ZATERDAG 28 MEI 1932 DERDE BLAD PAG. 9 TWEEDE KAMER STRAFBAARSTELLLNG VAN GODSLASTERING DE ZOOVEELSTE SOC.-DEM CRISIS-INTERPELLATIE Vergadering van 27 Mei 1932. OVERZICHT Alle partijen hebben zich thans over mi nister Donner s Godslasteringsontwerp doen hooren; ars. Dinsdag zal de minister ant woorden. De heer Marchant stelde zich eveneens op j,et standpunt van degenen, die de voorge stelde straflbepalingen ongewenscht en on nut en dies overbodig achten. Intusschen nu het een verkeerden indruk zou maken indien het wetsontwerp verworpen wordt, hij niet ongeneigd om mee te werken tot )ïet zoeken van een hem meer bevredigende redactie. Echter werd reeds bij voorbaat die van den heer Slotemaker de Bruine als veel ruim afgewezen. Prof. Slotemaker zette zijn bekende stand- junt uiteen; de woorden „smalende gods lastering" zijn hem, omdat het een zoo ver heven zaak geldt, een onoverkomelijk he rwaar. Wel wil hij het op onduldlbare wijze irenken van god-dienstige gevoelens straf baar stellen. Helder was het betoog niet oor wie weet te onderscheiden. De H.G.S.-man, de heer Peereboom. hield rijn maidenspeech, die opvallend veel in rorm, zinsbouw en woordkeus aan zijn voor- ■anger herinnerde. De gebruikelijke onware rerwijten aan de rechtsche groepen ontbra ken in deze rede evenmin als ze bij den leer Lingbeek mankeerden. De valsche foorstelling werd weer gegeven alsof het le christelijke partijen zijn geweest, die de ipenbare school van zijn bijbel hebben be- oofd. De heer Peereboom nam zulks als ait aan en redeneerde nu eenvoudig aldus: too lang de bijbel niet op de openbare chool terug is, daar van het evangelie niet lesproken wordt, wil ik voor de onwetenden p den koop toe geen dwangbuis gereed ma ken en dus stem ik tegen het wetsontwerp. Met een „bravo" begroetten de heeren Wijnkoop en de Visser deze onverwachte tudp. Met warmte en in een taal, die het hart aakte, verdedigde de heer v. Wijnbergen iet ontwerp. Deze R.K. voorman deed in loeke woorden belijdenis van de souverei iteit Gods en wees er op van hoe groote eteekenis het is, dat in ons openbare leven e Gods-erkenning blijft gehandhaafd en Bgen lasterlijke taal over God wondt opge lden door de overheid. Van den heer Slo- imaker de Bruine, die behoort tot een par- j, welke in haar program vordert dat de verheid belijdenis doe der christelijke re gie, begreep hij niets. Aan het getuigend arakter van het ontwerp hechtte Baron v. /ijnbergen groote waarde, al had hij voor icK persoonlijk liever gezien, dat de minis- ir zioh gesteld had op het standpunt der jmmissie-Ridderhos in haar rapport van )24 over „Strafbepalingen tegen Godslaste- ing en vloeken" welke oommissie de vol- tnde formuleering eener strafbepaling aan e hand deed: Hij, die door woord, geschrift I afbeelding zioh jegens of over God open- Ik op hoonende of smalende wijze uit wdt als schuldig aan Godslastering ge- raft met enz. Deze redactie heeft inderdaad veel aan- kkelijks. Een wonderlijk-verward betoog hield de eer Zandt. Natuurlijk deugde er van het etsontwerp niets, omdat het naar de mee- ng van den heer Zandt godslastering niet s zoodanig strafbaar stelt. Ook alle onge- ofspropaganda moet verboden en de ware iligie gesteund worden. Het onsohriftuur- ke standpunt der S.G.P. ten opzichte van t 36 der Ned. geloofsbelijdenis speelde er weer parten. In dit opzicht is de heer mdt volmaakt Roomsch. Ook betreuren we et, dat hij alle reëelen zin voor de historie ist. Zijn beroep op de plakkaten tegen linoza is eenvoudig lachwekkend voor wie i praktijk onzer vaderen kent. Die practijk el veelal erg mee voor de naast betrokke- m. Zoowel Cartesius als Spinoza hebben ons land een rustig leven gehad. Ook de S.G.P. kwam in haar conclusie jna bij het „tegen" der godloozen uit De ier Zandt wist n.l. te beredeneeren, dat het Etsontwerp een tegemoetkomen is aan en daarom voelde hij zich bezwaard voor te stemmen. Maar dan moet hij 'ijnkoop in de armen vallen bij deze prin- )ieele zaak, waarvan de Communist ver aarde, dat zij speciaal gericht is tegen het dslasterlijk geschrijf van die zijde. Maar misschien we hopen het krijgt heer Heemskerk gelijk, die nog even het »rd voerde, nadat de heer Krijger zioh n zijn partijgenoot Slotemaker de Bruine ld losgemaakt. Mr. Heemskerk, die allereerst zijn instem ing betuigde met het wetsontwerp, heeft :h daarbij gericht tot den heer Peereboom met een kracht, die toonde hoezeer zijn ile wezen gloeide van gerechte veront- lardiging, diens valsche beschuldigingen ewezen, omdat, op de openbare school bijbel niet tot zijn recht kwam, is de rijd voor de bijzondere christelijke school tbrand, met als resultaat, dat ons volk n scholen met den bijbel heeft gekregen, ïe het anders zegt, draait de feiten om. Nog erger is het om aan deze verdraaide fei ten vrijheid te ontleenen om als christelijke politiek voor te stellen het maar laten be gaan van zeer onchristelijke gedragingen! Zij, die beweren het monopolie van het Christelijk geloof te bezitten, moeten maar toonen of ze den moed hebben tegen dit ontwerp te stemmen, zoo besloot mr Heems kerk. De soc. dem. hebben bij monde van den heer Kupers bij den aanvang der vergade ring een crisisinterpellatie aangevraagd. Minister Verschuur heeft blijkbaar niet veel beters te doen dan Kamervergaderingen bij te wonen en interpellaties te beantwoor den. VERSLAG ïrkverschaffing, hi Interpellatie-Kupers. verlof tot lnter- n de Inkrimping: t verin, gren der i werklooze arbei ders, de verdeeling van de kosten der werkloc- heid tusschen rt)k en gemeenten en de bevorde ring van den woningbouw en andere middeler ter bevordering der werkverschaffing. Op dit verzoek wordt Dinsdag beslist. lgens voortzetting dei het beraadslaging De heer MARCHANT (v.d.) was van oordeel, at het wetsontwerp een sport in het leven kan t om hetzelfde doel te a 6telling omtrent de verhouding tusschen gods dienst en wetenschap door den heer Wijnkoop gegeven, is onjuist en reactionair. De ontwik keling is den heer Wijnkoop tientallen jaren vooruitgegaan, hü is stil blüvcn staan, daar waar hü voor een kwart eeuw stond. De toeleg der communisten moge eenlge kans op slagen hebben onder een onbeschaafd of half beschaafd volk, maar in Nederland slaagt zulk een actie niet. Zelfs niet geheel in Rus land volgens de laatste berichten. Het ware beter indien de Regeering met het wetsontwerp dat gelegenheidswetgeving is, nooit gekomen ware. Terugnemen of afwijzen er van brengt echter eigenaardige moellükheden. Het wets ontwerp richt zich niet tegen een nieuw, maar tegen een herleefd oud verschijnsel. „De Tri bune" bereikt met haar grove stukken en plaat jes niets: beter ware geweest indien de pers er heelemaal over gezwegen had. Die dingen slaan hier niet in en sterven dan hun eigen .tgeving is niet noodig op zichzelf, maar wordt om opportunistische rede nen opgezet. De gekozen vorm van strafrech telijk optreden is allerminst doelmatig en daar om ware onthouding beter geweest. Het amen- dement-Slotemaker de Bruine ls nog onbruik- De tekst van het Dultsche Strafwetboek, waarop de heer Visscher zich beriep, stelt op den voorgrond het „ergernis geven". Dat staat veel verder van het principe af dan hü meende, dat de minister was. De formatie der Regeering Is 'n beetje tweeslachtig: godslastering en het krenken van godsdienstige gevoelens komen er In voor. Men kan den onzlenlüken God niet be trekken in de bescherming der menschelUke rechtsorde. Dat ls redel" lens worden beleedigd. Het godsbegrip loopt I i. dan d; kunnen i gaan begevet menschen. dan dat men nen ontleene hét terrein ver uiteen onder de :r een strafbepaling De strafrechter zal er theologen kunnen Wat is geloof aan God? Moet dat Juridisch worden uitgemaakt? Moet onderzocht of een verdachte aan God gelooft? Hoe moet opzet Godsdienst lende en nlet-smale dingen zün niet uit 1 Hanteering der be«r nisten zal schadelük zün voor 1 het volk. - ■J-_. de Regeering op het oog heeft; zlin strafbaar, maar haar voorstel ls on- Toch ls verwerping van het wetsontwerp on geraden en daarom wil de heer Marchant mee werken aan een bepaling, die niet door bezwa ren gedrukt wordt. Het amendement-Slotema- ker kan daartoe niet dienen. Zün „Onduldbaar" is vrpwel gelük aan wat de minister formu leerde. Men zou kunnen volstaan met te bepa len. dat strafbaar zal zün hü. die opzettelük den godsdienst bespottelijk maakt. Meer niet voorstel ware echter het zoo vlug mogelük verge- strafbaar zal zün hü. die llenst bespottelijk r Verwerping van het voorstel allerbeste en da ten. De heer SLOTEMAKER DE BRUINE (c.h.) weet zich met dezen minister in vele opzichten geestvervant: *--■ 1 leed ditmaal van meening. De heer v. d. Helde sprak veel over dingen, die niet in de Kamer, maar in kerkeiüke ver gaderingen thuis hooren. Den heer Wünkoop actie der godloozen in Rusland de diep-mystieke Russische volksziel van moeten verschillen In staat is JWBGH- si ligle te ontledigen. Misschien komt nog dag. dat het Russische volk. met r dichter van onzen tüd. zal inzien: is het einde van onze woestenü. De groote fout van het ontwerp ls de twee slachtigheid, minstens onzekerheid, die eigen- lük erger ls dan een fout. als zü bü het be- oordeelen van een delict betrokken zal worden. Moet de overheid op het openbare terrein de waarheid handhaven? Moet er alleen zün vrü- held van gelooven of ook vrüheid van belüden. De S.G.P. en de R.K. staan, ideaal gesproken, op hetzelfde standpunt: practlsch aanvaarden echter de R.K. de vrüheid van gelooven en be lüden. De waarheid ls. maar met uitwendige mid delen mag zulk een geestelüke uiting niet wor den gehandhaafd. Geestelüke goederen bren gen met zich een afzien van den sterken arm tot handhaving van die geestelüke goederen. Dat was in den Reformatiefüd ook het stand punt van Willem van Oranje. Het ontwerp poogt onze geestelüke vrüheid niet te raken maar de bepaling over godslastering brengt toch onzekerheid. Het wil de openbare orde mede beschermen; dus bulten het verheven doel: beschermen van godsdienstige waarden, ls er nog iets. Er zün juristen, die in het ont werp wei de godslastering vinden als afzonder- lük delict, hoezeer ook de minister spreekt van: „smalende godslasteringen", (die) voor gods dienstige gevoelens krenkend zün". Dat is onze kerheid. ja tweeslachtigheid. Ook in C.H. kring ls gevraagd strafbaarstelling van godslastering op zich zelf. De minister doet dat niet. maar maakt haar tot element in een groot geheel. tutief. Bedoeld worden allerlei beschoi heid niet erkennen, de strafrechtspraak chouwingen. die de Drleëen- i. uitgeschakeld. Men zaJ Id op deze wüze tot probleem Objectief. Wa: r de rechtspraak te maken. heeft dan la! i allerlei s erlng daarmee verband houden, voorwerp van debat worden in de rechtzaal? Wanneer is godslaste ring smalend of niet-sraolend? Op zulk een ontwerp kan de Kamer geen prüs stellen. Te minder als men denkt aan het stui tende, dat In de rechtzaal zal kunnen gaan ge schieden bü behandeling van delicten. Beslist moet wat „smalend" is. En hoe met allerlei R.K. uitdrukkingen, die van gemeenzaamheid met heilige dingen spreken? Zc bedoelen niet God te smalen, maar men kan ook zün gods dienstige gevoelens er door gekienkt achten. Misschien verandert echter het oordeel als men de godslastering wegneemt en alleen gaat aen verdedigen. strafrechterlük optreden kun- volk niet igen lastig vallen. Eerst n zün herzien en het evangelie godsdlcnstlooze school het volk op di teruggeget 36 wi .n Gods Heilig Woord. wordt bü dit wetsontwerp verloochend: godslastering chr.-hlst. willen en nog den i ■an straffen Om den mensch, niet om God Almachtig gaat dit wetsontwerp en daarom ls de H.G.S. er tegen. De heer v. WIJNBERGEN (r.k.) had liever gezien, dat godslastering zonder meer was strafbaar gesteld, op den voet van het advies van de Commissie-Ridderbos dat in 1924 uitge bracht is aan de anti-rev. partü- Maar dat ls niet meer te verkrüften en aan wat de minister bood. zal hü gaarne zlin stem geven. In feite wordt smalc-nde godslastering strafbaar gesteld Het wetsontwerp bedoelt geen enkelen gods- id karakter van den Neder- echter niet geleidelllk ver- awunen. viel die erkenning weg. dan vielen ook het gezag en de grondslagen der rechtsorde weg. Om die reden is ingrijpen van den straf rechter geoorloofd. Nederland mag nog steeds genoemd worden een christelijke natie. De er- we" niet als" f ra n J e b e "ch ouwem\rerwonderfng wekken daarom vooral de bezwaren van den heer Slotemaker de Bruine, wiens partü In haar Iseht. dat de ovérheid belüdeni landschei .•hristelüke religie, zelfs door Instelling van i theologische faculteit op den grondslag der baring. Het is voor ons volk van betee- zlch nog hecht aan kend. nbare eeds. Maar rechterlpke macht redt zich wel en JS SS?' v. Wünbegren heeft het ont werp voor 'n goed deel een getuigend karaktei Ook dat ls voor hem van groote waarde. Var overwegend belang is h. krachtige actie .m. t de stenen en van aller loge zün bescherrr een wereld, die i nde. dat het ter- t al de eeutven door wordi Prof. Visscher prees de Dultsche wetgeving aan, maar deze Is waarlük niet beter. Het ontwerp rust niet .op het standpunt der reformatoren, maar op het menschelük gevoel. Met de gereformeerde belüdenls js het ontwerp In strüd; het verzet zich niet tegen allen god loozen aanslag op Gods waarheid Ongeloofs- propaganda blüft ongemoeid. Godslastering wordt wei genoemd, magr niet als zoodanig strafbaar gesteld. Daarvoor wordt het moeilük godslastering te straffen. De minister wil de geestelüke vrüheid on aangetast laten. Maar dat ls de vrüheid ook voor de dwaalgeesten. Daar wilde onze vaderen niet van weten; dat bewpzen de plakkaten te gen Spinoza. Dwangmiddelen wil de heer Zandt niet, maar evenmin llbertünsche vrüheid. De Gereformeer de confessie moet gehandhaafd worden. Over- eden moeten den waren godsdienst steunen. Gevraagd werd of de minister zich bü het :rafbaar stellen van de lastering der Drieëen- eld stelt op het standpunt der bclüdenis van Athanasius en of Arianen strafbaar zün en zij. Heiligen Geest lastei •ill gen Geest lasteren, iontwerp is tegemoetkomen De S.G.P. voelt zich dies bezwaard haar anXe*in iaal in de war. i woorden. Roomsche Peerert>i_. beweerde dat de c de school hebben genomen. Dat onjuist. Met art. 36 der Ned. Geloofsbelüdenls hebben de anti-rev. nooit Iets te maken gehad. Dr. Hoedemaker noemde godslastering een misdaad, die strafbaar gesteld moet worden. Deze uitspraak Tot het ontwerp komende, verklaarde de heer KrUgrer. dit toe te Juichen. De feiten nopen tot dezen maatregel. Wat echter de Regeering pri mair stelt, had de heer Krüger liever secun dair gesteld gezien en omgekeerd. Niet gaarne had hü de woorden „smadelüke godslastering" gemist ln het wetsontwerp. De heer HEEMSKERK (a.r.) kon zich van harte met het wetsontwerp vereenigen. Het is gebouwd op een julsten ged&chtengang. De overheid ls Gods dienares en moet daar om de geloofsvrüheld handhaven. Tot wat Gods gave ls. kan door de overheid niemand ge dwongen worden. De overheid mag niet op de plaats van God gaan zitten. Zü moet wel de vrühéld van hen. die gelooven beschermen tegen degenen, die God In de personen van het god- delük wezen lasteren op de wijze als dat tegen woordig gebeurt. De rechter zal zün beslissing wel weten te nemen. Anders stond hü op een verwonderlük peil. De geloofsvrüheld ls een rechtsgoed, dat be schermd moet worden. Wie Gods majesteit wil beschermen, stelt zich op het standpunt van God Zelf en zou veel zwaarder straffen moe ten vorderen dan waarvan sprake ls. De beschouwingen van den heer Peereboom zün zacht gezegd zeer zonderling. Wie deze discussie gebruikt als wapen tegen een politieke partü. verlaagt die discussie. 't Verwüt. dat anti-rev. en chr. hist, den bü- bel van de openbare school hebben verwüderd ls ln strüd met de feiten. De bübel kwam op de openbare school niet tot zün recht en daar om ls de strüd ontstaan voor de chrlstelüke volksschool. Door den strüd der anti-rev. en chr. hlst. zün de volksscholen met den bübel gekoi beroept zich op die BESCHERMT DE KLEUTERS STERFTECIJFER NOG VEEL TE HOOG TWEEDE CONGRES TE DEN HAAG Ditmaal ook de geestelijke hygiëne onder de loupe Wij hebben reeds eerder de aandacht geves tigd op een in vele opzichten zeer belangrijk congres, dat 24 en 25 Juni in Diligentia te Den Haag zal worden gehouden: het Tweede Congres voor Kleuterzorg. ln een persconferentie zyn ons daarover door Dr. C. M. M o I, voorzitter der Eerste Ned. Vereen, voor Kleuterzorg „Naar het Strand" en presiderdt van het Ned. Comité voor Kleuterzorg de volgende bizonderheden meegedeeld. Zuigelingen- en Kleuterzorg De groote sterfte onder de zuigelingen, groot in verhouding tot b.v. die van de kleuter heeft geleid tot allerlei maatregelen w.o. het oprichten van eonssultatiebureau voor zuige lingen. Sindsdien is de mortaliteit (sterfte) en ook de morbiditeit (het ziek zijn) van de zuigelin gen zeer aanmerkelijk gedaald, zocdat de zui geling het op het oogenblik gemiddeld mis schien wel beter maakt dan de kleuter, al thans daar waar een goede zuigelingenzorg is verzekerd en de kleuterzorg nog niet in vol doende mate is ingeburgerd. De zuigelingenzorg is voorafgegaan aan de kleuterzorg, omdat daar de nood nog veel groo ter was, maar nu daar de grootste gevaren zijn gekeerd, moet de kleuterzorg dan ook volgen en dat is nog lang niet in voldoende mate het geval. Al is de sterfte onder de kleuters niet zoo groot als vroeger die van de zuigelingen, vol gens de statistiek van 1924 was van de kinde ren van 1 tot 4 jaar, per jaargang omgere- als de sterfte onder de kinderen van 5 tot en met 14 jaar. Wanneer wjj dan weten dat er zoowat 900000 kleuters in Nederland zijn, ongeveer evenveel aLs het aantal schoolkinderen, kunnen wy be grijpen dat alleen al met het oog op de sterf te een intensieve kleuterzorg noodzakelijk is. Zonder eeirigen twijfel is echter het ziekte- cijfer op den kleuterleeftijd nog. oneindig veel grooter dan het betrekkelijk toch nog zoo hooge sterftecijfer. Die ziekten zijn meestal niet erg levensgevaarlijk. Zij zijn echter wel ernstig uit een oogpunt van gezondheidszorg, want zij kunnen blijvende schade berokkenen, in het bijzonder bij een vlugge opeenvolging. Door onbekendheid met en dus veronacht zaming van deze ziekten, door de ouders werd en wordt ook nu nog de medicus in een aantal gevallen, die nog al eens kleinigheden lijken, zonder het inderdaad te zijn, niet ge kend. Dit had tot gevolg dat het inzicht, dat hier juist vele voorzieningen noodig zijn, ook tot de medische wereld betrekkelijk laat is door gedrongen. Op het oogehblik echter vindt in de medi sche kringen de kleuterzorg meer en meer belangstelling en is het te voorzien dat de C'ciale kindergeneeskunde in 't algemeen steeds meer belangstellenden en beoefenaren zal vinden. Ook van de verschillende weten schappen wordt hier nog veel verwacht. Samenwerking noodzakelijk Samenwerking van Universiteit, practisee- rende medici, sociaal-geneeskundigen, zoo wel onderling als met autoriteiten, opvoeders, bouwkundigen en andere technici en voorts allen, die met kleuterzorg te maken hebben, is voor de studie daarvan al even noodzakelijk als voor de toepassing en de verdere ontwik keling. Uit de kringen van de „Nederlandsche Ver- eeniging van Schoolartsen" en de „Neder landsche Vereeiriging van gemeentelijke Ge neeskundige verzorging" later samengesmol ten tot de „Algemeene Nederlandsche Veree- niging voor Sociale Geneeskunde", is de stoot gekomen voor het eerste congres voor kleuter zorg, dat in 1929 onder groote belangstelling te Amsterdam werd gehouden. Uit het eerste congres voor kleuterzorg is weer ontstaan het Nederlandser Comité voor Kleuterzorg, dat als blijvende instelling de kleuterzorg zal bevorderen door het organi- seeren van congressen, het uitgeven van rap porten (b.v. het rapport betreffende de Organi satie der Kleuterzorg) enz. (Secretaris Ned. Comité is de heer C. L Deijll, arts, leider der afd. Geneeskundig Schooltoezicht van den G. G. D. te Amsterdm). Geeselijke Hygiëne Een belangrijk verschilpunt met het vorig lel ergerlüke onchrlstelüke het smalen van God, maar :elt dan zün houding voor PRETTIGE HERINNERINGEN Die hebt ge, aks ge dezen zomer in uw vacantiedagen een bezoek brengt aan den alom vermaarden Prinses Julianatoren bij Apeldoorn, gelegen temidden van de schoo- ne. bloeiende heidevelden, en de dichte boseohen. Ge vindt er tallooze attracties om u en uw gezelschap urenlang bezig te houden. Te veel zelfs om op te noemen! Zoo vermelden we de FAngalegrot, het pa nopticum, de rutschbaan, de (lachspiegels, een dwaaltuin, een kinder speeltuin, prachtige uitzichten en du eren- pa i-ken. Wat wiilt ge nog meerl Elke attractie op zichzelve is meer •bezienswaardig. Neem b.v. de huishouding van Teunis Heetmeyer. Ge komt er na een ontzettende dooltocht door den dwaaltuin en het bezoek aan de Fingal's grot. Dan staat ge, zoo maar op eens, midden in de echte oude, gemoedelijke sfeer van een Veluwsoh boerengezin, 't Is alsof het echt is! We vinden er nagemaakt spek, en worst, een opgezette kat, enz., enz. Ja, de meubi'leering en de gebruiksartikelen, die zijn wel degelijk echt! Deze Veluw6che hoerenkamer of keukenkamer is een getrou we nabootsing van de kamers, welke men op de Hooge-Veluwe vindt. Ook uit volken kundig oogpunt is dit tafereeltje van wer kelijke waarde. Maar dat niet alleen, ook de overige at tracties lokken tot bezoek uit Komt daarom eens kijken. Ge zult pret zonder eind hebben. Op naar de Parel der Veluwe! Voor Vereenigingen en Schoolreisjes ver minderd tarief! Adres: Amersfoortscheweg 35, Apeldoorn. (Adv.) congres is, dat ditmaal ook de geestelijke hy giëne zal worden besproken. Het Bestuur meent dat de lichamelijke en de geestelijke verzorging niet van elkaar te scheiden zijn. Het is geenszins de bedoeling hierbij te tre den op het terrein der opvoeding of dat van het onderwijs, doch veeleer om de inzichten van de sociale geneeskunde met die van de opvoeders te vergelijken en te pogen tot goed geheel te komen. Moge een voortdurende samenwerking en uitwisseling van gedachten tot heil van het jonge kind strekken. Het Bestuur roept alle belangstellenden op om zich aan te melden als lid van het Tweede Congres voor Kleuterzorg (Secretariaat Wal- deck-Pyrmontkade 4 te Den Haag). De kosten van het lidmaatschap zijn bepaald op f 5 voor particulieren en f 10 voor publiek rechtelijke lichamen en vereenigingen. Voor gezinsleden van congres-leden zullen kaarten •"in f 2 worden uitgegeven. Donateur kan men v>rd?n tegen storting van f 25 of meer. Gironummer penningmeester: 193038). De officieele opening van het congres heeft plaats op Vrijdag 24 Juni om 2 uur door den eere-voorzitter, minister Ruys de Bee brouck, terwijl het presidium in handen is Mr. S. de Vries Czn., Wethouder van Sociale Zaken te Den Haag. Kunst en Letteren. P. van Gestel O. P. bespreekt in 't „Tho mistisch Tijdschrift voor Kath. Kuituur- leven" mevrouw Roland Hoist's tegenwoor dige levensbeschouwing. De auteur schetst in 't kort aldus haar levensgang. „Eerst lid der SD.A.P., stond zij op zui ver marxistischen grondslag en behoorde tot de groep der beginselvasten. Na wei nige jaren verliet zij de S.D.A.P. om. na eenige omzwerving, bij de S.D.P. (Commun. P.) in en uit te treden. Met haar boek „Ver nieuwing" (1929) breekt de fase aan van haar Religieus Socialisme, waarvan de aan vang reeds te merken is in haar „Commu nisme en Moraal" (1925). We kunnen dit ook m.a.w. zóó zeggen: „Zij vertrekt van het wetenschappelijk So cialisme, het Marxisme dus; zij trekt dit konsekwent door tot het Kommunisme; krijgt het benauwd in de vermaterialisee- ring en nivelleering van het leven door dit laatste, en tracht nu verder haar sterke persoonlijkheid te ontworstelen aan den greep van het „sociaal-utilitarisme" door een ruk naar persoonlijkheidsvorming, ge- meenschapsmoraal en, tot nog toe, vage religiositeit „Deze religiositeit wordt niet begrensd door de wanden van een leerstuk". „Haar opvatting over den godsdienst aldus P. van Gestel is 't minst van al uitgewerkt en raakt niet verder dan een wazige kosmische religiositeit die alle dog ma of zelfs onveranderlijke leer uitsluit". „Wellicht zal. van socialistische zoowel Radio Nieuws. 22.30 Hulz ZATERDAG. 28 MEI KRO: Gramofoonmuzlek. sum VARA: GramofoonmiMle i KRO: Gramofoonmujuek 1 KRO: Salonorkest i R.: Militair orkest try: BBC-orke-st i KRO: Saxofoonsoli RO: The tour serena-awa a R.Budapest trio KRO: Salonorkest i KRO: The four eerenadera dborg: Omroeporkest i KRO: Salon-orkest h a u: Chop in-concert nberg: Concert KRO: Gramofoonmuaiek sum VARA: Gramofoonmuzle 18.00 Huizen KRO: Journalistiek ZONDAG 29 MEI 30—9.30 Huizen NCRV: Morgen wijding, te lelden door Ds. L Schutte. Evang. Luth. Predikant, te Amsterdam- Zang door het Chr. Radio-Koor. olv. Gvd Burg. 1 Ope ning: 2 Zingen: Gez. 107:4 (Ps. 68:10): 3 Gebed: 4 Schriftlezing: 5 Zingen: Gez. 89 gedeelte der toe- ig in Christus"; 7 Gez. 183 6 en 7: 8 Tweede ge spraak Zingei deelte üér toespraak; 9 Dankgebed: 10 gen: Gez. 110 1 en 4 (Ps. 138 1 en 4); 11 Sluiting. 5.005.50 Hulzen NCRVOrgelbeepeUng door den heer W. J. Sleddering. 5.50 Huizen NCRV Kerkdienst vanuit do Goref Kerk te Velp. Voorganger: Ds. R. M. Westerink, Üeref. Predikant, al •el; 2 de heer W. J. Sleddering. 1 Orgel- 3 Votum en Zegenbede: aJf ge- 5 Voorl< loofsarUkelen. b Pilip. 3:111: 6 Gebed; 7 Zingen; 8 3 8. 10 r- llp prediking; 10 Zingen; 11 Tweede gedeelte van de prediking; 12 Dankzegging; 13 Zin gen; 14 Zegen; 15 Orgelspel. Na beëindiging van den dienst tot 7.45 n.m. Orgelbespeldns door den hoer W. J. Siedde- MAANDAG, 30 MEI Hilversum VARA: Gramofoonmuzlek Hulzen KRO: Morgenooncert Hilversum VARA: MandoUne- I Huizen NCRV: Gramofoonmuzlek i Hilversum VARA; Gramofoonmu; Hilversum VARA: Solislenkwlnt. i Kalun dborg: Strijkorkest l Hulzen NCRV: Orgelconcert I Daventry: Concert I Hulzen NCRVGramofoonmuzlek Hllv Hllv Daventry: Populair VARA: Piajio-kw te-recital l Hilversum VARA: Schramme'.-kwintet 16.50 König q: Concert NCRV: Concert b e r g: Vesperconcert NCRV: Mej. Doyen: Dhr lec« Hil versumVARA: Nino v d Schaaf 15.15 I 18.30 I Hulzen NCRV: acihriftlezlng Hilversum VPRO* Morgenwijding Hulzen NCRV: Ziokendic-nst Ds. A. Cj i VARA: Kin de rvertel Llnge n i NCRV: Persberichten Volledige programma's in de Lmroepgids. Duidelijke foto's; best verzorgd Radio blad; 4 gld. per half jaar of 18 et per week Ned. Chr. •tadic-Vereeniglng, Voog- lenzang, Ede. Draagt bij in de omroepkosten. als van religieuse zijde, evenwel bezwaar gemaakt wordentegen dit religieus socia lisme dat èn het socialisme èn de religie vervluchtigen laat". EXLIBRIS-KRING Er bestaan plannen op te richten een Ne derlandsche Kring van „Vrienden, Verzame laars en Ontwerpers van Exlibris en Gele genheidsgrafiek". Wie lust -gevoelt, tot deze vereeniging toe te treden, wende zich tot Johan Schwencke (Zuid-Binennsingel 23), Den Haag). VAN AUGUST VERMEYLEN DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA (73 De Keizer spoedde zich naar zijn paleis, prelaten lieten het hoofd hangen, en ant- •ordde.n sidderend: Wij hebben ons Ge rt verkochtwij hebben de reine offe- nde verradenwij zijn azymieten ge- wvlen. Zoo spraken zij allen, hooggeplaatsten en iggeplaatsten. zoo sprak ook George Scho- rius, dien gij gisteravond aan het hoofd jt processie gezien hebt Waarom hebt gij !t decreet geteekend? werd hun gevraagd. het antwoord luidde: Wij waren bang lor de Franken. Dus vreesachtigheid die meineed voerde! Nog een bijzonderheid. Enkele van de fzantijnen hadden bezwaar gemaakt tegen "t onderteekenen, en hadden gezegd: Ten- gij oois goed betaalt zullen wij niet eken en, het geld werd uitbetaald. Gij et mij ongeloovi'g aan,, mijn zoon, maar wat is waar. Ik was er bij tegenwoordig heb het met eigen oogen aanschouwd, on men van zulke omkoopbare niet ver- ichten, dat zij alles zouden herroepen? dat deden zij allen, behalve Metroplianes onze tegenwoordige Patriarch. Blameert mij nu nog als ik wat al te he'tig schijn spreken? Bezwaar ik mijn ziel met een wide, als ik ze mijneecLig noem? Antwoord ij! Mijn vader, zeidie Sergius, uw oordeel fer zulke handelingen kan niet zondig pi, tenzij ik alles zou moeten opgeven wat geleerd heb, en daar de Herder zijt van een eerwaardige Orde is het i: plicht te waarschuwen, zoodra gij een drei gend gevaar ziet? Dat de Patriarch door u wordt vrijgesproken strekt mij tot troost. Indien ik hem niet langer mocht bewonderen zou mij dat zeer bedroeven. Maar vergeef mij, als ik u nogmaals vraag mij te willen zeggen, welke ketterij prinses Irene is toe gedaan. Daar Sergius met den rug naar de deur stond en zijn volle aandacht schonk aan hetgeen de Abt hem meedeelde, bemerkte niet dat iemand zachtkens binnenkwam en op korten afstand bleef staan luisteren. 't Is goed dat gij het zegt, ik was de prinses eigenlijk vergeten, antwoordde de Abt, zonder den nieuwen bezoeker te zien. Afgezien van haar godsdienstige inzichten en nieuwerwetsche gewoonten is prinses Irene de edelste natuur in Byzantium. Wer den wij door een ramp getroffen, dan geloof ik dat zij door persoonlijke opoffering tot heldendaden in staat zou zijn. Meerma len bezocht ik haar in haar paleis, bij wel ke gelegenheden zij steeds onbeschroomd tot mij sprak, en nu hebt ik gemerkt, dat zij een voorgevoelen heeft van naderende din gen, die zware offers van haar zullen eischen, en dat zij volkomen bereid is zioh daaraan te onderwerpen. Ja, zeide Sergius met een krachtigp handbeweging, er zijn lieden die levenslang martelaren zijn en den dood niets overlaten, dan hun de kroon der overwinning te bren gen. Zijn wijze van spreken trok de aandacht van de Abt Mijn zoon, zeide hij, gij zoudt een volksprediker kunnen zijn. Ik wilde dat ik uw toekomst kon voorzien. Na een oogenblik nadenken hervatte hij: De prinses leest de Heilige Schriften. Op zichzelf zou dat een lofwaardige gewoonte zijn. maar zij slaat daarbij iedere voorlich ting van anderen af. Zij wil hetg^n zij leest zelve begrijpen. Als wij in twijfel verkeeren, nemen wij de Vaders ter hand, maar zij be weert dat dc Zoon van God beter wist wat Hij bedoelde, dan eenig mensch, die, hoe goed zijn bedoeling ook zij, de ingeving van den Heiligen Geest mist. Een glans van genoegen gleed over Ser gius' gelaat. En zoodoende heeft zij voor zichzelve een geloofsbelijdenis gemaakt, en die in de plaats gesteld van de geloofsbelijdenis, welke de grondslag is der Kerknamelijk de Geloofsbelijdenis van Nicea. Heeft zij haar denkbeelden op schrift gebracht, Vader? Ja, ik heb het stuk gelezen. En waaruit heeft zij geput? Uit de Evangeliën. Zeg mij, Vader, mag ik het ook lezen? Gij moogt het haar vragen; maar be denk, mijn zoon,en de Abt zag hem drei gend aan, bedenk dat de Kerk op het stuk van proselietenmakerij den ketters geen ge nade schenkt. Wat de prinses wil is door Nioea veroordeeld en mag niet geduld wor den. Maar nu kan ik niet meer, ga en be zorg mij wat wijn en brood. Later zullen wij hier nog op terug komen. Sergius kuste den Abt eerbiedig de hand tot afscheid, en toen hij zich omkeerde om aan zijn verzoek te voldoen zag hij den jon gen Griek voor zich, die hij kort geleden uit Ndlo's handen had gered. VEERTIGSTE HOOFDSTUK De Akademie van Epikurus Ik zou u wel eens willen spreken, zei de Griek op zachten toon, toen Sergius de cel wilde veriaten. Uw vader voelt zach niet goed en ik moet wat eten voor hem gaan halen. WeJim, ik ga met u. Sergius bleef even staan, terwijl de jonge ling dc legerstede zijns vaders naderde, den hoed afzette, neerklielde, en zeide: Uw ze gen, vader. De Abt legde zijn hand op het hoofd zijins zoons. Ik heb u in vele dagen niet gezien, antwoorde hij. Daar ik echter hoop dat gij naar mijn woorden geluisterd hebt, en den omgang hebt laten varen met jongelieden, die uw ziel in gevaar en mijn goeden naam in opspraak brengen, en omdat ik u liefheb, en aan uw moeder denk, wier levenswandel im alle godzaligheid was, totdat zij in vrede heenging met 'n gebed voor u op de lippen, daaromontvang mijn zegen. De tranen sprongen Sergius in de oogen en hij twijfelde niet, of deze woorden zouden den zoon in 't hart treffen. Het streed tegen zijn gevoel getuigen te moeten zijn van de uitbarsting van berouw en droefheid, die hij verwachtte dat volgen zou. Het voorwerp van zijn mededongen echter kuste zijn va der de hand en zedde oo hiohthartigen toon: Altijd dat klagen! Waarom wilt u niet be grijpen dat er een Byzantium is? dat zelrs in het Hippodroom niets meer is dan vroe ger, of het moestem de kleuren zijn. Hoe wij ls heb ik u al over de laatste sociale ont dekking gesproken, waaraan thans iedere leek, maar ook menig geestelijk heer, recht laat wedervarenik bedoel het genezend element der zonde. Genezend elememt der zonde! herhaaJde de Abt Ja, vader, het vermaak. De grijsaard zuchtte diep, keerde het hoofd af en klaagde: Waar gaat het heen! Zoo verslagen was hij, dat hij de afscheids woorden van zijn zoon ternauwernood hoorde. Toen beide jongelieden de cel verlieten zeide Sergius: Als gij mij spreken wilt, wacht dan hier op mij. Haastig liep hij de gang door, en toen hij nog even opkeek, zag hij dat de Griek buiten de deur bleef wach ten. Toen de monnik met het door den Abi verlangde terugkwam, stond de jonkman nog op dezelfde plaats. Sergius bood den Abt knielende de ververschingen aan en bleef in die houding bij hem, zoolang hij ze ge bruikte, want hij begreep wat er in het hart van den armen vader omging: droefheid ter wille van de Kerk, door zoovelen harer kin deren verlaten, en droefheid over zijn eigen zoon. Ach Sergius, wat zou ik gelukkig zijn, zoo gij in werkelijkheid mijn zoon waart! Na een poosje verscheen de andere Orde broeder, waardoor Sergius vrijheid vond om heen te gaan. Thans ben ik tot uw orders, zeide hij tot dem Griek, die nog altijd in de gang stond. Laat ons naar uw oei gaan, luidde hei antwoord. In de cel schoof Sergius den eenigen stoel aam, dien hij volgens de kloosterregels heb ben mocht, en zeide: Ga zitten. Niet noodig. antwoordde de bezoeker, ill blijf slechts kort Gij kent mijn vader niet Men moest hem vrijstellen van actieven dienst. Hij is er veel te zwak voor. Dat zou toah heel ondankbaar zijn. Ik verzeker u, vervolgde de losbol op klagelijken toon, dat ik mijn best gedaa» heb om hem met zijn tijd te doen meegaaif want hij leeft geheeJ in het verledene. Maai vergeef mij, als ik goed gehoord heb noem ai vader u Sergius? Dat is mijn kloosternaam. Gij zijt dus niet een Griek? Neen, ik ben een Rus. Zoo. Nu ik heet Detnedes. Vader doopte mij Metrophanus, naar den vorigen Pa triarch, maar dat viel niet in mijn smaak, en ik gaf mijzelven eem anderen naam. Zie zoo, nu kennen wij elkander; laat ons vrienden zijn. Sergius' sluier was over zijn gelaat geval len. Terwijl hij dien opnieuw onder zijn hoed schikte antwoordde hij: Ik zal trachten u lief te hehhen zooals ik mijzelven lief heb. Gij verhaast er u misschien over, dat ik u van vaders zijde kom weghalen; mis- schen verwondert gij er u nog meer over dat ik mij bij u tracht aan te sluiten, maar ik heb er goede redenen voor. In tie eerste plaats is het mijn plicht te erkennen, dat zonder uw tusschen komst de razende reus, door wien ik gister zoo onverwacht werd aangegrepen, mij vermoord zou hebben. Ik dacht waarlijk dat mijn laatste uur gesla gen was. Gij wilt mijn dank daarvoor wel aannemen, nietwaar" (Wordt vervolgd.)]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9