Het Communisme in de Practijk Het Binnenhof te 's-Gravenhage DINSDAG 23 FEBRUARI 1932 Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen ORDZJONIKIDZE OVER HET JAAR 1931 De vroegere voorzitter van den oppersten economise ben raad der so wj et-unie, thans gereorganiseerd tot volkscommissaris voor zware industrie, heeft op de Moskousche partijconferentie een overzicht gegeven het afgeloopen jaar 1931. Eere wien toekomt! Ordzjonikidze heeft zich niet be paald tot propagandistische algemeenheden, maar heeft overvloedig cijfermateriaal mede gedeeld, waarvan het stellig de moeite waard is het een en ander te vermelden. De gegevens over de toename der produc tie in jiet, algeloopen jaar, welke gemiddeld 21 bedroeg, waren reeds bekend. Ook bij Ordzjonikidze weer blijkt het niet, hoe de vergelijking is gemaakt. De waarde der ge produceerde goederen is met dit percentage toegenomen. Wanneer echter ook de prijzen zijn gestegen zegt deze toename nog niet yeeL Belangrijker is het de verdeeling der toename over de verschillende takken van industrie na te gaan. Daarbij blijkt, dat de ijzerindustrie op hetzelfde peil van 1930 heeft gewerkt, geen toename vertoont on- da.nks de reusachtige kapitalen, daarin ge stoken; de productie van gekleurde metalen nam slechts met 7 too, eveneens een mager resultaat van de vele nieuwe fa brieken; de kolenindustrie ls met 14.3 toegenomen, een totaal onvoldoende percen tage, ver beneden de plancijfers; de olie-in dustrie is toegenomen met 22 Deze cijfers hebben alle betrekking op de geproduceerde hoeveelheden, niet op de prijzen, en geven dus een onverwrongen beeld. De groote per centages van toename vinden we in de elec- trotechnische industrie, in den machinebouw vooral de fabrieken van draaibanken e.d., waarvan da ontwikkeling pas begonnen is en waar dus groote uitbreiding in het begin mogelijk is. Opmerkelijk is de geringe toename van de productie van geweven goederen. Voor ka toenen weefsels worden in het geheel geen vergelijkende cijfers gegeven, iets dat niet op groote resultaten wijst Voor wollen weef seis bedroeg de toename slechts 3 voor zijden weefsels 4.4 De productie van katoenen weefsels bedroeg in 1931 in totaal 2.246 millioen meter, dus 14 metpr per hoofd, over de g°he«le bevolking genomen. Dit is geen groote hoeveelheid, maar toch zooveel, dat bij behoorlijke kwaliteit aan de minimale behoeften eenigszins kan worden voldaan. Wollen weefsels werden daaren tegen vervaardigd tot een hoeveelheid van 132,7 millioen meter, dus) ongeveer 0.80 meter per jaar per hoofd. De productie van schoenen bedroeg 76.8 millioen paar, eveneens zeer weinig vooral bij de slechte kwaliteit van het schoeisel. De massa der boeren draagt dan ook nog steeds geen schoenen, maar beenbekleedingen uit go- .Vlochte boombast Ordzjonikidze gaf toe, dat deze percentages .top zichzelf nog niet alles bewijzen. Om de leuze te vervullen, dat de kapitalistische wereld „ingehaald en voorbijgestreefd" moet worden, zou Rusland b,v. meer dan 42 mil- thoen ton ijzer per jaar moeten producecr-n, de hoeveelheid, die de Vereenigde Staten in 1928 behaalde. In 1931 was de sowjet-ijzer- productie nog slechts 5 millioen ton, voor 1932 is een productie van 3 mi1.1 .oen ton geprojecteerd en tegen het eindo van het tweede vijfjarenplan, dus in 1938, rekent m«n op een productie van 22 mlUioen ton. Deze laatste cijfers zijn natuurlijk project- cijfers, die voorloopig Jnog niet verder zijn dan het. papier, waarop ze zijn geschreven. Wat. de feiten betreft, gegeven omtrent nieu we takken van industrie, dte tot ontwikke ling worden gebracht of reeds in opkomst zijn, valt het op, dat dit allemaal betreft de bouw van machines en het vervaardigen van instrumenten voor industrieele doeleinden. Men zou dan ook kunnen spreken over een symptoom van ongeduld, dat tot uiting kwam, toen Ordzjonikidze overging tot het analyseeren van den toestand der arbeiders. Terwijl de volkscommissaris zich hier zorg vuldig onthield van het geven van cijfers over de absolute grootte van 't loon en zich uitsluitend beperkte tot het werken met per centages, die de verbetering moesten aan geven: eveneens was dit het geval, toen hij zich tegen den „onzin" wendde, die zekere Sabsowitsch had gedebiteerd, dat de woon- oppervlakte, naar verhouding, nog steeds bezig was achteruit te gaan. Hij noemde de millioenen vierkante meters op, die in de laatste jaren aan huizen waren gebouwd, vooral in heUDongebied, toen een opmerking weerklonk van een afgevaardigde: „Maar de bouten huizen zijn bij ons slecht". De volkscommissaris ging hierop even scherp in als op de „onzin" van den anderen criticus en was van meening, dat rils men de houten huizen slechts gced bewoonde, be hoorlijk zindelijk hield, dat zij dan „zeer fatsoenlijk" zouden zijn. Ieder huis, dat men laat vervuilen, is slecht Men moet hierbij in het oog houden, dat de leuzen van „tijdelijke woningen" uit goed koop materiaal snel te bouwen, van Ordzjo nikidze afkomstig is, zoodat deze niet gauw zal toegeven, dat aan die goedkoope huizen wat ontbreekt. Aan den anderen kant moet het wel heel erg zijn, wanneer de Russische mijnwerkers, die toch heusch wel aan het een en ander gewend zijn op het gebied van vuil, ongedierte en onvoldoende woonruimte, hierover klagen. Aan het slot van zijn overzicht kwam de volkscommissaris te spreken over de tekort komingen van het afgeloopen jaar. Twee dingen bracht hij daarbij naar voren. Aller eerst is de kostprijs, gemiddeld over de ge- hoelo lijn gestegen, en niet gedaald zooals volgons de plannen het geval had moeten zijn. Do gemiddelde stijging bedroeg 3.7 Deze verhooging werd vooral veroorzaakt door de volgende takken van Industrie: houtindustrie met 16 ijzerindustrie met 17 turf met 28.5 en steenkolen met 30 Het zijn juist die takken, waarin de loonen in het midden van 1931 verhoogd werden, omdat er niet voldoende arbeiders te krijgen waren. Men ziet echter, dat de kostprijs meer gestegen is dan de loonen, en dat. terwijl veel aan mechanisatie In die be drijven is gedaan. Kwantitatief moge dan ook sprake zijn van een toename der pro ductie. economisch is het duidelijk, dat de rentabiliteit belangrijk is achteruitgegaan, en dat de nieuwe kapitalen fm het geheel geen effect hebben gesorteerd. Een andere kwestie is de stijging van het aantal on deugdelijke producten, dat gemiddeld twee maal zoo hoog was als in 1930 en hier en daar tot een vierde van de totale productie steeg. Bij het algemeene tekort aan goederen worden deze ondeugdelijke producten vaak afgeleverd en dienen tot grondstof in andere bedrijven, met het gevolg, dat de slechte kwaliteit overheerschend is over de geheele lijn. Toch was Ordzjonikidze optimistisch in dit bpzicht. Hij meende, dat men ervaringen Ipoest. opdoen in het werken met de nieuwe mechanismen, en dat men daarmede reeds resultaten had bereikt. Duurde het 10 maan den voordat de tractorenfabriek te Sta lingrad begon tractoren af te leveren, bij de fabriek in Charkof heeft de periode proefneming slechts vier maanden gedo en men hoopt, dat het iu Nizjni-Nowgorod en elders nog sneller zal gaan. Daarin ligt ongetwijfeld een grond van waarheid; ver wacht mag worden, dat op den duur de grove fouten zullen verdwijnen. Daarmede is men er evenwel nog niet, want de minder opvallende fouten, die tezamen aanleiding geven tot de slechte kwaliteit en de hooge kostprijzen blijven bestaan, nemen zelfs toe met de dwang van boven af om de productie ten koste van alles te doen stijgen. Dit alles zal nog duidelijker tot uiting komen in 1932 nu er een veel grooter aantal nieuw gebouw de fabrieken in exploitatie komt Reeds in 1931 waren er nieuwe fabrieken gaan wer ken, die gezamenlijk 3,5 milliard roebel had den gekost, in 1932 zal dit bedrag nog zeer belangrijk overschreden worden. De tegen stelling tusschen de reusachtige kapitalen gestoken in fabrieken, die volgens de bui- tenlandsche ontwerpen zijn gebouwd, groo- tendeels met buitenlandsche hulp, en de hooge kostprijzen en slechte kwaliteit der producten, zal dan door geen propagandis tische voorstellingen meer zijn weg te doe zelen. Kerknieuws. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Oud-Beijerland en te Ier- seke, cand. H. Torenbeek te Zuidlaren. CHR GEREF. KERK NED. HERV. KERK Beroepen: Te Vlaardingen (vac.-wijlen J. D. de Stoppelaar), M. Groenenberg te Oos- terend (Texel). Bedankt: Voor Aalsmeer-Oost, W. E. M. Hoekzema te Paesens. Voor Amstelveen, G. Grootjans Jr. te Watergraafsmeer (Am sterdam-Oost). GEREF. GEMEENTEN Tweetal: Te Aagtekerke, M Heikoop te Utrecht en J. Franje te Barneveld. Beroepen: Te Vlaardingen, J. Vreug- denhil te Bruinisse. BEROEPINGSWERK Daar de candidaten S. Hania en P. K. Kei zer de op hen uitgebraohte beroepen hebben aanvaard, zag de Kerkeraad van de Geref. Kerk te Geesteren-Gelselaar zich genoodzaakt het geformeerde drietal te laten vervallen. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTRUDE Ds. E. V. J. Japchen hoopt Zondag 3 April a.s. van de Ned. Herv. Gemeeute te Maartensdijk (U.) afscheid te nemen cn Zon dag 10 April d.a.v. te Waardar (by Woerden) intrede te doen, na lievestiging door Ds. A. m der Kooy, van Maarssen (U.). Cand. R. van Maare. van Loenen a d. Vecht, werd Zondag j.l. bevestigd als pre dikant der Geref. Kerk van Raamsdonkveer door Ds. J. M. Spier, van 's-Gravendeel, die tot tekst had Joh. 1320. Toegezongen werd Ps. 119:9 gewijzigd). De.s avonds deed Ds. Van Maare intrede met een predikatie over Efeze 6 1719. Als deputaat van de Clas sis Klundert was aanwezig Ds. B. Telder, van Breda. Na afloop van den dienst volg den de gebruikelijke toespraken van Ds. Van Maare tot Kerkeraad, catechisanten, Classis-deputaat, bevestiger cn Gemeente. De heer J. van Woerden sprak tot den nieuwen Ieeraar namens Kerkeraad en Gemeente en het toezingen Ps. 27 7 laatste twee 2 regels. Voorts sprak nog Ds. Telders namens de Classis. Ds. G. Mulder nam Zondag van de Geref. Kerk te Slikkerveer afscheid met een predikatie over Opcnb. 3 11. Handelend over „de Gemeente in Filadelfia opgewekt tot een heilig conservatisme", sprak hij achter eenvolgens over: 1. het karakter, 2. het coel, en 3. de vrucht van het conservatisme. Gelijk steeds werd ook nu de Gemeente gewezen op den Oppersten Herder en Lee raar Jezus Christus. De naar Alphen a. d. Rijn vertrek kende Ieeraar werd namens den Kerkeraad nartelyk toegesproken door ouderling P. Uittenbogaard, die Ps. 134 3 deed toezin gen; namens de Gassis Barendrecht door Ds. B. Wentsel, van Ridderkerk. In de stampvolle kerk waren afgevaardigden aanwezig van Ridderkerk, Rijsoord, Bolnes en IJsselmonde. Voorts hielden nog toespraken I)s. M. van "Wyk, van Bolnes, en Ds. A. Schippers, van IJ eselmonde. Cand. A.O. vanNood, van Vorden (G.), hoopt zyn werk als hulpprediker bij de Geref. Kerk van Arnhem Zondag 13 Maart as. aan te vangen, na des morgens daartoe ingeleid te zyn door Ds. J. Douma, van Arnhem. Ds. O. J. van Rootselaar nam Zon dag j.L, wegens vertrek naar Linschoten (bij Woerden), na een verblijf van ruim twee jaar atecheid van de Ned. Hervormde Gemeente te Focrtvlïet. Aan het einde zijner predikatie sprak de scheldende Ieeraar zijn dank uit jegens Kerkeraad en Kerkvoogdij voor de csngenime wijze, waarop samengewerkt was. Ook richtte hjj nog het woord tot de ringcol- ltgn's, den consulent Ds. H. K. Wolfsenber- van Tholen, en de burgemeester Dron- i. Ouderling E. van der Slikke sprak den dank der Gemeente uit en liet toezingen Ps. 121 4, waarna de consulent nog eenige waardeerende woorden sprak namens den Ring en op zyn verzoek Ps. 20 1 gezongen werd. De belangstelling voor deze godsdienst oefening was by zonder groot. Zeer velen moesten zich met een staanplaats tevreden stellen. Van den ring waren aanwezig, behalve den consulent, Ds. P. Moerman, van Stavenisse l Ds. Joh. de Bres, van St. Maartensdijk. Ds. H. Siegers hoopt Zondag 13 Maart a_s. afscheid te nemen van de Ned. Geref. Gemeente te Oosterbeek en Dinsdag 22 Maart d.a.v. te Utrecht als zoodanig intrede te doen, na bevestiging door Ds. W. Teeuwis- sen. D s. G. T e e n s m a, overgekomen van De Wilp (Gr.), deed Zondagji., na bevestiging door Ds. H. Stegeman, van Cuyk (N.-B.), met Joh. 6 28 en 29, zyn intrede by de Ned. Herv. Gemeente van Urmond (L.) met een predi katie over Joh. 6 68 en 69. Aan het einde werd hij toegesproken door Ds. H. F. de Puy, Lutterade, als consulent, en door den Bur gemeester. Toegezongen werd Gezang 91:3. Ds. A. S. Timmer, na verleden Don derdag bevestigd te zijn door Ds. A. Wijn gaarden aldaar, deed Zondagavond j.l. zijn intrede als tweede predikant bij de Geref. Kerk van Bedum. Hij hield een predikatie 1 Joh. 2 :28 met als thema: „het blijven in. Jezus" en wees op: 1. wat dat inhoudt, en wat dat belooft voor cte toekomst Na de predikatie volgden de gebruikelijke toespra ken tot Gemeente, bevestiger, Kerkeraad, ouders, collega's en afgevaardigden van na burige Kerken, catechisanten, hoofden der scholen en Burgemeester en Wethouders. Ds. Timmer werd daarna toegesproken door Ds. H. Brink, van Onderdendam, namens col- lega's en naburige Kerken; Burgemeester Jouwstra namens het Gemeentebestuur van Bedum; en door Ds. Wijngaarden namens Kerkeraad en gemeente. Ds. C. L. Tuinstra, van Lcmele (O.) gekomen, werd Zondag j.l. bij de Ned. Hc-rv. Gcr.ieen.te van Terwinselen bevestigd door Ds. D. Tromp, van Zandvoort, met Ezech. 34 31, en deed des namiddags intrede met een pre dikatie over Lukas 7 35. Aan het einde werd hij toegesproken door Mr. Dr. W. J, l-'rowein namens de Centrale Kerkvoogdij van Heerlen; door Ds. F. Postma, namens den Centralen Kerkeraad van Heerlen; en door Ds. G Mol, van Heerlen, als consulent namens de Ge meente Terwinselen. De heer J. Je'i3ma dankte den consulent voor zijn arbeid. Toegezongen werd Gezang 69 4 en 7. Aanwezig waren voorts nog de Ned. Herv. predikanten Ds. W. J. Kan, van Treebeek, en Dr. L. Th. Wieten, van Rumpen, alsmede Ds. J. J. Bus hes, predikant by de Geref. Kerk in Hersteld Verband te Oosterend (Texel). Ds. J. Vermaas, overgekomen van Ter Aa, deed Zondag j.l. zijn intrede bij de Ned. Herv. Gemeente te Hoogeveen, vervul lende de vacature van Ds. J. G. R. Langhout. Als bevestiger trad op zijn ambtgenoot Ds. J. A. van Nie. Des avonds verbond de nieuwe Ieeraar zich aan de Gemeente, sprekemte over Coloss. 43 laatste gedeelte en 4. Hij bepaalde haar bij: 1. den inhoud van de pro- diking; 2. de prediker en de hoorders; 3. de prediking en (Pen prediker; en 4. den predi ker en de Gemeente. De nieuwe Ieeraar werd toegesproken door Ds. J. Kooiman, van Hol- landscheveld, en Ds. Van Nie. Voorts werd hem toegezongen Ps. 20 1. DE HAND DER GEMEENSCHAP Te S c h e v e n i n g e n is er, blijkene de „Geref. Kerkbode" door den Raad der Geref. Kerk een besluit genomen, „dat de ouderling van dienst voortaan alleen aan den voet van den kansel by het eindigen der godsdienst oefening den predikant de hand der gemeen schap reiken zal, niet meer alle kerkeraads- leden in de consistorie". Gaay Fortman, met gevoelvolle woorden het overleden eerelid der Vereeniging, wylen Prof Mr. D P. D. F a b i u s, welke toespraak door de aanwezigen staande werd amgehoord Daarop hield de heer C. Abraham, ab- actis der Vereeniging. een lezing over „De opleiding van den jurist" waaraan wij het volgende ontleenen: Spr. wensschte allereerst zyn onderwerp te verdeelen in drie hoofdlijnen, nl. de actuali teit van het probleem; de acties tot verbete ring aangewend; en eenige opmerkingen over de examen- en andere vakken van den jurist. Merkwaardig is, aldus spr., dat tien jaar na het Academisch Statuut van 15 Juni 1921 de kwestie nog geenszins geacht wordt, vol doende geregeld te zijn. Met name verlangt menigeen van de Universiteit, dat zij meer dan thans het geval is den jurist zal klaar maken voor de praktijk. Doch niet voor alle categorieën van juriste» is dit noodig. Veelal erwart men de opleiding van den jurist met die van den advocaat of rechter. Grofso modo kan men drie levensrichtingen van den jurist onderscheiden, n.l. a_s. advocaten en rechters de a.3. administratieve ambtenaren en hen wie het alleen om den titel is te doen. In het alge meen acht men alleen voor de eerstee-noemden praktijkkennis noodig, vooral daar Nederland het eenige land is In Europa, dat geen ver plichte stage kent. Spr. gaf daarop een kort overzioht van de geschiedenis van het juridisch onderwijs, in zonderheid van de vooropleiding, die vroeger heel vaak primitief vra*. Vooral na 1876 kwam er nieuwe teekening In den door de wet van dat jaar geschapen toestand. Thans kwam eerst goed de actie tot verbetering los. Spr. ging op deze onderschei den stroom ingen nader in, en maakte vervol gens nog enkele opmerkingen over de praktijk van de universitaire studie. Daarbij ging hij uit van het standpunt, dat de algemeen uitge sproken conclusie is, dat de theoretische oplei ding ruim voldoende is. Zijn tweede voorep- merking was, dat veel kwaad aan de Juristerij wordt berokkend door de opvatting, dat het J de gemakkelijkste studie is, daar ze 't kortst EVANGELISATIE. i van alle duurt. Spr. handhaaft zyn stelling, Te Almelo zal Dcnderdag 25 Februari J dat niemand kan volhouden, dat bjjv. de stu- a.s. de jaarvergadering van het Centraaldie der letteren zooveel zwaarder zou tjjn, Comité voor Evangelisatie in de Classis De- J dat die daarom voor het doctoraal examen 't enter der Geref. Kerken worden gehouden in dubbele aantal jaren van dat der rechten het kerkgebouw Molenkamppark- Behalv jaarverslagen vermeldt de agenda een referaat van Ds. E. Prinsen, van Enschedé. Het slot woord wordt gesproken door Ds. W. L- Milo, van Almelo. RABBIJNEN EN HUISBEZOEK. Te Amsterdam heeft een lid der Jood- sche Gemeente gevraagd of het Bestuur van zulk een Gemeente in een groote stad er niet toe overgaan kan een rabbyn voor het spe- vergen. Dat dit zoo geregeld is, is wettelijke dan een wetenschappelijke kwestie. Spr. achtte dan ook, dat in die misvatting veler streven naar verbetering binnen bet be- gelegen is de oorzaak van de mislukking staande kader der Univereitaire opleiding. Wil men specialisatie doorvoeren, dan moet dit nieit geschieden ten koste richtingen gemeenschappelijke theoretische opleiding. Voor de doctorale vakken achtte Spr. wijzl- ciale pastorale werk te benoemen. De Jood-1 ging niet noodig. Misschien zou het nog sche Gemeente breidt zich uit en zij raakt over j beveling verdienen om een soort Encyclopae- die-oollege in te stellen, waarop dan uiteen- de geheele stad verspreid. De dienstdoende ïabbynen kunnen er onmogelijk werk bij heb ben, maar de benoeming van een nieuwen rabbijn voor pastoraal werk zou een oplossing zyn. Er wacht hem, als men let op de vele verwaarloosde besnijdenissen, kerkelijke huwe lijken, begrafenissen, gemengde huwelijken, onjoodsche organisaties van Joden enz., een groote en zware taak. Men is benieuwd of de Joodsche autoriteiten op het voorstel zullen ingaan en of ruik een functionaris te vinden is Schoolnieuws. JURIDISCHE FACULTEITS- VEREEN. AAN DE V.U. DE OPLEIDING VAN DEN JURIST In de bijeenkomst van de Juridische Faeul- teits-Vereeniging aan de Vrije Universiteit herdacht de voorzitter, de heer W. F. de zetting van de vele Staatswetten gegeven zou kunnen worden. Wat de verplichte keuze van twee bijvakken betreft, deelde Spr. mede, dat men vrijwel overal tot de conclusie gekomen is, dat het doel, wat men ermede beoogde, voorbijgeschoten is, omdat men die vakken kiest, die den kunsten weerstand bieden. De geschiktheid tot Zelfstandig werken, waaraan het Academisch Statuut naast parate kennis aandacht schenkt, wordt zoo door oppervlak kigheid een holle phrase. Méér aandacht schenken aan de rechtsphilosophie moet ook voor de zelfstudie van <Xn jurist zijn vruch ten afwerpen. In het debat zette Spr. dan Iets uitvoeriger uiteen, wat men moet denken, van den roep om specialisatie en opleiding voor de prak tijk. Verder antwoordde hij, dat methodologie bedoelt begrip en inzicht by te brengen. Het begrijpen van een nooit tevoren gehoorde rechtsvraag is voor den jurist mpnmer één, Specialisatie dient t-i. te komen nk de ge wone opleiding teneinde niet in eenzijdigheid te vervallen, door E. D. J. DE JONGH Jr. Van de nog heden ten dage bestaande vorstelijke middeleeuwsche kasteelen hier te lande zijn de vier oudste: de Hof- of Ridderzaal op het Binnenhof te 's-Gra- venhage, het Valkhof te Nijmegen, het Oude Loo te Apeldoorn en het Kasteel Brederode bij Haarlem. Het eerstgenoemde gebouw maakt deel uit van een complex van gebouwen, die samen het Binnenhof vormen. Dit Binnenhof beslaat een oppervlakte ln den vorm van een langwerpig rechthoekig terrein en vormde oorspronkelijk met h< nog bestaande Buitenhof en het tegenwoor dige Plein het verblijf of de residentie van de graven en later van de stadhouders van Holland. Het aan de Westzijde gelegen Buitenhof vormde het bij alle middeleeuwsche kastee len aanwezige voorhof. Het bevatte eer tijds de bijgebouwen als stallen, koetshuizen, werkplaatsen, domes' i ek en won i nge n en dergelijke huizen en getimmerten. Het tegen woordige Plein, aan de Oostzijde van het Kasteel gelegen, was de z.g. Kooltuin en bevatte de moestuinen en boomgaarden. Gelijk alle kasteelen uit dien tijd was zoowel het Binnenhof als het Buitenhof door binnen- en buitengrachten omgeven. Hier was aan de Noordzijde de gracht tot een breeden vijver uitgedijd, den nog bestaanden Hofvijver. De grachten zijn nu verdwenen. Natuurlijk ontbraken ook de poortgebou wen niet, die toegang moesten verleenen tot het Buiten- en Binnenhof. Van de vier bui- tenpoorten is nog alleen aanwezig de G e- vangenpoort of „Voorpoort", de andere zijn in den loop der tijden afgebroken. Deze „Voorpoort" is later als gevangenis gertwuikt, o.a. vertoont men er nog de kamers waar Jan en Cornelis de Witt gevangen hebben gezeten. Thans is dit poor'geitouw een mu seum van voorwerpen, die vroeger bij de lijf straffelijke rechtspleging werden gebruikt Om het Binnenhof te bereiken heeft men: aan de Westzijde de Middenpoort (of Binnenpoort van den Hove) later Stad- houderspoort genoemd; zij verbindt het Buiten- met het Binnenhof en was vroeger van een valbrug voorzien. De Hofpoort aan de Zuidzijde. De Mauritspoort of Grenadierspoort bij het Mauritshuis, in 1634 door Joris Faes gebouwd, die toegang geeft tot het Plein, en eindelijk de Binnenpoort, eveneens van 1634, waar boven een verbinding van do Hof- of Bid derzaal met het departement van Waterstaat is tot stand gebracht. Wij bevinden ons hier op een bij uitstek historische plek, waar de hartader van het land klopt en waar over het lot van ons Vaderland voor zoover dit in 's menschen hand ligt ls en nog steeds wordt beschikt. De oorsprong van dezen aanleg, tevens die van de stad 's-Gr; venliage, was gelegen in een zeer oud jachthuis „de Haghe" genaamd, dat gestaan moet hebben waar nu de Plaats is en dat behoorde aan de graven van het Hollandsche Huis. Dezen hadden hun ver blijf te Leiden en te 's-Gravenzande, maar hadden zich in deze bekoorlijke en schoone omgeving dit jachthuis gesticht. Hier in de nabijheid van dit jachthuis was het dat graaf Willem II omstreeks het jaar 1250 een kasteel liet .gouwen met een binnen- en buitenhof en*"hiermede waren de grondslagen gelegd van het gebouwen complex, dat we nu nog aanschouwen. Wil lem II is dus de stichter van wat we nu algemeen aanduiden als „het Binnenhof" en een kunstig gesmeed ijzeren fontein op de open ruimte vóór de Ridderzaal, met 's gra ven beeld bekroond, houdt de herinnering aan hem levendig. Deze fontein is in 1885 door ingezetenen van Iden Haag aan de Regeering aangeboden. Het ligt voor de hand, dat In den loop der tijden vele veranderingen hebben plaats ge had. Zoo weten we van een belangrijke ver bouwing in 1511 cn zelfs zijn ons de namen overgeleverd van de bouwmeesters en <1 meesters der ambachten, die daaraan zijn werkzaam geweest Van de talrijke gebouwen, die men op het Binnenhof aantreft, is een van de voornaam ste de Hof- of Ridderzaal, oorspronke lijk de feestzaalvan de grafelijke woning. Oostelijk daaraan gTenzenrie en door een thans overdekte binnenplaats daarvan ge scheiden is de Rolzaal, die haar naam ontleent aan de nieuwe bestemming, die zij later, n.l. in 1511, kreeg als raadzaal van het Hof van Holland of als P 1 e i t r o 11 e van den Hove Provinciaal. Het gebouw, waarvan deze Rolzaal deel uitmaakt, is om streeks 12-47 als grafelijke woning door Willem II gestuit Hier werden in latere jaren de stadhouders beëedigd. Boven deze zaal bevindt zich een dergelijke, die in de XVIIe eeuw verdeeüd was in drie vertrek ken, waarin o.a. Oldenharnevelt en Hooger- beets gevangen hebben gezeten. De groote Hof- of Ridderzaal dan, de grafelijke feestzaal, gelegen Westelijk van de Rolzaal, zooals we gezien hebben, is gesticht door F1 o r 1 s V, den zoon van graaf Willem II. Aan dit voorname bouwwerk met zijn beide ronde torens aan de hoeken van den Westelijken- of voorgevel is men be gonnen in 1285- De bouwmeester was Ge rard van Leyden, de raad ett vertrouw de van Willem II, die als de eerste van onze Hollandsche bouwmeestess moet wor den beschouwd. In deze zaal. w Vxronder zich overwelfde kelders bevinden, heeft menig maal het vroolijke feestgedruisch weergalmd van dappere ridders en galante edel vrouwen, maar ook is ze getuige geweest van tragische gebeurtenissen, o.a. toen in deze zelfde zaal aan Oldenbarnevelt zijn doodvonnis werd voorgelezen, dat daarna voltrokken werd op het schavot dat vlak vóór dit gebouw was opgericht Maar ook andere historische gebeurtenis sen hebben er in plaats gehad: hier verga derde in 1432 en 1450 het kapittel van het Gulden Vlies; hier werden vreemde gezan ten ontvangen; ln deze zaal kwam in 1581, de afzwering van Filips II tot stand: in 1651 had in deze Hofzaal plaats de Groote Ver gadering van de Staten des Lands onder ling over te goan en t zooveel mogelijk ln den ouden toestand terug te brengen. Hiertoe behoorde vooral het verwijderen leelijke, anachronistische ijzeren kap en voorzitterschap van Jacob Cats om te! het daarvoor ln de plaats stellen van een beslissen over den regeertng9vorm na het overlijden van Prins Willem II; voor deze gelegenheid was de zaal behangen met de vaandels en vlaggen, die in den Tachtig- jarigen Oorlog waren buitgemaakt. In 1907 werd hier de tweede Vredesconferentie ge houden, terwijl zij sinds 1903 bestemd is voor de vereenigde zittingen van de Staten Ge neraal en in 't bijzonder voor de plechtige opening der kamers. In tegenstelling met al die historische belangrijke gebeurtenissen moet ook ge waagd worden van tijden van bittere ver nedering. Zoo in 161-4 toen de zaal gebruikt werd nm er kramen en stalletjes in te plaat sen; in 1709 toen zij tot loterijzaal werd ge degradeerd en honderd jaar later toen zij werd gebruikt als exercitielood9, militair hospitaal en! wederom als loterijzaal. Men heeft zich trouwens nooit veel aan dit gebouw laten gelegen zijn, zelfs in tijden, dat in ons land de kunsten hoogtij vierden, heeft men hel verwaarloosd en door allerlei wanstaltige aanbouwsels ontsierd. Het ergst was wel hetgeen in 1861 de rijksbouwmeester W. N. Rose durfde bestaan, door de zaal van haar hoogst merkwaardige en kunstige houten kap te berooven en daarv moderne ijzeren kap, die vloekte met dit middeleeuwsche bouwwerk, in de plaats te stellen. Het weinige gevoel, dat men in die dagen voor oude kunst bezat, en waarvoor ook deze bouwmeester hoegenaamd geen oog had. werd door dit vandalistisch bedrijf wel duidelijk iu het licht gesteld. Deze uit een historisch en bouwkundig oogpunt zoo be langrijke zaal was tot een onaanzienlijk pak huis verlaagd en door verwaarloozins en onoordeelkundige zoogenaamde „restaura ties" deerlijk verminkt. Gelukkig zijn de oogen opengegaan voor dezen onverantwoordelijkcn en onhoudbaren toestand. In 1896 werd door de wetgevende macht besloten om het gebouw te ontdoen van de onooglijke aanbouwsels, tot herstel- nieuwe eikenhouten kap in overeenstemming met de oude verwijderde, waarvan gelukkig nauwkeurige opmetlogen aanwezig waren. Dit ls een zeer moeilijk werk geweest, dat volbracht werd ln de jaren van 1898 tot 1905, maar met de uitkomst hebben de leiders en de werklieden, die met groote toewijding dezen arbeid hebben verricht, veel eer inge legd. Dit is ook niet te verwonderen, als men ln aanmerking neemt, dat mannen als Cuypera, Knuttel, Muysken, Pe- t e r's en anderen daartoe hun medewerking hebben verleend. De aldus gerestaureerde zaal werd, gelijk reeds is opgemaakt, bestemd voor de opening van de kamers. Hiertoe moesten nog heel wat werken worden uitgevoerd: anticham bres, toegangen voor de Koningin, de mi nisters, voor de diplomaten, kamerleden, ge- noodigden en het publiek. Verder moest een nieuwe meubileering ln antieken stijl wor den aangebracht, bestaande in troonzetels, tribunes, banken, lampen en wat dies meer zU- Al deze werken getutgen van den herleef den kunstzin en het (ntwaakte nationale en historische gevoel, die in het laatst van de vorige en het begin van deze eeuw zoo treffend ^uren tot uiting gekomen. En zoo is dan dit aan historische herinneringen zoo rijke gebouw opgeheven uit zijn diep vervallen staat We mogen niet verzuimen hier met een enkel woord gewag te maken van de z.g.n. Zaal van de La ires se, die aan de Rol®aal grenst en vroeger de Civiele Kamer van het Hof van Holland was. Gerard de Lairesse was een beroemd schilder, nar» wien de zaal haar naam ontleent; in 168S voorzag hij haar van een allegorische schoor steenschalaering, een troonende Justitia voor stellende, benevens zes wandschilderingen van burgerdeugden, uitgedrukt door tafe rcelen uit de Grieksche en Ronieinscho ge schiedenis. Ridderzaal met GaUerie. Hierna sloot de praeses de drukbezochte vergadering en deelde mede, dat voor het Achtste Lustrum der Vereeriging op 14 Nov. een commissie gekozen was, die voor een ge past feestprogramma zorg zou dragen. STUDENTENCORPS TE KAMPEN Lezing van Ds. P. N. Kruyswijk. Vorige week hield Ds. P. N. Kruyswijk van Hilversum, een lezing voor bovenge noemd studentencorps over: JDemystieke leer van den grond der ziel". Dit onderwerp is een der hoofdmomenten in de leer der mystiek. Het wezen van de mystiek (at Spr. samen in 5 punten. Ze is de overtuiging, dat er zonder intermediair kennis van- en gemeenschap met God mo gelijk is. Ze kcant tot stand Ln den weg van purificatio, illuminatie, mntemplatio. Ze is do zucht om op aante daaraan te beant woorden en te komen tot de visio Dei per essentiam. Ze heeft een zeer nadrukkelijke opvatting van het beeld Gods in den men&cli Het middelaarschap van Christus ontbreekt in de mystiek. Als voorbeeld van de middeleeuwsche my stiek noemt Spr. Ruusbroec. den grooten Ned. mysticus van omstreeks 1350. Deze ging een eind mede inet de Thomistische psycho logie. Er zijn lagere en hoogere krachten, wier eenheid ligt in den grond der ziel. Een engel kent God, doordat het beeld Gods in hemzelf is, de rnensch kent God door een spiegelbeeld. Eerst na den dood gaat hij God kennen op de wijze der engelen. Ruus- broec voegt hieraan toe, dat alle uitgan gen van ons zieleleven van den wil uitgaan. De grond van de ziel ls „das Fünklein" dat inet God verecnigd is. In het wezen van ieder rnensch is er een natuurlijke neiging naar God. De mystieke heilsweg is bedoeld als de verenUelvoudiging tot dien zielegrond en leidt van het werkende naar het innige en van het innige naar het schouwende leven. De hoogste Gottevereeniging vindt in de schouwing plaats van hét zielewezen met het Goddelijk wezen. Ruusbroec's leer van den zielegrond en van den heilsweg is in de ge schiedenis der mystiek een vast beginsel. Spr. gaat terug tot de heidensche mystici (Philo) en zelfs tot de Indische godsdiensten waarin reeds iets dergelijks gevonden wordt als later bij de mystici Dionysius Areopagita. EckarL, Tauler, Sebastiaan Franck, Teretee- gen. Novalis, Schleiermaeher. Spr. levert tenslotte critiek vanuit Gerefor meerd standpunt Er bestaat verband tus schen het beeld Gods in .ten mensch en den status gloriae. De mogelijkheid van gemeen schap met God ligt in dat geschapen zijn naar Gods beeld, maar wordt door ons ethisch en niet physisch gezien. De mystieke beoefeningsleer vervangt de Chr. leer der heilsorde, nl. eerst in Christus ingelijfd wor den (passief), dan al Zijn weldaden aan nemen (actief). De mystieke geboorte van Christus in den grond der ziel is puur hei dendom. De mensch is een gevallene, in wien genade de natuur niet opheft maar herstelt Wij zullen God kennen, liefhebben en dienen met al onze krachten. Daarin is gelegen het hoogste der Godsgemeenschap. Nadat eenige gestelde vragyn door Spr. uitvoerig werden beantwoord, werd de ver gadering door Dr. C N. Impeta gesloten. HOOFDBENOEMINGEN. Zwartebroek (Dr. Mr. W. van den Berg-hschool), H. J. Veerbeek, hoofd te Nieuwe Pekela. ONDERWIJZERSBENOEMINGEN. Sebaldebnren (1 M« te openen School), mej. P. Ploos van Ainstel, tyd. te Augurtinusga. Voor vast. Amsterdam (E. Gerdesschool, hoofd, P- Lec-beek), E. Poort te Spakenburg. Sliedreeht (Geref. School), mej. A, A. de Haan te Papendrecht Kollum (hoofd M. Salverda), J. K. Fe«n- stra, thans werkzaam aan de Oir. Schippers- school te Sneek. Woubrugge (Chr. Natc School, hoofd H. de Boer), mej. A. Baxmeier te Amsterdam. Opperdoes (hoofd H. Althuizius), H. O. G. van der Kooi, tyd. te Hoogersmilde, Bedankt. Jithuixermeeden (Geref. U. L. O.- School, hoofd H. van der Veen), H. O. G. van der Kooi, tyd. te Hoogersmilde. Aang. H. BROUWER, f Te Apeldoorn is in den ouderdom van 80 jaar overleden de heer H. Brouwer, oud-hoofd det Chr. School te Gostel. De overledene was ridder 2e klas In de Huisorde van Oran;e- Nassau. ONDERWIJZERSVERGADEBINGEN. De afd. Rotterdam der Vereen, van Chr, Onderwijzers houdt Zaterdagavond 27 Febr. a-s. vergadering in do Dr. Kuyperschool aan den Schied. singel 1U8. De heer G. J. van der Ploeg, voorheen leider van het Chr. Advies- buieau voor Beroepskeuze te Amsterdam, zal lezing houden over: „Beroepskeuze-voor lichting". Ook eventueele voorstellen voor de Voorvergadering worden hier behandeld. CHR. GEREF. ONDERWIJZERS Op initiateif van het bestuur der Vereenii ging voor Chr. Geref. Schol onderwijs wil men komen tot vaster organisatie van Chr. Geref, onderwijspersoneel. Tot nu toe bestond der gelijke organisatie niet. Thans zal een eerste samenkomst, een klein congres, worden ge houden te U t r e c h t op 80 Maart. De voorzit ter der bovengenoemde vereeniging, Ds. S. van der Molen, van Rotterdam, zal bet openings woord spreken. De heer B. A. Schotel, van Dordrecht. Chr onderwijzer, zal refereeren over psychologisch onderwerp; en de heer L. M van den Boomgaard over een paedagogisch on derwerp. De zaak van het Christelijk Onder- wys begint in den boezer, der Chr. Geref. Kerk al levendiger te worden. Wel bertaat er op dit punt tweeërlei opvatting: sommigen willen liever samenwerking, anderen willen, gelyk men op gebied der Kerk zelfstandig wil optre den, dit nu enk doen op het terrein van de SchooL LEERLINGENSCHALEX Het Bestuur van den Bond van Schoolbestu ren, Onderwijzers en Voorstanders van Chr. Scholen in Gelderlands Achterhoek en Omge ving, heeft, kennis genomen hebbende van het ontwerp tot wijziging van de Lager On dervijs-wet 1920, bij welk ontwerp oju nieuwe leerlingenschalen voor het gewoon en (meer) uitgebreid lager onderwijs worden voorgesteld, in een adres aan den Minister van Onderwijs zijn vreo uitgesproken, dat een dusdanige wijziging het onderwijs in hooge mate zal schaden, en dat 't het ten zeerste betreuren zou als in de thans geldende leerlingenschalen ver andering werd gebracht, waarom het Bertuur van genoemden Bond er met klem op aan dringt geen wijziging als in bovenbedoelden n wordt bedoeld, aan te brengen. ONDERWIJS-BINNENVAART Het Instructievaartulg Prinses Juliana vau het Onderwijsfonds vuur do Scheopvaart, is hedenochtend voor de eerste oefentocht vnn anr uit Amsterdam vertrokken. Aan hoord bevinden zich leerlingen van de Bin- non vaart school te Amsterdam. De „Prinses Juliana" zal heden een oefentocht maken op de Zuiderzee, en hedenavond te Zwolle aan komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3