632* - Jacobus Koelman - 1932 JINSDAG 19 APRIL 1932 EERSTE ELAD PAG. 3 n*) Hoewel afgezet, zich toch nimmer afgescheiden. Zeer vruchtbaar scribent. Predikanten die van 'n glaasje houden meer dan van cate- chiseeren. Verschillend beoor deeld. Scherp en eenzijdig, maar man van innige vroomheid. Voor Koelman begon na zijn afzetting een fervend leven. Over Vlissingen en Middelburg trok hij ar Rotterdam. In deze stad begon hij al spoedig tweemaal week huisgodsdienstoefening te houden. Rotterdamsche predikanten waren hier- er niet te spreken en wezen hem er op, _ens het besluit van de Synode con- ntikelen verboden waren, daar ze niet he rderlijk waren voor den bloei der ge- Toen hij toch doorging werd de Magistraat waarschuwe). Acht dagen kreeg hij tijd de stad te verlaten. Als balling zwierf hij nu rond. Nu eens de provincie Zeeland, dan weer in I iesland. Meestal woonde hij in Amsterdam, hij soms drie viermaal in de week vate samenkomsten hield. Hij kon niet ijgen maar voelde zich geroepen, overal hem de gelegenheic) geboden werd, het lord zijns Gods te prediken, lok in Amsterdam liet men hem geen rust, trad op aansporen van de predikanten Magistraat tegen hem op. cnslotte vestigde de balling zich te Utrecht s de verhouding met de predikan- vriendsohappelijker. Naar hartelust kon conventikelen, bijbellezingen en catechi- ies houden. Zelf kwam hij geregeld bij Utrechtsche dominéés in de kerk. Toen Classis Utrechts Kerkeraad vroeg, of men voldoende tegen hem waakte, verklaar- men éénparig „dat men over zijn bedrijf isch niet te klagen had". )p 63-jarigen leeftijd is hij te Utrecht rieden. len^ vriend dichtte: „Te setten op de Gij vraagt, wie hier begraven leid?" "el aan, 't zij u met een gezeid Is Koelmans Rif en kil gebeent, fan al de vromen zeer beweent lier ligt hij zoetlijk in zijn rust, lie lijf en ziele, dog met lust, a 's Heeren werk heeft afgesloovt, 'an Leven, dog geen heil beroovt. Groot verlies voor Christi Kerk ietraan zijn lijk op desen zerk." door Drs. A. B. W. M. Kok gebreide en vermenigvuldigde ernstige gebe den, met vasten en verootmoediging ge paard". Hij wil, dat de ouderlingen voor hun leven zullen aangesteld worden, en meent dat zij ook bezoldigd moeten worden dan wordt 't niet als bijwerk beschouwd. Wanneer hij over de taak der diakenen schrijft, merkt hij op. hoe hinderlijk het col lecteeren met zakjes gedurende de gods dienstoefening is. Eigenaardig dat reeds in dien tijd stemmen opgingen tegen dit zon derling gebruik endit collecteeren in vele kerken nog gebruikelijk is. Koelman vindt, dat deze manier van collecteeren de aan dacht te veel afleidt, en de diakenen berooft van de vrucht der prediking. Een zeer bekend werkje van Koelman is het uit het Engelsch vertaalde „De Wekker Het (in 1393 gebouwde) Raadhuis van Sluis in verband met de botsing tussclien Overheid en Koelman te Sluis. der Leeraren in tijden van verval." In een inleiding op dit boekje geeft Koel man zelf een niet zeer fraai beeld van de meeste predikanten uit dien tijd. Hij schrijft echter „als gedrongen en met veel smerte des herten". Het geestelijk leven der leeraren is „dun en mager". Zij zijn vreemdelingen, wat 't genadelev der leden betreft, en zonder ondervinding van 's Heeren handelwijze met de zielen. De meesten hebben hun eerste jonkheid los doorgebracht daaruit is 't te verklaren dat ze geen opgegroeide Christenen, beves tigde en beproefde geloovigen zijn. Velen vermijden het gezelschap der vromen en gaan familiaar om met hen, die weinig Christelijkheid aan den dag leggen, ja soms met „notoire spotters". Zij luisteren meer als critici naar de preeken dan als toehoorders. Van geestelijke gesprekken houden zij niet. Bij maaltijden en bruiloften snijdt de predi kant gesprekken over de geestelijke dingen eer af dan dat hij ze aanwakkert. Ook wan neer de leeraren bij elkander zijn handelen zij niet over den Heere Jezus en hun hooge ambt ze disputeeren en harrewarren gaan zelden gesterkt in het geloof weer elkander. In plaats dat ze Christelijke deftig heid, zedigheid en ernst openbaren zijn ze »m te jokken en te boerten, gekker- nyen voort te brengen en te lagchen en tot lagchen te verwekken. Ze zijn trotsch en eer zuchtig en zoeken toejuiching der men- schen. Hun bescheidenheid is aan weinigen bekend, evenmin hun vreedzaamheid en ver- zoenlijkheid. Wel staan ze bekend om hun onzachtmoedigheid, korzeligheid en drift, 't Zijn goede wijnproevers en wijnkenners. Al is hun tractement klein ze moeten wijn in huis en aan tafel hebben. Als 't geld uit eigen beurs moet komen zijn ze gierig. Liever dan met de armen verkeeren ze met de rijken, die hen te gast noodigen. Zoeken ze een vrouw, dan is de groote vraag: „Hoe veel geld brengt ze mee?" Het huiselijk le ven laat ook veel te wenschen over. Van de huisgodsdienstoefening komt weinig terecht. Hun kinderen en dienstboden zijn dikwijls zeer „klein-weetende". De huisgenooten ko men vaak weinig in de kerk. A 1 s ze komen dan zijn ze tot grooten aanstoot, zeer slape rig en lusteloos. Hun vrouwen en dochter zijn dikwerf zeer ergerlijk en onstichtelijk in haar kleeding. 2) Vele leeraars prediken „gantsch slaaperig, flauw en ongevoelig" het Woord. Allerlei ket- tersche gevoelens worden uitvoerig weerlegd in plaats dat de schriftuurlijke waarheid wordt verkondigd. De preeken zijn meestal „opgesmukte en hoogdravende redenen", - *1 .zelfs Grieksch en Hebreeuwsch wordt er bij bevestiging moet schrijft hij plaats gehaald, en spreuken van philosofen en dich- ben als in de Apostolische kerk „met uit- ters, opdat de gemeente maar zou merken, T dat de Predikant een geleerd man is. Niet I stond m ons blad van 11 April. Ihet zieleheil der schapen maar een redenaar Iet is opmerkelijk, dat Koelman nimmer van de kerk heeft afgescheiden, doch zijn dood toe lid van een kerk bleef, arin het ambtelijk werk in engeren zin verboden was. Eens schreef hij: „Wel ik gedurende vele jaren veel verdruk- geleden van Politieken en Kerkelijken, aar toch acht ik het ongeoorloofd onze rk, koevele gebreken haar ook aankleven, verdaten en tot eenige scheurkerk over te lij streed en schreef dan ook tegen Labadie het Labadisme, en waarschuwde tegen aratisme: „Verlaat de Kerk niet, onder ken schijn ook, maar help haar refor- ok de persoon van Labadie was hem niet ïpathiek. Hij teekent hem als „te eigen- nig, te oploopend, te korzel en grammoe- niet nederig steeds met over-klimmende irde van zioh zelf". ehalve tegen de Labadisten schreef hij tegen de Sabbathbestrijders en tegen het tesianisme. escartes zelf vindt hij „walglijk hoog- riig". ijn ernstigste grif tegen 't stelsel van Des- les is: het tast het gezag der Heilige rift aan. De natuurlijke rede der men en en de natuurlijke philosophie wordt danig verhoogd, dat zij niet onder, maar st de Schriften staat, als even zeker en Bilbaar. zijn ijver om het Schriftgezag te hand- n tastte hij wel eens mis. Zoo vindt hij ipvatting, dat de zon stilstaat en de aarde ait, in strijd met de Schrift. De maan is :en donker lichaam, want Genesis 1 16 dat God haar tot een licht voor ons leid heeft, oelman heeft verbazend veel geschreven. 'e noemen nog het werkje, dat van veel nschenkennis getuigenis geeft: „De plig- der Ouders, in kinderen voor Godt op oeden". geeft hij goedewenken in z'n: ,,'t Ampt Pligten van Ouderlingen en Diakenen" 1 te hpeten is het hoogste doel. De preeken spreken 't meest tot het verstand. De toepas sing wordt zeer algemeen gehouden, 't Is alsof alle hoorders wedergeborenen en ware geloovigen zijn. Komen ze van de preekstoel, dan zijn 't plotseling andere menschen; ge laat, taal, stem, alles verandert, ze lachen en praten over nietige dingen. Velen zijn zeer nalatig in 't catechiseeren. Alle gelegen heden grijpen ze aan om er van af te komen. De studiën, aan de hoogeschool begonnen, zetten ze niet voort, zoodat ze ook niet be kwaam zijn om gevaarlijke ketterijen, cïie opkomen, te onderkennen. Ze gaan liever een wereldsch praatje maken en een glaasje mee drinken. Ze hebben weinig werklust toch gaat hun begeerte uit naar groote gemeen ten. Heeft een collega grooten toeloop, dan zijn ze nijdig en ongenietbaar. Zijn ze bii elkander op een classicale maaltijd: „och hoe vleeschlijk en ijdel zijn haar discoursen, 't ii walgelijk daar bij te zijn. Naast oprechte wachters zijn er vele huurlingen vele „buik dienaars". Mij dunkt de predikanten kunnen 't hier wèl mee doen! In de preek over Jesaja 9 12-16, uitj, ven onder den titel: „Neerlands Ondergang gedreigd en nabij", worden de zonden van overheid en volk op strenge wijze bestraft. Al wie de oogen opent, en nauwkeurig acht geeft op hetgeen er omgaat, ziet en verstaat 't, dat de onder gang van dit land en deze kerk nabij is. De Vast- en Biddagen zijn Tergdagen geworden De Sabbath wordt schrikkelijk ontheiligd en de overheid doet er weinig tegen. Vloekers, lasteraars en spotters hebben vrij spel. Zelfs voorname overheidsperonen, vooral in het leger en op de vloot, zijn gruwelijke vloe kers en lasteraars. In de schouwburg wor den stukken gespeeld, die de gemoederen verwoesten also deselve comedien bevonden zijn te weesen Schooien des Satans, worrels van bitterheid, sondige ijdelheden en on- vruchtbaare werken der duysternis. Men- sohen, die een ergerlijk leven leiden, worden tot hooge staatsambten gekozen. Na de Politieken komen de Kerkelijken aan de beurt. Eerst de predikanten wij mogen hen thans wel stilzwijgend voorbijgaan. Ook op de ouderlingen is veel aan te mer ken. Zij doen machinaal hun werk. De tucht wordt slap toegepast, vooral de tucht over de leeraren. De diakenen hebben geen bewogen hart, doch zijn niet veel meer dan politieke arm- meesters. Wanneer ouderlingen en diakenen moeten gekozen worden, let men er alleen op of de mannen, die voorgesteld worden, geen openlijke ergernis hebben gegeven; men ziet niet om naar de uitnemendste Christe nen, naar mannen van teedere godsvrucht, maar naar mannen die aanzienlijk en rijk zijn. Een predikant van Amsterdam heeft een „grouwlijk" boek geschreven „de Betoverde Wereld" genaamd „opgepropt van schadelij ke en zielverderfelijke valsche stellingen en... de Kerkeraad van Amsterdam heeft dien pre dikant, die zoo onuitsprekelijk groote ergernis gegeven heeft, niet van het Avondmaal af gehouden, ja hem de toegang tot den kansel niet ontzegd. Het is in de kerk droevig en jammerlijk gesteld: de kracht der religie, die wij belij den en waarvan wij de uiterlijke vorm en gedaante hebben, is in de kerk van Neder land bijna onbekend en verloren. Gerefor meerd wordt men genoemd, en men doet van de zuiver Gereformeerde religie belijdenis, men komt ter kerk, men zingt, men bidt, men hoort de predikatiën, maar de geest, pit en de kern van de religie en de rechte kracht en het innige van de godzaligheid is weg. 't Is alles vormendienst, „slenterwerk". Het hart blijft koud en het leven onvernieuwd. Telkens in anderen vorm keert deze beschul diging terug: zuiver in de leer slordig in het leven. Hij is daarbij niet een koude zedenmeester Ergens zegt hij dat zijn predikatie „met ang stige zuchtingen en kroppende snikkingen" digen geestelijken arbeid is hij voor velen tot een zegen geweest. En zijn werken zijn ook voor on?en tijd nog van beteekenis en hebben ons iets te zeggen. Zijn vrouw was reed 20 November 1675 gestorven (dus in het jaar waarin hij uit Sluis werd verbannen). De doktoren consta teerden, dat de ellende, in Sluis doorstaan, een van de doodsoorzaken was geweest. 2) In een ander boekje bestraft hij de „ho- vaardy in klederen onder het vrouwvolk, 't opvolgen van nieuwe en aanstootelyke mo- Verschillend beoordeeld Het oordeel over Ds. Koelman is zeer ver schillend. Sommigen vereeren hem en oordeelen: hij scheen een engel, schier gezuiverd van alle zielsgebreken. Andere scholden hem een woeste balling. Iemand schreef in een pam flet: Koelman is een woudezel van een mensch als Ismaël, en zijne hand is tegen allen; komt er een Balak, die hem verzoekt, hij is dadelijk met Bileam gereed om Israël te vloeken en het loon der ongerechtigheid te verdienen Ik weet het te- verklaren, dat gij niet met betere dingen voor den dag kunt komen, het omdat gij een Utrechtsch man zijt en den kelijk in uwe jeugd een klap van dien molen hebt gekregen, die daar aan den weg tus- schen Jutfaas en Utrecht stond. Koelman is niet vrij te pleiten van over drijving en eenzijdigheid. Zijn optreden, wat de Formulieren en de Feestdagen betreft was zuiver independen- tistisch. Maar dan kunnen we direkt ook veel goeds van hem zeggen. Hij was een man van innige vroomheid, die steeds op heiligheid des levens aandrong. Een militante figuur, die wist wat hij wilde. Een man uit één stuk die groote werk kracht bezat. Jammer dat hij tenslotte uit het ambt ge zet werd. Door zijn geschriften en door zijn veelzij- UIT HET SOCIALE LEVEN UIT DE KLEEDINGINDUSTRIE Het dreigende conflict in de kleedingin dustrie te Deventer is afgewend, doordat de werknemersbonden zich hebben neergelegd bij een loonsverlaging in de dameskteeding- industrie van 5 pet. Voorgesteld was 10 pet Het aantal garantie-uren is op 32 bepaald STAKING IN HET BOUWBEDRIJF TE SLIEDRECHT De patroons in het bouwbedrijf te Slie- drecht stelden aan de afdeelingen van Alg. Ned. en den Chr. Bouwvakarbeiders bond te Sliedrecht een loonsverlaging van pl.m. 6 pet. voor mits in Giesendam een col lectief contract zou worden afgesloten op een loonibasis van 54 en 46 ct. per uur. Na een toelichting van de besturen over de gevoerde onderhandelingen werd met bijna algemeene stemmen besloten de sta king vandaag te proclameeren. op een afgelegen plaats; Een Engelsch atoomsch zlne, komt Zondagmorgen werkt men uitsluitend voor hoe Is 't dan? Als men dc e van den Zondag niet lost. t om een lichter te beladei n op Zondag le veiligheid? boot een ge- mar dien tijd aekenen moet i Is het bela- ts minder dan de veilig- i! Zou de Arbeldslnspec- 1 goed op de hoogte zijn? Gemengd Nieuws NEKKRAMP De landbouwer A. H. uit Alphen (N-Br.) is in het St. Ignatius-ziekenliuis te Breda aan nekkramp overleden- Te Groningen is bij een 1%-jarig kind nekkramp waargenomen. DOOR EEN WIELRENNER GEDOOD Bij het uitgaan van de R. K. SL Janskerlc aan de Haaksbergerstraat, onder Lonneker (Ov.) is de 66-Jarige weduwe Loohuis aan gereden door een wielrenner, die deelnam aan een betrouwbaarheidsrit van zijn club en met groote snelheid reed. Mej. Loohuis werd met een hersenschudding naar het R. K.. ziekenhuis te--Enschede overgebracht, waar- zij aan de gevolgen is overleden. EEN BRUTALE AANRANDING Bij het overzetveer in de gemeente Ridder kerk werd de ongeveer 56-jarige weduwe L. K., van beroep koopvrouw, aangevallen door een man, die haar bij de keel greep. Op het van een auto. rijdend in de richting van reer, ging de onverlaat op de vlucht. De vrouw kon slechts een vaag signalement op geven- EEN HOUTEN BEEN ALS WAPEN Bij een vechtpartij te Ouderkerk a. d. Am- stel gaf een zekere D. G. zijn tegenstander met zijn houten heen, dat hij voor deze ge legenheid had losgemaakt, zulk een geduch te klap op het hoofd, dat het been brak en het hoofd van den tegenstander een groote japende wonde vertoonde, welke door een geneesheer moest worden gehecht De da der werd vanwege het gebroken been door vrienden per handwagen naar zijn woning gebracht Rechtzaken. HOOGE RAAD HET SNORDERSVERBOD. De advocaat-generaal bü den Hoogen Raad, Mr. WUnveldt concludeerde heden ln de zuak F. S. chauffeur van een gele-band taxi te Haag. wlen ten laste was gelegd overtre- van het Snordersverbod van de Haagsche Politieverordening. De Kantonrechter had ver lachte vrijgesproken, doch ln hooger beroep sprak de rechtbank een veroordeelend vonnis "WtJnveldt concludeerde tot verwerping dc Delftsche verordening waren. In de dagvaarding i wezen op ztin recht om stra: komen door het treffen van den ambtenaar O.M. Toen den ambtenaar wendde om vernemen waaronder die s i door de rcchtbar ïchtbank heeft i te voor nogelttk ir zich dus bereid verklaart i te stellen en dat de ambtenaar ande geweigerd heeft om voorw» at-generaal Mr. Wönveldt zal c De Hooge Raad ver leroep van zekeren oor het Gerechtshof eeld tot 3 weken he< oos rüden ln Juli 1.1. ECONOMIE EN FINANCIEN DE RENTESTAND VERLAAGD Van 3 tot 2VZ De Directie van de Ned. Bank heeft met ingang van heden de volgende wijziging gebracht in de rentetarieven. Wisseldisconto verlaagd van 3 tot 2l/2 P r om esse ndiecon to verlaagd van 3 Vi tot 3 Bel eenling van effecten verlaagd van 4 tot 3 %o\ Beleening van goederen verlaagd vi tot 3 Voorschotten in rekening-courant verlaagd in 4 tot 3 Met deze maatregel wordt het officieele disconto, dat zich reeds geruknen tijd bo ven de tarieven in de open markt bewoog, meer aan de huidige verhoudingen aange past. De laatste weekstaten wezen reeds m richting. Bovendien wa6 het buitenland ons al eerder voorgegaan, zoodat het alles zins voor de hand lag, dat onze Centrale Bank bij de huidige geldruimte tot dezen maatregel zou, overgaan. Dat dit niet r< eerder geschiedde, zal vermoedelijk gelegen zijn ln het feit, dat de verhoudingen in de laatste maanden zeer ondoorzichtig waren. Waar echter de positie van onze Centrale Bankinstelling steeds gunstiger en krachti ger wordt, daar heeft men er blijkbaar geen bezwaar in gezien thans hV tarief met een half procent te verjagen. Het feit, dat over morgen ie inschrijving i6 opengesteld op 130.000.000 schatkistbiljetten, zal bovendien aan de genomen beslissing niet vreemd zijn geweest Men zou allicht geneigd zijn bij daze dis contoverlaging de vraag te 6tellen, of er grooten invloed van op de geldmarkt zal uitgaan. StelQig zal deze vraag ontkennend moeten worden beantwoord, omdat bij de situatie van de laatste maanden niets hierop maarveen-igszins zou kunnen wijzen. De genomen maatregel zal dan ook niet veel meer dan een reguleerenden invloed hebben, waarschijnlijk echter ook medewerken tot een steeds betere stemming to.v. den gulden. laten hieronder tenslotte nog volgen eenige van de laatste wijzigingen, sedert het 1 van de crisis in 1929: Maart 1929 5% 31 Oct. 1929 5 15 Nov. 1929 4V, 15 Jan. 1930 4 7 Maart 1930 3% 25 Maart 1930 3 24 Jan. 1931 2y2 16 Mei 1931 2 9 Sept. 1931 3 19 April 1932 2y2 NED. BANKINSTELLING VOOR BELASTE WAARDEN Winst ƒ151.913 (v. J. 452462). Dividend 8 (v. J. 16) Het ba/tig saldo over 1931 der Ned. Bankln- telling voor Belaste Waarden bedraagt f 161.913 12). De het Jai 2 met f 2.349.173, zoo- ond f 27.135.878. staan, na afschrijving resto te boek voor i op effecten bedraagt Is f 124000 af DE RUBBER-SITUATIE BANDJERMASSIN, 18 April (Aneta). De rub- de Cultuur-Mij. Plel- .angehouden. Er be; slechts de Japansche HET KREUGER-SCHANDAAL HOE MONOPOLIES VERKREGEN WERDEN De allergrootste sensatie voorbij? [et schijnt, dat de Morgai tijd gel positie van het Kreu ve-rband met koersver d^ig eischte ten bed ra eenkomst vastgelegde 600.000 L M. Ericsson i het ichtei frhinder kende en in s de bij over- transactie van met 400.000 Morgan ^zou politie-autorlteiten van de bedrlegelljke actie van Kreuger hebben op de hoogte gesteld. Ten slotte zou het Kreuger gelukt zijn. de noodige geldmiddelen te verkrijgen. Het bankhuis Lee. Hlgginson Co. zou evenwel intusschen zoo wantrouwend zijn geworden, dat de heer Durant deel te nemen aan de conferentie te Parijs. Zoo als bekend, heeft Kreuger voor deze conferentie de hand aan zichzelf geslagen. De betrekkingen met Spanje betrekking heeft ges tot dusver., ln de Kreug te zijn. Het hoogtepunt voorbij? icountantskrlngen te Stock- ichtlge bedrager rofe achter den Hoe werden de monopolies verkregen? Steekpenningen- politiek Het moge wellicht zijn. dat geldelijk althans de grootste sensaties achter den rug zijn. niet minder opzienbarend Is een bericht, dat voor komt ln 't Engelsche blad ..Evening Standard". Dit blad vernam van betrouwbare zijde, dat het onderzoek ln de Kreuger-affaire sensatloneele bijzonderheden heeft gebracht speciaal omtrent de wijze, waarop in verschillende landen het lucifers-monopolie ls verleend. Kreuger moet aan Invloedrijke particulieren In de betrokken landen waar hij het monopolie wilde verwerven, belangrijke bedragen hebben betaald, teneinde stemming voor het monopolie te maken. Het Fransehe belang Geregeld deden de laatste dagen geruchten de ronde, volgens welke de Fransehe banken door de Kreuger-affaire frs.600.000.000 zouden e*en. Een en ander had een gevoeligen te rugslag op de P&rijsche beurs. In een officieus ;mentt ls thans echter verklaard, dat de Fran- he engagementen bij Kreuger tot Kr. 120 milMoen beperkt blijven. De totale accept-enga- nten van Fransehe banken bij het Kreu- ger-concern bedragen pl.m. frs. 550 millloen. ran heeft het grootste gedeelte nog betrek king op voorschotten, die de banken aan ver lende Oost-Europeesche regeerlngèn op ngen hebben verstrekt. Deze leeningen hebben de staten ontvangen vaa Kreuger in ruU concessie-overeen komsten. De voorschotten voor het grootste gedeelte door schatkist- de gedekt. De voornaamste debiteur ls Polen met frs. 276 millloen. Deze sommen kun- zlet als verlies beschouwd worden, doch ln het ergste geval zijn zij voor langen tijd vast- >legd en zijn dus Ululqulde. De Fransehe ban ken hebben slechts frs. 120 millloen ongedekte -deringen op het Kreuger-concern. Veel groo- kan dientengevolge het verllesrlaico nlot zijn. De vorderlnen zijn voorts over 20 ver- hlilende banken verdeeld, zoodat de Kreuger- affaire wel geen ernstige consekwentles voor de Fransehe banken zal hebben. BULGAARSCHE FONDSEN Mogelijkheid van onderhandelen Fondsen. De Bulgaarsche leeningen, welke ln de prijscourant zijn genoteerd, zijn de volgende: 4) leening 1909; 4i leening 1907; 5 leening 1904 (Zegelleenlng)5 leen ing 1902 (Tabaksleenlng); 6 leening 1893; 7 'ng 1926 (Vluchtellngenleening)7J lee- tleleenlng). de leeningen 1902. 1904 en ning 1928 (Stal „Ve>reenlging v Obligation ten laste van B 1902, 1904 en 1907". Wat de overige leeningen jmmlssle voor de Fondsen de emlttenten en/of truste* DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA (50 idien een der aanwezigen neiging ge had om aanmerking te maken op de »orrechting van den Arabier, zoo ver- ien de neiging als een morgenwolkje, in ondering over haar gemakkelijkheid en 'ie. De Keizer deelde die bewondering zijn gevolg, maar hij liet het niet mer- zeide: Uw aanbeveling, mijn doch- oldoende, en zoo ik blijf zal het met ïgespannen verwachting zijn. Ik hoorde svijls spreken van de zeggingskracht dier ende dichters, waarvan deze zeker een lemend vertegenwoordiger is. Het zal dus aangenaam zijn zoo ge hem hier komen. •op wendde hij zich tot den Admiraal vraagde: Wij zouden immers te twee terugkeeren? Ja, Majesteit. Dan hebben wij nog tijd. Laat den komen, dochter. Doch ik bid u, zorg voor, dat hij korte vertellingen voor- agt, die zonder ons te binden toch een ruk geven van zijn verhaaltrant. Houd ntusschen voorbereid op de aankondi- an ons vertrek, maar beschouw dat geen geval als een bewijs van ontevre- heid met uzelve Laat den Arabier EEN-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK. Twee Turksche vertellingen. Hier willen wij even stilstaan om den toestand te overzien. Konstantijn en Mohammed, die binnen kort op het slagveld tegenover elkander zul len staan, zijn hier bijeen als minnaars van dezelfde vrouw. Het romantische van het geval wordt nog verhoogd door een andere omstandigheid. Een van hen verkeert in gevaar. Wij weten reeds dat Aboo-Obeidah, de Zingende Sheik, prins Mohammed is. Wij kennen den prins als troonopvolger van Sultan Moerad. Gesteld dat de jeugdige waaghals ontdekt werd en onder zijn waren naam aan den Keizer werd voorgesteld? Al was Konstantijn een ridderlijk vorst, edel van leven, en die sterven zou zooals hij ge leefd had, de politiek had toch ook haar eischen. Indien Mohammed onder zulke bui tengewone omstandigheden in zijn handen viel, was hij immers meester van het ter rein. Bij de audiëntie aan den krijgsheld Manuel hebben wij gezien hoe pijnlijk hein de inkrimping van het keizerrijk aandeed. Sinds had hij wel is waar weten te behou den wat hij had, maar hij wist zeer goed, dat de Turk die zijn provincies bemach tigd had zijn vijand was, en dat wapenstil stand noch verdrag op den duur zijn hoofd stad zou kunnen redden. Menigmaal ont waakte hij des nachts uit benauwde droo- men, waarin de macht der Osmanen als een slang op haar slachtoffer kwam aanschuife len en riep hij in vertwijfeling: o Konstan- tinopel-Niobel Wie kan u redden dan God alleen? En als Hij het niet wil doen danhelaas, helaas! Neen, met Mohammed als gevangene zou hij misschien alles loslaten waarheid, eer, roem, alles behalve het slellen van voordee- lige voorwaarden, alleen mogelijk door het bezit van zulk een gijzelaar. De noodiging aan den denkbeeldigcn Sheik was Irene's laatste vriendelijk woord geweest, voordat zij naar de stad terugkeer de. Toen Mohammed haar aannam, wist hij dat Therapia reeds van oude dagteekening was, maar thans weinig meer dan een zo merverblijfplaats en visschersdorp. Dat zijn spreekwoordelijke stilte verstoord zou wor den door een keizerlijke galei die den mo narch in eigen persoon aanvoerde, kon na tuurlijk niet bij hem opkomen. Toen hij dus als Aboo-Obeidah in de boot stapte en zich naar Roumeli-Hissar liet overzetten, van waar hij zich naar Therapia deed roeien, geschiedde dat alleen om nog eenmaal de vrouw te zien, die zijn verbeelding had ge vangen genomen. Aan mogelijke gevaren dacht hij niet. Liefde, of iets dat er op ge leek, was zijn eenige drijfveer. Toen de tireme met het witte kruis op het roode zeil, met haar militairen en hooge ambtenaren aan boord, met de honderdtwin tig in volmaakte eenheid werkende roode riemen langs het oude Kasteel gleed, was hij naar buiten gekomen om haar te zien Waar gaat dat heen? vraagde hij aan d* omstand^ en men had eenparig geant- j woord: Naar de Zwarte Zee om de man schappen te oefenen. Dit kwam hem heel waarschijnlijk voor, en hij dacht er niet ver der over na. Van Roumeli-Hissar voer meri vlak lanps de Europeesche kust, zoodat hij. die op zijn gemak kon hesfudeeren. Evenals nu was ook toen haar ligging veel voordeeliger dan die harer Aziatische overbuur. De uit zee komende winden ontlastten er hun nevelen ter verkwikking van klimop en mirt. De zon, die. alvorens te scheiden, nog haar laatste stralen op de hoschrijke heuvelen deed vallen, lokte ondernemende geesten uit om langs de kust te bouwen; hier een paleis, daar onder een vooruitstekende klip een gehucht; ginds een welvarend dorp op het vlakke strand. Waar maar ergens plaats was voor akkerbouw had men da gelegen heid aangegrepen en overal waren de land lieden aan den arbeid. Do heldere lucht boven zijn hoofd, hot spiegelgladde \vnter- vlak rondom hem. de golvende bergrug, de landhuisjes, de boomgaarden, alles sprak van goedwilligheid en broederschap en stil geluk onder armen en geringen en bracht zijn opbruisend gemoed tot kalmte. Voort ging het lanes den rotsigen oever van Raltn Liman, voorbij Emirghian en de haven van Stenia, langs de kuststad Yenikeui. en na het omslaan van een bocht, zie. daar lag Therapia, tegen de steenachtige hoogte aan gebouwd. En in de baal. een slapende vogel met saamgevouwen vleugels gelijk: de tri- rem e- De prins ontstelde. Hij gaf den roeiers een wenk, zij hielden op met roeien en keken over hun schouders naar het punt, dat hij aanwees. Van de trireme dwaalde -ijn oog naar de kade, waar een menigte menschen saamgeloopen was tot vlak bij een roode kiosk, in de schaduw der groe nende bergen. Hier ergens moet een prinses wonen, zei de hij tot de roeiers. Waar is haar paleis? Daar, in dien tuin. Gij kunt de poort zien uitsteken boven de hoofden van de menschen. Hoe heet zij? Prinses Irene. Men noemt haar hier de Goede Prinses. Ireneeen lieve naam. mompelde Mohammed. Waarom wordt zij de goede prinses genoemd? Omdat zij zoo weldadig is voor de armen. Zij is familie van den Keizer en heel rijk. Zij zal geen weduwe of wees met leege handen wegzenden. Is het niet zoo? zcide hij tot een kameraad. Deze knikte toestemmend en Het er op volgen: Ginds woont een zwakke oude man in een grot. vlak bij het water. Misschien hebt u ze wel opgemerkt toen wij er langs kwamen? Jawel, antwoordde Mohammed. Welnu, in die grot heeft hij een altaar gebouwd met een kruisbeeld er op en pen schilderij van de Heilige Maagd er boven, waarvoor dag en nacht een kaars brandt, hetgen hij niet zou kunnen doen. als wij hem niet hielpen, want waskaarsen zijn heel duur. Hij heeft het altaar Santa Irene genoemd naar de prinses. Wij leggen er dikwijls aan om te bidden en ik heb ge hoord. dat de zegeningen fn het licht van die kaars even rijk en talrijk zijn. nis die welke de Patriarch in de Santa Sophia te koop heeft. Deze lof roerde Mohammed, want hoe hooggeplaatst hij ook was. hij wist toch zeer goed hoe geneigd de armen zijn om op de njken te smalen. Toen de roeiers zwegen vraagde hij: Wanneer is die galei hier gekomen? Vanmorgen. Zoo. Ik heb haar gezien, maar dacht, dat zij naar zee ging om de manschap te oefenen. Neen, antwoordde de roeier het is do staatsieboot van Zijne Majesteit.' Zaagt gij hem niet? Hij zat op den troon met al zijn ministers en don goheelen hofstoet bij zich. Mohammed ontstelde. Waar is de Keizer nu? vraagde hij. N* zeggen, te oordeelen, naar al die menschen, dat Zijne Majesteit in het paleis is van de prinses. Ja. zei de tweede roeier, zij staan daar ♦e wachten om hem te zien weggaan. Roei dan naar de baai. Ik zou het graag van daaruit zien. Onder het maken van dezen omweg over woog Mohammed, wat hem te doen stond. Hij wist dat hij als zoon van den Sultan groot gevaar liep als hij ontdekt mocht worden. Hij begreep, dat zijn gevangen neming oorzaak zou zijn van eindeloos onderhandelen met zijn vader; en zoo de grijze krijgsman er in zijn toorn de voor keur aan mocht geven wraak te nemen in plaats van een zwaar losgeld te betalen, zou de kroon wel eens in andere handen kunnen overgaan en hij levenslang een ge vangene blijven. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3