TWEEDE KAMER Radio Nieuws. WOENSDAG 1 JUNI 1932 WISSELBRIEVEN EN ARTSENIJBEREIDKUNST INTERPELLA TIE-KUPERS HET GODSLASTERINGS- ONTWERP AMENDEMENT-SLOTEM AKER INGETROKKEN OVERZICHT Vergadering van 31 Mei 1932 Minister Donner heeft in een gedocumen teerd betoog de beschouwingen over het Godslasteringontwerp beantwoord1. Deze re de stond het viel niet anders te ver wachten op hoog peil. Trouwens, op en- tel e uitzonderingen na, mag gezegd worden, iat heel het debat rekening hield met de hooge ernst van het onderwerp. Die uit- jonderingen werden gevormd door de com munisten, die de gelegenheid aangrepen om als de partij der godloozen in Nederland jich aan te dienen, en door den man der Herv. Geref. Staatspartij, die de zaak zelf ter rijde stelde, zijn eigen program ver loochende en zidh te buiten ging aan poLi- tleke holheden en historische flaters en door tien woordvoerder der Staatk. Gereformeer- De heer Zandt, men herinnert het zich, atelde zich tevreden met op het oude Room- iche standpunt te gaan staan, dat bescher ming vordert door de overheid van wat zij als ware leer of ware kerk beschouwt In de practijik erkennen de Roomschon, dat deze oude dogmatische opvatting, die ouder Is dan de 16e eeuw. en in den grond der iaak zelfs heidensch Is te noemen (denk aan het oude Rome), in den tegenwoordigen tijd niet meer is te handhaven onder een in godsdienstig opzicht sterk verdeeld volk. De Staatk. Gereformeerden zijn zoover nog niet jn verklaren steeds weer, dat de oude Boomsche theorie wel moet worden toege- mst Natuurlijk beroepen ze zich hierbij ten mrechte op de Heilige Schrift, denken ziah ie dingen niet in en verzuimen aan te ge ren hoe die oude heidensche opvatting prac- iedh moet worden toegepast De heer Zandt vond het nuttiger den Mi- ilster en zijn politieke geestverwanten het irandmerk op te drukken van wat hij den onderlingen naam van „neo-gereformeerd" eeft hijzelf is vermoedelijk „roomsah- lereformcerd" en scheen overigens van ordeel te zijn, dat de „gOdiloozen" in Ne erland met hun godslasterlijk geschrijf oaar door moeten gaan, zonder dat de verheid daartegen Iets kan doen. Want a. juist daartegen is de aanvulling van et Strafwetboek gericht, welke door den Jlnister van Justitie is vooa^esteld. Niet in e eerste plaats „als hulpmiddel, ten einde en onbehoorlijkheid tusschen de burgers nderling te kunnen straffen", maar omdat e overheid, als Christelijke overheid, de uwe ontheiliging van den Naam Gods on- eelaatbaar moet achten. Om de ©ere van en Naam des Heeren wordt daarom de penlijk gepleegde hoonende godslastering Irafbaar gesteld. Zoo is de eenvoudige gedaohtenigang, a! tal de toepassing van de nieuwe bepaling net haar strafbedreiging, die we gaarne erscherpt zagen, niet, zoo heel gemakkelijk Om aldus tot )b Ministens rede terug te eeren, daarin werd op kloeke en bekwa- ib wijze de critiek zoowel van rechts als an links bestreden. Juridisch leek ons het ttoog sterk, niet alleen in de verdediging an het standipunt, dat der overheid tegen- ver de kwestie In geding past, maar ook aar het gold kie strafrechtelijke omschrij- ng van het delict, vooral tegenover de kwa- [icaties van de heeren Slotemaker de Brui- i en Vlsscher, om van anderen maar te rijgen. Aan het slot van zijn rede zette de Mi- ster uiteen, dat het wetsontwerp geboren uit zielsontroering over het sdhandelijk schrijf in „De Tribune" met Kerstmis en larna. Met dirang van buiten heeft het ilstaan ervan niet te maken. Het was een itroerend getuigenis, dat diiepen indruk aakte en velen aanleiding gaf in den vorm m applaus en een handdruk den Minister ra gevoelens kenbaar te maken. De replieken duurden vrij lang, maar be- ekenfen niets; ze werden ontsierd door iloos getwist over art 36 der Geloofóbe- denis, dat voor sommigen meer kracht lijnt te he/bben dan de H. Schrift zelf. lij ark 1 van het ontwerp kwam het lendement-Slotemaiker de Bruine aan de ie. Het werd bestreden door den heer ulings en den Minister als practiach niet nteeribaar. „Onduldbaar" is juridisch een «der ooncreet omschreven begrip, dan de dactie, welke de Minister zich'ten slotte eft gekozen. )e voorsteller trok het amendement ln, idat het toch niet zou worden aangeno- m. De eindstemming over het wetsontwerp Pd aangehouden tot hedenmiddag 1 uur. I >e agenda der Kamer werd aangevuld een tweetal wetsontwerpen en de inter- Na de opening der vergadering stelde d< Wisselbrieven-ontwerp dat betreffende de Artsenij bereidkunst. De heer W 1) n k oop (Comm.). die deel la. dat de soc. dem. het atrUdende pro letariaat toch maar tegenwerken, meende, dat de Interpellatie bedoelt het communlatla< Initiatief-voorstel te saboteeren. De Vooriltter merkte op. dat de Regei ring bU het wetsvoorstel-Wtjnkoop niet REDE VAN MINISTER DONNER i Mlnlste s zetten Godslasterings-ontwerp. Htj begon met het uitspreken van z(jn dank >or de waardige wtlze waarop over het alge- een het debat is gevoerd. Alleen de heeien Teullnga en Heemskerk __i dit laatate was voor den Minister het hoog tepunt hebben zich voor de aangeboden op lossing verklaard. By het debat Is eehti tand gebleken, dat de Minister wegnemen, gaat. niet hoopt veel Dat de feiten, voorbüg&anden aard zullen zijn mlgen meenden bewees de rede v De religie Ls voor de communisten wel het ^hatelijke object, dat hun^ bestrijding ult- Er zün grievende yerwfiten tot don Minister MINISTER DONNER - spraken kwamen met opvattingen. dl« geheel buiten het rechtsgebied liggen. Niet als zoodanig wordt godslastering straf- aar gesteld, maar de smadelijke vorm van odslasterlng ls de zakelijke omschrijving van et delict; de krenking van godsdienstige ge- .oelena er door geeft den rechtsgrond voor op treden der overheid aan. Wie, als Prof. Vlsscher, de godslastering op zich zelf strafbaar wil stellen, op grond ook niet ln zön HJo. Gelijk de Dultsche Juris prudentie doeb zien, heeft het begrip „gods lastering" een anderen Inhoud dan de heer Vls- her er aan gaf. Op zön standpunt ls geen ■af wet/bepaling te ontwerpen; tenzU men over de geheele Unie de overheid den strUd tegen w-it ongeloof wil doen aanbinden. Slechts tegen het ergerlijk optreden kan de - erlield zich doen gelden, zulks met behoud der geestelijke vrtjheld. Krenking der godsdienstige gevoelens Is de rechtsgrond voor het ontwerp. Onzekerheid brengt dat allerminst, omdat de vonniomeohrU- "Ing van het delict nJet ontbreekt. De aan egeven rechtsgrond betreft Iets, dat ln strüd i met de openlbare orde. De smalende gods lastering wordt gekwalificeerd door de kren king der gevoelens. In het algemeen kan het weren van kren kingen niet de taak van de overheid zün. Zelfs voor krenking van dierbare godsdienstige ge voelens kan ln het algemeen geen appèl op de rechtsmacht worden gedaan. Wil men Iets be reiken. dan schiet men met kwalificaties niets op. Zelfs niet met het „onduldbare" van den heer Slotemaker de Bruine. Noodlg ls voor de rechtspraak een zakelijke omschrijving om strafbaarstelling mogelijk te maken. De Mi nister vond die omschrijving ln smadelijke godslastering* De Staat erkent ln velerlei uiting God. maar niet ln concrete bepaaldheid, doch ala hoogste Opperwezen, de ZtJnde. De Triniteit ls hlePbU Inbegrepen. De Minister verdedigde daarna de keuze van den term: smalende godslastering. Gemeenzame uitdrukkingen over heilige dingen bedoelen niet te smalen en vallen dus niet onder de >rmomechrUvlng. By smalende godslastering heeft zoodanige reohtsschennlB plaats, dat de overheid geroe pen ls op te treden ten einde anderer mate rieels godsdienstvrijheid te beschermen. De gekozen beperkte strafbepaling vloeit voort uit de rechtsldée; godsdienststrijd zal er nleit door worden ontketend. Is het terrein te beperkt? Ja, als men ln be ginsel alles onder de staatsmacht acht te staan. Wie niet op dit standpunt staat, zal omdat de overheid haar eigen ten-eln heeft toegeven, al wil dat niet verboden Is, geoor- dle beperking zeggen, dat alles wat loofd ls te achten. De bezwaren van de heeren Peereboom en Zandt staan volkomen bulten hét ontwerp. DE ONDERGANG DER ..GEORGES PHIL1PPAR" nutteloos. Tooh ging de Minister eenlgerm Dat de Minister graag vaa het ontwerp zou af willen zooals de heer Marchant had be weerd mist allen grond. t werd bereikt. naai rekenschap zal worden gevraagd ran wat hy deed met de hem toe-betrouwde nacht, hy zal mogen hooren: gy deedt uw r hun Instemming c De heeren W tl n k o o p (Comm.) en E e r nans (Lib.) bleven zich tegen het wetsoi i-erp verklaren. Prof. V i s s c h e r (A.-R.) roemde de schltte- den Minister; hU zaJ gaarne •etsontwerp Bter Voorts hield hy de S.G.P. haar Inconsekwenties aanvaarden de elschen van het Oude Testa ment niet, waarover zü spreken en negeei volkomen de houding van den Hoere Jezus tegenover het O.-Teslament. En wat het be roep op de vaderen en de plakkaten betreft, dat beteekent heel weinig. Er waren wel plak katen, maar de toepassing er van had veelal niets te beteekenen. Degenen, die troffen zouden moeten zün. hadden er weinig i God te getuigen, i de heer Marchant achtte de heer ------ mini8ter op ien en voorat nei stot naa 1 Maar niettemin werd de i hier bedoeld op te treden; noodlg ls losmaking van geesteiyice krachten In de maat j| ording tegen sen harts toch telt) ke. len godsdienst, die de kapitalistische fari- d voor van den heer LIngbeek op de rede voeringen van de heeren Kryger en Heemskerk Het ls ln den ouden styi. Een deel van het nuscrlpt was zuiver van de hand van de ige atgervaardlgde der H.G.S.: het viel te grip. Den voorgestelden weg kon hy eigeniyk -'et gaan, De^ heer Zandt (S.G.P.) sprak als de vorige (C.H.) bestreed de be- W<De^ heer K r y g sohouwlngen van de hi Nadat ook do heer K e r s te n (S.G.P.) de >mUieMruzle nog «ven had voortgezet, dupll- Met bestrijding van het communisme als zoo danig heeft het wetsontwerp niets tc maken. Het ls gemaakt, nadat de minister de overtui ging had gekregen, dat 't recht een taak had de uitingen, waartegen het vloeiend zynde. Het verschil geldt de taak van de Overheid maatschappy als d* i geplaatst heeft, die ln geesteiyke zaken ln bestaande, waarin God in andere Ls dan die, waaraan de heer Zandt De heer .81 o t e art. 1 de woorden „door sm Godslastering op" te vervangen door de Ji „op onduldbare". had. Het amendement Is niet practisch hanteerbaar. Minister Donner merkte op, dat „on duldbaar" geen omschryving, maar een kwali ficatie ls en Juridisch niet te gebruiken. Het i het artikel ls het toch niet gehouden tot hedenmiddag by den aanvang der EERSTE KAMER STEUN AAN DE MELKVEEHOUDERIJ Gisteravond vergaderde de Eerste Kamer, De Voorzitter deelde mede, dat 't wets ontwerp betreffende tydeiyke maatregelen tot - oudery wegens grootlng voortgeze heden het verbeteren van de Poldei BelJerlajid; 2. Wyzlglng en verhooging van het footing voor *81 xlngswet. 1 en 2 werden zdi.st. annge- 8 betreurde Mevr. Pothui s Smit (S.D.), dat geen vrystelling van In- kwartlering zal worden verleend wegens ge wetensbezwaren. De fractie r*-**--■ GIUSEPPE GARIBALDI DE ITALIAANSCHE VRIJHEIDSHELD (SSi 2 JUNI <93i Deze beleende Italiaansche vrijheidsheld overleed 2 Juni 1882 op Caprera, het geiten- edland. Hij werd 22 Juli 1S07 te Nice geboren in dezelfde kamer hij is er later erg trotsch op waar de beroemde veldmaarschalk Massena het levenslicht aanschouwde. In 1831 was door Giuseppe Mazzini het jonge Italië „la Giovine Italia" opgericht, met gloeiende ijver zich wijdende aan de be vrijding van Italië aan 't Oosten rij ksche juk. Als in 1834 Mazzini zijn beroemden tocht naar Savoye wil beginnen om rich van de vesting San Guliane meester te maken, om van daar den opstand van de geheele pro vincie op te wekken, zet Garibaldi met een aantal kameraden aan boord van het fregat „Euridice" een samenzwering op touw om het schip te bemachtigen, het arsenaal van Genua te bezetten, om zoodoende Mazzini te steunen. De samenzwering wordt ontdekt. Garibaldi weet te ontkomen en vlucht naar Frankrijk. Daar hoort hij van den opstand van den staat Rio Grande de Sul tegen Brazilië. Dat is een kolfje naar zijn hand. Hij gaat naar Zuid-Amerkia, doet mee aan den opstand, geeft bewonderenswaardige staaltjes van heldenmoed, wordt gevangen genomen, ge marteld, zijn arm doorschoten, wordt eerst een jaar later ontslagen, nadat hij te ver geefs een poging had gedaan om de gevan genis te Brazilië te ontvluchten. Zijn strijd? lust is nog niet gedoofd. Weer vecht hij te gen Brazilië. Vermeertert Porto Allegro. Ge durende den veldtocht ontmoet hij een jonge Creoolsche. Anita. Hij wordt verliefd, trouwt haar. Zij werd de moeder van Anita, Ricci- otti en Menott Garibaldi. Zij bleef hem trouw tot in den dood, volgde hem in den strijd, neemt aan de veldtochten deel, als een trouw kameraad. Later keerde Garibaldi terug, vormd een Italiaansch Vrijheidscorps met hetwelk hi. de gevechten bij Cerio en Sam Antonia won en daardoor de vrijheid van Uruguay ver zekerde. Na deze veldslagen decreteerde do regeering van Montevideo, dat de datum van den veldslag bij San Antonio en de naam van Garibaldi met gouden letters wor den geschreven op het vaandel van het Itali aansche legioen. Op 24 Juni 1848 landde Garibaldi te Ge nua, waar hij met gejuich werd ontvangen. In een geveaht tegen den Oostenrijkschen veldmaarschalk Radetzky werd hij echter verslagen en moest naar Züid-Italië vluch ten. Na den val van Rome gaat Garibaldi met 4000 man door Italië, steeds achtervolgd door Fransche, Oostenrijksche. Spaansche en Na- politaansche soldaten, om zich te voegen bij de verdedigers van Venetië. Hij bereikte met heel veel moeite, terwijl zijn vrijwilligers- sohaar zeer is gedund San Marino. Hier gaat men uiteen. Garibaldi, steeds -vergezeld van zijn moedige vrouw, vlucht in de wou den van Ravenna. De Oostenrijkers vervolg den hem en velen van zijn volgelingen wer den gevangengenomen en gedood. Anita stierf op die vlucht. Van haar sterfbed moet hij vluchten, want de Oostenrijkers waren zeer nabij. Hij gaat over Italië, door alle klassen der bevolking geholpen, over To? cane, Tiemont om eindelijk naar Amerika te gaan. De rustelooze werd nu scheepsbevrachter en vrachtschipper. Tot 1854 bleef hij daar, vergaarde een fortuintje, ging naar Capre ra, liet een huis bouwen en wachtte do ge beurtenissen af. Want de nu zevenenveertig jarige kan nog niet de rust vinden. Daar breekt in 1859 de oorlog tusschen Frankrijk en Oostenrijk om de bevrijding van Italië uit en daar viel weer wat te vechten voor den man. Hij omgordde opnieuw het zwaard en werd bevelvoerder over een troep Alpijn- sche jagers. We kunnen hier niet uitvoerig stilstaan bij den Italiaanschen veldtocht, waaraan Garibaldi deelnam en meevocht Wij her inneren slechts aan zijn beroemden tocht naar Napels, waar zijn roodhemden den ko ning en het hof op de vlucht joegen. In 1866 vecht hij weer tegen Oostenrijk, welks leger hij verschillende malen versloeg. Dan gaat hij op eigen houtje tegen den kerkelijken staat strijden, die, volgens de bepalingen van het verdrag van 1865 van Fransche troepen is ontbloot Dat kan de Italiaansche regeering, voor het oog van de wereld, niet toelaten. Garibaldi wordt bij Sinaluaga gearresteerd, weer spoedig vrijgelaten, om opnieuw zijn geluk te be proeven tegen den kerkelijken staat Octo ber 1867 veermeestert hij Monterobonde, maar wordt 2 November door Pauselijke troepen verslagen en gedwongen naar Ca prera terug te keeren. Garibaldi is ruim zestig jaar. maar als in 1870 de Fransoh-Duitsche oorlog wenkt, dan gaat hij weer op 't oorlogspad met zijn vrij willigers tegen de Duitschers, met de Fran- schen, die hem zoo dikwerf hebben gedwars boomd. Hij brengt het Duitsche leger eenige klappen toe bij Chatillon, Audin en Byon, maar moet ten slotte voor de zegevierende Duitsdhers vluchten. Hij beleeft de beleg- ÏVOENSDAG 1 JUNI i NCRV: H. O. V. try: BBC-orkest i NCRV. H. a V. hau: Piano-recital sum VARA: Orkeet i NCRV: Gr: i NCRV: H. Sturing: Onkruid, n land- en tuinbouw NCRV: Causerie A. Stapelkamp NCRV: J. J. F. Herrmann: Kai 19.30 Hu 19.45 Hu 21.50 Hl 1 vers u m VARA: Persberichten 22.00 Hulzen NCRV: Persbjaucluen DONDERDAG 2 JUNI Huizen KRO: Morgenconcert l Hilversum AVRO: Gramofoonmuaielc Hulzen NCRV: Gramofoonmuzlek Huizen KRO: Gramofoonmuzlek Hilversum AVRO: Sollstenoonc^rt Hilversum AVRO: Kamerorkest Huizen KRO: Orkest Kalundborg: Strijkorkest sum AVRO: Kinderkoorzang Langenberg: Vesperconcert i Hilversum AVRO: Klein orkest Sullen NCRVPianorecital i Warschau: Solistenconcert Londen R.: BBC-orkest Hilversum AVRO: Plano-duetten Hulzen NCRV: Apeldoornsch Chr. M&n- NCRV: Ziekendlenst Ds K. E sum AVRO: Mevr. van Dijk: NCRV: Zlekenuurtje: De J. W. sum AVRO: Dr v. d. Stajp: Slecht Mevr. J. C. van Amstel: De Hulzen NCRV: H. D. Trimpe: Aan Zuid- Limburgs berggrens Hilversum AVRO: Mr P. J. Oud: L.O.- wetgevlng ging en de inname van Rome en ziet einde lijk de bekroning van zijn werk, doordien Rome tot hoofdstad van het koninkrijk Ita lië wordt verheven. Hij wordt in 1874 voor het Italiaansche parlement gekozen, weigert eerst met ver ontwaardiging een geldsom van 40.000 pond en een jaarlijksch pensioen van 2000 pond, maar neemt het later aan, als zijn krachten hem begeven en de last der jaren wordt ge voeld. Nog gaat hij in 18S0, naar Milaan, om het monument aan de eenheid van Ita lië gewijd, te onthullen. Dan volgt 2 Juni 1882 zijn dood. KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR AMERIKA door O. TH. BOTMAN 13. De kapitein en zijn twee neven kon den gelukkig zwemmen als ratten en ston den een paar minuten later druipnat en zwart van den modder weer aan den kant. Maar waar was tante Ophelia? „Daar gaat ze!" riep Koos opeens uit En waarlijk, op 'n honderd meter afstand dreef de arme vrouw op het omgekeerde bootje weg. 14. Wat te doen? Door den sterken stroom dreef het bootje veel te snel om het zwemmende in te halen. Wanhopig holden onze drie wereldreizigers naar de naaste boerderij, die evenwel een half uur ver weg was. En toen ze er eindelijk buiten adem aankwamen, hadden ze er nog niet eens een telefoon ook (Wordt Vrijdag vervolgd.) DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA I .(76 kleine golf van Stenla buigt op die igte landwaarts in, en terwijl Sergius hik ens voortdreef, kwam een boot te mohijn en schoot om het voorgebergte a. Te midden van guirlandes en kran- taten de zangers, en zongen op de maat hun riemslag. Het refrein werd bege- door cithers fluiten en hoorns. Het eepje hield noordwaarts aan zoodra het ten de golf was; toen kwam een tweede tje, en nog een, en weder een, gevolgd r vele anderen, alle met bloemen ver- d en vol mannon, vrouwen en kinderen, muziek maakten. Altemaal vissohers! zeiden de roeiers, iirop Sergius antwoordde: Ja, prinses geeft een feesL Sluit u bij hen aan, ;a er ook heen. lel gezang en de bloemen brachten gius weer in zijn gewone stemming, en i later nog meerdere, eveneens bekranste ten zioh bij hen aansloten, deelden de dhartige lieden hem van hun bloesem al mede, zoodat hij, toen Therapia ln 't it kwam, als een der hunnen was. 'elk een schouwspel bood de baal van irapial Honderden en honderden bootjes, de stad met vlaggen versierd. Er werd imgen en gelachen; kinderen schaterden uit van pret; jongens en meisjes ver akten zioh onderling. Byzantium mocht in val zijn, haar provincies mochten afval- haar roem mooht tanen, de dwaasheden het hof des keizers, het zich terugtrek ken der beste krachten binnen kloostermu ren, de neiging der edelen voor intriges, dat alles mocht het droevig einde verhaasten, de liefde van het volk voor pretjes en feest dagen bleef bestaan. De smaak is erfelijk. In niets is een Byzantijn van den huidigen dag een klassieken Griek zoozeer gelijk, als Ln zijn fijngevoelige waardeering van het söhoone, zoodra men hem slechts vrij spel laat De roeiers baanden zioh met beleid een weg door het vroolijk gewerr>Ai en zet ten hun passagiers af aan de marmeren kade, vlak bij de aanlegplaats der prinses. Het volk ging ongehinderd in en uit, rier- gens was een wacht te zien. Dat zij zich ge lukkig voelden was duidelijk te merken. De mannen waren voor het grootste ge deelte zwart gebaard, bruinverbrand; stevige knapein, in ruime zwarte broeken, met roode sjerpen en lichtblauwe geborduurde kieleh, een witte muts op het hoofd. De beenen wa ren onbedekt, de voeten van sandalen voor zien. Hun oogen straalden, hun bewegingen waren vlug, hun geheele voorkomen was op gewekt. Velen van hen droegen amuletten aan een zijden lint om den hals. De vrouwen droegen kleine sluiers, maar meer als kap sel en voor den schijn. Over een wit hemd droegen zij een kort jakje zonder mouwen, voorts een kleurigen rok met kon-d afgezet, en sandalen met koord boven de enkel 'vast gebonden; »eer schilderachtig om te zien. Sommige Jonge meisjes deden deuken aan de bekoorlijke mimfen van Hellas, maar het meerendeel der vrouwen was uiterlijk vroeg tijdig verouderd, en bewees onwillekeurig door stemgeluid en gebaren, dat visohvrou- wen overal dezelfden zijn. Iets aan den rechterzij post van de poort beneden het paviljoen trok de aandacht der feestelingen. Toen Sergius naderde vond hij den weg versperd door een groep mannen en vrouwen, die een levendige woordenwisse ling voerden, en de richting hunner oogen volgende zag hij de ons bekende koperen plaat. Wat er op stond was even onbegrijpe lijk voor hem, als voor de anderen. Het zag er Turksch uit, het kon echter ook Arabisch zijn, misschien waren het slechts teekens, geen letters. Hij bleef even staan luisteren naar de ver schillende gevolgtrekkingen. Daar verscheea een zigeuner met zijn beer, gevolgd door een troepje joelende knapen. Hij bleef staan toen hij de plaat zag, en boog er verschei dene malen zeer diep voor. Kijk eens naar dien zigeuner, riep een visscher. Hij kun ons zeggen wat het ding beteekent. Vraag net hem dan! Ja, ik zal het doen. Heidaar, zeg eens, man zonder godsdienst, met je beer! Kunt go ons ook zeggen wat dat beteekent? Kom wat dichterbij, dan kunt ge beter zien! Ik behoef niet dichterbij te komen, Ik kan het zoo heel goed zien. Maar ik ben niet zonder godsdienst Ik belijd niet alleen dat ik in God geloof, maar ik doe het werkelijk. Dan is alles in orde, antwoordde de vis scher. Vertel ons dan maar wat die plaat beteekent. Met plezier. De jonge Mohammed, zoon van Sultan Moerad, de zigeuner boog .liep bij het uitspreken van den titel is mijn Hier onderbraken de omstanders hem met luid gelach, maar hij vervolgde: Hij resi deert in Magnesia, de hoofdstad van een bloeiende provincie, waarvan hij de gouver neur is. Nog nooit was eenig regeerend vorst zoo beleefd voor zijn volk, en hij is zoo verstandig, omdat hij zoo geleerd is. Hij weet dat de ware kracht van het vermaak in af wisseling bestaat. Luisterde hij uitsluitend naar zijn leermeesters in philosophie of wis kunde, dan zou hij even dwaas worden als zij; daarom gaat hij op de jacht, en neemt deel aan wedrennen en ridderspelen. Ook stelt ihij wel eens een reizenden minnezan ger voor, en niet zelden gaan Jokard en ik op audiëntie in zijn paleis. Een zeldzaam verstandig vorst ongetwij feld, maar ik vraag niet naar hem. Die plaat, man, die plaat! Wat beteekent die? Er zijn tweeërlei soort van dwazen, dat Wil zeggenAls een wijze dwaas een alle- deagschen dwaas antwoordt, is zijn inleiding altijd uitvoeriger dan zijn betoog. Allen juichten den zigeuner toe, en hij ver volgde: Mijn Inleiding hebt gij gehoord, nu zal ik u verder antwoorden. Lit zijn borslzak bracht hij een stuk brons te voorschijn, veel kleiner dan de plaat op de poort, maar overigens geheel hetzelfde. -— Ziet gij dit? vraagde hij, het stuk brons omhoog houdende. Allen keken van de eene plaat naar de andere en allen riepen: Ja, precies gelijk, maar wat zou dat? Dat zal ik u zeggen. Jokard en ik kwa men op zekeren dag hij den prins om voor hem *e dansen, en bij het weggaan gaf hij mij een be' rs met goudstukken on aan Jo kard dit paspoort. Waarom? Wel, onder de Turken werden wij dikwijls door booze lie den met steenen en vuil gegooid, maar als wij nu bij een stad komen bind ik dit aan Jokards halsband, en dan is ledereen vrien delijk tegen ons. Wij eten en drinken en worden goed onthaald, en niemand brengt ons iets in rekening. —Is het dan een tooverplaatje? O neen, zei de zigeuner, of er moest tooverij zijn in de liefde, die een volk zijn aanstaanden Sultan toedraagt. De plaat wil zeggen, dat Jokard en ik onder bescherming staan van prins Mohammed, en dat is ge noeg voor de Turken. Met die poort is het 't zelfde geval. Door dat teeken weet ik, dat die poort en de tuin en de bewoners ondei zijn bescherming staan. Maar de cene be leefdheid is de andere waard, en daarom moet gijlieden mij op uwe beurt antwoorden. Wanneer is prins Mohammed hier geweest? Prins Mohammed? Nooit Jawel, dat moet zoo zijn. Waarom? Om die koperen plaat Wat bewijst die dan? Ja, ja, antwoordde de man lachend. Jokard en ik zien heel wat in de wereld en leeren heel wat menschen kennen. He, Jo kard? Maar dat is goed voor ons, en gij weet, mijn vriend, voor elke noumia kan moa overal een solidus krijgen. Goed, goed. Ik zal je een noumia geven, als gij mij de zaak verklaart Een koop, een koop, onder getuigen! Hij zag den kring rond, als om do lieden tot getuigen te nemen, en zeide: Luister. Ik herhaal, die plaat bewijst dat prins Mohnm med hier geweest is in eigen persoon. Daar hij aan zijn jjolk vfil doen weten, dat hij alles wat tot dit perceel behoort, den eige naar er onder begrepen, onder zijne hoede genomen heeft, heeft de prins zijn handtee- kening gezet onder de proclamatie. Proclamatie? Zeker, gij moogt dit een koperen plaat noemen, maar niettemin staat er Mohammed op geschreven, en omdat zulk een gunstbe wijs zijn naam moet dragen, heeft hij alleen ze te zijner beschikking. Niemand anders, behalve de groote Sultan, zijn vader, zou er een kunnen geven. Jokard kreeg het zijno rechtstreeks uit do hand van den prins, en daaromhoud je noumia maar vast kiaar vriend,moet de plaat op deze poort vast gespijkerd zijn door den prins in eigen per soon. De visschers waren voldaan, en het was merkwaardig te zien hoe belangwekkend de plaat voor hen werd. Zij hadden genoeg ge hoord van Mohammed, den vermoede! ij ken opvolger van den vreeselijken Moerad. Zij kenden hem als een geweldig krijeer. Zij twijfelden niet of hij was werkelijk bij de poort geweest, en de vraag rees hij hen op: Met welk doel? NaAr de plaat to kijken was bijna even goed als naar don man to kijken. Zelfs Sergius scheen dat gevoel te deel en. Om beter te kunnen zien veranderde hij van plaats, ten prooi aan de tegenstril- digste gevoelens. Prines Irene, haar eigendom, haar be dienden, onder bescherming van den Mos- '•mdat was duidelijk. Maar wist zijzelve er van? Had zij den prins ontmoet? Dat wierp een nieuw licht op het oordeel. d<x>r den Abt uitgesproken over haar weigering om Therapia te verlaten: een verzoeking voor den ruwen ongeloovigo aan de overzij. .(Wordt vervolgd.)!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3