Van en over de Ontwaoeninqs-
Conferentie
maandag 21 maart 1932
Derde blad pag. 9
METPASCHEN NAAR HUIS
BESPREKINGEN DIE VAN
LANGEN DUUR ZULLEN ZIJN
VI
De Ontwapeningsconferentie zal, voor den
tersten keer tijdens haar bestaan, gedurende
enkele weken uiteengaan. Er aullen er zijn,
die wellicht glimlachend vragen of zij reeds
!ang genoeg bijeen is geweest en zeer zeker
of zij genoeg belangrijken arbeid heeft ver
richt om reeds vacantie te verdienen!
Men verlieze daarbij niet uit het oog, dat do
duur der Conferentie lang zal zijn; wellicht
nog langer dan men hèeft voorspeld, omdat
er reeds stemmen zijn, die weten mede te
deelen, dat deze duur die van het kalender
jaar 1932 zal overschrijden. Wanneer men
zich herinnert het lijstje van vraagstukken,
dat alleen reeds aan de algemeene en de po
litieke Commissie is voorbehouden, zal men
begrijpen, dat de Conferentie nog lang niet
kan uiteengaan. Wanneer men daarbij be
denkt, dat het ontwerp-Loudon, dat toch de
omlijsting is van het werk der Conferentie,
geen enkel cijfer bevat, en dat het nu een
maal bij vermindering van bewapening op
cijfers aankomt, zal men de noodzakelijkheid
van dezen langen duur inzien. Bijkans tevo
ren heeft de Conferentie erkend, bij monde
van het ontwerp der Commissie-Loudon, dat
maatstaven van gelijken aard tusschen de
verschillende landen niet zijn aan te leggen;
dat men slechts verschillende perioden van
eenzelfde land kan vergelijken en dat men,
teneinde tot definitieve cijfers te komen,
eenvoudig voor elk land op zichzelf die cij
fers zal moeton invullen. Houdt men daarbij
.rekening, dat er een 20 of wellicht meer ta
bellen zijn, die zoodanige invulling van cij
fers verlangen, wel, dan is alleen daardoor
de lange duur der Conferentie reeds ver*
klaard.' Zij zal dan echter niet steeds in
pleno behoeven te zitten; slechts de deskun
dige Commissiën zullen bijeen behoeven te
zijn, en de vooraanstaande leiders der dele
gaties zullen zich dan aan de aangelegen
heden, die hen thuis wachten, kunnen wij
den.
Eén ding staat vast: Zoodra de Ontwape
ningsconferentie op 11 April haar werkzaam
heden hen-at, zal zij voor de oplossing van
belangrijke, bijkans de belangrijkste vraag
stukken der Conferentie staan. Op voorstel
van den Amerikaanschen ambassadeur Gib-
con heeft toch de algemeene Commissie be
sloten, dat dan een tweetal vraagstukken
door haar in behandeling zullen worden ge
nomen, eenerzijds de Fransche veiligheids-
voorstellen, die de vorming van een politie-
!eger omvatten, en anderzijds de gelijkge-
rechtigheid inzake vermindering van bewa
peningen, door Duitschland voorop gesteld.
Dat zijn twee vraagstukken, die geenszins
geacht kunnen worden tegenover elkander
4e staan; die integendeel bij beider bevesti
gende beantwoording, evenwijdig zouden
kunnen loopen. Maar beide zijn van een zoo-
danig gecompliceerd karakter, dat het de
vraag moet heeten of men tot een oplossing
zal komen.en zoo ja hoelang dit zal duren
on tot welke consekwenties het voor den ver
deren gang van zaken zal lelden. Intusschen
is in de Conferentie het eigenlijk werk reeds
begonnen. Ondanks het feit, dat de buiten
gewone Assemblée van den Volkenbond in
zake het Chineesch-Japansche conflict nog
bijeen was en feitelijk nog steeds bijeen is,
al heeft zij haar werkzaamheden aan de
Commissie van negentien overgedragen,
heeft niet alleen de algemeene Commissie
der Ontwapeningsconferentie haar werk
zaamheden hervat, doch zijn de diverse Com
missiën, die er zijn resp. voor: 1. de mili
taire, 2. de maritieme, 3. de luchtmacht, 4.
de budgetaire, en 5. de politieke vraagstuk
ken met den arbeid begonnen. Dat het over
zicht van de indeeling der vraagstukken,
door Benesj namens het Bureau der Confe
rentie overgelegd, geen overbodige weelde
vormde, bewijst reeds dadelijk de gang van
zaken ten aanzien van het vraagstuk eener
zijds, van de internationale controle, waar
onder de burgerlijke luchtvaart volgens de
Fransche voorstellen zal worden gesteld en
over geheel de afschaffing van het militaire
luchtwapen anderzijds, waartoe eventueel de
Conferentie op grond van Duitsche, Italiaan-
sche en andere voorstellen zou kunnen over
gaan. De vraag, die de Luchtvaartcommis
sie, welke onder leiding van den bekwamen
Spanjaard de Madriaga staat, had te behan
delen, was deze of zij aan het werk zou kun
nen gaan zonder vooruit te loopen op de be
slissing, door de Algemeene Commissie over
de voorspellen tot algeheele afschaffing van
de militaire luchtvaart te nemen. Duitschera,
Engelschen en Italianen wilden, dat de Com
missie een afwachtende houding zou aanne
men totdat de algemeene Commissie over dit
denkbeeld in principe zou hebben beraad
slaagd; duidelijk kwam hun begrijpelijk
streven uit om de beraadslagingen in de Al
gemeene Commissie niet door technische on-
derdeelen of opmerkingen van de hoofdzaak
te doen afleiden; de Franschen daarentegen
wilden, dat, zoo de Commissie dit vraagstuk
technisch zou aanvatten, zij tevens het Fran
sche voorstel tot internationaliseering van
de luchtvaart onder handen zou nemen. Ver
moedelijk, omdat zij voorziet, dal tegen dit
voorstel zooals het daar ligt, de beperkende
bepalingen van de tractaten van Versailles
c.s. ten aanzien van de militaire luchtmacht
der vroegere Centrale Staten zullen worden
uitgespeeld. Een compromis werd slechts op
deze wijze gevonden, dat een Redactie-com
missie werd aangewezen om een lijst van
zuiver technische punten op te stellen, die
onmiddellijk onder handen konden worden
genomen. In zooverre werd het Duitsch-
Engelsch-Italiaansche standpunt reeds aan
vaard, dat deze Commissie opdracht kreeg
om na te gaan in hoeverre de Luchtvaart
commissie door technische besprekingen
over enkele onderdeden In de vraag van af
schaffing der militaire luchtvaart en inter
nationaliseering der burgerlijke luchtvaart
de besprekingen op dat punt der Algemeene
Commissie kan bevorderen en vergemakke
lijken, waaruit vanzelf reeds volgt, dat een
algemeene bespreking van deze beide punten
voorloopig niet tot haar competentie word;1
gerekend. Het oordeel van de ingestelde sub
commissie heeft deze zienswijze bevestigd.
Maar daarna bleek, dat het bureau der alge
meene Commissie het niet met de Lucht
vaartcommissie eens is. Het Bureau stelde
een resolutie voor om de Luchtvaartcommis-
sio uit te noodigen althans over de prakti
sche mogelijkheid van het internationalisce-
ren der burgerlijke luchtvaart haar oordeel
uit te spreken. Dit voorstel is door de alge
meeno Commissie aangenomen, met uitzon
dering van de Russische stem, omdat Rus
land in de bemoeiingen van de Ontwape
ningsconferentie met de burgerlijke lucht
vaart slechts wil toestemmen onder voor
waarde van een voorafgaande afschaffing
van den luchtoorlog. Men ziet het, dat reeds
de procedure hetgeen volkomen begrijpe
lijk is tal van moeilijkheden opwerpt
Voor Nederland van belang was zeer zeker,
dat het in de subcommissie der Luchtvaart
commissie een zetel kreeg toebedeeld, juist
met het oog op de erkend groote belangen,
die Nederland bij de burgerlijke luchtvaart
heeit
De militaire Commissie noch de maritie- j
me kregen reeds dadelijk vragen van bctee-
kenis te behandelen. De militaire, dia ouder I
oorzitterschap van den heer van Lanxchot j
vergaderde, is uitgenoodigd om het begrip
van effectieven nader te omschrijven, aange
zien de interpretaties van verschillende Re
geeringen op dat punt uiteenloopend rijn.
De maritieme Commissie liet een vertrouwe
lijke bespreking tusschen de delegaties der
landen, die bij uitstek bij vlootverniindering
zijn betrokken, aan de algemeene discussie
voorafgaan. Ook zij had zich uit te laten
over een juiste omschrijving van het begrip
effectieven.- Zij slaagde er echter in he. eerst
van alle andere Commissiën te komen tot de
vaststelling van den tekst van een eerste ar
tikel, dat uit het ontwerp der Commissie-
Loudon, bevattende de bepalingen, dat de
Staten zich verbinden geen oorlogschepen to
verkrijgen, te bouwen of te laten bouwen van
een grooter waterverplaatsing of toegprust
met een grooter kaliber geschut dan in hel
eventueel aan te nemen verdrag als geoor
loofd wordt verklaard. Enkele amendemen
ten werden tijdens de discussie ingediend,
een van Russische zijde, betrekking hebben
de op aankoop of bouw in het buitenland
van zoodanige niet geoorloofde schepen; een
••an Spaanschen kant, ondersteund door den
NederlandseV-n gedeleg* rde Surie, ten aan-
uen van het rerht tot verbanning van oor
logschepen, die een bepaalden leeftijdsgrens
hebben overschreden, wels amendement nng
voider in behandeling zal ko.nen; een van
Engelsche zijde, dat do niot onbelangrijke
bepalingen uit het Verdrag van Washington,
krachtens welke een Staat, geraakt hij in
oorlog, geen recht heeft de op zijn gebied voor
rekening van andere landen in aanLouw
zijnde schepen zelf te gebruiken, voor do
nieuwe overeenkomst wil doen vervallen. Ge
lukkig kantten zich de overige deelhebbers
aan het Verdrag van Washington: Amerika,
Frankrijk, Japan en Italië krachtig tegon het
aannemen van een dergelijk voorstel. Zij toch
redeneeren terecht, dat opheffing van die be
paling de grondslagen van het Verdrag van
Washington aantast. Voor de overige Staten
Is het zeker niet van belang ontbloot om te
weten, dat een ander land, vooral indien in
dat land groote werven aanwezig zijn, zich
geen grooter vlootcapaciteit kan toeëigenen
door middel van beslag op voor het buiten
land gebouwde oorlogsschepen. Of, zoodra een
oorlog is uitgebroken, van de naleving vaD
een dergelijke bepaling veel terecht zal ko
men, moet nader worden afgewacht.
Van belang is 't ook, dat door de Nederland
sche delegatie bij monde van Prof Moresco,
die ln do maritieme Commissie als Indisch
deskundige zitting heeft, de wenschelijkheid
is verdedigd om aan de groote schepen
een langeren leeftijd toe te kennen. Het
spreekt vanzelf, dat dit een bij uitstek tech
nische zaak is, maar verdragen als die van
Washington en Londen stellen een mini
mum voor den levensduur vast, en eerst
daarna Is het den Staten geoorloofd zulke
schepen door andere te vervangen. Gaat
men nu in werkelijkheid op het Nederland-
sche denkbeeld in, en verhoogt men dit mini
mum, dan gaat men, zonder van iets afstand
te doen. reeds in de richting van verminde
ring der uitgaven, terwijl men tegelijkertijd
bereikt eene ontspanning. Immers, de steeds
korter levensduur, die in den loop der jaren
aan de groote schepen is toegekend, ver
scherpt den wedloop der bewapeningen. Een
schip toch is tegenwoordig nog niet van
stapel geloopen. of reeds zijn de deskundi
gen bezig aan de sterk verbeterde plannen
voor een nieuw schip, uitgelokt door de con
currentie van andere zijde. Uit voorstellen
als deze ziet men, dat de Ontwapeningscon
ferentie, al zal zij eventueel in de groote
lijnen niet alle verwachtingen kunnen ver
wezenlijken, toch een reeks nuttige dingen
zal kunnen doen. die tot de ontspanning,
welke voor alles noodig is, kunnen leiden.
De budgetaire Commissie toog eveneens
met volle kracht aan den gang. Het mag
bekend worden verondersteld, dat de Com
missie-Loudon in haar laatste zitting, die in
November 1930 eindigde, een onderdeel van
haar bepalingen ten aanzien van verminde
ring van de kosten der bewapeningen door
middel van vermindering der militaire be
grootingen, afhankelijk stelde van het oor
deel ecner Commissie van budgetaire des
kundigen. die in het voorjaar van 1931
samenkwam. Het oordeel, door deze Com
missie over de mogelijkheid van begrenzen
der militaire uitgaven uitgebracht, in het
bijzonder wat aangaat splitsing van de drie
categorieën van militaire uitgaven, luidde
slechts zeer ten deele gunstig. Engeland nu
wilde dat men, op grond van de wisseling
van den geldkoers en de koopkracht van het
geld, die zich sedert dien heeft kenbaar ge
maakt, het rapport dier deskundigen nader
zou onderzoeken; Noorwegen echter, onder
steund door Frankrijk en Zweden, wilde een
volledige studie van dit rapport daaraan
doen voorafgaan. Daartoe bestond te meer
aanleiding, omdat de deskundigon, zij het
ook als onderdeel van hun bevindingen, wis
seling in den geldkoers reeds hebben voor
zien. Onderlinge vergelijking van de cijfers
der uitgaven der verschillende landen zal
echter, zoo is door de Commissie inmiddels
besloten, niet kunnen plaats hebben. Dit
klopt geheel met het algemeene standpunt,
totdusver door de Commissie-Loudon ingeno
men. die van oordeel is. dat een maatstaf,
die een basis van vergelijking voor de lan
den onderling zou opleveren, niet aanwezig
is. Men zag vroeger zoodanige maatstaven
wel eens b.v. in de lengte der grenzen, in
den omvang der bevolking, in de beteekenis
van 't Overzeesch gebied of in 'n aantal van
deze of andere factoren gecombineerd, maar
de Commissie-Loudon heeft de schoone
droom, dat hieruit een stelsel zou zijn op te
bouwen, verstoord. De cijfers, zoowel wat
betreft de effectieven en 't materieel van land
zee- en luchtmacht als die, welke de uitga
ven en de begrootingen betreffen, zullen voor
elk der aan de overeenkomst deelnemende
landen op zichzelf worden opgesteld, een
werk, waarvan noch de omvang noch de be-
teekeniis kan worden onderschat
Intusschen heeft de Budgetaire Commissie
der Conferentie zich niet zonder meer bij
het rapport der reeds genoemde deskundi
gen neergelegd. Zij heeft besloten tot de in
stelling van een bijzondere Commissie van
nieuwe deskundigen, die de antwoorden,
door de verschillende Regeeringen aan de
hand van de tabellen der oorspronkelijke
deskundigen opgesteld, ral nagaan. Dit zijn
tabellen, die de uitgaven der verschillende
landen voor militaire doeleinden betreffen.
Het Is nu de vraag of door de verschillende
landen een gelijke interpretatie is gegeven
aan den opzet der tahellen en de vragen,
daardoor gesteld. De tommissie is nog niet
samengesteld, het Bureau der Luchtvaart
commissie zal daarover een voorstel doen.
dat ongetwijfeld zal worden aangenomen.
Een belangrijk vraagstuk, waarvan de be
handeling in de algemeene Commissie even
eens Is begonnen is dat der z.g.n. moreele
ontwapening, door de Poolsche voorstellen
aanhangig gemaakt. Het behoeft wel nauwe
lijks te worden gezegd, dat deze Poolsche
voorstellen op zichzelf geen toelichting noo
dig maken. Polen wil echter nationale straf
bepalingen tegen hen. die in het openhaar
den oorlog of de schending van het interna
tionale recht prediken, middels een overeen
komst vastleggen; het wi! internationale af
spraken over en bestrijding op school van
haat tegen vreemdelingen; en eveneens een
verbod om radio, bioscoop en toon eel te mis
bruiken voor een vergiftiging van de goede
verstandhouding tusschen de volken. Ten
slotte wil het een conferentie van persorga
nisaties ovor de medewerking van de pers
in het belang der moreele ontwapening,
waaruit een versterking van het in het Vre
despaleis te 's-Gravenhage gevestigd Eere-
tribunal der Journalisten als vanzelf zal
voort vloei on. Henderson deed het gebruike
lijk voorstel om deze voorstellen naar een
subcommissie te verwijzen, hetgeen ook ge
schiedde ondanks den tegenstand van de
Russische delegatie. Deze toch achtte het
ongewenscht dat de Ontwapenlngsconferen
tie andere vraagstukken zou gaan behande
len. dan die der militaire ontwapening, waar
ECONOMIE EN FIN ANCIEN
DE PONDENKWESTIE DER
NEDERL. BANK
EEN GELUKKIGE OPLOSSING
ONJUISTE REDENEEBINO VAN
SOMMIGE AANDEELHOUDERS
Wij vinden de oplossing in zake het Pon-
denverlies der Nederlandsche Bank een ge
lukkige, want aandeelhouders worden er
niet te zwaar door gedupeerd, terwijl ook
onze Regeering er geen te groote veer door
laat. Men moet niet vergeten, dat de goud
wissel-standaard, welke de Nederlandsche
Bank, vóór dat Engeland het goud ging ver
laten, volgde, slechts een methode was om
winst te maken en het monetaire vraag
stuk op zichzelf nagenoeg niet raakte. Als
basis van ons geldstelsel en ten slotte van
elk stelsel, dat op goud gebaseerd is, dient
het gele metaal. Welke wettelijke bepalin
gen dienaangaande in de verschillende lan
den ook gemaakt werden, het kwam toch al
tijd neer op het feit, dat over goud kon wor
den beschikt, wanneer dit noodig was. De
zuivere gouden standaard beoogde het be
schikbaarstellen van goud en gouden munt
zoowel voor binnen- als buitenlandsch
gebruik; het binnenlandsche verkeer in nor
male landen heeft echter geen behoefte aan
gouden munt, terwijl de scnaarschte van het
gele metaal ten opzichte van de snel stij
gende handelsomzetten in de laatste decen
nia (de huidige crisis-periode natuurlijk bui
ten beschouwing gelaten) een rouleering van
het goud in het binnenland een onnoodige
luxe maakt Doch ook op het goud ten be
hoeve van het buitenlandsch verkeer wilde
men bezuinigen door saldi in het buitenland
in prima wissels te beleggen, mits men er
zeker van was, dat men die saldi ten allen
tijde naar het eigen land zou kunnen
transporteeren. Deze politiek noemde men
„de goudwisselstandaard-politiek" immers
men belegde in goudwissels, kon deze te al
len tijde verkoopen dan wel beleggen en
het provenu kon te allen tijde worden geïn
casseerd in goud. Slechts landen met hoog
waardig crediet en met een vrije goudmarkt
konden hiervoor in aanmerking komen en
onder die landen behoorden Engeland in de
eerste plaats en daarna Amerika en Frank-
Die wissels leverden rente op en deze rente
vormde o.a. voor de Nederlandsche Bank een
dankbare creditpost op de winst- en verlies
rekening. Het dividend voor aandeelhouders
kon erdoor worden verhoogd... de uitkeering
aan den Staat nam erdoor toe. Jarenlang
ging het goed, tot deze crisis ook aan de lang
gekoesterde illusie een einde maakte. Het
kwam de Nederlandsche Bank op circa ƒ30
millioen te staan en terecht beangst voor een
mogelijke verdere calamiteit, haalde de Di
rectie zoo spoedig mogelijk haar verdere sal
di binnen met gevolg, dat de voorraad goud
in de kelders der Nederlandsche Bank be
langrijk toenam en zoowel de Staat als de
aandeelhouders voor lange jaren de winsten
uit deze bron zullen hebben te missen. Deze
winsten waren groot, blijkende uit de vol
gende cijfers:
1928-9 1929-30 1930-1
uit goudwisselst 10.5 10.3 6.7 millioen
totaal winst 13.5 13.7 5 millioen
Deze winstverlaging spreekt nog sterker,
wanneer m.-n bedenkt dat de zuivere han
delsuitzettingen eerder inkrimpen dan uitge
breid worden.
Het zou ons dan ook niet verwonderen,
wanneer de dividenden beduidend zullen
worden gereduceerd, hetgeen natuurlijk nog
sterker geaccentueerd wordt door de regeling
inzake het Ponden verlies.
Dit bedraagt, zuoals gezegd circa 30 mil
lioen. Het winstsaldo over het Jaar eindi
gende op 31 Maart a.s. zal in mindering van
het verlies worden gebracht welk saldo wel
niet veel hooger dan 2 millioen zal zijn.
Bovendien wordt een deel der reserve (de
extra-reserve incluis) voor de verliesdelging
bestemd, met dien verstande, dat deze beide
reserves niet lager dan 8 millioen mogen
zijn. Door deze beide factoren zal het verlies
tot 20 millioen worden beperkt De helft
van da jaarlijksche winst, met een minimum
van 1 millioen wordt eveneens bestemd
voor vermindering van de verliespost. Van
de overblijvende helft deelen Staat en aan
deelhouders gelijk op tot in totaal 5 divi
dend is uitgekeerd. Wat er alsdan overblijft
wordt opnieuw voor verliosafschrijving be
steed. Hieruit volgt, dat in de eerste jaren
ner meer dan 5 zal worden uitgekeerd
terwijl met de mogelijkheid moet worden
rekening gehouden, dat dit dividend bij
voor zij is samengeroepen, een standpunt,
dat blijkbaar bij de Nederlandsche delegatie
instemming vond. daar deze zich bij het
voorstel over verwijzing naar een subcom
missie onthield. Nog eens, men moge de
Poolsche voorstellen op zichzelf niet onaan
tastbaar achten; men moge ze willen wijzi
gen of aanvullen dat men het niet van
harte dient toe te juichen, dat naast de
materieele ontwapening ook de moreele, hoe
moeilijk zij Is. wordt aangevangen, lijkt raad
selachtig. Of dit zelfs in overeenstemming
moet heeten met de toezeggingen, terzake
van Nederlands houding voor de Ontwape
ningsconferentie In de Kamers gedaan, lijkt
aan twijfel onderhevig.
lange na niet zal worden behaald. Vandaar
dat de aandeelen Nederlandsche Bank niet
meer die speculatieve beleggingsattractie heb
ben als vroeger.
Dit is o.i. dan ook niet noodig en trou
wens af te keuren. Hooge dividenden van
circulatie-banken vinden wij uit den booze,
omdat deze winsten worden behaald door
een monopolie dat eigenlijk geheel aan den
Staat 7 u moeten bchooren, ware het niet,
dat aan Staats-banken groote bezwaren kle
ven. De strijd: particuliere- of staats circu
latiebanken is niet nieuw; dezelfde argumen
ten vóói of te bestaan ook nog nu.
Wij weten dat er verschillende stemmen
uit aandeelhouderskringen zijn opgegaan,
die ook deze getroffen regeling principieel
onjuist vinden. Deze geïnteresseerden rede-
neeren als olgt: „wij, aandeelhouders, heb
ben absoluut gten zeggenschap in het aan
geven van de richtlijnen, waarlangs het be
leid van de Nederlandsche Bank zich be
weegt, Wij hebben slechts aan te hooren,
wat de Directie daaromtrent op de algemee
ne vergadering wil loslaten en verder kun
nen wij stemmen over de winstverdeeling
meer niet. De Staat daarentegen heeft een
regeeringseommissaris, die de geste van de
Directie heeft te volgen. De Staat, tezamen
met de Directie, waarvan verschillende le
den door de Regeering worden benoemd, zijn
dus verantwoordelijk voor de consekwenties,
aan de monetaire politiek verbonden. Het
volle risico moet dus door den Staat worden
gedragen". Deze redeneering is daarom o.i.
onjuist, omdat men wel dankbaar de win
sten heeft opgestreken, welke uit die mone
taire politiek volgden. Men moet dus ook de
nadeelen ervan ondervinden en het feit, dat
zoowel de Staat als de aandeelhouders hun
portie hebben te dragen, kunnen wij dan
ook volkomen logisch, eerlijk en billijk vin
den.
KUNST EN LETTEREN
„TIMOTHEUS". GEÏLLUSTREERD
TIJDSCHRIFT
Het nieuwe nummer van „Timotheus"
bevat o.m. een uitvoerig artikel van de
hand van dr. A. K. Straatsma, over den
dichter Goethe, dat voorzien is van een
aantal zeer goede illustraties, o.a. van het
geboortehuis van dei. dichter, en van een
ontmoeting van Schiller en Goethe, naar
een schilderij van A. Eichstiidt Ook een
portret over de geheele pagina, naar een
teekening van G. H. Steurman.
Verder bevat dit nummer weder een aan
tal frissche bijdragen van de gewone mede
werkers. Het ziet er als altijd welverzorgd
uit.
DE JONGE VROUW.
Hot Maartnummer van „De Jonge Vrouw"
uitgave van Bosch en Keuning te Baarn
geeft een artikel over Friedrich Fröbel, naar
aanleiding van diens 150e geboortedag. De
mensch Fröbel wordt hier geteekend in
verband met zijn werk. Had Fröbel zelf niet
zoon sombere jeugd gehad, misschien was
hij nooit de baanbreker geworden voor de
„Friede, Freude, Freiheit" in het opvoedsy-
steem.
Dan is er de schets: „Wienekes Paasch-
feest", waarin fijn geteekend wordt hoe een
klein meisje verdriet heeft om den gekrui
sigden Jezus, totdat Grootmoeder haar ver-
tolt dat Hij is opgestaan.
Mooi werk is de teekening van J. van
Keulen op de tweede pagina „Hij droeg
Zijn kruis een sobere, zeer ontroerende
uitbeelding van de gebogen figuren op den
Kruisweg. Daaronder het vers van Revius;
't En sijn de Joden niet. Heer Jesu, die U
cru y sten.
Verder de voortzetting van de geregelde
artikelen en rubrieken en nog een aardige
bijdrage over „Kunst in de kinderkamer".
ARTSILK.
Maandblad voor het familieleven.
Artsilk is een nieuw familie-tijdschrift aan
de fabriek van dezen naam. Het is uitge-
Radio Nieuws.
MAANDAG, 21 MAART
NCRV: Graxnofoonmuxlek
sum VARAGramofoonmuslek
sum VARA: Pae<i. concert
1 b o r g: Mattheue-p&Mloa
R BBO-orkeié
NCRV: Orkej
18 45 Hulzen NCRV: Causerie d. H. Amelia*
19.00 Hulzen NCRV: Eogedsch
NCRV: Goethe-herdenkln*
20.00 H u I z
20.01 Hllve
Goethe
21.30 Huizen NCRV: Toespraak Goede-VriJ-
VARA: la. Querido over
i NCRV: Persb
DINSDAG 22 MAART
Hulzen KRO: Morgen concert
l Hilversum AVRO: Grumofoonjnualefc
Hulzen KRO: Gramofoonmuzlek
i Hilversum AVRO Gramofoonmuzlek
Hilversum AVRO: Orgelconcert
yUM#' Strijkorkest
Con<
Hulzen KRO: Gramofoonmuzlek
Kilundborg: Instrumentaal ensemble
(Hilversum AVRO: Gramofoonmuzlek
Hulzen KRO: Gramofoonmuzlek
(Hulzen KRO: Orgelconcert
t Hilversum AVRO ZansrreclUJ
I Langen berg: Vesperconcert
I Warschau: Orkei
i VARA: Concert
AVRO: Vloolreeltal
Londen R.: BBC-orket
Hulzen KRO: Oramnfoonmuzlek
Par Ijs-Elf fe 1: Concert
Hilversum AVRO: Omroep-orkeat
Kalundborg: Omroeporkest
D a v e n t r y: BBC-orkest
Hulzen KRO: Kunst-ensemble
AVRO: Goethe ais lyrisch
I AVRO: Morgenwijding
1S.S0 Hilversum AVRO: Kinderuur
Politie- an P a r s b e r l« h t a a.
Ï5'21 5 u 11 n KRO: Persberichten
19 30 Hulzen KRO: PdiUe-uurtJe
21.30 Hulzen KRO: Persberichten
22.00 Hilversum AVRO: Persberichten
voend op uitstekend papier, voorzien van
werkelijk heel mooie illustraties, en bevat
(althans dit eerste nummer) zeer prettige
leesbare bijdragen o.a. van Clinge Dooren-
bos, Jan J^eith, Willem Hunsche en David
Tomkins.
Speciaal het artikel van Hans Weben
Amerika's nationale Parken, is prachtig van
fotografische verluchting.
In het ApriPnummer zal men o.a. mede-
deelingen over een Foto-wedstrijd kunnen
aantreffen.
Tegen inzending van 25 bons. welke bij
de Artsilk artikelen worden verpakt, kan
men een nummer van dit fraaie tijdschrift
bemachtigen. Men zal er geen spijt van heb
ben.
NIEUWE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
67. Op 't zelfde oogenblik was Hannes
dwenen. We hadden zoon uurtje zitten jam
meren, toen we in 't aangrenzende vertrek
opeens de opgewonden stem van mevrouw
Goudmuis meenden te hooren... Nieuws
gierig luisterden we aan 't sleutelgatJa.
ze was hetl „Alles hebben ze gestolen,
m'n heele huis is leeggehaald!" hoorden we
haar jammeren.
Ontzet keken wij elkaar e«n Dus...
er was tóch ingebroken? Maar daar deed
Snorrebaard de deur al open, pakte ons beet
en zette ons vlak voor mevrouw Goudmuis
neer. „Wij hebben het niet gedaan, heusch
niet!" piepte ik; „dat moet 'n ander gedaan
hebben; wij hebben alleen maar het raam
opengedaan en het laadertje neergezet!"
(Wordt Woensdag vervolgd)
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
Dank u. antwoordde zij snel. Ten eer
ste zei Syama, dat u hard aan het werk
waart, en ik wilde weten, of ik u ook kon
dat wij vanmiddag op den Bosporus zouden
gaan roeion, tot aan Therapia, misschien de
aee in
Woudt ge graag gaan
*- Ik heb er den ganschen nadht van ge
droomd
Dan zullen we gaan, kindlief, en om
te bewijzen dat ik het niet vergat, kan ik
u meedeelen, dat de roeiers reeds besteld
zijn. Wij zullen dadelijg na den middag
Vooral niet te vroeg! antwoordde zij
lachend. Ik moet mij kleeden en mij tooien
als een vorstin. Het is mooi weer en er
zullen veel menschen gaan roeien en ieder
een kent mij al als de dochter van den In-
dischen vorst
Hij zag haar met voldoening aan en zeide:
Gij zijt een keizer waard.
Dan zal ik mij maar klaar gaan maken.
Zij kuste hem tot afscheid en ging naar
de deur. maar kwam weer terug. Nog iets,
vader, zeide zij aarzelend.
Hij zat reeds weder over zijn werk gebo
gen, maar was dadelijk een cn al gehoor.
Wat is er?
U hebt gezegd dat ik te veel studeerde
en lederen dag in mijn draagstoel moest uit
gaan. Daarom liet ik mij nu en dan onder
geleide van Syama, of van Nilo, langs den
muur voor het Bucoleon dragen, waar men
een mooi uitzicht heeft op de zee en op de
tuinen van het paleis. Nergens Is de zee
wind zoo verfrisschend als daar. Om er nog
meer van te genieten stapte ik wel eens uit
en wandelde op en neer, doch zonder met
iemand te spreken. In den laatsten tijd ech
ter word ik door iemand gevolgd. Hij is
nog heel jong en staat stil als ik stil
sta, maar hij heeft ééns geprobeerd een ge
sprek met mij aan te knoopen. Om hem te
ontwijken liet ik mij gisteren naar het Hip
podroom brengen en ging voor de kleine
obelisken zitten, waar ik naar de kunstrij
ders keek. Juist toen de voorstelling heel
belangwekkend was kwam diezelfde jonk
man binnen en ging naast mij zitten. Ik
stond dadelijk op. Maar het is heel onplei-
zierig. Wat moet ik doen, vader?
De Vorst dacht even na en vraagde
toen: Het jonge mensch is nog jong, zegt gij?
Ja.
Hoe is hij gekleed?
Hij schijnt veel van helle kleuren te
houden.
- Hebt gij bij niemand naar hem geïn
formeerd?
Neen vader, want bij wlen moest ik dat
doen?
Wederom dacht de Vorst even na. Uit
die ontmoeting»., zou deunen, vandaar zijn
schijnbare kalmte, maar haar mededeeling
wekte een nieuwe reeks gedachten in hem
op. Als Iemand zijn geliefd kind beleedigde,
wat kon hij doen? Zich bij den magistraat
beklagen maar dat wilde hij liever niet
Den onbeschaamde persoonlijk straffen
maar van wien kon hij ln dat geval een
rechtvaardige beoordeeling, of medegevoel
verwachten, hij, een vreemdc'ing?
Hij ging alle mogelijkheden na. In Nilo
had hij een gereed werktuig Eén woord zou
voldoende zijn, om die ridderlijke maar
woeste natuur wakker te schudden. Maar
neen, dat kon gevaarlijk worden.
Na eenig overleg meende hij niet beter te
kunnen doen dan de zaak op haar beloop te
laten, te onderzoeken wie de beleediger was,
en Uël te vragen het meisje te vergezellen
op haar eerstvolgende wandeling.
De jonge mannen worden vrijpostig,
zeide hij kalm. Zij doen soms dwaze dingen.
Maar wat kan men beters verwachten van
een geslacht, dat alleen aan mooie kleeren
denkt? En 't Is ook mogelijk, kindlief, dat
het jonge mensch niet weet wie gij zijt Eén
woord is misschien voldoende om betere
man leren te leeren. Doe alsof gij hem niet
ziet Dat is in alle omstandigheden Je beste
zelfverdodiging der deugdzame vrouw. Ga
u nu kleeden voor ons tochtje. Trek uw
mooiste kleeren aan, en vergeet niet de
mooie halsketen, die ik u onlangs gaf, en
de armbanden, en cfcn gordel met robijnen.
Ga nu, lieveling. Natuurlijk laten wij ons in
draagstoelen naar de landingsplaats bren-
NEGENTIENDE HOOFDSTUK
De vont ontmoet Konstantijn
Voordat wij verder gaan moeten wij den
lezer herinneren, dat de Bosporus scheiding
maakte tusschen het gebied des Keizers en
dat van den Sultan der Turken.
In het jaar 1355 was van de eenmaal uit
gestrekte Romeinsche bezittingen niets over
dan een hoek van Thraclë tusschen de Pro-
pontis (zee van Marmora) en de Zwarte
Zee, ongeveer vijftig mijlen lang en dertig
breed.
Toen Konstan tijn Dragases, de regee rende
Keizer in ons verhaal, den troon beklom,
was het rijk nog weer ingekrompen, want
Galata, op korten afstand van den Gouden
Hoorn gelegen, was den Genueezen in han
den gevallen. In Scutari, op de Aziatische
kust, tegenover Konstantinopel, lag Turksche
bezetting. Reeds had de Sultan gewaagd
Konstantinopel te belegeren, maar hij was
teruggeslagen, naar men zeide door de
Moeder Gods, die op de wa!.en verschenen
was en persoonlijk deel genomen had aan
den strijd. Daarna stelde hij zich tevreden
met een schatting te heffen van de Keizers
Manuel en Johannes Palacjlogus.
Daar de verhouding tusschen beide poten
taten dus schijnbaar vriendschappelijk was,
kon prinses Irene haar paleis bij Therapia
blijven bewonen cn was er voor don Vorst
geen bezwaar om op den Bosporus te gaan
roeien.
In weerwil van den heerschenden vrede
gebeurde het bijna nooit, dat een schip met
de Christenvlag in top een Aziatische haven
binnenliep. De kapiteins ankerden liever in
de baaien onder de schaduwrijke heuvelen]
op Europeesch grondgebied. Dit geschiedde
niet uit haat of godsdienstige onverdraag
zaamheid, maar uit twijfel aan de eerlijkheid
van den hardhandigen Turk, een twijfel die
aan vrees grensde. Op de vischmarkten
braohten de visschers de gemoederen hunner
afnemers in beroering door verhalen van
verraderlijke overvallen, gevangennemingen
en ontvoeringen. Meer dan eens was het
gebeurd dat renboden de poorten van Kon
stantinopel binnenstoven, om aan te kon
digen dat zij roode vlaggen hadden zien
wapperen, klaroengeschal en tromgeroffel
hadden gehoord, hetgeen beduiden moest
dat de Moslims zich vereenigden met ge
heimzinnige bedoelingen.
De Moslims van hun kant koesterden de
zelfde vrees voor de Christenen, en hadden
op iedere beschuldiging een antwoord ge
reed. De overvallen, de gevangennemingen,
de ontvoeringen waren volgens hen aan
woeste roovers te wijten, die niet eens tot
hun stamgenooten behoorden, en de mu
ziek en Ie vlaggen werden alleen gebruikt
bil militaire oefeningen.
In de hooglanden hoven Scutari ontspringt
een kleine rivier, die vroolijk haar loop
vervolgt, totdat zij zich in den Bosporus
uitstort. Haar water is helder en frlsch,
vandaar haar naam: De Zoete Wateren
van Azië. Langs de zuidzijde strekt zich
een grazige vlakte uit, wel smal, maar dicht
b^zet met oude vijgehoomen en hedon ten
dage op Mohammedaansche rustdagen druk
bezocht door vrouwen uit de harems, die er
leven en beweging brengen. Ongetwijfeld
waren de kleine rivier en het gras en de
hooge hoornen eeuwen geleden even aan
trekkelijk als later, toen de eerste Moerad
er met zijn leger de tenteu opsloeg. 7*u dien
(iae echter werd de plek door de Grieken
vermeden.
Op den noordelijken oever dor rivier vet^
hief zich een sterkte, het Witte Kasteel ge
naamd. Onregelmatig van vorm, en opgetrok
ken van ruwe steenblokken zou het weinig
de aandacht getrokken hebben, was het niet
om een dikken, van schietgaten voorzienen
toren, die reeds op grooten afstand zichtbaar
was. Daar de Sultan het gewicht dezer sterk
te begreep, liet hij haar door zijn soldaten
bezetten.
De bloed roode vlag op den toren boezemde
den Grieken mtzag in, zoodat zij de nabij
heid der Zoete Watenen van Azië meden, de
overzijde van den Bosporus hielden, en
order het prevelen van alles behalve vrome
gebeden een kruis sloegen
In de verbeelding des volks was het som
bere oude kasteel vol onderaardsche ge
vangenissen, bevolkt met tal van Christen
mannen en vrouwen. En die daar eenmaal
was binnengebracht kwam er niet meer le
vend uit, zoo heette het ten minste.
Maar om dergelijke zaken, hetzij waar of
•alsch. bekommerde de Vorst zich niet Hij
was niet bang voor de Turken. Al was de
Aziatische kust een en al roode vlaggen
geweest, zijn plan zou er niet om gewijzigd
zijn. Lael verlangde te roeien op den schoo-
nen Bosporus, dat was hem genoeg.
Wordt vervolgd