Ned. Bond van J.V. op G. G. VRIJDAG 6 MEI 1932 DERDE BLAD PAG. 9 Bezielende loogdag le Groningen Grootc geestdrift in het Noorden Geen zaal bood ruimte aan 't getal Fascisme en Nal. Socialisme onder de loupe genomen In de rustige stadsfeer van het vriendelijk gelegen Groningen is gister en eergister groote jaarlijksche toogdag gehouden van den Ned. Bond van J.V. op G. G, Reeds Woensdag zijn honderden bij hon derden Bondsmakkers, allen afgevaardigden van vereenigingen uit diverse deelen ons land noordwaarts getrokken en te Gro ningen op de meest gastvrije wijze ontvan- De huishoudelijke zaken. Van de beide huishoudelijke vergaderin gen, die Woensdag werden gehouden, werd van de zijde van het Bondsbestuur het vol gend communiqué verstrekt: De buitengewone Bondsvergadering des middags om half twee werd door een zeer groot aantal afgevaardigden van aangeslo ten vereenigingen bijgewoond. Zij was uitsluitend bestemd ter behande- ïing van het concept gewijzigd Bondsregle- ment, met de daarop ingediende amende menten, waarover het Bondsbestuur zijn prae-advies aan dc vereenigingen had doen toekomen. Het eerste deel der vergadering stond on der leiding van den Bondsvoorzitter, den beer A. Zijlstra van Groningen, het tweede gedeelte werd gepresideerd door den twee den voorzitter Dr. K. Dijk van Den Haag. In deze middagvergadering werden 40 van öe 50 artikelA afgehandeld. Te half zes werd de samenkomst geschorst ©m te half acht voortgezet te worden als de gewone jaarvergadering van den Bond. Hier kwam eerst aan de orde de bepaling Van plaats voor den Bondsdag 1033, waar voor Haarlem werd aangewezen. Vervolgens werd het voorstel-Harderwijk behandeld inzake aanvulling van litteratuur opgave in de leidraden. De vergadering ver- eenigde zich met het prae-advies van het Bondsbestuur, dat deze aanvulling over bodig achtte, aangezien bij elke nieuwe druk van een leidraad ook de nieuwste lit teratuur wordt vermeld. Een voorstel van de afdeeling Gelderland inzake Radio-uitzending van de middagver gadering van eiken Bondsdag leidde tot het besluit, dat hieraan zoo mogelijk elk jaar zal worden voldaan. De Jaarverslagen van den secretaris den heer J. Wijnbeek van Zwolle en den pen ningmeester den heer Joh. T. de Lange van Ermelo werden na bespreking goedgekeurd. Vervolgens werden de laatste 10 artikelen van het Bondsreglement vastgesteld. De Bondsvoorzitter, onder wiens leiding ideze jaarvergadering stond, bracht onder applaus der vergadering aan den Bonds- eecretaris een woord van hartelijken dank voor de vele in dezen door hem verrichten arbeid. •t nieuwe reglement treedt In werking 1 September a.s. De vergadering werd om half tien door 'den tweeden voorzitter met dankgebed ge sloten. De groote dag. Donderdagmorgen wekte een vriendelijke lentezon met een zachte koele wind den IBondsdagbezoekers uit een diepen slaap. Is vroeg was men uit de veercn. Aller- wege werd een aanvang gemaakt met het maken van tochtjes binnen de stad en daar buiten. Velschillende bezienswaardigheden werden bezocht. Een grootc groep trok ook Paterswolde, met autobussen, waar voor de vergaderingen aanvingen in de omgeving en op het meer eenige genoeg lijke uren doorbracht. Intusschen spoedden zich elders uit alle iieelen van het land treinen en dichtopeen- gepropte autobussen naar die plaatsen van samenkomst, resp. in de Harmonie en de Noorderkerk. Reeds lang voor het aanvangsuur waren beiue zalen met een groote schare jongelin gen gevuld. Zooveel mogelijk bekortte men zich den tijd met. het geestdriftig zingen Vaderlandsche- en Bondsliederen. Toen half elf do Besturen, luide toegejuicht door de vergadering, het podium betraden, waren de zalen geheel gevuld met een thousiaste schare van jongeren en was er geen plaatsje meer te bekomen. IN DE HARMONIE De Bondsvoorzitter, de heer A. Z ij 1 s t r a, fran Groningen, opende om half elf de sa menkomst met te laten zingen Ps. 68 9, en voor te gaan in gebed. Daarna sprak hij de openingsrede uit, getiteld: Waan en werkelijkheid. Spr. leest Col. 3 1—4 en zegt, daarin 'de tegenstelling te vinden tusschen waan en werkelijkheid. De eerste is bij degenen, die zoeken de dingen welke op de aarde zijn. Be tweede bij hen, die bedenken de dingen die boven zijn. Nu is de wereldgeschiedenis ben strijd van dien waan tegen de werke lijkheid. En in dien strijd is dit het merk waardige. dat deze waan als werkelijkheid steeds brutaler naar voren treedt, terwijl het meermalen is, alsof de werkelijkheid zich in het onzichtbare terugtrekt, als gaf zij den strijd op. Ook is de waan altijd weer de caricatuur van de werkelijkheid. Dit stelt aan du Gercf. jongelingschap een ■waren cisch: zij mag niet oppervlakkig zijn en moet den wann afweren in Godes kracht en de werkelijkheid der dingen zoeken. .Maar er kunnen ook tijden komen, waar in de menschel ij kfi waan valt en de werke lijkheid met kracht op den voorgrond treedt. Zulk een oogenblik gaf de spraakverwarring van Babel. Zulk een oogeniblik beleven wij thans in <J? crisis. Wij moeten in dit laat ste zien, dat weer een toren van Babcl in gruis valt. De waan der werkelijkheid wordt omgezet In de werkelijkheid van don waan. Het trot- Bche moderne Babel wankelt. En In wilde Spraakverwarring staan de bouwers er ron dom heen en spreken wartaal. De mensch, die met zijn wcrkelijklhicid begon, eindigt in Kijn wanhoop met een dwaze fabel. Tegenover deze werkelijkheid van den Waan verrijst voor het oog des geloofs, steeds hooger. de werkelijkheid der waarheid. Hoe ■tonden onze vaders en moede re hij het bou wen van den modernen Babel toren? Het Sverd hun soms benauwd om het hart. Wat moes* er worden van de waarheid van Gods heilig Woord? Sprak de wetenschap niet gansch andere taal? En tooh: zij hebben het geloof behouden. Tegenover don hoogmoed van den (humanist stelden zij de waarheid van het Woord Gods. Wat echter te zeggen van hen, die zelfs nu zirih laten bekoren door den waan der goddeloozenEn toch. het geschiedt. Zelfs in onze vereenigingen zijn er, die zich door le dige leuzen laten verleiden. Gelukkig mag er ook dankbaarheid zijn in ons hart voor de sterking van ons geloof. Voor het heerlijk A. ZIJLSTRA naar voren treden van de werkelijkheid der •aarheid. En voor den rijkdom van dit ge loof, dat wij eens de volie waarheid der wer kelijkheid zullen zien, als de Christus komt ten oordeel. In dit geloof werken wij rustig voort. Niet op de eenheid der belijders komt het allereerst aan, maar op hun getrouw heid. (Daverend applaus.) Na dit openingswoord werd een hartelijk welkom toegeroepen aan afgevaardigden van diverse Bonden. Onder daverend ap plaus Werd daarrop door den afgevaardigde an de J.V. op G. G. „Eén is uw meester", •an Sliedrecht, aan het Bondsbestuur over gedragen de bekeüide Calvijn-plaquette, in brons op marmer, welke in het Bondsbureau Amersfoort een eereplaats zal krijgen, irvoor in het land een inzameling werd gehouden. Onder groot enthousiasme besloot men daarna een telegram van hulde en trouw te zenden aan H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Juliana en Dr, H. Colijn. Geestdrif tig stond de geheeie vergadering van haar zitplaatsen op en zong men het Wilhelmus, na het telegram aan den laatste het „Zij zullen het niet hebben". Voorts werd beslo ten een telegram van hulde en dank te zen den aan den grijzen oprichter van den Bond, oud-voorzitter Ds. J. E. Vonkenberg. Hierna werd mededeeling gedaan van de gehouden Bestuursverkiezing. Herkozen bleek te zijn met overweldigende meerder heid van stemmen het Bondsbestuurslid J. W ij n b e e k. Tot lid. van de Commissie voor de Fin. Controle werd gekozen de heer C. G u y t van 's-Gravenhage. Na deze huishoudelijke zaken refereerde de heer P. van Nes Gzn., van Nijkerk, over: Wat Is princlpieele studie. Daarbij lichtte hij de volgende stellingen toe: 1. Prmci'pieele studie is: het leeren ken nen der beginselen en het beoordeelen der feiten naar den norm van ons beginsel. 2. Een beginsel is een richtsnoer ran menschelijk hancïelen. In een beginsel trachten wij de ordinantiën Gods, die ons in natuur en Schriftuur geopenbaard wor den. zoo nauwkeurig mogelijk te formu- leeren. 3. Wil men principieel studieeren, dan is allereerst noodig, dat men door nauwkeurige bestudeering der Heilige Scihrift. daaruit De aLgemeenc richtlijnen voor het mensohc- lijk -handelen loert kennen. 4. Bijde afgeleide beginselen, die voor een bepaald levensterrein gelden, moet de band aain de hoofdbeginselen blijven bestaan. 5. Principieel»? studie oischt groote voor zichtigheid om te voorkomen, dat niet als gins el wordt gesteld, wat inderdaad geen beginsel is. 6. Princlpieele studie geeft een zekere waarlx»rg voor goede karaktervorming bij ïze Gereformeerde jeugd. 7. Wanneer men door den arbeid der J.V. de Gereformeerde beginselen wil kennen en belijden, dan eisoht dat een werkwijze, waar bij allereerst studie wordt gemaakt van het beginsel; waarbij de feiten vooral dienen als illustratie en verduidelijking en waar bij de oprechte begeerte leeft, om naar deze beginseJen in woord en daad te leven. Op dit referaat volgde een zeer uitvoerige gedachtenwisseling, waarbij de heer Van Nes nog eens speciaal den nadruk legde op het doel van den arbeid in de VereenigingQn. Na de discussie herdacht de voorzitter in enkele gevoelvolle bewoordingen, terwijl de aanwezigen zich in eerbiedige nagedachte nis van hun zitplaatsen verhieven, de in het afgeloopen jaar door den dood weggenomen oud-Bondsmakikcrs, de heeren A. J. Bos van Barncveld, en E. J. de Riemer. Vervolgens kregen eenige afgevaardigden gelegenheid het woord te voeren. Hartelijke groeten en gclukwenschen wer den allereerst overgebracht door Wethouder n II o e v c n namens B. en W. van Gro ningen. rvolgens werd het woord gevoerd door Pastor Jung, van Barmen, die den West- Duitschen Jongelingsbond vertegenwoordig de. Een diep ontroerend oogenblik was het toen spr. den Duitschen vriendengroct over bracht namens 62000 Dnitsche hondsmak kers, waaronder zich 15000 werkloozen be vinden. „Deze groet, aldus spr., komt tot u uit grooten nood. We danken u voor alles vat ge voor ons in verleden waart en nog ijt door uw steun met woord en daad. Er Is grooten nood, Maar we zullen niet ver sagen, want dc nood heeft ons ook veel ge leerd. Eens heeft Freiherrn von Stein gezegd: „Weil wir sterben mussen, wollen wir tapfer sein". Met een variant daarop wil spr. zeg gen: „Weil wir ntir ein Leben haben, weil Er leht, der aufgestanden is, und regieit und trinmfiert, darum wollen war immer lapfer sein", (langdurig daverend applaus). Pastor Landerer sprak namens den Alt-Be forroierter Bund von Jünglingsvereme Bentheim. Spr. herinnerde aan de meei dan vriendschappelijke banden, die sedert jaren tusschcn de beide Bonden bestaan en wenschte den NerJ. Bond Gods rijken zegen toe. Blijf ons, aldus spr., altijd gedenken, bovenal door het gebed, waar thans de nood zoo hoog is gestegen. Bidt voor ons en de Ueere geve u en ons, dat ons devies altijd zij en blijve: „Pro Rege'. (daverend applaus)' Wegens 't vergevorderd morgenuur wordt thans de Vergadering geschorst tot 's mid dags kwart over twee. Middagvergadering. Om kwart over twee wordt de samen komst, die thans per ra'dio wordt uitgezon den, heropend met het zingen van 2 cou pletten van het Bondslied. De Besturen van de beide vergaderingen zijn verwisseld, zoo dat thans bet presidium berust bij Dr. K. Dijk. Deze deelt mede, dat een schrijven van gelukwensch is ingekomen van Dr. Karl Dobos, de Secretaris van de Ilongaarsche Gereformeerde Jeugdbeweging. Voorts was een telegram binnengekomen van Dr. H. Colijn, waarin hij zijn dank uitsprak voor het telegram van hulde en trouw en 'zijn beste wenschen uitte voor de toekomst den Bond. Vervolgens voerden nog eenige afgevaar digden het woord, n.l. Mej. Jonkhol (mede namens Mej. Torenbeek), namens 17000 i jes, georganiseerd in den Bond van M.V. op G. G. in Nederland, de heer J. E. Kok, van Tiel, namens 12000 jongens en 5000 meisjes, georganiseerd in den Bond voor Gerefor meerde Jeugdorganisatie (K.V. en j. M.V.), de heer J. v. d. Linden, van Kampen, namens de Calvinistische Studentenbewe ging. Na deze toespraken word het woord ver leend aan den hoor J. Schouten, van Rob terdam, die onder groote geestdrift der ver gadering met langdurig applaus wordt be groet, Als de rust is weergekeerd, vangt deze zijn rede aan, getiteld: „Calvinisme en nationalisme". In den aanvang van zijn rede gaat spr. in den brcede na de oorzaken en de invloeden elke in de laatste eeuw geleid hebben tot het ontstaan van bepaalde nationale bewe gingen, die thans in het wereldleven sterk aandacht trekken, n.l. fascisme en natio- naal-socialisme. De beginselen waaruit -jeze bewegingen voortspruiten, wil spr. nagaan om er daarna het licht van het Calvinistisch beginsel op te laten vallen. Uitvoerig schelst spr. de onderlinge verschillen tusschen het Italiaansch fascisme (d. w. z. „het geheel an alzijdige nationale staatkunde, dat de grootheid van Italië als hóógste doel heeft") en het nationaal-socialisme in Duitschland, dat momenteel zich openbaart in een oppo- sitioneele partij, die nog voortdurend in onl ang toeneemt en dienovereenkomstig zeer moeilijk is tc beoordeelen. Toch is er wel overeenstemming in wezen. Het Nationaal- Socialismc vereert den geest van het Ger- maansche ras, het Italiaansch fascisme die J. SCHOUTEN van het oude Romeinsche Rijk. Beiden ko men tot staatssouvereiniteit, staatabsolutis- e, waarvan wij gruwen. Hoe staat nu het Calvinisme tegenover deze slroomingen? In 't kort wordt dan ge schetst Gods Raadsplan, zooals dat in de ge schiedenis tot openbaring is gekomen na den torenbouw van Babel, waar in de spraakverwarring lag de grondslag van de verschillende staten en de van God gewilde statengemeenschap. De zondelust van den mensch werd echter meermalen in de ge schiedenis oorzaak van een toenemend stre ven tot de vestiging van een wereldrijk langs tweeërlei weg n.l.: 1. eenzijdig natio nalisme en 2. eenzijdig internationalisme. Dc Gereformeerde levensovertuiging nu erdort principieel verzet tegen beide rich tingen. Zij zal juist tusschen beide het juiste evenwicht moeten houden. Zoowel nationaal socialisme als fascisme ontkennen de sta tengemeenschap. Beiden cultiveeren den eeredienst van eigen natie en staat, met als consequentie: staatsvergoding. Van dat beginsel gruwen wij. Decse richtin gen zijn revolutionair, ook langs legislatie- en weg, omdat de ordinantiën Gods wor den vertrapt en de dienst van het onrecht ordt geproclameerd. Zoowel nationaal als internationaal moet de juiste verhouding worden gezocht op grondslag van de eerbiediging van Gods or dinantiën ook voor deze terreinen des le vens. Daarbij zal gelet moeten worden op de groote gevaren diie dreigen. Spr. wijst op het getrouw blijven aan de roeping, de taak, die wacht. Daartoe zij ook de arbeid der Vereenigingen dienstbaar. In een gloedvolle peroratie wekt spr. ten slotte op door studio steeds meer toe tc nemen in de kennis van het Calvinistisch beginsel door het geloof en ït vast vertrouwen, dat de zege eenmaal ons zal zijn. (daverend applaus.) Fascistische manieren. Een stroom van sprekers meldde zich voor debat aan. De heer Schouten heeft hen zoo goed mogelijk (wegens beperkte tijd) beant woord, en toegezegd in het Bondsorgaan eventueel nog enkele vragen tc beantwoor den. Groote spanning heorschte er in de zaal, toen de heer Schouten naar aanleiding van een gestelde vraag mededeelde, dat hij nauwelijks na het uitspreken van zijn rede was opgebeld door een fascist, die vroeg, of hij sprak „met de meneer, die zoo juist door de radio over het fascisme had gesproken. zoo ja, dan had hij hem even iets te ver tellen!" Wat dat „iets" is geweest, is niet beleend geworden, maar wel vond de heer Schouten er aanleiding in om nog eens zeer na drukkelijk erop te wijzen dat dit wel een heel duidelijk symptoom wus van het onbe kookt chaotisch lascistisch optreden in Ne derland. wijl men liet niet eens noodig acht te de allereenvoudigste beleefdheidsvormen in acht tc nemen, hierin bestaande, dat geen rekening gehouden wordt met het feit. dat iemand, vlak na het uitspreken van rede, dan volop in het werk zit. (daverend applaus.) Spr. wekte de jongeren met gloed op de beginselen te bestudeeren en allerlei organen als „De Bezem" enz. onverwijld de deur uit te smijten, of de Bezem de deur te laten posscercii. op dezelfde wijze als het water voorbij Dordt stroomt, (luide toejui chingen). Het einde van den Bondsdag begon na deze rede nu meer en meer te naderen. Als laatste spreker trad nog op Ds. J. G. F e e n- stra, van Scheveningen, met het onder- „Armoede of rijkdom' Spr. wijst er op, dat met het éene woord „armoede" door zeer velen on-ze tijd wordt gekarakteriseerd. Vooral de boetepredikers hebben thans een dankbaar gehoor. Toch dit eenzijdig, en hef wordt tijd, dat we weer oog krijgen voor den geestelijken rijkdom, dien God Zijn kerk heeft gegeven. Maar dat ook beleven. Dan is niet onz armoede: onze belijdenis, maar wel, dat w haar zoo slecht kennen. Niet ons geloof moet in de crisis, maar wel onze twijfel, ongeloof. Hier ligt onze roeping. Er is een geloof dat de wereld overwint. Hoe staat bet met het persoonlijk onderzoek van Gods Woord? Kent gij, aldus Spr., het verbolgen leven des geloofs en de gemeen schap met Christus? Daar ligt uw kracht of uw zwakheid. Wij ontvangen Vaak zoo weinig omdat ons geloof zoo ge ring is. Deze tijd is eein prachttijd om te toonen ons geloof. Is e>r alleen armoede? Maar dan sluiten wij ondankbaar ons oog voor de rijke zege ningen, die de Ileere heeft gegeven. Is er alleen rijkdom? Maar dan zouden wij ver geten de zonden, die ons aanklagen voor God. Voortgaan in het geiuol -— ziedaar onze roeping, In he>t geloof, dat rust in Christus en door Hem in den Drieëendgen Gcd. Na deze opwekkende rede richtte Dr. K. D ij k nog een enkel woord van specialen dank tot de Groningsche Regelings Commis sie voor de keurige wijze, waarop zij haar werk heelt verricht, alsmede tot den Kerke- raad der Geref. Kerk, die zoo bereidwillig een barer gebouwen afstond. In een kort slotwhord wekte hij daarna op tot getrouw heid ook in het komende jaar. Men zong nog I's. 42 5 en na dankgebed werd de vergadering gesloten. Langzaam spoeden zich de duizenden dan heen, om 's avonds zich weer per trein of autobus, bemoedigd en versterkt, naar alle richtingen te ver spreiden. IN DE NOORDERKERK In de Noorderkerk hadden de beide ver gaderingen een niet minder geestdriftig ver loop. 's Morgens om half elf opende de 2e voorzitter van den Bond, Dr. K. D ij k, de samenkomst op de gebruikelijke wijze, waar- na hij de openingsrede uitsprak, getiteld: „Una en Sancta." Het woordje „Una" uit den titel van Spr.'s rede, spreekt van eenheid. Het. is in onzen tijd een modewoord ge erden. De lucht is vol van eenheidsbewe ging. Op allerlei wijzen tracht men zijn leuzen van eeniheid en verbroedering te ver werkelijken. De Gereformeerden willen daar ook aan medewerken. Zij zijn geen mili taristische verheerlijkers van dc gedeeld- heid. Zij zoeken echten- de ware eenheid. Niet een eenheid van lijmen en krammen, moer de waarachtige eenheid, die te vin den is in de schoone samenvoeging van „Una en sancta", van „Een en heilig". Want „heilig" wil als predicaat. voor de Cfyr. Kerk zeggen, dat zij afgezonderd is van de wereld en een eigen terrein heeft ont vangen van haar Hoofd Jezus Christus. Door die heiligheid, die saamhoorigheid met Hem moet de eenheid beheerscht worden. De vraag beslist hier. of er overeenstem ming is met onzen Heiland, en dan met den ganschen Christus, den Christus dor Schrif ten. Elke andere eenheid vloekt met de heiligheid en vraagt wol den naam eenheid, doch mist het wezen. Vergeet toch nimmer, dat Christus op dc woorden .opdat zij allen één zijn", onmiddellijk laat volgen: .gelijk Gij Vader in Mij en Ik in U." Hij stelt dus de Goddelijke, onzegbaar-innige eenheid tus schen den Vader en Hem ten voorbeeld voor de eenheid der geloovig.»n en vat dus die eeniheid zoo diep mogelijk op. Zij is een gemeenschap van volkomen heilige over eenstemming, dde niet. tot stand komt door den wil der menschen, maar die is liet Goddelijk wonderwork der genade. Dr. K. DIJK Die eenheid begeeren wij. Una cn snncta, m en heilig. En alle andere samenvoeging van ijzer en leem wijzen wij af. Ook al moeten we desnoods met den strijd voor de ware eertigiheid des geloofs alléén staan. Dat geldt ook, aldus spr., voor uw onder linge vorming. Uw eenheid moet een heilige eenheid zijn. In de eerste plaats vragen, wat uw Heiland wil wat Zijn waarheid eischt. Zoo komt. ge, dat is de noodzakelijke consequentie, tot uw eenheid als jonge GCreformeeixien. Indien uw gemeenschap geestelijk is in gebondenheid aan uw Koning, zoekt ge haar zoo nauw mogelijk in overeenstemming te brengen met Zijn aartieid, en van die waarheid is de belij denis. die wij liefhebben, de zuiverste ver tolking. Durf dat te zoggen. Vlied alle slap heid. Dan wordt uw eenheid tot weelde en rijkdom. Het „een en heilig" beduid* niet, dat ge ït in alles met elkaar eens moet zijn. Ge moet uw „neen" laten hooren, als men u een onzuiveren weg wil doen bewandelen. In de eenheid moet de zeJfslandigheid be waard voor God en menschen. Groningen met zijn Wessel Gansfort. Fransiseus Goma- rus en Hendrik de Cock, leert ons. wat de war© eenheid is. .Voor haai- gaan we, al. LANDDAG TE OUD BEIJERLAND ZEER VEEL BELANGSTELLING Woorden van bezielenden ernst Dat bad men nog daags te voren niet dur ven verwachten, dat het weer zoo zou mee werken tot het slagen van den landdag die gister te Oud-Beijerland door de Herv. Jon- gelings-vereenging „Maranatha'' aldaar, was georganiseerd. De samenkomsten kon den dan ook in de open lucht worden ge houden op het plein achter de Keuchenius- school, midden tusschen de boomgaarden. De opkomst was grooter dan inen kon denken. Uit wijden omtrek was men erheen getrokken. Zoo kwam b.v. Ds. Koolhaas van Charlois in gezelschap van een 120 personen. Naar schatting waren er zeker een duizend menschen aanwezig. Des middags. Ds. G. Enkelaar. de pastor loei. en eere-voorzitter van „Maranatha", opende. Hij karakteriseerde dezen landdag als een mo- bijiseeren voor den geestelijken strijd. Voor dat mobiliseeren kreeg als eerste spreker het woord Ds. R. B a r 11 e m a van Zeist over het onderwerp: eenheid. Spr. be gon met de aandacht te vestigen op twee uitingen in dezen tijd van het zoeken naar eenheid, de volkenbond en het socialistisch en communistisch streven. Den mensch zit de eenheidsdrang in het bloed. Want hij is beeld van God iu Wien is een volstrekte harmonie. Die eenheidsdrang is echter ontaard en richt zich niet meer op de verheerlijking van God. maar van den mensch. Bijzonder sterk is deze drang tegenwoordig, want nimmer schrijnde zoo fel de gebrokenheid des levens als in onzen tijd van wanorde olom. Uit reactie daartegen streeft men naar een eenheid die een slavenjuk is en door eenvormigheid het eigene van leder ve.rlo- ren doet gaan. Wij moeten ons door het mensch verheer lijkend eenh-eidsstreven niet laten infectee- ren. want wij hebben een ander eenheids ideaal: dc opgevaren Christus heeft heme'l cn aarde weer tot elkaar gebracht. Hij roept op om te werken voor de eenheid van Zijn rijk. Dat moet worden gedaan op dc grond slag van Gods Woord, gelijk de vaderen der reformatie ons die overleverden. Men late zich niet verleiden tot het samenvoegen van allen op een vage algemeen christelijke grondslag. Maar achter Christus als onzen Koning worde nagejaagd de hooge verwe zenlijking van het: één in geest en streven. Ds. W. Vroegindewey van Zegveld sprak over: levensernst. De ernst van ons leven is dat we ons bevinden tusschen he melvaart en wereldgericht. Bedacht moot worden eu beleefd, dat God onze Schep per er recht op heeft dat we Hein heel ons leven w ijden Spr. vreest dat dit niet steeds voldoende wordt erkend. Anders zou er wel minder lauwheid zijn. Men loopt maar mee. maar de welbewuste wilskeuze is er niet Die lauwheid make plaats voor heilig en thousiasme. Levensernst is ook levensstrijd, want sterk zijn de donkere krachten in ons leven. Maar Jezus Christus is machtiger dan de zonde! F.n door Hem wordt levensernst oo- verwinb're levenskracht. Dtt avonds. Als derde spreker trad na een pauze om zes uur op D» '1. J. Koolhaag van Cb&r- lois. vroeger te Oud-Beverland met het on- denverp: Levenskracht. Hij hcinnerdc aan de vraag die Job stelde: heeft niet de mensch een strijd op aande? Vooral tegenwoordig is de wereld om' ons heen een tooneel vnu velerlei strijd. De vraag is maar of we den goeden strijd strij den. namelijk om in te gaan iu het Konink rijk Gods. Van nature is de mensch tot dien goeden strijden niet penegen. Het is goed ons het beeld van David voor te houden, die den goeden strijd streed door Goliath te be vechten. Dat kan bemoedigen, want wel werd Davids geloof beproefd, maar bet werd daarna ook bekroond. De laatste spreker was de heer C Ver maas. hoofd e^ner Chr. School te R->tt< r dam. vroeger onderwijzer te Oud Beijorlnnd. Ilij sprak ever: een gew eldigc tegenstelling, waarmee hij doelde op het woord van Saul tot David: gij zijt een jongeling en bij (Go liath) is een krijgsman. Dc uiterlijke tegen stelling w-as in het nadeel van David, maai innerlijk valt de tegenstelling anders* d« een zw erende bij zijn go.ien. de ander steu uende op Israels God. Goliath is de verper soonlijking der anti-goddelijke machten, waartegen ook thans nog. óók door den jon geling. felle strijd moet wonden gevoerd Voor hem die daarbij staat in eigen kracht, geldt het verhictigende oordeel van Saul: gij zijt maar een jongeling. Maar die jonge ling zal staande blijven, indien hij steunt op God Evenuls David van zijn oudere broers, on dervindt de jongelingschap ook thai* nog veel tegenwerking. Laten de ouderen toch niet als Davids broers in den weg gaan staan, maar waardeeren dat er een jonge lingschap is die haar heil zoekt in Christus cn in Hem kloeke daden kan en zal doen. De uitnemend geslaacde samenkomsten werden tenslotte na een enkele slotopmer king van Ds. Enkelaar. op de gebruikelijke wijze beëindigd. zijn de tijden donker, met moed do toe komst in. Na deze rede werden dezelfde mededeelin- gen verstrekt als in de vergadering in de Harmonie. Ds. P. Ch. v. d. Vliet van Utrecht maakte zich tot tolk der vergadering toen hij Dr. Dijk hartelijk gelukwenschte met ziju herstel uit zware ziekte. Gezamenlijk zong men den geliefden leidsman de zegenbede uit Ps. 134 3 toe. Daarna werd door den heer A. Kuiper, van Utrecht, gerefereerd over: „Wat is principieels studie?' De heer Kuiper heeft dezelfde stellingen toegelicht als de heer Van Nes, waarom naai' het verslag van de vergadering in de Harmonie verwijzen. Er volgde een breede discussie, waarin bepaalde gedeelten nog breeder konden worden uitgewerkt Na dit referaat werd de vergadering ge schorst tot 's middags kwart over twee. MIDDAGVERGADERING De samenkomst, die ook nu zeer druk was bezocht, werd nu gepresideerd door den heer A. Z ij 1 s t r a. Deze gaf, na enkele mededee- lingen, onmiddellijk het woord aan Mr. II. B ij 1 e v e 1 d, van Amsterdam, (tie sprak over: „Calvinisme en Nationalisme." Deze heeft ongeveer dezelfde grondgedach ten toegelicht als de heer Schouten in zijn referaat had verwerkt. Eerst werd geschetst de beteekenis van Fascisme en Nationaal- Socialisme. waarna zeer speciaal werd stil gestaan bij de roeping van het Calvinisme tegenover deze stroomingen. Komende tot het vraagstuk met betrekking tot de toe komst on de jonge menschen, zegt spr., dat zij ook t o. v. de.ze dingen hun rustpunt moeten zoeken bij God. Die alles regeert. Dat alleen bewaart voor overdreven nationa lisme en geeft ons aan den eenig juisten weg om te bewandelen.' (applaus.) Op dit referaat volgde een diepgaande dis cussie, waarna ten slotte Ds. W. H. den Hou ting, van Huizum, de opwekkende slotrede uitsprak, getiteld: Naar aanleiding van deze regelen uit het aloude Bondslied zegt spr., dat temidden van al den afval en verleiding ook van de zen tijd de jongelingschap alleen sterk kan straan, wanneer ze blijft in de vreeze des Heeren. Deze vreeze des Heeren moet meer zijn, dan de uiterlijkheid van het precies weten, wat Gods inzettingen zijn en het vor melijk onderhouden van Gods rechten. Het is de verborgenheid van den inwendigen mensch, die een vermaak heeft in Gods wet, die lust heeft tot Gods bevelen in echte lief de tot God en veilige overgave aan Hem. Dat alleen, aldus spr.. kan uw sterkte zijn. Want daar volgt uit, dat ge deze regels van het Bondslied moogt zingen in het sterke vertrouwen, dat het in uw leven waar zal blijken door de goedertierenheid des Heeren, die daartoe geweldig is over degenen, die Hem vreezen. De bijeenkomst werd hierna op de gebrui kelijke wijze beëindigd. Nog enkele uren bevatte Groningen de talrijke Bondsdagbezoekers. Met den trein van half acht was echter het laatst vaarwel aangebroken en trokken honderden bij hon derden weer Zuidwaarts, den wachtenden arbeid vol goeden moed tegemoet. Radio Nieuws. VRIJDAG O MEI ttoaoi reum VARA: Orkast n R.; Concart reum VARAOrkest i t r yConcert en bert-- Klein orkest thau: Pbilharmouisch n KKO: Gramofoonmu u KRO: Kro-orkc-st s-Elffcl: Haydnconct rsum VPRO: Concert i try: BBC-orkoet n KRO- Orkest i VARA: Hoe verrtiscltt i 14.60 14.55 15.00 H 11 15.45 KRO: Morgenconcert aum VARA: GratnofoonmuMeV i KRO: Trio a b e r gGramofoonmugiHc Hulzen KRO: GramoJot Hll ver K&lum Daventry: Zigeunerorkest urn VARA: Maorie-liederen H 11 V e r e u m VARA: SaxofoonredU! KRO: Gramofoonnwiiiek ry: Orgelconcert Hilversum ÏIIRO: Gramofoonmuziek I Hilversum HIRO: Gramofoonmuvlek Huizen KRO: Gramofoonmuzlek Hilversum VARAVolkellederen raj de Wielewaal Hulzen KRO: Gramofoonxnuxlek ry: Vloolreolt&l i VARA: VolkeUedere Hll ver de Wieiet Hulzen KRO: Gram of oor Londen R.: BBC-orkeet VARA: Orkest KRO' Kinderuurtje i Tussohenbroek KRO: Politieberichte! het knststa n rond 2600 i -rlkaanaohe I ..Europa* een radjo- areken tot trljwei vaa De verbinding woe zóó goed. dat Norddetch iet gesprokene doorgaf naar Nauen. welke do kortagolfsendere de ge- telkem ?rd Dultsch. Spa an se li en Portugeesch ge- i de aandacht rerdlei ONMISBAAR Op rtit, op «n autotochtjes, kunnen de opwekkende en verfrisschende eigen schappen ven KING pepermunt niet gemist worden. Het werkt kei- moerend op'de zenu wen en terwijl U geniet van den fijnen smeek, houdt KING peper munt Uw mond frisch en verdrijft elk gevoel ven vermoeidheid. KING PEPERMUNT behoort tot Uwe meest noodzakelijke reisb*- noodigdheden. Zorgt steeds een rol letje bij U te hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9