BOND VAN J.V. OP G-G. NED. JONGELINGSVERBOND Kunst cn Letteren. DINSDAG 29 MAART 1932 DERDE BLAD PAG. 10 AFD. ZUID-HOLLAND BEZIELENDE TOOGDAG Een opgewekte toon Voor een groot deel van Zuid-Hol lands jonge mannen was gister het parool: Op naar Dordt! Want daar zou de 39ste jaar vergadering worden gehouden van de prov. afd. van den Nederl. Bond van J.V. op Geref. grondslag. Het. mooie lenteweer maakte het gemakkelijk dit voornemen uit te voeren, en dus had de Merwestad uit alle richtingen de drommen in ontvangst te nemen die per spoor, boot, autobus en fiets op haar lostrok ken. Niet minder dan 1S6 vereenigingen wa ren vertegenwoordigd, tegen 109 het vorig jaar in Rotterdam. De ruime Wilhelmina- kerk waarvan het podium met groen en kleurige vaandels was getooid (in de stad waar Van Diemen woont, heeft natuurlijk iodere J.V. een vaandel), was dan ook vrij wel geheel bezet, toen de voorzitter, de heer A. van R ij n D z., van Rotterdam, de ver gadering op de gebruikelijke wijze deed aan vangen, wuarna hij in zijn openingswoord sprak over „Opstanding". Spr. zegt, dat dit woord in onze dagen een ongewone beko ring. moet hebben Immers alles in cle wereld ligt neergesla gen. De economische crisis, die nu sinds 1929 de wex-eid teis tert, heeft «Hen en alles aangetast. Er is niemand, die het verlossende woord weet te spreken, om uit de ellende te ko men. Alles wankelt en het leger der werkeloozen groeit steeds aan. Met angst eu vreeze wordt te toekomst tegemoet ge- xien. Vooral voor de met idealen bevangen jeugd werkt deze toestand deprimeerend. Deze uiterlijke crisis is echter het gevolg geestelijke. Met uitwendige maatre gelen is de zaak niet te veranderen. Er moet bekeering komen. God straft de menschheid met haar eigen zonde, zoowel de techniek als de politiek en de moraal werden in dienst gesteld van de zonde en de wetten Gods voor het economisch en maatschappe lijk leven niet geteld. „Brood en spelen" werd de leus. Dit leven, los van God, be vorderde tevens de doorwerking der rovolu- tiebeginselen. Zoo ligt de wereld als het ware gereed voor den ondergang. Toch vieren wij ons „Opstandingsfcest". Is dat mogelijk? Ja, indien wij vasthouden aan het geloof in Gods openbaring. Opstanding zal alleen mogelijk zijn in den weg der be keering. Deze zal allereerst bij Gods volk moeten beginnen. Ook daar is veel afwijking erflauwing. Als het geloof in de onzien lijke dingen weer krachtig gaat werken, is er alleen hoop voor de toekomst. Dan zullen we in dit leven Christus' Koningschap weer uitdragen. Dit geldt ook voor onzen vereeni- gingsarbeid. Ook deze arbeid moet worden erricht in de kracht des geloofs. Dan kun- ïen we weer met idealisme de toekomst tegengaan. Dan kunnen we onze lofliederen weer laten schallen ter eere van onzen Koning. In zijn Opstanding hebben we het onderpand niet alleen van onze opstanding maar van het herstel aller dingen. Huishoudelijke zaken. Na ongewijzigde goedkeuring der notulen en nagaan der presentielijst werd met .harte lijke instemming ontvangen het voorstel van den voorzitter, een telegram van meeleven zenden aan het moderamenlid C. G. Karssen, te Bodegraven, die ernstig ziek, maar gelukkig herstellende is. Daarna volgde voorlezing door den secre taris, den heer Lod. Kooijman, van het jaarverslag en het rapport bondsbezoek, die deden hooren, dat over het algemeen in de vereenigingen met ijver wordt gewerkt. Er is vooruitgang. Hier en daar bleek echter waarschuwing noodig. De schetsen Schriftonderzoek vallen steeds meer in de smaak. De voorstudie ook door secties en clubs, neemt toe. De afdeelings-bibliotheek deed goed werk. Het organisatie-leven werkt 1. Een ring laat op een geïnfecteerde vereeniging het oorlogsvraagstuk naar A.R. beginsel behandelen, en elders wordt een kleine vereeniging met inleidingen geholpen. Het aantal vereenigingen klom met 9 tot 13 en het getal leden met pl.m. 300 tot 5063, waardoor Friesland met resp. 36 erf pl.m. 1000 wordt overtroffen. Splitsing kon wel eens noodig worden. Bijna 1/5 van de leden over het geheele land en meer dan 1/5 der vereenigingen behoort tot de afd. Zuid-Hol land. Het aantal ringen is thans 37. Som mige zijn nog te groot. Op de najaars bestuursvergadering zal het moderamen ko men met plannen voor de viering van het t.s. 40-jarig jubileum der afd. Deze verslagen werden zonder bespreking goedgekeurd, evenals het financieel verslag de begrooting. Als bestuurslid werd herkozen de heer Lod. K o o ij m a n en werd gekozen de heer N. v. d. iB r u g g e van Den Haag, en wel in de vacature ontstaan doordat de heer W. de Gelder zich niet herkiesbaar had ge steld. Bij zijn afscheid werden over en weer hartelijke woorden gesproken. Hem werden als blijk van waardeering voor zijn met op gewektheid verrichten nauwgezetten arbeid aangeboden de twee deelen van Prof. Gee- sink's Geref. Ethiek en Het Socialisme van Prof. Diepenhorst. Vervolg" wamen verschillende voorstellen aau de or-le dn.» de actieve vereenigingen op Flakkee te gerieven zal niet te Den Haag. gelijk oorspronkelijk de bedoeling was, maar te Rotterdam volgend jaar de jubileum- jaarvergadering, worden gehouden. Als plaat sen voor de leidersvergaderingen worden aangewezen Rotterdam, Leiden en Meerkerk. Verder stelde het bestuur eenige amende menten voor op de technische herziening van het bondsreglement waarmee de verga dering na eenige bespreking accoord ging (twee afgevaardigden verklaarden zich te gen één der voorgestelde amendementen) en die alle op één na door het bondsbestuur reerls werden overgenomen. Een der amendementen maakt het moge lijk, gelijk de afd. Zuid-Holland reeds jaren wenscht, dat de keuze van het bondsmode- ramen geheel vrij kan geschieden uit alle leden van liet bondsbestuur. Men is dan niet meer gi»hond*?n aan de door de bondsverga dering gekozen vijf leden. Dooi 'liet bondsbestuur was niet overgeno men het voorstel, de raadslieden van den bond de beginselverklaring te laten teekenen. Van een verdere behandeling der bonds- agenda werd afgezien, Middagvergadering. Des middags werd de vergadering voort gezet met het zingen van het bondslied, waarna Dr. G. Brill en burg Wurth, Geref. predikant te Katendrecht, zijn refe raat hield over: Een belangijke vraag is: heeft onze Gere formeerde jeugd actie toekomst? Ze noemt ich Calvinistisch. Het antwoord op bedoelde raag hangt dus van tweeërlei af: a. Heeft het Calvinisme toekomst? b. Zijn wij werkelijk Calvinistisch? A. heeft het Calvinisme toekomst? Men kan rekenen met de empirische mogelijkhe den van het Calvinisme in onzen tijd. Op bloei van Calvinisme in tal van landen. Dan echter vindt men geen afdoend antwoord (alleen kansberekening). Beter de principi- eele vraag te stellen: heeft het Calvinisme in zichzelf een waarde, waardoor het ook in dezen tijd en de de komende tijden zijn plaats <met eere kan innemen? Door velen, o.a. Troeltsch, ontkend: Calvi nisme past bij de Middeleeuwen, niet bij den modernen tijd. Wat is typeerend voor den modernen tijd? Het humanisme. Laat het Calvinisme zich in het kader van dat hu manisme inpassen? Allerminst. Maar dat hoeft niet; dat mag ook niet. Wij wenschen menschen le zijn van dezen tijd, maar even vierkant te staan tegenover den geest van dien lijd, den geest van het humanisme In den strijd tegen het humanisme staat het Calvinisme nu juist sterker dan eenige andere wereld- en levensbeschouwing, omdat het a. principieel het scherpst er tegenovei slaat; b. intusschen toch de juiste behoeften ervan bevredigt En dat wel in vierderlei op zicht: a. Het Calvinisme bezit de grootste diepte en de grootste breedte. Herleidt alles tot God. Maar ln Gods licht krijgt alles zijn be- teekenis: niets is aan Gods souverewiteit ont trokken. b. Het Calvinisme kenmerkt zich door de hoogste gebondenheid en de hoogste vrijheid. Er is volstrekte gebondenheid in leer en leven aan het Woord Gods. Maar het is geen uitwendige gebondenheid. Gods Geest doei gewillig ons hart voor de waarheid en den vil van God buigen en Gods waarheid als gaarheid en Gods wil als recht erkennen. c. Het Calvinisme geeft de diepe rust en wekt de krachtigste activiteit. Het grijpt nog achter de rechtvaardigmaking door het geloof terug op de eeuwige verkiezing. Maar het leert niet alleen een verkiezing tot zalig heid, maar vóór alles een verkiezing om vrucht tc dragen; verkiezing en roeping zijn er ten nauwste verbonden. d. Het Calvinisme sluit in de sterkste we reldverachting en de krachtigste wereldaan vaarding. In het voetspoor van Calvijn zelf dringt het er met kracht op aan in het licht van de verwachting der toekomende wereld de bestaande wereld te verachten; hot staat volstrekt antithetisch tegenover de „Diesseitlgkeit" (het leven voor deze wereld alleen) van den modernen mensch. Maar in gehoorzaamheid aan God den Schepper en in verwachting van God, die alle dingen weder herstellen zal in Christus, kan het deze wereld niet loslaten, maar wijst hot den geloovige daar zijn taak. Zijn wij waarlijk Calvinistisch? Als één ding kenmerkend is voor Calv'in zelf, dan wel zijn afkeer van alle abstracte speculatie, zoowel als van alle mystiek (in den typisch- Middeleeuwschen zin). Het gaat in het leven geloofs en in heel het leven om een slaan in onverbiddelijke gehoorzaamheid a$n den VerbodsgQd. Het is hem met alles steeds heilige levensernst Tusschen zijn leer en zijn arbeid is de hoogst denkbaro harmo nie. Wat hij op grond van Gods woord als de waarheid en de wil Gods ziet. daarnaar moet ook alles gereformeerd. Of wij waarlijk Calvinistisch zijn, hangt hiervan af, of het Calvinisme ook voor ons zóó iets existen tieels is, d.w.z. iets is, waar heel onze exis tentie in betrokken is, m.a.w. of ook ons leven, in geloof en levenspractijk, is een leven van die volstrekte gehoorzaamheid aan den souvereinen Verbondsgod, aan Zijn Woord, op grond van Zijn verkiezing en roe ping, temidden van deze wereld, terwijl wij toch niet van deze wereld zijn. Op dit stoere referaat volgde een geani meerde bespreking. De afdeelingsvergadering werd besloten met een opwekkende rede van Ds. H. A. M u n n i k, van Zwolle, over De greep naar de macht. In zijn inleiding wijst spreker er op, dat do greep naar de macht een algemeen m:n- schelijk verschijnsel is, dat men waarnemen kan op maatschappelijk en staatkundig ge bied en in de verschillende levensgroepen. Eenerzijds voelt men er aanstonds iets zon digs in, anderzijds iets, dat niet behoeft te bevreemden. Die verloren gaan toch worden voor goed uit de macht gestoo'cn cn die zalig worden, ontvangen kronen en zullen nis koningen hecrschen. Ook lezen we, dat Christus macht ontving om op aarde de zon den te vergeven. Komende tot de behandeling van 't onder werp „de greep naar de macht" wijst hij: 1. op het niet bevreemdende, daar de mensch bij zijn schepping geroepen werd tot heer schappij. Adam was cultuurmensch en had een machtspositie. 2. de zonde is een greep naar macht, die een mensch niet toekomt. De zonde stoot den mensch uit zijn machtspositie, hem door God bij zijn schepping geschonken. Maar die zelfde zonde als een macht do? verderfs doet nu den mensch altijd weer grijpen naar de macht. Zijn aard werd verdorven, maar zijn wezen bleef. Bij zijn greep naar de macht grijpt hij naar het onmogelijke cn wordt een spetkoning. Zoo staat heel de wereldbewe ging in het tecken van die dwaze greep naar de macht. Het einde van deze bedeeling is dan ook een greep naar de macht door den mensch der zonde. 3. Die zonde moet eerst weggedaan, zal de mensch weer in zijn koningsschap kunnen hersteld. Daartoe kwam Christus met de macht om op aarde de zonde te vergeven, welke machtsopenbaring meebrengt een fn beginsel wegnemen van den vloek en de herstelling in Gods beeld. De genezingswon- deren zijn daarvan profetie. De redding der wereld ligt dan ook alleen in gehoorzame onderwerping aan den Christus en het dee len in zijn macht om de zonde te vergeven. 4. Wie aan die vergeving deel heeft, wordt weer in de macht hersteld. Zijn kroon ligt klaar, door het geloof moeten ze grijpen naar de macht. Met vergeving der zonden is een geloovige niet tevreden, hij staat naar de volle vervulling van zijn levensroeping. Hij zoekt het koninkrijk van Gods genade PROV. BONDSDAG Z.-HOLLAND Men schrijft ons: Uitgaande van de Provinciale Commissie van Zuid-Holland van het Nedenlaindsoh Jongelings Verbond werd op 2den Paasch- dag in den N. Bad'kapel te Soheveningen de jaamlijiksdhe Provinciale Bondsdag geJiou- Het fraaie kerkgebouw was bijna geheel gevuld toen de voorzitter vain genoemde commissie, de heer J. A. Amesz, de mor gen vergadering opende met het laten zin gen van Lied 109 uit den Bondsbunidiell. Nadat Ds. A. Ofennga van Sohèveningen Gods zegen over het samenzijn had afge smeekt, vertolkte het Jeugdd.ienstkerkkoor onder leading van den heer Paul Pul op sohoone wijze „Gebed" ven Fr. Abt. Hierna sprak Ds. Oferinga een wij dingswoord, naar aanleiding van Lukas 24 vs. 5 en 6. De vrouwen op den Paaschmaorgen, zoo zeid-e spr., zochten een dooden Heiland. Ook thans nog doen vele Christenen zulks. Treft de vrouwen eendg verwijt, dat zij 's Hei lands woorden niet beter verstaan hebben, niet minder treft dit verwijt hen, die ven jongsaf aan bekend zijn geweest met het Evangelie. De vrouwen zijn uitgegaan om een doode te zoeken doch worden gevon den door den levenden Heiland. Op tref fende wijze paste spr. dit toe op zijn toe hoorders. Het Jeugddienetkerkkoor zong daarop: „Christus heeft overwonnen" van J. S. Ba oh. Nadat gemeenschappelijk gezongen was P. Gaz. 143 vs. 9 en 10, richtte de voorzitter woorêen van welkom tot de aanwezigen, het bizonder tot Dr. J. G. Leibbraadt van Amsterdam en den heer H. F. C. M u s c h van Biggekerke, beide sprekers voor dezen dag. Namens de afdeeding Scheveningen sprak de heer Ja c: den Duik Jr., voorzitter dezer af deeding, een welkomstwoord, die aan herinnerde, dat momenteel op elf plaat een in ous land bet Verbond bij eLkaa; komt Hij uitte zijn vreugde over het feit dat zoovele jongeren nog bijeen willen ko men om zich achter den Heiland te scharen. Het kerkkoor zong daarop weder een tweetal lied-eren, waarna Dr. J. G. Lei fa- brandt, oud Vice-Voorzitter van het N. J. V. het woord voerde over het onderwerp: „Wij moeten véél, wij mogen véél, wij kun nen véélals we maar durven. „Wij moéten véél; im deze woorden Ligt een plicht opgesloten. Grijp moed, zegt spr., en wordt een strijder in de kracht van Uwen Heer waait naar Christu6 heeten wij Christenen. Door verschillen/die oorzakien, 6peciaal de groote oorlog, is het treurig gesteld met onze cultuur en dreigt deze zelfs ten onder te gaan. Zeer ten onrechte krijgt het Chris tendom vaai veel dat dn on-ze wereld ver keerd is, die schuld. Er is evenwel bij veel Christenen te veel berusting, als het schen dingen van het recht betreft Het is echter erger als Christenen trachten in den weg te gaan staan als ernstige pogingen wor den aangewend tot herstel van onrecht er handhaving van recht Toen bijv. enkele maanden geleden -een aantal Christelijke Jeugdorganisaties tot Christelijk Nederland een oproep richtten om op 2 Februari jjl. een bidstond te houden voor het werk dei Ontwapeningsconferentie te Genève, werd daartegen van zekere zijde scherp geageerd en li-et men voorkomen of ontwapening fc' strijd met Gods Woord zou zijn. Alsof ooit oorlogstoerusting op grond van den Bijbefl te verdedigen zou zijn. Gretig signaJeerde de liberale en roode pens dergelijke uitin gen, die slechts dienen ora het Christendom in de oogen der wereld naar beneden te halen. Wij moeten getuigen els jongenen van Christus en ieder zwijgen als wij spre ken motten, is Mammonidienst en belem mert den juieten kijk op het Christendom." Uit de thans 79 jaar oude Parij6che basis, de grondslag van het werk van het N. J. V. trekt spreker drie consequenties. le. De leden van het N. J. V. willlen zich in het persoonlijk leven gedragen als jon geren van Christus. 2a Zij wiilflen het koninkrijk dat met hun Meester i-n de wereld gekomen is, uitbreiden onder de jonge menschen d-ie zij ontmoeten. 3e. Geen veneohiil van meening over ker kelijke, staatkundige of maatschappelijke vraagstukken mogen scheiding brengen in de eenheid der leden van het N. J. V. „Wij moeten het aandurven met den sterken Held, de velden zijn wit om te oogsten. O komt Heer Jezus kom met spoed En maak Uw volk bereid O Levens vorst voltooi Uw werk En toon Uw heerlijkheid." De voorzitter bedankte Dr. Lelb- brandt voor zijn boeiende rede en sl-oot, nadat gezongen was Lied 135, de vergade ring. De middagvergadering. Om half drie werd de bijeenkomst her opend met Lied 89 en verwelkomde de Voorzitter Ds. J. K. F. Mantz van Char ta-is en Mej. C. Tolk, benevens het Man- dolinegezeleohap der Scfaevemimgsche C. J. M. V. onder leiding van den heer A. L. W. Voerman. Mej. C. Tolk speelde met orgellbegeflei- dting van Mej. C. van der Vlies, een drietal viooletukken, welke een aandachtig gehoor vonden. Vervolgens hielkl Ds. Mantz een -rede tot heerschappij te brengen in het koninkrijk der heerlijkheid. 5. Zoo moet het christelijke leven een oefenschool zijn om te leeren grijpen naar het wit tot den prijs der roeping Gods. Daar toe is noodig kennis van de openbaring Gods, die de zondige greep naar de macht stelt in het juiste licht en de redding der wereld ons doet zien als herschepping. Voorts kennis van de geschiedenis, die ons leert kennen den geweldigen strijd van de macht der zonde tegen de heerschappij der genade. Ook kennis van het maatschappe lijk en staatkundige leven, om de stroomin gen te leeren onderscheiden ten kwade en ten goede. Voorts kennis van kerk- en zen dingsgeschiedenis, om te zien, dat God in de wereld zijn kerk geplant heeft om de genade heerschappij te doen voeren over de zonde. Voor onze jeugd is dan de Geref. J.V. een uitnemend hulpmiddel om tot dien strijd toe te rusten. Men gebruike dit middel niet ver keerd. Niet als een greep naar de macht in zondigen zin. Maar deelend in het vruchtge volg van Christus' macht om op aarde ae zonde te vergeven, zoeke men weer in te gaan tot de levensroeping om te grijpen naar - do kroon. De uitnemend geslaagde bijeenkomsten i werden na het zingen van Ps. 9S 4 door Ds. H. A. Munnik met dankgebed beëindigd. over Christus en de wereld. Op uitnemende wijze teekende spr. de tuudddge wereld, haar chaotische verwar ring op velerlei terrein. „Zal zij nog verder wegzinken. De tegenwoordige 6feer van vrees en wantrouwen is weinig geschikt voor een gezonde ontwikkeling der verhou dingen. Ook aan problemen is deze wereld rijk. Spr. noemt het probleem der werke loosheid en wees op de 6terk demoralisee- rende gevolgen daarvan. Wat moet i-k n.u doen met deze wereld en Christus? Op on dubbelzinnige manier toonde de wereld dat zij voor Christus geen plaats heeft. Toch heeft zij Ilem nu meer dan ooit noodig. De conclusie van de Sinclair in zijn „Men noemt mij timmerman", nil. dat de plaats voot Christus alleen maar i-n de kerk is, i6 ten eenenjmale onjuist Als ileden van het N. J. V. hebt gij zijn ideaail uit te dragen bot de wereld, op U rust de plidbt dat tot werkelijkheid te maken." Uitvoerig werd de huidige crisis belicht, eveneens heA ideaal van het socialisme van den toekomstigen heilstaat. Spr. eindigde dan met op overtui gende wijze aan te toonen dat alleen Chris tus in dezen bitteren nood, uitredding kan Zeer verdienstelijk bracht het Mandoline gezelschap den een aantal nummers ten gehoore die een langdurig applaus oogstten. De laatste spreker, de heer H. F. C. Musch van Biggekerke vroeg zioh af: „Wat is ons antwoord op al het gesprokene op dezen Bondsdag? Is het een volmondig je? Jezus heeft eenmaal op de vraag van Zijn Vader, j a gezegd, nJ. op Golgotha, en zijn voorbeeld zij ons ter navolging". Spr. haalde voorbeelden aan uit de geschiedenis van menschen die ja gezegd hebben im hun leven en tot groote zegen werden van ande ren. „Jezeggers heeft onze wereld noodig. Nu ds het de tijd voor ons die ja willlen zeggen op Gods wil, op Gods Woord." Nadat gemeenschappelijk gezongen w-as: Is het niet waarbracht de voorzitter da-nik aam aiilen diie op dezen Bondsdag door woord en daad medewerking verleenden. De vergadering werd daarop gesloten. BOND VAN NED. HERVORMDE JONG. VEREEN. OP G. G. ALGEMEENE VERGADERING Gisteimiddag werd te Rotterdam in het gebouw „De Eendracht" aan den Goudsche- weg de algemeene vergadering gehouden van de prov. afd. Zuid-Holland van den Bond van Ned. llerv. Jong. Vereenigingen op Geref. Grondslag. De voorzitter, de heer M. Noteboom, van Gouderak, opende met gebed en las daarna Lukas 24 vs. 15 tot 35, om vervol gens de aandacht te vestigen op de groote j beteekenis van het Paasclifeest Naar aan- leiding van het gelezene stelt spr. de vraag j of de Goddelijke waarheden wel deugdelijk j onderzocht worden. Te veel wordt het naar- j 6tig onderzoek van de Schrift verwaarloosd, ook in het vereenigingsleven. Ds. R. Bartlema, van Zeist, was door droe ve omstandigheden het overlijden van zijn zoon verhinderd te rcfereeren. De vergadering verzond een telegram van deel neming aan de familie Bartlema. De secretaris- de heer A. Smit, van Dord recht. brengt verslag uit over het vcreeni- gingsleven, de landdagen, de bestuursfunc ties enz. De penningmeester, de heer T. J. Kore- vaar, van Alblasserdam, geeft een finantieel overzicht, waaruit blijkt, dat een belangrijk grooter batig saldo dan vorig jaar geboekt kon worden. De ontvangsten van de afdee- lingskas bedragen 1217.22% en de uitgaven f 176.29%. Ds. G. J. Koolhaas, van Charlols, her innert aan het droeve verlies, dat Ds. Bart lema heeft getroffen, om vervolgens, naar aanleiding van Joh. 20 vs. 13 het licht te werpen op de verschijning van Jezus aan Maria Magdalena, die zooveel aan haar Heiland te danken had en met zooveel ban den aan Christus verbonden was. Spr. beschrijft, hoe Maria Magdalena haar Heere zocht en vond en hoe Jezus de tra nen en droefheid van Zijn kinderen weet en stilt. De groote, machtige liefde tot Jezus bleek uit het antwoord van Maria Magda lena óp de vraag: Vrouw, waarom weent gij? „Zij hebben mijn Hecre weggenomen." Compromis ol Isolement? Spr. wijsl op de beteekenis van het ant woord van Maria voor het kerkelijk leven, waar van menige kerk gezegd moet worden, dat de Heere is weggenomen. In dit ver- uand herinnert spr. aan de gevallen in St. Annaland en Oudemirdum, naar aanleiding van het vrouwenkiesrecht in de Ned. Herv. Kerk en aan de Lenin-verheerlijking van een predikant in N.-Brabant. De Synode is bezig onzen Heere buiten de Ned. Herv. Kerk weg te nemen. Tegen dit streven wil een com promis van ethischen, confessioneelcn en ge- reiormeerden komen tot kerkherstel. Spr. is van meening, dat een dergelijk compro mis op schade voor de Kerk moet uitloopen. Ten slotte zou spr. dan vreezen voor een druk onder de ethischen. Spr. beveelt daar om het isolement aan en wijst er op, dat daarvoor noodig is een stage studie van Gods Woord en van de belijdenisgeschriften, doch bovenal is van gewicht, hoe wij staan tegenover den Christus. Ten tweede is noo dig het bepalen van ons standpuul tegen over onze Kerk- wat spr. nader toelicht, daarbij wijzend op de noodzakelijkheid van droefheid over onze Kerk. Spr. toont aan, dat een uitgaan uit de Ned. Hen'. Kerk ongeoorloofd is en dat er gewerkt moet worden met de Geref. begin selen. fn het isolement van ons bidvertrek licht onze kracht, aldus besluit spr., clie naar aanleiding van eenige vragen zijn standpunt nog nader toelicht. Na rondvraag en het zingen van Psalm 73 vs. 3 gaat Ds. Koolhaas in dankzegging voor. Gedachten wisseling. Inzonderheid wordt stilgestaan bij een eventueel samengaan met de ethischen, om te komen tot Kerkherstel. Ds. Koolhaas wil van een dergelijke samenwerking niet welen en wijst erop. dat het gevaar van ethische zijde nog grooter is dan van modernen kant. Slechts gradueel verschillen de ethischen van de vrijzinnigen, gelijk niet ten onrechte eens door een modern predikant is opge merkt Spr. kan het niet anders inzien dan dat een dergelijke samenwerking ten nadeele moet zijn van de Ned. Herv. Kerk. Naar aanleiding van de vraag, welk stand punt men moet innemen ten opzichte van de handhaving van de tucht in de Ned. Herv. Kerk, merkt spr. op, dat deze niet ten eenen- male ontbreekt. Echter, gehoord en gezien de gevallen, welke zich op dit gebied voor doen, ontbreekt er naar Geref. beginsel ont zaglijk veel aan, wat nader wordt toegelicht. Stilgestaan wordt bij de jongste regle mentswijziging, om aan de geestelijke zorg van de minderheden in de Ned. Herv. Kerk eenigszins tegemoet te komen. Hiertegen moest spr. zich ten zeerste verzetten. Op den kansel in de Ned. Herv. Kerk mag geen plaats zijn voor den moderne, ook al zou deze reglementswijziging in het voordeel zijn van hen, die de Geref. beginselen belijden. Spr. zet zijn standpunt inzake het vrou wenkiesrecht in de Ned. Herv. Kerk uiteen, ook naar aanleiding van eenige desbetref fende vragen. Gevraagd wordt nog, hoe te handelen bij de samenstelling van een kie zerslijst, waarop spr. antwoordt, dat dit voor verantwoording van de Synode is. Ten slotte wordt door spr. er op gewezen, dat het Ned. Herv. Verbond tot Kerkherstel niet zal brengen hetgeen men er van ver wacht In verband hiermee herinnert spr. er aan en verwijst er naar wat Prof. Dr. Hugo Visscher tegen een en ander heeft aan gevoerd en ingebracht. Zooals reeds eerder is medegedeeld, werd op de laatstgehouden algemeene bestuurs vergadering besloten een week-end te orga- niseeren. Wij vernemen thans, dat een en ander definitief is geregeld en bepaald op Zaterdagmiddag 30 April tot Maandagmor gen 2 Mei a,s. De plaats der conferentie is ,De Burcht" te Den Dolder, van de stichting „Luthersch Buitencentrum". Het doel dezer conferentie is onderling contact van kunstenaars op onderscheiden gebied te bevorderen en de algeheele betee kenis der kunstbeoefening te belichten. Het programma vermeldt o.m„ de volgen- do lezingen: „Protestnntsche Kerkbouw in dezen tijd" door den heer A. Kool, architect; „Belijdenis in de Schilderkunst", door den heer E. R. D. Schaap, voorzitter van St. Lucas; „Indivi dualiteit in de Muziek", doer den heer G. van Ravenzwaay, muziekreferent; en „Pers pectieven in de Christelijke Literatuurbewe ging", door den heer P. H. Muller, essayist De ochtendwijding op Zondagmorgen zal op 1 Mei worden geleid door Z.Exc. Minister van Staat Dr. J. Th. de Visser, voorzitter van het eere-comité. De leiding van het ge heel zal berusten bij den voorzitter van het Christelijk Kunst-Verbond, prof. dr. J. de Zwaan uit Leiden. Men vezoekt ons er nog de aandacht op te willen vestigen, dat de prijs voor deelneming uiterst laag gesteld is, zoodat dit geen be letsel behoeft te zijn zich als deelnemer(ster) op te geven. De heer G. den Broeder, Hoogeweg 50a, Amsterdam-O., secr. van het verbond, is tot het geven van inlichtingen bereid. SAGEN UIT HET OUDE GELRE. In i mooie reeks van Thieme te Zutfen verscheen een nieuw deel „Sagen en Spro ken uit bet Oude Ge're". Dit royaal uitge voerde. met schitterende, gekleurde en zwar te platen van Willem Backer versierde boek. ontstond uit de gelukkige samenwerking van twee mannen, die zich met hart en ziel aan hun mooie, maar moeilijke taak hebben gegeven: J, A. Slempkes, die het boek heeft geschreven en Alb. Oltmans, hoofdcommies tij het Rijksarchief van Gel derland. die het noodige archiefwerk ver richtte. Gelukkig noemen wij deze samen- wei king. immers, wie sagen en legenden verhaalt, moet teruggaan in de geschiedenis om zooveel mogelijk de eerste vormen en teksten te achterhalen. Door bestudeering •an het zoo verkregen materiaal, dooi ver-1 J. A. SLEMPKES gelijking er van. was het de heer Slempkes mogelijk de verhalen te zuiveren van aller lei bijmengselen, die er later ingeslopen wa- Het materiaal, dat Oltmans, uit hoofde van zijn ambt, bij kon brengen, doet „Sa gen en Sproken van het Oude Gelre" rusten op vaste historisohe grondslagen. De verzameling waarvan thans nog slechts het eerste deel verschenen is, geeft een 45 tal Geldersche sagen, zooveel moge lijk uit alle streken van het gewest, zoonis: De kruisheer van de Ne velhorst. De zwarte vrouw van Staverden. Het steenen huis van de Klingelbeek, De witte wiven van Lochem, de Brandende berg van Nunspeet, Gerhard van Teisterbant, enz. Na iedere sage wordt ter afwisseling een korte overlevering of anecdotisch fragment gegeven, met kleino letter gedirukt. Reeds van meerdere deelen der Sagen en Legenden-reeks hebben wij een min of meer uitvoerige bespreking gegeven. Het is een soort lectuur, waarvoor wel belangstelling schijnt te bestaan, en welke deze belang stelling ook zeer wel verdient. Immers, men vindt in de oude sproken vaak heel wat te rug van het verborgen leven van het een voudige. onontwikkelde volk. men vindt hier en daar in die verhalen de verklaring van namen van personen, plaatsen en ge beurtenissen, die men uit andere bronnen vergeeft zoekt, in de meeste dezer oude ver halen leeft ook volkskunst. Doch zal deze kunst, die soms erg primi tief is. maar toch niet minder echt en zui ver. in het gestvloerde verhaal der sagen en sproken tot uiting komen, dan moot de man, die ze vertelt, zelf de fluistering die In de legende is, verstaan hebben, een kin derlijk gemoed bezitten, waarmee hij invoe- ROFFELRIJMEN. Zoo niet «rachillende kaï Holland is een klein maar fijn land En je bent er reuzevrij, Zelfs al maak je kromme sprongen Als een veulen in de wei: Je mag hier van alles zeggen En je mag van alles doen, Je mag door ons landje loopen Oo één klomp en ééne schoen, En je mag op Zondag sporten (Wat in Engeland niet mag) Ook al heb je hier de blije, Vrije halve Zaterdag. Je mag werken hier, en staken Nee! werk staken mag je wèl, Maar wie werkt als er gestaakt wordt Staat, in sporttaal: buiten spel! Niet. dat iemand zal beletten Als je w er kt in staking stijd; Dat zou in flagrante strijd zijn Met collegialiteit; Doch je moet je wel bedenken, Veelgeprezen kameraad: In zoo'n tijd liggen de steenen O zoo losjes Ï7i de straat; En je ruiten breken eerder Dan ze dat gewoonlijk doen; En er zit veel voetbalneiging In de stakersiverkmansschoen En het kan ook wel gebeuren. Dat een staker-kameraad Zich, zijns ondanks, bij vergissing Aan een arbeider misgaat. Ja, daar ben je voor in Holland: Je bent vrij, vrij ais een visch Tot je aan de grens komt, die er. Aan de vrijste vrijheid is Stakingsrecht kan stakingsplicht zijn, Maar het gaat bij ons niét aan Om met waapnen der barbaren Stakingsgeest erin te slaan. Daarom: wacht je voor de bonden VFaar de knok geest wordt gekweekt, Die zich in de stakingsdagen In handtastlijkheden wreekt. (Nadruk verboden LEO LENS. len kan in tijd en gebeurtenissen, die hij verhaalt en bovenal hij moet in zich iets hebben van de middeleeuwsohe sprookspre- ker, die met droomerige, tastende woorden sfeer en kleur weet te geven aan de mooie, maar vaak toch vreeselijk onlogische ver tellingen. i Zulk een man blijkt Slempkes te zijn. Een uitstekend verteller, met een frissdha, origineele stijl, die meegenieten doet van de rijkdom van menschelïjkheid en oorspron kelijkheid, welke sommige der oude spro ken bevatten. De meeste sagen en sproken ontstonden! In de middeleeuwen en de daarbij aanslui tende periode, een enkele vinden wij ver meld uit het begin der vorige eeuw. Verwonderlijk hoelang ten platteland® allerlei bijgeloof zioh heeft weten staande te houden en hoe sluwe lieden met heksen- bezwering e.d. nog betrekkelijk kort gele den aardige bedragen aan hun medeanen- schen wisten te „verdienen". Langzamerhand slechts geraakte men over tuigd dat de duivelsche werking van het aankijken van een boos oog, kwaadwillig de hand drukken, op de schouder tikken of over 't hoofd strijken, enz. slechts op inbeel ding berustte en dat het krakend steunen van de eikenstammen, het krijschen van schorre kreten door de stormdennen diep in do nacht niets te maken had met allerlei de mensch slecht of goedgezinde wezens. Wonderlijk is het, zich eenige uren terug te leven in de mentaliteit en gedachten- sfeer van onze voorouders, mee te vreezen hun angsten, zich mee te verblijden met hun kinderlijke vreugden. Die mensch van. toen verschilt in «vezen toch maar weinig vnn die van n u. Fluisteringen, angstge- dachten, boeldingsgaven, bijgeloof. Angst en hoop liefde en haat Fluw en wreed waren veelszins de lieden vnn vergane geslachten daar buiten in bos- schen en velden, waar de meeste sproken ontstonden tcin.dden van een vaak even ruwe natuur. Maar sterk en onverwoestbaar leefde oolc in dc primitieve en superstitieuze massa het besef van een wrekende gerechtigheid. Het gaat in de wereld van de primitieve mensch toe. gelijk in die van het kind: het kwaad wordt gestraft, moge ook lange jaren het onrecht scl.rr.laar zegevieren. het goede vindt zijn hrk.cning. „Uit de vreemde, soms dwaze, maar dik wijls toch sthoone fantasieën onzer vroegst- bekende voorouders aldus Slempkes spreekt als een noodkreet, „de profundis", de moreelc lendentie van een kinderlijk stijgverlangen. dat zich door een stoffelijke verklaring der geestelijke bevindingen geens zins bevredigd richt, en in de gedachteschep ping van het volksverhaal een verheelde vol doening zoekt voor de pijnen van geschon den recht". Terecht, met dat inzicht moet men sagoni lezen. STEMMEN DES TIJDS Maart 1932. Dr. G. van der Leeuw herdenkt Goethe; „Wanneer ik geen Christen was .zou ik geen „Goethinan" willen zijn, maar ik zon iets van zijn geest willen hebben, van alen - geest, die „immer strebend sich brmüht". Dr. H. Schokking toetst Ankers Larsen's op. vattingen van Duurzaam geluk aan het Evangelie. P. A. Wansink verhaalt Crisis-curiosa uit vroeger tijd. Drs. H. G. Funke besluit zijn studie over Israëlitische Psychologie. II. J. van Gelderen schotst het korte leven van Julius Willem Bilderdijk het eerste kind van Mr. Willem Bilderdijk en Catharina Schweickhart. Dr. C. Taze- laar geeft een uitgebreide Boekbespreking. Tot 6lot Leestafel. Stemmen des Tijds. maandblad voor Chris tendom en Cultuur staat onder redactie van Dr. W. J. Aalders, Mr. A. Anema, Dr. H. Colijn, Dr. P. A. Diepenhorst, J. C. van Dijk, Dr. C. Gerretson, P. J. Molenaar, Dr. A. A. v Schelven, Dr. J. R. Slotemakor de Bruine, Dr. C. Tazelaar en Dr. B. Wielenga. Het is een voornaam, hoogstaand tijd schrift, dat zich reeds twintig jaar lang terwijl zoovele andere peiodiekon kwamen en verdwenen heeft gehandhaafd cn een be langrijke uiting is van het cultureele en godsdienstige, staatkundig» en sociale leven in Christelijke kring. ij hopen geregeld de inhoud van dit tijdschrift, dat uitstekend uitgegeven wordt door G. J. A. Ruys te Zutfen, te vermelden en literaire artikelen van belang uitvoeriger te bespitsken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 11