Ned. Bond van J.V. op G. G.
VRIJDAG 6
MEI 1932
DERDE BLAD PAG. 9
Bezielende loogdag
le Groningen
Grootc geestdrift in het Noorden
Geen zaal bood ruimte aan 't getal
Fascisme en Nal. Socialisme
onder de loupe genomen
In de rustige stadsfeer van het vriendelijk
gelegen Groningen is gister en eergister
groote jaarlijksche toogdag gehouden van
den Ned. Bond van J.V. op G. G,
Reeds Woensdag zijn honderden bij hon
derden Bondsmakkers, allen afgevaardigden
van vereenigingen uit diverse deelen
ons land noordwaarts getrokken en te Gro
ningen op de meest gastvrije wijze ontvan-
De huishoudelijke zaken.
Van de beide huishoudelijke vergaderin
gen, die Woensdag werden gehouden, werd
van de zijde van het Bondsbestuur het vol
gend communiqué verstrekt:
De buitengewone Bondsvergadering des
middags om half twee werd door een zeer
groot aantal afgevaardigden van aangeslo
ten vereenigingen bijgewoond.
Zij was uitsluitend bestemd ter behande-
ïing van het concept gewijzigd Bondsregle-
ment, met de daarop ingediende amende
menten, waarover het Bondsbestuur zijn
prae-advies aan dc vereenigingen had doen
toekomen.
Het eerste deel der vergadering stond on
der leiding van den Bondsvoorzitter, den
beer A. Zijlstra van Groningen, het tweede
gedeelte werd gepresideerd door den twee
den voorzitter Dr. K. Dijk van Den Haag.
In deze middagvergadering werden 40 van
öe 50 artikelA afgehandeld.
Te half zes werd de samenkomst geschorst
©m te half acht voortgezet te worden als de
gewone jaarvergadering van den Bond.
Hier kwam eerst aan de orde de bepaling
Van plaats voor den Bondsdag 1033, waar
voor Haarlem werd aangewezen.
Vervolgens werd het voorstel-Harderwijk
behandeld inzake aanvulling van litteratuur
opgave in de leidraden. De vergadering ver-
eenigde zich met het prae-advies van het
Bondsbestuur, dat deze aanvulling over
bodig achtte, aangezien bij elke nieuwe
druk van een leidraad ook de nieuwste lit
teratuur wordt vermeld.
Een voorstel van de afdeeling Gelderland
inzake Radio-uitzending van de middagver
gadering van eiken Bondsdag leidde tot het
besluit, dat hieraan zoo mogelijk elk jaar
zal worden voldaan.
De Jaarverslagen van den secretaris den
heer J. Wijnbeek van Zwolle en den pen
ningmeester den heer Joh. T. de Lange van
Ermelo werden na bespreking goedgekeurd.
Vervolgens werden de laatste 10 artikelen
van het Bondsreglement vastgesteld.
De Bondsvoorzitter, onder wiens leiding
ideze jaarvergadering stond, bracht onder
applaus der vergadering aan den Bonds-
eecretaris een woord van hartelijken dank
voor de vele in dezen door hem verrichten
arbeid.
•t nieuwe reglement treedt In werking
1 September a.s.
De vergadering werd om half tien door
'den tweeden voorzitter met dankgebed ge
sloten.
De groote dag.
Donderdagmorgen wekte een vriendelijke
lentezon met een zachte koele wind den
IBondsdagbezoekers uit een diepen slaap.
Is vroeg was men uit de veercn. Aller-
wege werd een aanvang gemaakt met het
maken van tochtjes binnen de stad en daar
buiten. Velschillende bezienswaardigheden
werden bezocht. Een grootc groep trok ook
Paterswolde, met autobussen, waar
voor de vergaderingen aanvingen in de
omgeving en op het meer eenige genoeg
lijke uren doorbracht.
Intusschen spoedden zich elders uit alle
iieelen van het land treinen en dichtopeen-
gepropte autobussen naar die plaatsen van
samenkomst, resp. in de Harmonie en de
Noorderkerk.
Reeds lang voor het aanvangsuur waren
beiue zalen met een groote schare jongelin
gen gevuld. Zooveel mogelijk bekortte men
zich den tijd met. het geestdriftig zingen
Vaderlandsche- en Bondsliederen. Toen
half elf do Besturen, luide toegejuicht
door de vergadering, het podium betraden,
waren de zalen geheel gevuld met een
thousiaste schare van jongeren en was er
geen plaatsje meer te bekomen.
IN DE HARMONIE
De Bondsvoorzitter, de heer A. Z ij 1 s t r a,
fran Groningen, opende om half elf de sa
menkomst met te laten zingen Ps. 68 9,
en voor te gaan in gebed. Daarna sprak hij
de openingsrede uit, getiteld:
Waan en werkelijkheid.
Spr. leest Col. 3 1—4 en zegt, daarin
'de tegenstelling te vinden tusschen waan
en werkelijkheid. De eerste is bij degenen,
die zoeken de dingen welke op de aarde zijn.
Be tweede bij hen, die bedenken de dingen
die boven zijn. Nu is de wereldgeschiedenis
ben strijd van dien waan tegen de werke
lijkheid. En in dien strijd is dit het merk
waardige. dat deze waan als werkelijkheid
steeds brutaler naar voren treedt, terwijl
het meermalen is, alsof de werkelijkheid
zich in het onzichtbare terugtrekt, als gaf
zij den strijd op. Ook is de waan altijd
weer de caricatuur van de werkelijkheid.
Dit stelt aan du Gercf. jongelingschap een
■waren cisch: zij mag niet oppervlakkig zijn
en moet den wann afweren in Godes kracht
en de werkelijkheid der dingen zoeken.
.Maar er kunnen ook tijden komen, waar
in de menschel ij kfi waan valt en de werke
lijkheid met kracht op den voorgrond treedt.
Zulk een oogenblik gaf de spraakverwarring
van Babel. Zulk een oogeniblik beleven wij
thans in <J? crisis. Wij moeten in dit laat
ste zien, dat weer een toren van Babcl in
gruis valt.
De waan der werkelijkheid wordt omgezet
In de werkelijkheid van don waan. Het trot-
Bche moderne Babel wankelt. En In wilde
Spraakverwarring staan de bouwers er ron
dom heen en spreken wartaal. De mensch,
die met zijn wcrkelijklhicid begon, eindigt in
Kijn wanhoop met een dwaze fabel.
Tegenover deze werkelijkheid van den
Waan verrijst voor het oog des geloofs, steeds
hooger. de werkelijkheid der waarheid. Hoe
■tonden onze vaders en moede re hij het bou
wen van den modernen Babel toren? Het
Sverd hun soms benauwd om het hart. Wat
moes* er worden van de waarheid van Gods
heilig Woord? Sprak de wetenschap niet
gansch andere taal? En tooh: zij hebben het
geloof behouden. Tegenover don hoogmoed
van den (humanist stelden zij de waarheid
van het Woord Gods.
Wat echter te zeggen van hen, die zelfs
nu zirih laten bekoren door den waan der
goddeloozenEn toch. het geschiedt. Zelfs in
onze vereenigingen zijn er, die zich door le
dige leuzen laten verleiden. Gelukkig mag er
ook dankbaarheid zijn in ons hart voor de
sterking van ons geloof. Voor het heerlijk
A. ZIJLSTRA
naar voren treden van de werkelijkheid der
•aarheid. En voor den rijkdom van dit ge
loof, dat wij eens de volie waarheid der wer
kelijkheid zullen zien, als de Christus komt
ten oordeel. In dit geloof werken wij rustig
voort. Niet op de eenheid der belijders komt
het allereerst aan, maar op hun getrouw
heid.
(Daverend applaus.)
Na dit openingswoord werd een hartelijk
welkom toegeroepen aan afgevaardigden
van diverse Bonden. Onder daverend ap
plaus Werd daarrop door den afgevaardigde
an de J.V. op G. G. „Eén is uw meester",
•an Sliedrecht, aan het Bondsbestuur over
gedragen de bekeüide Calvijn-plaquette, in
brons op marmer, welke in het Bondsbureau
Amersfoort een eereplaats zal krijgen,
irvoor in het land een inzameling werd
gehouden.
Onder groot enthousiasme besloot men
daarna een telegram van hulde en trouw te
zenden aan H. M. de Koningin, H. K. H.
Prinses Juliana en Dr, H. Colijn. Geestdrif
tig stond de geheeie vergadering van haar
zitplaatsen op en zong men het Wilhelmus,
na het telegram aan den laatste het „Zij
zullen het niet hebben". Voorts werd beslo
ten een telegram van hulde en dank te zen
den aan den grijzen oprichter van den Bond,
oud-voorzitter Ds. J. E. Vonkenberg.
Hierna werd mededeeling gedaan van de
gehouden Bestuursverkiezing. Herkozen
bleek te zijn met overweldigende meerder
heid van stemmen het Bondsbestuurslid J.
W ij n b e e k. Tot lid. van de Commissie voor
de Fin. Controle werd gekozen de heer C.
G u y t van 's-Gravenhage.
Na deze huishoudelijke zaken refereerde
de heer P. van Nes Gzn., van Nijkerk,
over:
Wat Is princlpieele studie.
Daarbij lichtte hij de volgende stellingen
toe:
1. Prmci'pieele studie is: het leeren ken
nen der beginselen en het beoordeelen der
feiten naar den norm van ons beginsel.
2. Een beginsel is een richtsnoer ran
menschelijk hancïelen. In een beginsel
trachten wij de ordinantiën Gods, die ons
in natuur en Schriftuur geopenbaard wor
den. zoo nauwkeurig mogelijk te formu-
leeren.
3. Wil men principieel studieeren, dan is
allereerst noodig, dat men door nauwkeurige
bestudeering der Heilige Scihrift. daaruit
De aLgemeenc richtlijnen voor het mensohc-
lijk -handelen loert kennen.
4. Bijde afgeleide beginselen, die voor een
bepaald levensterrein gelden, moet de band
aain de hoofdbeginselen blijven bestaan.
5. Principieel»? studie oischt groote voor
zichtigheid om te voorkomen, dat niet als
gins el wordt gesteld, wat inderdaad
geen beginsel is.
6. Princlpieele studie geeft een zekere
waarlx»rg voor goede karaktervorming bij
ïze Gereformeerde jeugd.
7. Wanneer men door den arbeid der J.V.
de Gereformeerde beginselen wil kennen en
belijden, dan eisoht dat een werkwijze, waar
bij allereerst studie wordt gemaakt van het
beginsel; waarbij de feiten vooral dienen
als illustratie en verduidelijking en waar
bij de oprechte begeerte leeft, om naar deze
beginseJen in woord en daad te leven.
Op dit referaat volgde een zeer uitvoerige
gedachtenwisseling, waarbij de heer Van
Nes nog eens speciaal den nadruk legde op
het doel van den arbeid in de VereenigingQn.
Na de discussie herdacht de voorzitter in
enkele gevoelvolle bewoordingen, terwijl de
aanwezigen zich in eerbiedige nagedachte
nis van hun zitplaatsen verhieven, de in het
afgeloopen jaar door den dood weggenomen
oud-Bondsmakikcrs, de heeren A. J. Bos van
Barncveld, en E. J. de Riemer.
Vervolgens kregen eenige afgevaardigden
gelegenheid het woord te voeren.
Hartelijke groeten en gclukwenschen wer
den allereerst overgebracht door Wethouder
n II o e v c n namens B. en W. van Gro
ningen.
rvolgens werd het woord gevoerd door
Pastor Jung, van Barmen, die den West-
Duitschen Jongelingsbond vertegenwoordig
de. Een diep ontroerend oogenblik was het
toen spr. den Duitschen vriendengroct over
bracht namens 62000 Dnitsche hondsmak
kers, waaronder zich 15000 werkloozen be
vinden. „Deze groet, aldus spr., komt tot u
uit grooten nood. We danken u voor alles
vat ge voor ons in verleden waart en nog
ijt door uw steun met woord en daad. Er
Is grooten nood, Maar we zullen niet ver
sagen, want dc nood heeft ons ook veel ge
leerd. Eens heeft Freiherrn von Stein gezegd:
„Weil wir sterben mussen, wollen wir tapfer
sein". Met een variant daarop wil spr. zeg
gen: „Weil wir ntir ein Leben haben, weil
Er leht, der aufgestanden is, und regieit
und trinmfiert, darum wollen war immer
lapfer sein", (langdurig daverend applaus).
Pastor Landerer sprak namens den
Alt-Be forroierter Bund von Jünglingsvereme
Bentheim. Spr. herinnerde aan de meei
dan vriendschappelijke banden, die sedert
jaren tusschcn de beide Bonden bestaan en
wenschte den NerJ. Bond Gods rijken zegen
toe. Blijf ons, aldus spr., altijd gedenken,
bovenal door het gebed, waar thans de nood
zoo hoog is gestegen. Bidt voor ons en de
Ueere geve u en ons, dat ons devies altijd
zij en blijve: „Pro Rege'. (daverend applaus)'
Wegens 't vergevorderd morgenuur wordt
thans de Vergadering geschorst tot 's mid
dags kwart over twee.
Middagvergadering.
Om kwart over twee wordt de samen
komst, die thans per ra'dio wordt uitgezon
den, heropend met het zingen van 2 cou
pletten van het Bondslied. De Besturen van
de beide vergaderingen zijn verwisseld, zoo
dat thans bet presidium berust bij Dr. K.
Dijk. Deze deelt mede, dat een schrijven
van gelukwensch is ingekomen van Dr. Karl
Dobos, de Secretaris van de Ilongaarsche
Gereformeerde Jeugdbeweging. Voorts was
een telegram binnengekomen van Dr. H.
Colijn, waarin hij zijn dank uitsprak voor
het telegram van hulde en trouw en 'zijn
beste wenschen uitte voor de toekomst
den Bond.
Vervolgens voerden nog eenige afgevaar
digden het woord, n.l. Mej. Jonkhol (mede
namens Mej. Torenbeek), namens 17000 i
jes, georganiseerd in den Bond van M.V. op
G. G. in Nederland, de heer J. E. Kok, van
Tiel, namens 12000 jongens en 5000 meisjes,
georganiseerd in den Bond voor Gerefor
meerde Jeugdorganisatie (K.V. en j. M.V.),
de heer J. v. d. Linden, van Kampen,
namens de Calvinistische Studentenbewe
ging.
Na deze toespraken word het woord ver
leend aan den hoor J. Schouten, van Rob
terdam, die onder groote geestdrift der ver
gadering met langdurig applaus wordt be
groet, Als de rust is weergekeerd, vangt
deze zijn rede aan, getiteld:
„Calvinisme en nationalisme".
In den aanvang van zijn rede gaat spr. in
den brcede na de oorzaken en de invloeden
elke in de laatste eeuw geleid hebben tot
het ontstaan van bepaalde nationale bewe
gingen, die thans in het wereldleven sterk
aandacht trekken, n.l. fascisme en natio-
naal-socialisme. De beginselen waaruit -jeze
bewegingen voortspruiten, wil spr. nagaan
om er daarna het licht van het Calvinistisch
beginsel op te laten vallen. Uitvoerig schelst
spr. de onderlinge verschillen tusschen het
Italiaansch fascisme (d. w. z. „het geheel
an alzijdige nationale staatkunde, dat de
grootheid van Italië als hóógste doel heeft")
en het nationaal-socialisme in Duitschland,
dat momenteel zich openbaart in een oppo-
sitioneele partij, die nog voortdurend in onl
ang toeneemt en dienovereenkomstig zeer
moeilijk is tc beoordeelen. Toch is er wel
overeenstemming in wezen. Het Nationaal-
Socialismc vereert den geest van het Ger-
maansche ras, het Italiaansch fascisme die
J. SCHOUTEN
van het oude Romeinsche Rijk. Beiden ko
men tot staatssouvereiniteit, staatabsolutis-
e, waarvan wij gruwen.
Hoe staat nu het Calvinisme tegenover
deze slroomingen? In 't kort wordt dan ge
schetst Gods Raadsplan, zooals dat in de ge
schiedenis tot openbaring is gekomen na
den torenbouw van Babel, waar in de
spraakverwarring lag de grondslag van de
verschillende staten en de van God gewilde
statengemeenschap. De zondelust van den
mensch werd echter meermalen in de ge
schiedenis oorzaak van een toenemend stre
ven tot de vestiging van een wereldrijk
langs tweeërlei weg n.l.: 1. eenzijdig natio
nalisme en 2. eenzijdig internationalisme.
Dc Gereformeerde levensovertuiging nu
erdort principieel verzet tegen beide rich
tingen. Zij zal juist tusschen beide het juiste
evenwicht moeten houden. Zoowel nationaal
socialisme als fascisme ontkennen de sta
tengemeenschap. Beiden cultiveeren den
eeredienst van eigen natie en staat, met als
consequentie: staatsvergoding.
Van dat beginsel gruwen wij. Decse richtin
gen zijn revolutionair, ook langs legislatie-
en weg, omdat de ordinantiën Gods wor
den vertrapt en de dienst van het onrecht
ordt geproclameerd.
Zoowel nationaal als internationaal moet
de juiste verhouding worden gezocht op
grondslag van de eerbiediging van Gods or
dinantiën ook voor deze terreinen des le
vens. Daarbij zal gelet moeten worden op
de groote gevaren diie dreigen. Spr. wijst op
het getrouw blijven aan de roeping, de taak,
die wacht. Daartoe zij ook de arbeid der
Vereenigingen dienstbaar. In een gloedvolle
peroratie wekt spr. ten slotte op door studio
steeds meer toe tc nemen in de kennis van
het Calvinistisch beginsel door het geloof en
ït vast vertrouwen, dat de zege eenmaal
ons zal zijn. (daverend applaus.)
Fascistische manieren.
Een stroom van sprekers meldde zich voor
debat aan. De heer Schouten heeft hen zoo
goed mogelijk (wegens beperkte tijd) beant
woord, en toegezegd in het Bondsorgaan
eventueel nog enkele vragen tc beantwoor
den. Groote spanning heorschte er in de
zaal, toen de heer Schouten naar aanleiding
van een gestelde vraag mededeelde, dat hij
nauwelijks na het uitspreken van zijn rede
was opgebeld door een fascist, die vroeg, of
hij sprak „met de meneer, die zoo juist door
de radio over het fascisme had gesproken.
zoo ja, dan had hij hem even iets te ver
tellen!"
Wat dat „iets" is geweest, is niet beleend
geworden, maar wel vond de heer Schouten
er aanleiding in om nog eens zeer na
drukkelijk erop te wijzen dat dit wel een
heel duidelijk symptoom wus van het onbe
kookt chaotisch lascistisch optreden in Ne
derland. wijl men liet niet eens noodig acht
te de allereenvoudigste beleefdheidsvormen
in acht tc nemen, hierin bestaande, dat geen
rekening gehouden wordt met het feit. dat
iemand, vlak na het uitspreken van
rede, dan volop in het werk zit. (daverend
applaus.) Spr. wekte de jongeren met gloed
op de beginselen te bestudeeren en allerlei
organen als „De Bezem" enz. onverwijld de
deur uit te smijten, of de Bezem de deur te
laten posscercii. op dezelfde wijze als het
water voorbij Dordt stroomt, (luide toejui
chingen).
Het einde van den Bondsdag begon na
deze rede nu meer en meer te naderen. Als
laatste spreker trad nog op Ds. J. G. F e e n-
stra, van Scheveningen, met het onder-
„Armoede of rijkdom'
Spr. wijst er op, dat met het éene woord
„armoede" door zeer velen on-ze tijd wordt
gekarakteriseerd. Vooral de boetepredikers
hebben thans een dankbaar gehoor. Toch
dit eenzijdig, en hef wordt tijd, dat we weer
oog krijgen voor den geestelijken rijkdom,
dien God Zijn kerk heeft gegeven.
Maar dat ook beleven. Dan is niet onz
armoede: onze belijdenis, maar wel, dat w
haar zoo slecht kennen. Niet ons geloof moet
in de crisis, maar wel onze twijfel,
ongeloof. Hier ligt onze roeping. Er is
een geloof dat de wereld overwint. Hoe
staat bet met het persoonlijk onderzoek
van Gods Woord? Kent gij, aldus Spr., het
verbolgen leven des geloofs en de gemeen
schap met Christus? Daar ligt uw kracht
of uw zwakheid. Wij ontvangen
Vaak zoo weinig omdat ons geloof zoo ge
ring is. Deze tijd is eein prachttijd om te
toonen ons geloof.
Is e>r alleen armoede? Maar dan sluiten
wij ondankbaar ons oog voor de rijke zege
ningen, die de Ileere heeft gegeven. Is er
alleen rijkdom? Maar dan zouden wij ver
geten de zonden, die ons aanklagen voor
God. Voortgaan in het geiuol -— ziedaar onze
roeping, In he>t geloof, dat rust in Christus
en door Hem in den Drieëendgen Gcd.
Na deze opwekkende rede richtte Dr. K.
D ij k nog een enkel woord van specialen
dank tot de Groningsche Regelings Commis
sie voor de keurige wijze, waarop zij haar
werk heelt verricht, alsmede tot den Kerke-
raad der Geref. Kerk, die zoo bereidwillig
een barer gebouwen afstond. In een kort
slotwhord wekte hij daarna op tot getrouw
heid ook in het komende jaar. Men zong
nog I's. 42 5 en na dankgebed werd de
vergadering gesloten. Langzaam spoeden
zich de duizenden dan heen, om 's avonds
zich weer per trein of autobus, bemoedigd
en versterkt, naar alle richtingen te ver
spreiden.
IN DE NOORDERKERK
In de Noorderkerk hadden de beide ver
gaderingen een niet minder geestdriftig ver
loop. 's Morgens om half elf opende de 2e
voorzitter van den Bond, Dr. K. D ij k, de
samenkomst op de gebruikelijke wijze, waar-
na hij de openingsrede uitsprak, getiteld:
„Una en Sancta."
Het woordje „Una" uit den titel van
Spr.'s rede, spreekt van eenheid.
Het. is in onzen tijd een modewoord ge
erden. De lucht is vol van eenheidsbewe
ging. Op allerlei wijzen tracht men zijn
leuzen van eeniheid en verbroedering te ver
werkelijken. De Gereformeerden willen daar
ook aan medewerken. Zij zijn geen mili
taristische verheerlijkers van dc gedeeld-
heid. Zij zoeken echten- de ware eenheid.
Niet een eenheid van lijmen en krammen,
moer de waarachtige eenheid, die te vin
den is in de schoone samenvoeging van
„Una en sancta", van „Een en heilig".
Want „heilig" wil als predicaat. voor de
Cfyr. Kerk zeggen, dat zij afgezonderd is van
de wereld en een eigen terrein heeft ont
vangen van haar Hoofd Jezus Christus.
Door die heiligheid, die saamhoorigheid met
Hem moet de eenheid beheerscht worden.
De vraag beslist hier. of er overeenstem
ming is met onzen Heiland, en dan met den
ganschen Christus, den Christus dor Schrif
ten. Elke andere eenheid vloekt met de
heiligheid en vraagt wol den naam eenheid,
doch mist het wezen. Vergeet toch nimmer,
dat Christus op dc woorden .opdat zij allen
één zijn", onmiddellijk laat volgen: .gelijk
Gij Vader in Mij en Ik in U." Hij stelt dus
de Goddelijke, onzegbaar-innige eenheid tus
schen den Vader en Hem ten voorbeeld voor
de eenheid der geloovig.»n en vat dus die
eeniheid zoo diep mogelijk op. Zij is een
gemeenschap van volkomen heilige over
eenstemming, dde niet. tot stand komt door
den wil der menschen, maar die is liet
Goddelijk wonderwork der genade.
Dr. K. DIJK
Die eenheid begeeren wij. Una cn snncta,
m en heilig. En alle andere samenvoeging
van ijzer en leem wijzen wij af. Ook al
moeten we desnoods met den strijd voor de
ware eertigiheid des geloofs alléén staan.
Dat geldt ook, aldus spr., voor uw onder
linge vorming. Uw eenheid moet een heilige
eenheid zijn. In de eerste plaats vragen,
wat uw Heiland wil wat Zijn waarheid
eischt. Zoo komt. ge, dat is de noodzakelijke
consequentie, tot uw eenheid als jonge
GCreformeeixien. Indien uw gemeenschap
geestelijk is in gebondenheid aan uw
Koning, zoekt ge haar zoo nauw mogelijk
in overeenstemming te brengen met Zijn
aartieid, en van die waarheid is de belij
denis. die wij liefhebben, de zuiverste ver
tolking. Durf dat te zoggen. Vlied alle slap
heid. Dan wordt uw eenheid tot weelde en
rijkdom.
Het „een en heilig" beduid* niet, dat ge
ït in alles met elkaar eens moet zijn. Ge
moet uw „neen" laten hooren, als men u
een onzuiveren weg wil doen bewandelen.
In de eenheid moet de zeJfslandigheid be
waard voor God en menschen. Groningen
met zijn Wessel Gansfort. Fransiseus Goma-
rus en Hendrik de Cock, leert ons. wat de
war© eenheid is. .Voor haai- gaan we, al.
LANDDAG TE OUD BEIJERLAND
ZEER VEEL BELANGSTELLING
Woorden van bezielenden ernst
Dat bad men nog daags te voren niet dur
ven verwachten, dat het weer zoo zou mee
werken tot het slagen van den landdag die
gister te Oud-Beijerland door de Herv. Jon-
gelings-vereenging „Maranatha'' aldaar,
was georganiseerd. De samenkomsten kon
den dan ook in de open lucht worden ge
houden op het plein achter de Keuchenius-
school, midden tusschen de boomgaarden.
De opkomst was grooter dan inen kon
denken. Uit wijden omtrek was men erheen
getrokken. Zoo kwam b.v. Ds. Koolhaas van
Charlois in gezelschap van een 120 personen.
Naar schatting waren er zeker een duizend
menschen aanwezig.
Des middags.
Ds. G. Enkelaar. de pastor loei. en
eere-voorzitter van „Maranatha", opende. Hij
karakteriseerde dezen landdag als een mo-
bijiseeren voor den geestelijken strijd.
Voor dat mobiliseeren kreeg als eerste
spreker het woord Ds. R. B a r 11 e m a van
Zeist over het onderwerp: eenheid. Spr. be
gon met de aandacht te vestigen op twee
uitingen in dezen tijd van het zoeken naar
eenheid, de volkenbond en het socialistisch
en communistisch streven.
Den mensch zit de eenheidsdrang in het
bloed. Want hij is beeld van God iu Wien
is een volstrekte harmonie.
Die eenheidsdrang is echter ontaard en
richt zich niet meer op de verheerlijking
van God. maar van den mensch. Bijzonder
sterk is deze drang tegenwoordig, want
nimmer schrijnde zoo fel de gebrokenheid
des levens als in onzen tijd van wanorde
olom. Uit reactie daartegen streeft men naar
een eenheid die een slavenjuk is en door
eenvormigheid het eigene van leder ve.rlo-
ren doet gaan.
Wij moeten ons door het mensch verheer
lijkend eenh-eidsstreven niet laten infectee-
ren. want wij hebben een ander eenheids
ideaal: dc opgevaren Christus heeft heme'l
cn aarde weer tot elkaar gebracht. Hij roept
op om te werken voor de eenheid van Zijn
rijk. Dat moet worden gedaan op dc grond
slag van Gods Woord, gelijk de vaderen der
reformatie ons die overleverden. Men late
zich niet verleiden tot het samenvoegen van
allen op een vage algemeen christelijke
grondslag. Maar achter Christus als onzen
Koning worde nagejaagd de hooge verwe
zenlijking van het: één in geest en streven.
Ds. W. Vroegindewey van Zegveld
sprak over: levensernst. De ernst van ons
leven is dat we ons bevinden tusschen he
melvaart en wereldgericht. Bedacht moot
worden eu beleefd, dat God onze Schep
per er recht op heeft dat we Hein heel ons
leven w ijden Spr. vreest dat dit niet steeds
voldoende wordt erkend. Anders zou er wel
minder lauwheid zijn. Men loopt maar mee.
maar de welbewuste wilskeuze is er niet
Die lauwheid make plaats voor heilig en
thousiasme.
Levensernst is ook levensstrijd, want
sterk zijn de donkere krachten in ons leven.
Maar Jezus Christus is machtiger dan de
zonde! F.n door Hem wordt levensernst oo-
verwinb're levenskracht.
Dtt avonds.
Als derde spreker trad na een pauze om
zes uur op D» '1. J. Koolhaag van Cb&r-
lois. vroeger te Oud-Beverland met het on-
denverp: Levenskracht.
Hij hcinnerdc aan de vraag die Job stelde:
heeft niet de mensch een strijd op aande?
Vooral tegenwoordig is de wereld om' ons
heen een tooneel vnu velerlei strijd. De
vraag is maar of we den goeden strijd strij
den. namelijk om in te gaan iu het Konink
rijk Gods. Van nature is de mensch tot dien
goeden strijden niet penegen. Het is goed
ons het beeld van David voor te houden, die
den goeden strijd streed door Goliath te be
vechten. Dat kan bemoedigen, want wel
werd Davids geloof beproefd, maar bet werd
daarna ook bekroond.
De laatste spreker was de heer C Ver
maas. hoofd e^ner Chr. School te R->tt< r
dam. vroeger onderwijzer te Oud Beijorlnnd.
Ilij sprak ever: een gew eldigc tegenstelling,
waarmee hij doelde op het woord van Saul
tot David: gij zijt een jongeling en bij (Go
liath) is een krijgsman. Dc uiterlijke tegen
stelling w-as in het nadeel van David, maai
innerlijk valt de tegenstelling anders* d«
een zw erende bij zijn go.ien. de ander steu
uende op Israels God. Goliath is de verper
soonlijking der anti-goddelijke machten,
waartegen ook thans nog. óók door den jon
geling. felle strijd moet wonden gevoerd
Voor hem die daarbij staat in eigen kracht,
geldt het verhictigende oordeel van Saul:
gij zijt maar een jongeling. Maar die jonge
ling zal staande blijven, indien hij steunt
op God
Evenuls David van zijn oudere broers, on
dervindt de jongelingschap ook thai* nog
veel tegenwerking. Laten de ouderen toch
niet als Davids broers in den weg gaan
staan, maar waardeeren dat er een jonge
lingschap is die haar heil zoekt in Christus
cn in Hem kloeke daden kan en zal doen.
De uitnemend geslaacde samenkomsten
werden tenslotte na een enkele slotopmer
king van Ds. Enkelaar. op de gebruikelijke
wijze beëindigd.
zijn de tijden donker, met moed do toe
komst in.
Na deze rede werden dezelfde mededeelin-
gen verstrekt als in de vergadering in de
Harmonie. Ds. P. Ch. v. d. Vliet van Utrecht
maakte zich tot tolk der vergadering toen
hij Dr. Dijk hartelijk gelukwenschte met ziju
herstel uit zware ziekte. Gezamenlijk zong
men den geliefden leidsman de zegenbede
uit Ps. 134 3 toe. Daarna werd door den
heer A. Kuiper, van Utrecht, gerefereerd
over:
„Wat is principieels studie?'
De heer Kuiper heeft dezelfde stellingen
toegelicht als de heer Van Nes, waarom
naai' het verslag van de vergadering in de
Harmonie verwijzen. Er volgde een breede
discussie, waarin bepaalde gedeelten nog
breeder konden worden uitgewerkt
Na dit referaat werd de vergadering ge
schorst tot 's middags kwart over twee.
MIDDAGVERGADERING
De samenkomst, die ook nu zeer druk was
bezocht, werd nu gepresideerd door den heer
A. Z ij 1 s t r a. Deze gaf, na enkele mededee-
lingen, onmiddellijk het woord aan Mr. II.
B ij 1 e v e 1 d, van Amsterdam, (tie sprak
over:
„Calvinisme en Nationalisme."
Deze heeft ongeveer dezelfde grondgedach
ten toegelicht als de heer Schouten in zijn
referaat had verwerkt. Eerst werd geschetst
de beteekenis van Fascisme en Nationaal-
Socialisme. waarna zeer speciaal werd stil
gestaan bij de roeping van het Calvinisme
tegenover deze stroomingen. Komende tot
het vraagstuk met betrekking tot de toe
komst on de jonge menschen, zegt spr., dat
zij ook t o. v. de.ze dingen hun rustpunt
moeten zoeken bij God. Die alles regeert.
Dat alleen bewaart voor overdreven nationa
lisme en geeft ons aan den eenig juisten weg
om te bewandelen.' (applaus.)
Op dit referaat volgde een diepgaande dis
cussie, waarna ten slotte Ds. W. H. den
Hou ting, van Huizum, de opwekkende
slotrede uitsprak, getiteld:
Naar aanleiding van deze regelen uit het
aloude Bondslied zegt spr., dat temidden
van al den afval en verleiding ook van de
zen tijd de jongelingschap alleen sterk kan
straan, wanneer ze blijft in de vreeze des
Heeren. Deze vreeze des Heeren moet meer
zijn, dan de uiterlijkheid van het precies
weten, wat Gods inzettingen zijn en het vor
melijk onderhouden van Gods rechten. Het
is de verborgenheid van den inwendigen
mensch, die een vermaak heeft in Gods wet,
die lust heeft tot Gods bevelen in echte lief
de tot God en veilige overgave aan Hem.
Dat alleen, aldus spr.. kan uw sterkte zijn.
Want daar volgt uit, dat ge deze regels van
het Bondslied moogt zingen in het sterke
vertrouwen, dat het in uw leven waar zal
blijken door de goedertierenheid des Heeren,
die daartoe geweldig is over degenen, die
Hem vreezen.
De bijeenkomst werd hierna op de gebrui
kelijke wijze beëindigd.
Nog enkele uren bevatte Groningen de
talrijke Bondsdagbezoekers. Met den trein
van half acht was echter het laatst vaarwel
aangebroken en trokken honderden bij hon
derden weer Zuidwaarts, den wachtenden
arbeid vol goeden moed tegemoet.
Radio Nieuws.
VRIJDAG O MEI
ttoaoi
reum VARA: Orkast
n R.; Concart
reum VARAOrkest
i t r yConcert
en bert-- Klein orkest
thau: Pbilharmouisch
n KKO: Gramofoonmu
u KRO: Kro-orkc-st
s-Elffcl: Haydnconct
rsum VPRO: Concert
i try: BBC-orkoet
n KRO- Orkest
i VARA: Hoe verrtiscltt i
14.60
14.55
15.00 H 11
15.45
KRO: Morgenconcert
aum VARA: GratnofoonmuMeV
i KRO: Trio
a b e r gGramofoonmugiHc
Hulzen KRO: GramoJot
Hll ver
K&lum
Daventry: Zigeunerorkest
urn VARA: Maorie-liederen
H 11 V e r e u m VARA: SaxofoonredU!
KRO: Gramofoonnwiiiek
ry: Orgelconcert
Hilversum ÏIIRO: Gramofoonmuziek
I Hilversum HIRO: Gramofoonmuvlek
Huizen KRO: Gramofoonmuzlek
Hilversum VARAVolkellederen raj
de Wielewaal
Hulzen KRO: Gramofoonxnuxlek
ry: Vloolreolt&l
i VARA: VolkeUedere
Hll ver
de Wieiet
Hulzen KRO: Gram of oor
Londen R.: BBC-orkeet
VARA: Orkest
KRO' Kinderuurtje
i Tussohenbroek
KRO: Politieberichte!
het knststa
n rond 2600 i
-rlkaanaohe I
..Europa*
een radjo-
areken tot
trljwei vaa
De verbinding woe zóó goed. dat Norddetch
iet gesprokene doorgaf naar Nauen. welke
do kortagolfsendere de ge-
telkem
?rd Dultsch. Spa an se li en Portugeesch ge-
i de aandacht rerdlei
ONMISBAAR
Op rtit, op «n
autotochtjes, kunnen
de opwekkende en
verfrisschende eigen
schappen ven KING
pepermunt niet gemist
worden. Het werkt kei-
moerend op'de zenu
wen en terwijl U geniet
van den fijnen smeek,
houdt KING peper
munt Uw mond frisch
en verdrijft elk gevoel
ven vermoeidheid.
KING
PEPERMUNT
behoort tot Uwe meest
noodzakelijke reisb*-
noodigdheden.
Zorgt steeds een rol
letje bij U te hebben.