste tint, dan nemen we
oranje, geel, tcrra-cotta, roestbruin of
donkerbruin. Een bloempot, zorgvul
dig van zoo'n kleurcn-gamma voor
zien, brengt leven en vriendelijkheid
in de kamer en doet do plant ook
meer tot haar recht komen. Men zal
nog veel moer plezier in zijn eigen
kamerkweekcrijtje krijgen!
Een speelhoekje
Er wordt de laatste jaren boel wat ge
daan op het gebied van kindermeube
len. Vroeger had iedere baby alleen
zijn hoogc kinderstoel, die vooral als
do kleine nog al woelig van aard was,
lang niet altijd veilig was tc noemen.
Tegenwoordig heeft haast ieder, die
het even doen kan, ook nog wel an
dere kindcrmeubcltjes, een leuk, laag
stoeltje met bijpassend tafeltje bijvoor
beeld, waaraan dc peuter gezellig kan
zitten spelen.
Dat spelen is echter heel dikwijls ook
al weer een vraagstuk. Hoe houdt men
dc lcinders, vooral als men geen hulp
heeft, en zich er dus niet zoo heel
veel mee bemoeien kan, wat aan den
gang? Een goed hulpmiddel daarbij
is, liet kind een eigen speelhoekje te
verschaffen, zoo'n hoekje waar nie
mand naar hem om hoeft tc kijken.
Misschien kan dat wel in de slaap
kamer worden gemaakt, als deze ten
minste niet al tc bekrompen is. Dan
kan men dc bedjes allicht wel zóó
schuiven, dat er een flinke hoek bij
het raam vrij komt Zoo'n hoekje,
waar ruimschoots lucht en licht is,
kan dan mooi voor speelhoekje wor
den ingericht Het kamerschut, dat we
hiervoor eigenlijk noodig hebben, en
dat uit vier opklapbare doelen moet
bestaan, kan vader misschien zelf wel
eens timmeren als hij een oogenblik
vrij is. Het overtrekken kan geselle
den met jute of hehangersliunon, cn
wie het kan betulcn, om het heel
mooi te maken, die gebruikt er' tri-
plexhout voor. In beide gevallen kan
men vervolgens niet schabionen een
paar aardige frissche dierfiguren aan
brengen, en dan is het speelhoekje
eigenlijk al klaar. Een kist die tege
lijk als bank kan dienst doen, wordt
do bergplaats voor het speelgoed^ Ook
een gewone vurenhouten kast in een
frissche kleur is wel practisch. Met
een vroolijke mat en dan het tafeltje
cn stoeltje heeft broer of zus overdag
zoo een eigen speelplekje, waar hij
eerder zoet te houden is, dan midden
in de huiskamer. En 's avonds is het
heelc geval heel spoedig weer uit den
weg geruimd.
Is het wel noodig, voor de kinderen
zulk een drukte te maken, zal menige
moeder misschien denken, en ze voegt
daaraan toe: werd er vroeger met ons
ook zooveel omslag gemaakt? Mis
schien niet, waarschijnlijk niet, zou
den we daarop willen antwoorden,
maar dan denken wij tegelijk aan wat
zoo menige jonge moeder reeds tot
ons zei: liet lijkt wel of de kinderen
tegenwoordig lastiger zijn dan vroe
ger. Zou dit ook kunnen komen, om
dat het leven zoo heel anders, zooveel
drukker, en meer op elkaar gepakt
geworden is? Komen in dc grootc stad
bijvoorbeeld de kinderen niet heel erg
in de knel? En wie zal ze liefst niet
zoo lang mogelijk van de straat wil
len houden, met de gevaren van het
verkeer, en van dc kameraadjes, waar
men zoo geen oog meer op houden
kan?
Het Boek voor de Vrouw
Een loop-leidsel
De eerste stap van onze kleuter, dat
blijft een oogenblik dat wc one later
nog graag eens herinneren. Iloe ge
wichtig voelt buby zich, maar hoe
gevaarlijk is het tevens voor hem.
Knietjes, handjes on clleboogjes, alles
oven zacht en mollig, kunnen zoo gauw
zich ergens pijnlijk aan schaven! Ge
lukkig is er een gcmukkelijk middeltjo
om dat zooveel mogelijk te voorkomen.
Een leidsel met flinke borst- cn schou-
dcM-bandcn is de oplossing. En vooral
als baby eenmaal loopen kan, is het
prettig hem zoo vast te hebben om hem
over do oneffenheden van den weg
voort te helpen.
Van Brabantsch bont is zoo'n leidsel
aardig, maar dan moeten we hot drie
dubbel nemen. Van effen, hel-groeno of
oranje stof is het ook practisch, omdat
we er dan een applicatie van licht
linnen op kunnen werken. Zoo'n diciv
figuurtje, met gekleurde katoen opge
werkt, staat altijd leuk.
Voor leidsel nemo men schaatscnband
of breed, gekleurd band.
Onze Kinderen
Hot nummer van 20 Mei van „Onze
Kinderen", Ouderblad gewijd aan de
Christelijke Opvoeding in Huis en
School" heeft een rijken inhoud, waar
van wij noemen willen dc artikelen:
Zondag in huis; Jeugdontwakon; Op
voeden voor God; en Dienen. Aan het
laatste stuk van de hand van G.
van Andel, willen wij het een en
ander ontleencn.
„Onlangs had ik twee aardige erva
ringen, die ik u misschien wel even
mag mecdcelen.
Om vier uur komt een moedor mij
vragen, of ik haar dochtertje van ze
ven jaar eens onder handen wilde ne
men, 't kind was thuis zoo lastig. En
zo hield heelemaal niet van haar moe
der. Ze had zelfs kort tevoren gezegd, o
dat zo liever met den hond alleen wil
de blijven, dan kon moeder wel weg
gaan. En daar had moeder voel ver
driet van.
Toen ik wat langer met moeder praat
te, bleek mo dat ze heel erg streng
voor haar kind was. Ze wilde het
zoo graag een goede opvoeding geven,
maar ieder klein vergrijp togen do
wellevendheid en tegen de huiselijke
orde werd onbarmhartig en onverbid
delijk gestraft En dan niet malsch.
Nu ben ik heelemaal niet voor zachte
heelmeesters. Maar een dergelijke
houding tegen een kind van zeven
jaar vind ik wel wat kras. Dat zei ik
ook tegen do moeder. Strengheid is
goed, straf is noodig, maar bij streng
heid en straf moet liefde de achter-
grend zijn cn moet die liefde ook door
schemeren.
Intusschcn beloofde ik, dat ik wel
eens met Marietjo zou praten.
Zoo op de speelplaats sprak ik haar
eens aan.
„Zoo Marietjc, ben je aan 't spelen?*
„Ja, mijnheer".
„Speel je thuis ook wel eens?" „Ja,
mijnheer".
„Alleen? Of met jo zusje?" „Met den
hond, mijnheer".
„Zoo, hebben jullie een hond? Houd
jo voel van hem? Is 't een aardig
heest?" Enz. 't Iloelo gesprek, dat volg
de, cn dat in dezen trant werd voort
gezet, geef ik nu maar niet weer.
Een week later kwam moeder mo eens
bedanken, want 't ging met Murietje
zooveel beter. En toen ik er het kind
zelf eens naar vroeg, beleed ze, dat
ze nu wel weer veel van moedor hield,
'k Hoop, dat het zoo gebleven ia Ach,
wat is een kind van zeven jaar, niet
waar? Zoo'n aardig, lief, onschuldig
meisje. Haar moeder was cn is wel
goed voor haar en zij houdt ook wel
van haar moeder.
Nu 't andere verhaal.
In oen der hoogste klassen had ik
Vaderlandsche Geschiedenis. We spra
ken over Juliana van Stolberg. Dan
kan ik nooit nalaten te trachten, deze
voor de leerlingen te schilderen in al
haar grootheid, haar liefde, haar opof
fering, haar vroomheid. En 'k zei
zoo: „Jongens en meisjes, 'k hoop, dat
jullio allen Juliana vun Stolberg de
beste vrouw van dc wereld moogt vin
den, de beste op één na. Als ik zoo
zeg: „dc beste op één na", wie zou
dan wel de allerbeste zijn?".
Even stilte. Dan een vinger van een
jongen van veertien jaar.
„Wel, Arie, wie vind jij de aller
beste?"
„Mijn moeder, mijnheer!"
„Goed zoo, mijn jongen!"
Ja, Arie, je bent toch een beste ke
rel, cn ik houd veel van jc, al trap
jo dan wel eens togen een bal, hoewel
't vcrixxlcn is; cn al rook jc wel eens-
stiekum een clgaretje; en al is je
werk niet altijd tip-top in orde. Ik
houd van je, omdat jij zooveel van je
moeder houdt.
Ziedaar nu twee typen van moeders.
Beiden houden ze veel van haar kin
deren, maar hoo verschillend is de
roactie.
'k Heb geprobeerd, mezelf het verschil
te verklaren. En 'k ben tot dezo mee
ning gekomen: De eerste moeder wil
over haar kinderen hccrschcn; dc
tweede wil hen dienen.
En slechts weinigen, ook weinige
ouders en weinige onderwijzers, ver
staan de hoogc puradox: „Zoo iemand
van U de meeste zal willen zijn, die
zij aller dienaar".
Ja, wonderlijk is het, maar waar is
het ook: „Het echte rogeeren is
dienen'..
„Onze Kinderen" staat onder rodactio
van J. Ilobma, II. A. van der Hoven
van Genderen, A. de Jong Ezn., H.
Nicuwenhuyscn en J. B. Visser.
Het wordt uitgegeven door de Druk
kerij van Haeringcn, Prinsengracht
120, Den Haag.
Waar ons oog op viel
Een nieuwe haarmode!
In dc damcswerold van de Engelsche
society ia thans de nieuwste mode,
in het haar op een opvallende plaats
eon dunne grijze lok to dragen, in
dien mogelijk aan den slaap. Deze
noviteit werd hot oerst gelanceerd op
het hofbal in het Buckinghampaleis.
Verscheiden jongedames van de En
gelsche aristocratie, die aan het En
gelsche koningspaar voorgesteld wer*
den, droegen de grijze lok in het haar.
Tot zoover een bericht, dat wij dezer
dagen aantroffen in do „Nieuwo Rot-
terdamsche Crt". Dezo dwaze speclsch'
held met een oudordomsverschijnsel,
waarvoor men overigens in gelijksoor
tige kringen dikwijls op een even kin
derachtige manier bevreesd is, of zich
schaamt, doet oven denken aan het
verhaal van den Koning, wiens ge
malin een enkel grijs haar achter zijn
oor ontdekto. De Koningin wilde dit
voorzichtig verwijderen, doch kreeg
hot bedachtzame antwoord: Wat zou
hot mij baten, dit grijze haar te ver
wijderen? Do dood heeft zijn visite
kaartje bij mij achter gelaten. Ik kan
het verbranden, maar na korter of
langor tijd komt hij tóch
4
VRIJDAG 3 JUNI 1932
Bijblad van de
Nieuwe Leidsche Courant
Verschijnt des Vrijdags
Bureau Breestraat 123 Leiden
Tel. 2710 Postbox 20 Postgiro 58936
-
B. CONRADS 5 Co
Groote Markt 18
Filiaal:
'sGravendijkwal 130
ROTTERDAM
Tricol-Goederen
Lingerie
Damesbandwerken
Hoe een Huisvader
een schilderij ophangt!
liet verhaal ovor „oom Podger", dat
hieronder volgt, is een passage uit
het humoristisch werk van den zeer
populairen schrijver Jerome K. Je
rome, die niet zoo heel lang geleden
overleed. Vele van zijn boeken wer
den ook in het Nedcrlandsch ver
taald cn uitgegeven door II. Honig, te
Utrecht Zoo ook „Drie man in een
boot", waaraan wij oom Podgcr's ka
rakterschets ontleencn.
Nooit van uw leven hebt u ergens in
een huis zulk een gevlieg en gedraaf
trap-op-trap-af gezien, als wanneer
mijn oom Podger zich met het ver
richten van een karweitje had belast
Er was bijvoorbeeld een schilderij
thuisgekomen van den lijstenmaker,
cn dat stond daar nu in de eetkamer,
wachtend om opgehangen te worden.
Tante Podger vroeg dan, wat er mee
gebeuren moest, cn oom Podger zei,
in antwoord op die vraag:
„O, laat dót maar aan mij over. Je
behoeft je daar geen van allen eenige
moeite voor tc geven! Ik zal dat wel
héél alleen opknappen!"
En dan trok hij zijn jas uit cn begon.
Eerst zond hij het dienstmeisje uit,
om voor een paar dubbeltjes spijkers
te halen, en dan stuurde hij haar een
van do jongens achterop, om haar te
zeggen, hoe groot ze moesten wezen;
cn op die manier zette hij trapsge
wijze zijn werk voort, en bracht hij
het gansche huis in opschudding.
„Ga jij nu eens even mijn hamer ha
len, Wil", riep hij dan; „on breng jij
me den duimstok eens, Tom; en ik
zal het leamertrapjo óók moeten heb
ben; maar misschien deed ik beter
met er ook nog oen keukenstoel bij
te nemen; en, Jim, loop jij eens gauw
even naar meneer Goggles en zeg
hem: „Wel do complimenten van Pa,
cn dat Pa hoopt, dat zijn been weer
wat beter is, on of hij zoo vrien
delijk wil wezen om ons zijn water
pas even te lecncnl" En ga jij vooral
niet weg, Mario, want ik zal iemand
noodig hebben om de kaars voor mij
vast te houden; en als dc meld thuis
komt, moet zij er dadelijk weer op
uit, om een stuk sohilderijkoord te ha
len; on Toml waar zit Tom tocbTl
Tom, kom jij eens hier; lk zal
iemand noodig hebben om mij de
schilderij aan te geven".
En dan tilde hij de schilderij omhoog,
cn liet haar vallen, zoodat zij uit de
lijst hing, waarbij hij het glas tracht
te te redden en zich in zijn vinger
sneed; en dan sprong hij als een gok
do kamer rond, overal naar zijn zak
doek zoekend. Hij kon dien zakdoek
onmogelijk vinden, omdat hij in den
zak van de jus zat, die hij zoocven
had uitgetrokken cn hij wust niet
rnoer, waar hij de jus gelaten had,
cn dan moesten al de huisgenooten
ophouden met naar zijn gereedschap
pen te zoeken, cn allen gezamenlijk
gaan zoeken naur zijn jas, terwijl hij
zelf in de rondte bleef springen en
lien in den weg staan.
„Is er dan nu in het hééle huis let
terlijk niemand, die weet waar mijn
jas is? Zoo iets ezelachtigs heb ik
nog nooit van mijn leven gezien
neen, op nyjn woord van eer niet!
Daar ben jullio met je zessen! en
geen van allen weet je een jas tc
vindon, die ik nog geen vijf minuten
geleden heb uitgetrokken! Wel, alle..."
Toen stond hij op, en bemerkte hij,
dat hij er al dien tijd op gezeten had,
wat hem deed uitroepen:
„O, jullie kunt nu wel ophouden met
zoeken! Ik heb nu zelf mijn jas al
gevonden. Ik zou evengoed aan do kat
kunnen vragen om iets voor mij te
zoeken, als te verwachten dat jullie
iets vinden zoudtl"
En wanneer er dan een half uur was
zoek gebracht met het verbinden van
zijn vinger, en er een nieuw glas ge
haald was, en do gereedschappen cn
het trapje en de stoel en dc kaars
binnengebracht waren, toog hij nog
maals aan 't werk, terwijl do hcclo
familie, met inbegrip van do meid
cn do schoonmaakster, in een hal ven
cirkel om hem heen stond, gereed om
hem ieder oogenblik te hulp te snel
len. Twee menschcn moesten den stoel
vasthouden, en een derde moest hem
erop helpen cn hem daar vasthouden,
cn de vierde reikte hem de spijker
aan, en de vijfde stak hem den hamer
too, cn dan nam hij den spijker aan,
maar liet hem weer vallen.
„Kijk", zei hij dan, op een toon van
energie, „nu is de spijker weer weg!"
En dan moesten wij allen op onze
knieën gaan liggen en er kruipend
naar zoeken, terwijl hijzelf op den
stoel bleef staan brommen cn grom
men, cn „wel eens wou weten, of hij
daar nu zoo den hcelcn avond moest
blijven staan!"
De spijker was eindelijk govonden,
maar inmiddels was de hamer weer
zoek geraakt.
„Waar is de hamer? Wat heb lk met
den hamer gedaan? Daar staan jullie
nu met jo zevenen mij van alle kan
ton aan te gapen, zonder dat iemand
weet, wat ik met den hamer heb uit
gevoerd!"
Wij waren zoo gelukkig, den hamer
voor hem te vinden; maar dan had
hij intusschen het tcekentje weer uit
het oog verloren, dat hij op den muur
had gemaakt, op de plek waar do
spijker moest geslagen worden en
dan moesten wij uilen beurt om beurt
naast hem op den stoel gaan staan,
om te zien of wij het ook konden vin
den. Ieder onzer ontdekte het op een
verschillende plaats, zoodat hij ons al
len voor gek vorklaarde, cn ons beval
weer van den stoel af te klimmen.
Eindelijk had ooin Podger dq plek
weer uangegevcn, cn zette hij er mot
zijn linkerhand de punt van den spij
ker op, terwijl hij den hamer in zijn
rechterhand nam. Maar mot den eer
sten slag den besten verpletterde hij
bijna zijn duim cn liet hij, met een
snerpenden gil, den hainer op iemands
tccnon vallen.
Hier maakte tante Marie op vriende-
lijkcn toon de opmerking, dat zij hoop
te, dat, als oom Podger weer eens een
spijker in den muur ging slaan, hij
liet haar dan bijtijds zou laten weten,
zoodat zij dan maatregelen kon ne
men, om een weck bij haar moeder te
gaan logoeren, terwijl hij ermee bezig
„O, jullie vrouwen maken ook altijd
zoo'n drukte over alles!" antwoordde
oom Podger dan, terwijl hij weer op
krabbelde. „Nu, ik voor mij mag héél
graag zulk soort van karweitjes
docnl"
En dan begon hij weer van voren af
aan; maar bij den tweeden slag ging de
spijker regelrecht door de kalk, ge
volgd door do helft van den hamer,
en werd mijn oom Podger tegen den
muur geslingerd met een kracht, die
nagenoeg voldoende was om zijn neus
onherstelbaar te kneuzen.
Dan moesten wij den duimstok cn het
touwtje weer gaan opzoeken, cn werd
er een gat gemankt; cn omstreeks
middernacht kwam do schilderij dan
eindelijk te hangen erg scheef en
onvast, terwijl do muur er meters ver
in 't rond uitzag alsof hij van boven
tot onder met een hark was bewerkt,
cn Iedereen bijna bezweek van ver
moeidheid en ergernis uitgenomen
oom Podger.
„Daar hangt hij al!" zei hij dan, ter
wijl hij met oen indrukwekkend ge-
haar van den stoel stapte op de lik
doorns van de schoonmaakster, on de
door hem gestichte verwarring met
blijkbare trots overzag.
„Well je hebt menschcn genoeg, die
een timmerman in huis zouden ge
haald hebben om zoo'n kleinigheid te
Van langs den weg
Tentoonstelling
Moeder en Kind
Hoe het vordert!
In het R.A.I.-Gebouw te Amsterdam
liecrscht op het oogenblik een inten
sieve activiteit.
Tientullcn werklieden zijn er bezig
mot het opbouwen dor stands ten be
hoeve van de Tentoonstelling „Moeder
cn Kind", welke zooals men weet, ter
gclcgonhoid van do Universiteitsfees-
tcn van 17 Juni tot 10 Juli gehouden
zal worden. Do architecten Ir. J.
Kal ff cn A. J. Kramer ltebben
zich met het opbouwen der stands be
last. Het feit, dat hier onder architec
tuur gebouwd wordt, heeft een har
monisch geheel tot resultaat, dat nog
wel eens aan tentoonstellingen ont
breekt
Do wetenschappelijke stands zullen
4000 M2. beslaan. Acht groote nissen
afwisselend 12 hij 14 en 8 bij 14 M.
groot, zijn aan boide zijden van het
middenpad geprojecteerd. G000 M2.
cyproc, gipsplaten, volgens een procé
dé vervaardigd, dat men in Nederland
tot dusverre vrijwel niet heeft toege
past weiden reeds por speciaal schip
naar hier gebracht 200.000 voet lat
werk liggen reeds in liet enorme go-
bouw klaar om verder bewerkt te
worden.
Gebroeders Terlingen zijn uitvoer
ders van den bouw, waarvan de re
sultaten veelbelovend blijken.
Knipsels uit dagblad
en periodiek
Werkloos!
In de „Maasbode" schrijft „Hellenen"
hierover o.m.: „Ik weet niet wat erger
is, een huisvader met gezin zonder
work, of van die jonge flinke kerels,
gezond van lijf en leden, opgegroeid
als boomen en ze staan daar ledig,
verbitterd en verbeten, in den begin
ne, later slap cn futloos. Tweo, drie'
jaren zijn ze soms al buiten werk,
nu en dan als 't erg druk is, geeft de
vroegere patroon ze een karweitje.
En dat is juist zoo erg, vol moed cn.'
blijdschap grijpen zo het aan, maar do
kracht cn dc routine zijn verslapt. Wij
hebben 't gezien, hoo een oogensehijn-
1 ijk flinke man schier bezweek bij 't
afschuren van oen parketvloer, hoe de
kracht hem ontbrak, hoe dc tranen
van inachteloozo woede in z'n oogen
weldon, onidut «Ie fut er uit was.
Een ander, die lijkwit, duizelig, ziah'
vol angst aan 'n trapleer vastklemde,
omdat hij 't ontwend was. Vroeger was
geen trap te hoog, geen dakrand te
smal cn nuik durf niet meer.
En 't moet tooh, ik kan niets anders,
ik moet toch leven, eten
Er zijn gezinnen, waar dc man over
leden, een moeder, twee, drie grooto
jongens thuis heeft zonder werk; 't
zusje, zwak toer dingske alleen gaat
uit werken. Iloe lang zal zo 't vol
houden?
Ga op een zonnigen mooien dag ccna
daarhoen waar gestempeld wordt, als
een klein leger desperado's staan zo
daar, en ze zien cr soms zoo keurig
nog uit, ge leest boekdoelen op die
aangezichten, truostclooze wanhoop,
starre overgave nart het lot, haat,
nijd, verbittering
Ilebt ge werk to vergeven, doet hot,
nooit werd u gi-ooter kans tot waar-
achtigo filantropie gegeven; go doet
or een weldaad mede. zoowel aan do
grootcn als aan dc kloincn.
't Is oen druppel in de zee, zult go
zoggen, maar 'n druppel, die soms een
man en vader, een zoon, een dochter,
kleine onschuldige kinderen van den
ondergang kunnen redden. Dc gedach
te alleen, dat zij niet voor goed u i t-
gestoolcn zijn, dat men hen nog
noodig heeft, werkt verheffend, bo-
inoodigend. Zij zullen blijven gclooven,
hopen cn strijden, biddend tot den
Vader, die wel tuchtigt en kruisen
overzendt, waarvan wij do beweegre
den niet kennen, maar die ook op een
maal uitkomst cn redding zal schen
ken, zoo wij blijven bidden in ootmoed
en nederigheid: „Geef ons heden ons
dngelijksch brood"