lliruuir geihsctft Qlmtant
In memoriam Dr. J. Th.de Visser
Dagelijks verschijnend Nieuws blad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
ABONNEMENT:
Por kwartaal -.355
(Beschlkkingskosten f 0 15.)
Per week 0.2S
Voor hel Ruilonlnnd bij Wek»
lijksche zend.ng m 6.—
Bij dagolijksrhe zending B 7.—
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Va cent
Zondagsblad hint afzonderlijk verkrijgbaaj
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
No. 3633 DONDERDAG 14 APRIL 1932
ADVEBTENTIEN
VaD 1 tot 5 regelst.l1f
Elke regel meer022Yi
Ir.gez, Medeiieelingen
van 1—5 regels 2.30
Elke regel meerm 0.<5
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend 0.10
12e Jaargang
dit nummer bestaat uit VIER blader
Dr. J. Th. de Visser t
Hedennacht in vrede ontslapen
Het bericht van gisteren over de toe
stand van Dr. de Visser gaf te denken
naar omstandigheden redelijk wel. Och.
we weten zoo langzamerhand wel, wat
dat beteekent. Maar, dat ons hedenmor
gen de droeve tijding zou bereiken: Dr.
de Visser is hedennacht overleden;
neen, daarvan "hadden we geen flauw
vermoeden.
En, nu we ons, onmiddellijk na dc
ontvangst van die ontroerende tijding
zetten om met enkele woorden dezen
grooten en veelgeliefden doode te her
denken; nu struikelt onze pen; nu
zijn onze gedachten verward; nu ont-
breekt alle orde in de samenhang der
dingen, welke zich weeft om dit droeve
gebeuren, deze slag, welke volk en va
derland trof; deze nationale ramp.
O, wij weten het. Christenen met een
blijmoedig hart, zooals Dr. de Visser
was, kunnen danken ook bij de lijkbaar;
ja, zü beginnen zelfs met te danken.
Want in geen lange reeks van kranten
artikelen is naar waarde te schetsen,
wat God in Dr. de Visser aan ons ge
geven heeft.
Dr. Kuyper en Dr. de Visser waren
in verschillende opzichten gansch on
derscheiden naturen; wellicht in min
dere mate, dan het groote publiek er
vooral ook de vrijzinnige pers dacht;
doch ze geleken in menig opzicht toch
ook zooveel op elkaar. Deze beide groote
mannen waren geboren theologen en
kanselredenaars bij de gratie Gods; zy
hebben, ieder op eigen wijze in het ker
kelijk leven een breede en beheerschende
plaats ingenomenmaar naast theo
loog waren beiden ook meester op bijna
alle wapenen, welke in de geestelijke
strijd gebezigd worden.
Is er één terrein des levens, waarop
Dr. de Visser zich niet bewoog? Is er
één zaak van nationale beteekenis, waar
zijn invloed niet merkbaar was? Trof
men Dr. de Visser niet overal aan, waar
iets gedaan kon worden tot opbloei van
het Christelijk leven, tot opwekking van
het nationaal bewustzijn, tot verster
king van de historische band: God, Ne
derland en Oranje?
Wü zullen allen een ledige plaats ach
terlaten, als God ons wegroept, want
Hij gaf ieder onzer een bepaalde taak
en een voorbeschikte plaats; maar
ontelbaar is het aantal leege plaatsen,
dat na het verscheiden van Dr. de Vis
ser op bezetting wacht; zóó groot, dat
we ons hier zelfs niet aan een opsom
ming wagenal moeten we voor een en
kele en voor een groep van belangen wel
een uitzondering maken.
Theoloog geboren heeft elke gemeen
te, waar hij het Woord verkondigde,
vaak biddend gehoopt, dat hij heel zijn
leven kanselredenaar zou blijven. Maar
de veelzijdigheid van kennis en de ge
niale visie op onderwerpen van allerlei
aard maakten de toga te nauw voor
dezen grooten man van denken en doen.
Er was wijdere ontplooiing noodig en
Dr. de Visser heeft immer, gelijk Abra
ham, de leiding Gods in zijn leven oot
moedig en kinderlijk geloovig aanvaard.
Over dat kinderlijk geloof hebben wy
veel met hem gesproken in een bizonder
lang en intiem onderhoud, dat wij met
hem hadden toen wij ons zetten wilden
om naar aanleiding van zijn zeventigste
verjaardag een gedachtenisartikel te
schrijven.
Dat kinderlijk geloof deed hem genie
ten van de wetenschap, dat de goede
band zijns Gods over hem was, in zijn
publieke, ambtelijke leven; doch vooral
ook in zijn huwelijks- en huiselijk leven;
het deed hem ook berusten in teleur
stelling en smart. Want ook daar geldt
het woord, zij het in bizondere beteeke
nis: Wie veel gegeven is, van dien zal
veel geëischt worden; vooral veel ge
duld, veel verdraagzaamheid, veel lijd
zaamheid.
Hij bezat dat alles èn wist alles te
oversluieren met echt Christelijke blij
moedigheid.
Over de werkkracht van den kleinen,
ook daarin op Dr. Kuyper gelykenden
man, spreken we niet. Dat doen zijn
daden. Want alleen de Lager Onderwijs
wet 1920, de wet-de Visser, is een
geestelijk monument, dat de eeuwen
verduurt. Immers, naast man der Kerk,
was hij altijd: schoolman.
Dat weet men in Almelo nog heel
goed, waar hij streed voor de Christe-
liike school; dat weet Nederland nogj
beter door zijn geweldige arbeid als;
eerste minister van Onderwijs. Wantj
toen is pioniers-, kunstenaars- en her
cules-arbeid verricht.
De Christenouders zullen nooit ver
geten, dat Dr. Kuyper voor en met hen,
met het kind in de armen de wacht bij
het Kruis betrokken heeft; zij zullen
evenmin vergeten, dat Dr. de Visser de
kroon mocht zetten op een strijd van
tachtig jaar.
Was dit zijn levenswerk? Het ware
genoeg om een leven te vullen. Maar
liet was slechts een klein deel van de.
zegen, die hy verspreid heeft. Want
naast Kerk en Onderwijs bewoog hy
zich op elk terrein bijna der Christelijke
barmhartigheid. Hoe zal er droefheid
heerschen in tallooze gestichten en
tehuizen, waar hy sprak en bad, zoodat
het de ziel ontroerde.
We kunnen slechts aanstippen, hoe
daarnaast tijd gevonden werd voor
journalistieke en wetenschappelijk ar
beid en hoe hy in de Tweede Kamer een
plaats had, als geen ander er. een
woord sprak, dat door niemand zóó
gesproken kon worden.
En moeten we er nog op wijzen,
hoe Dr. de Visser in de laatste jaren
onze nationale feest- en gelegenheids-
redenaar was, die altijd het juist<
woord wist te spreken, die elk onder
werp als met een tooverstaf aanroerde
en het ging voor ons leven
We zwijgen er over.
We zwygen, omdat de slag zoo on
verwacht viel en we in haastig neerge
pende zinnen niet kunnen leggen die
vereering en hoogachting, welke we
dezen grooten doode toedroegen, wiens
vriendelijkheid ons zoo dikwyls be
moedigd heeft;
We zwygen, omdat dit volle leven
niet kan beschreven worden in een
enkel artikel;
We zwygen Gode, omdat Zyn knech
ten wèl worden afgelost van hun post,
maar omdat Zijn Woord; het Woord,
dat zij verkondigden en Zyn genade,
waarin zy stervend roemden; omdat
de Heiland by ons blijft, tot in der
eeuwigheid. En deze zal aan de getrou
we leeraars de Morgenster geven.
Gods genade zy met Mevrouw de
Visser, die treurend achterblijft en met
alle nabestaanden, die het voorrecht
hadden zulk een vader en vriend te be
zitten.
Gansch Nederland weent en dankt
bij dit graf.
BINNENLAND.
OFFICIEELE BERICHTEN
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij Kon. besluit is de bronzen eeremedail-,
le. verbonden aan de Orde van Oranje-Nas-
sau. toegekend aan A. van Beek, timmer
man in dienst der gemeente Amsterdam,
te Amsterdam.
DEPARTEMENTEN.
Bij Kon. besluit is bij het Departement
van Waterstaat met ingang van 1 Mei 193L:
aan J. L. Brouwer, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als referendaris, zulks on
der dankbetuiging voor de door hem aan
den Lande bewezen langdurige diensten en
onder toekenning van den persoonlijken
titel van administrateur; bevorderd tot refe
rendaris J. G. Smit, thans hoofdcommies.
DE GOEDERENTARIEVEN DER
NEDERL. SPOORWEGEN
RAPPORT COMMISSIE DE VRIES
VERSCHENEN
Verschenen is het verslag van de com
missie-de Vries tot onderzoek van de huidige
goederentarieven der Nederl. Spoorwegen.
De commissie Komt tot de conclusie, dat
naar volledige dekking der inkomsten bij
een bedrijf als dat der Spoorwegen niet kan
gestreefd worden, doch dat op dit oogen-
blik nog geen reden bestaat tot algemeene
herziening van het goederentarief over te
gaan. Verder meent het rapport dat verla
ging van de tarieven voor de uitvoer van
tuinbouwproducten en aardappelen niet ge
rechtvaardigd is. Van verlaging zou geen
vermeerdering van de uitvoer zijn te ver
wachten. Verlaging der vrachttarieven, ten
einde in deze vorm de Nederlandsche land
en tuinbouw een verkapt subsidie te doen
toekomen, moet als een ondoeltreffende, on
billijke en economisch bedenkelijke maat
regel worden verworpen.
Op het belangrijke rapport dezer commissie
komen we morgen uitvoerig terug.
DE VLEESCH1NVOER
Bij Koninklijk Besluit is, blijkens een me-
dedeeling in dc St.Crt., de tijdelijke beper
king van den invoer van versch of gekoe'd
rund- en kalfsvleesch en van den invoer
b&vroreu rund- en kalfsvleesch verleng0
tot 16 Juli a.s. Het percentage van 60 ten
honderd, waarboven de invoer is verboden,
zal thans worden bepaald naar den gemid
delden invoer gedurende het overeenkom
stige tijdvak (16 Januari—16 Juli) der jaren
1929, 1930 en 1931,
Predikant - Minister - Kamerlid
Redenaar en Volksleider
„Een man groot in alles"
Nederland befreurf het heen
gaan van een zijner grootste
De telefoon rinkelt, en wij luisteren.
Dat doen we wel twintig maal op een dag.
en soms wel veertig maal.
En dan op eens komt de groote ontroering,
die ons fél aangrijpt en dan heel stil maakt
„Dr. de Visser is overleden
We hebben de mededeeling duidelijk ver
staan, maar we kunnen 't haast niet ge-
looven.
Ieder wist, dat Dr. de Visser ziek was. Hij
was in het Haagsche Roode Kruis-Ziekcn-
huis opgenomenhad een kleine operatie
moeten ondergaanalles was naar wensch
verloopende berichten waren, gisteren
nos, zeer geruststellend.
En nu, plots, het einde
Zelfs gisterenavond vermoedde niemand,
dat het einde zóó nabij was. Tijdens den
slaap is Dr. de Visser in den afgeloopen
nacht overleden.
„Dr. de Visser overleden
We schuiven het gewone werk ter zijde.
Dat moet nu maar even rusten hoe moei
lijk dit bij een krant anders ook gaat.
Eenst willen we trachten onszelf en daar
mede tegelijk onze lezers rekenschap te geven
van het groote verlies, ons Vaderland toe
gebracht door het heengaan van dezen man
„Een man, groot in alles."
Van wie werd dat ook weer gezegd?
Op 't oogenblik weten wij 't niet. Maar
dat geeft ook niet In elk geval is dit woord
een korte en juiste biografie van den Mi
nister van Staat, om wiens verscheiden
thans heel 't land treurt.
Héél ons land. Want mannen als Dr. de
Visser behooren niet in de eerste plaats tot
één partij. Op hun bezit gaat heel de natie
trotsch.
En als in een panorama gaat het leven
van dezen man. groot in alles, aan ons
geestesoog voorbij.
Voorspoedige studiejaren.
Johannes Theodoor de Visser werd 9
Februari 1S57 te Utrecht geboren.
Na de lagere school bezocht hij 't instituut
Rheden, studeerde drie maanden Latijn
en kwam daarna direct in de 2e klasse van
het gymnasium. -
Op 17-jarigen leeftijd werd hij student in
de theologie aan de Universiteit te Utrecht,
waar Beets, Doedes, v. Oosterzee en Valeton
jn leermeesters waren.
Dr. de Visser was met zijn theologische
studiën te vroeg klaar om in verband met
de bestaandt bepalingen tot het predikambt
in de Ned. Herv. Kerk te worden toegelaten.
Daarom ging hij op 22-jarigen leeftijd nog
een jaar rechten studeeren, waarvoor hij in
1878 zijn doctoraal examen deed.
Op 27 Mei 1880 promoveerde de jonge ge
leerde summa cum laude tot doctor in de
theologie op een proefschrift „De daemono-
logie van het O. Testament".
Dr. de Visser, die al zijn examens steeds
ïm laude deed, was de eerste die in 1880
onder de nieuwe wet summa cum laude
promoveerde.
Predikant
Op 8 Sept. 1880 werd Dr. de Visser candi-
daat voor het prov. Kerkbestuur voor Gel
derland, waarna hij uit onderscheiden be
roepen dat naar Leusden aannam, waar hij
aan den avond van 5 Dec. 1880 het predik
ambt aanvaardde met een predicatie over
Gal. 614, nadat zijn voorganger. Dr. C. H.
Rhijn, hem 's morgens bevestigd had.
Na tal van beroepen nam Dr. de Visser
dat naar Almelo aan, aan welke gemeente
hij zich 11 Mei 1884 verbond met een predi
catie over 2 Cor. 4 5.
Zijn arbeid te Rotterdam.
Te Rotterdam, waar Dr. de Visser slechts
vier jaren als predikant stond, zijn er nog,
die zijn werk daar niet zijn vergeten.
De Rotterdamsche periode is voor Dr. de
Visser een tijd geweest van veelomvattenden
arbeid. In Rot'erdam heeft hij zijn krachten
leeren kennen, gebruiken en concentreeren.
In het jaar 18S8 kwam hij op 31-jarigen
leeftijd in de vacature Dr. W. Geesink naar
Rotterdam.
In April v;erd hij bevestigd door Prof. Dr.
J. H. Gunning. Hij hield zijn intrede o-'or
oorden uit Matth. XIII: „Ziet, een zaaier
ging uit om t? zaaien".
Reed3 dit eerste woord getuigde van groote
welsprekendheid en bij voorbaat had hij de
Rotterdamsche Gemeente voor zich gewon-
Gedurende zijn vierjarig verblijf is hij dan
ook een predikant geweest die „veel volk
trok".
Zeer spoedig was hij in de gemeente thuis,
won weldra het vertrouwen, kwam vanzelf
op den voorgrond en werd overladen met
werk.
Er was toen een groote kerkelijke opbloei.
Overal volle kerken; honderden catechisan
ten, nieuwe wijklokalen, jonge hulpkrachten
't was als een nieuwe frissche lente voor het
„leeraarlievend" Rotterdam. Evenals zijn
jonge collega's hield Dr. De Visser lezingen
in de Nutszaal, waar geen plaats onbezet
bleef, over onderwerpen als b.v. „Erasmus
en het Humanisme".
Als predikant heeft Dr. De Visser ook de
belangen der arbeiders leeren kennen.
Hij richtte met Prof. Muller, de heeren
Genneken, Van Ooy en Meininger te Rotter
dam de Chr. Nat. Werkmansbond op.
Deze oprichting gings eenerzijds. tegen de
revolutionaire beweging van Domela Nieu-
wenhuis. maar men lette ook op de Dolean
tie-beweging. waardoor het gevaar groot
werd, dat velen uit de Ned. Herv. Kerk zou
den heengaan.
Tevens was hij voorzitter van Christelijk
Volksonderwijs en de man der Inwendige
Zending.
Zijn wijklokaal van de vereeniging „Gij
zijt duur gekocht" had hij in de Sophia-
straat, het N.O.-deel der stad.
Voor genoemd stadsdeel met voormnlie
Kralingen, Rotterdam I, werd hij in 1S97 tot
Kamerlid gekozen.
Wanneer hij met vacantie was. gebeurde
het wel, dat hij er van terugkeerde om op
te treden in het .Algemeen VerkoopiuK
waar samenkomsten gehouden werden te
gen de Rotterdamsche Kermis.
In Maart 1890, op den eersten Zondag na
dat de Doleantie te Zwijndrecht een feit was
geworden, nam Dr. De Visser den eersten
dienst voor de Hervormde Gemeente aldaar
waar.
Toen hij in het begin van 1S92 naar Am
sterdam werd beroepen, meende hij deze roe
ping te moeten opvolgen.
een namiddaggodsdienstoefening in de
Prinsenkerk maakte hij zijn besluit bekend.
Kort daarop nam hij afscheid in de Groo
te Kerk met een predikatie over Psalm 102
•ers 12, 13.
Na zijn vertrek uit Rotterdam is hij nog
wel eens voor de Gemeente opgetreden. Op
5 Maart 1899 bevestigde hij den eersten pre
dikant op Feijenoord Ds. S. Monsma en op
Januari 1906 Ds. Joh. E. v. d. Valk op
Kralingen.
Ook voor den Chr. Nat. Werkmansbond
heeft hij in Rotterdam nog wel spreekbeur
ten vervuld.
In 't najaar van 1920 werd Dr. de Visser
met Jhr. Mr. A. F. c)e Savornin Lohman in
de Doelezaal hulde gebracht door de voor
standers van het christelijk onderwijs voor
hetgeen zij gedaan hadden tot het brengen
van bevrediging, pacificatie in den School-
Bij het vijf-en-twintig jarig jubileum van
„De Rotterdammer" verscheen van zijn hand
in het jubileumnummer een „Bewijs van
sympathie aan Redactie en Directie van het
jubileerend Dagblad".
Aan het graf van zijn vriend B. J. Gerret-
son, die in het najaar van 1930 overleed,
wiens vader één van de krachtigste verdedi
gers was van zijn beroep naar Rotterdam,
voerde Dr. c)e Visser namens de familie en
vrienden van de Chr. Historische rich
ting het woord.
Bij de huldiging ter gelegenheid van de
vijftigjarige ambtsbediening van Ds. J. L. de
Heer in Mei 1931 heeft Dr. de Visser als eere
voorzitter van het huldigingscomité in het
koor der Groote Kerk „zijn ouden goeden
vriend", zooals hij Ds. de Heer noemde, toe
gesproken.
in Augustus van datzelfde jaar stond
hij aan de groeve van Ds. J. P. van Melle,
emeritus predikant van de Ned. Herv. Gem.
te Kralingen.
Dr. de Visser is Rotterdam nooit vergeten.
„Ja dat was een mce-ie domineestijd in
Rotterdam!" was hij gewoon te zéggen.
Voor de laatste maal betrad hij den kansel
in de St. Laurenskerk op Zondag 11 Septem
ber 1927 en preekte toen voor zijn oude Ge
meente naar aanleiding van Matth. 18 13
Vooral ook in Rotterdam zal de herinne
ring aan den energieken en liefdevollen ar
beid van Dr. de Visser door zeer, zeer velen
dankbaar worden bewaard.
In Almelo bracht een groote werkstaking
Dr. de Visser midden in de arbeidersbewe
ging, welke lijn werd doorgezet in Rotter
dam waar hij de Chr. Nat. Werkmansbond
oprichtte.
In het moderne Almelo ontwaakte Dr. de
Vissers liefde ook voor het Chr- Onderwijs.
In Amsterdam gekomen, stichtte Dr. de
Visser een wijkgebouw op de Lauriersgracht
In die dagen zocht noch dacht Dr. de Visser
aan politieken arbeid.
In de politiek.
Door uitbreiding van het kiezerstal door
de Kieswet van Houten, kwam echter
liet driemanschap Bronsveld-v. Leeuwen-Mul
der tot Dr. de Visser het verzoek om mede
te werken aan de oprichting van een zelf
standige partij, die tusschen de A. R. en de
Liberale partij een eigen plaats zou inne
men.
Kort na de oprichting kreeg Dr. de Visser
echter op het punt van het onderwijs met
deze heeren conflict, waarbij hij zich krach
tens zijn antecedenten overboog naar het
bijzonder onderwijs. Met hen liet Dr. de Vis
ser de christianiseering van de openbare
school niet los, maar hij oordeelde, dat er
plaats moest zijn voor krachtige uitbreiding
van het bijzonder onderwijs ook langs staat
kundigen weg.
Bovenbedoeld drietal trad hierna met
deren uit. De meerderheid bleef en Dr. de
Visser reorganiseerde de Chr. Hist. Kiezers-
bond, waarvan hij toen president werd en
vulde de ledige bestuursplaatsen aan met
o.a. Prof. Domela Nieuwenhuis en Mr.
Later volgde da ineensmelting met de
groep-de Savornin Lohman en de Friesch
Christel. Historischen.
In de Tweede Kamer
In 1897 nam de Chr. Historischen Kiezers
hond voor het eerst deel aan de verkiezin
gen. Van de Chr. Hist, candidaten kwam al
leen Dr. De Visser in de Kamer, gekozen
voor Rotterdam I.
In 1901 kwam hij voor Amsterdam II in
de Kamer.
Dr. De Visser bleef predikant. In 1905 bij
de geweldige Kuyper-hetze viel hij echter,
om na iy2 jaar in de vac. Prof. W. v. d.
Vlugt voor Leiden weer in het parlement
terug te keeren.
In 1913 voor Ommen candidaat gesteld,
viel hij weer, om na enkele jaren voor
Katwijk opnieuw zitting te nemen.
Intussehen had Dr. De Visser in 1909, bij
zijn herkiezing door Synodaal besluit van
1906 daartoe gedwongen, het predikambt
neergelegd.
In 1910 volgde hij Jhr. Mr. A. F. de Sa
vornin Lohman op als voorzitter der Chr.
Hist. Unie, welke functie hij tot zijn optre
den als minister in 1918 bleef uitoefenen.
Als Kamerlid wijdde hij voora! zijn aan
dacht aan de arbeidersbelangen en de zaak
van het onderwijs.
Dr. de Visser was permanent vertegen
woordiger van den Minister van Binnen-
iandsche Zaken in de commissie van toe
zicht op de openbare leeszalen en o.m. lid
van de Rijksaanloppelencommissie. In 191"-.
volgde hij wijlen oud-Minister Talma op
als veldprediker in algem. dienst
Minister van Onderwijs.
In 191S benoemde H. M. de Koningin Dr.
de Visser tot Minis'er van Onderwijs in lil
knh'net Ruys de Beercnbrouck, welke por
tefeuille hij tot 1925 heeft beheerd.
LEKKERE KOFFIE
VAN NELLE'S PAKJES KOFFIE
SPECIAAL AANBEVOLEN
GROEN MERK 40 C». per halfpondspakj'o
BLAUWMERK 35 Ct. per halfpondspakja
CIRKELKOFFIE 32 Ct. per halfpondspakje
MAGNEETKOFFIE 28 Ct. per halfpondspakje
FAKKELKOFFIE 24 Cf. per halfpondspakje
VRAAGT UWEN WINKELIER
Voornaamste Nieuws.
(ML IV
Dr. J. Th. de Visser overleden in 'de
ouderdom van 75 jaar.
De con tingen tee ring van de vleeschinvoer
verlengd tot 16 Juli.
Verschenen is het rapport der commissie-
de Vries over de goederentarieven der Spoor
wegen.
De militaire organisaties der nationaal-
socialisten in Duitschland verboden. Sluiting
van gebouwen en in beslagneming van uit
rustingsmateriaal in de meeste groote steden.
Een felle oproep van Hitler ala antwoord
op het ontbindingsbevel.
De ontwapeningsdebatten te Genève.
De vulkaanramp in Chili en Argentinië,
(blz. 5)
Verschenen is de Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer inzake het ontwerp
tot Instelling van een Economische Raad.
(blz. 9)
De Tweede Kamer heeft verder behandeld
het wetsvoorstel-Ebels aangaande loopende
pachtcontracten.
Twee jonge mannen te Grave verdronken.
Verdere relletjes te Delft.
D^ F. P. L C. van Lingen. 1832—1932.
Staking in het veenbedrijf te Nieuw Weer«
dinge.
Zooals bekend is, was Dr. de Visser de
eerste onderwijs-minister in ons land.
Na zijn aftreden als Minister kwam Dr.
de Visser direct weer in de Kamer terug,
waar hij voorzitter was van de Chr. Hist.
Kamerfractie.
In 1929 bedankte hij voor het Kamerlid
maatschap, omdat hij nog wilde gaan „stu
deeren."
Eind 1925 ontving Dr. de Visser de op
dracht tot kabinetsformatie, teneinde te
pogen de crisis, veroorzaakt door den val
van het kabinet-Colijn over het gezantschap
bij den Paus. tot een goed einde te brengen.
Deze poging slaagde echter niet
Met opvoedkundige aangelegenheden hield
de thans overleden staatsman zich even
eens veel bezig. Zoo was hij vele jaren lid
van het algemeen college van toezicht, bij
stand en advies voor het Rijkstucht en op
voedingswezen, en was hij voorzitter van
den Centr. Bond van Chr. Pbilantropische
inrichtingen in Nederland, terwijl de bestu
ren van de opvoedingsgestichten „Valken-
heide" te Maarn en de Martha-Stichting to
Alphen, hem eveneens tot hun president
Voorts was hij eere-voorzitter van de ge-
westelijke afdeeling van don Bijz. Vrijw.
Lnndstorm, Zuid-Holland-West.
Van de commissie van bijstand voor het
\ed. woordenboek was Dr. de Visser even
eens lid, terwijl hij in het bestuur van den
Zeemansbond zitting had.
Zoowel Chr. Volksonderwijs als de Chr.
Nat Werkmansbond benoemden hem tot
hun eere-voorzitter.
Ook in de l'rnv. Staten van Zuid-Holland
bad de overledene ecnigen tijd zitting.
Dr. de Visser was voorzitter van den
Radioraad.
C.ir verder blz. 2, kolom SX