Van en over de Ontwapenings conferentie MAANDAG 2 MEI 1932 XI DE KWALITATIEVE VERMINDERING CONTOUREN VAN DEN A S. STRIJD T>e uitslag v.an den strijd, in de algemeene Gomradssi'e gestreden over het belangrijk beginsël der kwalitatieve vermindering van bewapeningen, heeft een verrassend einde genomen, hetgeen als bewijs kan gelden, dat de positie, die Frankrijk te Genève in neemt steeds meer geïsoleerd woixiL De be raadslaging over de nieuwe Engelsche re solutie behoefde ook niet lang te duren; de aanneming geschiedde met algemeene stem men. Hier gold intussohen het omgekeerde van wat in eersten termijn Paul Boncour de Eniigelsühen had toegevoegd: ik stem voor uw resolutie, maar tegen uw toelichting. Want, uit hetgeen achtereenvolgens de Duitsche, Italiaansche en Amerikaansche gedelegeerden kwamen verklaren, bleek, dat. zij vóór de nieuwe Engelsdhie resolutie stemden, wijl deze de kwalitatieve vermin dering der bewapeningen in dezen zin, dat bepaalde aanvalswapenen geheel zullen war den verboden, voor verwezenlijking openlaat. Litwinoff, die overigens merkwaardig ge matigd optreedt, kan begrijpelijkerwijze niet nalaten, sarcastisch te spreken over de al dus verkregen overeenstemming, die naar zijn meening 6lechts ten doel heeft om in de resolutie vast te leggen, dat men bed over de kwalitatieve vermindering der bewape ningen in. het geheel niet eens is. De Fransche pers De Fransche bladen spraken reeds van een manoeuvre tegen Frankrijk. Van een manoeuvre tegen Frankrijk was zeer zeker geen sprake, de Engelsche reso lutie was zoo algemeen als maar mogelijk was, maar zij impliceerde inderdaad, dat kwalitatieve vermindering slechts op deze wijze kan worden opgevat, dat vernietiging en niet internationaliseering van aanvals wapenen daaruit voortkomt Dit nu deed Taixïieu, ondanks de drukte van den verkie zingsstrijd opnieuw naar Genève snellen. Van Fransch standpunt bezien heeft hij wel licht althans voorloopig. de situatie gered, d.w.z. door de nieuwe Engelsche resolutie is voorkomen, dat reeds nu een beslissing is genomen, die zich tegen intemationalisee- riaig der verboden, aanvalswapenen uit spreekt. Tegenover Frankrijk is niet dadelijk tot uitdrukking geibracht, dat de groote meerder heid in de Ontwapeningsconferentie van in- ternationaliseering op die wijze in elk ge val niets wil weten, en daartegenover heeft Franikrijik toegestemd in de verklaring, dat bepaalde wapenen als uitsluitend aanvals wapenen te beschouwen zijn. Er is door Frankrijk geen nederlaag geleden, door Engeland geen overwinning behaald; de contouren van den aanstaanden strijd heb ben zich nader ontwikkeld, en de Fransche positie is er niet sterker op geworden. Zulks vooral niet., wanneer men rekening houdt met het gevolg, dat de President en het Bureau der algemeene Commissie aan de resolutie der kwalitatieve ontwapening hebben gegeven. De bedoeling is, dat nu even de algemeene Commissie zal adem scheppen en zeer zeker tot na de Fransche verkiezingen niet meer zal vergaderen. De reden waarom zij spoed had te betrachten, was toch vooral daarin gedegen, dat de tech nische sub-oommissiën niet konden werken, voordat zij, de algemeene Commissie, prin- cipieele beslissingen had genomen. Zij heeft nu ten aanzien van drie ponten er een genomen, en wat de kwalitatieve ont wapening aangaat, is de technische hulp <tve technische Commission geboden. Met de bureaux dezer Commissiën is dan ook dade lijk overleg geopend over de wijze, waarop deze Commissi ën het vraagstuk der kwali tatieve ontwapening zouden behandelen. In de zittingen van de algemeene Commissie heeft Henderson nu uiteengezet, d-i Teahnische Commissdeën zonder het resolutie reeds geregeld beginsel vi kwalitatieve ontwapening opnieuw ter spake te brengen, erover zullen beraadslagen welke wapens voor deze kwalitatieve ont wapening in aanmerking komen. Voor che mische bacteriologische wapens, alsmede voor de werkzaamheden van de derde bij zondere Commissie, zal een Gemengde Com missie bestaande uit deskundigen op mili tair. vloot- en luchtvaartgebied, worden in gesteld. Onmiddellijk was Boncour, die den reeds weer afwezigen Tardieu verving, erbij om op te merken, dat door de aangeno men resolutie de weg zoowel voor de vernie tiging als voor de internationaliseering der aanvalswapenen is opengehouden- Dat. de keuze tusschen verbod of internationalisee- ring niet door die Technische Commissies zal geschieden, heeft ook de instemming der Fransche delegatie, al gelooft, deze, dat de technische Commissies er noodzakelijkerwij ze toé zullen moeten komen voor bepaalde X stond in ons blad van 24 April. wapenen dc een of de andere keuze voor te stellen. Maar alvorens dat te doen, zal het onderzoek der Fransche voorstellen dienen te geschieden. Henderson deed aan Boncour geen enkele toezegging; beperkte zich tot de herhaling zijner voorstellen, die aangeno men werden. Hieruit mag men den bepaal den wil van het Bureau der Conferentie le zen om een vaste technische basis te schep pen voor de afschaffing en daarna de ver nietiging van bepaalde categorieën van wa penen Het tusschen beide komen Bon cour om deze poging te verijdelen heeft gelijk men moest toegeven, de geïsoleerdhe.d dier Fran sche oppositie opnieuw in het licht gesteld. Het bezwaar van de Fransche voorstellen is hierin gelegen, dat zij inderdaad een slui tend geheel vormen, maar geheel in dezen zin dat men aan de beheerders van de eigen lijke strijdmachten van den Volkenbond de zeggenschap over het gebruik daarvan laat. De moeilijkheid, die zich in het Chineesch- Japansche conflict heeft voorgedaan in de zen zin, dat. sledhts een paar der sterkste zeemogendheden worden aangewezen om de kastanjes uit het vur te halenvoor dc anderen, en daarvoor bedankten, kan zich herhalen op het vaste land. Is er dan een Volkembondsleger naar het model der Fransohe voorstellen, dan heeft Frankrijk en daarna wellicht Italië, maar verder bij kans niemand te beslissen of en zoo ja op welke wijze zoodanige hulp zal worden verleend. De toepassing der z.g.n. rechts middelen van den Volkenbond wordt gemi litariseerd, en men kan er zeker van zijn, dat, is eenmaal deze weg betreden, waar van geen terugkeer mogelijk is, dan door een reeks van gebeurtenissen, die wellicht van het geschokte oudste der vijf wereld- deelen weinig of niets meer zullen heel laten. Te Genève komen steeds sterker twee stelsels tegenover elkander te staan: het Fransohe. dat geridhit is op het behoud van Versailles, niet slechte in enkele bepalingen fan dit tractaat, maar geheel de machts positie, daardoor verkregen. Niet oneigen aardig is, dat Frankrijk, dat juist in deze dagen voor het Hof te 's-Gravenhage in de zaak der Geneefschc zónes zich beroept op de clausule Rebus 6ix stantibus, de noodza kelijke veranderlijkheid dus dor tractaten, ten aanzien van Versailles èn de daarmede evenwijdig loopende verdragen halstarrig aan het eenmaal geslotene en overeengeko- mene blijft vasthouden. Daartegenover stelt Amerika, gesteund door Engeland en het meerendeel der zn. kleine staten, het stelsel, dat in het Kèlloggpact een eerste, zij 't ook uiterst zwakke belichaming (heeft gevonden; een stelsel, dat de noodzakelijkheid erkent van aanpassing bij de omstandigheden. Tot- diusvor is Frankrijk erin geslaagd op grond .'eiligheidsclau9ule, die in art. het Grondverdrag van den Volkenbond is opgenomen te ontkomen aan consequenties tegenstellingen, die het niet wi 1 aan vaarden; de gang van zaken zooals deze zich te Genéve ontwikkelt, doet thans tel kenmale opnieuw de vraag stellen of het daarmede zaJ kunnen voortgaan dan wel of wellicht reeds binnen korten tijd een slissing in de tegenstelling mag worden ver acht, die thans de situatie in geheel de wereld beheerscht. Inmiddels zijn de technische comniissiën met de technische arbeid aangevangen. Die voor de maritieme be wapeningen is (het versite. Drie opvattingen hebben zioh daarin kenbaar gemaakt. Enge land gevoelt er blijkbaar voorloopig niel veel voor andere schepen dan de duikboo- ten als aanvalswapenen te erkennen. Italië gaat veel verder; het wil de linie-schepen de vliegtuigmoedersahepen evenieens als a valswapen gerekend zien. Het verst gaat Duitscihland, maar het is daarbij ook het meest consequent De Duitsche voorstellen willen linieschepen boven de 10000 ton, vlieg tuigmoederschepen, duikbooten en alle che mische en bacteriologisdhe strijdmiddelen tot de aanvalswapenen zien gerekend. Duitschland grondt zich daarbij op van het Verdrag van Versailles, die ten doel hëbben gelhad om Duitschland aanvallende kracht te ontne- waarin dus vanzelf die wapenen, die aanvalswapenen zijn, zijn terug te vin den. Vernietig de aanvalswapenen, die het tractaat van Versailles ons verplichtte te vernietigen, aldus Duitschland, en ge ver krijgt den juisten toestand, waarmede van zelf op het vraagstuk der gelijkgerechtigd heid, door Duitschland met steeds grooter nadruk gesteld, is vooruitgeloopen. De andere teclmische commissiën zijn inmiddels gevolgd; voorzoover totdusver valt op te merken, houden zij zich aan het strikt technisch terrein. Voor zijn vertrek (heeft Tardien besprekingen gehad met Stim- son en Bruning. en daaruit sdliijnt voortge komen te zijn de afspraak, dat zoowel de Fransdhe voorstellen als het waagstuk der gelijkgerechtigdheid niet in de al commissie zullen worden behandeld, voor dat de Fransche verkiezingen achter den rug zijn. Henderson heeft dit onderstreept door aan de leiders der delegatie te verzoe ken door bespreking van dit punt de a.s. op lossing te helpen voorbereiden. Dit schijnt echter wel vast te staan, dat Stimson, de Amerikaansche Staatssecretaris, zijn invloed aanwendt om de Fransch- Duiteche controversen inzake de ontwape ning tot een oplossing te brengen. Amerika houdt nog altijd aan het theoretisch stand punt vast, dat het met dit zuiver Europee- sdhe vraagstuk niet te maken heeft, maar Amerika, dat gaarne de voldoening der herstelbetalingen ziet, begint langzamerhand gewaar te worden, dat van die herstelbe talingen niets, maar dan ook niets zal ko men, wanneer niet Europa een weg vindt om de politieke moeilijkheden op te los sen, althans aanmerkelijk terug te brengen. En juist omdat Amerika wel gaarne wat zou willen ontvangen, gaat het nu maar helpen om Europa uit deze moeilijkheden te helpen, en naar wij allen in Europa zeker van harte hopen, met het best denkbaar re sultaat! Kerknieuws. EVANGELISCHE ALLIANTIE In verband met de jaarvergadering, wordt de Conferentie te Z e i s t dit jaar gehouden Mei tot 1 Juni, in de kerk der Broeder gemeente. Het onderwerp is: „Christus Christen". Ds. W. D. Linthout, van Apeldoorn, behandelt: „De levende Christus en tact met Hem"; Dr. P. Stegenga, van Amster dam: „De ontplooiing van het leven met Christus"; Ds. W. A. Hoek, van Amsterdam: Christen zijn in het moderne leven". Boven dien zullen op de „Evangelisatie-samenkomst" spreken H. Martyn Gooch, van Londen, A. J. Roozemeyer, van Amsterdam, Het koor der Broedergemeente en het koor der Herv. Stadszending te Utrecht verleenen medewer king. GEEN LEZING MET LICHTBEELDEN De Classis Amsterdam der Chr. Geref. Kerk besloot, naar aanleiding van de >r studenten der Theol. School te Apeldoorn besloten kring gehouden lezing met licht beelden over zijn reis naar het Heilige Land door Ds. C. van der Zaal, van Deventer, by de hoogleeraar van genoemde Theol. School te 'erzoeken samenkomsten met lichtbeelden, als die 18 Maart 1.1. gehouden zyn, niet meer de Theol. School toe te laten, noch zulke samenkomsten in de „Wekker" aan te bevelen. AVONDMAALVIEREN IN HUIS Te E r m e 1 o kwam bij den Kerkeraad der Geref. Kerk een vraag in, of een zieke, die per kerktelefoon thuis de bediening van het H. Avondmaal volgt, ook tegelijk met de Ge meente in zyn eigen woning de Bondszegelen kan gebruiken in het bijzijn van een paar ouderlingen, wanneer brood en wijn hem uit de vergadering der Gemeente worden overge bracht. De vraag werd aangehouden. HERDENKING Te Zuilen (U.) zal het 16 Mei a.s. 40 jaar geleden zijn, dat door de Geref. Kerk (weder) werd geïnstitueerd. In verband daarmede is de „Zuilensche Kerkbode" verschenen in feest kleed. We zien er foto's in opgenomen „oude kerkje" dat dienst deed tot Dec. 1918, nieuwe kerkgebouw, waarin de Ge meente sinds Dec. 1918 samenkomt, terwijl het fraaie op kunstdrukpapier gedukte nummer oorts foto's bevat van degenen, die een arti kel geschreven hebben. Dat zijn Dr. E. D. Kraan, van Vlaardingen, predikant v len van 16 Oct. 1921 tot-24 Aug. 1924: Prof. Dr. A. G. Honig; Ds. W. Verhoef Nzn., Zeist, oud-consulent van de Kerk van Zuilen; Ds. C. L. A. M. van Puyvalde, den tegenwoor- digen predikant der jubileerende Kerk; en Ds. K. Fernhout Mzn., van Vreeland, oud-consu lent. Er zal op 18 Mei a.s. des avonds halfacht b het kerkgebouw een herdenkingsbijeenkomst plaatsvinden. De opening zal geschieden door Ds. van Puyvelde, Dr. Kraan spreekt de her denkingsrede uit. Ds. W. Verhoef zal het slot woord spreken. Verder zullen het woord voe ren Prof. Dr. Honig, Ds. Fernhout, Dr. Kaajan Utrecht; en Ds.Veen, van Maarssen. DE TOEPASSING >ver „Preekmaken en preeken" schrijvende het Confess, weekblad „De Geref. Kerk", zegt Pastor: „Een welgeordende preek heeft: inleiding, uitlegging en toepassing; waarmee echter niet gezegd wil zijn, dat de toepassing steeds apart achteraan moet komen. Een oude dond ert elde eens: „Ik merkte, dat mijn ge meente b« de uitlegging geregeld zat te dut ten, en pas tegen de toepassing ontwaakte. Sindsdien heb ik geen aparte toepassing gegeven, maar maak mijn heele preek tot toe passing". „Er zyn ook wel predikers, die zich in toepassing steeds richten tot onbekeerden, bekommerden en geloovigen. Een ondeugend spotter heeft daarvan opgemerkt: elke zoo danige toepassing is in drie uitroepen samen te vatten: o wee! ach! en hoezee! Wanneer iets wekelijks terugkeert, gaat zoo lióht de kracht eraf. Bovendien (en dit bezwaar grijpt dieper) er zijn niet drie soorten nienschen, maar slechts twee: bekeer den en onbekeerden; èn optredende gemeente, mag de prediker nooit vergeten, dat hij daar niet staat voor een willekeurige groep mensohen, maar voor de gemeente des Heeren, die door doop en belijdenis tot Hem ■erbondsbetrekking staat". EVANGELISATIE nterkerkelijk of niet? De Clas- Deventer der Geref. Kerken heeft in r jongste vergadering uitgesproken, „dat het medewerken van leden eener Geref. Kerk Vereeniging voor interkerkelijke Evan gelisatie niet in overeenstemming is met de uitspraken van de Generale Synode van Utrecht 1923", en besluit op grond van de over weging dat: „a. het optreden van Geref. pre dikanten in dergelijke vereeenigingen of comi- té's de toepassing raakt van de door de Gene rale Synode van Utrecht 1923 gegeven rege- oor Evangelisatie; b. bij deze vraag al Kerken betrokken zijn;" „aan de Gene rale Synode van Middelburg een uitspraak te verzoeken of het optreden in samenkomsten ~in dergelijke interkerkelijke Evangelisaties dan niet geoorloofd is". Te Bergen (N.H.) zal, naar wij vernemen, st nieuwè gebouw voor de Evangelisatie „Ma- ranatha" vermoedelijk in de week van 916 a.s. in gebruik worden genomen, zoodat men met de Pinksterdagen daarin dienst hoopt te houden. Het gebouw ziet er van buiten in binnen heel netjes, en tevens eenvoudig uit. ZENDING ONDER DE JODEN In de „Elimbode" (orgaan der Ned. Vereen. >or Zending onder Israël, genaamd „Elim" te Rotterdam) wordt van een treffende doopplech tigheid melding gemaakt. Op 10 December 1930 werd de Joodsdie broeder Tabaksblatt, van wien meermalen in de „Elimbode" een getuigenis des geloofs voor kwam, door den H. Doop in de Gemeente van Jezus Christus ingelijfd. Voor den gedoopte was er echter een smartelijke bijgedachte on der de vreugde die hem vervulde, in het feit, in Polen zijn vrouw en kind te mid den der Joodsche verwanten in geestelijke duisternis voortleefden en door dien Doop zelfs meer dan ooit van hem gescheiden waren. De Doop wekte echter zulk een vijandschap, dat het voor hen onmogelijk bleek langer bij hun familie te blijven. De Zendingskas kon ternau wernood de gelden missen voor de verdere vor ming en het levensonderhoud van den heer Tabaksblatt, dus voor diens vrouw en kind schoten de financieele krachten geheel te kort. Toen namen Ds. J. Rottenberg en mevrouw de uit Polen overgekomen moeder en dochter lief devol en belangeloos in hun gezin op, welke gastvrijheid bij de volkomen tegenstelling van Poolscji Jodendom en Hollandsch Christendom »n offer beduidde. Ds. R. en mevrouw mochten zoo, aldus schrijft A.R.Z.M. in de „Elimbode", zes maan den lang aan de Poolscjie Jodin in theorie en practijk het Christendom voorleven, wat door den H. Geest gebruikt werd om die innerlijke verandering te bewerken, die haar deed yra- gen om den H. Doop te mogen ontvangen, waarin ook het dagelijksch gebed van haar an verhoord werd. Op Zondagavond 10 Januari 1.1. werd mevr. Tabaksblatt in de Nieuwe Kerk te Schevenin- gen gedoopt door Ds. J. de Jong, predikant der Ned. Herv. Gemeente aldaar. Hij hield daarbij een treffende toespraak, die in ge noemd blad in haar geheel is opgenomen, waar ook gewezen werd op en gewaarschuwd tegen ongerechtigheid, zoowel als tegen eigen gerechtigheid, tegen een wet van bevindingen en een wet van ceremoniën, en vermaand werd te blijven staan in de vrijheid, waarmee Christus haar vrijgemaakt heeft. Voorts is, eveneens te Scheveningen, op 26 Februari jl., nog een jonge Israëliet gedoopt. Schoolnieuws. G. H. WEUSTINK Aan den heer G. H. Weustink, inspecteur in het Lager Onderwijs in de inspectie Haar lem, is met ingang van 1 Mei eervol ontslag verleend wegens het bereiken van den pen sioengerechtigden leeftijd. In verband daarmee heeft de heer G. H. Weustink in het Concert gebouw te Haarlem afscheid genomen van autoriteiten, hoofden, onderwijzers(essen) en de besturen van openbare en bijzondere scho len in de inspectie Haarlem. Behalve de leden van een eere-comité w, vele autoriteiten aanwezig. De heer W. Vis, van Hoofddorp, namens het huldigingscomité sprekend, bood een radio toestel aan. De hoofdinspecteur K. Brants, van Haarlem, sprak namens den Minister van On derwijs en deelde mede zijn benoeming tot of ficier in de Orde van Oranje-Nassau. Dr. J. F. M. Sterck, van Haarlem, oud-inspecteur, her innerde aan Weustink's werk voor de schoone letteren. Ds. C. J. van Paassen sprak namens de Prot. Chr. Schoolbesturen en de heer H. C. J. Sondaal namens het R.KL Onderwijs. De heer H. W. Korenstra voerde het woord na mens het personeel van de Kweekscholen, de heer Hellinga, namens de afd. der Vereen, van Hoofden van Scholen; de heer J. Bongertman namens den Bond van Gymnastiekonderwy- zers; en wethouder W. Roodenburg namens het Gemeentebestuur van Haarlem. KLOOSTERLINGEN-ONDERWIJZERS. Klachten en cijfers. Niet alleen de Hervormd-Geref. Staats partij (politieke groep van het oud-Kamer lid Ds. C A. Lingbeek), maar ook een groep Roomsche onderwijzers klaagt over clericaliseering van het Roomsche Onder wijs, waarmee dan bedoeld wordt dat het aantal kloosterlingen onder de R.K. onder wijzers schrikbarend toeneemt. Genoemde politieke partij ziet in dien uiwas van kloosterlingen-onderwijzers :n politiek, zoo niet een nationaal gevaar. De groep Roomsche onderwijzers vreest er achteruitzetting van de leeken-onderwijzers door: voor een Roomschen jongen en een Roomsch meisje, die niet in een geestelijke orde treden, is er bijna geen denken aan een betrekking van onderwijzer of onder wijzeres te bekomen. Het roomsch-kath. dagblad ,J)e Gelder lander" heeft, met het oog op de klacht van geestverwante ondeiwijzers, die het i.g. „interne anti-clericalisme" aanwakke ren, dc zaak eens nagegaan en een staat van gegevens gepubliceerd, die wellicht door vele lezers ook van ons blad met be langstelling zou nagegaan worden. De uitvoerige cijfers loopen over Room- :he schoolhoofden, onderwijzers met hoofdakte en met enkel lagere akte, man nen en vrouwen, en zelfs over de ulo marge. We kunnen die niet alle hier weer geven, maar bepalen ons tot de voornaam ste getallen. Zij betreffen ons geheele land. In 1929 waren er in Nederland aan de Roomsche Lagere Scholen 11025 leerkrach ten werkzaam, waarvan 3610 kloosterlingen en 7415 wereldlijken of leeken. In 1931 waren er aan de Roomsche Lage re Scholen werkzaam 13284 leerkrachten, waarvan 3928 kloosterlingen en 9356 we reldlijken. In de tusschenliggende 2 jaren kwamen er aan de Roomsche Lagere Scholen dus 2259 leerkrachten bij. Het meerendeel hier van behoorde evenwel niet tot een geeste lijke orde, doch bestond uit 318 kloosterlin gen en niet minder dan 1941 wereldlijken of leeken. Het aantal hoofden van Roomsche Lagere Scholen steeg in bedoelde 2 jaren met 220, waarvan 70 kloosterlingen en 150 wereld lijken. Ook de cijfers voor de drie zuidelijke bis dommen (Den Bosch, Breda en Roermond) zijn apart verzameld. Zij geven aan een toeneming van leerkrachten met 1314, waarvan 187 kloosterlingen en 1127 wereld lijken of leeken. In deze bisdommen steeg het aantal schoolhoofden met 154. van wie 43 klooster lingen en 111 wereldlijken. Bij het Roomsche Middelbaar en Voorbe reidend Hooger Onderwijs (H. B. Scholen, Gymnasia en Lycea) steeg tusschen 1929 en 1931 het aantal leeraren met 42, van 2 kloosterlingen en 40 wereldlijken. Scholen. Ook de „Maasbode" heeft deze zaak eens nagegaan en de bewering, dat voor het on derwijzend personeel bij toeneming religi- eusen worden benoemd inplaats van gewo ne onderwijzers en onderwijzeressen, ge toetst aan het door Dr. C Hentzen bewerk te Jaarboek: „Het resultaat ziet er zóó uit: „In 1926 waren aan de r.-kath. scholen .730 onderwijskrachten werkzaam; in 1930 was dit getal tot 12.474 geklommen. „Maar het aantal religieusen stijgt niet in gelijke mate. Het wees in 1926 een cijfer van 3.440 aan, in 1930 wel is waar 3.810. dus een toename. Maar het percent was ln >26 nog 35.0; vier jaar ijater was het 30.5." „Het aantal is dus nog zeer groot, maar het procent is dalende. Dit wijst niet op meerder „clericaliseering". We achten ons niet geroepen op deze ge tallen een commentaar te geven. Echter wordt wel duidelijk, dat men voor zichtig moet zijn met het roepen over angstwekkende toeneming van het aantal religieusen of kloosterlingen aan de Room sche Scholen en verclericaliseering dier Scholen. ..EFFATHA" Jaarvergadering. Ds. C. Lindeboom, van Amsterdam, schryft „Effatha", de Vereeniging, die reeds dan 40 jaar de Christelijke opvoeding e Christelijk onderwijs voor doofstomme kinde ren en jongelieden behartigt, houdt D.V. Don derdag 12 Mei a.s., voorm. half elf, haar jaar vergadering te Voorburg. Met vreugde deelen we dit mede. Want „Effatha's" jaarvergadering wordt in den regel druk bezocht. Vroeger was dat niet het geval. Dan telden we soms geen twintig belangstellenden. Maar sinds „Effatha" naar Voorburg ver huisde, werd dit anders. Nu is het groote gym nastieklokaal van ons schoolgebouw „Hoeken- burg" (Hoekenburglaan 45) meestal vol. Van heinde en ver komen de broeders zusters. (Eigenlijk moest ik zeggen: de zus ters en de broeders. Want de zusters Bteeds ver in de meerderheid). Hier en daar, o.a. te Maassluis, huurt men zelfs voor dien dag een autobus af Hoe het komt, dat „Effatha's" jaarvergade ring zoo'n attractie oefent? Onderscheidene factoren werken hier saam. Daar is allereerst het mooie, niet van na tuurschoon ontbloote terrein der oude landgoe deren „Arentsburgh" en „Hoekenburg", die resp. tot internaat en school werden verbouwd. Voorts duurt de eigenlijke vergadering niet lang, hoogstens twee uur. In dit korte tijds bestek wordt veel behandeld, dat de algemeene belangstelling heeft, 't Eigenaardig karakter der Vereeniging maakt ook de uit te brengen Radio Nieuws. MAANDAG 2 MEI r u m VARA: Paedagorl»«& VARA: Phllharm. orke«t Hilvers u m VARA: l HuTz^n'xCRV: u«»eler Madrlgaja- VARA: Pbllh&rm. oikwt sum VARA: Septet NCRVGramofoonmuxlelt i NCRV: GramofoonmutleJc i NCRV: Vragenuurtje sum VARA: Prof. H. Tryda: P. L. Gerritse: De vee DINSDAG 3 MEI 10.00 H u i z 10.15 Hilv 10.30 Hilv 2.15 Hui: 12.20 La n 13.00 Hilv 17.55 Lond 18.30 Hilv 15-20 Lang 19.35 War: 19.50 K al u 20.00 H u i z 20.01 Hilv KRO: Morgen concert u rn AVRO: Gramofoonmuziek KRO Grajuofoonmuziek I AVRO: The three Hawk- AVRO: Omrc i AVRO: Antoinette v. Dijk: oil tie- en Peraber i KRO: Politieberichten i KRO: Politieberichten verslagen interessant Zoo staat voor dit jaar op 't agendum een rapport der z.g.n. Nazorg commissie, d.i. de commissie, door het bestuur uit zyn midden benoemd om voeling te houden en in geestelijk contact te My ven met de oud leerlingen van „Effatha" en zoo mogelijk den band tusschen hen onderling te bewaren en te versterken. Ook wordt aan het slot een korte opwekkende rede gehouden, ditmaal door Ds. D. A. van den Bosch, Ned. Herv. predi kant te Den Haag. Eindelyk volgt steeds op de vergadering een Openbare Les, waarvoor altyd groote belangstelling bestaat. Die deze eens heeft bijgewoond, komt niet alleen gaarne terug, maar moedigt ook anderen aan tot bezoek, 't Is ook altyd weer nieuw, te zien, hoe kin deren, die niet hooren kunnen, wor den onderwezen; hoe kinderen, die niet spreken kunnen, toch leeren spre ken Dan zyn er nog enkele bijkomende redenen. Afgevaardigden van corporaties, alsmede correspondenten, kunnen vergoeding reiskosten 3de klasse ontvangen. Voor alle bezoekers staat in „Arentsburgh" tusschen de Jaarvergadering en de Open bare L»s in de koffietafel gereed, zoodat niemand het terrein behoeft te verlaten om zijn uitwendigen mensch te gaan versterken. Na de Openbare Les vindt er in „Arents burgh" een tentoonstelling (met verkoop)' plaats van de handwerken der meisjes, èn van de werkstukken, door onze jongens en meisjes vervaardigd op de Nyverheidsavondschool. Hebt gij, myn lezer, „Effatha's" jaarverga dering wel eens bijgewoond Zoo niet, kom dan D.V. Donderdag 12 Mei a.s. naar Voorburg 1), om te zien en te hooren wat groote dingen onze God door „Effatha" voor onze doofstomme kinderen doet. Uw bezoek zal „Effatha" ten goede komen, want deze Vereeniging heeft behoefte, ook aan uw liefde, uw gebed, uw steun. En zeiven zult gy verrykt terugkeeren, met dank in het hart. 1) De reisgelegenheid is gemakkelijk. Van uit Den Haag gaat men met de Eyswyksohe tram naar het eindpunt van die tram, by de Geestbrug. Over de brug. na S a 4 minuten, is men aan de Hoekenburglaan, en heel spoedig ziet men het oude „Hoekenburg", de tegen woordige school, waarin de vergadering ge houden wordt. Zij, die aankomen aan het sta tion van 't Holl. Spoor, loopen in een paar minuten naar het Ryswykscheplein, waar ze de Ryswijksche tram kunnen vinder. Wie arri veert aan het station van de Staatsspoor ga met lyn 12 naar het Ryswykscheplein. DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA De laatste 'de'r Palaeologen was gekleed in het kostuum van den Basileus: een gouden band rondom het hoofd, schitterend van ju- weelen, diende tot bevestiging van een rood- fluweèlen kapje; een bovenkleed eveneens van rood fluweel, maar in donkerder tint. met een gordel om het middel; een mantel stijf van paarlenborduursel in smalle plooien a'hangend, zoodat hij van den schouder ovjr borst en rug viel, en den hals vrij liet. Een ryime rok van donkerrood Laken, schitterend yen kostbare steenen, bedekte het beneden gedeelte van zijn lichaam. De tabouret waar op hij zat was breed en vierkant, de voorpoo- te.n waren fraai ingelegd met ivoor en zilver en van gouden handknoppen voorzien. Van den gouden hoofdband hingen aan weerszij den achter de ooren twee paarlsnoeren tot even op den mantel- De rechterhand rustte op den gbuden knop, de linkerhand hing neer. Deze houding was ongekunsteld en los, het gelaat voornaam en edel, en de bezoeker moest erkennen, dat hij zelden vorstelijker monarch aanschouwd had. Hij had nauwelijks tijd om deze opmer kingen te maken, want de Keizer zeide: De weg naar onze audiëntiezaal is lang en stijgend. Ik hoop dat het u niet te veel is geweest. - Majesteit, al was de weg vele malen heden en eerbewijzen, die den Keizer van Komstantinopel beroemd hebben gemaakt in •ele verre landen en niet het minst in het mijne. De hoffelijke wending van dit antwoord ontging den Keizer niet Natuurlijk had-hij een onderzoek doen instellen naar de om standigheden van den Indiër, en de noodi- ging tot deze audiëntie was er het gevolg m De kalme houding van den vreemde ling. in vierhand met zijn antwoord, verdreef denlaat sten twijfel uit 's Keizers gemoed. Hij wenkte een bediende. Breng wijn., beval hij, en terwijil de man zich verwijderde wondde hij zich weder tot zijn gast, en zeide met een vriendelijken glimlach om een mogelijke vergissing te vergoelijken: Bramaan of Moslim, wat gij ook zijn moogt, Vorst, ik vertrouw dat de aanbieding van een dronk wijn niet zal misduid worden. Ik ben noch een Moslim, noch een vol geling vam Maya's zachtmoedigen zoom Evenmin hen ik een Hindoe. Mijn geloof leert mij dankbaar te zijn voor al Gods ga ven aan Zijn schepselen. Ik zal den beker nemen, dien Uwe Majesteit mij wil geven. Deze woorden werden met de grootste een voud uitgesproken, en toch getuigden zij van een listigheid zonder wederga. Hij vist dat. de godsdienst dc drijfveer was die den Keizer beheerschte, en zocht naar de om geving van het oogeniblik tot zijn eigen ge loof. Wellicht dat hij zich zoodoende den weg kon banen tot een tweede, vertrouwe lijker audiëntie, waarin hem gelegenheid zou wonden geschonken om zijn plan van Alge meene Broederschap in God voor te dragen te bespreken. De blik waarvan hij zijn woorden dood vergezeld gaan werd beschouwd als een een voudige dankbetuiging. Toch was het eigen lijk een verkenning. Had dc Keizer gelet op die verklaring van wat hij niet was? Zou hij begrijpen dat zich hier iets zeer onge woons voordeed: een Indiër die noch Mos lim. noch Bramaan, noch Boeddhist was? Hij zag dat de Keizer de wenkbrauwen op trok, de gewone voorlooper van een vraag; hij maakte reeds een antwoord gereed, maar het bleef bij een vragenden blik, die veel of niets kon bedoelen. De dood besloot tot rus tig afwachten. Wij zullen zoo aanstonds zien, dat Kon- staivtijn zeer goed die ontkenning had opge merkt en ze gaarne dadelijk tot onderwerp van een gesprek zou gemaakt hebben, maar daar hijzelf uiterst gevoelig was op het punt van zijn godsdienstige overtuigingen, meende hij dat anderen hem in dat opzicht geleken, en verdaagde dus zijn antiwoord, totdat hij den bezoeker beter zou kennen. Op dat oogenblik verecheen de schenker met den wijm; een jeugdige knaap nog, met lange blonde krullen. Hij knielde neer voor de verhevenheid, liet het zilveren blad met twee gouden bekers en een kristallen karaf op zijn rechterknie rusten en wachtte zoo 's Keizers bevelen af. Op een gegeven toeken kwam de Deken nader en t uide de bekers. De Keizer nam ;r een en zeide luid genoeg om door ieder rerstaan te worden: Vorst, ik verlangde uwe tegenwoordigheid vandaag te meer, om u mijn dank te betuigen voor de belangrijke diensten aan mijn bloedverwante, prinses Irene, bewezen gedurende haar verblijf in het Witte Kasteel, een gebeurtenis zoo kort geleden, dat n ij zeker nog frisdh in uw ge heugen ligt Volgens haar beschrijving was de Gouverneur zeer hoffelijk en gastvrij, en deed hij al wart. hij kon om haar verblijf al daar zoo aangenaam mogelijk te maken. Ik zond een bode naar het Kasteel om den Gouverneur uit mijn naam voor zijn wel willendheid te danken. Maar ook u, Vorst ben ik dank schuldig. De Vorst had toen hij de ivoorden aan hoorde moeite om zich goed te houden. On willekeurig glimlachte hij bij de gedachte aan de moeilijkheid, waarin de lompe Gou verneur moest verkeeren, onder het luisteren naar de dankbetuiging uit 's Keizers naam en bij het ontvangen van rijke geschenken. Als de bode terugkeerde en bij geval den Turk beschreef dien hij als commandant had aangetroffen, zou 't verschil tusschen dien man en den gastheer der prinses op wonder lijke wijze aan het licht komen. Majesteit, antwoordde dc Vorst met een afwerend gebaar, de storm bedreigde mij evenzeer als de prinses en de waarheid eischt, dat ik ronduit verklaren moet niet te weten, waarin ik haar van dienst heb kunnen zijn. Integendeel, ik ben het die uw edele bloedverwante te danken heb voor hulp en redding. Het was haar moed, haar overleg, om niet te spreken van dc waardig heid, waarmede zij partij trok van haar verwantschap met Uwe Majesteit, om dab gene, wat aanvankelijk een eenvoudige noodiging was, te doen veranderen in een cntract tusschen de hoofden van twee groote staten, die mij en mijn dochter Uwe dochter? Ja, Uwe Majesteit, die mij en mijn dochter, benevens mijn bootevolk bewaarde voor een overnachten op de rivier naast het Kasteel. Neen, Majesteit, nimmer vertoon de barmhartigheid zich in lieflijker gedaan te, dan toen de prinses er toe overging den TeenwJeling onder haar hoede te nemen. Hoe dat zij, Vonst, ik mag de prinses geen geloof ontzeggen en herhaal, met waar deering van uw getuigenis, mijn dank. Dat gij tot in lengte van dagen moogt leven en u altijd, als nu, onder vrienden moogt be vinden, is mijn wensch en bede. Hij hief den beker op. Het is Uw Majesteits welbeffiagen, ant woordde de ga en zij dronken te zamen. Een zetel voor den Vorst! beval de Kei zer. De stoel werd gebracht, doch geweigerd. In mijn palei6. want tehuis heersch ik als koning, heb ik meermalen audiëntie te verleenen, en bij zulk een gelegenheid mag een mindere zich in mijn tegenwoordig heid niet nederzetten. Ikzelf stelde dien regel vast. Ik besef duidelijk hoezeer Uwe Ma jesteit mij met eer wil overladen, en als ik vraag dit eerbewijs af to slaan, is het niet Uit verlangen om wijzer te zijn, dan Uwe Majesteit, maar uit een gewoonte die on verbreekbaar is, door langdurig bestaan. Zou ik mijn eigen instellingen verachten? God verhoede het! Een goedkeurend gemompel ging door de zaal, terwijl do Deken herhaaldelijk toe stemmend knikte. Door deze tactiek had de Vorst het Hof voor zioh gewonnen. De Kei zer van zijn kant moest wel toegeven aan zoo duidelijk cn waardig uitgesproken be zwaren. Een wetgever behoort de eerst» t« zijn om ze na te leven. Zoodoende kan hij zich van Gods goedkeuring overtuigd houden, wanneer hij zich beijvert ze te handhaven, en als iemand trouw wenscht te zijn aan een beginsel, dat zoo duidelijk wortel geala- gen heeft in het geweten, zou het onver geeflijk zijn hem te dwarsboomen. Doe dus wat u goeddunkt. Vorst. Zoodra de toejuiching die op de beslissing des Keizers volgde verstomd was. vervolgde hij: Ik meen, he»r Gast, van reizigers uit Indië vernomen te hebben, dat men aldaar veel opheeft met verschillende soorten van plechtigheden. Vele van onze eigene heilige instellingen zijn ontleend aan andere gods diensten. Daaronder zijn die uit heidenecho tempels stammen, andere wellicht van de Hindoes. ie zal het zeggen? Daarom zou ik schromen u tot bijwoning van een onzer kerkelijke plechtigheden te nnodigen. zoo ik niet wist dat zij van zuiver Griekschen oor sprong was. Zulk een zal hier van avond plaats hebbent Wij noemen ze Pannychiden. Het voornaamste er van is een processie van monniken uit de heilige huizen dezer stad, en van de eilanden binnen de grenzen onzer Oostersche Kerk. die. Gode zij dank van wijder omvang is. dan onze Staat. De va ders zijn reeds sedert verscheidene dagen vergaderd. Zij zullen met zonsondergang in de siafl bijeen komen om den stoet te rege len (Wordt vervolgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3