Van en over de Ontwapenings conferentie MAANDAG 9 MEI 1932 EEN CR1TISCHE WAPENSCHOUW WAT DE EEN, EN WAT DE ANDER KAN MISSEN XII Sir John Simon, de Engelsche Minister van BuitenJandsche Zaken heelt bij zijn tijdelijke - terugkomst uit Genève te Londen aan de persmannen verklaard, dat de con ferentie te Genève langzame vorderingen maakt, maar niettemin vorderingen. Van de technische commissies heeft zeker de Vlootcommissie dc moeilijkste taak. Ame rika, dat nog wel het initiatief heeft geno men in de kwalitatieve ontwapening, heeft zich eerst bij het Engelsche standpunt aan sloten, krachtens hetwelk kleine duikboi- ten als aanvalswapenen zijn te rekenen, en heeft daarna opgemerkt, dat een vloot in haar geheel moet worden beschouwd als eerste verdedigingslinie tegen een mogelij ken aanval en dat slechts dan, wanneer een zeker evenwicht tusschen de verschillende soorten oorlogsschepen bestaat, die vloot haar taa.k naar behooren kan vervullen. Daartegenover betoogde Italië, dat zoowel duikbooten als linieschepen dienen te ver dwijnen, waartegenover Polen zoowel als Finland en Japan hebben betoogd, dat duik booten een verdedigingsmiddel bij uitne mendheid vormen. Dat China en Rusland bij de algemeene beschouwingen'in de vloot commissie aan de zijde van de vérstrekken de Duitsche voorstellen staan, behoeft niet te worden vermeld. Nederland gaf er de voorkeur aan om bij de behandeling van elke categorie oorlogsschepen, die op de al gemeene beschouwingen volgde, zijn stand punt kenbaar te maken; bij de algemeene beschouwingen wees vice-adiniraal Surie op het bijzonder gevaar, dat automatisch wer kende contactmijnen voor de burgerlijke be volking hebben. Alles nog eens opnlenw Het kon niet anders, of reeds dadelijk bij 'de behandeling van de linieschepen en daarna ook van de andere categoriën oor logsschepen werd een herhaling gegeven van wat in de algemeene beschouwingen reeds naar voren was gebracht Het uit voerigst waren bij deze laatste de uiteen zettingen van den Franschen ex-minister van Marine, den heer Dumont, die er op wees dat eigenlijk alle soorten schepen en mijnen gevaarlijk zijn voor de burger lijke bevolking, maar dat Frankrijk, gezien zijn ligginig, vliegtuigmoederschepen blijft noodig hebben voor het vervoer van lichte verkenningsvliegtuigen, ook wanneer de zware bombardementsvliegtuigen worden afgeschaft. Naar zijn meening was het eenige middel om het aanvallend gevaar dat oorlogssche pen kunnen vormen, te bezweren, te zoe ken in verlaging van het kaliber der ka nonnen en de tonnage der schepen. Dumont zinspeelde op de invallen in het verleden, waarvan Frankrijk het slachtoffer was ge worden, een opmerking die, zoo zij al in het kader dezer werkzaamheden toelaat baar was zeker niet in de Vlootcommissie behoorde te geschieden. Niet ten onrechte wees von Rheinhaben er op, dat zinspelin gen van dezen aard uitsluitend van een his torisch standpunt uit moeten worden bezien Inderdaad hebben de uiteenzettingen van den Franschen oud-minister van Marine eenige sensatie teweeggebracht, die echter «ven spoedig weer tot het verleden behoor de. Bij de behandeling van de categorie der linieschepen bleek, dat Italië deze als liet hoogste effec tief van geconcentreerde aanvalskracht eener vloot wenscht te beschouwen, terwijl daarentegen Amerika, in overeenstemming met Frankrijk en Engeland betoogde, dat linieschepen niet gerekend behooren te wor den tot de agressieve wapenen. Amerika in het bijzonder deed bjj monde van Senator Swanson uitkomen, dat de Amerikaansche vloot geheel bestemd is voor de kustver dediging, maar tegelijkertijd toezicht moet houden op de naleving van vele internatio nale verplichtingen als b.v. de vrije vaart door het Panamakanaal. Van Spaansche zijde werd de vraag scherp omlijnd door de opmerking van Admiraal Montagut, dat alle schepen boven de 14000 ton en voorzien van geschut met een kaliber van meer dan 8 inches een offensief karakter hebben. Bij monde van Prof. Moresco heeft d« Nederlandsche delegatie aan 'deze 'discussie een niet onaanzienlijk en een niet onverdienstelijk aandeel ge nomen. Minstens even openhartig, maar veel tactvoller, veel minder agressief dan de Duitsche delegatie, betoogde Prof. Moresco de noodzakelijkheid om tot een positief re sultaat te komen. Daarbij wees de Neder landsche delegatie er op, dat het Italiaan- sehe voorstel, dat de lineschepen onder de aanvalswapenen rangschikt, bezield wordt door de gedacht© van een geleidelijke en progressieve afschaffing dezer schepen, liet geen praktisch hierop neerkomt, dat de li- nischepen bij verouderingen niet zullen worden vervangen. Het argument, dat een XI stond in ons blad van 2 Mei. erkenning van de linieschepen als aanvalt wapen het geheele 6telsel van vlootorgani- satie zou omverwerpen, gaat niet op. De Nederlandsche delegatie heeft als conclusie van deze uitvoerige uiteenzettingen een re solutie ingediend, krachtens welke de Vloot commissie zal verklaren, dat naarmate de linieschepen grooter en krachtiger bewa pend zijn, zij ook een meer specifiek aan vallend karakter hebben en voor de ver dediging van een ander land in gevaar toe nemen. Het helpt niets, zoo is van Neder landsche zijde duidelijk te kennen gege ven, of men tracht de moeilijkheden, die ten opzichte van elke categorie oorlogs schepen bestaan, te omzeilen: die moei lijkheden zijn er en men zal ze moeten aanvatten. en zelfs bij die der duikbooten. Amerika, in dit opzicht tot dusver nog zonder volgelin gen, kwam betoogen, dat deze schepen een verdedigend karakter dragen; immers zij zijn noodig voor de verdediging der vloot, in het bijzonder tegen de duikbooten. Daar tegen kwam verzet van de zijde reeds da delijk van Italië, Rusland, Duitschland, Spanje en Turkije maar ook van Engeland en Japan, die dit Amerikaansche standpunt niet voor hun rekening wilden nemen. Hier neemt dus Amerika een geisoleerde positie in, al moet niet uit het oog worden verlo ren, dat, wanneer deze vliegtuigmoeder schepen gelijk van Fransche zijde is be toogd slechts verkenningsvliegtuigen met zich voeren, er inderdaad van aanvallend karakter dezer schepen geen sprake is. Een vervolg van de controversen in de beide an dere categoriën bood de discussie over de duikbooten. Maar in tegeriovergestelden zin. Want hier zijn het juist de groote zeemo gendheden, Engeland en Amerika voorop, die de overtuiging willen wekken, dat de duikboot geheel moet verdwijnen, terwijl de kleine zeemogendheden niet aan duikbooten van elk type en omvang willen vasthouden maar de kleine typen voor de kustverdedi ging gehandhaafd willen zien. De Luchtvaartcommissie heeft eveneens langdurige besprekingen ge houden. Voor haar is het vraagstuk der aanvalswapenen te moeilijker, omdat hier bij weer de vroeger reeds behandelde te genstelling: internationalisatie der burger lijke luchtvaart en geheele afschaffing der militaire luchtvaart vanzelf op het tapijt komt Het gaat bij de luchtvloot om ver kenningsvliegtuigen eenerzijd.s, zware bom bardemdntsvliegtuigen anderzijds. Het aan vallend karakter der laatsten is moeilijk te ontkennen, maar de vraag of bombarde mentsvliegtuigen zonder verkenningsvlieg tuigen recht van bestaan hebben, is niet zonder meer op te lossen. Van Duitsche zij de werd een resolutie ingediend, volgens welke de geheele militaire luchtvaart en in het bijzonder het werpen van projec tielen, van welken aard ook, als aanvallen de wapenen moeten worden beschouwd, die zoowel door hun aanvallend karakter' als door hun bedreiging van de burgerlijke be volking dienen te worden geplaatst op de lijst welke de algemeene commissie ook van deze technische commissie verwacht Italië schaarde zich aan Duitsche zijde met een klein voorbehoud ten opzichte van een gering aantal verkenningsvliegtuigen, vau welks behoud het de noodzakelijkheid be toogde. Maar Polen en België wezen er reeds dadelijk op, dat. schaft men de mili taire luchtvaart geheel af, maatregelen noo dig zijn teneinde te voorkomen, dat de bur gerlijke luchtvaart aan de oorlogvoering wordt dienstbaar gemaakt, in verband waar mede België het denkbeeld opperde om be paalde vormen van burgerlijke luchtsche pen., die hijzonder gemakkelijk in militaire kunnen worden veranderd, geheel te ver bieden. De Legercommlssle besprak allereerst de vraag van welk ka liber de kanonnen moeten zijn, die geplaatst dienen te worden op de lijst der aanvals wapenen. De besprekingen van technischen aard in dit technisch gezelschap namen al dadelijk een zoodanigen omvang, dat de noodzakelijkheid bleek een speciale commis sie van uitsluitend militairen in te stellen, die een voorafgaande studie der aanvals wapenen zal maken. De commissie in haar geheel heeft intusschen zoodanig de leiding in handen gehouden, dat de vragenlijst, aan de hand waarvan deze militaire commissie zal werken, door haar is opgesteld. De in stelling der militaire commissie kwam voor namelijk voort uit de bezwaren, die van Fransche en Poolsche zijde werden gemaakt om bepaalde kan on hen of tanks onder alle omstandigheden als aanvalswapen te be schouwen. Toen als gevolg hiervan de Fran sche delegatie met een vragenlijst kwam, toonden Amerika en Engeland zich bereid om op den grondslag van die vragenlijst het nader onderzoek in te stellen, dat nu aan den gang is. Dat onderzoek loopt over tech nisch belangrijke vragen als die wat onder bewegelijke en niet-bewegelijke artillerie moet worden verstaan; welke de karakte ristieken zijn, die geschut een aanvallend HEEFT CALVINISME TOEKOMST? STEMMEN UIT VELE LANDEN LES VOOR NEDERLAND III') Londen, '6 Mei 1932. Op den Hemelvaartsdag werd de inter nationale Calvinistische Conferentie te Lon den voortgezet. Het woord „Hemelvaarts dag" is hier niet meer don een tijdsbepa ling voor den Hollander. Want van eenige viering van 's Heeren opvaart is in Londen bij de Engelschen in 't algemeen geen spoor te ontdekken. Het leven gaat daar op dien dag gewoon zijn gang en zoo werd de serie voordrachten van Woensdag op Don derdag gewoon verVolgd. Eerste spreker was prof. dr. V. H e p p, uit Amsterdam, die handelde over de distinctieve leerstellingen van het Calvinisme. Spr. wees de pogingen om het wecen van het Calvinisme in één korte lcerformule saam te vatten, af. 't Meest bevredigende antwoord op de vraag: „Wat is Calvinisme?" is volgens den refe rent dit, dat 't meest konsekwente en meest harmonische Christendom is. Prof. Br. V. HEPP Dit geldt met name van zijn leer. Een centraal dogma heeft het Calvinisme niet Niet de predestinatieleer, noch de locus de scriptura, noch de leer der vrije genade op zichzelf genomen is het voornaamste leer stuk van het Qalvini&me. Van alle dogma's erkent het de konsekwentie. Alle dogma's zijn „distinctive". In den hreede werd dit ontwikkeld voor het leerstuk van de „asei- tas Deï", d.i. van de zelfgenoegzaamheid Gods. Het Calvinisme vervalt nooit tot een zijdigheid; het bewaart het evenwicht en daarmee de harmonie.'Ten slotte stond spr. stil bij de leer der algemeene genade, zoo als die door Calvijn ontwikkeld wordt. Dit gloedvol voorgedragen referaat werd meermalen door applaus onderbroken en aan het slot luide toegejuicht. Geheel anders was het volgende onder werp, dat ingeleid werd door rev. L. Ather- ton. Hij handelde over de vraag, hoe men zich de vrije en souvereine genade eigen kan maken. Omstandig wees deze spreker op het Roomsch-Katholicisme, dat de gena de verzekert, door het gebruiken van de genademiddelen der kerk, de sacramenten van welker gebruik de genade-toeëigening afhankelijk is. Dit is evenmin Calvinistisch als de leer van het Arminianisme, die zegt, dat door een vrije wilsdaad des menschen de genade toegeeigend wordt. Met een be roep op de Conferentie van de Church of England, toont epr. aan, dat de bekeering een werk is van Goddelijke almacht De Geest werkt haar naar souverein weibeha. gen. Door Woord en Geest wordt de mensch deelgenoot van het werk der verlossing. De laatste van de zes voordrachten werd geleverd door rev. J. W h a i t o n, W. A. uit Liverpool, en wel over de politieke beteekenls van het Calvinisme. Deze spreker, die in uiterlijk, voorkomen, kleederdracht (hij had of verdedigend karakter geven; welke in den modernen oorlog de diepte van het ter rein is, waarover de wederzijdsche troepen zich uitstrekken, in verband met vooraf gaande artilleriegeveahten. Niet van belang ontbloot is het feit, met zeker sarcasme door Fransche bladen naar voren gebracht, dat men in de besprekingen der Legercom- missie zelfs forten onder aanvallende wape nen heeft willen rangschikken. Uiteraard heeft elke versterking een verdedigend ka rakter, maar dit neemt niets weg van het feit, dat bij den tegenwoordigen modernen vestingbouw zoodanige versterkingen, aan het uiterste punt der grenzen gelegen, een grootendeels aanvallend karakter kunnen hebben, dat voor elk geval op zichzelf te be- oordeelen is in verband met den strategi sch en toestand, waarin het nabuurland ver keert. De algemeene commissie heeft vacantie; vac&ntie niet slechts ter wille van de verkie zingen, maar vooral, omdat men terecht eerst de opvattingen der technisohe com- missiën wil afwachten alvorens verdere stappen te doen. een witte das om zijn vadermoorders-) en betoogtrant deed denken aan een „oude schrijver," althans aan een reformatorische oud-vader, vergastte zijn gehoor eerst op een erzicht van wat Calvijn in de Institutie leert over de taak van de Overheid. Ver bolgens stond hij stil bij John Owen, Milton ?n Cromwell. Bij dezen laatsten gekomen moest hij zijn voordracht om des tijds wille afbreken. Voor een deel was dat jammer, want wij hadden gaarne iets meer gehoord, en wel er de beteekenis van het Calvinisme voor de politieke vragen van dezen tijd. Hij liet te weinig recht wedervaren aan de practi- sche mogelijkheden, die het Calvinisme biedt. Bij dit referaat bleek heel duidelijk, dat de Engelschen Jiet nog niet ver met hun inisme gebracht hadden. Ze leven nog om en bij Calvijn. Van de uitwerking het Calvinisme weten ze bijna niets. Merkwaardig b.v. dat deze spreker nauwe lijks gehoord had van Edmund B u r k e, die gelijk men weet, veel invloed heeft ge had op Groen van Pr ins tere r. Lalen wij intusschen dit principieele" betoog niet met al te Hollandsche oogen bezien. Zoo doende zouden wij zelf vervallen in de fout, we in een vorig artikel afkeurden, na melijk deze. dat we anderen vergelijken met ons zelf en aan ons zelf afmeten. Wel zou het ons dienen aan te sporen om de andere nationaliteiten tot jaloerschheid te verwekken door te wijzen op wat in Ne derland werd bereikt, door de consekwen- te toepassing en uitwerking der reforma torische beginselen, ook voor het staatkun dig leven. Zeker niet het minst interessante deel van het Congres was hetgeen op den avond van Hemelvaartsdag werd geboden. Een grooter aantal belangstellenden (de zaal van Memorial Hall was nu bijna geheel gevuld) was opgekomen om te vernemen uit de mond van de respectievelijke afgevaardig den, hoe het er momenteel in de verschil lende landen voorstond met het Calvinisme. Deze bijeenkomst werd gepresideerd door tv. James Tolland uit Belfast. Schrift lezing en gebed geschiedden door Dr. Tal bot, eveneens een Ier. De president deed vooraf voorlezing van een schrijven dat rev. Henry Atherton, over wiens ziekte wij onze lezers reeds hebben ingelicht, aan de deelnemei-s van het congres had gericht en waarin hij opwekte tot nauwe samen werking op de basis der gereformeerde con- ssies. De rij der toespraken werd geopend door prof. G. B e s s e 1 a a r, die Zuid-Afrika ver tegenwoordigde. Deze begon met erop te wijzen, dat het Calvinisme van zooveel be teekenis was geweest voor de kolonisatie van rijn land, waar het blanke ras zuiver bewaard bleef, in tegenstelling met Zuid- Amerika b.v. dat onder Spaansche, en dus roomsche invloeden koloniseerde, en waar het ra3 niet zuiver meer is (Mexicol). Ver volgens betoogde deze spreker, dat de gere formeerden van Zuid-Afrika een eigen type vertoonen. Ze zijn minder filosofisch, dan practisch aangelegd en hebben een sterk ontwikkeld vrijheidsgevoel, waaruit de affi niteit met de Hollanders en de Hugenoten duidelijk blijkt. Dat eigen type van Zuid- Afrika wordt natuurlijk ook mede gevormd door de geografische gesteldheid van het land. De verre uitgestrektheden en de een zaamheid van de kolonies daar maakten de menschen geschikt voor meditatie en daar door ietwat mystiek. Afrika, zoo vervolgde prof. Besselaar, is een mooi voorbeeld van de samenwerking tusschen verschillende kerkgenootschappen. De drie Gereformeerde Kerken daar werken samen in één federatie, strijden samen voor één gemeenschappelijk doel, de onderwijs hervorming. Het Calvinisme in Z.-Afrika, aldus was de conclusie, bloeit en heeft daar een schoone toekomst Dr. C. Beekenkamp, vertegenwoordi ger van de Dr. Kuyperstichting in Den Haag, wees in zijn toespraak op de beteeke nis van het Calvinisme als politiek beginsel schriftelijke sympathiebetuigingen binnen gekomen, welke door den president werden oorgelezen. Daarop heeft pastor W. A. Langenohl, uit Düsseldorf, op zeer sympathieke wijze van zijn gevoelens jegens de internationale federatie blijk gegeven. Hij verhaalde, hoe er vooral na de 400-jarige herdenking van de Kerkhervorming in 1917 een hernieuwde belangstelling voor Calvijn viel waar te ne men; bovendien zette het kerkelijk vraag stuk aan tot Calvijnstudie. Economische en politieke nooden vragen ook hij de religie om een oplossing. De Jung Reforniierten ge- looven, dat het Calvinisme een antwoord heeft op al die vragen. Tegenover de ver heerlijking van de dictatuur door Hitier zetten zij het Soli-Deo-Glcria-principe. Nadat Prof. L e c e r f op de hem eigen on derhoudende vyijze onder ademlooze stilte in de zaal eenige ontroerende mededeelin- gen had gedaan over de zegenrijke gevolgen van de prediking en bestudeering der gere formeerde beginselen in Frankrijk, heeft Prof. Grosheide een exposé gegeven van de Hollandsche toestanden. De mededeeling, »r in Nederland circa een millioen Cal- ten waren, wekte zichtbare verbazing Dr. C. BEEKENKAMP in Nederland. Hij hoopte, dat ook andere nationaliteiten het Calvinisme zullen erva ren, beleven en in toepassing brengen als een allesomvattend systeem. Namens Dr. H. C o 1 ij n deelde spr. nog mede, dat Z.Exc. met groote belangstelling de vorming van een internationale federatie van Calvinisti sche belijders tegemoet ziet. Van Prof. Maclean uit Edinburgh Prof. Sebestyen uit Buda-pest waren Radio Nieuws. 21.50 Kalu Prof. Dr. F. IV. GROSHEIDE bij velen der hoorders. Spr. waarschuwde er echter voor, dit cijfer op een te hooge waar de te schatten. De „spirit'ual condition" bij ons Hollanders is niet zooals men die mocht erwachten. Spr. betreurde het levendig, dat er onder alle Hollanders, die Calvinistisch georiënteerd zijn, zoo weinig eenheid gevon- dea wordt Dit gebrek aan eenheid worde ons tot schuld en drijve ons in gebed tot Hem, die Zelf gebeden heeft om eenheid onder Zijn jongeren. Terwijl wij nog zaten na te denken over de ongetwijfeld zeer ware «oorden van prof. Grosheide wiens hartelijk begeergn het is, dat do broeders zich ook nationaal zullen vinden, kwam dc jeugdige pastor Charles Breed uit Ilford onze aan dacht alweer vragen voor het slotwoord. Op welsprekende wijze legde deze er getuigenis van af, dat hij geloofde, dat deze Conferen tie beteekenis zou hebben voor de verdere doorwerking van het Calvinisme. Hij meen de, dat de aangename kennismaking te Londen een profetie zou zijn voor het suc ces, dat men verwachten mocht van blij vende internationale samenwerking. Hierop heeft rev. Dr. R. H. Talbot nog een allerlaatste, slotwoord gesproken, waar in hij met name zijn erkentelijkheid uit sprak jegens de buitenlandsche gasten voor hun aanwezigheid en voor de wijze, waarop zij de internationale betrekkingen bédden verstevigd. Spr. eindigde deze toespraak, tintelend van humor en van diepen ernst tegelijk, met het lezen van een gedeelte van den Eflhezenbrief, waarna de avond gesloten werd met het „Te Deum laudamus". Vrijdagavond is onder leiding van pastor G. Rose uit Croydon (Engeland) nog een dankstond gehouden in Grove Chapel, eu daarmede behoorde dit eerste internationale calvinistische congres weer tot het verleden. De resultaten? Zullen wij ons aan voorspellingen wagen? Zullen wij optimistische woorden neerschrij ven? Of pessimistische zeggen dat er niets van terecht komt? Voor het eene is evenmin grond als voor het andere. Dit kunnen wij wel zeggen, dat wij het enthousiasme der Engelschen niet geheele deelen, misschien omdat wij nuch tere Hollanders teveel de werkelijkheid van ons eigen land onder het oog zien. Is dat echter een reden om te wanhopen? Stellig niet Laten wij veeleer onze gedeeldheid als schuld zien en zoeken naar wat vereenigen kan. In dezen tijd met name is een aaneen gesloten front tegen de machten van onge loof, bijgeloof en revolutie ongetwijfeld een noodzakelijk ding. Dit kunnen wij, moeten wij van Londen leeren. om de verschillen „betrekkelijk" te zien; af te zien van ons z«lf, en ook van onzen geestverwant die er niet precies zoo over denkt als wijzelf, hoe wel hij de zelfde grondbeginselen van harte is toegedaan maar op te zien naar Hem, in wien wij Calvinisten allen gelooven, van wat nuance o( kleur wij dan ook zijn. Het veelstemmig gezongen „Te Deum" dat zoo schoon, zoo ontroerend schoon, klonk, was ons een blijde profetie van de mogelijkheid dat eens zóó de verschillende groepen èn kerken èn nationaliteiten teza men veelstemmig en nochtans eenstemmig zullen ringen als hun levenslied het echt reformatorische Soli Deo Gloria. MAANDAG MEI C o o e n NCRV: Concert ■sum AVRO: Kova- r 8 u m AVRO: Kovai try: BBC-Orke.-t h a u: Omroeporkest r Omrocp.tr R.Itadiri-harmoj L e zingen, Cur. e n NCRV Vragenuur er» urn AVRO: Boekt o 1111 •- «o Per. bet i NCRV: Politieberichte! i NCRV: Persbericht en NCRV: Persberichten H u 1 z e n KRO: Morgen con eert Hilvereum AVRO: Gramofoonmuilek Hulzen KRO: KuneteDsemble HIlvAraum AVRO: Gramofoonmuzlek 10.31 Hilversum AVRO: Solistenconcert 1 Hllv Middagconcert n: Concert 16^00 Hilversum AVRO: Plano reed tal 16.30 I.angenberg: Vesperconcert 16.3(1 Hilversum AVRO: Radlo-kinderkoor- znn.g 6.45 Huizen KRO: Crl >.55 1 Phil harmonisch rkest 19.00 Hilversum AVRO: Fransche kun*: Gramofoonxnuxlek r g: Concert rg: Offenbach-coocert 1JL20 Langen be 9.50 Parljs-E I f AVRO: The four Kaetha AVRO: Morgenwijding UIT HET SOCIALE LEVEN tel ls gekomen, om de loot ongeschoolde arbeider? DE LAND ARBEIDERSSTAKING IN GRONINGEN Het hoofdbestuur van den modernen land» arbeidersbond heedt aan «tjn lesien In d- ge meente Beerta. waar landarbeiders onder communistische leiding In staking zijn gegaan. ~fn - «ij niet verplicht zijn. onder medegedeeld, politietoezicht i duu; i de werkgever De Ned. Vereeniglng van Chr. kantoor- en handelsbedienden had In het eerste kwartaal 1932 een groei van 372 nieuwe leden. DE NED- CHR. BOUW ARBEIDERSBOND MILLIONAIR Volgens De Standaard ls bovengenoemde Bond mlITlonalr. De Jaarrekening loopt over een be drag van 671.304 aan Inkomsten en uitgaven. Aan contributies werd ontvangen 312.842.63 He* vermogen van den Bond beliep per 31 Deo. 1931 1.021.912.95». In totaal beheerde de Bond «penningmeester op 31 DeoJ J.l. een vermogen van 1.480 177.56;. Rechtzaken. KINDERMOORD TE OLDENDIEVER Voor de rechtbank te Asaen stond terecht de 29-Jarige gescheiden vrouw A. H. te Oldendleve r. thans gedetineerd, die op 30 Maart J.l. haar kind terstond na geboorte door verstikking van het leven heeft beroofd. Tien dagen na den moord rond de marechaussee het lijkje in een bed stee. De zaak werd met gesloten deuren behan deld. De Officier van Justitie elaohte 2 jaar ge- DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsoh door ALMA Zeker, zij moeien dienen om de een heid te herstellen, opdat de Kerk vrede moge vinden en de Staat zijn macht en roem moge herwinnen. God is gewoon voor de zijnen te zorgen. Dank u, Vader, ik zie het verschil. Scholarius zou den Staat aan de Heilige Maagd willen opdragen, maar Konstantijn met zijne meer wereldsche neigingen blijft vasthouden aan de macht, sinds eeuwen door Koningen uitgeoefend. Het doel der Nachtwaken is alzoo om den Keizer zijn staatkunde te doen prijs geven, ten einde Scholarius te volgen. De Keizer neemt deel aan de Mysteriën, antwoordde de Vader ontwijkend. De processie kwam intusschen al dichter en dichter bij, en toen de voorhoede aan de Groote Poort verscheen, werden de trompet ten geblazen, waarop de wacht naar buitan kwam en in 't gelid trad. Een monnik kwam naar voren en onderhandelde met een offi cier, waarna men hem een brandende fak kel overhandigde en hij zich aan het hoofd der menigte stelde. De trompetters bliezen in Langzamer tempo een mkrsch. Was dit een leger, zeide Vader Theo- phiilus, dan zou hot klimmen niet zoo be zwaarlijk gaan. Doch helaas, nergens yliegt de jeugd zoo snel voorbij als in ©en kloos ter; morgens ook is de ouderdom zoo zwak. Tien jaren kndeJens op een steenen vloer in een vochtige cel doet den anachoreet verge ten, dat hij ooit lenig was. De Vorst luisterde ternauwernood naar hem. Hij gaf zijn aandacht gdheel aan het weinige dat hij beneden rich zag: de voor hoede, vier man breed, rij aan rij dicht aan eengesloten, maar in ongelijke groepen, elke afdeeling voorgegaan door een leidsman, diie aan de poort, een fakkel ontving. Af en toe ontwaarde hij een banier aan een kruis- stok gehecht, nu en dan een afdeeling in licht gekleurde gewaden, meestal echter een opeenvolging van hoofden zonder eenige be dekking, eentonig, kleurloos, een stoet., die •in zijn langzame bewegingen den toeschou wer op het hooge plateau denken deed aan Ti onmetelijke lange voortkronkelende slang. De trompetten hielden maat met den voort gang der geestelijken. Nu trok de voorhoede langs het eerste terras, maar nog steeds ver schenen nieuwe afdeeldngen aan de poort. Het zingen, soimber op een afstand, klonk den Vorst van nabij als een akelige wan klank in de ooren. Plotseling wierp de eerste toorts haar I schijnsel op het tweede terras. Let op, daar komt hijScholarius, achter de trompetters! zed de Vader Theophi- lus met iets dat naar enthousiasme leek. Die met de fakkel? Ja! En al wierp hij de fakkel weg, hij bleef toch het licht der Kerk. Die opmerking ontging den Vorst niet. De man, die zulk een indruk kon maken op een aan het hof verbonden geestelijke, moest een macht zijn onder de lagere ordebroede ren, dacht de Vorst, en sloeg den fakkel drager aandachtig gade. Indien deze man door zijn krachtige persoonlijijkfluedd eens in staat was om een groote gebeurtenis in het leven te roepen? Indien de r.ioainik, die als met onzichtbare banden de onafzienbare schare achter zich aantrok, in werkelijkheid door zijn machtigen wil de overwinning be haalde? De processie zal niet stilhouden bij de kapel, zei de Vader, maar doorgaan naar het paleis, waar de Keizer zich bij hen zal aansluiten. Als Uwe Hoogheid het voorbij trekken duidelijker wenscht te zien, zal ik de mand aansteken. Doe dat, zei de Vorst. Het licht der flambouw bestraalde de la gere terrassen rechts en links, riep ook het paleis op öiet bovenste plateau uit de duis ternis te voorschijn, zoo ook de kapel met toebehooren, het ruischende beekje, de sta- tigfe cypressen, den muur en de gewelfde poort aan gimdsohe zijdeen deed den avond in helderen dag verkoeren. Als de processie in den hollen weg kwam, zou de Vorst in staat rijn om waar te nemen welke geest hen bezielde. Het hoorngeschal schrikte de slapende vogels in het donkere boech op, zoodat zij angstig en onzeker rondfladderden. Nu betrad de voorhoede de ruimte vóór de kapel, Scholarius dadelijk volgende op de muzikanten. De Vorst kon hem duidelijk ondersdhedden: een lang man, een weinig voorover gebogen, blootsvoets, tot een ge raamte uitgemergeld, de monnikskap ach terover geworpen, de kaalgeschoren kruin sterk afstekende tegen het zwarte haar, sla pen en wangen ingevallen, de oogen diep in de kassen gezonken. De donkerbruine pij liet den vermagerden hals geheel bloot en hing hem veel ie ruim om de leden. Bij de beek hield hij stil, liet het crucifix op den grond vallen, bukte, doopte de nu vrije hand in het water en sprenkelde de droppels hoog om zich heen. Toen nam hij het kruisbeeld weer op en ging verder. Uit den vasten blik, waarmee de Vorst naar den monnik staarde, sprak geen be wondering, neen, het was alsof hij hem tot iets dwingen wilde. Hij zag de lange, hoe kige gedaante de beek overgaaji met wan kelen, onzekeren stap. de toorts in de eene hand. het heilig kruisbeeld in de andere: zoo verdween zij onder de poort, maar toen zij weer te voorschijn kwam was ook de scherpe blik van den verspieder op wacht. De mon nik begon de hoogte te beklimmen, nu was hij bij den hollen wegtot vlak onder den Vorsthij behoefde slechts op te zien, en het gelaat van den dweper zou op éénc hoogte zijn met dc voeten van den In diër. En ziedaar, juist op het rechte ogen blik keek Scholarius op, enbleef staan. Slechts even wisselden de beide mannen een blik met elkander; men zou het kunnen vergelijken met het kruisen van twee zwaar den. Waarschijnlijk werd de monnik, wiens geest geheel vervuld was van alles wat op de plechtigheden betrekking had, onaange naam getroffen toen hij bemerkte, dat hij een voorwerp van studie was voor iemand, wiens uitheemsche kleedendrecht hem als vreemdeling kenbaar maakte, misschien ook wekte do macnet.ische kracht die uit 's Vor sten oogen straalde een gevoel van tegenzin bij hem op. Zooveel is zeker, hij richtte zich in zijn volle lengte op en zwaaide met woest rollende oogen het kruisbeeld als ter bezwering boven zijn hoofd. De Vorst had tijd genoeg om te zien, dat het een zilveren beeld was op een ivoren kruis, wonderschoon bewerkf Het gelaat was dat van een stervende, niet van een doode. Hij zag de spijkers in handen en voeten, de •wond in de zijde, de doornenkroon, en daar boven het welbekende INRI: Jezus de Nazarener, de Koning der Joden. Dr mond was half geopend, alsof de goddelijke lijder zoo juist oen der zeven kruiswoorden had uitgesproken. De snelle wisseling van gedachten zou bij den l>eschouwer misschien door nat»»rouw gevolgd kunnen zijn, zoo niet een kreet weer klonken had: Gij vijand van Jezus Christus, van hier! liet was de stem yaa Scholarius, door dringend schel, en voordat de Vorst rich herstellen kon van den schok, voordat hij hem kon ajitwoorden, of zelfs aan antwoor den kon denken, had de visionair zijn weg vervolgd, zonder ook nog maar om te zien. Wat scheelt er aan. Vorst? De grafstem van Vader Theophilus bracht den diep verslagene tot de werkelijkheid benig, en hij antwoordde met een weder- vraag: Is niet uw vriend Scholarius een groot prediker? Zalvend vloeit de waarheid van rijn lippen. Dat moet wel zoo zijn. dat moet wel zoo zijn! want(de Vorst sprak lang zaam alsof hij bij richj^lven een zaak van gewicht overwoog), want nooit stelde Iemand het beeld van den Gekruisigde zoo levendig voor. Ik ben er nog niet zeker van of hij mij den Heiligen Zoon «Kt gezegende Moeder werkelijk in vleesch en bloed te aanschou wen gaf, juist als toen zij hem zoo wreed ter dood brachten. Of kan het zijn Vader, «lat het nachtelijk uur, de plechtigheid. «Ie groote schare vrome broeders, do ernst der Nachtwaken, oorzaak zijn van dien diepen indruk? He* nntw»>ord maakte Vader Theophilus gelukkig, voor zoover een man vnn zijn slog dat kon zijn. Het was hom een nieuw bewijs van de go.-stelijke kracht die Scholurius, zijn ideaal, uitoefende. de hij, 't was God, «lie In ziju dienaar werkte. XWordt vervolgd^ j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3