632* - Jacobus Koelman - 1932
JINSDAG 19 APRIL 1932
EERSTE ELAD PAG. 3
n*)
Hoewel afgezet, zich toch nimmer
afgescheiden. Zeer vruchtbaar
scribent. Predikanten die van 'n
glaasje houden meer dan van cate-
chiseeren. Verschillend beoor
deeld. Scherp en eenzijdig, maar
man van innige vroomheid.
Voor Koelman begon na zijn afzetting een
fervend leven.
Over Vlissingen en Middelburg trok hij
ar Rotterdam.
In deze stad begon hij al spoedig tweemaal
week huisgodsdienstoefening te houden.
Rotterdamsche predikanten waren hier-
er niet te spreken en wezen hem er op,
_ens het besluit van de Synode con-
ntikelen verboden waren, daar ze niet he
rderlijk waren voor den bloei der ge-
Toen hij toch doorging werd de Magistraat
waarschuwe). Acht dagen kreeg hij tijd
de stad te verlaten.
Als balling zwierf hij nu rond. Nu eens
de provincie Zeeland, dan weer in I
iesland. Meestal woonde hij in Amsterdam,
hij soms drie viermaal in de week
vate samenkomsten hield. Hij kon niet
ijgen maar voelde zich geroepen, overal
hem de gelegenheic) geboden werd, het
lord zijns Gods te prediken,
lok in Amsterdam liet men hem geen rust,
trad op aansporen van de predikanten
Magistraat tegen hem op.
cnslotte vestigde de balling zich te Utrecht
s de verhouding met de predikan-
vriendsohappelijker. Naar hartelust kon
conventikelen, bijbellezingen en catechi-
ies houden. Zelf kwam hij geregeld bij
Utrechtsche dominéés in de kerk. Toen
Classis Utrechts Kerkeraad vroeg, of men
voldoende tegen hem waakte, verklaar-
men éénparig „dat men over zijn bedrijf
isch niet te klagen had".
)p 63-jarigen leeftijd is hij te Utrecht
rieden.
len^ vriend dichtte: „Te setten op de
Gij vraagt, wie hier begraven leid?"
"el aan, 't zij u met een gezeid
Is Koelmans Rif en kil gebeent,
fan al de vromen zeer beweent
lier ligt hij zoetlijk in zijn rust,
lie lijf en ziele, dog met lust,
a 's Heeren werk heeft afgesloovt,
'an Leven, dog geen heil beroovt.
Groot verlies voor Christi Kerk
ietraan zijn lijk op desen zerk."
door
Drs. A. B. W. M. Kok
gebreide en vermenigvuldigde ernstige gebe
den, met vasten en verootmoediging ge
paard". Hij wil, dat de ouderlingen voor hun
leven zullen aangesteld worden, en meent
dat zij ook bezoldigd moeten worden dan
wordt 't niet als bijwerk beschouwd.
Wanneer hij over de taak der diakenen
schrijft, merkt hij op. hoe hinderlijk het col
lecteeren met zakjes gedurende de gods
dienstoefening is. Eigenaardig dat reeds in
dien tijd stemmen opgingen tegen dit zon
derling gebruik endit collecteeren in vele
kerken nog gebruikelijk is. Koelman vindt,
dat deze manier van collecteeren de aan
dacht te veel afleidt, en de diakenen berooft
van de vrucht der prediking.
Een zeer bekend werkje van Koelman is
het uit het Engelsch vertaalde „De Wekker
Het (in 1393 gebouwde) Raadhuis van Sluis
in verband met de botsing tussclien Overheid
en Koelman te Sluis.
der Leeraren in tijden van verval."
In een inleiding op dit boekje geeft Koel
man zelf een niet zeer fraai beeld van de
meeste predikanten uit dien tijd. Hij schrijft
echter „als gedrongen en met veel smerte
des herten".
Het geestelijk leven der leeraren is
„dun en mager".
Zij zijn vreemdelingen, wat 't genadelev
der leden betreft, en zonder ondervinding
van 's Heeren handelwijze met de zielen.
De meesten hebben hun eerste jonkheid
los doorgebracht daaruit is 't te verklaren
dat ze geen opgegroeide Christenen, beves
tigde en beproefde geloovigen zijn. Velen
vermijden het gezelschap der vromen en
gaan familiaar om met hen, die weinig
Christelijkheid aan den dag leggen, ja soms
met „notoire spotters". Zij luisteren meer als
critici naar de preeken dan als toehoorders.
Van geestelijke gesprekken houden zij niet.
Bij maaltijden en bruiloften snijdt de predi
kant gesprekken over de geestelijke dingen
eer af dan dat hij ze aanwakkert. Ook wan
neer de leeraren bij elkander zijn handelen
zij niet over den Heere Jezus en hun hooge
ambt ze disputeeren en harrewarren
gaan zelden gesterkt in het geloof weer
elkander. In plaats dat ze Christelijke deftig
heid, zedigheid en ernst openbaren zijn ze
»m te jokken en te boerten, gekker-
nyen voort te brengen en te lagchen en tot
lagchen te verwekken. Ze zijn trotsch en eer
zuchtig en zoeken toejuiching der men-
schen. Hun bescheidenheid is aan weinigen
bekend, evenmin hun vreedzaamheid en ver-
zoenlijkheid. Wel staan ze bekend om hun
onzachtmoedigheid, korzeligheid en drift,
't Zijn goede wijnproevers en wijnkenners.
Al is hun tractement klein ze moeten
wijn in huis en aan tafel hebben. Als 't geld
uit eigen beurs moet komen zijn ze gierig.
Liever dan met de armen verkeeren ze met
de rijken, die hen te gast noodigen. Zoeken
ze een vrouw, dan is de groote vraag: „Hoe
veel geld brengt ze mee?" Het huiselijk le
ven laat ook veel te wenschen over. Van de
huisgodsdienstoefening komt weinig terecht.
Hun kinderen en dienstboden zijn dikwijls
zeer „klein-weetende". De huisgenooten ko
men vaak weinig in de kerk. A 1 s ze komen
dan zijn ze tot grooten aanstoot, zeer slape
rig en lusteloos. Hun vrouwen en dochter zijn
dikwerf zeer ergerlijk en onstichtelijk in
haar kleeding. 2) Vele leeraars
prediken „gantsch slaaperig,
flauw en ongevoelig" het Woord. Allerlei ket-
tersche gevoelens worden uitvoerig weerlegd
in plaats dat de schriftuurlijke waarheid
wordt verkondigd. De preeken zijn meestal
„opgesmukte en hoogdravende redenen",
- *1 .zelfs Grieksch en Hebreeuwsch wordt er bij
bevestiging moet schrijft hij plaats gehaald, en spreuken van philosofen en dich-
ben als in de Apostolische kerk „met uit- ters, opdat de gemeente maar zou merken,
T dat de Predikant een geleerd man is. Niet
I stond m ons blad van 11 April. Ihet zieleheil der schapen maar een redenaar
Iet is opmerkelijk, dat Koelman nimmer
van de kerk heeft afgescheiden, doch
zijn dood toe lid van een kerk bleef,
arin het ambtelijk werk in engeren zin
verboden was. Eens schreef hij: „Wel
ik gedurende vele jaren veel verdruk-
geleden van Politieken en Kerkelijken,
aar toch acht ik het ongeoorloofd onze
rk, koevele gebreken haar ook aankleven,
verdaten en tot eenige scheurkerk over te
lij streed en schreef dan ook
tegen Labadie
het Labadisme, en waarschuwde tegen
aratisme: „Verlaat de Kerk niet, onder
ken schijn ook, maar help haar refor-
ok de persoon van Labadie was hem niet
ïpathiek. Hij teekent hem als „te eigen-
nig, te oploopend, te korzel en grammoe-
niet nederig steeds met over-klimmende
irde van zioh zelf".
ehalve tegen de Labadisten schreef hij
tegen de Sabbathbestrijders en tegen het
tesianisme.
escartes zelf vindt hij „walglijk hoog-
riig".
ijn ernstigste grif tegen 't stelsel van Des-
les is: het tast het gezag der Heilige
rift aan. De natuurlijke rede der men
en en de natuurlijke philosophie wordt
danig verhoogd, dat zij niet onder, maar
st de Schriften staat, als even zeker en
Bilbaar.
zijn ijver om het Schriftgezag te hand-
n tastte hij wel eens mis. Zoo vindt hij
ipvatting, dat de zon stilstaat en de aarde
ait, in strijd met de Schrift. De maan is
:en donker lichaam, want Genesis 1 16
dat God haar tot een licht voor ons
leid heeft,
oelman heeft
verbazend veel geschreven.
'e noemen nog het werkje, dat van veel
nschenkennis getuigenis geeft: „De plig-
der Ouders, in kinderen voor Godt op
oeden".
geeft hij goedewenken in z'n: ,,'t Ampt
Pligten van Ouderlingen en Diakenen"
1 te hpeten is het hoogste doel. De preeken
spreken 't meest tot het verstand. De toepas
sing wordt zeer algemeen gehouden, 't Is
alsof alle hoorders wedergeborenen en ware
geloovigen zijn. Komen ze van de preekstoel,
dan zijn 't plotseling andere menschen; ge
laat, taal, stem, alles verandert, ze lachen en
praten over nietige dingen. Velen zijn zeer
nalatig in 't catechiseeren. Alle gelegen
heden grijpen ze aan om er van af te komen.
De studiën, aan de hoogeschool begonnen,
zetten ze niet voort, zoodat ze ook niet be
kwaam zijn om gevaarlijke ketterijen, cïie
opkomen, te onderkennen. Ze gaan liever een
wereldsch praatje maken en een glaasje mee
drinken. Ze hebben weinig werklust toch
gaat hun begeerte uit naar groote gemeen
ten. Heeft een collega grooten toeloop, dan
zijn ze nijdig en ongenietbaar. Zijn ze bii
elkander op een classicale maaltijd: „och hoe
vleeschlijk en ijdel zijn haar discoursen, 't ii
walgelijk daar bij te zijn. Naast oprechte
wachters zijn er vele huurlingen vele „buik
dienaars".
Mij dunkt de predikanten kunnen 't hier
wèl mee doen!
In de preek over Jesaja 9 12-16, uitj,
ven onder den titel: „Neerlands Ondergang
gedreigd en nabij", worden de
zonden van overheid en volk
op strenge wijze bestraft. Al wie de oogen
opent, en nauwkeurig acht geeft op hetgeen
er omgaat, ziet en verstaat 't, dat de onder
gang van dit land en deze kerk nabij is. De
Vast- en Biddagen zijn Tergdagen geworden
De Sabbath wordt schrikkelijk ontheiligd en
de overheid doet er weinig tegen. Vloekers,
lasteraars en spotters hebben vrij spel. Zelfs
voorname overheidsperonen, vooral in het
leger en op de vloot, zijn gruwelijke vloe
kers en lasteraars. In de schouwburg wor
den stukken gespeeld, die de gemoederen
verwoesten also deselve comedien bevonden
zijn te weesen Schooien des Satans, worrels
van bitterheid, sondige ijdelheden en on-
vruchtbaare werken der duysternis. Men-
sohen, die een ergerlijk leven leiden, worden
tot hooge staatsambten gekozen.
Na de Politieken komen de Kerkelijken
aan de beurt.
Eerst de predikanten wij mogen hen
thans wel stilzwijgend voorbijgaan.
Ook op de ouderlingen is veel aan te mer
ken. Zij doen machinaal hun werk. De tucht
wordt slap toegepast, vooral de tucht over
de leeraren.
De diakenen hebben geen bewogen hart,
doch zijn niet veel meer dan politieke arm-
meesters. Wanneer ouderlingen en diakenen
moeten gekozen worden, let men er alleen
op of de mannen, die voorgesteld worden,
geen openlijke ergernis hebben gegeven; men
ziet niet om naar de uitnemendste Christe
nen, naar mannen van teedere godsvrucht,
maar naar mannen die aanzienlijk en rijk
zijn.
Een predikant van Amsterdam heeft een
„grouwlijk" boek geschreven „de Betoverde
Wereld" genaamd „opgepropt van schadelij
ke en zielverderfelijke valsche stellingen en...
de Kerkeraad van Amsterdam heeft dien pre
dikant, die zoo onuitsprekelijk groote ergernis
gegeven heeft, niet van het Avondmaal af
gehouden, ja hem de toegang tot den kansel
niet ontzegd.
Het is in de kerk droevig en jammerlijk
gesteld: de kracht der religie, die wij belij
den en waarvan wij de uiterlijke vorm en
gedaante hebben, is in de kerk van Neder
land bijna onbekend en verloren. Gerefor
meerd wordt men genoemd, en men doet van
de zuiver Gereformeerde religie belijdenis,
men komt ter kerk, men zingt, men bidt, men
hoort de predikatiën, maar de geest, pit en
de kern van de religie en de rechte kracht
en het innige van de godzaligheid is weg.
't Is alles vormendienst, „slenterwerk". Het
hart blijft koud en het leven onvernieuwd.
Telkens in anderen vorm keert deze beschul
diging terug: zuiver in de leer slordig in het
leven.
Hij is daarbij niet een koude zedenmeester
Ergens zegt hij dat zijn predikatie „met ang
stige zuchtingen en kroppende snikkingen"
digen geestelijken arbeid is hij voor velen
tot een zegen geweest.
En zijn werken zijn ook voor on?en tijd
nog van beteekenis en hebben ons iets te
zeggen.
Zijn vrouw was reed 20 November 1675
gestorven (dus in het jaar waarin hij uit
Sluis werd verbannen). De doktoren consta
teerden, dat de ellende, in Sluis doorstaan,
een van de doodsoorzaken was geweest.
2) In een ander boekje bestraft hij de „ho-
vaardy in klederen onder het vrouwvolk, 't
opvolgen van nieuwe en aanstootelyke mo-
Verschillend beoordeeld
Het oordeel over Ds. Koelman is zeer ver
schillend.
Sommigen vereeren hem en oordeelen: hij
scheen een engel, schier gezuiverd van alle
zielsgebreken. Andere scholden hem een
woeste balling. Iemand schreef in een pam
flet: Koelman is een woudezel van een
mensch als Ismaël, en zijne hand is tegen
allen; komt er een Balak, die hem verzoekt,
hij is dadelijk met Bileam gereed om Israël
te vloeken en het loon der ongerechtigheid te
verdienen
Ik weet het te- verklaren, dat gij niet met
betere dingen voor den dag kunt komen, het
omdat gij een Utrechtsch man zijt en den
kelijk in uwe jeugd een klap van dien molen
hebt gekregen, die daar aan den weg tus-
schen Jutfaas en Utrecht stond.
Koelman is niet vrij te pleiten van over
drijving en eenzijdigheid.
Zijn optreden, wat de Formulieren en de
Feestdagen betreft was zuiver independen-
tistisch.
Maar dan kunnen we direkt ook veel
goeds van hem zeggen.
Hij was een man van innige vroomheid,
die steeds op heiligheid des levens aandrong.
Een militante figuur, die wist wat hij
wilde.
Een man uit één stuk die groote werk
kracht bezat.
Jammer dat hij tenslotte uit het ambt ge
zet werd.
Door zijn geschriften en door zijn veelzij-
UIT HET SOCIALE LEVEN
UIT DE KLEEDINGINDUSTRIE
Het dreigende conflict in de kleedingin
dustrie te Deventer is afgewend, doordat de
werknemersbonden zich hebben neergelegd
bij een loonsverlaging in de dameskteeding-
industrie van 5 pet. Voorgesteld was 10 pet
Het aantal garantie-uren is op 32 bepaald
STAKING IN HET BOUWBEDRIJF TE
SLIEDRECHT
De patroons in het bouwbedrijf te Slie-
drecht stelden aan de afdeelingen van
Alg. Ned. en den Chr. Bouwvakarbeiders
bond te Sliedrecht een loonsverlaging van
pl.m. 6 pet. voor mits in Giesendam een col
lectief contract zou worden afgesloten op
een loonibasis van 54 en 46 ct. per uur.
Na een toelichting van de besturen over
de gevoerde onderhandelingen werd met
bijna algemeene stemmen besloten de sta
king vandaag te proclameeren.
op een afgelegen plaats;
Een Engelsch atoomsch
zlne, komt Zondagmorgen
werkt men uitsluitend voor
hoe Is 't dan? Als men dc
e van den Zondag niet lost.
t om een lichter te beladei
n op Zondag
le veiligheid?
boot een ge-
mar dien tijd
aekenen moet
i Is het bela-
ts minder dan de veilig-
i! Zou de Arbeldslnspec-
1 goed op de hoogte zijn?
Gemengd Nieuws
NEKKRAMP
De landbouwer A. H. uit Alphen (N-Br.)
is in het St. Ignatius-ziekenliuis te Breda aan
nekkramp overleden-
Te Groningen is bij een 1%-jarig kind
nekkramp waargenomen.
DOOR EEN WIELRENNER GEDOOD
Bij het uitgaan van de R. K. SL Janskerlc
aan de Haaksbergerstraat, onder Lonneker
(Ov.) is de 66-Jarige weduwe Loohuis aan
gereden door een wielrenner, die deelnam
aan een betrouwbaarheidsrit van zijn club
en met groote snelheid reed. Mej. Loohuis
werd met een hersenschudding naar het
R. K.. ziekenhuis te--Enschede overgebracht,
waar- zij aan de gevolgen is overleden.
EEN BRUTALE AANRANDING
Bij het overzetveer in de gemeente Ridder
kerk werd de ongeveer 56-jarige weduwe L.
K., van beroep koopvrouw, aangevallen door
een man, die haar bij de keel greep. Op het
van een auto. rijdend in de richting van
reer, ging de onverlaat op de vlucht. De
vrouw kon slechts een vaag signalement op
geven-
EEN HOUTEN BEEN ALS WAPEN
Bij een vechtpartij te Ouderkerk a. d. Am-
stel gaf een zekere D. G. zijn tegenstander
met zijn houten heen, dat hij voor deze ge
legenheid had losgemaakt, zulk een geduch
te klap op het hoofd, dat het been brak en
het hoofd van den tegenstander een groote
japende wonde vertoonde, welke door een
geneesheer moest worden gehecht De da
der werd vanwege het gebroken been door
vrienden per handwagen naar zijn woning
gebracht
Rechtzaken.
HOOGE RAAD
HET SNORDERSVERBOD.
De advocaat-generaal bü den Hoogen Raad,
Mr. WUnveldt concludeerde heden ln de zuak
F. S. chauffeur van een gele-band taxi te
Haag. wlen ten laste was gelegd overtre-
van het Snordersverbod van de Haagsche
Politieverordening. De Kantonrechter had ver
lachte vrijgesproken, doch ln hooger beroep
sprak de rechtbank een veroordeelend vonnis
"WtJnveldt concludeerde tot verwerping
dc Delftsche verordening
waren. In de dagvaarding i
wezen op ztin recht om stra:
komen door het treffen van
den ambtenaar O.M. Toen
den ambtenaar wendde om
vernemen waaronder die s
i door de rcchtbar
ïchtbank heeft i
te voor
nogelttk
ir zich dus bereid verklaart
i te stellen en dat de ambtenaar
ande geweigerd heeft om voorw»
at-generaal Mr. Wönveldt zal c
De Hooge Raad ver
leroep van zekeren
oor het Gerechtshof
eeld tot 3 weken he<
oos rüden ln Juli 1.1.
ECONOMIE EN FINANCIEN
DE RENTESTAND VERLAAGD
Van 3 tot 2VZ
De Directie van de Ned. Bank heeft met
ingang van heden de volgende wijziging
gebracht in de rentetarieven.
Wisseldisconto verlaagd van 3 tot 2l/2
P r om esse ndiecon to verlaagd van 3 Vi tot
3
Bel eenling van effecten verlaagd van 4
tot 3 %o\
Beleening van goederen verlaagd vi
tot 3
Voorschotten in rekening-courant verlaagd
in 4 tot 3
Met deze maatregel wordt het officieele
disconto, dat zich reeds geruknen tijd bo
ven de tarieven in de open markt bewoog,
meer aan de huidige verhoudingen aange
past. De laatste weekstaten wezen reeds m
richting. Bovendien wa6 het buitenland
ons al eerder voorgegaan, zoodat het alles
zins voor de hand lag, dat onze Centrale
Bank bij de huidige geldruimte tot dezen
maatregel zou, overgaan. Dat dit niet r<
eerder geschiedde, zal vermoedelijk gelegen
zijn ln het feit, dat de verhoudingen in de
laatste maanden zeer ondoorzichtig waren.
Waar echter de positie van onze Centrale
Bankinstelling steeds gunstiger en krachti
ger wordt, daar heeft men er blijkbaar geen
bezwaar in gezien thans hV tarief met een
half procent te verjagen. Het feit, dat over
morgen ie inschrijving i6 opengesteld op
130.000.000 schatkistbiljetten, zal bovendien
aan de genomen beslissing niet vreemd zijn
geweest
Men zou allicht geneigd zijn bij daze dis
contoverlaging de vraag te 6tellen, of er
grooten invloed van op de geldmarkt zal
uitgaan. StelQig zal deze vraag ontkennend
moeten worden beantwoord, omdat bij de
situatie van de laatste maanden niets hierop
maarveen-igszins zou kunnen wijzen. De
genomen maatregel zal dan ook niet veel
meer dan een reguleerenden invloed hebben,
waarschijnlijk echter ook medewerken tot
een steeds betere stemming to.v. den gulden.
laten hieronder tenslotte nog volgen
eenige van de laatste wijzigingen, sedert het
1 van de crisis in 1929:
Maart 1929 5% 31 Oct. 1929 5
15 Nov. 1929 4V, 15 Jan. 1930 4
7 Maart 1930 3% 25 Maart 1930 3
24 Jan. 1931 2y2 16 Mei 1931 2
9 Sept. 1931 3 19 April 1932 2y2
NED. BANKINSTELLING VOOR
BELASTE WAARDEN
Winst ƒ151.913 (v. J. 452462).
Dividend 8 (v. J. 16)
Het ba/tig saldo over 1931 der Ned. Bankln-
telling voor Belaste Waarden bedraagt f 161.913
12). De
het Jai
2 met f 2.349.173, zoo-
ond f 27.135.878.
staan, na afschrijving
resto te boek voor
i op effecten bedraagt
Is f 124000 af
DE RUBBER-SITUATIE
BANDJERMASSIN, 18 April (Aneta). De rub-
de Cultuur-Mij. Plel-
.angehouden. Er be;
slechts de Japansche
HET KREUGER-SCHANDAAL
HOE MONOPOLIES VERKREGEN
WERDEN
De allergrootste sensatie voorbij?
[et schijnt, dat de Morgai
tijd gel
positie van het Kreu
ve-rband met koersver
d^ig eischte ten bed ra
eenkomst vastgelegde
600.000 L M. Ericsson
i het
ichtei
frhinder
kende en in
s de bij over-
transactie van
met 400.000
Morgan ^zou
politie-autorlteiten van de bedrlegelljke actie
van Kreuger hebben op de hoogte gesteld. Ten
slotte zou het Kreuger gelukt zijn. de noodige
geldmiddelen te verkrijgen. Het bankhuis Lee.
Hlgginson Co. zou evenwel intusschen zoo
wantrouwend zijn geworden, dat de heer Durant
deel te nemen aan de conferentie te Parijs. Zoo
als bekend, heeft Kreuger voor deze conferentie
de hand aan zichzelf geslagen.
De betrekkingen met Spanje
betrekking heeft ges
tot dusver.,
ln de Kreug
te zijn.
Het hoogtepunt voorbij?
icountantskrlngen te Stock-
ichtlge bedrager
rofe achter den
Hoe werden de monopolies
verkregen? Steekpenningen-
politiek
Het moge wellicht zijn. dat geldelijk althans
de grootste sensaties achter den rug zijn. niet
minder opzienbarend Is een bericht, dat voor
komt ln 't Engelsche blad ..Evening Standard".
Dit blad vernam van betrouwbare zijde, dat het
onderzoek ln de Kreuger-affaire sensatloneele
bijzonderheden heeft gebracht speciaal omtrent
de wijze, waarop in verschillende landen het
lucifers-monopolie ls verleend.
Kreuger moet aan Invloedrijke particulieren
In de betrokken landen waar hij het monopolie
wilde verwerven, belangrijke bedragen hebben
betaald, teneinde stemming voor het monopolie
te maken.
Het Fransehe belang
Geregeld deden de laatste dagen geruchten
de ronde, volgens welke de Fransehe banken
door de Kreuger-affaire frs.600.000.000 zouden
e*en. Een en ander had een gevoeligen te
rugslag op de P&rijsche beurs. In een officieus
;mentt ls thans echter verklaard, dat de Fran-
he engagementen bij Kreuger tot Kr. 120
milMoen beperkt blijven. De totale accept-enga-
nten van Fransehe banken bij het Kreu-
ger-concern bedragen pl.m. frs. 550 millloen.
ran heeft het grootste gedeelte nog betrek
king op voorschotten, die de banken aan ver
lende Oost-Europeesche regeerlngèn op
ngen hebben verstrekt. Deze leeningen
hebben de staten ontvangen vaa Kreuger in ruU
concessie-overeen komsten. De voorschotten
voor het grootste gedeelte door schatkist-
de gedekt. De voornaamste debiteur ls
Polen met frs. 276 millloen. Deze sommen kun-
zlet als verlies beschouwd worden, doch ln
het ergste geval zijn zij voor langen tijd vast-
>legd en zijn dus Ululqulde. De Fransehe ban
ken hebben slechts frs. 120 millloen ongedekte
-deringen op het Kreuger-concern. Veel groo-
kan dientengevolge het verllesrlaico nlot
zijn. De vorderlnen zijn voorts over 20 ver-
hlilende banken verdeeld, zoodat de Kreuger-
affaire wel geen ernstige consekwentles voor
de Fransehe banken zal hebben.
BULGAARSCHE FONDSEN
Mogelijkheid van onderhandelen
Fondsen. De Bulgaarsche leeningen,
welke ln de prijscourant zijn genoteerd, zijn de
volgende: 4) leening 1909; 4i leening 1907;
5 leening 1904 (Zegelleenlng)5 leen ing
1902 (Tabaksleenlng); 6 leening 1893; 7
'ng 1926 (Vluchtellngenleening)7J lee-
tleleenlng).
de leeningen 1902. 1904 en
ning 1928 (Stal
„Ve>reenlging v
Obligation ten laste van B
1902, 1904 en 1907".
Wat de overige leeningen
jmmlssle voor de Fondsen
de emlttenten en/of truste*
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
(50
idien een der aanwezigen neiging ge
had om aanmerking te maken op de
»orrechting van den Arabier, zoo ver-
ien de neiging als een morgenwolkje, in
ondering over haar gemakkelijkheid en
'ie. De Keizer deelde die bewondering
zijn gevolg, maar hij liet het niet mer-
zeide: Uw aanbeveling, mijn doch-
oldoende, en zoo ik blijf zal het met
ïgespannen verwachting zijn. Ik hoorde
svijls spreken van de zeggingskracht dier
ende dichters, waarvan deze zeker een
lemend vertegenwoordiger is. Het zal
dus aangenaam zijn zoo ge hem hier
komen.
•op wendde hij zich tot den Admiraal
vraagde: Wij zouden immers te twee
terugkeeren?
Ja, Majesteit.
Dan hebben wij nog tijd. Laat den
komen, dochter. Doch ik bid u, zorg
voor, dat hij korte vertellingen voor-
agt, die zonder ons te binden toch een
ruk geven van zijn verhaaltrant. Houd
ntusschen voorbereid op de aankondi-
an ons vertrek, maar beschouw dat
geen geval als een bewijs van ontevre-
heid met uzelve Laat den Arabier
EEN-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Twee Turksche vertellingen.
Hier willen wij even stilstaan om den
toestand te overzien.
Konstantijn en Mohammed, die binnen
kort op het slagveld tegenover elkander zul
len staan, zijn hier bijeen als minnaars van
dezelfde vrouw. Het romantische van het
geval wordt nog verhoogd door een andere
omstandigheid. Een van hen verkeert in
gevaar.
Wij weten reeds dat Aboo-Obeidah, de
Zingende Sheik, prins Mohammed is. Wij
kennen den prins als troonopvolger van
Sultan Moerad. Gesteld dat de jeugdige
waaghals ontdekt werd en onder zijn waren
naam aan den Keizer werd voorgesteld? Al
was Konstantijn een ridderlijk vorst, edel
van leven, en die sterven zou zooals hij ge
leefd had, de politiek had toch ook haar
eischen. Indien Mohammed onder zulke bui
tengewone omstandigheden in zijn handen
viel, was hij immers meester van het ter
rein. Bij de audiëntie aan den krijgsheld
Manuel hebben wij gezien hoe pijnlijk hein
de inkrimping van het keizerrijk aandeed.
Sinds had hij wel is waar weten te behou
den wat hij had, maar hij wist zeer goed,
dat de Turk die zijn provincies bemach
tigd had zijn vijand was, en dat wapenstil
stand noch verdrag op den duur zijn hoofd
stad zou kunnen redden. Menigmaal ont
waakte hij des nachts uit benauwde droo-
men, waarin de macht der Osmanen als een
slang op haar slachtoffer kwam aanschuife
len en riep hij in vertwijfeling: o Konstan-
tinopel-Niobel Wie kan u redden dan God
alleen? En als Hij het niet wil doen
danhelaas, helaas!
Neen, met Mohammed als gevangene zou
hij misschien alles loslaten waarheid, eer,
roem, alles behalve het slellen van voordee-
lige voorwaarden, alleen mogelijk door het
bezit van zulk een gijzelaar.
De noodiging aan den denkbeeldigcn
Sheik was Irene's laatste vriendelijk woord
geweest, voordat zij naar de stad terugkeer
de. Toen Mohammed haar aannam, wist hij
dat Therapia reeds van oude dagteekening
was, maar thans weinig meer dan een zo
merverblijfplaats en visschersdorp. Dat zijn
spreekwoordelijke stilte verstoord zou wor
den door een keizerlijke galei die den mo
narch in eigen persoon aanvoerde, kon na
tuurlijk niet bij hem opkomen. Toen hij dus
als Aboo-Obeidah in de boot stapte en zich
naar Roumeli-Hissar liet overzetten, van
waar hij zich naar Therapia deed roeien,
geschiedde dat alleen om nog eenmaal de
vrouw te zien, die zijn verbeelding had ge
vangen genomen. Aan mogelijke gevaren
dacht hij niet. Liefde, of iets dat er op ge
leek, was zijn eenige drijfveer.
Toen de tireme met het witte kruis op het
roode zeil, met haar militairen en hooge
ambtenaren aan boord, met de honderdtwin
tig in volmaakte eenheid werkende roode
riemen langs het oude Kasteel gleed, was
hij naar buiten gekomen om haar te zien
Waar gaat dat heen? vraagde hij aan d*
omstand^ en men had eenparig geant- j
woord: Naar de Zwarte Zee om de man
schappen te oefenen. Dit kwam hem heel
waarschijnlijk voor, en hij dacht er niet ver
der over na.
Van Roumeli-Hissar voer meri vlak lanps
de Europeesche kust, zoodat hij. die op zijn
gemak kon hesfudeeren. Evenals nu was
ook toen haar ligging veel voordeeliger dan
die harer Aziatische overbuur. De uit zee
komende winden ontlastten er hun nevelen
ter verkwikking van klimop en mirt. De
zon, die. alvorens te scheiden, nog haar
laatste stralen op de hoschrijke heuvelen
deed vallen, lokte ondernemende geesten
uit om langs de kust te bouwen; hier een
paleis, daar onder een vooruitstekende klip
een gehucht; ginds een welvarend dorp op
het vlakke strand. Waar maar ergens plaats
was voor akkerbouw had men da gelegen
heid aangegrepen en overal waren de land
lieden aan den arbeid. Do heldere lucht
boven zijn hoofd, hot spiegelgladde \vnter-
vlak rondom hem. de golvende bergrug, de
landhuisjes, de boomgaarden, alles sprak
van goedwilligheid en broederschap en stil
geluk onder armen en geringen en bracht
zijn opbruisend gemoed tot kalmte. Voort
ging het lanes den rotsigen oever van Raltn
Liman, voorbij Emirghian en de haven van
Stenia, langs de kuststad Yenikeui. en na
het omslaan van een bocht, zie. daar lag
Therapia, tegen de steenachtige hoogte aan
gebouwd. En in de baal. een slapende vogel
met saamgevouwen vleugels gelijk: de tri-
rem e-
De prins ontstelde. Hij gaf den roeiers
een wenk, zij hielden op met roeien en
keken over hun schouders naar het punt,
dat hij aanwees. Van de trireme dwaalde
-ijn oog naar de kade, waar een menigte
menschen saamgeloopen was tot vlak bij
een roode kiosk, in de schaduw der groe
nende bergen.
Hier ergens moet een prinses wonen,
zei de hij tot de roeiers. Waar is haar
paleis?
Daar, in dien tuin. Gij kunt de poort
zien uitsteken boven de hoofden van de
menschen.
Hoe heet zij?
Prinses Irene. Men noemt haar hier de
Goede Prinses.
Ireneeen lieve naam. mompelde
Mohammed. Waarom wordt zij de goede
prinses genoemd?
Omdat zij zoo weldadig is voor de
armen. Zij is familie van den Keizer en
heel rijk. Zij zal geen weduwe of wees met
leege handen wegzenden. Is het niet zoo?
zcide hij tot een kameraad.
Deze knikte toestemmend en Het er op
volgen: Ginds woont een zwakke oude man
in een grot. vlak bij het water. Misschien
hebt u ze wel opgemerkt toen wij er langs
kwamen?
Jawel, antwoordde Mohammed.
Welnu, in die grot heeft hij een altaar
gebouwd met een kruisbeeld er op en pen
schilderij van de Heilige Maagd er boven,
waarvoor dag en nacht een kaars brandt,
hetgen hij niet zou kunnen doen. als wij
hem niet hielpen, want waskaarsen zijn
heel duur. Hij heeft het altaar Santa Irene
genoemd naar de prinses. Wij leggen er
dikwijls aan om te bidden en ik heb ge
hoord. dat de zegeningen fn het licht van
die kaars even rijk en talrijk zijn. nis die
welke de Patriarch in de Santa Sophia te
koop heeft.
Deze lof roerde Mohammed, want hoe
hooggeplaatst hij ook was. hij wist toch zeer
goed hoe geneigd de armen zijn om op de
njken te smalen.
Toen de roeiers zwegen vraagde hij:
Wanneer is die galei hier gekomen?
Vanmorgen.
Zoo. Ik heb haar gezien, maar dacht,
dat zij naar zee ging om de manschap te
oefenen.
Neen, antwoordde de roeier het is do
staatsieboot van Zijne Majesteit.' Zaagt gij
hem niet? Hij zat op den troon met al zijn
ministers en don goheelen hofstoet bij zich.
Mohammed ontstelde.
Waar is de Keizer nu? vraagde hij.
N* zeggen, te oordeelen, naar al
die menschen, dat Zijne Majesteit in het
paleis is van de prinses.
Ja. zei de tweede roeier, zij staan daar
♦e wachten om hem te zien weggaan.
Roei dan naar de baai. Ik zou het
graag van daaruit zien.
Onder het maken van dezen omweg over
woog Mohammed, wat hem te doen stond.
Hij wist dat hij als zoon van den Sultan
groot gevaar liep als hij ontdekt mocht
worden. Hij begreep, dat zijn gevangen
neming oorzaak zou zijn van eindeloos
onderhandelen met zijn vader; en zoo de
grijze krijgsman er in zijn toorn de voor
keur aan mocht geven wraak te nemen in
plaats van een zwaar losgeld te betalen,
zou de kroon wel eens in andere handen
kunnen overgaan en hij levenslang een ge
vangene blijven.
(Wordt vervolgd.)