Het Binnenhof te 's-Gravenhage DINSDAG I MAART 1932 Kerknieuws. „TWEEMAAL BEROEPEN". Ons trof. aldus schrijft Ds. J. D. van der Velden in de „Kralingsehe Kerkbode", een me- dedeeling in het verslag- van de Classical? Vergadering van 's-Gravenhage der Geref. Kerken. Daar vonden we het volgende: „Na langdurige discussie besluit de Classis geen toestemming te geven aan één der Kerken in de Classis om over te gaan tot het voor de tweede maal beroepen van een Dienaar des Woord? in dezelfde vacature". We hebben deze langdurige discussie niet bijgewoond, maar zeker kan er wel uit afge leid, dat de Classis groot-en ernst heeft be tracht bij dit verzoek. En dat is, dunkt ons, streng vereischte. Zooals het gedurig her haald „tweemaal beroepen" in den laatsten tijd voorkwam» vroegen we ons zeiven af of dit den goeden kant uitging. Er is zoowel voor Dienaren des Woord? als voor de Ker ken zelve een groot gevaar aan verbonden. De ooi-zaken, die we wel eens hoorden noemen, om voor de tweede maal te beroepen, kunnen niet altijd door den kerkelijken beugel of laat ons liever zeggen, zijn niet steeds gerecht vaardigd. Het laat zich begrijpen» dal een Classis niet gaarne een Kerk of een Dienaar des Woords iets wil weigeren. Maar als er geen gegrimde en zeer bijzondere oor.laak voor is. dient een Classis haar roeping te ver staan en den moed te bezitten, om haar toe stemming niet te verleenen. We hebben nog nimmer gelezen, dat het verzoek afgewezen is. daarom trof ons te meer de beslissing van de Classis 's-Gravenhage". Ds. Laman voegt er in de „Bazuin" aan toe: We vinden dit Haagsch besluit een wys be sluit. CHR, GEREF. KERK IN NOORDAMERÏKA De Synode der Chr. Geref. Kerk in Noord- Amerika besloot reeds in 1930 tot het feeste lijk herdenken van het 75-jarig bestaan dier Kerk, in ApiH van dit jaar. Thans worden de Gemeenten opgewekt om afzonderlijk of in groepen waar men daartoe gelegenheid heeft, gemeenschappelijk met gepaste feestviering God te danken voor al Zijn goedheid aan de Kerk bewezen. Door het weekblad „De Wachter" zullen de leden dier Kerk op de feestviering worden voorbereid. Ds. I. van Dellen heeft het eerste van een reeks artikelen, grootendeels van historisch karakter, thans gepubliceerd. VRIJZINNIGE PREDIKING Te Oudewater zal de eerste vrijzinnige godsdienstoefening worden gehouden. „EVANGELISEEREN IN ELKANDERS GEMEENTEN". Een circulaire ertegen. Het Hoofdbestuur van het Ned. Herv. Ver bond tot Kerkherstel heeft, blijkens het maand blad „Nieuw Kerkelijk Leven" aan alle predi kanten der Ned. Herv. Kerk een circulaire gericht, waarin gewezen wordt op een euvel, n.l. het optreden in niet-officieel door den Kerkeraad belegde godsdienstoefeningen of het verrichten van andere tot het predikambt behoorende handelingen binnen het ressort van Hervormde gemeenten, waar predikanten ge vestigd zijn, die eveneens by het Verbond zijn aangesloten. Erkend wordt dat afdoende genezing van deze kwaal slechts verkregen kan worden bjj doorvoering van reorganisatie der geheele bestuursinrichting, waardoor een echt-kerke- lyke samenleving op normale wijze weer mo gelijk gemaakt wordt. Daarom moet eensge zind geijverd worden voor herziening der Kerkorde in den geest en volgen* de gTond- lijnen van het ontwerp-1929. Voorts zullen de predikant-leden ten ern stigste moeten overwegen de vraag, of b.v. het „evangeliseeren" in elkanders Gemeenten geen individualistisch-willekeurige voorbijgang is van het kerkelijk ambt en de wettige ver gadering der ambtsdragers in den Kerkeraad en daarom slechts gerechtvaardigd is by zulk een geestelijken noodtoestand, dat deze geacht mag worden „de wet te breken". Tegenover mede-leden van het Verbond, die eenzelfde Christocentrisch uitgangspunt voor het Kerkelijk samenleven aanvaardden, moet toch wel heel stellig geiden (hoewel niet uit sluitend tegenover hen!) dat men er niet al te spoedig gerust op mag zyn, dat zulk een geestelijke „noodtoestand" binnen het kerke lijk ressort een vrijbrief geeft tot kerkelyk- cnordelyke en jndividualistisch-eigenmaehtige liandelingen. OPENBARE SCHULDBELIJDENIS Tè Assen heeft de Kerkeraad der Geref. Kerk besloten voortaan in zake de zonde tegen het zevende gebod wederom in openbare belij denis in te voeren. AVONDMAAL VIEREN Ds. J. H. G r o 11 e, Ned. Herv. predikant te Utrecht, schreef in het „Predikbeurtenblad" aldaar o.m. het volgende: Toen in April 1538 Calvy'n en zijn ambtsbroe ders wegens een conflict over het Avondsmaal vieren uit Genève verdreven waren, smeekten zy niet om te mogen terugkeeren, maar stel den zy koninklijk, zooals het dienaars des Woords betaamt, hunne voorwaarden op. Al leen op vaste voorwaarden waren zy tot terug keer bereid. Twee der voornaamste luidden aldus: „Het eerste is: dat de stad in gemeenten Ingedeeld wordt", dus niets meer of niets min der dan het parochie-stelsel; en: „Dat een va ker herhaalde viering van het Avondmaal wordt ingevoerd, zoo niet naar de gewoonte der oude Kerk eiken Zondag, dan toch zeker elke maand eenmaal". Dat was in 1538. Wij schrijven 1932. En stumperde, die w zyn, wij vechten er nu nóg om, en beschouwd het zelfs als een nieuwigheid, als iemand pa Tochiestelsel en maandelijksche Avondmaals viering vóórstaat. Is het niet om in een hoekje weg te kruipen en daar diep-beschaamd zelf uit te lachen en uit te huilen tegelijk Maar hier ga ik te ver. Want onze Ker raad (namelijk die der Ned. Hervormde Ge meente te Utrecht) heeft in November j.L be sloten tot een regeling van Avondmaalvierin gen volgens het plan-Calvyn; niet volgens de practy'k-Calvyn, want, in werkelijkheid heeft de Gemeente van Genève na zijn terugkeer toch eiken Zondag Avondmaal gevierd. Dit verheugt, ons diep in het hart, omdat de Gemeente hierbij een reuzenstap doet in richting van krachtig, geestelijk leven. SLORDIG LEVEN MET ATTESTATIES De Classis Zaandam, der Geref. Kerken klaagt in een open brief, gericht aan de Geref. Kerken in ons land, over de toenemende slor digheid betreffende attestaties en doopat- testen. „Herhaaldelijk komt het voor", zoo lezen wy ffdat leden van andere Kerken hier maanden achtereen wonen met attestatie in hun bezit, zonder die in te leveren, zonder de samenkomsten dor Gemeente te bezoeken, of op andere wijze zich kenbaar te maken als le den eerier Geref. Kerk. En toch ontvingen zul- ken maar een blanco attestatie, ofschoon het al zeer moeilijk valt aan te nemen, dat een der gelijke onverschilligheid voor de Kerk pas bij hun verhuizing is ontstaan. Zelfs ontvangen wij zulke getu i gechriften-z onde r-aanteekenin g van leden, die bij hun vertrek uit de vo rige Gemeente onder censuur stonden! Ande- wonen hier soms langen tijd zonder at testatie te hebben aangevraagd (wat voor hun rekening komt), of nog erger: ze vroegen die wel bij herhaling aan, maar kregen geen ant woord. Weer anderen komen binnen met at testaties die onvolkomen geteekend zijn. Nog treuriger staat het met doopleden, voorname lijk komende uit de drie noordelijke provin cies. Die rijn hier reeds ettelijke weken als knecht of dienstbode werkzaam, zonder dat de Kerk, waaronder zy ressorteeren, iets van hen afweet. Natuurlijk is in de meeste genoemde gevallen de eerste schuld te zoeken bij die le den zelf of bii de ouders der doopleden. Maar gaan de Kerken altijd vrijuit? Wij meenen van niet". ..KERK EN VREDE". Naar men ons mededeelt is het aantal af- deeungen van de vereeniging „Kerk en Vrede" dezer dagen tot 100 gestegen. De vereeniging telt thans ruim 8900 leden, waarvan 358 voor gangers (predikanten, evangelisten) van ver schillende Kerken en richtingen. WARME MAALTIJDEN „Heraut" publiceert uit het kort verslag van de Classis Coevorden der Geref. Ker ken het volgende: „Het voorstel van Sleen, om voortaan geen classicalen warmen maaltijd te gebruiken, wordt verworpen". Dit is al meer voorgesteld gew'eèst in Drente. EVANGELISATIE In den Wieringermeer. In „Land in Zicht", schrijft de heer K. O. Finkensieper, éand. tot den H. Dienst in de Ned. Hervormde Kerk, aangewezen voor den geestelijken ar beid in den Wieringermeer o.m. het volgende: Nu Ds. J. Kwint, te Opperdoes, door het Clè's&ieaal Bestuur van Hoorn is aangewezen als Consulent van den Wieringermeerpolder is het goed hier nog even nader op in te gaan. Zooals men weet, werd het comité „Land in Zicht" opgericht voor den Evangelisatie-ar beid onder de Zuiderzeewerkers. Toen da Wie ringermeer in Augustus 1930 droogviel en in hetzelfde najaar daar arbeiders kwamen voor het ontginningswerk, is de arbeid van „Land m Zicht" ook over dit gebied uitgebreid. Men lette «p: het gaat hier om Evangelisatiearbeid. Naast allerlei andere trekken, wil dit zeggen: arbeid ln het belang der Hervormde Kerk, een arbeid, die dus op den duur overgenomen moet worden door het daartoe bevoegde orgaan der Ned. Herv. Kerk, hier: het Classicaal Bestuur van Hoorn. Dit neemt, zoolang nog geen Ker keraad gereformeerd is, de taak van Kerke raad op zich, waarbij Ds. Kwint als consulent, voorzitter is. Het Classicaal Bestuur van Hborri zal dan ook ter zijner tjjd overgaan tot benoemen van een hulpprediker. Voor kerke lijke zaken, zooals het inzenden van attesta ties, etc., wende men zich tot Ds. Kwint. Jaarboekje Evang. Geref. Ker ken. Reeds voor de derde maal kwam het jaarboekje van het Verband van Evangelisatie commissies van Geref. Kerken in Nederland bij W. D. Meinema te Delft van de pers. Deze uitgave is wederom met bijzondere zorg .«aamgesteld. Er zit groei in genoemd Verband. Het eerste Jaarboekje maakte mel ding van 82 bij het Centraal Verband aange sloten commissies. Begin vorig jaar waren er 117 en thans reeds 141. Zoo is uitteraard de omvang van het Jaarboekje toegenomen en is het voor de betrokkenen nog meer onmisbaar dan tevoren. Ook zijn belangrijke gegevens over het Evan gelisatiewerk der Geref. Kerken in de Classis j Bataria en in België opgenomen. De rubriek „.Belangrijke adressen" onderging een groote uitbreiding. Ze is een betrouwbare gids voor allerlei gegevens op het gebied van Evange lisatie en Inwendige Zending. Ds. J. R. Goris, 1ste secretaris, gaf een breed overzicht van den vereischten arbeid. Voorts zijn er afzonderlijke bijdragen van den adviseur Prof. Dr. F. W. Grosheide: „Con currentie"; van Ds. T. J. Hagen: „Vruchten op den arbeid"; van Ds. J. den Boeft: ,-TJvert naar de beste gaven"; en van Ds. J. Scholten: „Waarom een uitgebreide en langdurige lec- tuurverspreiding In zyn „ter inleiding" constateert Ds. D. Ringnalda, 2de secretaris, dat het Centraal Verband een stimuleerde voorlichting aan vele Geref. Kerkeraden en Commissies geeft. Het werk is nu op kerkrechtelyk-zuivere leest ge schoeid, naar de beginselen die in 1923 door de Synode van Utrecht uiteengezet zijn. Aller- wege blijkt nu ook practisch hoe de georgani seerde Evangelisatie-arbeid uitgaat van, voor het minst staat onder leiding van de plaatse lijke Kerk. Zoo ook vindt de door het. Ver band aangeprezen formeele organisatie in sub commisles steeds meer ingang. Ook neemt de vorming van ringen, kringen of bonden gestadig toe en heeft haar veelzijdige betee kenis krachtig bewezen. Het jaarboekje zal weer met dankbaarheid ontvangen worden. Het is er en het blijft er, het zal nog voortdurend meer in beteekenis winnen. hindoeïsme en christendom. Een Indisch koopman, Annamalia Raja, heeft in de Indische stad Chidambaram een groote universiteit opgericht welke zuiver Hindoesch zal zijn en oen bolwerk moet vor men tegen den opdringenden invloed van het Christendom. De stichter, die zijn naam aan de universiteit gaf, schonk den grond, twee millioen roepees voor de bouwkosten en 600.000 roepees voor de inrichting. Boven dien wist hij de Engelsch-Indisclie regeering te bewegen eveneens 600.000 roepees voor de inrichting te schenken. De Leipziger missie, de beteekenis van dit Hindoesch jeugdcentrum opmerkend, heeft besloten een harer bekwaamste missionaris sen, Dr. Grafe, in Chidambaram te station- neeren met de t-xk, onder deze jeugd te ev&ngeliseeren en de noodige apologetiek voor het Christelijk geloof te voeren. ZENDING Ned. Zendingsraad. In het verslag betreffende de werkzaamheden van den Ne- derlandschen Zendingsraad, opgenomen in het Tijdschrift voor Zendingswetenschap, wordt meegedeeld, dat de „besprekingen met de Zen- dingsdeputaten der Gereformeerde Kerken nog niet tot een bevredigend resultaat hebben ge leid". De Synode der Chr. Geref. Kerk besloot zich van den Raad af te scheiden. De Zending der Geref. Kerken in Hersteld Verband, die spoedig Zendingsarbeid te Soera- ba ja aanvangt, besloot tot aansluiting. Ook de Nederlandsche Vereeniging voor Israël heeft den wensch tot aansluiting kenbaar gemaakt. Nog geen Zendingsraad in I n d i Over de vergadering van Zendings- arbelders in Indië (voorzitter Dr. H. A. van Andel), ter bespreking van de oprichting van een Nederl.-Indischen Zendingsraad, deelt het Indische Zendingstijdschrift „De Opwekker" o.a. het volgende mede: „Dr. H. Kraemer her innerde aan het besluit der Synode der Gereformeerde Kerken te Arnhem en moeilijkheid, waarin in verband hiermee de vergaderingen van missionaire pre dikanten van de Gereformeerde zendingster reinen verkeeren, om mee te werken aan eer zendingsraad, die zich zou aansluiten bij den Internationalen Zendingsraad. Aan den ande ren kant staan verschillende andere groepen en personen op het standpunt, dat zij niet kun nen meewerken aan 'n Ned.-Ind. Zendings raad; het kerkbestuur der Prot. Kerken heeft dit reeds neergelegd in een besluit". Al kon er dus geen Zendingsraad worden opgericht, er werd toch besloten, een i missie te benoemen, die tot taak heeft, de gelijkheid, hoe „op den duur" een Ned.-Ind. Zendingsraad zal kunnen worden opgericht, nader te onderzoeken en, zoo mogelijk, voor te beyeiden. Schoolnieuws. VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM De heer B. F a b e r. amanuensis, schrijft ons: Reeds in 1913 sprak Dr. A. KuiJper in zijn red: „Een geloofsstuk": „en daarom niet drie, maar vijf faculteiten, on in elke faculteit ten minste vüf hoogieeraren. moet onze leuB blii- - - spoedig zelfs heen". Nu schrijven w oorbijgingen, ns j de Vrije Univi t dit t In de ntig Jai n, die In 1912 twaalf hoogleeraren. In 1932 zjjn het drie en twintig. En wat de studenten betreft: ook hier Is do toename niet minder -groot De studentenlijst van den cursus 1911-12 telde in dezen cursus zijn er 510 studenten lnge- Pe zegen over de Vrije Universiteit Is we] zeer groot geweest en niet het minst ln deze laatste twintig jaren. Het door velen In kleingeloof zoo gevreesde jaar 1930 is geworden een jubeljaar. En toch we zijn er nog niet Het Ideaa! is nog ver. Nog steeds geldt het woord van Dr. Kuöper „Dédr moet het heer' De Vrije Universiteit heeft thans vier facul teiten: de Theologische, de Juridische, de Litte- :h en de Wis- en Natuurkundige Facultni» ovendien is In de Medische Faculteit Prof. van der Horst als gewoon hoogleeraar er rof. Dr. L. Bonman als buitengewoon hoog- i van drie hoogleeraren en een buiteni i van de voor deze faculteit benoodigde dezen tüd varj malais»». roep tot medewerking doen uitgaan. En al de ln de organisatie medewerkenden staan gaarne gereed om de bijdragen van hen, die nog niet meedoen, in ontvangst te nemen en door te geven. Als alle belijders van de Gereformeerde beginselen hun steun bieden, dan komt het be noodigde bedrag er, ook ln dezen moeilijken tfd En don zal onze Vrije Universiteit blijven uitgroeien, dan zal ze zooals vroeger nooit opbloeien, dan zal ze vrucht bij volle korven THEOLOGISCHE SCHOOL TE KAMPEN Vanwege de studentenafdeeling van de ;Oeref. Vereerfging voor Drankbestrijding „Dr J. C. de Moor* te Kampen werd een pro- paganda-avond gehouden die zeer goed ge slaagd mag heeten. Nadat de Voorzitter der afdeeling de heer H. de Valk, de vergadering, die door een 40-tal studenten werd bezocht, had geopend, CHRISTELIJK LYCEUM TE HARDERWIJK Op Dinsdag 8 Maart 1932 zal het 121/» Jaar geleden zijn, dat het Christelijk Lyceum, uitgaande van de Vereeniging voor Christe lijk Middelbaar- en Voorbereidend Hooger Onderwijs voor Harderwijk en Omstreken ge opend werd' en dr. J. Moll zijn werkzaamhe den als Rector aan genoemde school aan vaardde. De Vereeniging werd opgericht 31 Juli 1918 en de werkzaamheden waren zoover gevor derd, dat op 8 September 1919 de School kon worden gopend1 in een gebouw op de Visch- markt De school ving toen aan met 26 leer lingen, 20 in de eerste en 6 in de tweede klasse. Op 7 Juli 1920 werd besloten tot het bou wen van een nieuwe school aan de Stations laan, van wolk gebouw de eerste steen ge legd werd op 26 April 1922 en de opening ge schiedde op 10 September 1923 door Minister Dr. J. Th. de Visser In September 1925 werd aan het Lyceum een afdeeling voor opleiding van onderwij zersfessen) verbonden, zoodat de school drie afdeel ingen telt, een Gymnasium-, een H.B.S.» en een Kweekschool-afdeeling. Begonnen met 26 leerlingen, telde de school on 1 Januari j.l. reeds 258 leerlingen. Het eind<-diploma Gymnasium werd reeds verworven door 46 leerlingen, dat van de af- leeling H.B.S. door 56 leerlingen, terwijl 30 leerlingen der afdeeling Kweekschool, de on- derwijzers(essen)akte verkregen. Een particulier Internaat, onder leiding van den heer B. Berends ten Kate zorgt voor huisvesting van leerlingen, die uit andere plaatsen van ons land, de school bezoeken, terwijl ook vele leerlingen in gezinnen zijn ondergebracht. kreeg' dia eerste spreker de heer W. C. F. Scheps, van Den Haag, het woord, die een rede hield over het onderwerp: „Ook gij!'' Als tweede spreker trad na de pauze op de heer N. Baas, van Amsterdam, over hat onderwerp: „Wij boeven", ervaringen in de ONDERWIJZERSSALARISSEN Bij N. Samson te Alphen a. d. Rijn is ver schenen de 8ste geheel bijgewerkte druk van de „Salarisregeling voor de onderwij zers overeenkoms ig hel bezoldigingsbesluit Bungjrlijke Rijksambtienarenwet 1928'. In dezen nieuwen druk van deze in onderwijs kringen zoo goedbekende uitgave is tevens opgenomen het Kon. Besluit van 29 Decem ber 1931, S. no. 5C6, iot vaststelling van de tijdelijke salariskorting, welke mei ingang van 1 Maant 1932 zal moeien worden toe gepast. Ook dit besluit is op «te gebruikelijke wijze niet verbeelden toegelicht, waardoor deze uitgave weder een onmisbare gids zal blijken voor de vaststelling der on derwij- zerssalarissen. De bewerking geschiedde door bevoegde band, zoodat deze herziene uitgave even als haar voorgangster een betrouwbare leiddraad zal zijn bij het vaststellen van onderwijzerssalarissen. door S. B. J. BE JONGH Jr. II Zooals bij de nsiddeleeuwsohe k&steelen te doen gebruikelijk was werd door graaf Willem II een hofkapel gesticht, die hij liet verrijzen ten Noorden van de Hof zaal langs den Hofvijver, en die hij Mariakapel noemde. Na een brand in 1644 werd ze herhoujwd en in 1668 uit gebreid. De kelders van deze kapel dien den tot begraafplaats van de graven van Holland, maar niet allen zijn ze daar be graven. In 1619 werd daar ook het lijk van den onthoofden Oldenbarnevelt bijgezet. In 1588 werd deze Mariakapel afgestaan aan Louise de Coligny om daarin te haren behoeve Fransche godsdienstoefe ningen te doen houden. Aanvankelijk wer den deze diensten waargenomen door den prèdiikant More&nu uit Delft, in 1691 werd deze vervangen door Johannes Uitenbogaert in den Haag. Later ln de XVIIe eeuw werd de kapel gebruikt als Waalsche kerk, maar toen Lodewijk Napo leon zijn residentie op het Binnenhof ves tigde liet hij ze tot zijn hofkapel inrichten en sinds dien tijd tot 1875 toe i9 zij bij de Room sch Katholieken in gebruik gebleven. In laastgenoemd jaar is ze aan den Staat verkocht. In 1879 is deze kapel bij den bouw van het, departement van Waterstaat grooten- deels gesloopt', gedeeltelijk daarbij getrok ken en ten deele ingericht voor griffie on andere lokaliteiten ten behdteve van de Eerste Kamer. Ten Oosten van de Hofkapel, dus naar de zijde van het Plein, stonden reeds m de XlVe eeuw verschillende^ gebouwen van de grafelijke woning, die in de XVIIe eeuw en later vertxmwd zijn. Deze z-ijin ln 1880 en 1881 opgeruimd en vernieuwd, maar bewaard gebleven is de aan den Hofvijver gelegen z-g. Trèveszaal, waarin een paar maanden geleden nog het Crisis-Comité door Prinses Juliana is geïn stalleerd. Deze zaal, die vroeger dien- d e voor de conferenties van Hun Hoog- moigenden met vreemde gezanten, is een (pronkstuk van schoonheid. Zij is iu 1697 in opdracht van de Staten Generaal gebouwd door den beroemden architect Daniël M a r o t in den weelderigen stljl- Lodewijk XIV. Zij munt uit door prachtig geschilderde ornamenten en plafonds en een schoorsteenstuk, dat een allegorische schildering van de welvaart van het land voorstelt. Zij is versierd met beeld- en snij werk en twee rijk bewerkte schoor»!eenen, terwijl de wanden prijken met d* door J. H. Brandon geschilderde portretten ten voeten uit van vijf Oranjevorsten, n.l van Willem I, Maurits, Frederik Hendrik, Willem II en Willem III, ter wier verheer lijking de inrichting van de zaal bedoeld Ook is nog overgebleven de voormalige vergaderzaal van Hun Hoogmogende» d« leden van de Staten-Generaal, grenzen:ie aan de Trèveszaal en eveneens aan den Hofvijver gelegen; deze bevat ook merk waardige onderdeden en de portretten ten voeten uit van d e Prinsan Willem IV en Willem V. 4 Nog verder Oostwaarts heeft men net Departement van Bfnnenlandsch© Zaken met aan dèn uitersten Noord-Oostelijken - I stond in ons •hoek het bekende achthoekige torentje, de •kamer van den Minister. Alle overige geboul wen, die hier stonden, zijn in 1913 gesloopt ter wille van een nieuw departementsge- bouiw voor Binnenlandsclie Zaken. Tusschen de Mariakapel en het Buiten hof dus altijd nog langs den Hofvijver, stonden de gebouwen, die het verblijf van den Stadhouder uitmaakten, en die aan de Westzijde, dus naar den kant van het Bui tenhof, aansloten aan den vierkanten ob servatietoren op den hoek, die tusschen 1568 en 1598 is gebouwd. Maar toen Mau rits in 1584 stadhouder was geworden, achtte hij de zoo even genoemde woonver trekken te bekrompen en verlangde meer ruimte voor zijn hofhouding. Daarom werd besloten langs den Westkant van het Bin nenhof, dus op de grens tusschen Binnen- en Buitenhof een nieuw Sladhouder- 1 ij k Kwartier te bouwen. Dit geschied de in 1620 en 1621. Tevens werd toen langs het Stadhouderlijk Kwartier aan de zijde van het Binnenhof de nog bestaande galerij aangebracht rnet zandsteenen zuilen en gemetselde bogen zooals wij die nog aan schouwen. De archi'eetuur van dit logies voor Zijne Excellentie, die wordt toege schreven aan Adriaen Frederik s- zoon van Oudendyck, is doorge voerd bij alle later opgerichte gebouwen op het Binnenhof en drukt bij al haar eenvoud den stempel van voornaamheid en karakter op dit machtige en indrukwekkende gebou wencomplex. In dit Stadhouderlijk Kwartier was het, dat Prins Maurits in 1625 den laatsten adem uitblies, waarna Prins Frederik Hendrik met zijn jeugdige gemalin Amalia van Solmser zijn intrek nam Door de toeneming van het huisgezin, van den Prins was eenige uitbreiding van het vorstelijk logies noodig, waartoe in de jaren van 1634 tot 1636 werd overgegaan. Enkele jaren later, in 1639 en 1640, werd de galerij met verdieping, die langs hel Stadhouderlijk Kwartier liep, voortgezol langs de gebouwen tusschen de Hofkapel en den Ob-servaj'ietoren, diie gelijk wij gezien hebben ook tot het Stadhouderlijk paleis behoorden. Hier was het ook, dat in Maart 1642 Maria Stuart, de toen nog maar twaalfjarige gemalin van Willem II, haar intrek nam. Den 26en Februari 1644, den dag dat haar huwelijk ln den Haag voor goed werd voltrokken, ontstond er brand in de vertrokken van de Prinses, waardoor de hofkapel, die toen reed9 Waalsche kerk was. grootendeels werd vernield. Ze is toen weer opgebouwd. En in ditzelfde Stadhouderlijk Kwartier overleed in Maart 1647 Frederik Hendrik en in Maart 1650 stierf daar ook zijn zoon Willem II. Het stadhouderlooze tijdperk, dat met den dood van laatstgenoemden prins wus ingetreden, bood een welkome gelegenheid aan om de vertrekken, waar de Staten van Holland hun vergaderingen hielden en die oud en bouwvallig waren geworden, door een nieuw gebouw te vervangen. Deze loka len bevonden zich beneden de Stadhouder lijke, vertrekken, gelegen tuschen de Hof kapel en den Observai'.iertoren aan den Hof vijver. Het ontwerpen van de daarvoor noodige bouwwerken en het toezicht op de uitvo»»- ring er van droegen de Staten van Holland door bemiddeling van den heer Pensionaris van Dordrecht Johan de Wit op aan den hekenden bouwmeester P i e t e r Pos:, daarin bijgestaan door Pieter Arends zoon Noor wits, contrarolleur va» den Hove van Holland. Hoewel tot dezen bouw reeds in 1651 besloten werd, kwam dit werk tengevolge van den Eers'en Engel- scfren Oorlog eerst tegen het einde van 1657 gereed. Gelijkstraais bevat dit gebouw een zaal, die gebruikt werd als vergader zaal van de Gecommitteerde Raden, maar die in 1913 is ingericht tot archief voor het Departement van Waterstaat. Op de verdieping werd de prachtige ver gaderzaal van de Staten van Holland ge bouwd, die tegenwoordig gebruikt word» voor de vergaderingen van de Eerste Kamer der Staten Generaal. Deze zaal is wel een van de beste werken van Pieter Post, Het plafond is beschilderd door Wieling en de Haan. Twee monumentale gebeeld houwde schoorsteenen met in 1669 geschil derde schoorsteenstukken: „de Vrede" dor Adriaen Hanneman en „Mars" door Jans Lievensz s'rekten deze zaal tot groot sieraad, maar 't is jammer dat er nu tribunes voor gebouwd zijn. Boven de wan den. die vroeger met, uitgelezen gobelins waren behangen, en onder de zoldering ziet De Gevangenpoort men schilderingen, die den schijn wekken dat de volken der aarde uit alle natiën en rassen op de vergaderden neerzien als Be langstellende getuigen van he igeen de hoog mogende beeren, diie in zekeren zin over het lot van Europa beschikken, in deze zaal beraadslaagden. In tegenstelling met de pracht van het in wendige is bij de gevels de grootete een voud betracht. Tijdens de uitvoering van dit werk be trokken de Staten tijdelijk de bovenvertrek ken van het nieuwe S adhouderlijk Kwar tier, waar inmiddels ook prinses Maria, de weduwe van Willem II haar verblijf had gehouden. In 1672 nam het Stadhouderlooze tijdperk een einde, daar toen het erfstadhouderschap werd opgedragen aan den acht dagen na den dood zijns vadere geboren Prins Wil lem III. Ook deze betrok hel Stadhouderlijk Kwartier (tegenover de Ridderzaal), dat na 's Prinsen huwelijk in 1677 met Maria, de dochter van Jacobus II van Engeland, aan de Zuidzijde in denzelfden trant met vier traveeën of vensters werd verlengd, waar door het Binnenhof aan die zijde de tegen woordige afmetingen en gedaante verkreeg. Toen met den dood van Willem III in Maart 1702 het tweede stadhouderlooze tijdperk was ingetreden werden verschil lende bijgebouwen op het Buitenhof die iot het verblijf van de s'adhouders hadden be hoord. 't zij verkocht, 't zij van bestemming veranderd. Maar toen in Mei 1747 Prins Willem IV tot stadhouder van alle gewes ten verheven werd, werden die verkochte gebouwen weer teruggekocht en werden de vertrekken op het Hof, die bij vorig stad houders waren in gebruik geweest, Weder voor den dienst van Zijne Hoogheid be stemd en daarvoor gereed gemaakt. Boven dien werden nog andere gebouwen op het Buitenhof ten gebruike .van den Prins en zijn gezin afgestaan. Willem IV zou echter dit opnieuw inge richte paleis niet lang bewonen, daar hij reeds den 22en Oetooer 1751, nadat hij te vergeefs genezing gezocht had in de baden te Aken, op nog maar 40-jarigen leeftijd den geest gaf Hij stierf op het Huis (en Bosch, maar zijn lijk werd na gebalsemd te zijn in den nacht van 1 op 2 November, in een lijkkoets, door twee andere koetsen vergezeld, naar het Stadhouderlijk Kwartier overgebracht. Hier werd het van 25 Novem ber tot 8 December in de audiëntiekamer op een praalbed voor het volk ten toon gel eg 1. Den 4en Februari 1752 werd het s'offelijk overschot uit het, Stadhouderlijk Kwar'ier uitgedragen en naar den voostel ij ken grafkel der te Delfi overgebracht. De kosten dezer begrafenis bedroegen niet minder dan 68000 gulden. De prinses-weduwe Anna van Han nover de F.ngelsche koningsdochter, die na het overleden van haar gemaal regentes was geworden over haar toen nog maa" driejariigien zoon Willem V, bleef op hel Stadhouderlijk Kwartier wonen en te haren gerieve werden nog verschillende verande ringen aangebracht. Maar ook zij werd na weinige jaren hier uitgedragen, want den 12en Januari 1759 nam, de dood haar weg, en ook haar stoffelijk overschot, werd in den grafkelder te Delft bijgezet den 23 m Februari d.a.v. Op statige wijze werd deze 49-jarige Engelsche koningsdochter op staatskosten begraven. Haar beide kinderen Carolina on Willem V haar eerste kind, een doch tertje, was levenloos geboren kwamen nu onder de voogdijschap van Louis Erast, hertog van B r u n s wij k Wol fe In b utt e 1 en woonden bij afwisseling op het Huis ten Bosch en op het Stadhou deriijk Kwartier; hier werd ook het kabinet van den Hertog gevestigd. E. D. J. DE JONGH Jr, Te Amsterdam is opgericht de Eerste Am- sterdamsche Kweekschool voor Lichamelijke Opvoeding, ten doel hebbende de lichamelijke opvoeding te bevorderen, o.a door te voor zien in de behoefte aan goed onderlegde leer® krachten. Opgeleid zal worden voor alle gym» nastiek-acten door een keur van docenten, waarvan de namen eerstdaags gepubliceerd zullen worden. Dat te Amsterdam een groote behoefte be» staat aan een opleiding voor de diverse gym» nastiek-acten blijkt o.m. uit de overbevolking der bestaande instituten met alle gevolgen daarvan. Gestreefd zal worden naar een ruime ople?» ding, die niet slechts rekening houdt met de examen-eischen, doch ook en vooral met de eischen van de practyk. Een ruime plaats zal worden ingeruimd voor de moderne gym nas» tiekstelsels en de verschillende sporten. Ge» tracht zal worden het juiste evenwicht te vin» den tusschen de practische en theoretische vorming van de toekomstige leerkrachten. Ter informatie plaatsen wij dit bericht. pns Chr. volksdeel heeft zijn eigen kweek» school in het Chr. Instituut te Den Haag. Meer en meer blykt, dat ook op het terrein der lichamelijke oefening de invloed der !e» vensbeschouwing meespreekt. ZWEMONDERWIJS Uit het verslag van den Ned. Zwembond blijkt, dat in het afgeloopen jaar in 52 ge meenten door de school geleid zwemonder- richt werd gegeven. Waar het schoolzwein- onderwijs heel sterk in omvang toeneemt, wordt bij den bouw van nieuwe zwemin richtingen dan ook telkens gerekend met de eischen, welke het schoolzwemondsrwijs stelt. Zelfs worden enkele inrichtingen spe ciaal voor dit onderricht gesticht. OP VOOR DE CHRISTELIJKE SCHOOLS De heer A. van Eek, hoofd der Herv. School te Stellendam, schryft ons nog: Onder het motto: Op voor de Ohr. School? deed de heer B. van der Kolk te Amersfoort in het blad van 20 dezer een oproep tot allen, die belangstellen in den bloei van het Chn, onderwijs, om te komen tot de oprichting van een nieuwe organisatie, die een intensieve, krachtige actie zal voeren vóór de Chr. School en tegen de frontmakers voor de Openbare, georganiseerd in „Volksonderwijs". Het komt mij voor, dat coll. van der Kolk hier inderdaad gewezen heeft op jen leemte in ons organisatie-systeem. Geen der bestaap- de groote landelijke vereenigingen heeft een bepaald militant karakter in den zin van „Volksonderwijs" en daarom ben ik het ge heel met den inzender eens, dat een dergelijke organisatie in een dringende behoefte zou voorzien. Ik wil dan ook gaarne zyn pleidooi enderschrijven en aandringen op het „enden, liefst zoo spoedig mogelijk, van adhaesie» betuigingen aan zijn adres. We moeten niet vergeten, dat na de gelijk stelling de schoolstrijd in een ander stadium is gekomen en, gelijk al vele malen is opge merkt, van het Parlement verlegd is naar de Gemeenteraden. Allerlei eigenaardige toestan den heeft de wet-De Visser in het leven ge roepen bij de stichting- van Chr. scholen. Schrijver dezes heeft op Flakkee de stichting van enkele scholen van nabij meegemaakt, te Middelharnis als bestuurslid der Groen van Prinstererschool, te Stellendam als hoofd der nog te bouwen Hervormde School. En nu heeft het mij steeds getroffen, dat de bepalingen der wet-de Visser loet mogelijk maken, dat de tegenstanders de zaak zóó kunnen 'emmen, dat er vanaf de oprichting der Schoolveree- niging tot de ingebruikname der school soms een tijd verloopt van 3 5 4 jaar. Meermalen heb ik mij afgevraagd: Zijn we nu, wat dat betreft, zooveel vooruitgegaan sedert 1849, toen Groen van Prinsterer zyn 6 jaren tevoren begonnen actie pas zag bekroond? Ik geloof, dat het hoog tijd wordt, dat er eens paal en perk wordt gesteld aan de obstructie-politiek der Openbare Schoolmannen. Een organisatie, als coll. Van der Kolk voor oogen staat, zou hierin zonder twijfel ten goede Kunnen wer ken, vooral door publicaties. In vele gemeenten, waar de toestanden op schoolgebied reeds zijn geconsolideerd, kan men zich niet voorstellen, dat er in het jaar 1932 nog plaatsen zyn als Stellendam, waar reeds eenige jaren lang een echt ouderwetse he schoolstrijd wordt gestreden. Het is nu de tiid nog niet, om daarover bijzonderheden te publiceeren, doch als deze bekend zyn, zal ieder toestemmen, dat een krachtige strijd organisatie van onzen kant den gang va» zaken in gunstigen zin had kunnen beïnvloe den. Met een eigen orgaan vooral kan veel worden bereikt, en daarom zou dit als punt één op het programma moeten staan. Er moet in elk geval voor gewaakt worden, dat wjj als voorstanders van de School met den Bijbel niet op onze lauweren gaan rusten, maar de vermeerderde activiteit van „Volks onderwijs" spore ons aan met verdubbelde energie den stryd te voeren voor onze scholen en niet te rusten voordat het ideaal is verwe zenlijkt: Alle gedoopte kinderen op de School inet den Bijbel. Steunt daarom deze actie en zendt evenals ondergeteekende reeds deed, onverwij'd uw blijk van instemming aan den heer B van der Kolk, van Mechel en straat 3, Amersfoort,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 10