Van en over de Ontwaoeninqs- Conferentie maandag 21 maart 1932 Derde blad pag. 9 METPASCHEN NAAR HUIS BESPREKINGEN DIE VAN LANGEN DUUR ZULLEN ZIJN VI De Ontwapeningsconferentie zal, voor den tersten keer tijdens haar bestaan, gedurende enkele weken uiteengaan. Er aullen er zijn, die wellicht glimlachend vragen of zij reeds !ang genoeg bijeen is geweest en zeer zeker of zij genoeg belangrijken arbeid heeft ver richt om reeds vacantie te verdienen! Men verlieze daarbij niet uit het oog, dat do duur der Conferentie lang zal zijn; wellicht nog langer dan men hèeft voorspeld, omdat er reeds stemmen zijn, die weten mede te deelen, dat deze duur die van het kalender jaar 1932 zal overschrijden. Wanneer men zich herinnert het lijstje van vraagstukken, dat alleen reeds aan de algemeene en de po litieke Commissie is voorbehouden, zal men begrijpen, dat de Conferentie nog lang niet kan uiteengaan. Wanneer men daarbij be denkt, dat het ontwerp-Loudon, dat toch de omlijsting is van het werk der Conferentie, geen enkel cijfer bevat, en dat het nu een maal bij vermindering van bewapening op cijfers aankomt, zal men de noodzakelijkheid van dezen langen duur inzien. Bijkans tevo ren heeft de Conferentie erkend, bij monde van het ontwerp der Commissie-Loudon, dat maatstaven van gelijken aard tusschen de verschillende landen niet zijn aan te leggen; dat men slechts verschillende perioden van eenzelfde land kan vergelijken en dat men, teneinde tot definitieve cijfers te komen, eenvoudig voor elk land op zichzelf die cij fers zal moeton invullen. Houdt men daarbij .rekening, dat er een 20 of wellicht meer ta bellen zijn, die zoodanige invulling van cij fers verlangen, wel, dan is alleen daardoor de lange duur der Conferentie reeds ver* klaard.' Zij zal dan echter niet steeds in pleno behoeven te zitten; slechts de deskun dige Commissiën zullen bijeen behoeven te zijn, en de vooraanstaande leiders der dele gaties zullen zich dan aan de aangelegen heden, die hen thuis wachten, kunnen wij den. Eén ding staat vast: Zoodra de Ontwape ningsconferentie op 11 April haar werkzaam heden hen-at, zal zij voor de oplossing van belangrijke, bijkans de belangrijkste vraag stukken der Conferentie staan. Op voorstel van den Amerikaanschen ambassadeur Gib- con heeft toch de algemeene Commissie be sloten, dat dan een tweetal vraagstukken door haar in behandeling zullen worden ge nomen, eenerzijds de Fransche veiligheids- voorstellen, die de vorming van een politie- !eger omvatten, en anderzijds de gelijkge- rechtigheid inzake vermindering van bewa peningen, door Duitschland voorop gesteld. Dat zijn twee vraagstukken, die geenszins geacht kunnen worden tegenover elkander 4e staan; die integendeel bij beider bevesti gende beantwoording, evenwijdig zouden kunnen loopen. Maar beide zijn van een zoo- danig gecompliceerd karakter, dat het de vraag moet heeten of men tot een oplossing zal komen.en zoo ja hoelang dit zal duren on tot welke consekwenties het voor den ver deren gang van zaken zal lelden. Intusschen is in de Conferentie het eigenlijk werk reeds begonnen. Ondanks het feit, dat de buiten gewone Assemblée van den Volkenbond in zake het Chineesch-Japansche conflict nog bijeen was en feitelijk nog steeds bijeen is, al heeft zij haar werkzaamheden aan de Commissie van negentien overgedragen, heeft niet alleen de algemeene Commissie der Ontwapeningsconferentie haar werk zaamheden hervat, doch zijn de diverse Com missiën, die er zijn resp. voor: 1. de mili taire, 2. de maritieme, 3. de luchtmacht, 4. de budgetaire, en 5. de politieke vraagstuk ken met den arbeid begonnen. Dat het over zicht van de indeeling der vraagstukken, door Benesj namens het Bureau der Confe rentie overgelegd, geen overbodige weelde vormde, bewijst reeds dadelijk de gang van zaken ten aanzien van het vraagstuk eener zijds, van de internationale controle, waar onder de burgerlijke luchtvaart volgens de Fransche voorstellen zal worden gesteld en over geheel de afschaffing van het militaire luchtwapen anderzijds, waartoe eventueel de Conferentie op grond van Duitsche, Italiaan- sche en andere voorstellen zou kunnen over gaan. De vraag, die de Luchtvaartcommis sie, welke onder leiding van den bekwamen Spanjaard de Madriaga staat, had te behan delen, was deze of zij aan het werk zou kun nen gaan zonder vooruit te loopen op de be slissing, door de Algemeene Commissie over de voorspellen tot algeheele afschaffing van de militaire luchtvaart te nemen. Duitschera, Engelschen en Italianen wilden, dat de Com missie een afwachtende houding zou aanne men totdat de algemeene Commissie over dit denkbeeld in principe zou hebben beraad slaagd; duidelijk kwam hun begrijpelijk streven uit om de beraadslagingen in de Al gemeene Commissie niet door technische on- derdeelen of opmerkingen van de hoofdzaak te doen afleiden; de Franschen daarentegen wilden, dat, zoo de Commissie dit vraagstuk technisch zou aanvatten, zij tevens het Fran sche voorstel tot internationaliseering van de luchtvaart onder handen zou nemen. Ver moedelijk, omdat zij voorziet, dal tegen dit voorstel zooals het daar ligt, de beperkende bepalingen van de tractaten van Versailles c.s. ten aanzien van de militaire luchtmacht der vroegere Centrale Staten zullen worden uitgespeeld. Een compromis werd slechts op deze wijze gevonden, dat een Redactie-com missie werd aangewezen om een lijst van zuiver technische punten op te stellen, die onmiddellijk onder handen konden worden genomen. In zooverre werd het Duitsch- Engelsch-Italiaansche standpunt reeds aan vaard, dat deze Commissie opdracht kreeg om na te gaan in hoeverre de Luchtvaart commissie door technische besprekingen over enkele onderdeden In de vraag van af schaffing der militaire luchtvaart en inter nationaliseering der burgerlijke luchtvaart de besprekingen op dat punt der Algemeene Commissie kan bevorderen en vergemakke lijken, waaruit vanzelf reeds volgt, dat een algemeene bespreking van deze beide punten voorloopig niet tot haar competentie word;1 gerekend. Het oordeel van de ingestelde sub commissie heeft deze zienswijze bevestigd. Maar daarna bleek, dat het bureau der alge meene Commissie het niet met de Lucht vaartcommissie eens is. Het Bureau stelde een resolutie voor om de Luchtvaartcommis- sio uit te noodigen althans over de prakti sche mogelijkheid van het internationalisce- ren der burgerlijke luchtvaart haar oordeel uit te spreken. Dit voorstel is door de alge meeno Commissie aangenomen, met uitzon dering van de Russische stem, omdat Rus land in de bemoeiingen van de Ontwape ningsconferentie met de burgerlijke lucht vaart slechts wil toestemmen onder voor waarde van een voorafgaande afschaffing van den luchtoorlog. Men ziet het, dat reeds de procedure hetgeen volkomen begrijpe lijk is tal van moeilijkheden opwerpt Voor Nederland van belang was zeer zeker, dat het in de subcommissie der Luchtvaart commissie een zetel kreeg toebedeeld, juist met het oog op de erkend groote belangen, die Nederland bij de burgerlijke luchtvaart heeit De militaire Commissie noch de maritie- j me kregen reeds dadelijk vragen van bctee- kenis te behandelen. De militaire, dia ouder I oorzitterschap van den heer van Lanxchot j vergaderde, is uitgenoodigd om het begrip van effectieven nader te omschrijven, aange zien de interpretaties van verschillende Re geeringen op dat punt uiteenloopend rijn. De maritieme Commissie liet een vertrouwe lijke bespreking tusschen de delegaties der landen, die bij uitstek bij vlootverniindering zijn betrokken, aan de algemeene discussie voorafgaan. Ook zij had zich uit te laten over een juiste omschrijving van het begrip effectieven.- Zij slaagde er echter in he. eerst van alle andere Commissiën te komen tot de vaststelling van den tekst van een eerste ar tikel, dat uit het ontwerp der Commissie- Loudon, bevattende de bepalingen, dat de Staten zich verbinden geen oorlogschepen to verkrijgen, te bouwen of te laten bouwen van een grooter waterverplaatsing of toegprust met een grooter kaliber geschut dan in hel eventueel aan te nemen verdrag als geoor loofd wordt verklaard. Enkele amendemen ten werden tijdens de discussie ingediend, een van Russische zijde, betrekking hebben de op aankoop of bouw in het buitenland van zoodanige niet geoorloofde schepen; een ••an Spaanschen kant, ondersteund door den NederlandseV-n gedeleg* rde Surie, ten aan- uen van het rerht tot verbanning van oor logschepen, die een bepaalden leeftijdsgrens hebben overschreden, wels amendement nng voider in behandeling zal ko.nen; een van Engelsche zijde, dat do niot onbelangrijke bepalingen uit het Verdrag van Washington, krachtens welke een Staat, geraakt hij in oorlog, geen recht heeft de op zijn gebied voor rekening van andere landen in aanLouw zijnde schepen zelf te gebruiken, voor do nieuwe overeenkomst wil doen vervallen. Ge lukkig kantten zich de overige deelhebbers aan het Verdrag van Washington: Amerika, Frankrijk, Japan en Italië krachtig tegon het aannemen van een dergelijk voorstel. Zij toch redeneeren terecht, dat opheffing van die be paling de grondslagen van het Verdrag van Washington aantast. Voor de overige Staten Is het zeker niet van belang ontbloot om te weten, dat een ander land, vooral indien in dat land groote werven aanwezig zijn, zich geen grooter vlootcapaciteit kan toeëigenen door middel van beslag op voor het buiten land gebouwde oorlogsschepen. Of, zoodra een oorlog is uitgebroken, van de naleving vaD een dergelijke bepaling veel terecht zal ko men, moet nader worden afgewacht. Van belang is 't ook, dat door de Nederland sche delegatie bij monde van Prof Moresco, die ln do maritieme Commissie als Indisch deskundige zitting heeft, de wenschelijkheid is verdedigd om aan de groote schepen een langeren leeftijd toe te kennen. Het spreekt vanzelf, dat dit een bij uitstek tech nische zaak is, maar verdragen als die van Washington en Londen stellen een mini mum voor den levensduur vast, en eerst daarna Is het den Staten geoorloofd zulke schepen door andere te vervangen. Gaat men nu in werkelijkheid op het Nederland- sche denkbeeld in, en verhoogt men dit mini mum, dan gaat men, zonder van iets afstand te doen. reeds in de richting van verminde ring der uitgaven, terwijl men tegelijkertijd bereikt eene ontspanning. Immers, de steeds korter levensduur, die in den loop der jaren aan de groote schepen is toegekend, ver scherpt den wedloop der bewapeningen. Een schip toch is tegenwoordig nog niet van stapel geloopen. of reeds zijn de deskundi gen bezig aan de sterk verbeterde plannen voor een nieuw schip, uitgelokt door de con currentie van andere zijde. Uit voorstellen als deze ziet men, dat de Ontwapeningscon ferentie, al zal zij eventueel in de groote lijnen niet alle verwachtingen kunnen ver wezenlijken, toch een reeks nuttige dingen zal kunnen doen. die tot de ontspanning, welke voor alles noodig is, kunnen leiden. De budgetaire Commissie toog eveneens met volle kracht aan den gang. Het mag bekend worden verondersteld, dat de Com missie-Loudon in haar laatste zitting, die in November 1930 eindigde, een onderdeel van haar bepalingen ten aanzien van verminde ring van de kosten der bewapeningen door middel van vermindering der militaire be grootingen, afhankelijk stelde van het oor deel ecner Commissie van budgetaire des kundigen. die in het voorjaar van 1931 samenkwam. Het oordeel, door deze Com missie over de mogelijkheid van begrenzen der militaire uitgaven uitgebracht, in het bijzonder wat aangaat splitsing van de drie categorieën van militaire uitgaven, luidde slechts zeer ten deele gunstig. Engeland nu wilde dat men, op grond van de wisseling van den geldkoers en de koopkracht van het geld, die zich sedert dien heeft kenbaar ge maakt, het rapport dier deskundigen nader zou onderzoeken; Noorwegen echter, onder steund door Frankrijk en Zweden, wilde een volledige studie van dit rapport daaraan doen voorafgaan. Daartoe bestond te meer aanleiding, omdat de deskundigon, zij het ook als onderdeel van hun bevindingen, wis seling in den geldkoers reeds hebben voor zien. Onderlinge vergelijking van de cijfers der uitgaven der verschillende landen zal echter, zoo is door de Commissie inmiddels besloten, niet kunnen plaats hebben. Dit klopt geheel met het algemeene standpunt, totdusver door de Commissie-Loudon ingeno men. die van oordeel is. dat een maatstaf, die een basis van vergelijking voor de lan den onderling zou opleveren, niet aanwezig is. Men zag vroeger zoodanige maatstaven wel eens b.v. in de lengte der grenzen, in den omvang der bevolking, in de beteekenis van 't Overzeesch gebied of in 'n aantal van deze of andere factoren gecombineerd, maar de Commissie-Loudon heeft de schoone droom, dat hieruit een stelsel zou zijn op te bouwen, verstoord. De cijfers, zoowel wat betreft de effectieven en 't materieel van land zee- en luchtmacht als die, welke de uitga ven en de begrootingen betreffen, zullen voor elk der aan de overeenkomst deelnemende landen op zichzelf worden opgesteld, een werk, waarvan noch de omvang noch de be- teekeniis kan worden onderschat Intusschen heeft de Budgetaire Commissie der Conferentie zich niet zonder meer bij het rapport der reeds genoemde deskundi gen neergelegd. Zij heeft besloten tot de in stelling van een bijzondere Commissie van nieuwe deskundigen, die de antwoorden, door de verschillende Regeeringen aan de hand van de tabellen der oorspronkelijke deskundigen opgesteld, ral nagaan. Dit zijn tabellen, die de uitgaven der verschillende landen voor militaire doeleinden betreffen. Het Is nu de vraag of door de verschillende landen een gelijke interpretatie is gegeven aan den opzet der tahellen en de vragen, daardoor gesteld. De tommissie is nog niet samengesteld, het Bureau der Luchtvaart commissie zal daarover een voorstel doen. dat ongetwijfeld zal worden aangenomen. Een belangrijk vraagstuk, waarvan de be handeling in de algemeene Commissie even eens Is begonnen is dat der z.g.n. moreele ontwapening, door de Poolsche voorstellen aanhangig gemaakt. Het behoeft wel nauwe lijks te worden gezegd, dat deze Poolsche voorstellen op zichzelf geen toelichting noo dig maken. Polen wil echter nationale straf bepalingen tegen hen. die in het openhaar den oorlog of de schending van het interna tionale recht prediken, middels een overeen komst vastleggen; het wi! internationale af spraken over en bestrijding op school van haat tegen vreemdelingen; en eveneens een verbod om radio, bioscoop en toon eel te mis bruiken voor een vergiftiging van de goede verstandhouding tusschen de volken. Ten slotte wil het een conferentie van persorga nisaties ovor de medewerking van de pers in het belang der moreele ontwapening, waaruit een versterking van het in het Vre despaleis te 's-Gravenhage gevestigd Eere- tribunal der Journalisten als vanzelf zal voort vloei on. Henderson deed het gebruike lijk voorstel om deze voorstellen naar een subcommissie te verwijzen, hetgeen ook ge schiedde ondanks den tegenstand van de Russische delegatie. Deze toch achtte het ongewenscht dat de Ontwapenlngsconferen tie andere vraagstukken zou gaan behande len. dan die der militaire ontwapening, waar ECONOMIE EN FIN ANCIEN DE PONDENKWESTIE DER NEDERL. BANK EEN GELUKKIGE OPLOSSING ONJUISTE REDENEEBINO VAN SOMMIGE AANDEELHOUDERS Wij vinden de oplossing in zake het Pon- denverlies der Nederlandsche Bank een ge lukkige, want aandeelhouders worden er niet te zwaar door gedupeerd, terwijl ook onze Regeering er geen te groote veer door laat. Men moet niet vergeten, dat de goud wissel-standaard, welke de Nederlandsche Bank, vóór dat Engeland het goud ging ver laten, volgde, slechts een methode was om winst te maken en het monetaire vraag stuk op zichzelf nagenoeg niet raakte. Als basis van ons geldstelsel en ten slotte van elk stelsel, dat op goud gebaseerd is, dient het gele metaal. Welke wettelijke bepalin gen dienaangaande in de verschillende lan den ook gemaakt werden, het kwam toch al tijd neer op het feit, dat over goud kon wor den beschikt, wanneer dit noodig was. De zuivere gouden standaard beoogde het be schikbaarstellen van goud en gouden munt zoowel voor binnen- als buitenlandsch gebruik; het binnenlandsche verkeer in nor male landen heeft echter geen behoefte aan gouden munt, terwijl de scnaarschte van het gele metaal ten opzichte van de snel stij gende handelsomzetten in de laatste decen nia (de huidige crisis-periode natuurlijk bui ten beschouwing gelaten) een rouleering van het goud in het binnenland een onnoodige luxe maakt Doch ook op het goud ten be hoeve van het buitenlandsch verkeer wilde men bezuinigen door saldi in het buitenland in prima wissels te beleggen, mits men er zeker van was, dat men die saldi ten allen tijde naar het eigen land zou kunnen transporteeren. Deze politiek noemde men „de goudwisselstandaard-politiek" immers men belegde in goudwissels, kon deze te al len tijde verkoopen dan wel beleggen en het provenu kon te allen tijde worden geïn casseerd in goud. Slechts landen met hoog waardig crediet en met een vrije goudmarkt konden hiervoor in aanmerking komen en onder die landen behoorden Engeland in de eerste plaats en daarna Amerika en Frank- Die wissels leverden rente op en deze rente vormde o.a. voor de Nederlandsche Bank een dankbare creditpost op de winst- en verlies rekening. Het dividend voor aandeelhouders kon erdoor worden verhoogd... de uitkeering aan den Staat nam erdoor toe. Jarenlang ging het goed, tot deze crisis ook aan de lang gekoesterde illusie een einde maakte. Het kwam de Nederlandsche Bank op circa ƒ30 millioen te staan en terecht beangst voor een mogelijke verdere calamiteit, haalde de Di rectie zoo spoedig mogelijk haar verdere sal di binnen met gevolg, dat de voorraad goud in de kelders der Nederlandsche Bank be langrijk toenam en zoowel de Staat als de aandeelhouders voor lange jaren de winsten uit deze bron zullen hebben te missen. Deze winsten waren groot, blijkende uit de vol gende cijfers: 1928-9 1929-30 1930-1 uit goudwisselst 10.5 10.3 6.7 millioen totaal winst 13.5 13.7 5 millioen Deze winstverlaging spreekt nog sterker, wanneer m.-n bedenkt dat de zuivere han delsuitzettingen eerder inkrimpen dan uitge breid worden. Het zou ons dan ook niet verwonderen, wanneer de dividenden beduidend zullen worden gereduceerd, hetgeen natuurlijk nog sterker geaccentueerd wordt door de regeling inzake het Ponden verlies. Dit bedraagt, zuoals gezegd circa 30 mil lioen. Het winstsaldo over het Jaar eindi gende op 31 Maart a.s. zal in mindering van het verlies worden gebracht welk saldo wel niet veel hooger dan 2 millioen zal zijn. Bovendien wordt een deel der reserve (de extra-reserve incluis) voor de verliesdelging bestemd, met dien verstande, dat deze beide reserves niet lager dan 8 millioen mogen zijn. Door deze beide factoren zal het verlies tot 20 millioen worden beperkt De helft van da jaarlijksche winst, met een minimum van 1 millioen wordt eveneens bestemd voor vermindering van de verliespost. Van de overblijvende helft deelen Staat en aan deelhouders gelijk op tot in totaal 5 divi dend is uitgekeerd. Wat er alsdan overblijft wordt opnieuw voor verliosafschrijving be steed. Hieruit volgt, dat in de eerste jaren ner meer dan 5 zal worden uitgekeerd terwijl met de mogelijkheid moet worden rekening gehouden, dat dit dividend bij voor zij is samengeroepen, een standpunt, dat blijkbaar bij de Nederlandsche delegatie instemming vond. daar deze zich bij het voorstel over verwijzing naar een subcom missie onthield. Nog eens, men moge de Poolsche voorstellen op zichzelf niet onaan tastbaar achten; men moge ze willen wijzi gen of aanvullen dat men het niet van harte dient toe te juichen, dat naast de materieele ontwapening ook de moreele, hoe moeilijk zij Is. wordt aangevangen, lijkt raad selachtig. Of dit zelfs in overeenstemming moet heeten met de toezeggingen, terzake van Nederlands houding voor de Ontwape ningsconferentie In de Kamers gedaan, lijkt aan twijfel onderhevig. lange na niet zal worden behaald. Vandaar dat de aandeelen Nederlandsche Bank niet meer die speculatieve beleggingsattractie heb ben als vroeger. Dit is o.i. dan ook niet noodig en trou wens af te keuren. Hooge dividenden van circulatie-banken vinden wij uit den booze, omdat deze winsten worden behaald door een monopolie dat eigenlijk geheel aan den Staat 7 u moeten bchooren, ware het niet, dat aan Staats-banken groote bezwaren kle ven. De strijd: particuliere- of staats circu latiebanken is niet nieuw; dezelfde argumen ten vóói of te bestaan ook nog nu. Wij weten dat er verschillende stemmen uit aandeelhouderskringen zijn opgegaan, die ook deze getroffen regeling principieel onjuist vinden. Deze geïnteresseerden rede- neeren als olgt: „wij, aandeelhouders, heb ben absoluut gten zeggenschap in het aan geven van de richtlijnen, waarlangs het be leid van de Nederlandsche Bank zich be weegt, Wij hebben slechts aan te hooren, wat de Directie daaromtrent op de algemee ne vergadering wil loslaten en verder kun nen wij stemmen over de winstverdeeling meer niet. De Staat daarentegen heeft een regeeringseommissaris, die de geste van de Directie heeft te volgen. De Staat, tezamen met de Directie, waarvan verschillende le den door de Regeering worden benoemd, zijn dus verantwoordelijk voor de consekwenties, aan de monetaire politiek verbonden. Het volle risico moet dus door den Staat worden gedragen". Deze redeneering is daarom o.i. onjuist, omdat men wel dankbaar de win sten heeft opgestreken, welke uit die mone taire politiek volgden. Men moet dus ook de nadeelen ervan ondervinden en het feit, dat zoowel de Staat als de aandeelhouders hun portie hebben te dragen, kunnen wij dan ook volkomen logisch, eerlijk en billijk vin den. KUNST EN LETTEREN „TIMOTHEUS". GEÏLLUSTREERD TIJDSCHRIFT Het nieuwe nummer van „Timotheus" bevat o.m. een uitvoerig artikel van de hand van dr. A. K. Straatsma, over den dichter Goethe, dat voorzien is van een aantal zeer goede illustraties, o.a. van het geboortehuis van dei. dichter, en van een ontmoeting van Schiller en Goethe, naar een schilderij van A. Eichstiidt Ook een portret over de geheele pagina, naar een teekening van G. H. Steurman. Verder bevat dit nummer weder een aan tal frissche bijdragen van de gewone mede werkers. Het ziet er als altijd welverzorgd uit. DE JONGE VROUW. Hot Maartnummer van „De Jonge Vrouw" uitgave van Bosch en Keuning te Baarn geeft een artikel over Friedrich Fröbel, naar aanleiding van diens 150e geboortedag. De mensch Fröbel wordt hier geteekend in verband met zijn werk. Had Fröbel zelf niet zoon sombere jeugd gehad, misschien was hij nooit de baanbreker geworden voor de „Friede, Freude, Freiheit" in het opvoedsy- steem. Dan is er de schets: „Wienekes Paasch- feest", waarin fijn geteekend wordt hoe een klein meisje verdriet heeft om den gekrui sigden Jezus, totdat Grootmoeder haar ver- tolt dat Hij is opgestaan. Mooi werk is de teekening van J. van Keulen op de tweede pagina „Hij droeg Zijn kruis een sobere, zeer ontroerende uitbeelding van de gebogen figuren op den Kruisweg. Daaronder het vers van Revius; 't En sijn de Joden niet. Heer Jesu, die U cru y sten. Verder de voortzetting van de geregelde artikelen en rubrieken en nog een aardige bijdrage over „Kunst in de kinderkamer". ARTSILK. Maandblad voor het familieleven. Artsilk is een nieuw familie-tijdschrift aan de fabriek van dezen naam. Het is uitge- Radio Nieuws. MAANDAG, 21 MAART NCRV: Graxnofoonmuxlek sum VARAGramofoonmuslek sum VARA: Pae<i. concert 1 b o r g: Mattheue-p&Mloa R BBO-orkeié NCRV: Orkej 18 45 Hulzen NCRV: Causerie d. H. Amelia* 19.00 Hulzen NCRV: Eogedsch NCRV: Goethe-herdenkln* 20.00 H u I z 20.01 Hllve Goethe 21.30 Huizen NCRV: Toespraak Goede-VriJ- VARA: la. Querido over i NCRV: Persb DINSDAG 22 MAART Hulzen KRO: Morgen concert l Hilversum AVRO: Grumofoonjnualefc Hulzen KRO: Gramofoonmuzlek i Hilversum AVRO Gramofoonmuzlek Hilversum AVRO: Orgelconcert yUM#' Strijkorkest Con< Hulzen KRO: Gramofoonmuzlek Kilundborg: Instrumentaal ensemble (Hilversum AVRO: Gramofoonmuzlek Hulzen KRO: Gramofoonmuzlek (Hulzen KRO: Orgelconcert t Hilversum AVRO ZansrreclUJ I Langen berg: Vesperconcert I Warschau: Orkei i VARA: Concert AVRO: Vloolreeltal Londen R.: BBC-orket Hulzen KRO: Oramnfoonmuzlek Par Ijs-Elf fe 1: Concert Hilversum AVRO: Omroep-orkeat Kalundborg: Omroeporkest D a v e n t r y: BBC-orkest Hulzen KRO: Kunst-ensemble AVRO: Goethe ais lyrisch I AVRO: Morgenwijding 1S.S0 Hilversum AVRO: Kinderuur Politie- an P a r s b e r l« h t a a. Ï5'21 5 u 11 n KRO: Persberichten 19 30 Hulzen KRO: PdiUe-uurtJe 21.30 Hulzen KRO: Persberichten 22.00 Hilversum AVRO: Persberichten voend op uitstekend papier, voorzien van werkelijk heel mooie illustraties, en bevat (althans dit eerste nummer) zeer prettige leesbare bijdragen o.a. van Clinge Dooren- bos, Jan J^eith, Willem Hunsche en David Tomkins. Speciaal het artikel van Hans Weben Amerika's nationale Parken, is prachtig van fotografische verluchting. In het ApriPnummer zal men o.a. mede- deelingen over een Foto-wedstrijd kunnen aantreffen. Tegen inzending van 25 bons. welke bij de Artsilk artikelen worden verpakt, kan men een nummer van dit fraaie tijdschrift bemachtigen. Men zal er geen spijt van heb ben. NIEUWE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET 67. Op 't zelfde oogenblik was Hannes dwenen. We hadden zoon uurtje zitten jam meren, toen we in 't aangrenzende vertrek opeens de opgewonden stem van mevrouw Goudmuis meenden te hooren... Nieuws gierig luisterden we aan 't sleutelgatJa. ze was hetl „Alles hebben ze gestolen, m'n heele huis is leeggehaald!" hoorden we haar jammeren. Ontzet keken wij elkaar e«n Dus... er was tóch ingebroken? Maar daar deed Snorrebaard de deur al open, pakte ons beet en zette ons vlak voor mevrouw Goudmuis neer. „Wij hebben het niet gedaan, heusch niet!" piepte ik; „dat moet 'n ander gedaan hebben; wij hebben alleen maar het raam opengedaan en het laadertje neergezet!" (Wordt Woensdag vervolgd) DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA Dank u. antwoordde zij snel. Ten eer ste zei Syama, dat u hard aan het werk waart, en ik wilde weten, of ik u ook kon dat wij vanmiddag op den Bosporus zouden gaan roeion, tot aan Therapia, misschien de aee in Woudt ge graag gaan *- Ik heb er den ganschen nadht van ge droomd Dan zullen we gaan, kindlief, en om te bewijzen dat ik het niet vergat, kan ik u meedeelen, dat de roeiers reeds besteld zijn. Wij zullen dadelijg na den middag Vooral niet te vroeg! antwoordde zij lachend. Ik moet mij kleeden en mij tooien als een vorstin. Het is mooi weer en er zullen veel menschen gaan roeien en ieder een kent mij al als de dochter van den In- dischen vorst Hij zag haar met voldoening aan en zeide: Gij zijt een keizer waard. Dan zal ik mij maar klaar gaan maken. Zij kuste hem tot afscheid en ging naar de deur. maar kwam weer terug. Nog iets, vader, zeide zij aarzelend. Hij zat reeds weder over zijn werk gebo gen, maar was dadelijk een cn al gehoor. Wat is er? U hebt gezegd dat ik te veel studeerde en lederen dag in mijn draagstoel moest uit gaan. Daarom liet ik mij nu en dan onder geleide van Syama, of van Nilo, langs den muur voor het Bucoleon dragen, waar men een mooi uitzicht heeft op de zee en op de tuinen van het paleis. Nergens Is de zee wind zoo verfrisschend als daar. Om er nog meer van te genieten stapte ik wel eens uit en wandelde op en neer, doch zonder met iemand te spreken. In den laatsten tijd ech ter word ik door iemand gevolgd. Hij is nog heel jong en staat stil als ik stil sta, maar hij heeft ééns geprobeerd een ge sprek met mij aan te knoopen. Om hem te ontwijken liet ik mij gisteren naar het Hip podroom brengen en ging voor de kleine obelisken zitten, waar ik naar de kunstrij ders keek. Juist toen de voorstelling heel belangwekkend was kwam diezelfde jonk man binnen en ging naast mij zitten. Ik stond dadelijk op. Maar het is heel onplei- zierig. Wat moet ik doen, vader? De Vorst dacht even na en vraagde toen: Het jonge mensch is nog jong, zegt gij? Ja. Hoe is hij gekleed? Hij schijnt veel van helle kleuren te houden. - Hebt gij bij niemand naar hem geïn formeerd? Neen vader, want bij wlen moest ik dat doen? Wederom dacht de Vorst even na. Uit die ontmoeting»., zou deunen, vandaar zijn schijnbare kalmte, maar haar mededeeling wekte een nieuwe reeks gedachten in hem op. Als Iemand zijn geliefd kind beleedigde, wat kon hij doen? Zich bij den magistraat beklagen maar dat wilde hij liever niet Den onbeschaamde persoonlijk straffen maar van wien kon hij ln dat geval een rechtvaardige beoordeeling, of medegevoel verwachten, hij, een vreemdc'ing? Hij ging alle mogelijkheden na. In Nilo had hij een gereed werktuig Eén woord zou voldoende zijn, om die ridderlijke maar woeste natuur wakker te schudden. Maar neen, dat kon gevaarlijk worden. Na eenig overleg meende hij niet beter te kunnen doen dan de zaak op haar beloop te laten, te onderzoeken wie de beleediger was, en Uël te vragen het meisje te vergezellen op haar eerstvolgende wandeling. De jonge mannen worden vrijpostig, zeide hij kalm. Zij doen soms dwaze dingen. Maar wat kan men beters verwachten van een geslacht, dat alleen aan mooie kleeren denkt? En 't Is ook mogelijk, kindlief, dat het jonge mensch niet weet wie gij zijt Eén woord is misschien voldoende om betere man leren te leeren. Doe alsof gij hem niet ziet Dat is in alle omstandigheden Je beste zelfverdodiging der deugdzame vrouw. Ga u nu kleeden voor ons tochtje. Trek uw mooiste kleeren aan, en vergeet niet de mooie halsketen, die ik u onlangs gaf, en de armbanden, en cfcn gordel met robijnen. Ga nu, lieveling. Natuurlijk laten wij ons in draagstoelen naar de landingsplaats bren- NEGENTIENDE HOOFDSTUK De vont ontmoet Konstantijn Voordat wij verder gaan moeten wij den lezer herinneren, dat de Bosporus scheiding maakte tusschen het gebied des Keizers en dat van den Sultan der Turken. In het jaar 1355 was van de eenmaal uit gestrekte Romeinsche bezittingen niets over dan een hoek van Thraclë tusschen de Pro- pontis (zee van Marmora) en de Zwarte Zee, ongeveer vijftig mijlen lang en dertig breed. Toen Konstan tijn Dragases, de regee rende Keizer in ons verhaal, den troon beklom, was het rijk nog weer ingekrompen, want Galata, op korten afstand van den Gouden Hoorn gelegen, was den Genueezen in han den gevallen. In Scutari, op de Aziatische kust, tegenover Konstantinopel, lag Turksche bezetting. Reeds had de Sultan gewaagd Konstantinopel te belegeren, maar hij was teruggeslagen, naar men zeide door de Moeder Gods, die op de wa!.en verschenen was en persoonlijk deel genomen had aan den strijd. Daarna stelde hij zich tevreden met een schatting te heffen van de Keizers Manuel en Johannes Palacjlogus. Daar de verhouding tusschen beide poten taten dus schijnbaar vriendschappelijk was, kon prinses Irene haar paleis bij Therapia blijven bewonen cn was er voor don Vorst geen bezwaar om op den Bosporus te gaan roeien. In weerwil van den heerschenden vrede gebeurde het bijna nooit, dat een schip met de Christenvlag in top een Aziatische haven binnenliep. De kapiteins ankerden liever in de baaien onder de schaduwrijke heuvelen] op Europeesch grondgebied. Dit geschiedde niet uit haat of godsdienstige onverdraag zaamheid, maar uit twijfel aan de eerlijkheid van den hardhandigen Turk, een twijfel die aan vrees grensde. Op de vischmarkten braohten de visschers de gemoederen hunner afnemers in beroering door verhalen van verraderlijke overvallen, gevangennemingen en ontvoeringen. Meer dan eens was het gebeurd dat renboden de poorten van Kon stantinopel binnenstoven, om aan te kon digen dat zij roode vlaggen hadden zien wapperen, klaroengeschal en tromgeroffel hadden gehoord, hetgeen beduiden moest dat de Moslims zich vereenigden met ge heimzinnige bedoelingen. De Moslims van hun kant koesterden de zelfde vrees voor de Christenen, en hadden op iedere beschuldiging een antwoord ge reed. De overvallen, de gevangennemingen, de ontvoeringen waren volgens hen aan woeste roovers te wijten, die niet eens tot hun stamgenooten behoorden, en de mu ziek en Ie vlaggen werden alleen gebruikt bil militaire oefeningen. In de hooglanden hoven Scutari ontspringt een kleine rivier, die vroolijk haar loop vervolgt, totdat zij zich in den Bosporus uitstort. Haar water is helder en frlsch, vandaar haar naam: De Zoete Wateren van Azië. Langs de zuidzijde strekt zich een grazige vlakte uit, wel smal, maar dicht b^zet met oude vijgehoomen en hedon ten dage op Mohammedaansche rustdagen druk bezocht door vrouwen uit de harems, die er leven en beweging brengen. Ongetwijfeld waren de kleine rivier en het gras en de hooge hoornen eeuwen geleden even aan trekkelijk als later, toen de eerste Moerad er met zijn leger de tenteu opsloeg. 7*u dien (iae echter werd de plek door de Grieken vermeden. Op den noordelijken oever dor rivier vet^ hief zich een sterkte, het Witte Kasteel ge naamd. Onregelmatig van vorm, en opgetrok ken van ruwe steenblokken zou het weinig de aandacht getrokken hebben, was het niet om een dikken, van schietgaten voorzienen toren, die reeds op grooten afstand zichtbaar was. Daar de Sultan het gewicht dezer sterk te begreep, liet hij haar door zijn soldaten bezetten. De bloed roode vlag op den toren boezemde den Grieken mtzag in, zoodat zij de nabij heid der Zoete Watenen van Azië meden, de overzijde van den Bosporus hielden, en order het prevelen van alles behalve vrome gebeden een kruis sloegen In de verbeelding des volks was het som bere oude kasteel vol onderaardsche ge vangenissen, bevolkt met tal van Christen mannen en vrouwen. En die daar eenmaal was binnengebracht kwam er niet meer le vend uit, zoo heette het ten minste. Maar om dergelijke zaken, hetzij waar of •alsch. bekommerde de Vorst zich niet Hij was niet bang voor de Turken. Al was de Aziatische kust een en al roode vlaggen geweest, zijn plan zou er niet om gewijzigd zijn. Lael verlangde te roeien op den schoo- nen Bosporus, dat was hem genoeg. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9