Het Binnenhof te 's-Gravenhage
DINSDAG I MAART 1932
Kerknieuws.
„TWEEMAAL BEROEPEN".
Ons trof. aldus schrijft Ds. J. D. van der
Velden in de „Kralingsehe Kerkbode", een me-
dedeeling in het verslag- van de Classical?
Vergadering van 's-Gravenhage der Geref.
Kerken. Daar vonden we het volgende: „Na
langdurige discussie besluit de Classis geen
toestemming te geven aan één der Kerken in
de Classis om over te gaan tot het voor de
tweede maal beroepen van een Dienaar des
Woord? in dezelfde vacature".
We hebben deze langdurige discussie niet
bijgewoond, maar zeker kan er wel uit afge
leid, dat de Classis groot-en ernst heeft be
tracht bij dit verzoek. En dat is, dunkt ons,
streng vereischte. Zooals het gedurig her
haald „tweemaal beroepen" in den laatsten
tijd voorkwam» vroegen we ons zeiven af of
dit den goeden kant uitging. Er is zoowel
voor Dienaren des Woord? als voor de Ker
ken zelve een groot gevaar aan verbonden. De
ooi-zaken, die we wel eens hoorden noemen,
om voor de tweede maal te beroepen, kunnen
niet altijd door den kerkelijken beugel of laat
ons liever zeggen, zijn niet steeds gerecht
vaardigd. Het laat zich begrijpen» dal een
Classis niet gaarne een Kerk of een Dienaar
des Woords iets wil weigeren. Maar als er
geen gegrimde en zeer bijzondere oor.laak
voor is. dient een Classis haar roeping te ver
staan en den moed te bezitten, om haar toe
stemming niet te verleenen. We hebben nog
nimmer gelezen, dat het verzoek afgewezen is.
daarom trof ons te meer de beslissing van de
Classis 's-Gravenhage".
Ds. Laman voegt er in de „Bazuin" aan toe:
We vinden dit Haagsch besluit een wys be
sluit.
CHR, GEREF. KERK IN NOORDAMERÏKA
De Synode der Chr. Geref. Kerk in Noord-
Amerika besloot reeds in 1930 tot het feeste
lijk herdenken van het 75-jarig bestaan dier
Kerk, in ApiH van dit jaar. Thans worden de
Gemeenten opgewekt om afzonderlijk of in
groepen waar men daartoe gelegenheid heeft,
gemeenschappelijk met gepaste feestviering
God te danken voor al Zijn goedheid aan de
Kerk bewezen.
Door het weekblad „De Wachter" zullen de
leden dier Kerk op de feestviering worden
voorbereid. Ds. I. van Dellen heeft het eerste
van een reeks artikelen, grootendeels van
historisch karakter, thans gepubliceerd.
VRIJZINNIGE PREDIKING
Te Oudewater zal de eerste vrijzinnige
godsdienstoefening worden gehouden.
„EVANGELISEEREN IN ELKANDERS
GEMEENTEN".
Een circulaire ertegen.
Het Hoofdbestuur van het Ned. Herv. Ver
bond tot Kerkherstel heeft, blijkens het maand
blad „Nieuw Kerkelijk Leven" aan alle predi
kanten der Ned. Herv. Kerk een circulaire
gericht, waarin gewezen wordt op een euvel,
n.l. het optreden in niet-officieel door den
Kerkeraad belegde godsdienstoefeningen of
het verrichten van andere tot het predikambt
behoorende handelingen binnen het ressort van
Hervormde gemeenten, waar predikanten ge
vestigd zijn, die eveneens by het Verbond
zijn aangesloten.
Erkend wordt dat afdoende genezing van
deze kwaal slechts verkregen kan worden bjj
doorvoering van reorganisatie der geheele
bestuursinrichting, waardoor een echt-kerke-
lyke samenleving op normale wijze weer mo
gelijk gemaakt wordt. Daarom moet eensge
zind geijverd worden voor herziening der
Kerkorde in den geest en volgen* de gTond-
lijnen van het ontwerp-1929.
Voorts zullen de predikant-leden ten ern
stigste moeten overwegen de vraag, of b.v.
het „evangeliseeren" in elkanders Gemeenten
geen individualistisch-willekeurige voorbijgang
is van het kerkelijk ambt en de wettige ver
gadering der ambtsdragers in den Kerkeraad
en daarom slechts gerechtvaardigd is by
zulk een geestelijken noodtoestand, dat deze
geacht mag worden „de wet te breken".
Tegenover mede-leden van het Verbond, die
eenzelfde Christocentrisch uitgangspunt voor
het Kerkelijk samenleven aanvaardden, moet
toch wel heel stellig geiden (hoewel niet uit
sluitend tegenover hen!) dat men er niet al
te spoedig gerust op mag zyn, dat zulk een
geestelijke „noodtoestand" binnen het kerke
lijk ressort een vrijbrief geeft tot kerkelyk-
cnordelyke en jndividualistisch-eigenmaehtige
liandelingen.
OPENBARE SCHULDBELIJDENIS
Tè Assen heeft de Kerkeraad der Geref.
Kerk besloten voortaan in zake de zonde tegen
het zevende gebod wederom in openbare belij
denis in te voeren.
AVONDMAAL VIEREN
Ds. J. H. G r o 11 e, Ned. Herv. predikant te
Utrecht, schreef in het „Predikbeurtenblad"
aldaar o.m. het volgende:
Toen in April 1538 Calvy'n en zijn ambtsbroe
ders wegens een conflict over het Avondsmaal
vieren uit Genève verdreven waren, smeekten
zy niet om te mogen terugkeeren, maar stel
den zy koninklijk, zooals het dienaars des
Woords betaamt, hunne voorwaarden op. Al
leen op vaste voorwaarden waren zy tot terug
keer bereid.
Twee der voornaamste luidden aldus:
„Het eerste is: dat de stad in gemeenten
Ingedeeld wordt", dus niets meer of niets min
der dan het parochie-stelsel; en: „Dat een va
ker herhaalde viering van het Avondmaal
wordt ingevoerd, zoo niet naar de gewoonte
der oude Kerk eiken Zondag, dan toch zeker
elke maand eenmaal".
Dat was in 1538.
Wij schrijven 1932. En stumperde, die w
zyn, wij vechten er nu nóg om, en beschouwd
het zelfs als een nieuwigheid, als iemand pa
Tochiestelsel en maandelijksche Avondmaals
viering vóórstaat. Is het niet om in een hoekje
weg te kruipen en daar diep-beschaamd
zelf uit te lachen en uit te huilen tegelijk
Maar hier ga ik te ver. Want onze Ker
raad (namelijk die der Ned. Hervormde Ge
meente te Utrecht) heeft in November j.L be
sloten tot een regeling van Avondmaalvierin
gen volgens het plan-Calvyn; niet volgens de
practy'k-Calvyn, want, in werkelijkheid heeft
de Gemeente van Genève na zijn terugkeer
toch eiken Zondag Avondmaal gevierd.
Dit verheugt, ons diep in het hart, omdat de
Gemeente hierbij een reuzenstap doet in
richting van krachtig, geestelijk leven.
SLORDIG LEVEN MET ATTESTATIES
De Classis Zaandam, der Geref. Kerken
klaagt in een open brief, gericht aan de Geref.
Kerken in ons land, over de toenemende slor
digheid betreffende attestaties en doopat-
testen.
„Herhaaldelijk komt het voor", zoo lezen
wy ffdat leden van andere Kerken hier
maanden achtereen wonen met attestatie in
hun bezit, zonder die in te leveren, zonder de
samenkomsten dor Gemeente te bezoeken, of
op andere wijze zich kenbaar te maken als le
den eerier Geref. Kerk. En toch ontvingen zul-
ken maar een blanco attestatie, ofschoon het
al zeer moeilijk valt aan te nemen, dat een der
gelijke onverschilligheid voor de Kerk pas bij
hun verhuizing is ontstaan. Zelfs ontvangen
wij zulke getu i gechriften-z onde r-aanteekenin g
van leden, die bij hun vertrek uit de vo
rige Gemeente onder censuur stonden! Ande-
wonen hier soms langen tijd zonder at
testatie te hebben aangevraagd (wat voor hun
rekening komt), of nog erger: ze vroegen die
wel bij herhaling aan, maar kregen geen ant
woord. Weer anderen komen binnen met at
testaties die onvolkomen geteekend zijn. Nog
treuriger staat het met doopleden, voorname
lijk komende uit de drie noordelijke provin
cies. Die rijn hier reeds ettelijke weken als
knecht of dienstbode werkzaam, zonder dat de
Kerk, waaronder zy ressorteeren, iets van hen
afweet. Natuurlijk is in de meeste genoemde
gevallen de eerste schuld te zoeken bij die le
den zelf of bii de ouders der doopleden. Maar
gaan de Kerken altijd vrijuit? Wij meenen van
niet".
..KERK EN VREDE".
Naar men ons mededeelt is het aantal af-
deeungen van de vereeniging „Kerk en Vrede"
dezer dagen tot 100 gestegen. De vereeniging
telt thans ruim 8900 leden, waarvan 358 voor
gangers (predikanten, evangelisten) van ver
schillende Kerken en richtingen.
WARME MAALTIJDEN
„Heraut" publiceert uit het kort verslag
van de Classis Coevorden der Geref. Ker
ken het volgende:
„Het voorstel van Sleen, om voortaan geen
classicalen warmen maaltijd te gebruiken,
wordt verworpen". Dit is al meer voorgesteld
gew'eèst in Drente.
EVANGELISATIE
In den Wieringermeer. In „Land
in Zicht", schrijft de heer K. O. Finkensieper,
éand. tot den H. Dienst in de Ned. Hervormde
Kerk, aangewezen voor den geestelijken ar
beid in den Wieringermeer o.m. het volgende:
Nu Ds. J. Kwint, te Opperdoes, door het
Clè's&ieaal Bestuur van Hoorn is aangewezen
als Consulent van den Wieringermeerpolder
is het goed hier nog even nader op in te gaan.
Zooals men weet, werd het comité „Land in
Zicht" opgericht voor den Evangelisatie-ar
beid onder de Zuiderzeewerkers. Toen da Wie
ringermeer in Augustus 1930 droogviel en in
hetzelfde najaar daar arbeiders kwamen voor
het ontginningswerk, is de arbeid van „Land
m Zicht" ook over dit gebied uitgebreid. Men
lette «p: het gaat hier om Evangelisatiearbeid.
Naast allerlei andere trekken, wil dit zeggen:
arbeid ln het belang der Hervormde Kerk, een
arbeid, die dus op den duur overgenomen moet
worden door het daartoe bevoegde orgaan der
Ned. Herv. Kerk, hier: het Classicaal Bestuur
van Hoorn. Dit neemt, zoolang nog geen Ker
keraad gereformeerd is, de taak van Kerke
raad op zich, waarbij Ds. Kwint als consulent,
voorzitter is. Het Classicaal Bestuur van
Hborri zal dan ook ter zijner tjjd overgaan tot
benoemen van een hulpprediker. Voor kerke
lijke zaken, zooals het inzenden van attesta
ties, etc., wende men zich tot Ds. Kwint.
Jaarboekje Evang. Geref. Ker
ken. Reeds voor de derde maal kwam het
jaarboekje van het Verband van Evangelisatie
commissies van Geref. Kerken in Nederland
bij W. D. Meinema te Delft van de pers.
Deze uitgave is wederom met bijzondere
zorg .«aamgesteld. Er zit groei in genoemd
Verband. Het eerste Jaarboekje maakte mel
ding van 82 bij het Centraal Verband aange
sloten commissies. Begin vorig jaar waren er
117 en thans reeds 141. Zoo is uitteraard de
omvang van het Jaarboekje toegenomen en is
het voor de betrokkenen nog meer onmisbaar
dan tevoren.
Ook zijn belangrijke gegevens over het Evan
gelisatiewerk der Geref. Kerken in de Classis j
Bataria en in België opgenomen. De rubriek
„.Belangrijke adressen" onderging een groote
uitbreiding. Ze is een betrouwbare gids voor
allerlei gegevens op het gebied van Evange
lisatie en Inwendige Zending.
Ds. J. R. Goris, 1ste secretaris, gaf een
breed overzicht van den vereischten arbeid.
Voorts zijn er afzonderlijke bijdragen van den
adviseur Prof. Dr. F. W. Grosheide: „Con
currentie"; van Ds. T. J. Hagen: „Vruchten
op den arbeid"; van Ds. J. den Boeft: ,-TJvert
naar de beste gaven"; en van Ds. J. Scholten:
„Waarom een uitgebreide en langdurige lec-
tuurverspreiding
In zyn „ter inleiding" constateert Ds. D.
Ringnalda, 2de secretaris, dat het Centraal
Verband een stimuleerde voorlichting aan vele
Geref. Kerkeraden en Commissies geeft. Het
werk is nu op kerkrechtelyk-zuivere leest ge
schoeid, naar de beginselen die in 1923 door
de Synode van Utrecht uiteengezet zijn. Aller-
wege blijkt nu ook practisch hoe de georgani
seerde Evangelisatie-arbeid uitgaat van, voor
het minst staat onder leiding van de plaatse
lijke Kerk. Zoo ook vindt de door het. Ver
band aangeprezen formeele organisatie in sub
commisles steeds meer ingang. Ook neemt de
vorming van ringen, kringen of bonden
gestadig toe en heeft haar veelzijdige betee
kenis krachtig bewezen.
Het jaarboekje zal weer met dankbaarheid
ontvangen worden. Het is er en het blijft er,
het zal nog voortdurend meer in beteekenis
winnen.
hindoeïsme en christendom.
Een Indisch koopman, Annamalia Raja,
heeft in de Indische stad Chidambaram een
groote universiteit opgericht welke zuiver
Hindoesch zal zijn en oen bolwerk moet vor
men tegen den opdringenden invloed van
het Christendom. De stichter, die zijn naam
aan de universiteit gaf, schonk den grond,
twee millioen roepees voor de bouwkosten
en 600.000 roepees voor de inrichting. Boven
dien wist hij de Engelsch-Indisclie regeering
te bewegen eveneens 600.000 roepees voor de
inrichting te schenken.
De Leipziger missie, de beteekenis van dit
Hindoesch jeugdcentrum opmerkend, heeft
besloten een harer bekwaamste missionaris
sen, Dr. Grafe, in Chidambaram te station-
neeren met de t-xk, onder deze jeugd te
ev&ngeliseeren en de noodige apologetiek
voor het Christelijk geloof te voeren.
ZENDING
Ned. Zendingsraad. In het verslag
betreffende de werkzaamheden van den Ne-
derlandschen Zendingsraad, opgenomen in het
Tijdschrift voor Zendingswetenschap, wordt
meegedeeld, dat de „besprekingen met de Zen-
dingsdeputaten der Gereformeerde Kerken nog
niet tot een bevredigend resultaat hebben ge
leid".
De Synode der Chr. Geref. Kerk besloot
zich van den Raad af te scheiden.
De Zending der Geref. Kerken in Hersteld
Verband, die spoedig Zendingsarbeid te Soera-
ba ja aanvangt, besloot tot aansluiting. Ook de
Nederlandsche Vereeniging voor Israël heeft
den wensch tot aansluiting kenbaar gemaakt.
Nog geen Zendingsraad in
I n d i Over de vergadering van Zendings-
arbelders in Indië (voorzitter Dr. H. A. van
Andel), ter bespreking van de oprichting van
een Nederl.-Indischen Zendingsraad, deelt het
Indische Zendingstijdschrift „De Opwekker"
o.a. het volgende mede: „Dr. H. Kraemer her
innerde aan het besluit der Synode der
Gereformeerde Kerken te Arnhem en
moeilijkheid, waarin in verband hiermee
de vergaderingen van missionaire pre
dikanten van de Gereformeerde zendingster
reinen verkeeren, om mee te werken aan eer
zendingsraad, die zich zou aansluiten bij den
Internationalen Zendingsraad. Aan den ande
ren kant staan verschillende andere groepen
en personen op het standpunt, dat zij niet kun
nen meewerken aan 'n Ned.-Ind. Zendings
raad; het kerkbestuur der Prot. Kerken heeft
dit reeds neergelegd in een besluit".
Al kon er dus geen Zendingsraad worden
opgericht, er werd toch besloten, een i
missie te benoemen, die tot taak heeft, de
gelijkheid, hoe „op den duur" een Ned.-Ind.
Zendingsraad zal kunnen worden opgericht,
nader te onderzoeken en, zoo mogelijk, voor te
beyeiden.
Schoolnieuws.
VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM
De heer B. F a b e r. amanuensis, schrijft ons:
Reeds in 1913 sprak Dr. A. KuiJper in zijn
red: „Een geloofsstuk": „en daarom niet drie,
maar vijf faculteiten, on in elke faculteit ten
minste vüf hoogieeraren. moet onze leuB blii-
- - spoedig zelfs heen".
Nu schrijven w
oorbijgingen, ns
j de Vrije Univi
t dit t
In de
ntig Jai
n, die
In 1912 twaalf hoogleeraren.
In 1932 zjjn het drie en twintig.
En wat de studenten betreft: ook hier Is do
toename niet minder -groot
De studentenlijst van den cursus 1911-12 telde
in dezen cursus zijn er 510 studenten lnge-
Pe zegen over de Vrije Universiteit Is we]
zeer groot geweest en niet het minst ln deze
laatste twintig jaren.
Het door velen In kleingeloof zoo gevreesde
jaar 1930 is geworden een jubeljaar.
En toch we zijn er nog niet
Het Ideaa! is nog ver. Nog steeds geldt het
woord van Dr. Kuöper „Dédr moet het heer'
De Vrije Universiteit heeft thans vier facul
teiten: de Theologische, de Juridische, de Litte-
:h en de Wis- en Natuurkundige Facultni»
ovendien is In de Medische Faculteit Prof.
van der Horst als gewoon hoogleeraar er
rof. Dr. L. Bonman als buitengewoon hoog-
i van drie hoogleeraren en een buiteni
i van de voor deze faculteit benoodigde
dezen tüd varj malais»».
roep tot medewerking doen uitgaan. En al de
ln de organisatie medewerkenden staan gaarne
gereed om de bijdragen van hen, die nog niet
meedoen, in ontvangst te nemen en door te
geven. Als alle belijders van de Gereformeerde
beginselen hun steun bieden, dan komt het be
noodigde bedrag er, ook ln dezen moeilijken tfd
En don zal onze Vrije Universiteit blijven
uitgroeien, dan zal ze zooals vroeger nooit
opbloeien, dan zal ze vrucht bij volle korven
THEOLOGISCHE SCHOOL TE KAMPEN
Vanwege de studentenafdeeling van de
;Oeref. Vereerfging voor Drankbestrijding
„Dr J. C. de Moor* te Kampen werd een pro-
paganda-avond gehouden die zeer goed ge
slaagd mag heeten.
Nadat de Voorzitter der afdeeling de heer
H. de Valk, de vergadering, die door een
40-tal studenten werd bezocht, had geopend,
CHRISTELIJK LYCEUM TE HARDERWIJK
Op Dinsdag 8 Maart 1932 zal het 121/» Jaar
geleden zijn, dat het Christelijk Lyceum,
uitgaande van de Vereeniging voor Christe
lijk Middelbaar- en Voorbereidend Hooger
Onderwijs voor Harderwijk en Omstreken ge
opend werd' en dr. J. Moll zijn werkzaamhe
den als Rector aan genoemde school aan
vaardde.
De Vereeniging werd opgericht 31 Juli 1918
en de werkzaamheden waren zoover gevor
derd, dat op 8 September 1919 de School kon
worden gopend1 in een gebouw op de Visch-
markt De school ving toen aan met 26 leer
lingen, 20 in de eerste en 6 in de tweede
klasse.
Op 7 Juli 1920 werd besloten tot het bou
wen van een nieuwe school aan de Stations
laan, van wolk gebouw de eerste steen ge
legd werd op 26 April 1922 en de opening ge
schiedde op 10 September 1923 door Minister
Dr. J. Th. de Visser
In September 1925 werd aan het Lyceum
een afdeeling voor opleiding van onderwij
zersfessen) verbonden, zoodat de school drie
afdeel ingen telt, een Gymnasium-, een H.B.S.»
en een Kweekschool-afdeeling. Begonnen met
26 leerlingen, telde de school on 1 Januari
j.l. reeds 258 leerlingen.
Het eind<-diploma Gymnasium werd reeds
verworven door 46 leerlingen, dat van de af-
leeling H.B.S. door 56 leerlingen, terwijl 30
leerlingen der afdeeling Kweekschool, de on-
derwijzers(essen)akte verkregen.
Een particulier Internaat, onder leiding
van den heer B. Berends ten Kate zorgt voor
huisvesting van leerlingen, die uit andere
plaatsen van ons land, de school bezoeken,
terwijl ook vele leerlingen in gezinnen zijn
ondergebracht.
kreeg' dia eerste spreker de heer W. C. F.
Scheps, van Den Haag, het woord, die een
rede hield over het onderwerp: „Ook gij!''
Als tweede spreker trad na de pauze op de
heer N. Baas, van Amsterdam, over hat
onderwerp: „Wij boeven", ervaringen in de
ONDERWIJZERSSALARISSEN
Bij N. Samson te Alphen a. d. Rijn is ver
schenen de 8ste geheel bijgewerkte druk
van de „Salarisregeling voor de onderwij
zers overeenkoms ig hel bezoldigingsbesluit
Bungjrlijke Rijksambtienarenwet 1928'. In
dezen nieuwen druk van deze in onderwijs
kringen zoo goedbekende uitgave is tevens
opgenomen het Kon. Besluit van 29 Decem
ber 1931, S. no. 5C6, iot vaststelling van de
tijdelijke salariskorting, welke mei ingang
van 1 Maant 1932 zal moeien worden toe
gepast.
Ook dit besluit is op «te gebruikelijke
wijze niet verbeelden toegelicht, waardoor
deze uitgave weder een onmisbare gids zal
blijken voor de vaststelling der on derwij-
zerssalarissen.
De bewerking geschiedde door bevoegde
band, zoodat deze herziene uitgave even
als haar voorgangster een betrouwbare
leiddraad zal zijn bij het vaststellen van
onderwijzerssalarissen.
door S. B. J. BE JONGH Jr.
II
Zooals bij de nsiddeleeuwsohe k&steelen te
doen gebruikelijk was werd door graaf
Willem II een hofkapel gesticht, die
hij liet verrijzen ten Noorden van de Hof
zaal langs den Hofvijver, en die hij
Mariakapel noemde. Na een brand
in 1644 werd ze herhoujwd en in 1668 uit
gebreid. De kelders van deze kapel dien
den tot begraafplaats van de graven van
Holland, maar niet allen zijn ze daar be
graven. In 1619 werd daar ook het lijk van
den onthoofden Oldenbarnevelt bijgezet.
In 1588 werd deze Mariakapel afgestaan
aan Louise de Coligny om daarin te
haren behoeve Fransche godsdienstoefe
ningen te doen houden. Aanvankelijk wer
den deze diensten waargenomen door den
prèdiikant More&nu uit Delft, in 1691
werd deze vervangen door Johannes
Uitenbogaert in den Haag. Later ln
de XVIIe eeuw werd de kapel gebruikt als
Waalsche kerk, maar toen Lodewijk Napo
leon zijn residentie op het Binnenhof ves
tigde liet hij ze tot zijn hofkapel inrichten
en sinds dien tijd tot 1875 toe i9 zij bij de
Room sch Katholieken in gebruik gebleven.
In laastgenoemd jaar is ze aan den Staat
verkocht.
In 1879 is deze kapel bij den bouw van
het, departement van Waterstaat grooten-
deels gesloopt', gedeeltelijk daarbij getrok
ken en ten deele ingericht voor griffie on
andere lokaliteiten ten behdteve van de
Eerste Kamer.
Ten Oosten van de Hofkapel, dus naar
de zijde van het Plein, stonden reeds m
de XlVe eeuw verschillende^ gebouwen
van de grafelijke woning, die in de XVIIe
eeuw en later vertxmwd zijn. Deze z-ijin ln
1880 en 1881 opgeruimd en vernieuwd,
maar bewaard gebleven is de aan den
Hofvijver gelegen z-g. Trèveszaal,
waarin een paar maanden geleden nog het
Crisis-Comité door Prinses Juliana is geïn
stalleerd. Deze zaal, die vroeger dien-
d e voor de conferenties van Hun Hoog-
moigenden met vreemde gezanten, is
een (pronkstuk van schoonheid. Zij is iu
1697 in opdracht van de Staten Generaal
gebouwd door den beroemden architect
Daniël M a r o t in den weelderigen stljl-
Lodewijk XIV. Zij munt uit door prachtig
geschilderde ornamenten en plafonds en
een schoorsteenstuk, dat een allegorische
schildering van de welvaart van het land
voorstelt. Zij is versierd met beeld- en snij
werk en twee rijk bewerkte schoor»!eenen,
terwijl de wanden prijken met d* door
J. H. Brandon geschilderde portretten
ten voeten uit van vijf Oranjevorsten, n.l
van Willem I, Maurits, Frederik Hendrik,
Willem II en Willem III, ter wier verheer
lijking de inrichting van de zaal bedoeld
Ook is nog overgebleven de voormalige
vergaderzaal van Hun Hoogmogende» d«
leden van de Staten-Generaal, grenzen:ie
aan de Trèveszaal en eveneens aan den
Hofvijver gelegen; deze bevat ook merk
waardige onderdeden en de portretten ten
voeten uit van d e Prinsan Willem IV en
Willem V. 4
Nog verder Oostwaarts heeft men net
Departement van Bfnnenlandsch© Zaken
met aan dèn uitersten Noord-Oostelijken
- I stond in ons
•hoek het bekende achthoekige torentje, de
•kamer van den Minister. Alle overige geboul
wen, die hier stonden, zijn in 1913 gesloopt
ter wille van een nieuw departementsge-
bouiw voor Binnenlandsclie Zaken.
Tusschen de Mariakapel en het Buiten
hof dus altijd nog langs den Hofvijver,
stonden de gebouwen, die het verblijf van
den Stadhouder uitmaakten, en die aan de
Westzijde, dus naar den kant van het Bui
tenhof, aansloten aan den vierkanten ob
servatietoren op den hoek, die tusschen
1568 en 1598 is gebouwd. Maar toen Mau
rits in 1584 stadhouder was geworden,
achtte hij de zoo even genoemde woonver
trekken te bekrompen en verlangde meer
ruimte voor zijn hofhouding. Daarom werd
besloten langs den Westkant van het Bin
nenhof, dus op de grens tusschen Binnen-
en Buitenhof een nieuw Sladhouder-
1 ij k Kwartier te bouwen. Dit geschied
de in 1620 en 1621. Tevens werd toen langs
het Stadhouderlijk Kwartier aan de zijde
van het Binnenhof de nog bestaande galerij
aangebracht rnet zandsteenen zuilen en
gemetselde bogen zooals wij die nog aan
schouwen. De archi'eetuur van dit logies
voor Zijne Excellentie, die wordt toege
schreven aan Adriaen Frederik s-
zoon van Oudendyck, is doorge
voerd bij alle later opgerichte gebouwen op
het Binnenhof en drukt bij al haar eenvoud
den stempel van voornaamheid en karakter
op dit machtige en indrukwekkende gebou
wencomplex.
In dit Stadhouderlijk Kwartier was het,
dat Prins Maurits in 1625 den laatsten
adem uitblies, waarna Prins Frederik
Hendrik met zijn jeugdige gemalin
Amalia van Solmser zijn intrek nam
Door de toeneming van het huisgezin,
van den Prins was eenige uitbreiding van
het vorstelijk logies noodig, waartoe in de
jaren van 1634 tot 1636 werd overgegaan.
Enkele jaren later, in 1639 en 1640, werd
de galerij met verdieping, die langs hel
Stadhouderlijk Kwartier liep, voortgezol
langs de gebouwen tusschen de Hofkapel
en den Ob-servaj'ietoren, diie gelijk wij gezien
hebben ook tot het Stadhouderlijk paleis
behoorden.
Hier was het ook, dat in Maart 1642
Maria Stuart, de toen nog maar
twaalfjarige gemalin van Willem II, haar
intrek nam. Den 26en Februari 1644, den
dag dat haar huwelijk ln den Haag voor
goed werd voltrokken, ontstond er brand in
de vertrokken van de Prinses, waardoor de
hofkapel, die toen reed9 Waalsche kerk
was. grootendeels werd vernield. Ze is
toen weer opgebouwd.
En in ditzelfde Stadhouderlijk Kwartier
overleed in Maart 1647 Frederik Hendrik
en in Maart 1650 stierf daar ook zijn zoon
Willem II.
Het stadhouderlooze tijdperk, dat met
den dood van laatstgenoemden prins wus
ingetreden, bood een welkome gelegenheid
aan om de vertrekken, waar de Staten van
Holland hun vergaderingen hielden en die
oud en bouwvallig waren geworden, door
een nieuw gebouw te vervangen. Deze loka
len bevonden zich beneden de Stadhouder
lijke, vertrekken, gelegen tuschen de Hof
kapel en den Observai'.iertoren aan den Hof
vijver.
Het ontwerpen van de daarvoor noodige
bouwwerken en het toezicht op de uitvo»»-
ring er van droegen de Staten van Holland
door bemiddeling van den heer Pensionaris
van Dordrecht Johan de Wit op aan den
hekenden bouwmeester P i e t e r Pos:,
daarin bijgestaan door Pieter Arends
zoon Noor wits, contrarolleur va» den
Hove van Holland. Hoewel tot dezen bouw
reeds in 1651 besloten werd, kwam dit
werk tengevolge van den Eers'en Engel-
scfren Oorlog eerst tegen het einde van
1657 gereed. Gelijkstraais bevat dit gebouw
een zaal, die gebruikt werd als vergader
zaal van de Gecommitteerde Raden, maar
die in 1913 is ingericht tot archief voor het
Departement van Waterstaat.
Op de verdieping werd de prachtige ver
gaderzaal van de Staten van Holland ge
bouwd, die tegenwoordig gebruikt word»
voor de vergaderingen van de Eerste Kamer
der Staten Generaal. Deze zaal is wel een
van de beste werken van Pieter Post, Het
plafond is beschilderd door Wieling en
de Haan. Twee monumentale gebeeld
houwde schoorsteenen met in 1669 geschil
derde schoorsteenstukken: „de Vrede" dor
Adriaen Hanneman en „Mars" door
Jans Lievensz s'rekten deze zaal tot
groot sieraad, maar 't is jammer dat er nu
tribunes voor gebouwd zijn. Boven de wan
den. die vroeger met, uitgelezen gobelins
waren behangen, en onder de zoldering ziet
De Gevangenpoort
men schilderingen, die den schijn wekken
dat de volken der aarde uit alle natiën en
rassen op de vergaderden neerzien als Be
langstellende getuigen van he igeen de hoog
mogende beeren, diie in zekeren zin over
het lot van Europa beschikken, in deze zaal
beraadslaagden.
In tegenstelling met de pracht van het in
wendige is bij de gevels de grootete een
voud betracht.
Tijdens de uitvoering van dit werk be
trokken de Staten tijdelijk de bovenvertrek
ken van het nieuwe S adhouderlijk Kwar
tier, waar inmiddels ook prinses Maria, de
weduwe van Willem II haar verblijf had
gehouden.
In 1672 nam het Stadhouderlooze tijdperk
een einde, daar toen het erfstadhouderschap
werd opgedragen aan den acht dagen na
den dood zijns vadere geboren Prins Wil
lem III. Ook deze betrok hel Stadhouderlijk
Kwartier (tegenover de Ridderzaal), dat na
's Prinsen huwelijk in 1677 met Maria, de
dochter van Jacobus II van Engeland, aan
de Zuidzijde in denzelfden trant met vier
traveeën of vensters werd verlengd, waar
door het Binnenhof aan die zijde de tegen
woordige afmetingen en gedaante verkreeg.
Toen met den dood van Willem III in
Maart 1702 het tweede stadhouderlooze
tijdperk was ingetreden werden verschil
lende bijgebouwen op het Buitenhof die iot
het verblijf van de s'adhouders hadden be
hoord. 't zij verkocht, 't zij van bestemming
veranderd. Maar toen in Mei 1747 Prins
Willem IV tot stadhouder van alle gewes
ten verheven werd, werden die verkochte
gebouwen weer teruggekocht en werden de
vertrekken op het Hof, die bij vorig stad
houders waren in gebruik geweest, Weder
voor den dienst van Zijne Hoogheid be
stemd en daarvoor gereed gemaakt. Boven
dien werden nog andere gebouwen op het
Buitenhof ten gebruike .van den Prins en
zijn gezin afgestaan.
Willem IV zou echter dit opnieuw inge
richte paleis niet lang bewonen, daar hij
reeds den 22en Oetooer 1751, nadat hij te
vergeefs genezing gezocht had in de baden
te Aken, op nog maar 40-jarigen leeftijd
den geest gaf Hij stierf op het Huis (en
Bosch, maar zijn lijk werd na gebalsemd te
zijn in den nacht van 1 op 2 November, in
een lijkkoets, door twee andere koetsen
vergezeld, naar het Stadhouderlijk Kwartier
overgebracht. Hier werd het van 25 Novem
ber tot 8 December in de audiëntiekamer op
een praalbed voor het volk ten toon gel eg 1.
Den 4en Februari 1752 werd het s'offelijk
overschot uit het, Stadhouderlijk Kwar'ier
uitgedragen en naar den voostel ij ken grafkel
der te Delfi overgebracht. De kosten dezer
begrafenis bedroegen niet minder dan
68000 gulden.
De prinses-weduwe Anna van Han
nover de F.ngelsche koningsdochter, die
na het overleden van haar gemaal regentes
was geworden over haar toen nog maa"
driejariigien zoon Willem V, bleef op hel
Stadhouderlijk Kwartier wonen en te haren
gerieve werden nog verschillende verande
ringen aangebracht. Maar ook zij werd na
weinige jaren hier uitgedragen, want den
12en Januari 1759 nam, de dood haar weg,
en ook haar stoffelijk overschot, werd in
den grafkelder te Delft bijgezet den 23 m
Februari d.a.v. Op statige wijze werd deze
49-jarige Engelsche koningsdochter op
staatskosten begraven.
Haar beide kinderen Carolina on
Willem V haar eerste kind, een doch
tertje, was levenloos geboren kwamen
nu onder de voogdijschap van Louis
Erast, hertog van B r u n s wij k Wol
fe In b utt e 1 en woonden bij afwisseling
op het Huis ten Bosch en op het Stadhou
deriijk Kwartier; hier werd ook het kabinet
van den Hertog gevestigd.
E. D. J. DE JONGH Jr,
Te Amsterdam is opgericht de Eerste Am-
sterdamsche Kweekschool voor Lichamelijke
Opvoeding, ten doel hebbende de lichamelijke
opvoeding te bevorderen, o.a door te voor
zien in de behoefte aan goed onderlegde leer®
krachten. Opgeleid zal worden voor alle gym»
nastiek-acten door een keur van docenten,
waarvan de namen eerstdaags gepubliceerd
zullen worden.
Dat te Amsterdam een groote behoefte be»
staat aan een opleiding voor de diverse gym»
nastiek-acten blijkt o.m. uit de overbevolking
der bestaande instituten met alle gevolgen
daarvan.
Gestreefd zal worden naar een ruime ople?»
ding, die niet slechts rekening houdt met de
examen-eischen, doch ook en vooral met de
eischen van de practyk. Een ruime plaats zal
worden ingeruimd voor de moderne gym nas»
tiekstelsels en de verschillende sporten. Ge»
tracht zal worden het juiste evenwicht te vin»
den tusschen de practische en theoretische
vorming van de toekomstige leerkrachten.
Ter informatie plaatsen wij dit bericht.
pns Chr. volksdeel heeft zijn eigen kweek»
school in het Chr. Instituut te Den Haag.
Meer en meer blykt, dat ook op het terrein
der lichamelijke oefening de invloed der !e»
vensbeschouwing meespreekt.
ZWEMONDERWIJS
Uit het verslag van den Ned. Zwembond
blijkt, dat in het afgeloopen jaar in 52 ge
meenten door de school geleid zwemonder-
richt werd gegeven. Waar het schoolzwein-
onderwijs heel sterk in omvang toeneemt,
wordt bij den bouw van nieuwe zwemin
richtingen dan ook telkens gerekend met
de eischen, welke het schoolzwemondsrwijs
stelt. Zelfs worden enkele inrichtingen spe
ciaal voor dit onderricht gesticht.
OP VOOR DE CHRISTELIJKE SCHOOLS
De heer A. van Eek, hoofd der Herv.
School te Stellendam, schryft ons nog:
Onder het motto: Op voor de Ohr. School?
deed de heer B. van der Kolk te Amersfoort
in het blad van 20 dezer een oproep tot allen,
die belangstellen in den bloei van het Chn,
onderwijs, om te komen tot de oprichting van
een nieuwe organisatie, die een intensieve,
krachtige actie zal voeren vóór de Chr. School
en tegen de frontmakers voor de Openbare,
georganiseerd in „Volksonderwijs".
Het komt mij voor, dat coll. van der Kolk
hier inderdaad gewezen heeft op jen leemte
in ons organisatie-systeem. Geen der bestaap-
de groote landelijke vereenigingen heeft een
bepaald militant karakter in den zin van
„Volksonderwijs" en daarom ben ik het ge
heel met den inzender eens, dat een dergelijke
organisatie in een dringende behoefte zou
voorzien. Ik wil dan ook gaarne zyn pleidooi
enderschrijven en aandringen op het „enden,
liefst zoo spoedig mogelijk, van adhaesie»
betuigingen aan zijn adres.
We moeten niet vergeten, dat na de gelijk
stelling de schoolstrijd in een ander stadium
is gekomen en, gelijk al vele malen is opge
merkt, van het Parlement verlegd is naar de
Gemeenteraden. Allerlei eigenaardige toestan
den heeft de wet-De Visser in het leven ge
roepen bij de stichting- van Chr. scholen.
Schrijver dezes heeft op Flakkee de stichting
van enkele scholen van nabij meegemaakt, te
Middelharnis als bestuurslid der Groen van
Prinstererschool, te Stellendam als hoofd der
nog te bouwen Hervormde School. En nu heeft
het mij steeds getroffen, dat de bepalingen
der wet-de Visser loet mogelijk maken, dat de
tegenstanders de zaak zóó kunnen 'emmen,
dat er vanaf de oprichting der Schoolveree-
niging tot de ingebruikname der school soms
een tijd verloopt van 3 5 4 jaar. Meermalen
heb ik mij afgevraagd: Zijn we nu, wat dat
betreft, zooveel vooruitgegaan sedert 1849,
toen Groen van Prinsterer zyn 6 jaren tevoren
begonnen actie pas zag bekroond? Ik geloof,
dat het hoog tijd wordt, dat er eens paal en
perk wordt gesteld aan de obstructie-politiek
der Openbare Schoolmannen. Een organisatie,
als coll. Van der Kolk voor oogen staat, zou
hierin zonder twijfel ten goede Kunnen wer
ken, vooral door publicaties.
In vele gemeenten, waar de toestanden op
schoolgebied reeds zijn geconsolideerd, kan
men zich niet voorstellen, dat er in het jaar
1932 nog plaatsen zyn als Stellendam, waar
reeds eenige jaren lang een echt ouderwetse he
schoolstrijd wordt gestreden. Het is nu de
tiid nog niet, om daarover bijzonderheden te
publiceeren, doch als deze bekend zyn, zal
ieder toestemmen, dat een krachtige strijd
organisatie van onzen kant den gang va»
zaken in gunstigen zin had kunnen beïnvloe
den. Met een eigen orgaan vooral kan veel
worden bereikt, en daarom zou dit als punt
één op het programma moeten staan.
Er moet in elk geval voor gewaakt worden,
dat wjj als voorstanders van de School met den
Bijbel niet op onze lauweren gaan rusten,
maar de vermeerderde activiteit van „Volks
onderwijs" spore ons aan met verdubbelde
energie den stryd te voeren voor onze scholen
en niet te rusten voordat het ideaal is verwe
zenlijkt: Alle gedoopte kinderen op de School
inet den Bijbel.
Steunt daarom deze actie en zendt evenals
ondergeteekende reeds deed, onverwij'd uw
blijk van instemming aan den heer B van
der Kolk, van Mechel en straat 3, Amersfoort,