ROM A r Nederlandsch Jongelings-Verbond JLJps PUDDiNC VRIJDAG 6 MEI 1932 PAG. 3 Bondsdagen fe Nijmegen Zonnige degen onder bewolkte luchten Druk bezochte en leerrijke, bemoedigende samenkomsten 't Wgren bewolkte luchten, ook in de oude Keizerstad; af en toe viel een klein regen buitje; na afloop van de laatste vergadering goot het zelfs. Maar dat alles kon toch niet verhinderen dat vele honderden jonge mannen velen vergezeld van „jonge meisjes" naar de stad op de zeven heuvelen" waren getogen. Men kwam per fiets, bus, boot of trein voor een Bondsdag is Nijmegen wel een der meest gesclükste plaatsen en 't werd steeds voller in de oude stad met haar tal rijke historische herinneringen en prachtige omstreken. Laten wij aanstonds mogen zeggen, dat de 79ste algemeens vergadering van het Ne derlandsch Jongelings-Verbond gerekend kan worden tot de best-geslaagde Bondsda gen. Alles droeg daan-an het kenmerk. De huishoudelijke vergadering was wel niet voor de pers toegankelijk, maar we mochten toch getuigen zijn der afhandeling van 't staartstuk der agenda. En zoo kroeg men vanzelf een indruk van den geest van eensgezindheid en aanpakken, die heel 't .Verbond bezielt. De leiding was in de beproefde handen van den Bondsvoorzitter Ds. P. Veen als steeds uitnemend; de algemeen-secretaris, de heer H. Gordeau zorgde op zijn bekende geestige manier voor menige vroolijke noot. Er waren momenten van ernst, van geest drift en vroolijklwid, die bij dc vergaderden als kostelijke herinneringen zullen blijven bewaard. De opkomst was zóó talrijk, dat besloten moest worden op Hemelvaartsdag in twee gefoouwen te vergaderen. En ook zóó kon den alten niet geborgen worden, waarom de bovenzaal in gebruik werd genomen. Luid sprekers zorgden er voor, dat 't gesprokene in de benedenzaal ook door de tijdelijke bewoners der bovenverdieping kon worden gevolgd. En zoo zou er nog veel meer zijn aan te voeren voor onze meening dat de Nijmeeg- sohe Bondsdag tot de best-geslaagde mag worden gerekend. We meencn hierop even te moeten wijzen aleer we het Bondsdag-verslag onder de aandacht onzer lezers brachten. VERGADERINGEN OP WOENSDAG Huishoudelijke vergadering Da B ondsdagen werden Woensdagmid dag geopend met een huishoudelijke verga dering onder tedding van Ds. P. Veen, van Utrecht, de Bondsvoorzitter, waaraan een ontvangst van leden en afgevaardigden .voor afging. Nadat Ds. Veen een welkomstwoord had gesproken, werden de jaawerslagen uitge bracht en goedgekeuid. In dat van den secr., den heer J. Sparreboom wordt gememoreerd het verscheiden van den heer G. Rauws, sinds 1929 Bondsbestuurder, en het zilveren juibileum van Ds. Veen als be stuurslid. Het bestuur schonk bijzondere aan dacht aan de Bondsleiding in de toekomst. Vergrooting van de activiteit en de in vloedsfeer der Provinciale Commissies werd daartoe noodig geacht. Wat het werk in de Industrie-centra betreft, vanaf 1 Juni nam de Eindhovensche Organisatie van Jonge Mannen de exploitatie van de Huizen te Eindhoven in eigen handen, waardoor de Arbeid Industrie Centra zich tot Limburg zag beperkt. Het L.O.M.A.-Huis te Hoens- broek bleef eigendom van het Verbond. Van wege de Indische Commissie werd op advies van dr. H. C. Rutgers de heer Paul Tiendas naar de Minahassa uitgezonden, tot uitbrei ding van het Jeugdwerk ondier de Inlandsche Christen Jon geren Enkele groepen werkloo- ze bondsleden konden aan de Ernst Sillem Hoeve te werk gesteld worden; het bondsor gaan werd aan werklooze leden gratis ge zonden; verscheidene afdeelingen in de groote steden konden nog meer voor de werk loozen doen. Uitgegeven werd een nieuwe schriftelijke cursus over Sociale onderwer pen onder leiding van den heer J. Hofman. Met den Wereldbond werd nauw contact ge houden; naar de Wereld-Conferentie te Cle veland werd een afgevaardigde gezonden. Kampen en zomerreizen bleven zidh in goe de belangstelling verheugen. Het aantal abonnees op de Jongeman steeg tot 11.700. Het jongenswerk omvatte bijna 11.000 jon gens. De Commissie voor Hongarije steunde voor de laatste maal de brooders daar met 1000; tot besluit van deze 12-jarige steun- actie bracht de voorzitter een bezoek aan Hongarije. Ook wierd 1000 gezonden tot leniging van den nood in China. Aan het finanti eel verslag zij ontleend, dat aan verscheidene kringen vrijstelling van contributie moest worden verleend tot een bedrag van eenige honderden guldens. De Rijkssubsidie bleef gelijk. Bijzondere ac ties brachten 10.4 47.47 op. Het tekort- L.O.M.A.-Huis ad 2000 werd gedekt. De ba lans toont een batig saldo van 76.59 en een eindbedrag aan baten en lasten van 51.987.56. De Zendingscommissle steunde diverse corporaties met 1500.—. Het aantal afdeelingen steeg met 37 en bedraagt nu S05, het ledental liep met 510 op tot 17.864. Voorts zijn er 72 Jongelieden- Véreetnigingen met 2103 en 475 Knapen-Ver- eenigingen met 11.000 leden. De Controle Commissie bevond de boeken van den penningmeester in orde. De Bonds voorstellen tot herziening van Statuten en van het Huishoudelijk Regle ment en omtrent het Bondsinsigne werden vervolgens aangenomen. Over de plaats van den volgenden bonds dag zal nader overleg gepleegd worden. De vergadering ging daarna over in drie sectie-vergaderingen. In die voor het Jon genswerk onder leiding van den heer H. Gor deau, sprak de heer M. C. F a 11 e n t i n over „Een ander beeld, een andere vorm" en de heer K. Hoeve over „Een bestuur uit de Jongeren". Voor correspondenten en bestuur ders handelde de heer J. Sparreboom over „Cijfers en feiten", de heer C Tabak voorzitter dezer sectievergadering over: „Re sultaten der vragenlijsten". In de sectie Drankbestrijding door Geheel-Onthouders onder leiding van den heer C. K y n e, sprak Ds. G. B. Westen burg over „De jeugd en het alcoholisme", waarna de heer H. Veldman mededeel in gen en wenken voor de actie ga.'. DE AVONDVERGADERING Onder presidium van Ds. P. Veen werd een avondvergadering gehouden. Eerst wer den verschillende huishoudelijke zaken, die van de rn iddagwrgu.dering waren overge bleven, afgehandeld. Ds. B. M. Schuurman, die hierna zou op treden was verhinderd aanwezig te zijn. In zijn plaats sprak de heer D. C. A. Bout, oud-zendebng en geestelijk verzorger in de wterkloozenkampen. Als onderwerp had Spr. gekozen het Schriftwoord: „Hij moet als koning heer- sclien" Als de revolutie spreekt, moeten de Christenen niet zwijgen. Dat hebben we ook gezien in de vorige eeuw, diie vooral Zen dingseeuw is geworden. Spr geeft een overzicht van wat in deze eeuw werd bereikt. Telkens ging het geroep om vrede op, maar ook telkens brak weer een nieuwe oorlog uit. In onzen tijd zou men geneigd zijn te vragen: kan Christus wel als koning heer-, schcn in een wereld vol haat? Maar laten wij Genève niet verwarren met den vrede van Christus. De wereld is ziek en wij moe- ton met haar naar den grooten Medicijn meester. Eerst echter moet Christus koning zijn in ons eigen hart, dan komt in ons de bewo genheid om tot het verlorene te gaan. Spr. heeft overal en hij vertelt er treffende voorbeelden van iets mogen speuren van het koninklijke dat van Christus uitgaat. Aan u de taak, zegt Spr. mee te hei pen hot leed van anderen te verzachten. Gelde het ook in jdit opzicht: Komt reiken wij el kander de trouwe broederhand. Na deze rede ging de vergadering over in een Bidstond, geleid door Ds. D. van M a a n e n, van Hoen derloo. Deze sprak naar aanleiding van Psalm 119 10 „Ik zoek U met geheel mijn hart". De dichter spreekt hier, aldus Spr. niet over maar tot God. 't Gaat hier tusschen ik en U. Het Evangelie geeft ons niet het etene, maar den Eene, dien wij allen noodig hebben. Zoekers zijn dikwijls zwervers, maar wie zegt met heel zijn hart: ik zoek U, die zal ook vinden. Nadat de vergadering gezongen heeft Ps. 121 1 wordt de arbeid van 't N. J. V. in gebed aan God opgedragen. Verschillende personen gingen hierbij voor. VERGADERINGEN OP HEMELVAARTSDAG Oudergewoonte werd de Bondsdag begon- an met een korte godsdienstoefening. Een groote schare had zich in het vroege mor genuur naar de Groote of St. Stevens-kerk be geven, waar de heer W. de Vries, organist der kerk. de samenkomst met zijn schoone spel opluisterde. Voorganger was hier Ds. J. A. van Selms van Nijmegen, die het Hemel vaartsevangelie prodikte naar aanleiding van Hebr. 2 8. 't Was een indrukwekkend .samenzijn: de groote schare van jonge mensohen in 't ge- eldige kerkgebouw, 't Was een schoon be- _in van den Bondsdag, die zoo in alle op zichten geslaagd mag heeten. Na deze godsdienstoefening toog de schare naar de beide gebouwen, waar de eigenlijke Bondsdag zou worden gehouden. DE MORGENVERGADERING Lang voor het aanvangsuur waren Bonds- daggangers uit alle oorden des lands al druk bezig zich een goede plaats te veroveren in dc groote zaal van het Concertgebouw „De Vereeniging". En lang na de opening hield de groote stroom nog steeds aan, zoodat lang niet allen kondm worden geborgen. De Ghr. muziekvereeniging liet verschil lende vaderlandsohe liederen hooren, die door den immer aanzwellenden stroom van Bondsdag-bezoekers dapper werden meege zongen. Na een kort welkomstwoord van den heer D. Monshouwer, deed de Bondsvoorzit ter mededeeling van ingekomen telegram men van Z.K.H. Prins Hendrik en van Mr. S. Baron van Heemstra, commissaris der Koningin in de Prov. Gelderland, lid van het eere-comité, Ds. Vee n las hierna een Schriftgedeelte, om vervolgens zijn jaarlijksche Bondsrede te houden. Spr. begoai zijn rede met een terugblik op het afgeloopen jaar, maakte melding van de prachtige opbrengst van 't dankoffer van f 10.000 door de jongens en de leden bijeen gebracht en herinnerde aan 't feit. dat de heer Paul Tiendas voor rekening van het Verbond is uitgezonden om te werken onder de inlandsche christen jongemannen in de Minahassa. Hij wekte die leden op voor het werk onder de mijnwerkei's in het L.O.M.A.- Huis in Limburg, waar ieder jaar 2400 bij moet de hulp in te roopen van belangstel lenden buiten het Verbond. Voorts wees Spr. op den ernst van den te- gpnwoordigen tijd. Vooral jonge mannen heb ben het niet gemakkelijk; naast de maat schappelijke ontreddering moet de aandacht gevestigd woiden op een groot tekort aan op gewekt geestelijk leven. De leden van het Verbond dragen thans een groote verant woordelijkheid met het oog op de wijze waarop zij hun werk verrichten. Laat u, zoo zei (Je spreker, niet ontmoedigen door het zien van zooveel, dat is afgebroken: staande tusschen de ruïnes van zooveel, dat ineen is gestort, moet gij almeer bewust worden, dat God u gebruiken wil als bouwers van een nieuwe wereld. Deze wereldcrisis kan loute rend werken op allerlei terrein. Wij moeten luisteren naar wat God ons zegt in het \vr- De Bondsvoorzitter Ds. P. VEEN reldgabeuren en daarbij moeten wij inkee- ren tot ons zelf om te weten te komen of 't wel in orde is tusschen God en onze ziel. Alléén wie zich buigt voor Gods wil, zal met blijdschap den weg kunnen volgen, dien God voorschrijft; maar dan moet de vrede van God in het hart zijn ingedaald. Spr herinnerde vervolgens aan de Confe rentie van den Wereldbond in Augustus 1931 gehouden te Cleveland. Ook daar ver keerde men zeer onder den indruk, dat er onder de christenen gebrek is aan geloofs vertrouwen en dat men te weinig rekening houdt niet de eischen, die God stelt. Duide lijk blijkt dit uit de boodschap aan de jeugd in de geheele wereld, door de Conferentie uitgegeven. Ook in ons werk. zeide Spr., htebben wij behoefte aan leiding, die gegeven wordt door mannen, die oprechte jongeren van Jezus Christus zijn en uit krachtige chris telijke overtuiging leven. Naast de noodzakelijkheid van een corps beroepsarbeiders, moet veel aandacht ge schonken worden aan het vormen van vrij willige leiders. De vrijwillige leiding vormen het hart van ons werk. Toch hangt niet alles an de leiding alleen; een christelijke jougemannenvereeniging moet een christe lijke gemeenschap vormen waarin volle aan dacht geschonken wordt aan zielszorg, de ontwikkeling van den geest en de verzor ging van het lichaam. Wij moeten er voor waken, dat wijde jongens en de jonge mannen in onze afdeelingen niet naast het leven plaatsen. De godsdienstige vorming moet als het ware de bodem zijn, waarop het geheele ver eenigingswezen wordt opgebouwd; en dat te meer daar vele jongemannen, die niét tot de ;.g. christelijke kringen behooren, verlangen naar vrede voor hun hart, ook al drukken zij dit mogelijk met andere woorden uit. De jonge mannen moeten gevoelen, dat er in onze kringen een frissche geest heerscht, en dat men in alle dingen waar en waar achtig is. Onwaarachtigheid in christelijke kringen heeft reeds velen afgestooten. Spr. wees in dit verband op het teere werk van de bijbelbespreking en de heiligheid van het gebed. Het moet in onze afdeelingen gaan als in een ideaal gezin, waar ieder lid met de hem geschonken gaven meewerkt, het geheel te dienen. Wie dit in 't oog houdt, zal kans ziea. velen aan 't werk te zetten, daar zij iets geven kunnen waarin zij belangstellen. Hier ligt een ruim veld voor de ontwikkeling, op 't gebied van 't verstand, de ontwikkeling in 't algemeen, muziek, zang, kunst enz. Maar naast dit alles vergetc men niet de groote beteekenis van de lichamelijke ont wikkeling. Welk een opvoedende kracht kan uitgaan van gemeenschappelijk spel in de open lucht. Een vereeniging wordt er niet slechter van wanneer de leden zich oefenen en vermaken door slagbal, korfbal of voet bal. Voor sommigen kan hier een geneesmid del in liggen tegen de wedstrijdkoorts waar velen aan lijden en dreigen te gronde te gaan. Ook legde Spr. er den nadruk op, open bare vergaderingen, familieavonden enz. die ton doel hebben de aandadht van anderen le vereeniging te vestigen, goed voor te bereiden, men broke toch met banale en zoutelooze samenspraken. Do macht om onze verantwoordelijke taak te kunnen vervullen, schuilt, zoo eindigde spr. in de trouw van het discipel zijn van Jezus Christus. Durf overal en onder alle omstandigheden zijn discipel zijn. Het is iets heerlijks met uwe kleine kracht te mo gen medewerken om onder jonge mannen 't Koninkrijk van Jezus Christus uit te brei den! Een onmogelijkheid? Een waagstuk? Toch niet, als gij 't waagt met GoT. Nu moet woi-den aangepakt; ook voor de zen tijd geldt 't woord van den Heer: „Ik zeg u, heft uwe oogen op en aanschouwt de elden, zij zijn wit om te oogsten". Geheel ons denken moet bij al ons werken ervuld zijn van 't woord „laat itezelfde ge zindheid in u zijn, die ook in Christus Jezus was." Wij moeten leer en dienen; dienen kost zelfveglochening, dienen sluit iedere vraag naar succes uit. Wie Christus volgt, hoort boven alle rumoer en klacht het welverze kerde woord klinken: „Hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen! Een daverend applaus darkte den Bonds voorzitter voor zijn kernachtige rede. Hierna werd het resultaat der bestuursver kiezing vastgesteld. Herkozen waren de hee- rem Ir. F. Sprey en L. Hagedoom. Als nieu we bestuursleden werden gekozen de hcc- ren Th. van Slooten en Tj. de Boer. Vervolgens werden enkele toespraken ge houden. Allereerst sprak de Burgemeester van Nijmegen, de heer J. A. H. S t e i n w e g; daarna de heer C. Sm een k, namens „Pa trimonium"; de heer v. d. Flier, namens de N.C.S.V.; de beer-S c h ol t en. namens oud loden; en Ds. G. van Rams horst, na- ens den Ned. Mil. Bond. Voorts werden nog eenige mededeelingcn gedaan, o.m. dat het Bondsbcstuur besloot een film t*. doem vervaardigen van den ar beid van 't N.J.V. („Polygoon" was tijdens deze vergadering al druk bezig zioli van deze opdracht te kwijten.) Hierna werd dc vergadering geschorst. DE MIDDAGVERGADERING Rede van Dr A. H- Edelkoort, Na heropening der vergadering hield Dr. A, H. Edelkoort, van Rotterdam, een rede over het onderwerp „Het geloof aan Gods bestuur in dezen t.ijd". Deze tijd zegt Spr., maakt 't velen, en met name jonge menschen. moeilijk aan dat be stuur van God te gelooven. Het is te ver staan. dat onze tijd die moeilijkheden scherper heeft gemaakt en den twijfel nieuwe brandstof heeft gegeven. Daar zijn twee redenen, waarom vooral jonge mensohen in dezen tijd moeite kun nen hebben liet het geloof aan Gods bestuur. Daar is allereerst de persoonlijke levens nood, waarin zoo velen onzer dagen verzin ken, en met name denken we hierbij aan de werkloosheid. Maar nog grooter en ernstiger dan de persoonlijke levensnood is de wereld- nood. De allerwege te constateeren ontaar ding komt niet alleen uit werkloosheid voort Zij is een gevolg van een zoogenaamde be schaving, die maar eon karaktertrek draagt: godloosheid. God is verdreven en de ellende deed haar zegevierenden intocht. Dat is de groote wereld-nood, die moer dan louter maatschappelijk, die geestelijk van aard is. Nu zijn er velen, zegt St. die in den nood van hun leven en van dezen tijd een koste lijk voorwendsel vinden om hun ongeloof te rechtvaardigen. Maar dat i6 oneerlijk en ver raadt tevens gebrek aan ernst. Velen rekenen in onzen tijd spoedig af met een God, met wieai zij nog nooit in e gerekend hebben; zij bewijzen duidelijk, dat het gezegde: nood leert bidden, van een groot gebrek aan menschenkennis getuigt. Spr. veronderstelt, dat op deze vergade ring vier soorten van jonge menschen zijn. Allereerst zij, die deze vragen aangaande het Godsbestuur en dezen tijd theoretisch wil len overwegen. Dan zij. die den twijfel reeds voelen wroeten in de eigen ziel die smachten naar zekerheid, omdat zij het zoo niet kun nen uithouden. In de derde plaats jon menschen, die al door den twijfel heen zijn, omdat zij bet geloof verloren hebben. En ten slotte die vrienden, die bij alle ervaring van j>ersoonlijken levensnood en b.j allen aan blik van wereldnood toch God blijven vast houden. Als we on& geloof kwijt zijn, zegt Spr. dan kunnen we het niet uithouden, dan zijn we redeloos, radeloos en reddeloos. Daarom moeten we ons inspannen tegen don twijfel gewapend te zijn. Allereerst is noodig, dat wij ons klaar bezinnen op den oorsprong van den twijfel aan Gods bestuur in dezen tijd. Als van alle ellende van deze aarde eerst eens werd afgetrokken wat de mensohen door eigen schuld bewerkt heb ben, dan zou het kleinste deel overblijven. Spr. zou willen vragen: heef. de wereld en hebben wij zelf het verdiend, dat God ons enkel geluk zou schenken? Als God deze we- HET CALVINISME DOOD? Dr. A. H. EDELKOORT reld en ons behandelde naar verdienste, dan zou Hij ons ook moeten onthouden wat Hij ons nu nog schenkt Als wij dat beseffen, dan verbazen we ons er over, dat er in deze we reld en in ons leven nog zooveel goeds is, iooveel zonneschijn en zooveel zegening. Zelfs in een volmaakte wereld zou het ge loof aan het bestuur van God geloof blijven en geen zaak van weten en begrijpen zijn. Wij menschen begaan nu eenmaal altijd weer de fout, dat wij de leiding Gods meten met ons denken en meenen. dat die leiding moet beantwoorden aan onze gedachten. Zoo komt het, dat wij menig „raadsel" eerst zelf geschapen hebben. Het is niet minder dan majesteitschennis dat nietige schepselen den eeuwigen Schep per voor de rechtbank van hup venstand hebben durven dagen en Hem rekenschap vragen van Zijn daden. Een koninklijk zwij gen zijnerzijds is daarop het eenige ant woord. Daarom noemt Spr. alle poging om 't Gods bestuur te verdedigen ongeoorloofd. Alle ad- ocaterij van God doet te kort aan de hoog heid Gods, gelijk in het boek Job op zoo ge weldige wijze wordt aangetoond. Moeten we alzoo ons verstand ten eenen- male onbevoegd verklaren om een oordeel te vellen over den raad Gods, ons geloof laat ons niet verlegen staan. Dat geloof ontdekt in alles rechtvaardige en liefdevolle leiding. Men zou minder moeite hebben met het geloof aan een Godsbestuur, als men ernst wilde maken met het feit, dat het leven on verbiddelijker is dan menigeen, ook dan menig oppervlakkig christen wil weten. En die onverbiddelijkheid voltrekt zich het gericht Gods. „Daar is een God die eeuwig leeft, en op deez' aard.- vonnis geeft". Maar er is ook een liefd-volle leiding Gods Dat wil niet zeggen, dat God ons alles geeft wat wij wenechen. Als God dat deed, dan bewees Hij ons daarin juist geen liefde, want liefde en toegeeflijkheid is twee. Bovendien, op de wegen van voorspoed ont moeten wij Hem minder dan op die van tegenspoed. Hij plaagt niet uit lust tot pla gen, maar Hij wil ons door den diepgang opvoeren tct de hoogte van Zijn gemeen schap. De ervaring van velen is dan ook: *t Is goed voor mij verdrukt te zijn geweest, op dat ik dus Uw Godd'lijk recht zou leeren. Houden wij daarom vast om het nooit meer los te laten: Gods bestuur is geen grillige willekeur en is allerminst een wreede tyrannic, maar he» heeft één bedoe ling: ons te brengen in de heerlijkheid. Zoo is het raadsel van 't Godsbestuur niet voor ons denken opgelost, maar wel voor ons geloof. Jezus Christus is het lcvi..d bewijs dat de kruisweg hemel weg is Wie daarom moeite heeft om het geloof aan het bestuur van God in zijn leven vast te houden, die blijve heel dioht bij Jezus. Dan komt de rust. Zoo eindigt, aldus besluit Spr. zijn rede, ook dit woord van bezinning, vertroosting en bemoediging met den oproep, dat wij zul len sterven aan ons eigen-ik en leven zullen voor God. Zoodat we niet meer zeggen: ik wil, ik wensch, ik kan; maar zoodat we bid den: Leer mij, o Heer den weg door U be paald, dan zal ik dien ten einde toe be waren. In hst „filiaal" In het Centr. Gebouw voor Chr. Belangen as een „filiaal" van den Bondsdag geves tigd waar Dr. Edelkoort en Ds. Veem dezelf- redevoeringen hielden, die zij in het Con certgebouw hadden uitgesproken. DE SLUITINGSSAMENKOMST Onder leiding van den Bondsvoorzitter werd de gemeenschappelijke sluitingssamen- konist gehouden. Dank werd gebracht aan allen, die op eeni- gerlei wijze hadden meegewerkt deze Bonds dagen zeo uitnemend te doen alacen. On«e- INTERNATIONAAL CONGRES TE LONDEN Kleine kudde in een wereldstad L o n d o n, 3 Mei 1932 „Het Calvinisme is dood". Dat was de verzuchting, die een var gemeenteledeen van Grove Chapel, het kerkje van rev. Henry A the rt on, slaakte, toen we Zondagavond een lang en ernstig gesprek hadden over het geestelijk leven in London. Hier en daar is een kleine groep, die nog leeft uit de beginselen van de vade ren: die nog ondeischrijft wat is neergelegd Ui de ..Westminster Confession"- Maar boe onopgemerkt gaan die enkelingen bun weg' De duizenden en tienduizenden, die h-ier zich j voortspoeden langs goed geplaveide en 's avonds hel verlichte straten en pieine zij hebben nog nimmer gehoord van het Calvinterne; ze weten niets van „vrije na de" noch van „rechtvaardigmaking dooi het geloof"- Ja, weten ze wel, dat er een God is.-in Wiens hand al dat krioelen''0 wereld verkeer rust; zonder Wiens wil zij niet leven noch zich bewegen kunnen?.... London is een stad van schrille contrasten Dot trof me Zondag, den 1-Mei-dag, al bij zonder sterk- Bij voorbeeld. Te midden van een dichte drom nieuwsgierige kijkeis naar een betooging van de Onafhankelijke Socia ïistïsche Partij met helle banieren en revolu tion.! re leuzen, stond daar. eenzaam, een oudachtig mannetje, die op zijl. buik en op zijn rug biljetten droeg, waarop met groote reclameletters te lezen stond: „Zijt gij be reid, God te ontmoeten?" Eenzelfde sensatie 16 het, wanneer men, na een rit van een kleine drie kwartier bo ven op een Londensche bus, door het onge looflijk drukke verkeer, langs paleizen van handel en industrie, die de namen dragen van wereldgrooten als Ford en Edison, in eens zich bevindt te midden van een k! schare geloovigcn in het eenvoudige kerkje te Camberwell, die de woorden van den 23stcn Psalm aanheft: The Lord's mv she«pherd. I'M not want. He makes me down to lie in pastures green: he leadeth me the quiet waters by. Daarin klonk een warme geloofsovertu: ging, een zekerheid en een Godsvertrouwei dat ons. Hollanders, beschaamd maakt. Het verwekt tot jaloerschheid, als men hoort zingen, met van ontroering trillende stem men uit Psalm 46: Out God. who is the Lord of hosts is still upon our side; The God of Jacob, our refuge for ever will abide. In deze stemming begon de 18e jaarlijk sche conferentie, tevens de eerste interna tionale bijeenkomst, welke door de Sovereign Grace Union is belegd. De S. G. U. werd, gelijk wij reed6 vroeger in dit bl*d hebben medegedeeld, in 1914 op gericht door rev. Atiherton, die eerst lange jaren als secretaris, en sedert een paar maanden als president zijn krachten geeft aan „de verbreiding en de verdediging van de leer der vrije genade", zooals de onder titel dezer vereeniging luidt- Doordrongen van de activiteit, die echte Calvinisten kenmerkt, heeft de S. G. U. nu sedert 18 jaren bijna geregeld elke maand een brochure of een boek uitgegeven er der haar leden verspreid. Het aantal e: pieren, dot op deze wijze onder de menschen kwam, bedraagt reeds meer don een half miljoen. Daarenboven werden van tijd tot tijd lezingen georganiseerd, vergaderingen belegd, en conferenties ge/houden. Langzamerhand werd het verlangen le vendig om ook in contact te komen met geestverwanten in andere landen, om zoo mogelijk door uitwisseling van gedachten, den onderlingen band en de gemeenschap pelijke overtuiging te verstevigen. In 192S werd reeds het nut van interna tionale organisatie bepleit. Het jaar daarop werd dit herhaald en besloot men binnen afzienbaren tijd een internationaal congres te beleggen. In 1929 bracht een groep leden van de S- G U- een bezoek aan Holland, waar verschillende banden van vriendschap werden gelegd. In 1930 kwamen prof II. G. Stoker en prof. G. Besselaar uit Zuid-Afrika naar Londen, bij welke gelegenheid evcueens de moge lijkheid van internationale samenwerking is besproken. En thans wordt hiermee een begin van uitvoering gemaakt. Vertegen- woordigers van Calvinistische organisatie en groepen uit velschillende landen kwa men naar Londen om dit e eiste congres mee fe maken. Met een enkel woord herinnerden wij al aan den bidstond, die Vrijdagavond gehou den is, waarbij rev. W. E- Woodham. Denham «n mr Light, opwekkende woorden spraken, en w el naar aanleiding van 2 Petr- 1 10 en Psalm 110. terwijl ver schillende broeders gelijk zulks de ge woonte i6 in deze kerkgemeenschappen voorgingen in gebed en Gods zegen afsmeek ten over de besprekingen, die zouden worden gehouden- Zoodag heeft ds Jas. Tolland, predi kant bij de Presbyterian Church van Belfast (Ierland) de diensten geleid jn de Grove Chapel. Ook deze stonden geheel in het tee- ken van de conferentie. Nadat hij in de voormiddag-godsdienst oefening gehandeld had Over de souvereini- t werd het werk met volharding en be zieling voort to zetten. Met t zingen van de Apostolische Zegen bede werd deze samenkomst en daarmede de Bondsdagen gesloten. Vermelden wc tenslotte nog, dat vele Nij- m egen aars hun liefde voor het Verbond toon- den door aan een of meer Bondsdag-bezoe kers logies tc verstrekken. En natuurlijk had de actieve regelingscom- missie uitgebreide maatregelen genomen den vrienden in staat tc stellen Niji. gen en haar schitterende omgeving nader te leeren kennen. Velen maakten hiervan een dankbaar ge bruik wat een mooi besluit werd van het bezoek aan dezen In alle opzichten zoo zeld zaam geslaagden Bondsdag. REV. H. ATHERTON teil Gods naar aanleiding van Psalm 97 1 waarbij hij o.m- er den nadruk op iegd*. dat de erkenning van Gods souvereiniteit een der grondslagen was van het Calvinis me, heeft hij des avonds een zeer bezielend woord gesproken over het slot van Colcss. I 18. waarin hij schilderde de heerlijkheid en aigenoezzaamheid van Christus, die Zijn kracht volbrengen wil in onze zwakheid Bij het uitgaan van de kerk. vroeg ik aan den man, dien wij aan liet begin van dit ar tikel sprekende invoerden, of hij nog van nieenimr bleef, dat het Calvinisme dood was. „Neen", was zijn antwoord. „het leeft, en met Gods hulp'zullen wij slagen, ook hier in Engeland, waar het thans zoo donker nog Dinsdagavond zou prof. Maclean uit Edinburgh de eigenlijke conferentie openen met een toespraak, 't Was een groote teleur stelling, dat deze echter door ernstige hui selijke omsta ndigheri en zich geiioodzaakt zag te telegrafeeren met in de gelegenheid te zijn om naar Londen te konn.-n- In zijn plaats trad nu rev J. \V i I I o u g h- by, van het Strict Baptist Institute, te Londen op. Als motto \.>or zijn toespraak had hij gekozen de woorden uit Titus 2 18: de genade Gods. 11ij vergeleek deze genade Gods bij een fontein en een stroom De fontein is de uit verkiezing; de stroom het werk les geestes: tezamen vormend de genade Gods. Achtereenvolgens wees hij op verschillen de eigenschappen van Je genade. Ze is vrije genade, d.w.z- ze wordt bewezen aan zondaren, die haar niet verdienen. Ze is sou ve reine genade; immens wordt ze geschonken door een absoluten Monarch, wiens heersoliappij niet gebonden is aan parlement noch volkswil Vervolgens werd aangewezen hoe deze genade bewezen wordt als resultante van de samenwerking der drie personen uit het Goddelijk Wezen; terwijl in de vierde plaats van deze genade gezegd kan worden, dot ze aanbidding afdwingt, hetgeen spr- met tal van sprekende voor beelden i!Uu6freerde. In het tweede gedeelte van zijn rede ver volgde rev- W i 11 o u g hby met ook van le .stroom", van het werk des geestes aan ti toonon. dat bet alles vrije genade is. W e dorst heeft, die kome en drinke uit de Le vensstroom. Er is geen conditie aan verbon den; wie will, die kome. Wie gelooft, die heeft aireede van het levende water ge dronken- Deze genade is tenslotte onwederetaude- lijke en veranderende genade. Ook dit wp.d wederom aangetoond aan de levensgeschie denissen van Manasse. van Paulus, Luther en Calvijn. Deze genade is eindelijk zon Ier ophouden- Genade voor genade wordt bewe zen. Het reservoir geeft voortdurend water, maar het wordt voortdurend ook weer bij gevuld. Dit bezielend woord werd met groote ain dacht gevolgd door een vrij talrijk publiek. Morgen zal de conferentie worden voort gezet. Wetenschap. Prof. WILHELM OSTWALD Onze Duitsche correspondent schrijft: Met Wilhelm Ostwald is dezer dagen een geleerde gestorven, die den wetens -happclij ken arbeid van een nieuw standpunt uit opvatte. Zijn opgang viel in een tijd, toen de exacte natuurlwetenschap in allerlei vakken verdeeld werd. Ostwald was de eer ste. die erop wees, dat men z'n blik moest verruimen, dat men de wederzijdsche rela ties voor oogen diende te houden cn hierbij ook niet voor wijsgeerige beschouwingen be hoefde terug te deinzen. Hij pleitte voor een nieuwe nat uur-philosophic en met succes. Chemie en physiek waren de vakken, welke door hem weixien uitgekozen en in zijn streven naar samenvoeging weixien ze ge combineerd tot „physikale chemie". Voor dit vak werd hij 1887 nis docent aan de uni versiteit van Leipzig beroepen. Om onafhankelijk van alle leerverplich tingen te blijven, nam hij in 1906 zijn ont slag en zette hij in zijn landhuis „Energie te Gross-Bothen bij Leipzig zijn studie voort. Hij was de eerste Duitsche professor, die in 1905 een semester aan de Amerikaansche Harvard-universiteit doceerde en reeds in 1909 werd ij bedacht met den Nobel-prijs voor chemie. .Zijn eerste werkzaamheid strekte zich uit over het engere gebied der phvsikalische chemie, maar weldra breidde dit terrein zich uit, de natuur-philosophie genoot zijn '.belangstelling en om die ook bij anderen te winnen, gaf hij een tijdschrift uit „De an nalen der natuuryphilosophie". Ook hield hij toen voordrachten over de natuur-philo sophie. In tegenstelling tot Hegel ging Ostwald an natuurwetten uit. analyseerde hij alle. Zijn energetische imperatief luidde: „ver speel geen energie!" Bloedarme, Zenuwachtige Volwassenen en Kinderen die zich lusteloos en slap gevoelen, die overwerkt rijn. prikkelbaar, moede, vroeg tijdig uitgeput, gebruiken met uitstekend gevolg als bloedvormings- en versterkingsmiddel DRHOMMEL's Haematogen Vraag het oordeel van Uw dokterl (Adv.) g& Loom 1 caoAwoay

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3