ZATERDAG 28 MEI 1932
DERDE BLAD PAG. 9
TWEEDE KAMER
STRAFBAARSTELLLNG VAN
GODSLASTERING
DE ZOOVEELSTE SOC.-DEM
CRISIS-INTERPELLATIE
Vergadering van 27 Mei 1932.
OVERZICHT
Alle partijen hebben zich thans over mi
nister Donner s Godslasteringsontwerp doen
hooren; ars. Dinsdag zal de minister ant
woorden.
De heer Marchant stelde zich eveneens op
j,et standpunt van degenen, die de voorge
stelde straflbepalingen ongewenscht en on
nut en dies overbodig achten. Intusschen
nu het een verkeerden indruk zou maken
indien het wetsontwerp verworpen wordt,
hij niet ongeneigd om mee te werken tot
)ïet zoeken van een hem meer bevredigende
redactie. Echter werd reeds bij voorbaat die
van den heer Slotemaker de Bruine als veel
ruim afgewezen.
Prof. Slotemaker zette zijn bekende stand-
junt uiteen; de woorden „smalende gods
lastering" zijn hem, omdat het een zoo ver
heven zaak geldt, een onoverkomelijk he
rwaar. Wel wil hij het op onduldlbare wijze
irenken van god-dienstige gevoelens straf
baar stellen. Helder was het betoog niet
oor wie weet te onderscheiden.
De H.G.S.-man, de heer Peereboom. hield
rijn maidenspeech, die opvallend veel in
rorm, zinsbouw en woordkeus aan zijn voor-
■anger herinnerde. De gebruikelijke onware
rerwijten aan de rechtsche groepen ontbra
ken in deze rede evenmin als ze bij den
leer Lingbeek mankeerden. De valsche
foorstelling werd weer gegeven alsof het
le christelijke partijen zijn geweest, die de
ipenbare school van zijn bijbel hebben be-
oofd. De heer Peereboom nam zulks als
ait aan en redeneerde nu eenvoudig aldus:
too lang de bijbel niet op de openbare
chool terug is, daar van het evangelie niet
lesproken wordt, wil ik voor de onwetenden
p den koop toe geen dwangbuis gereed ma
ken en dus stem ik tegen het wetsontwerp.
Met een „bravo" begroetten de heeren
Wijnkoop en de Visser deze onverwachte
tudp.
Met warmte en in een taal, die het hart
aakte, verdedigde de heer v. Wijnbergen
iet ontwerp. Deze R.K. voorman deed in
loeke woorden belijdenis van de souverei
iteit Gods en wees er op van hoe groote
eteekenis het is, dat in ons openbare leven
e Gods-erkenning blijft gehandhaafd en
Bgen lasterlijke taal over God wondt opge
lden door de overheid. Van den heer Slo-
imaker de Bruine, die behoort tot een par-
j, welke in haar program vordert dat de
verheid belijdenis doe der christelijke re
gie, begreep hij niets. Aan het getuigend
arakter van het ontwerp hechtte Baron v.
/ijnbergen groote waarde, al had hij voor
icK persoonlijk liever gezien, dat de minis-
ir zioh gesteld had op het standpunt der
jmmissie-Ridderhos in haar rapport van
)24 over „Strafbepalingen tegen Godslaste-
ing en vloeken" welke oommissie de vol-
tnde formuleering eener strafbepaling aan
e hand deed: Hij, die door woord, geschrift
I afbeelding zioh jegens of over God open-
Ik op hoonende of smalende wijze uit
wdt als schuldig aan Godslastering ge-
raft met enz.
Deze redactie heeft inderdaad veel aan-
kkelijks.
Een wonderlijk-verward betoog hield de
eer Zandt. Natuurlijk deugde er van het
etsontwerp niets, omdat het naar de mee-
ng van den heer Zandt godslastering niet
s zoodanig strafbaar stelt. Ook alle onge-
ofspropaganda moet verboden en de ware
iligie gesteund worden. Het onsohriftuur-
ke standpunt der S.G.P. ten opzichte van
t 36 der Ned. geloofsbelijdenis speelde
er weer parten. In dit opzicht is de heer
mdt volmaakt Roomsch. Ook betreuren we
et, dat hij alle reëelen zin voor de historie
ist. Zijn beroep op de plakkaten tegen
linoza is eenvoudig lachwekkend voor wie
i praktijk onzer vaderen kent. Die practijk
el veelal erg mee voor de naast betrokke-
m. Zoowel Cartesius als Spinoza hebben
ons land een rustig leven gehad.
Ook de S.G.P. kwam in haar conclusie
jna bij het „tegen" der godloozen uit De
ier Zandt wist n.l. te beredeneeren, dat het
Etsontwerp een tegemoetkomen is aan
en daarom voelde hij zich bezwaard
voor te stemmen. Maar dan moet hij
'ijnkoop in de armen vallen bij deze prin-
)ieele zaak, waarvan de Communist ver
aarde, dat zij speciaal gericht is tegen het
dslasterlijk geschrijf van die zijde.
Maar misschien we hopen het krijgt
heer Heemskerk gelijk, die nog even het
»rd voerde, nadat de heer Krijger zioh
n zijn partijgenoot Slotemaker de Bruine
ld losgemaakt.
Mr. Heemskerk, die allereerst zijn instem
ing betuigde met het wetsontwerp, heeft
:h daarbij gericht tot den heer Peereboom
met een kracht, die toonde hoezeer zijn
ile wezen gloeide van gerechte veront-
lardiging, diens valsche beschuldigingen
ewezen, omdat, op de openbare school
bijbel niet tot zijn recht kwam, is de
rijd voor de bijzondere christelijke school
tbrand, met als resultaat, dat ons volk
n scholen met den bijbel heeft gekregen,
ïe het anders zegt, draait de feiten om.
Nog erger is het om aan deze verdraaide fei
ten vrijheid te ontleenen om als christelijke
politiek voor te stellen het maar laten be
gaan van zeer onchristelijke gedragingen!
Zij, die beweren het monopolie van het
Christelijk geloof te bezitten, moeten maar
toonen of ze den moed hebben tegen dit
ontwerp te stemmen, zoo besloot mr Heems
kerk.
De soc. dem. hebben bij monde van den
heer Kupers bij den aanvang der vergade
ring een crisisinterpellatie aangevraagd.
Minister Verschuur heeft blijkbaar niet
veel beters te doen dan Kamervergaderingen
bij te wonen en interpellaties te beantwoor
den.
VERSLAG
ïrkverschaffing, hi
Interpellatie-Kupers.
verlof tot lnter-
n de Inkrimping:
t verin, gren der
i werklooze arbei
ders, de verdeeling van de kosten der werkloc-
heid tusschen rt)k en gemeenten en de bevorde
ring van den woningbouw en andere middeler
ter bevordering der werkverschaffing.
Op dit verzoek wordt Dinsdag beslist.
lgens voortzetting dei
het
beraadslaging
De heer MARCHANT (v.d.) was van oordeel,
at het wetsontwerp een sport in het leven kan
t om hetzelfde doel te
a
6telling omtrent de verhouding tusschen gods
dienst en wetenschap door den heer Wijnkoop
gegeven, is onjuist en reactionair. De ontwik
keling is den heer Wijnkoop tientallen jaren
vooruitgegaan, hü is stil blüvcn staan, daar
waar hü voor een kwart eeuw stond.
De toeleg der communisten moge eenlge kans
op slagen hebben onder een onbeschaafd of
half beschaafd volk, maar in Nederland slaagt
zulk een actie niet. Zelfs niet geheel in Rus
land volgens de laatste berichten. Het ware
beter indien de Regeering met het wetsontwerp
dat gelegenheidswetgeving is, nooit gekomen
ware. Terugnemen of afwijzen er van brengt
echter eigenaardige moellükheden. Het wets
ontwerp richt zich niet tegen een nieuw, maar
tegen een herleefd oud verschijnsel. „De Tri
bune" bereikt met haar grove stukken en plaat
jes niets: beter ware geweest indien de pers
er heelemaal over gezwegen had. Die dingen
slaan hier niet in en sterven dan hun eigen
.tgeving is niet noodig op
zichzelf, maar wordt om opportunistische rede
nen opgezet. De gekozen vorm van strafrech
telijk optreden is allerminst doelmatig en daar
om ware onthouding beter geweest. Het amen-
dement-Slotemaker de Bruine ls nog onbruik-
De tekst van het Dultsche Strafwetboek,
waarop de heer Visscher zich beriep, stelt op
den voorgrond het „ergernis geven". Dat staat
veel verder van het principe af dan hü meende,
dat de minister was. De formatie der Regeering
Is 'n beetje tweeslachtig: godslastering en het
krenken van godsdienstige gevoelens komen er
In voor. Men kan den onzlenlüken God niet be
trekken in de bescherming der menschelUke
rechtsorde. Dat ls redel"
lens worden beleedigd.
Het godsbegrip loopt I
i. dan d;
kunnen i
gaan begevet
menschen. dan dat men
nen ontleene
hét terrein
ver uiteen onder de
:r een strafbepaling
De strafrechter zal
er theologen kunnen
Wat is geloof aan God? Moet dat Juridisch
worden uitgemaakt? Moet onderzocht of een
verdachte aan God gelooft? Hoe moet opzet
Godsdienst
lende en nlet-smale
dingen zün niet uit 1
Hanteering der be«r
nisten zal schadelük zün voor
1 het volk.
- ■J-_. de Regeering op het oog
heeft; zlin strafbaar, maar haar voorstel ls on-
Toch ls verwerping van het wetsontwerp on
geraden en daarom wil de heer Marchant mee
werken aan een bepaling, die niet door bezwa
ren gedrukt wordt. Het amendement-Slotema-
ker kan daartoe niet dienen. Zün „Onduldbaar"
is vrpwel gelük aan wat de minister formu
leerde. Men zou kunnen volstaan met te bepa
len. dat strafbaar zal zün hü. die opzettelük
den godsdienst bespottelijk maakt. Meer niet
voorstel ware echter het
zoo vlug mogelük verge-
strafbaar zal zün hü. die
llenst bespottelijk r
Verwerping van het voorstel
allerbeste en da
ten.
De heer SLOTEMAKER DE BRUINE (c.h.)
weet zich met dezen minister in vele opzichten
geestvervant: *--■ 1
leed ditmaal
van meening.
De heer v. d. Helde sprak veel over dingen,
die niet in de Kamer, maar in kerkeiüke ver
gaderingen thuis hooren.
Den heer Wünkoop
actie der godloozen in Rusland
de diep-mystieke Russische volksziel van
moeten verschillen
In staat is
JWBGH- si
ligle te ontledigen. Misschien komt nog
dag. dat het Russische volk. met r
dichter van onzen tüd. zal inzien:
is het einde van onze woestenü.
De groote fout van het ontwerp ls de twee
slachtigheid, minstens onzekerheid, die eigen-
lük erger ls dan een fout. als zü bü het be-
oordeelen van een delict betrokken zal worden.
Moet de overheid op het openbare terrein de
waarheid handhaven? Moet er alleen zün vrü-
held van gelooven of ook vrüheid van belüden.
De S.G.P. en de R.K. staan, ideaal gesproken,
op hetzelfde standpunt: practlsch aanvaarden
echter de R.K. de vrüheid van gelooven en be
lüden.
De waarheid ls. maar met uitwendige mid
delen mag zulk een geestelüke uiting niet wor
den gehandhaafd. Geestelüke goederen bren
gen met zich een afzien van den sterken arm
tot handhaving van die geestelüke goederen.
Dat was in den Reformatiefüd ook het stand
punt van Willem van Oranje. Het ontwerp
poogt onze geestelüke vrüheid niet te raken
maar de bepaling over godslastering brengt
toch onzekerheid. Het wil de openbare orde
mede beschermen; dus bulten het verheven
doel: beschermen van godsdienstige waarden,
ls er nog iets. Er zün juristen, die in het ont
werp wei de godslastering vinden als afzonder-
lük delict, hoezeer ook de minister spreekt van:
„smalende godslasteringen", (die) voor gods
dienstige gevoelens krenkend zün". Dat is onze
kerheid. ja tweeslachtigheid. Ook in C.H. kring
ls gevraagd strafbaarstelling van godslastering
op zich zelf. De minister doet dat niet. maar
maakt haar tot element in een groot geheel.
tutief. Bedoeld
worden allerlei beschoi
heid niet erkennen,
de strafrechtspraak
chouwingen. die de Drleëen-
i. uitgeschakeld. Men zaJ Id
op deze wüze tot probleem
Objectief. Wa:
r de rechtspraak te maken.
heeft dan la!
i allerlei s
erlng
daarmee verband houden, voorwerp van debat
worden in de rechtzaal? Wanneer is godslaste
ring smalend of niet-sraolend?
Op zulk een ontwerp kan de Kamer geen prüs
stellen. Te minder als men denkt aan het stui
tende, dat In de rechtzaal zal kunnen gaan ge
schieden bü behandeling van delicten. Beslist
moet wat „smalend" is. En hoe met allerlei
R.K. uitdrukkingen, die van gemeenzaamheid
met heilige dingen spreken? Zc bedoelen niet
God te smalen, maar men kan ook zün gods
dienstige gevoelens er door gekienkt achten.
Misschien verandert echter het oordeel als
men de godslastering wegneemt en alleen gaat
aen verdedigen.
strafrechterlük optreden kun-
volk niet
igen lastig vallen. Eerst n
zün herzien en het evangelie
godsdlcnstlooze school
het volk op di
teruggeget
36 wi
.n Gods Heilig Woord.
wordt bü dit wetsontwerp verloochend:
godslastering
chr.-hlst. willen
en nog den i
■an straffen
Om den mensch, niet om God Almachtig
gaat dit wetsontwerp en daarom ls de H.G.S.
er tegen.
De heer v. WIJNBERGEN (r.k.) had liever
gezien, dat godslastering zonder meer was
strafbaar gesteld, op den voet van het advies
van de Commissie-Ridderbos dat in 1924 uitge
bracht is aan de anti-rev. partü- Maar dat ls
niet meer te verkrüften en aan wat de minister
bood. zal hü gaarne zlin stem geven. In feite
wordt smalc-nde godslastering strafbaar gesteld
Het wetsontwerp bedoelt geen enkelen gods-
id karakter van den Neder-
echter niet geleidelllk ver-
awunen. viel die erkenning weg. dan vielen ook
het gezag en de grondslagen der rechtsorde
weg. Om die reden is ingrijpen van den straf
rechter geoorloofd. Nederland mag nog steeds
genoemd worden een christelijke natie. De er-
we" niet als" f ra n J e b e "ch ouwem\rerwonderfng
wekken daarom vooral de bezwaren van den
heer Slotemaker de Bruine, wiens partü In haar
Iseht. dat de ovérheid belüdeni
landschei
.•hristelüke religie, zelfs door Instelling van
i theologische faculteit op den grondslag der
baring. Het is voor ons volk van betee-
zlch nog hecht aan
kend.
nbare
eeds. Maar
rechterlpke macht redt zich wel en
JS SS?' v. Wünbegren heeft het ont
werp voor 'n goed deel een getuigend karaktei
Ook dat ls voor hem van groote waarde. Var
overwegend belang is h.
krachtige actie
.m.
t de
stenen en van aller
loge zün bescherrr
een wereld, die i
nde. dat het ter-
t al de eeutven door
wordi
Prof. Visscher prees de Dultsche wetgeving
aan, maar deze Is waarlük niet beter.
Het ontwerp rust niet .op het standpunt der
reformatoren, maar op het menschelük gevoel.
Met de gereformeerde belüdenls js het ontwerp
In strüd; het verzet zich niet tegen allen god
loozen aanslag op Gods waarheid Ongeloofs-
propaganda blüft ongemoeid. Godslastering
wordt wei genoemd, magr niet als zoodanig
strafbaar gesteld. Daarvoor wordt het moeilük
godslastering te straffen.
De minister wil de geestelüke vrüheid on
aangetast laten. Maar dat ls de vrüheid ook
voor de dwaalgeesten. Daar wilde onze vaderen
niet van weten; dat bewpzen de plakkaten te
gen Spinoza.
Dwangmiddelen wil de heer Zandt niet, maar
evenmin llbertünsche vrüheid. De Gereformeer
de confessie moet gehandhaafd worden. Over-
eden moeten den waren godsdienst steunen.
Gevraagd werd of de minister zich bü het
:rafbaar stellen van de lastering der Drieëen-
eld stelt op het standpunt der bclüdenis van
Athanasius en of Arianen strafbaar zün en zij.
Heiligen Geest lastei
•ill gen Geest lasteren,
iontwerp is tegemoetkomen
De S.G.P. voelt zich dies bezwaard haar
anXe*in
iaal in de war. i
woorden. Roomsche
Peerert>i_.
beweerde dat de c
de school hebben genomen. Dat
onjuist.
Met art. 36 der Ned. Geloofsbelüdenls hebben
de anti-rev. nooit Iets te maken gehad.
Dr. Hoedemaker noemde godslastering een
misdaad, die strafbaar gesteld moet worden.
Deze uitspraak
Tot het ontwerp komende, verklaarde de heer
KrUgrer. dit toe te Juichen. De feiten nopen tot
dezen maatregel. Wat echter de Regeering pri
mair stelt, had de heer Krüger liever secun
dair gesteld gezien en omgekeerd.
Niet gaarne had hü de woorden „smadelüke
godslastering" gemist ln het wetsontwerp.
De heer HEEMSKERK (a.r.) kon zich van
harte met het wetsontwerp vereenigen. Het is
gebouwd op een julsten ged&chtengang.
De overheid ls Gods dienares en moet daar
om de geloofsvrüheld handhaven. Tot wat Gods
gave ls. kan door de overheid niemand ge
dwongen worden. De overheid mag niet op de
plaats van God gaan zitten. Zü moet wel de
vrühéld van hen. die gelooven beschermen tegen
degenen, die God In de personen van het god-
delük wezen lasteren op de wijze als dat tegen
woordig gebeurt.
De rechter zal zün beslissing wel weten te
nemen. Anders stond hü op een verwonderlük
peil.
De geloofsvrüheld ls een rechtsgoed, dat be
schermd moet worden. Wie Gods majesteit wil
beschermen, stelt zich op het standpunt van
God Zelf en zou veel zwaarder straffen moe
ten vorderen dan waarvan sprake ls.
De beschouwingen van den heer Peereboom
zün zacht gezegd zeer zonderling. Wie
deze discussie gebruikt als wapen tegen een
politieke partü. verlaagt die discussie.
't Verwüt. dat anti-rev. en chr. hist, den bü-
bel van de openbare school hebben verwüderd
ls ln strüd met de feiten. De bübel kwam op
de openbare school niet tot zün recht en daar
om ls de strüd ontstaan voor de chrlstelüke
volksschool. Door den strüd der anti-rev. en
chr. hlst. zün de volksscholen met den bübel
gekoi
beroept zich op die
BESCHERMT DE KLEUTERS
STERFTECIJFER NOG VEEL
TE HOOG
TWEEDE CONGRES TE DEN HAAG
Ditmaal ook de geestelijke hygiëne
onder de loupe
Wij hebben reeds eerder de aandacht geves
tigd op een in vele opzichten zeer belangrijk
congres, dat 24 en 25 Juni in Diligentia te
Den Haag zal worden gehouden: het Tweede
Congres voor Kleuterzorg.
ln een persconferentie zyn ons daarover
door Dr. C. M. M o I, voorzitter der Eerste
Ned. Vereen, voor Kleuterzorg „Naar het
Strand" en presiderdt van het Ned. Comité
voor Kleuterzorg de volgende bizonderheden
meegedeeld.
Zuigelingen- en Kleuterzorg
De groote sterfte onder de zuigelingen,
groot in verhouding tot b.v. die van de kleuter
heeft geleid tot allerlei maatregelen w.o. het
oprichten van eonssultatiebureau voor zuige
lingen.
Sindsdien is de mortaliteit (sterfte) en ook
de morbiditeit (het ziek zijn) van de zuigelin
gen zeer aanmerkelijk gedaald, zocdat de zui
geling het op het oogenblik gemiddeld mis
schien wel beter maakt dan de kleuter, al
thans daar waar een goede zuigelingenzorg is
verzekerd en de kleuterzorg nog niet in vol
doende mate is ingeburgerd.
De zuigelingenzorg is voorafgegaan aan de
kleuterzorg, omdat daar de nood nog veel groo
ter was, maar nu daar de grootste gevaren
zijn gekeerd, moet de kleuterzorg dan ook
volgen en dat is nog lang niet in voldoende
mate het geval.
Al is de sterfte onder de kleuters niet zoo
groot als vroeger die van de zuigelingen, vol
gens de statistiek van 1924 was van de kinde
ren van 1 tot 4 jaar, per jaargang omgere-
als de sterfte onder de kinderen van 5 tot en
met 14 jaar.
Wanneer wjj dan weten dat er zoowat 900000
kleuters in Nederland zijn, ongeveer evenveel
aLs het aantal schoolkinderen, kunnen wy be
grijpen dat alleen al met het oog op de sterf
te een intensieve kleuterzorg noodzakelijk is.
Zonder eeirigen twijfel is echter het ziekte-
cijfer op den kleuterleeftijd nog. oneindig veel
grooter dan het betrekkelijk toch nog zoo
hooge sterftecijfer. Die ziekten zijn meestal
niet erg levensgevaarlijk. Zij zijn echter wel
ernstig uit een oogpunt van gezondheidszorg,
want zij kunnen blijvende schade berokkenen,
in het bijzonder bij een vlugge opeenvolging.
Door onbekendheid met en dus veronacht
zaming van deze ziekten, door de ouders werd
en wordt ook nu nog de medicus in een
aantal gevallen, die nog al eens kleinigheden
lijken, zonder het inderdaad te zijn, niet ge
kend.
Dit had tot gevolg dat het inzicht, dat hier
juist vele voorzieningen noodig zijn, ook tot
de medische wereld betrekkelijk laat is door
gedrongen.
Op het oogehblik echter vindt in de medi
sche kringen de kleuterzorg meer en meer
belangstelling en is het te voorzien dat de
C'ciale kindergeneeskunde in 't algemeen
steeds meer belangstellenden en beoefenaren
zal vinden. Ook van de verschillende weten
schappen wordt hier nog veel verwacht.
Samenwerking noodzakelijk
Samenwerking van Universiteit, practisee-
rende medici, sociaal-geneeskundigen, zoo
wel onderling als met autoriteiten, opvoeders,
bouwkundigen en andere technici en voorts
allen, die met kleuterzorg te maken hebben, is
voor de studie daarvan al even noodzakelijk
als voor de toepassing en de verdere ontwik
keling.
Uit de kringen van de „Nederlandsche Ver-
eeniging van Schoolartsen" en de „Neder
landsche Vereeiriging van gemeentelijke Ge
neeskundige verzorging" later samengesmol
ten tot de „Algemeene Nederlandsche Veree-
niging voor Sociale Geneeskunde", is de stoot
gekomen voor het eerste congres voor kleuter
zorg, dat in 1929 onder groote belangstelling
te Amsterdam werd gehouden.
Uit het eerste congres voor kleuterzorg is
weer ontstaan het Nederlandser Comité voor
Kleuterzorg, dat als blijvende instelling de
kleuterzorg zal bevorderen door het organi-
seeren van congressen, het uitgeven van rap
porten (b.v. het rapport betreffende de Organi
satie der Kleuterzorg) enz. (Secretaris Ned.
Comité is de heer C. L Deijll, arts, leider der
afd. Geneeskundig Schooltoezicht van den
G. G. D. te Amsterdm).
Geeselijke Hygiëne
Een belangrijk verschilpunt met het vorig
lel ergerlüke onchrlstelüke
het smalen van God, maar
:elt dan zün houding voor
PRETTIGE HERINNERINGEN
Die hebt ge, aks ge dezen zomer in uw
vacantiedagen een bezoek brengt aan den
alom vermaarden Prinses Julianatoren bij
Apeldoorn, gelegen temidden van de schoo-
ne. bloeiende heidevelden, en de dichte
boseohen. Ge vindt er tallooze attracties
om u en uw gezelschap urenlang bezig te
houden. Te veel zelfs om op te noemen!
Zoo vermelden we de FAngalegrot, het pa
nopticum, de rutschbaan, de
(lachspiegels, een dwaaltuin, een kinder
speeltuin, prachtige uitzichten en du eren-
pa i-ken. Wat wiilt ge nog meerl
Elke attractie op zichzelve is meer
•bezienswaardig. Neem b.v. de huishouding
van Teunis Heetmeyer. Ge komt er na een
ontzettende dooltocht door den dwaaltuin
en het bezoek aan de Fingal's grot.
Dan staat ge, zoo maar op eens, midden
in de echte oude, gemoedelijke sfeer van
een Veluwsoh boerengezin, 't Is alsof het
echt is! We vinden er nagemaakt spek, en
worst, een opgezette kat, enz., enz. Ja, de
meubi'leering en de gebruiksartikelen, die
zijn wel degelijk echt! Deze Veluw6che
hoerenkamer of keukenkamer is een getrou
we nabootsing van de kamers, welke men
op de Hooge-Veluwe vindt. Ook uit volken
kundig oogpunt is dit tafereeltje van wer
kelijke waarde.
Maar dat niet alleen, ook de overige at
tracties lokken tot bezoek uit Komt daarom
eens kijken.
Ge zult pret zonder eind hebben.
Op naar de Parel der Veluwe!
Voor Vereenigingen en Schoolreisjes ver
minderd tarief!
Adres: Amersfoortscheweg 35, Apeldoorn.
(Adv.)
congres is, dat ditmaal ook de geestelijke hy
giëne zal worden besproken. Het Bestuur
meent dat de lichamelijke en de geestelijke
verzorging niet van elkaar te scheiden zijn.
Het is geenszins de bedoeling hierbij te tre
den op het terrein der opvoeding of dat van
het onderwijs, doch veeleer om de inzichten
van de sociale geneeskunde met die van de
opvoeders te vergelijken en te pogen tot
goed geheel te komen. Moge een voortdurende
samenwerking en uitwisseling van gedachten
tot heil van het jonge kind strekken.
Het Bestuur roept alle belangstellenden op
om zich aan te melden als lid van het Tweede
Congres voor Kleuterzorg (Secretariaat Wal-
deck-Pyrmontkade 4 te Den Haag).
De kosten van het lidmaatschap zijn bepaald
op f 5 voor particulieren en f 10 voor publiek
rechtelijke lichamen en vereenigingen. Voor
gezinsleden van congres-leden zullen kaarten
•"in f 2 worden uitgegeven. Donateur kan men
v>rd?n tegen storting van f 25 of meer.
Gironummer penningmeester: 193038).
De officieele opening van het congres heeft
plaats op Vrijdag 24 Juni om 2 uur door den
eere-voorzitter, minister Ruys de Bee
brouck, terwijl het presidium in handen is
Mr. S. de Vries Czn., Wethouder van Sociale
Zaken te Den Haag.
Kunst en Letteren.
P. van Gestel O. P. bespreekt in 't „Tho
mistisch Tijdschrift voor Kath. Kuituur-
leven" mevrouw Roland Hoist's tegenwoor
dige levensbeschouwing. De auteur schetst in
't kort aldus haar levensgang.
„Eerst lid der SD.A.P., stond zij op zui
ver marxistischen grondslag en behoorde
tot de groep der beginselvasten. Na wei
nige jaren verliet zij de S.D.A.P. om. na
eenige omzwerving, bij de S.D.P. (Commun.
P.) in en uit te treden. Met haar boek „Ver
nieuwing" (1929) breekt de fase aan van
haar Religieus Socialisme, waarvan de aan
vang reeds te merken is in haar „Commu
nisme en Moraal" (1925).
We kunnen dit ook m.a.w. zóó zeggen:
„Zij vertrekt van het wetenschappelijk So
cialisme, het Marxisme dus; zij trekt dit
konsekwent door tot het Kommunisme;
krijgt het benauwd in de vermaterialisee-
ring en nivelleering van het leven door dit
laatste, en tracht nu verder haar sterke
persoonlijkheid te ontworstelen aan den
greep van het „sociaal-utilitarisme" door
een ruk naar persoonlijkheidsvorming, ge-
meenschapsmoraal en, tot nog toe, vage
religiositeit
„Deze religiositeit wordt niet begrensd
door de wanden van een leerstuk".
„Haar opvatting over den godsdienst
aldus P. van Gestel is 't minst van al
uitgewerkt en raakt niet verder dan een
wazige kosmische religiositeit die alle dog
ma of zelfs onveranderlijke leer uitsluit".
„Wellicht zal. van socialistische zoowel
Radio Nieuws.
22.30 Hulz
ZATERDAG. 28 MEI
KRO: Gramofoonmuzlek.
sum VARA: GramofoonmiMle
i KRO: Gramofoonmujuek
1 KRO: Salonorkest
i R.: Militair orkest
try: BBC-orke-st
i KRO: Saxofoonsoli
RO: The tour serena-awa
a R.Budapest trio
KRO: Salonorkest
i KRO: The four eerenadera
dborg: Omroeporkest
i KRO: Salon-orkest
h a u: Chop in-concert
nberg: Concert
KRO: Gramofoonmuaiek
sum VARA: Gramofoonmuzle
18.00 Huizen KRO: Journalistiek
ZONDAG 29 MEI
30—9.30 Huizen NCRV: Morgen wijding, te
lelden door Ds. L Schutte. Evang. Luth.
Predikant, te Amsterdam- Zang door het
Chr. Radio-Koor. olv. Gvd Burg. 1 Ope
ning: 2 Zingen: Gez. 107:4 (Ps. 68:10):
3 Gebed: 4 Schriftlezing: 5 Zingen: Gez. 89
gedeelte der toe-
ig in Christus"; 7
Gez. 183 6 en 7: 8 Tweede ge
spraak
Zingei
deelte üér toespraak; 9 Dankgebed: 10
gen: Gez. 110 1 en 4 (Ps. 138 1 en 4); 11
Sluiting.
5.005.50 Hulzen NCRVOrgelbeepeUng
door den heer W. J. Sleddering.
5.50 Huizen NCRV Kerkdienst vanuit do
Goref Kerk te Velp. Voorganger: Ds. R.
M. Westerink, Üeref. Predikant, al
•el; 2
de heer W. J. Sleddering. 1 Orgel-
3 Votum en Zegenbede:
aJf ge-
5 Voorl<
loofsarUkelen. b Pilip. 3:111: 6 Gebed;
7 Zingen; 8
3 8. 10 r-
llp
prediking; 10 Zingen; 11 Tweede gedeelte
van de prediking; 12 Dankzegging; 13 Zin
gen; 14 Zegen; 15 Orgelspel.
Na beëindiging van den dienst tot 7.45 n.m.
Orgelbespeldns door den hoer W. J. Siedde-
MAANDAG, 30 MEI
Hilversum VARA: Gramofoonmuzlek
Hulzen KRO: Morgenooncert
Hilversum VARA: MandoUne-
I Huizen NCRV: Gramofoonmuzlek
i Hilversum VARA; Gramofoonmu;
Hilversum VARA: Solislenkwlnt.
i Kalun dborg: Strijkorkest
l Hulzen NCRV: Orgelconcert
I Daventry: Concert
I Hulzen NCRVGramofoonmuzlek
Hllv
Hllv
Daventry: Populair
VARA: Piajio-kw
te-recital
l Hilversum VARA: Schramme'.-kwintet
16.50 König
q: Concert
NCRV: Concert
b e r g: Vesperconcert
NCRV: Mej. Doyen: Dhr lec«
Hil versumVARA: Nino v d Schaaf
15.15 I
18.30 I
Hulzen NCRV: acihriftlezlng
Hilversum VPRO* Morgenwijding
Hulzen NCRV: Ziokendic-nst Ds. A. Cj
i VARA: Kin de rvertel Llnge n
i NCRV: Persberichten
Volledige programma's in
de Lmroepgids. Duidelijke
foto's; best verzorgd Radio
blad; 4 gld. per half jaar of
18 et per week Ned. Chr.
•tadic-Vereeniglng, Voog-
lenzang, Ede. Draagt bij in
de omroepkosten.
als van religieuse zijde, evenwel bezwaar
gemaakt wordentegen dit religieus socia
lisme dat èn het socialisme èn de religie
vervluchtigen laat".
EXLIBRIS-KRING
Er bestaan plannen op te richten een Ne
derlandsche Kring van „Vrienden, Verzame
laars en Ontwerpers van Exlibris en Gele
genheidsgrafiek". Wie lust -gevoelt, tot deze
vereeniging toe te treden, wende zich tot
Johan Schwencke (Zuid-Binennsingel 23),
Den Haag).
VAN AUGUST VERMEYLEN
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
(73
De Keizer spoedde zich naar zijn paleis,
prelaten lieten het hoofd hangen, en ant-
•ordde.n sidderend: Wij hebben ons Ge
rt verkochtwij hebben de reine offe-
nde verradenwij zijn azymieten ge-
wvlen.
Zoo spraken zij allen, hooggeplaatsten en
iggeplaatsten. zoo sprak ook George Scho-
rius, dien gij gisteravond aan het hoofd
jt processie gezien hebt Waarom hebt gij
!t decreet geteekend? werd hun gevraagd.
het antwoord luidde: Wij waren bang
lor de Franken. Dus vreesachtigheid die
meineed voerde!
Nog een bijzonderheid. Enkele van de
fzantijnen hadden bezwaar gemaakt tegen
"t onderteekenen, en hadden gezegd: Ten-
gij oois goed betaalt zullen wij niet
eken en, het geld werd uitbetaald. Gij
et mij ongeloovi'g aan,, mijn zoon, maar wat
is waar. Ik was er bij tegenwoordig
heb het met eigen oogen aanschouwd,
on men van zulke omkoopbare niet ver-
ichten, dat zij alles zouden herroepen?
dat deden zij allen, behalve Metroplianes
onze tegenwoordige Patriarch. Blameert
mij nu nog als ik wat al te he'tig schijn
spreken? Bezwaar ik mijn ziel met een
wide, als ik ze mijneecLig noem? Antwoord
ij!
Mijn vader, zeidie Sergius, uw oordeel
fer zulke handelingen kan niet zondig
pi, tenzij ik alles zou moeten opgeven wat
geleerd heb, en daar de Herder zijt van
een eerwaardige Orde is het i:
plicht te waarschuwen, zoodra gij een drei
gend gevaar ziet? Dat de Patriarch door u
wordt vrijgesproken strekt mij tot troost.
Indien ik hem niet langer mocht bewonderen
zou mij dat zeer bedroeven. Maar vergeef
mij, als ik u nogmaals vraag mij te willen
zeggen, welke ketterij prinses Irene is toe
gedaan.
Daar Sergius met den rug naar de deur
stond en zijn volle aandacht schonk aan
hetgeen de Abt hem meedeelde, bemerkte
niet dat iemand zachtkens binnenkwam en
op korten afstand bleef staan luisteren.
't Is goed dat gij het zegt, ik was de
prinses eigenlijk vergeten, antwoordde de
Abt, zonder den nieuwen bezoeker te zien.
Afgezien van haar godsdienstige inzichten
en nieuwerwetsche gewoonten is prinses
Irene de edelste natuur in Byzantium. Wer
den wij door een ramp getroffen, dan
geloof ik dat zij door persoonlijke opoffering
tot heldendaden in staat zou zijn. Meerma
len bezocht ik haar in haar paleis, bij wel
ke gelegenheden zij steeds onbeschroomd tot
mij sprak, en nu hebt ik gemerkt, dat zij
een voorgevoelen heeft van naderende din
gen, die zware offers van haar zullen
eischen, en dat zij volkomen bereid is zioh
daaraan te onderwerpen.
Ja, zeide Sergius met een krachtigp
handbeweging, er zijn lieden die levenslang
martelaren zijn en den dood niets overlaten,
dan hun de kroon der overwinning te bren
gen.
Zijn wijze van spreken trok de aandacht
van de Abt Mijn zoon, zeide hij, gij zoudt
een volksprediker kunnen zijn. Ik wilde dat
ik uw toekomst kon voorzien.
Na een oogenblik nadenken hervatte hij:
De prinses leest de Heilige Schriften. Op
zichzelf zou dat een lofwaardige gewoonte
zijn. maar zij slaat daarbij iedere voorlich
ting van anderen af. Zij wil hetg^n zij leest
zelve begrijpen. Als wij in twijfel verkeeren,
nemen wij de Vaders ter hand, maar zij be
weert dat dc Zoon van God beter wist wat
Hij bedoelde, dan eenig mensch, die, hoe
goed zijn bedoeling ook zij, de ingeving van
den Heiligen Geest mist.
Een glans van genoegen gleed over Ser
gius' gelaat.
En zoodoende heeft zij voor zichzelve een
geloofsbelijdenis gemaakt, en die in de
plaats gesteld van de geloofsbelijdenis,
welke de grondslag is der Kerknamelijk
de Geloofsbelijdenis van Nicea.
Heeft zij haar denkbeelden op schrift
gebracht, Vader?
Ja, ik heb het stuk gelezen.
En waaruit heeft zij geput?
Uit de Evangeliën.
Zeg mij, Vader, mag ik het ook lezen?
Gij moogt het haar vragen; maar be
denk, mijn zoon,en de Abt zag hem drei
gend aan, bedenk dat de Kerk op het stuk
van proselietenmakerij den ketters geen ge
nade schenkt. Wat de prinses wil is door
Nioea veroordeeld en mag niet geduld wor
den. Maar nu kan ik niet meer, ga en be
zorg mij wat wijn en brood. Later zullen wij
hier nog op terug komen.
Sergius kuste den Abt eerbiedig de hand
tot afscheid, en toen hij zich omkeerde om
aan zijn verzoek te voldoen zag hij den jon
gen Griek voor zich, die hij kort geleden uit
Ndlo's handen had gered.
VEERTIGSTE HOOFDSTUK
De Akademie van Epikurus
Ik zou u wel eens willen spreken, zei
de Griek op zachten toon, toen Sergius de
cel wilde veriaten.
Uw vader voelt zach niet goed en ik
moet wat eten voor hem gaan halen.
WeJim, ik ga met u.
Sergius bleef even staan, terwijl de jonge
ling dc legerstede zijns vaders naderde, den
hoed afzette, neerklielde, en zeide: Uw ze
gen, vader.
De Abt legde zijn hand op het hoofd zijins
zoons. Ik heb u in vele dagen niet gezien,
antwoorde hij. Daar ik echter hoop dat gij
naar mijn woorden geluisterd hebt, en den
omgang hebt laten varen met jongelieden,
die uw ziel in gevaar en mijn goeden naam
in opspraak brengen, en omdat ik u liefheb,
en aan uw moeder denk, wier levenswandel
im alle godzaligheid was, totdat zij in vrede
heenging met 'n gebed voor u op de lippen,
daaromontvang mijn zegen.
De tranen sprongen Sergius in de oogen
en hij twijfelde niet, of deze woorden zouden
den zoon in 't hart treffen. Het streed tegen
zijn gevoel getuigen te moeten zijn van de
uitbarsting van berouw en droefheid, die hij
verwachtte dat volgen zou. Het voorwerp
van zijn mededongen echter kuste zijn va
der de hand en zedde oo hiohthartigen toon:
Altijd dat klagen! Waarom wilt u niet be
grijpen dat er een Byzantium is? dat zelrs
in het Hippodroom niets meer is dan vroe
ger, of het moestem de kleuren zijn. Hoe
wij ls heb ik u al over de laatste sociale ont
dekking gesproken, waaraan thans iedere
leek, maar ook menig geestelijk heer, recht
laat wedervarenik bedoel het genezend
element der zonde.
Genezend elememt der zonde! herhaaJde
de Abt
Ja, vader, het vermaak.
De grijsaard zuchtte diep, keerde het
hoofd af en klaagde: Waar gaat het heen!
Zoo verslagen was hij, dat hij de afscheids
woorden van zijn zoon ternauwernood
hoorde.
Toen beide jongelieden de cel verlieten
zeide Sergius: Als gij mij spreken wilt,
wacht dan hier op mij. Haastig liep hij de
gang door, en toen hij nog even opkeek, zag
hij dat de Griek buiten de deur bleef wach
ten. Toen de monnik met het door den Abi
verlangde terugkwam, stond de jonkman nog
op dezelfde plaats. Sergius bood den Abt
knielende de ververschingen aan en bleef
in die houding bij hem, zoolang hij ze ge
bruikte, want hij begreep wat er in het hart
van den armen vader omging: droefheid ter
wille van de Kerk, door zoovelen harer kin
deren verlaten, en droefheid over zijn eigen
zoon.
Ach Sergius, wat zou ik gelukkig zijn,
zoo gij in werkelijkheid mijn zoon waart!
Na een poosje verscheen de andere Orde
broeder, waardoor Sergius vrijheid vond om
heen te gaan.
Thans ben ik tot uw orders, zeide hij
tot dem Griek, die nog altijd in de gang
stond.
Laat ons naar uw oei gaan, luidde hei
antwoord.
In de cel schoof Sergius den eenigen stoel
aam, dien hij volgens de kloosterregels heb
ben mocht, en zeide: Ga zitten.
Niet noodig. antwoordde de bezoeker, ill
blijf slechts kort Gij kent mijn vader niet
Men moest hem vrijstellen van actieven
dienst. Hij is er veel te zwak voor.
Dat zou toah heel ondankbaar zijn.
Ik verzeker u, vervolgde de losbol op
klagelijken toon, dat ik mijn best gedaa»
heb om hem met zijn tijd te doen meegaaif
want hij leeft geheeJ in het verledene. Maai
vergeef mij, als ik goed gehoord heb noem ai
vader u Sergius?
Dat is mijn kloosternaam.
Gij zijt dus niet een Griek?
Neen, ik ben een Rus.
Zoo. Nu ik heet Detnedes. Vader doopte
mij Metrophanus, naar den vorigen Pa
triarch, maar dat viel niet in mijn smaak,
en ik gaf mijzelven eem anderen naam. Zie
zoo, nu kennen wij elkander; laat ons
vrienden zijn.
Sergius' sluier was over zijn gelaat geval
len. Terwijl hij dien opnieuw onder zijn
hoed schikte antwoordde hij: Ik zal trachten
u lief te hehhen zooals ik mijzelven lief heb.
Gij verhaast er u misschien over, dat
ik u van vaders zijde kom weghalen; mis-
schen verwondert gij er u nog meer over dat
ik mij bij u tracht aan te sluiten, maar ik
heb er goede redenen voor. In tie eerste
plaats is het mijn plicht te erkennen, dat
zonder uw tusschen komst de razende reus,
door wien ik gister zoo onverwacht werd
aangegrepen, mij vermoord zou hebben. Ik
dacht waarlijk dat mijn laatste uur gesla
gen was. Gij wilt mijn dank daarvoor wel
aannemen, nietwaar"
(Wordt vervolgd.)]