Het Communisme in de Practijk
Het Binnenhof te 's-Gravenhage
DINSDAG 23 FEBRUARI 1932
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
ORDZJONIKIDZE OVER HET
JAAR 1931
De vroegere voorzitter van den oppersten
economise ben raad der so wj et-unie, thans
gereorganiseerd tot volkscommissaris voor
zware industrie, heeft op de Moskousche
partijconferentie een overzicht gegeven
het afgeloopen jaar 1931. Eere wien
toekomt! Ordzjonikidze heeft zich niet be
paald tot propagandistische algemeenheden,
maar heeft overvloedig cijfermateriaal mede
gedeeld, waarvan het stellig de moeite
waard is het een en ander te vermelden.
De gegevens over de toename der produc
tie in jiet, algeloopen jaar, welke gemiddeld
21 bedroeg, waren reeds bekend. Ook bij
Ordzjonikidze weer blijkt het niet, hoe de
vergelijking is gemaakt. De waarde der ge
produceerde goederen is met dit percentage
toegenomen. Wanneer echter ook de prijzen
zijn gestegen zegt deze toename nog niet
yeeL Belangrijker is het de verdeeling der
toename over de verschillende takken van
industrie na te gaan. Daarbij blijkt, dat de
ijzerindustrie op hetzelfde peil van 1930
heeft gewerkt, geen toename vertoont on-
da.nks de reusachtige kapitalen, daarin ge
stoken; de productie van gekleurde metalen
nam slechts met 7 too, eveneens een
mager resultaat van de vele nieuwe fa
brieken; de kolenindustrie ls met 14.3
toegenomen, een totaal onvoldoende percen
tage, ver beneden de plancijfers; de olie-in
dustrie is toegenomen met 22 Deze cijfers
hebben alle betrekking op de geproduceerde
hoeveelheden, niet op de prijzen, en geven
dus een onverwrongen beeld. De groote per
centages van toename vinden we in de elec-
trotechnische industrie, in den machinebouw
vooral de fabrieken van draaibanken e.d.,
waarvan da ontwikkeling pas begonnen is en
waar dus groote uitbreiding in het begin
mogelijk is.
Opmerkelijk is de geringe toename van de
productie van geweven goederen. Voor ka
toenen weefsels worden in het geheel geen
vergelijkende cijfers gegeven, iets dat niet
op groote resultaten wijst Voor wollen weef
seis bedroeg de toename slechts 3 voor
zijden weefsels 4.4 De productie van
katoenen weefsels bedroeg in 1931 in totaal
2.246 millioen meter, dus 14 metpr per hoofd,
over de g°he«le bevolking genomen. Dit is
geen groote hoeveelheid, maar toch zooveel,
dat bij behoorlijke kwaliteit aan de
minimale behoeften eenigszins kan worden
voldaan. Wollen weefsels werden daaren
tegen vervaardigd tot een hoeveelheid van
132,7 millioen meter, dus) ongeveer 0.80 meter
per jaar per hoofd. De productie van
schoenen bedroeg 76.8 millioen paar,
eveneens zeer weinig vooral bij de
slechte kwaliteit van het schoeisel. De massa
der boeren draagt dan ook nog steeds geen
schoenen, maar beenbekleedingen uit go-
.Vlochte boombast
Ordzjonikidze gaf toe, dat deze percentages
.top zichzelf nog niet alles bewijzen. Om de
leuze te vervullen, dat de kapitalistische
wereld „ingehaald en voorbijgestreefd" moet
worden, zou Rusland b,v. meer dan 42 mil-
thoen ton ijzer per jaar moeten producecr-n,
de hoeveelheid, die de Vereenigde Staten in
1928 behaalde. In 1931 was de sowjet-ijzer-
productie nog slechts 5 millioen ton, voor
1932 is een productie van 3 mi1.1 .oen ton
geprojecteerd en tegen het eindo van het
tweede vijfjarenplan, dus in 1938, rekent
m«n op een productie van 22 mlUioen ton.
Deze laatste cijfers zijn natuurlijk project-
cijfers, die voorloopig Jnog niet verder zijn
dan het. papier, waarop ze zijn geschreven.
Wat. de feiten betreft, gegeven omtrent nieu
we takken van industrie, dte tot ontwikke
ling worden gebracht of reeds in opkomst
zijn, valt het op, dat dit allemaal betreft de
bouw van machines en het vervaardigen van
instrumenten voor industrieele doeleinden.
Men zou dan ook kunnen spreken over
een symptoom van ongeduld, dat tot uiting
kwam, toen Ordzjonikidze overging tot het
analyseeren van den toestand der arbeiders.
Terwijl de volkscommissaris zich hier zorg
vuldig onthield van het geven van cijfers
over de absolute grootte van 't loon en zich
uitsluitend beperkte tot het werken met per
centages, die de verbetering moesten aan
geven: eveneens was dit het geval, toen hij
zich tegen den „onzin" wendde, die zekere
Sabsowitsch had gedebiteerd, dat de woon-
oppervlakte, naar verhouding, nog steeds
bezig was achteruit te gaan. Hij noemde de
millioenen vierkante meters op, die in de
laatste jaren aan huizen waren gebouwd,
vooral in heUDongebied, toen een opmerking
weerklonk van een afgevaardigde: „Maar de
bouten huizen zijn bij ons slecht".
De volkscommissaris ging hierop even
scherp in als op de „onzin" van den anderen
criticus en was van meening, dat rils men de
houten huizen slechts gced bewoonde, be
hoorlijk zindelijk hield, dat zij dan „zeer
fatsoenlijk" zouden zijn. Ieder huis, dat men
laat vervuilen, is slecht
Men moet hierbij in het oog houden, dat
de leuzen van „tijdelijke woningen" uit goed
koop materiaal snel te bouwen, van Ordzjo
nikidze afkomstig is, zoodat deze niet gauw
zal toegeven, dat aan die goedkoope huizen
wat ontbreekt. Aan den anderen kant moet
het wel heel erg zijn, wanneer de Russische
mijnwerkers, die toch heusch wel aan het
een en ander gewend zijn op het gebied van
vuil, ongedierte en onvoldoende woonruimte,
hierover klagen.
Aan het slot van zijn overzicht kwam de
volkscommissaris te spreken over de tekort
komingen van het afgeloopen jaar. Twee
dingen bracht hij daarbij naar voren. Aller
eerst is de kostprijs, gemiddeld over de ge-
hoelo lijn gestegen, en niet gedaald zooals
volgons de plannen het geval had moeten
zijn. Do gemiddelde stijging bedroeg 3.7
Deze verhooging werd vooral veroorzaakt
door de volgende takken van Industrie:
houtindustrie met 16 ijzerindustrie met
17 turf met 28.5 en steenkolen met
30 Het zijn juist die takken, waarin de
loonen in het midden van 1931 verhoogd
werden, omdat er niet voldoende arbeiders
te krijgen waren. Men ziet echter, dat de
kostprijs meer gestegen is dan de loonen, en
dat. terwijl veel aan mechanisatie In die be
drijven is gedaan. Kwantitatief moge dan
ook sprake zijn van een toename der pro
ductie. economisch is het duidelijk, dat de
rentabiliteit belangrijk is achteruitgegaan,
en dat de nieuwe kapitalen fm het geheel
geen effect hebben gesorteerd. Een andere
kwestie is de stijging van het aantal on
deugdelijke producten, dat gemiddeld twee
maal zoo hoog was als in 1930 en hier en
daar tot een vierde van de totale productie
steeg. Bij het algemeene tekort aan goederen
worden deze ondeugdelijke producten vaak
afgeleverd en dienen tot grondstof in andere
bedrijven, met het gevolg, dat de slechte
kwaliteit overheerschend is over de geheele
lijn.
Toch was Ordzjonikidze optimistisch in dit
bpzicht. Hij meende, dat men ervaringen
Ipoest. opdoen in het werken met de nieuwe
mechanismen, en dat men daarmede reeds
resultaten had bereikt. Duurde het 10 maan
den voordat de tractorenfabriek te Sta
lingrad begon tractoren af te leveren, bij de
fabriek in Charkof heeft de periode
proefneming slechts vier maanden gedo
en men hoopt, dat het iu Nizjni-Nowgorod
en elders nog sneller zal gaan. Daarin ligt
ongetwijfeld een grond van waarheid; ver
wacht mag worden, dat op den duur de
grove fouten zullen verdwijnen. Daarmede
is men er evenwel nog niet, want de minder
opvallende fouten, die tezamen aanleiding
geven tot de slechte kwaliteit en de hooge
kostprijzen blijven bestaan, nemen zelfs toe
met de dwang van boven af om de productie
ten koste van alles te doen stijgen. Dit alles
zal nog duidelijker tot uiting komen in 1932
nu er een veel grooter aantal nieuw gebouw
de fabrieken in exploitatie komt Reeds in
1931 waren er nieuwe fabrieken gaan wer
ken, die gezamenlijk 3,5 milliard roebel had
den gekost, in 1932 zal dit bedrag nog zeer
belangrijk overschreden worden. De tegen
stelling tusschen de reusachtige kapitalen
gestoken in fabrieken, die volgens de bui-
tenlandsche ontwerpen zijn gebouwd, groo-
tendeels met buitenlandsche hulp, en de
hooge kostprijzen en slechte kwaliteit der
producten, zal dan door geen propagandis
tische voorstellingen meer zijn weg te doe
zelen.
Kerknieuws.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Oud-Beijerland en te Ier-
seke, cand. H. Torenbeek te Zuidlaren.
CHR GEREF. KERK
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Vlaardingen (vac.-wijlen
J. D. de Stoppelaar), M. Groenenberg te Oos-
terend (Texel).
Bedankt: Voor Aalsmeer-Oost, W. E. M.
Hoekzema te Paesens. Voor Amstelveen,
G. Grootjans Jr. te Watergraafsmeer (Am
sterdam-Oost).
GEREF. GEMEENTEN
Tweetal: Te Aagtekerke, M Heikoop te
Utrecht en J. Franje te Barneveld.
Beroepen: Te Vlaardingen, J. Vreug-
denhil te Bruinisse.
BEROEPINGSWERK
Daar de candidaten S. Hania en P. K. Kei
zer de op hen uitgebraohte beroepen hebben
aanvaard, zag de Kerkeraad van de Geref.
Kerk te Geesteren-Gelselaar zich genoodzaakt
het geformeerde drietal te laten vervallen.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTRUDE
Ds. E. V. J. Japchen hoopt Zondag
3 April a.s. van de Ned. Herv. Gemeeute te
Maartensdijk (U.) afscheid te nemen cn Zon
dag 10 April d.a.v. te Waardar (by Woerden)
intrede te doen, na lievestiging door Ds. A.
m der Kooy, van Maarssen (U.).
Cand. R. van Maare. van Loenen a
d. Vecht, werd Zondag j.l. bevestigd als pre
dikant der Geref. Kerk van Raamsdonkveer
door Ds. J. M. Spier, van 's-Gravendeel, die
tot tekst had Joh. 1320. Toegezongen werd
Ps. 119:9 gewijzigd). De.s avonds deed Ds.
Van Maare intrede met een predikatie over
Efeze 6 1719. Als deputaat van de Clas
sis Klundert was aanwezig Ds. B. Telder,
van Breda. Na afloop van den dienst volg
den de gebruikelijke toespraken van Ds.
Van Maare tot Kerkeraad, catechisanten,
Classis-deputaat, bevestiger cn Gemeente. De
heer J. van Woerden sprak tot den nieuwen
Ieeraar namens Kerkeraad en Gemeente en
het toezingen Ps. 27 7 laatste twee 2 regels.
Voorts sprak nog Ds. Telders namens de
Classis.
Ds. G. Mulder nam Zondag van de
Geref. Kerk te Slikkerveer afscheid met een
predikatie over Opcnb. 3 11. Handelend
over „de Gemeente in Filadelfia opgewekt tot
een heilig conservatisme", sprak hij achter
eenvolgens over: 1. het karakter, 2. het coel,
en 3. de vrucht van het conservatisme. Gelijk
steeds werd ook nu de Gemeente gewezen op
den Oppersten Herder en Lee raar Jezus
Christus. De naar Alphen a. d. Rijn vertrek
kende Ieeraar werd namens den Kerkeraad
nartelyk toegesproken door ouderling P.
Uittenbogaard, die Ps. 134 3 deed toezin
gen; namens de Gassis Barendrecht door Ds.
B. Wentsel, van Ridderkerk. In de stampvolle
kerk waren afgevaardigden aanwezig van
Ridderkerk, Rijsoord, Bolnes en IJsselmonde.
Voorts hielden nog toespraken I)s. M. van
"Wyk, van Bolnes, en Ds. A. Schippers, van
IJ eselmonde.
Cand. A.O. vanNood, van Vorden (G.),
hoopt zyn werk als hulpprediker bij de Geref.
Kerk van Arnhem Zondag 13 Maart as. aan
te vangen, na des morgens daartoe ingeleid
te zyn door Ds. J. Douma, van Arnhem.
Ds. O. J. van Rootselaar nam Zon
dag j.L, wegens vertrek naar Linschoten (bij
Woerden), na een verblijf van ruim twee jaar
atecheid van de Ned. Hervormde Gemeente te
Focrtvlïet. Aan het einde zijner predikatie
sprak de scheldende Ieeraar zijn dank uit
jegens Kerkeraad en Kerkvoogdij voor de
csngenime wijze, waarop samengewerkt was.
Ook richtte hjj nog het woord tot de ringcol-
ltgn's, den consulent Ds. H. K. Wolfsenber-
van Tholen, en de burgemeester Dron-
i. Ouderling E. van der Slikke sprak den
dank der Gemeente uit en liet toezingen
Ps. 121 4, waarna de consulent nog eenige
waardeerende woorden sprak namens den
Ring en op zyn verzoek Ps. 20 1 gezongen
werd. De belangstelling voor deze godsdienst
oefening was by zonder groot. Zeer velen
moesten zich met een staanplaats tevreden
stellen. Van den ring waren aanwezig, behalve
den consulent, Ds. P. Moerman, van Stavenisse
l Ds. Joh. de Bres, van St. Maartensdijk.
Ds. H. Siegers hoopt Zondag 13
Maart a_s. afscheid te nemen van de Ned.
Geref. Gemeente te Oosterbeek en Dinsdag 22
Maart d.a.v. te Utrecht als zoodanig intrede
te doen, na bevestiging door Ds. W. Teeuwis-
sen.
D s. G. T e e n s m a, overgekomen van
De Wilp (Gr.), deed Zondagji., na bevestiging
door Ds. H. Stegeman, van Cuyk (N.-B.), met
Joh. 6 28 en 29, zyn intrede by de Ned. Herv.
Gemeente van Urmond (L.) met een predi
katie over Joh. 6 68 en 69. Aan het einde
werd hij toegesproken door Ds. H. F. de Puy,
Lutterade, als consulent, en door den Bur
gemeester. Toegezongen werd Gezang 91:3.
Ds. A. S. Timmer, na verleden Don
derdag bevestigd te zijn door Ds. A. Wijn
gaarden aldaar, deed Zondagavond j.l. zijn
intrede als tweede predikant bij de Geref.
Kerk van Bedum. Hij hield een predikatie
1 Joh. 2 :28 met als thema: „het blijven
in. Jezus" en wees op: 1. wat dat inhoudt, en
wat dat belooft voor cte toekomst Na de
predikatie volgden de gebruikelijke toespra
ken tot Gemeente, bevestiger, Kerkeraad,
ouders, collega's en afgevaardigden van na
burige Kerken, catechisanten, hoofden der
scholen en Burgemeester en Wethouders.
Ds. Timmer werd daarna toegesproken door
Ds. H. Brink, van Onderdendam, namens col-
lega's en naburige Kerken; Burgemeester
Jouwstra namens het Gemeentebestuur van
Bedum; en door Ds. Wijngaarden namens
Kerkeraad en gemeente.
Ds. C. L. Tuinstra, van Lcmele (O.)
gekomen, werd Zondag j.l. bij de Ned. Hc-rv.
Gcr.ieen.te van Terwinselen bevestigd door Ds.
D. Tromp, van Zandvoort, met Ezech. 34 31,
en deed des namiddags intrede met een pre
dikatie over Lukas 7 35. Aan het einde werd
hij toegesproken door Mr. Dr. W. J, l-'rowein
namens de Centrale Kerkvoogdij van Heerlen;
door Ds. F. Postma, namens den Centralen
Kerkeraad van Heerlen; en door Ds. G Mol,
van Heerlen, als consulent namens de Ge
meente Terwinselen. De heer J. Je'i3ma dankte
den consulent voor zijn arbeid. Toegezongen
werd Gezang 69 4 en 7. Aanwezig waren
voorts nog de Ned. Herv. predikanten Ds.
W. J. Kan, van Treebeek, en Dr. L. Th.
Wieten, van Rumpen, alsmede Ds. J. J. Bus
hes, predikant by de Geref. Kerk in Hersteld
Verband te Oosterend (Texel).
Ds. J. Vermaas, overgekomen van
Ter Aa, deed Zondag j.l. zijn intrede bij de
Ned. Herv. Gemeente te Hoogeveen, vervul
lende de vacature van Ds. J. G. R. Langhout.
Als bevestiger trad op zijn ambtgenoot Ds.
J. A. van Nie. Des avonds verbond de nieuwe
Ieeraar zich aan de Gemeente, sprekemte
over Coloss. 43 laatste gedeelte en 4. Hij
bepaalde haar bij: 1. den inhoud van de pro-
diking; 2. de prediker en de hoorders; 3. de
prediking en (Pen prediker; en 4. den predi
ker en de Gemeente. De nieuwe Ieeraar werd
toegesproken door Ds. J. Kooiman, van Hol-
landscheveld, en Ds. Van Nie. Voorts werd
hem toegezongen Ps. 20 1.
DE HAND DER GEMEENSCHAP
Te S c h e v e n i n g e n is er, blijkene de
„Geref. Kerkbode" door den Raad der Geref.
Kerk een besluit genomen, „dat de ouderling
van dienst voortaan alleen aan den voet van
den kansel by het eindigen der godsdienst
oefening den predikant de hand der gemeen
schap reiken zal, niet meer alle kerkeraads-
leden in de consistorie".
Gaay Fortman, met gevoelvolle woorden
het overleden eerelid der Vereeniging, wylen
Prof Mr. D P. D. F a b i u s, welke toespraak
door de aanwezigen staande werd amgehoord
Daarop hield de heer C. Abraham, ab-
actis der Vereeniging. een lezing over
„De opleiding van den jurist"
waaraan wij het volgende ontleenen:
Spr. wensschte allereerst zyn onderwerp te
verdeelen in drie hoofdlijnen, nl. de actuali
teit van het probleem; de acties tot verbete
ring aangewend; en eenige opmerkingen over
de examen- en andere vakken van den jurist.
Merkwaardig is, aldus spr., dat tien jaar
na het Academisch Statuut van 15 Juni 1921
de kwestie nog geenszins geacht wordt, vol
doende geregeld te zijn. Met name verlangt
menigeen van de Universiteit, dat zij meer
dan thans het geval is den jurist zal klaar
maken voor de praktijk. Doch niet voor alle
categorieën van juriste» is dit noodig. Veelal
erwart men de opleiding van den jurist met
die van den advocaat of rechter. Grofso modo
kan men drie levensrichtingen van den jurist
onderscheiden, n.l. a_s. advocaten en rechters
de a.3. administratieve ambtenaren en hen wie
het alleen om den titel is te doen. In het alge
meen acht men alleen voor de eerstee-noemden
praktijkkennis noodig, vooral daar Nederland
het eenige land is In Europa, dat geen ver
plichte stage kent.
Spr. gaf daarop een kort overzioht van de
geschiedenis van het juridisch onderwijs, in
zonderheid van de vooropleiding, die vroeger
heel vaak primitief vra*.
Vooral na 1876 kwam er nieuwe teekening
In den door de wet van dat jaar geschapen
toestand. Thans kwam eerst goed de actie tot
verbetering los. Spr. ging op deze onderschei
den stroom ingen nader in, en maakte vervol
gens nog enkele opmerkingen over de praktijk
van de universitaire studie. Daarbij ging hij
uit van het standpunt, dat de algemeen uitge
sproken conclusie is, dat de theoretische oplei
ding ruim voldoende is. Zijn tweede voorep-
merking was, dat veel kwaad aan de Juristerij
wordt berokkend door de opvatting, dat het
J de gemakkelijkste studie is, daar ze 't kortst
EVANGELISATIE. i van alle duurt. Spr. handhaaft zyn stelling,
Te Almelo zal Dcnderdag 25 Februari J dat niemand kan volhouden, dat bjjv. de stu-
a.s. de jaarvergadering van het Centraaldie der letteren zooveel zwaarder zou tjjn,
Comité voor Evangelisatie in de Classis De- J dat die daarom voor het doctoraal examen 't
enter der Geref. Kerken worden gehouden in dubbele aantal jaren van dat der rechten
het kerkgebouw Molenkamppark- Behalv
jaarverslagen vermeldt de agenda een referaat
van Ds. E. Prinsen, van Enschedé. Het slot
woord wordt gesproken door Ds. W. L- Milo,
van Almelo.
RABBIJNEN EN HUISBEZOEK.
Te Amsterdam heeft een lid der Jood-
sche Gemeente gevraagd of het Bestuur van
zulk een Gemeente in een groote stad er niet
toe overgaan kan een rabbyn voor het spe-
vergen. Dat dit zoo geregeld is, is
wettelijke dan een wetenschappelijke kwestie.
Spr. achtte dan ook, dat in die misvatting
veler streven naar verbetering binnen bet be-
gelegen is de oorzaak van de mislukking
staande kader der Univereitaire opleiding.
Wil men specialisatie doorvoeren, dan moet
dit nieit geschieden ten koste
richtingen gemeenschappelijke theoretische
opleiding.
Voor de doctorale vakken achtte Spr. wijzl-
ciale pastorale werk te benoemen. De Jood-1 ging niet noodig. Misschien zou het nog
sche Gemeente breidt zich uit en zij raakt over j beveling verdienen om een soort Encyclopae-
die-oollege in te stellen, waarop dan uiteen-
de geheele stad verspreid. De dienstdoende
ïabbynen kunnen er onmogelijk werk bij heb
ben, maar de benoeming van een nieuwen
rabbijn voor pastoraal werk zou een oplossing
zyn. Er wacht hem, als men let op de vele
verwaarloosde besnijdenissen, kerkelijke huwe
lijken, begrafenissen, gemengde huwelijken,
onjoodsche organisaties van Joden enz., een
groote en zware taak. Men is benieuwd of de
Joodsche autoriteiten op het voorstel zullen
ingaan en of ruik een functionaris te vinden is
Schoolnieuws.
JURIDISCHE FACULTEITS-
VEREEN. AAN DE V.U.
DE OPLEIDING VAN DEN JURIST
In de bijeenkomst van de Juridische Faeul-
teits-Vereeniging aan de Vrije Universiteit
herdacht de voorzitter, de heer W. F. de
zetting van de vele Staatswetten gegeven zou
kunnen worden. Wat de verplichte keuze van
twee bijvakken betreft, deelde Spr. mede, dat
men vrijwel overal tot de conclusie gekomen
is, dat het doel, wat men ermede beoogde,
voorbijgeschoten is, omdat men die vakken
kiest, die den kunsten weerstand bieden. De
geschiktheid tot Zelfstandig werken, waaraan
het Academisch Statuut naast parate kennis
aandacht schenkt, wordt zoo door oppervlak
kigheid een holle phrase. Méér aandacht
schenken aan de rechtsphilosophie moet ook
voor de zelfstudie van <Xn jurist zijn vruch
ten afwerpen.
In het debat zette Spr. dan Iets uitvoeriger
uiteen, wat men moet denken, van den roep
om specialisatie en opleiding voor de prak
tijk. Verder antwoordde hij, dat methodologie
bedoelt begrip en inzicht by te brengen. Het
begrijpen van een nooit tevoren gehoorde
rechtsvraag is voor den jurist mpnmer één,
Specialisatie dient t-i. te komen nk de ge
wone opleiding teneinde niet in eenzijdigheid
te vervallen,
door E. D. J. DE JONGH Jr.
Van de nog heden ten dage bestaande
vorstelijke middeleeuwsche kasteelen hier
te lande zijn de vier oudste: de Hof- of
Ridderzaal op het Binnenhof te 's-Gra-
venhage, het Valkhof te Nijmegen, het
Oude Loo te Apeldoorn en het Kasteel
Brederode bij Haarlem.
Het eerstgenoemde gebouw maakt deel
uit van een complex van gebouwen, die
samen het Binnenhof vormen.
Dit Binnenhof beslaat een oppervlakte ln
den vorm van een langwerpig rechthoekig
terrein en vormde oorspronkelijk met h<
nog bestaande Buitenhof en het tegenwoor
dige Plein het verblijf of de residentie van
de graven en later van de stadhouders van
Holland.
Het aan de Westzijde gelegen Buitenhof
vormde het bij alle middeleeuwsche kastee
len aanwezige voorhof. Het bevatte eer
tijds de bijgebouwen als stallen, koetshuizen,
werkplaatsen, domes' i ek en won i nge n en
dergelijke huizen en getimmerten. Het tegen
woordige Plein, aan de Oostzijde van het
Kasteel gelegen, was de z.g. Kooltuin en
bevatte de moestuinen en boomgaarden.
Gelijk alle kasteelen uit dien tijd was
zoowel het Binnenhof als het Buitenhof door
binnen- en buitengrachten omgeven. Hier
was aan de Noordzijde de gracht tot een
breeden vijver uitgedijd, den nog bestaanden
Hofvijver. De grachten zijn nu verdwenen.
Natuurlijk ontbraken ook de poortgebou
wen niet, die toegang moesten verleenen tot
het Buiten- en Binnenhof. Van de vier bui-
tenpoorten is nog alleen aanwezig de G e-
vangenpoort of „Voorpoort", de andere
zijn in den loop der tijden afgebroken. Deze
„Voorpoort" is later als gevangenis gertwuikt,
o.a. vertoont men er nog de kamers waar
Jan en Cornelis de Witt gevangen hebben
gezeten. Thans is dit poor'geitouw een mu
seum van voorwerpen, die vroeger bij de lijf
straffelijke rechtspleging werden gebruikt
Om het Binnenhof te bereiken heeft men:
aan de Westzijde de Middenpoort (of
Binnenpoort van den Hove) later Stad-
houderspoort genoemd; zij verbindt het
Buiten- met het Binnenhof en was vroeger
van een valbrug voorzien. De Hofpoort
aan de Zuidzijde. De Mauritspoort of
Grenadierspoort bij het Mauritshuis,
in 1634 door Joris Faes gebouwd, die
toegang geeft tot het Plein, en eindelijk de
Binnenpoort, eveneens van 1634, waar
boven een verbinding van do Hof- of Bid
derzaal met het departement van Waterstaat
is tot stand gebracht.
Wij bevinden ons hier op een bij uitstek
historische plek, waar de hartader van het
land klopt en waar over het lot van ons
Vaderland voor zoover dit in 's menschen
hand ligt ls en nog steeds wordt beschikt.
De oorsprong van dezen aanleg, tevens die
van de stad 's-Gr; venliage, was gelegen in
een zeer oud jachthuis „de Haghe" genaamd,
dat gestaan moet hebben waar nu de Plaats
is en dat behoorde aan de graven van het
Hollandsche Huis. Dezen hadden hun ver
blijf te Leiden en te 's-Gravenzande, maar
hadden zich in deze bekoorlijke en schoone
omgeving dit jachthuis gesticht.
Hier in de nabijheid van dit jachthuis was
het dat graaf Willem II omstreeks het
jaar 1250 een kasteel liet .gouwen met een
binnen- en buitenhof en*"hiermede waren
de grondslagen gelegd van het gebouwen
complex, dat we nu nog aanschouwen. Wil
lem II is dus de stichter van wat we nu
algemeen aanduiden als „het Binnenhof" en
een kunstig gesmeed ijzeren fontein op de
open ruimte vóór de Ridderzaal, met 's gra
ven beeld bekroond, houdt de herinnering
aan hem levendig. Deze fontein is in 1885
door ingezetenen van Iden Haag aan de
Regeering aangeboden.
Het ligt voor de hand, dat In den loop der
tijden vele veranderingen hebben plaats ge
had. Zoo weten we van een belangrijke ver
bouwing in 1511 cn zelfs zijn ons de namen
overgeleverd van de bouwmeesters en <1
meesters der ambachten, die daaraan zijn
werkzaam geweest
Van de talrijke gebouwen, die men op het
Binnenhof aantreft, is een van de voornaam
ste de Hof- of Ridderzaal, oorspronke
lijk de feestzaalvan de grafelijke woning.
Oostelijk daaraan gTenzenrie en door een
thans overdekte binnenplaats daarvan ge
scheiden is de Rolzaal, die haar naam
ontleent aan de nieuwe bestemming, die zij
later, n.l. in 1511, kreeg als raadzaal van het
Hof van Holland of als P 1 e i t r o 11 e van
den Hove Provinciaal. Het gebouw,
waarvan deze Rolzaal deel uitmaakt, is om
streeks 12-47 als grafelijke woning door
Willem II gestuit Hier werden in latere
jaren de stadhouders beëedigd. Boven deze
zaal bevindt zich een dergelijke, die in de
XVIIe eeuw verdeeüd was in drie vertrek
ken, waarin o.a. Oldenharnevelt en Hooger-
beets gevangen hebben gezeten.
De groote Hof- of Ridderzaal dan,
de grafelijke feestzaal, gelegen Westelijk van
de Rolzaal, zooals we gezien hebben, is
gesticht door F1 o r 1 s V, den zoon van graaf
Willem II. Aan dit voorname bouwwerk met
zijn beide ronde torens aan de hoeken van
den Westelijken- of voorgevel is men be
gonnen in 1285- De bouwmeester was Ge
rard van Leyden, de raad ett vertrouw
de van Willem II, die als de eerste van
onze Hollandsche bouwmeestess moet wor
den beschouwd. In deze zaal. w Vxronder zich
overwelfde kelders bevinden, heeft menig
maal het vroolijke feestgedruisch weergalmd
van dappere ridders en galante edel vrouwen,
maar ook is ze getuige geweest van tragische
gebeurtenissen, o.a. toen in deze zelfde zaal
aan Oldenbarnevelt zijn doodvonnis werd
voorgelezen, dat daarna voltrokken werd op
het schavot dat vlak vóór dit gebouw was
opgericht
Maar ook andere historische gebeurtenis
sen hebben er in plaats gehad: hier verga
derde in 1432 en 1450 het kapittel van het
Gulden Vlies; hier werden vreemde gezan
ten ontvangen; ln deze zaal kwam in 1581,
de afzwering van Filips II tot stand: in 1651
had in deze Hofzaal plaats de Groote Ver
gadering van de Staten des Lands onder
ling over te goan en t zooveel mogelijk ln den
ouden toestand terug te brengen. Hiertoe
behoorde vooral het verwijderen
leelijke, anachronistische ijzeren kap en
voorzitterschap van Jacob Cats om te! het daarvoor ln de plaats stellen van een
beslissen over den regeertng9vorm na het
overlijden van Prins Willem II; voor deze
gelegenheid was de zaal behangen met de
vaandels en vlaggen, die in den Tachtig-
jarigen Oorlog waren buitgemaakt. In 1907
werd hier de tweede Vredesconferentie ge
houden, terwijl zij sinds 1903 bestemd is voor
de vereenigde zittingen van de Staten Ge
neraal en in 't bijzonder voor de plechtige
opening der kamers.
In tegenstelling met al die historische
belangrijke gebeurtenissen moet ook ge
waagd worden van tijden van bittere ver
nedering. Zoo in 161-4 toen de zaal gebruikt
werd nm er kramen en stalletjes in te plaat
sen; in 1709 toen zij tot loterijzaal werd ge
degradeerd en honderd jaar later toen zij
werd gebruikt als exercitielood9, militair
hospitaal en! wederom als loterijzaal.
Men heeft zich trouwens nooit veel aan dit
gebouw laten gelegen zijn, zelfs in tijden,
dat in ons land de kunsten hoogtij vierden,
heeft men hel verwaarloosd en door allerlei
wanstaltige aanbouwsels ontsierd. Het ergst
was wel hetgeen in 1861 de rijksbouwmeester
W. N. Rose durfde bestaan, door de zaal
van haar hoogst merkwaardige en kunstige
houten kap te berooven en daarv
moderne ijzeren kap, die vloekte met dit
middeleeuwsche bouwwerk, in de plaats te
stellen. Het weinige gevoel, dat men in die
dagen voor oude kunst bezat, en waarvoor
ook deze bouwmeester hoegenaamd geen oog
had. werd door dit vandalistisch bedrijf wel
duidelijk iu het licht gesteld. Deze uit een
historisch en bouwkundig oogpunt zoo be
langrijke zaal was tot een onaanzienlijk pak
huis verlaagd en door verwaarloozins en
onoordeelkundige zoogenaamde „restaura
ties" deerlijk verminkt.
Gelukkig zijn de oogen opengegaan voor
dezen onverantwoordelijkcn en onhoudbaren
toestand. In 1896 werd door de wetgevende
macht besloten om het gebouw te ontdoen
van de onooglijke aanbouwsels, tot herstel-
nieuwe eikenhouten kap in overeenstemming
met de oude verwijderde, waarvan gelukkig
nauwkeurige opmetlogen aanwezig waren.
Dit ls een zeer moeilijk werk geweest, dat
volbracht werd ln de jaren van 1898 tot 1905,
maar met de uitkomst hebben de leiders
en de werklieden, die met groote toewijding
dezen arbeid hebben verricht, veel eer inge
legd. Dit is ook niet te verwonderen, als
men ln aanmerking neemt, dat mannen als
Cuypera, Knuttel, Muysken, Pe-
t e r's en anderen daartoe hun medewerking
hebben verleend.
De aldus gerestaureerde zaal werd, gelijk
reeds is opgemaakt, bestemd voor de opening
van de kamers. Hiertoe moesten nog heel
wat werken worden uitgevoerd: anticham
bres, toegangen voor de Koningin, de mi
nisters, voor de diplomaten, kamerleden, ge-
noodigden en het publiek. Verder moest een
nieuwe meubileering ln antieken stijl wor
den aangebracht, bestaande in troonzetels,
tribunes, banken, lampen en wat dies meer
zU-
Al deze werken getutgen van den herleef
den kunstzin en het (ntwaakte nationale
en historische gevoel, die in het laatst van
de vorige en het begin van deze eeuw zoo
treffend ^uren tot uiting gekomen. En zoo
is dan dit aan historische herinneringen
zoo rijke gebouw opgeheven uit zijn diep
vervallen staat
We mogen niet verzuimen hier met een
enkel woord gewag te maken van de z.g.n.
Zaal van de La ires se, die aan de
Rol®aal grenst en vroeger de Civiele Kamer
van het Hof van Holland was. Gerard de
Lairesse was een beroemd schilder, nar»
wien de zaal haar naam ontleent; in 168S
voorzag hij haar van een allegorische schoor
steenschalaering, een troonende Justitia voor
stellende, benevens zes wandschilderingen
van burgerdeugden, uitgedrukt door tafe
rcelen uit de Grieksche en Ronieinscho ge
schiedenis.
Ridderzaal met GaUerie.
Hierna sloot de praeses de drukbezochte
vergadering en deelde mede, dat voor het
Achtste Lustrum der Vereeriging op 14 Nov.
een commissie gekozen was, die voor een ge
past feestprogramma zorg zou dragen.
STUDENTENCORPS TE KAMPEN
Lezing van Ds. P. N. Kruyswijk.
Vorige week hield Ds. P. N. Kruyswijk
van Hilversum, een lezing voor bovenge
noemd studentencorps over: JDemystieke
leer van den grond der ziel".
Dit onderwerp is een der hoofdmomenten
in de leer der mystiek. Het wezen van de
mystiek (at Spr. samen in 5 punten. Ze is
de overtuiging, dat er zonder intermediair
kennis van- en gemeenschap met God mo
gelijk is. Ze kcant tot stand Ln den weg van
purificatio, illuminatie, mntemplatio. Ze is
do zucht om op aante daaraan te beant
woorden en te komen tot de visio Dei per
essentiam. Ze heeft een zeer nadrukkelijke
opvatting van het beeld Gods in den men&cli
Het middelaarschap van Christus ontbreekt
in de mystiek.
Als voorbeeld van de middeleeuwsche my
stiek noemt Spr. Ruusbroec. den grooten
Ned. mysticus van omstreeks 1350. Deze ging
een eind mede inet de Thomistische psycho
logie. Er zijn lagere en hoogere krachten,
wier eenheid ligt in den grond der ziel. Een
engel kent God, doordat het beeld Gods in
hemzelf is, de rnensch kent God door een
spiegelbeeld. Eerst na den dood gaat hij
God kennen op de wijze der engelen. Ruus-
broec voegt hieraan toe, dat alle uitgan
gen van ons zieleleven van den wil uitgaan.
De grond van de ziel ls „das Fünklein" dat
inet God verecnigd is. In het wezen van ieder
rnensch is er een natuurlijke neiging naar
God. De mystieke heilsweg is bedoeld als de
verenUelvoudiging tot dien zielegrond en
leidt van het werkende naar het innige en
van het innige naar het schouwende leven.
De hoogste Gottevereeniging vindt in de
schouwing plaats van hét zielewezen met het
Goddelijk wezen. Ruusbroec's leer van den
zielegrond en van den heilsweg is in de ge
schiedenis der mystiek een vast beginsel.
Spr. gaat terug tot de heidensche mystici
(Philo) en zelfs tot de Indische godsdiensten
waarin reeds iets dergelijks gevonden wordt
als later bij de mystici Dionysius Areopagita.
EckarL, Tauler, Sebastiaan Franck, Teretee-
gen. Novalis, Schleiermaeher.
Spr. levert tenslotte critiek vanuit Gerefor
meerd standpunt Er bestaat verband tus
schen het beeld Gods in .ten mensch en den
status gloriae. De mogelijkheid van gemeen
schap met God ligt in dat geschapen zijn
naar Gods beeld, maar wordt door ons
ethisch en niet physisch gezien. De mystieke
beoefeningsleer vervangt de Chr. leer der
heilsorde, nl. eerst in Christus ingelijfd wor
den (passief), dan al Zijn weldaden aan
nemen (actief). De mystieke geboorte van
Christus in den grond der ziel is puur hei
dendom. De mensch is een gevallene, in wien
genade de natuur niet opheft maar herstelt
Wij zullen God kennen, liefhebben en dienen
met al onze krachten. Daarin is gelegen het
hoogste der Godsgemeenschap.
Nadat eenige gestelde vragyn door Spr.
uitvoerig werden beantwoord, werd de ver
gadering door Dr. C N. Impeta gesloten.
HOOFDBENOEMINGEN.
Zwartebroek (Dr. Mr. W. van den
Berg-hschool), H. J. Veerbeek, hoofd te Nieuwe
Pekela.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN.
Sebaldebnren (1 M« te openen
School), mej. P. Ploos van Ainstel, tyd. te
Augurtinusga. Voor vast.
Amsterdam (E. Gerdesschool, hoofd, P-
Lec-beek), E. Poort te Spakenburg.
Sliedreeht (Geref. School), mej. A, A.
de Haan te Papendrecht
Kollum (hoofd M. Salverda), J. K. Fe«n-
stra, thans werkzaam aan de Oir. Schippers-
school te Sneek.
Woubrugge (Chr. Natc School, hoofd
H. de Boer), mej. A. Baxmeier te Amsterdam.
Opperdoes (hoofd H. Althuizius), H. O.
G. van der Kooi, tyd. te Hoogersmilde,
Bedankt.
Jithuixermeeden (Geref. U. L. O.-
School, hoofd H. van der Veen), H. O. G. van
der Kooi, tyd. te Hoogersmilde. Aang.
H. BROUWER, f
Te Apeldoorn is in den ouderdom van 80
jaar overleden de heer H. Brouwer, oud-hoofd
det Chr. School te Gostel. De overledene was
ridder 2e klas In de Huisorde van Oran;e-
Nassau.
ONDERWIJZERSVERGADEBINGEN.
De afd. Rotterdam der Vereen, van Chr,
Onderwijzers houdt Zaterdagavond 27 Febr.
a-s. vergadering in do Dr. Kuyperschool aan
den Schied. singel 1U8. De heer G. J. van der
Ploeg, voorheen leider van het Chr. Advies-
buieau voor Beroepskeuze te Amsterdam, zal
lezing houden over: „Beroepskeuze-voor
lichting". Ook eventueele voorstellen voor de
Voorvergadering worden hier behandeld.
CHR. GEREF. ONDERWIJZERS
Op initiateif van het bestuur der Vereenii
ging voor Chr. Geref. Schol onderwijs wil men
komen tot vaster organisatie van Chr. Geref,
onderwijspersoneel. Tot nu toe bestond der
gelijke organisatie niet. Thans zal een eerste
samenkomst, een klein congres, worden ge
houden te U t r e c h t op 80 Maart. De voorzit
ter der bovengenoemde vereeniging, Ds. S. van
der Molen, van Rotterdam, zal bet openings
woord spreken. De heer B. A. Schotel, van
Dordrecht. Chr onderwijzer, zal refereeren over
psychologisch onderwerp; en de heer L. M
van den Boomgaard over een paedagogisch on
derwerp. De zaak van het Christelijk Onder-
wys begint in den boezer, der Chr. Geref.
Kerk al levendiger te worden. Wel bertaat er op
dit punt tweeërlei opvatting: sommigen willen
liever samenwerking, anderen willen, gelyk
men op gebied der Kerk zelfstandig wil optre
den, dit nu enk doen op het terrein van de
SchooL
LEERLINGENSCHALEX
Het Bestuur van den Bond van Schoolbestu
ren, Onderwijzers en Voorstanders van Chr.
Scholen in Gelderlands Achterhoek en Omge
ving, heeft, kennis genomen hebbende van
het ontwerp tot wijziging van de Lager On
dervijs-wet 1920, bij welk ontwerp oju nieuwe
leerlingenschalen voor het gewoon en (meer)
uitgebreid lager onderwijs worden voorgesteld,
in een adres aan den Minister van Onderwijs
zijn vreo uitgesproken, dat een dusdanige
wijziging het onderwijs in hooge mate zal
schaden, en dat 't het ten zeerste betreuren zou
als in de thans geldende leerlingenschalen ver
andering werd gebracht, waarom het Bertuur
van genoemden Bond er met klem op aan
dringt geen wijziging als in bovenbedoelden
n wordt bedoeld, aan te brengen.
ONDERWIJS-BINNENVAART
Het Instructievaartulg Prinses Juliana vau
het Onderwijsfonds vuur do Scheopvaart, is
hedenochtend voor de eerste oefentocht vnn
anr uit Amsterdam vertrokken. Aan
hoord bevinden zich leerlingen van de Bin-
non vaart school te Amsterdam. De „Prinses
Juliana" zal heden een oefentocht maken op
de Zuiderzee, en hedenavond te Zwolle aan
komen.