TWEEDE KAMER
Radio Nieuws.
WOENSDAG 1 JUNI 1932
WISSELBRIEVEN EN
ARTSENIJBEREIDKUNST
INTERPELLA TIE-KUPERS
HET GODSLASTERINGS-
ONTWERP
AMENDEMENT-SLOTEM AKER
INGETROKKEN
OVERZICHT
Vergadering van 31 Mei 1932
Minister Donner heeft in een gedocumen
teerd betoog de beschouwingen over het
Godslasteringontwerp beantwoord1. Deze re
de stond het viel niet anders te ver
wachten op hoog peil. Trouwens, op en-
tel e uitzonderingen na, mag gezegd worden,
iat heel het debat rekening hield met de
hooge ernst van het onderwerp. Die uit-
jonderingen werden gevormd door de com
munisten, die de gelegenheid aangrepen om
als de partij der godloozen in Nederland
jich aan te dienen, en door den man der
Herv. Geref. Staatspartij, die de zaak zelf
ter rijde stelde, zijn eigen program ver
loochende en zidh te buiten ging aan poLi-
tleke holheden en historische flaters en door
tien woordvoerder der Staatk. Gereformeer-
De heer Zandt, men herinnert het zich,
atelde zich tevreden met op het oude Room-
iche standpunt te gaan staan, dat bescher
ming vordert door de overheid van wat zij
als ware leer of ware kerk beschouwt In
de practijik erkennen de Roomschon, dat
deze oude dogmatische opvatting, die ouder
Is dan de 16e eeuw. en in den grond der
iaak zelfs heidensch Is te noemen (denk
aan het oude Rome), in den tegenwoordigen
tijd niet meer is te handhaven onder een in
godsdienstig opzicht sterk verdeeld volk. De
Staatk. Gereformeerden zijn zoover nog niet
jn verklaren steeds weer, dat de oude
Boomsche theorie wel moet worden toege-
mst Natuurlijk beroepen ze zich hierbij ten
mrechte op de Heilige Schrift, denken ziah
ie dingen niet in en verzuimen aan te ge
ren hoe die oude heidensche opvatting prac-
iedh moet worden toegepast
De heer Zandt vond het nuttiger den Mi-
ilster en zijn politieke geestverwanten het
irandmerk op te drukken van wat hij den
onderlingen naam van „neo-gereformeerd"
eeft hijzelf is vermoedelijk „roomsah-
lereformcerd" en scheen overigens van
ordeel te zijn, dat de „gOdiloozen" in Ne
erland met hun godslasterlijk geschrijf
oaar door moeten gaan, zonder dat de
verheid daartegen Iets kan doen. Want
a. juist daartegen is de aanvulling van
et Strafwetboek gericht, welke door den
Jlnister van Justitie is vooa^esteld. Niet in
e eerste plaats „als hulpmiddel, ten einde
en onbehoorlijkheid tusschen de burgers
nderling te kunnen straffen", maar omdat
e overheid, als Christelijke overheid, de
uwe ontheiliging van den Naam Gods on-
eelaatbaar moet achten. Om de ©ere van
en Naam des Heeren wordt daarom de
penlijk gepleegde hoonende godslastering
Irafbaar gesteld.
Zoo is de eenvoudige gedaohtenigang, a!
tal de toepassing van de nieuwe bepaling
net haar strafbedreiging, die we gaarne
erscherpt zagen, niet, zoo heel gemakkelijk
Om aldus tot )b Ministens rede terug te
eeren, daarin werd op kloeke en bekwa-
ib wijze de critiek zoowel van rechts als
an links bestreden. Juridisch leek ons het
ttoog sterk, niet alleen in de verdediging
an het standipunt, dat der overheid tegen-
ver de kwestie In geding past, maar ook
aar het gold kie strafrechtelijke omschrij-
ng van het delict, vooral tegenover de kwa-
[icaties van de heeren Slotemaker de Brui-
i en Vlsscher, om van anderen maar te
rijgen.
Aan het slot van zijn rede zette de Mi-
ster uiteen, dat het wetsontwerp geboren
uit zielsontroering over het sdhandelijk
schrijf in „De Tribune" met Kerstmis en
larna. Met dirang van buiten heeft het
ilstaan ervan niet te maken. Het was een
itroerend getuigenis, dat diiepen indruk
aakte en velen aanleiding gaf in den vorm
m applaus en een handdruk den Minister
ra gevoelens kenbaar te maken.
De replieken duurden vrij lang, maar be-
ekenfen niets; ze werden ontsierd door
iloos getwist over art 36 der Geloofóbe-
denis, dat voor sommigen meer kracht
lijnt te he/bben dan de H. Schrift zelf.
lij ark 1 van het ontwerp kwam het
lendement-Slotemaiker de Bruine aan de
ie. Het werd bestreden door den heer
ulings en den Minister als practiach niet
nteeribaar. „Onduldbaar" is juridisch een
«der ooncreet omschreven begrip, dan de
dactie, welke de Minister zich'ten slotte
eft gekozen.
)e voorsteller trok het amendement ln,
idat het toch niet zou worden aangeno-
m.
De eindstemming over het wetsontwerp
Pd aangehouden tot hedenmiddag 1 uur.
I
>e agenda der Kamer werd aangevuld
een tweetal wetsontwerpen en de inter-
Na de opening der vergadering stelde d<
Wisselbrieven-ontwerp
dat betreffende de
Artsenij bereidkunst.
De heer W 1) n k oop (Comm.). die
deel la. dat de soc. dem. het atrUdende pro
letariaat toch maar tegenwerken, meende, dat
de Interpellatie bedoelt het communlatla<
Initiatief-voorstel te saboteeren.
De Vooriltter merkte op. dat de Regei
ring bU het wetsvoorstel-Wtjnkoop niet
REDE VAN MINISTER DONNER
i Mlnlste
s zetten
Godslasterings-ontwerp.
Htj begon met het uitspreken van z(jn dank
>or de waardige wtlze waarop over het alge-
een het debat is gevoerd.
Alleen de heeien Teullnga en Heemskerk
__i dit laatate was voor den Minister het hoog
tepunt hebben zich voor de aangeboden op
lossing verklaard. By het debat Is eehti
tand gebleken, dat de Minister
wegnemen,
gaat. niet
hoopt veel
Dat de feiten,
voorbüg&anden aard zullen zijn
mlgen meenden bewees de rede v
De religie Ls voor de communisten wel het
^hatelijke object, dat hun^ bestrijding ult-
Er zün grievende yerwfiten tot don Minister
MINISTER DONNER
- spraken kwamen met opvattingen. dl«
geheel buiten het rechtsgebied liggen.
Niet als zoodanig wordt godslastering straf-
aar gesteld, maar de smadelijke vorm van
odslasterlng ls de zakelijke omschrijving van
et delict; de krenking van godsdienstige ge-
.oelena er door geeft den rechtsgrond voor op
treden der overheid aan.
Wie, als Prof. Vlsscher, de godslastering op
zich zelf strafbaar wil stellen, op grond
ook niet ln zön HJo. Gelijk de Dultsche Juris
prudentie doeb zien, heeft het begrip „gods
lastering" een anderen Inhoud dan de heer Vls-
her er aan gaf. Op zön standpunt ls geen
■af wet/bepaling te ontwerpen; tenzU men over
de geheele Unie de overheid den strUd tegen
w-it ongeloof wil doen aanbinden.
Slechts tegen het ergerlijk optreden kan de
- erlield zich doen gelden, zulks met behoud
der geestelijke vrtjheld.
Krenking der godsdienstige gevoelens Is de
rechtsgrond voor het ontwerp. Onzekerheid
brengt dat allerminst, omdat de vonniomeohrU-
"Ing van het delict nJet ontbreekt. De aan
egeven rechtsgrond betreft Iets, dat ln strüd
i met de openlbare orde. De smalende gods
lastering wordt gekwalificeerd door de kren
king der gevoelens.
In het algemeen kan het weren van kren
kingen niet de taak van de overheid zün. Zelfs
voor krenking van dierbare godsdienstige ge
voelens kan ln het algemeen geen appèl op de
rechtsmacht worden gedaan. Wil men Iets be
reiken. dan schiet men met kwalificaties niets
op. Zelfs niet met het „onduldbare" van den
heer Slotemaker de Bruine. Noodlg ls voor de
rechtspraak een zakelijke omschrijving om
strafbaarstelling mogelijk te maken. De Mi
nister vond die omschrijving ln smadelijke
godslastering*
De Staat erkent ln velerlei uiting God. maar
niet ln concrete bepaaldheid, doch ala hoogste
Opperwezen, de ZtJnde. De Triniteit ls hlePbU
Inbegrepen.
De Minister verdedigde daarna de keuze van
den term: smalende godslastering. Gemeenzame
uitdrukkingen over heilige dingen bedoelen
niet te smalen en vallen dus niet onder de
>rmomechrUvlng.
By smalende godslastering heeft zoodanige
reohtsschennlB plaats, dat de overheid geroe
pen ls op te treden ten einde anderer mate
rieels godsdienstvrijheid te beschermen.
De gekozen beperkte strafbepaling vloeit
voort uit de rechtsldée; godsdienststrijd zal er
nleit door worden ontketend.
Is het terrein te beperkt? Ja, als men ln be
ginsel alles onder de staatsmacht acht te
staan. Wie niet op dit standpunt staat, zal
omdat de overheid haar eigen ten-eln heeft
toegeven, al wil dat niet
verboden Is, geoor-
dle beperking
zeggen, dat alles wat
loofd ls te achten.
De bezwaren van de heeren Peereboom en
Zandt staan volkomen bulten hét ontwerp.
DE ONDERGANG DER ..GEORGES PHIL1PPAR"
nutteloos. Tooh ging de Minister eenlgerm
Dat de Minister graag vaa het ontwerp zou
af willen zooals de heer Marchant had be
weerd mist allen grond.
t werd bereikt.
naai rekenschap zal worden gevraagd
ran wat hy deed met de hem toe-betrouwde
nacht, hy zal mogen hooren: gy deedt uw
r hun Instemming c
De heeren W tl n k o o p (Comm.) en E e r
nans (Lib.) bleven zich tegen het wetsoi
i-erp verklaren.
Prof. V i s s c h e r (A.-R.) roemde de schltte-
den Minister; hU zaJ gaarne
•etsontwerp Bter
Voorts hield
hy de S.G.P. haar Inconsekwenties
aanvaarden de elschen van het Oude Testa
ment niet, waarover zü spreken en negeei
volkomen de houding van den Hoere Jezus
tegenover het O.-Teslament. En wat het be
roep op de vaderen en de plakkaten betreft,
dat beteekent heel weinig. Er waren wel plak
katen, maar de toepassing er van had veelal
niets te beteekenen. Degenen, die
troffen zouden moeten zün. hadden er weinig
i God te getuigen,
i de heer Marchant achtte de heer
------ mini8ter op
ien en voorat nei stot naa 1
Maar niettemin werd de i
hier bedoeld op te treden; noodlg ls
losmaking van geesteiyice krachten In de maat
j| ording tegen
sen harts toch telt) ke.
len godsdienst, die
de kapitalistische fari-
d voor van den heer LIngbeek op de rede
voeringen van de heeren Kryger en Heemskerk
Het ls ln den ouden styi. Een deel van het
nuscrlpt was zuiver van de hand van de
ige atgervaardlgde der H.G.S.: het viel te
grip. Den voorgestelden weg kon hy eigeniyk
-'et gaan,
De^ heer Zandt (S.G.P.) sprak als de vorige
(C.H.) bestreed de be-
W<De^ heer K r y g
sohouwlngen van de hi
Nadat ook do heer K e r s te n (S.G.P.) de
>mUieMruzle nog «ven had voortgezet, dupll-
Met bestrijding van het communisme als zoo
danig heeft het wetsontwerp niets tc maken.
Het ls gemaakt, nadat de minister de overtui
ging had gekregen, dat 't recht een taak had
de uitingen, waartegen het
vloeiend zynde.
Het verschil geldt de taak van de Overheid
maatschappy als d*
i geplaatst heeft, die
ln geesteiyke zaken ln
bestaande, waarin God
in andere Ls dan die, waaraan de heer Zandt
De heer .81 o t e
art. 1 de woorden „door sm
Godslastering op" te vervangen door de
Ji „op onduldbare".
had. Het amendement Is niet practisch
hanteerbaar.
Minister Donner merkte op, dat „on
duldbaar" geen omschryving, maar een kwali
ficatie ls en Juridisch niet te gebruiken. Het
i het artikel ls
het toch niet
gehouden tot hedenmiddag by den aanvang der
EERSTE KAMER
STEUN AAN DE MELKVEEHOUDERIJ
Gisteravond vergaderde de Eerste Kamer,
De Voorzitter deelde mede, dat 't wets
ontwerp betreffende tydeiyke maatregelen tot
- oudery wegens
grootlng voortgeze
heden
het verbeteren van de Poldei
BelJerlajid; 2. Wyzlglng en verhooging van het
footing voor *81
xlngswet.
1 en 2 werden zdi.st. annge-
8 betreurde Mevr. Pothui s
Smit (S.D.), dat geen vrystelling van In-
kwartlering zal worden verleend wegens ge
wetensbezwaren. De fractie r*-**--■
GIUSEPPE GARIBALDI
DE ITALIAANSCHE
VRIJHEIDSHELD
(SSi 2 JUNI <93i
Deze beleende Italiaansche vrijheidsheld
overleed 2 Juni 1882 op Caprera, het geiten-
edland.
Hij werd 22 Juli 1S07 te Nice geboren in
dezelfde kamer hij is er later erg trotsch
op waar de beroemde veldmaarschalk
Massena het levenslicht aanschouwde.
In 1831 was door Giuseppe Mazzini het
jonge Italië „la Giovine Italia" opgericht,
met gloeiende ijver zich wijdende aan de be
vrijding van Italië aan 't Oosten rij ksche juk.
Als in 1834 Mazzini zijn beroemden tocht
naar Savoye wil beginnen om rich van de
vesting San Guliane meester te maken, om
van daar den opstand van de geheele pro
vincie op te wekken, zet Garibaldi met een
aantal kameraden aan boord van het fregat
„Euridice" een samenzwering op touw om
het schip te bemachtigen, het arsenaal van
Genua te bezetten, om zoodoende Mazzini te
steunen. De samenzwering wordt ontdekt.
Garibaldi weet te ontkomen en vlucht naar
Frankrijk.
Daar hoort hij van den opstand van den
staat Rio Grande de Sul tegen Brazilië. Dat
is een kolfje naar zijn hand. Hij gaat naar
Zuid-Amerkia, doet mee aan den opstand,
geeft bewonderenswaardige staaltjes van
heldenmoed, wordt gevangen genomen, ge
marteld, zijn arm doorschoten, wordt eerst
een jaar later ontslagen, nadat hij te ver
geefs een poging had gedaan om de gevan
genis te Brazilië te ontvluchten. Zijn strijd?
lust is nog niet gedoofd. Weer vecht hij te
gen Brazilië. Vermeertert Porto Allegro. Ge
durende den veldtocht ontmoet hij een jonge
Creoolsche. Anita. Hij wordt verliefd, trouwt
haar. Zij werd de moeder van Anita, Ricci-
otti en Menott Garibaldi. Zij bleef hem
trouw tot in den dood, volgde hem in den
strijd, neemt aan de veldtochten deel, als
een trouw kameraad.
Later keerde Garibaldi terug, vormd een
Italiaansch Vrijheidscorps met hetwelk hi.
de gevechten bij Cerio en Sam Antonia won
en daardoor de vrijheid van Uruguay ver
zekerde. Na deze veldslagen decreteerde do
regeering van Montevideo, dat de datum
van den veldslag bij San Antonio en de
naam van Garibaldi met gouden letters wor
den geschreven op het vaandel van het Itali
aansche legioen.
Op 24 Juni 1848 landde Garibaldi te Ge
nua, waar hij met gejuich werd ontvangen.
In een geveaht tegen den Oostenrijkschen
veldmaarschalk Radetzky werd hij echter
verslagen en moest naar Züid-Italië vluch
ten.
Na den val van Rome gaat Garibaldi met
4000 man door Italië, steeds achtervolgd door
Fransche, Oostenrijksche. Spaansche en Na-
politaansche soldaten, om zich te voegen bij
de verdedigers van Venetië. Hij bereikte met
heel veel moeite, terwijl zijn vrijwilligers-
sohaar zeer is gedund San Marino. Hier
gaat men uiteen. Garibaldi, steeds -vergezeld
van zijn moedige vrouw, vlucht in de wou
den van Ravenna. De Oostenrijkers vervolg
den hem en velen van zijn volgelingen wer
den gevangengenomen en gedood. Anita
stierf op die vlucht. Van haar sterfbed moet
hij vluchten, want de Oostenrijkers waren
zeer nabij. Hij gaat over Italië, door alle
klassen der bevolking geholpen, over To?
cane, Tiemont om eindelijk naar Amerika
te gaan.
De rustelooze werd nu scheepsbevrachter
en vrachtschipper. Tot 1854 bleef hij daar,
vergaarde een fortuintje, ging naar Capre
ra, liet een huis bouwen en wachtte do ge
beurtenissen af. Want de nu zevenenveertig
jarige kan nog niet de rust vinden. Daar
breekt in 1859 de oorlog tusschen Frankrijk
en Oostenrijk om de bevrijding van Italië
uit en daar viel weer wat te vechten voor
den man. Hij omgordde opnieuw het zwaard
en werd bevelvoerder over een troep Alpijn-
sche jagers.
We kunnen hier niet uitvoerig stilstaan
bij den Italiaanschen veldtocht, waaraan
Garibaldi deelnam en meevocht Wij her
inneren slechts aan zijn beroemden tocht
naar Napels, waar zijn roodhemden den ko
ning en het hof op de vlucht joegen.
In 1866 vecht hij weer tegen Oostenrijk,
welks leger hij verschillende malen versloeg.
Dan gaat hij op eigen houtje tegen den
kerkelijken staat strijden, die, volgens de
bepalingen van het verdrag van 1865
van Fransche troepen is ontbloot Dat
kan de Italiaansche regeering, voor het oog
van de wereld, niet toelaten. Garibaldi wordt
bij Sinaluaga gearresteerd, weer spoedig
vrijgelaten, om opnieuw zijn geluk te be
proeven tegen den kerkelijken staat Octo
ber 1867 veermeestert hij Monterobonde,
maar wordt 2 November door Pauselijke
troepen verslagen en gedwongen naar Ca
prera terug te keeren.
Garibaldi is ruim zestig jaar. maar als in
1870 de Fransoh-Duitsche oorlog wenkt, dan
gaat hij weer op 't oorlogspad met zijn vrij
willigers tegen de Duitschers, met de Fran-
schen, die hem zoo dikwerf hebben gedwars
boomd. Hij brengt het Duitsche leger eenige
klappen toe bij Chatillon, Audin en Byon,
maar moet ten slotte voor de zegevierende
Duitsdhers vluchten. Hij beleeft de beleg-
ÏVOENSDAG 1 JUNI
i NCRV: H. O. V.
try: BBC-orkest
i NCRV. H. a V.
hau: Piano-recital
sum VARA: Orkeet
i NCRV: Gr:
i NCRV: H. Sturing: Onkruid,
n land- en tuinbouw
NCRV: Causerie A. Stapelkamp
NCRV: J. J. F. Herrmann: Kai
19.30 Hu
19.45 Hu
21.50 Hl 1 vers u m VARA: Persberichten
22.00 Hulzen NCRV: Persbjaucluen
DONDERDAG 2 JUNI
Huizen KRO: Morgenconcert
l Hilversum AVRO: Gramofoonmuaielc
Hulzen NCRV: Gramofoonmuzlek
Huizen KRO: Gramofoonmuzlek
Hilversum AVRO: Sollstenoonc^rt
Hilversum AVRO: Kamerorkest
Huizen KRO: Orkest
Kalundborg: Strijkorkest
sum AVRO: Kinderkoorzang
Langenberg: Vesperconcert
i Hilversum AVRO: Klein orkest
Sullen NCRVPianorecital
i Warschau: Solistenconcert
Londen R.: BBC-orkest
Hilversum AVRO: Plano-duetten
Hulzen NCRV: Apeldoornsch Chr. M&n-
NCRV: Ziekendlenst Ds K. E
sum AVRO: Mevr. van Dijk:
NCRV: Zlekenuurtje: De J. W.
sum AVRO: Dr v. d. Stajp: Slecht
Mevr. J. C. van Amstel: De
Hulzen NCRV: H. D. Trimpe: Aan Zuid-
Limburgs berggrens
Hilversum AVRO: Mr P. J. Oud: L.O.-
wetgevlng
ging en de inname van Rome en ziet einde
lijk de bekroning van zijn werk, doordien
Rome tot hoofdstad van het koninkrijk Ita
lië wordt verheven.
Hij wordt in 1874 voor het Italiaansche
parlement gekozen, weigert eerst met ver
ontwaardiging een geldsom van 40.000 pond
en een jaarlijksch pensioen van 2000 pond,
maar neemt het later aan, als zijn krachten
hem begeven en de last der jaren wordt ge
voeld. Nog gaat hij in 18S0, naar Milaan,
om het monument aan de eenheid van Ita
lië gewijd, te onthullen. Dan volgt 2 Juni
1882 zijn dood.
KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR AMERIKA
door O. TH. BOTMAN
13. De kapitein en zijn twee neven kon
den gelukkig zwemmen als ratten en ston
den een paar minuten later druipnat en
zwart van den modder weer aan den kant.
Maar waar was tante Ophelia? „Daar gaat
ze!" riep Koos opeens uit En waarlijk, op
'n honderd meter afstand dreef de arme
vrouw op het omgekeerde bootje weg.
14. Wat te doen? Door den sterken
stroom dreef het bootje veel te snel om het
zwemmende in te halen. Wanhopig holden
onze drie wereldreizigers naar de naaste
boerderij, die evenwel een half uur ver weg
was. En toen ze er eindelijk buiten adem
aankwamen, hadden ze er nog niet eens
een telefoon ook
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
I .(76
kleine golf van Stenla buigt op die
igte landwaarts in, en terwijl Sergius
hik ens voortdreef, kwam een boot te
mohijn en schoot om het voorgebergte
a. Te midden van guirlandes en kran-
taten de zangers, en zongen op de maat
hun riemslag. Het refrein werd bege-
door cithers fluiten en hoorns. Het
eepje hield noordwaarts aan zoodra het
ten de golf was; toen kwam een tweede
tje, en nog een, en weder een, gevolgd
r vele anderen, alle met bloemen ver-
d en vol mannon, vrouwen en kinderen,
muziek maakten.
Altemaal vissohers! zeiden de roeiers,
iirop Sergius antwoordde: Ja, prinses
geeft een feesL Sluit u bij hen aan,
;a er ook heen.
lel gezang en de bloemen brachten
gius weer in zijn gewone stemming, en
i later nog meerdere, eveneens bekranste
ten zioh bij hen aansloten, deelden de
dhartige lieden hem van hun bloesem
al mede, zoodat hij, toen Therapia ln 't
it kwam, als een der hunnen was.
'elk een schouwspel bood de baal van
irapial Honderden en honderden bootjes,
de stad met vlaggen versierd. Er werd
imgen en gelachen; kinderen schaterden
uit van pret; jongens en meisjes ver
akten zioh onderling. Byzantium mocht in
val zijn, haar provincies mochten afval-
haar roem mooht tanen, de dwaasheden
het hof des keizers, het zich terugtrek
ken der beste krachten binnen kloostermu
ren, de neiging der edelen voor intriges, dat
alles mocht het droevig einde verhaasten,
de liefde van het volk voor pretjes en feest
dagen bleef bestaan. De smaak is erfelijk.
In niets is een Byzantijn van den huidigen
dag een klassieken Griek zoozeer gelijk, als
Ln zijn fijngevoelige waardeering van het
söhoone, zoodra men hem slechts vrij spel
laat
De roeiers baanden zioh met beleid een
weg door het vroolijk gewerr>Ai en zet
ten hun passagiers af aan de marmeren
kade, vlak bij de aanlegplaats der prinses.
Het volk ging ongehinderd in en uit, rier-
gens was een wacht te zien. Dat zij zich ge
lukkig voelden was duidelijk te merken.
De mannen waren voor het grootste ge
deelte zwart gebaard, bruinverbrand; stevige
knapein, in ruime zwarte broeken, met roode
sjerpen en lichtblauwe geborduurde kieleh,
een witte muts op het hoofd. De beenen wa
ren onbedekt, de voeten van sandalen voor
zien. Hun oogen straalden, hun bewegingen
waren vlug, hun geheele voorkomen was op
gewekt. Velen van hen droegen amuletten
aan een zijden lint om den hals. De vrouwen
droegen kleine sluiers, maar meer als kap
sel en voor den schijn. Over een wit hemd
droegen zij een kort jakje zonder mouwen,
voorts een kleurigen rok met kon-d afgezet,
en sandalen met koord boven de enkel 'vast
gebonden; »eer schilderachtig om te zien.
Sommige Jonge meisjes deden deuken aan
de bekoorlijke mimfen van Hellas, maar het
meerendeel der vrouwen was uiterlijk vroeg
tijdig verouderd, en bewees onwillekeurig
door stemgeluid en gebaren, dat visohvrou-
wen overal dezelfden zijn.
Iets aan den rechterzij post van de poort
beneden het paviljoen trok de aandacht der
feestelingen. Toen Sergius naderde vond hij
den weg versperd door een groep mannen en
vrouwen, die een levendige woordenwisse
ling voerden, en de richting hunner oogen
volgende zag hij de ons bekende koperen
plaat. Wat er op stond was even onbegrijpe
lijk voor hem, als voor de anderen. Het zag
er Turksch uit, het kon echter ook Arabisch
zijn, misschien waren het slechts teekens,
geen letters.
Hij bleef even staan luisteren naar de ver
schillende gevolgtrekkingen. Daar verscheea
een zigeuner met zijn beer, gevolgd door
een troepje joelende knapen. Hij bleef staan
toen hij de plaat zag, en boog er verschei
dene malen zeer diep voor.
Kijk eens naar dien zigeuner, riep een
visscher. Hij kun ons zeggen wat het ding
beteekent.
Vraag net hem dan!
Ja, ik zal het doen. Heidaar, zeg eens,
man zonder godsdienst, met je beer! Kunt go
ons ook zeggen wat dat beteekent? Kom wat
dichterbij, dan kunt ge beter zien!
Ik behoef niet dichterbij te komen, Ik
kan het zoo heel goed zien. Maar ik ben niet
zonder godsdienst Ik belijd niet alleen dat
ik in God geloof, maar ik doe het werkelijk.
Dan is alles in orde, antwoordde de vis
scher. Vertel ons dan maar wat die plaat
beteekent.
Met plezier. De jonge Mohammed, zoon
van Sultan Moerad, de zigeuner boog .liep
bij het uitspreken van den titel is mijn
Hier onderbraken de omstanders hem met
luid gelach, maar hij vervolgde: Hij resi
deert in Magnesia, de hoofdstad van een
bloeiende provincie, waarvan hij de gouver
neur is. Nog nooit was eenig regeerend
vorst zoo beleefd voor zijn volk, en hij is zoo
verstandig, omdat hij zoo geleerd is. Hij weet
dat de ware kracht van het vermaak in af
wisseling bestaat. Luisterde hij uitsluitend
naar zijn leermeesters in philosophie of wis
kunde, dan zou hij even dwaas worden als
zij; daarom gaat hij op de jacht, en neemt
deel aan wedrennen en ridderspelen. Ook
stelt ihij wel eens een reizenden minnezan
ger voor, en niet zelden gaan Jokard en ik
op audiëntie in zijn paleis.
Een zeldzaam verstandig vorst ongetwij
feld, maar ik vraag niet naar hem. Die
plaat, man, die plaat! Wat beteekent die?
Er zijn tweeërlei soort van dwazen, dat
Wil zeggenAls een wijze dwaas een alle-
deagschen dwaas antwoordt, is zijn inleiding
altijd uitvoeriger dan zijn betoog.
Allen juichten den zigeuner toe, en hij ver
volgde: Mijn Inleiding hebt gij gehoord, nu
zal ik u verder antwoorden.
Lit zijn borslzak bracht hij een stuk brons
te voorschijn, veel kleiner dan de plaat op
de poort, maar overigens geheel hetzelfde.
-— Ziet gij dit? vraagde hij, het stuk brons
omhoog houdende.
Allen keken van de eene plaat naar de
andere en allen riepen: Ja, precies gelijk,
maar wat zou dat?
Dat zal ik u zeggen. Jokard en ik kwa
men op zekeren dag hij den prins om voor
hem *e dansen, en bij het weggaan gaf hij
mij een be' rs met goudstukken on aan Jo
kard dit paspoort. Waarom? Wel, onder de
Turken werden wij dikwijls door booze lie
den met steenen en vuil gegooid, maar als
wij nu bij een stad komen bind ik dit aan
Jokards halsband, en dan is ledereen vrien
delijk tegen ons. Wij eten en drinken en
worden goed onthaald, en niemand brengt
ons iets in rekening.
—Is het dan een tooverplaatje?
O neen, zei de zigeuner, of er moest
tooverij zijn in de liefde, die een volk zijn
aanstaanden Sultan toedraagt. De plaat wil
zeggen, dat Jokard en ik onder bescherming
staan van prins Mohammed, en dat is ge
noeg voor de Turken. Met die poort is het
't zelfde geval. Door dat teeken weet ik, dat
die poort en de tuin en de bewoners ondei
zijn bescherming staan. Maar de cene be
leefdheid is de andere waard, en daarom
moet gijlieden mij op uwe beurt antwoorden.
Wanneer is prins Mohammed hier geweest?
Prins Mohammed? Nooit
Jawel, dat moet zoo zijn.
Waarom?
Om die koperen plaat
Wat bewijst die dan?
Ja, ja, antwoordde de man lachend.
Jokard en ik zien heel wat in de wereld en
leeren heel wat menschen kennen. He, Jo
kard? Maar dat is goed voor ons, en gij
weet, mijn vriend, voor elke noumia kan
moa overal een solidus krijgen.
Goed, goed. Ik zal je een noumia geven,
als gij mij de zaak verklaart
Een koop, een koop, onder getuigen!
Hij zag den kring rond, als om do lieden
tot getuigen te nemen, en zeide: Luister. Ik
herhaal, die plaat bewijst dat prins Mohnm
med hier geweest is in eigen persoon. Daar
hij aan zijn jjolk vfil doen weten, dat hij
alles wat tot dit perceel behoort, den eige
naar er onder begrepen, onder zijne hoede
genomen heeft, heeft de prins zijn handtee-
kening gezet onder de proclamatie.
Proclamatie?
Zeker, gij moogt dit een koperen plaat
noemen, maar niettemin staat er Mohammed
op geschreven, en omdat zulk een gunstbe
wijs zijn naam moet dragen, heeft hij alleen
ze te zijner beschikking. Niemand anders,
behalve de groote Sultan, zijn vader, zou er
een kunnen geven. Jokard kreeg het zijno
rechtstreeks uit do hand van den prins, en
daaromhoud je noumia maar vast kiaar
vriend,moet de plaat op deze poort vast
gespijkerd zijn door den prins in eigen per
soon.
De visschers waren voldaan, en het was
merkwaardig te zien hoe belangwekkend de
plaat voor hen werd. Zij hadden genoeg ge
hoord van Mohammed, den vermoede! ij ken
opvolger van den vreeselijken Moerad. Zij
kenden hem als een geweldig krijeer. Zij
twijfelden niet of hij was werkelijk bij de
poort geweest, en de vraag rees hij hen op:
Met welk doel? NaAr de plaat to kijken
was bijna even goed als naar don man to
kijken. Zelfs Sergius scheen dat gevoel te
deel en. Om beter te kunnen zien veranderde
hij van plaats, ten prooi aan de tegenstril-
digste gevoelens.
Prines Irene, haar eigendom, haar be
dienden, onder bescherming van den Mos-
'•mdat was duidelijk. Maar wist zijzelve
er van? Had zij den prins ontmoet? Dat
wierp een nieuw licht op het oordeel. d<x>r
den Abt uitgesproken over haar weigering
om Therapia te verlaten: een verzoeking
voor den ruwen ongeloovigo aan de overzij.
.(Wordt vervolgd.)!