BEDRIJFSORGANISATIE Kerknieuws. Radio Nieuws. IN DEN STORM VRIJDAG 29 JANUARI 1932 DERDE BLAD PAG 9 VAN ANTI REV. STANDPUNT BESCHOUWD PROEFSCHRIFT VAN Mr. C. BEEKENKAMP Heden is tot doctor in de rechtswetenschap aan de rijksuniversileit te Leiden op gezag van den Rector-maguificus Dr. J. J. BI a n k s m a gepromoveerd Cornells Beekenkamp, geboren te Benthuizen, op een Proefschrift over „Bedrijfsorganisa tie', van anti revolutionair standpunt be- ,zien, vergezeld van eenige actueele stellin gen.'(Het proefschrift is uitgegeven door J. H. Kok N.V. te Kampen.) De opdracht is weemoedig en aandoenlijk tegelijk: Aan de nagedachtenis van den ont slapen Vader, die naar óns kortzichtig oordeel te vroeg aan zijn gezin, aan ons Christelijk volksdeel en aan ons land ont viel; en vervolgens aan twee vrouwen, schrijvers Moeder en zijn aanstaande Vrouw. De jonge doctor is niet vreemd aan ons blad; hij heeft eenigen tijd in ons midden gearbeid; ook zijn tegenwoordige arbeid aan het Kuyperhuis gaat niet buiten de jóurna listiek om; maar het is niet de collegiali teit, welke ons leidde bij het vormen van jons gunstig oordeel over dit proefschrift; het is de innerlijke waarde van het werk zelf. Menig proefschrift schijnt alleen geschre ven om den auteur de eervolle doctorstitel 1' te bezorgen en hc gevolg is dan ook, dat hel even"glanst in de schittering der promo tie tusschen de entourage van getabberden, hoogwaardighcidsbekleeders en aanzienlijke belangstellenden; doch dat het al spoedig in de sloffige hoek der vergetelheid geraakt, omdat het de ziel niet aangreep en het le- ^ven niet peilde. Naar onze meening staat het met dit proel schrift ènders en beter. Het is in de eerste plaats de schrijver deed een gelukkige greep hoogst actueel. Zeker, op dit oogen- blik, vandaag den dag, vraagt de crisis en haar oplossing grooter belangstelling dan bedrijfsorganisatie; doch deze blijft aan de orde en zij clringt zich weer naar voren, zoo dra normaler tijden aanbreken; ja, dan vooral. Men kan het vraagstuk nu even terugwijzen, maar straks staat het weer voor ons en dén moeten we er antwoord op kun nen geven. Daarom is het verschijnen van dit proef schrift nü zoo juist op tijd. De toepassing Vkan nog wachten; de overweging niet En daarom valt in de tweede plaats de ern 4 b t i g e studie te waardeeren. De schrijver heeft de historische lijn ge grepen en houdt die stevig vast Het histo i risch fundament ligt hecht onder zijn voe ten en daarbij heeft hij niet minder gebruik gemaakt van de praktische inzichten derge- nen, die midden in dit vraagstuk staan, dan van de thcoretisch-wetenschappelijke be schouwingen. Zoo alleen was het mogelijk vit een breede basis te leggen, waarop voort te bouwen was; de goede lijn te grijpen, maar •JZ ook voort te zetten; niet angstvallig te vra gen of het bij de uitzetting al of niet een ietsje lijden kon, doch forsch voort te wer ken aan de gedachten, door groote denkers 0-14 geopenbaard. Bizondere beteekenis (dit in 't voorbij gaan) heeft daarbij het feit, dat in deze stu die, welke van politiek-sociale beteekenis is, gezocht is naar de gemeenschappelijke gees telijke grondslagen, zooals die door Kuyper, Lohman, Talma èn de Paus in zijn laatste cncvcliek aanvaard en verdedigd worden. Hierbij vooral komt zoo goed uit, dat de schrijver het verstaan heeft, dat de ideeën leven en doorwerken. Immers, al te graag willen sommigen vasthouden aan de letter lijke beteekenis van hetgeen Dr. Kuyper sprak op het eerste Christelijke Sociale Con gres (dat „een openbaring" was, zooals Dr. Slotemaker de Bruine in zijn laatste werk zegt), toen hij betoogde, dat de Overheid moet beschermen en niet regelen. Want toen reeds was Dr. Kuyper verder dan in 1879 en wist hij, dat de Overheid geroepen ~*"!kon zijn om ook ten deze het initiatief te nemen, zoolang de maatschappelijke krach ten te kort schieten. Is het proefschrift derhalve actueel, omdat iet vraagstuk aan de orde van de dag is en (bij wijze van spreken) op de agenda der Tweede Kamer staat; is het voorts rich tinggevend, omdat het voortbouwt op sterke en breede grondslagen; het is ook journalis tiek uitnemend verzorgd. n Zeg niet, dat zulks van slechts weinig be- 77; teekenis is. Proefschriften zijn in dit opzicht lang niet altijd een juweel. De gewrongen en gedrongen stijl, de. ingewikkelde zinscon structies, de zware dreun der ouderwetsche taalvormen maakt het lezen vaak tot een drukkende plicht Hier, gelukkig, niets van dat alles. Het is hier vaak als het aanstormen van de lichte cavallerie, die zonder moeite allerlei hinder nissen neemt; of ook van den veerkrachtiger! wandelaar, als Asahel licht op zijn voeten, Mr. Dr. C. BEEKENKAMP Do rijke inhoud Gelijk gezegd, van dit boek is men met één keer lezen en dan nog wel vluchtig, zooals ons deel is niet af. We zullen er dan ook nog wel eens op terugkomen. Maar we mogen toch nu reeds met een paar trek ken aangeven, welke logische lijn gevolgd is. De allereerste grondstelling, welke feitelijk door heel de beschouwing vastgehouden wordt, is in de inliciding zoo treffend juist geteekend: de geweldige gedachte der we reldorganisatie is niet van menschclijke vin ding; ze is zoo oud als de wereld zelf, wan' de auteur van Genesis heeft reeds verhaald van de schepping door God uit ééncn bloede. Geen wonder daarom, dat de organische ge dachte telkens doorbrak in de geschiedenis en sympathie vond bij geloovigen en onge loovigen: ze trekt ons aan, omdat ze in haai diepste wezen een goddelijke gedachte is. De maatschappij is een organisme en moet dus organen hebben. Maar ze is een ziek organisme. Er is veel, dat niet goed functioneert; er groeit vaak was scheef; de groei wordt meermalen belemmerd. Ja, maar die ziekte is gevolg van de zonde en dus kan ieder wèl vragen naar organisa tie, naar „bedrijfsorganisatie" ook; maar de oplossing, de toepssing zal op zeer onder scheiden wijze gezocht worden. En hei spreekt dus vanzelf, dat de schrijver na een historisch onderzoek, dat loopt tot 1798, het einde van het Gildewe.zen; een beschouwing geeft over de ontwikkeling der Christelijk sociale gedachte, maar ook over wat daar tegen ingebracht werd; daarop dan laat vol gen, wat praktisch verwezenlijkt werd; om ten slotte te spreken over het wetsontwerp- Verschuur en de vraag te beantwoorden, hoe men van anti-rev. zijde dit vraagstuk be hoort te zien en verder tot ontwikkeling moet trachten te brengen. Als deugd noemen wij hier weer, dat het negatieve, de bestrijding veel minder de aan dacht vraagt dan het opbouwende, het posi tieve; want dat is het vooral, wat we noodig hebben. Dat als basis voor de beantwoording van de vraag „Wat nu", genomen wordt de al dus getitelde laatste Deputatenredc van Dr. Kuyper in 1918, is een zeer gelukkige ge dachte. De schrijver legt er het zou niet passen in het verband niet de nadruk op, dat deze op 2 Mei 1918 door den heer Idcnburg voorgelezen rede als steeds op de ontwikke ling der verhoudingen vooruitliep (de S. D. A. P. importeerde later in dit jaar haar verlangens!); maar stelt nadrukkelijk vast, dat Dr. Kuyper hiermee een nieuw tijdvak inluidde: de oplossing van de schoolstrijd is nagenoeg gevonden; thans vraagt het sociale arbeidersbelang onze volle aandacht. In een noot wordt er dan op gewezen, dat Dr. Kuyper ernstig aandrong op het instel len van een „raad van advies" om anti-rev. partij en vakverbond van voorlichting te die nen; doch de schrijver is tot de teleurstel lende wetenschap gekomen, dat deze wensch nog steeds niet in vervulling is gegaan. De verwerping van allerlei dwaalleer wordt samengevat in deze drie. breedvoerig toegelichte stellingen: Geen Manchcsterdoin (zeer terecht wordt de Staatk. Geref. Partij hier in één adem met het economisch libera lisme genoemd); geen Marxisme, in welke vorm ook, want altijd offert het de persoon lijkheid op; en ten derde, geen fascisme, want dit vertoont een staatsabsolutistisch karakter. Wat we noodig hebben is een samenleving, welke God als den Schepper van alle leven erkent; ook van de afzonderlijke levenskrin gen. Want: „waarachtige liefde tot God en den naas'e en dat is toch het hoogste go- bod der Christelijke religie impliceert eer biediging van de gegroeide verhoudingen." Zoo komt de schrijver tot de anti-rev. op vatting dat „aan de overheid de taak is opgelegd, om hij botsing tusschen kring en kring over en weer de eerbiediging van elks grenzen af te dwingen". Doch, dit niet allpen. Naar Kuypers woord in 1919 reeds geschreven, is genoegzaam ge bleken, dat hot particulier initiatief onvol doende is. En aangezien er aan de chaoti sche toestanden, waarin wij verkeeren, „geen einde komen kan dan door wettelijke rege ling en handhaving van die regeling dooi overheidsmacht, moeien wij, misschien we) nolens volens, die knnt uit. De klassenstrijd zal steeds feller worden en de maatschappe lijke ondergang gewisser, „zoolang de over heid ten deze haar roeping niet verstaat en nalaat, een we telijke organisatie van het be drijf in het leven te roepon". Deze wensch van Dr. Kuyper kan aanvan kelijke vervulling vinden, als het wetsont werp-Verschuur wet wordt; „want dan zal er een bedrijfsorgaan in 't leven geroepen kunnen worden in die dcelen van de maat schappij, die rijp zijn voor de organische ge dachte en waarin de solidariteitsidee tast baar geworden is". Moge dit gedegen proefschrift aan de Christelijke opbouw van onze samenleving dienstbaar zijn. Den jongen doctor heill STELLINGEN Verdedigd door Mr. 0. Beekenkamp Van de markante Stellingen, welke Mr Beekenkamp lieden bij zijn promotie tot dor tor in de rech'swetenschap heeft verdedigd, nemen we enkele op: I. Het K. B. van 9 Juli 1931, No. 147, waar hij goedkeuring wordt verleend aan de bp- sluiten der Prov. Staten van Zuid-Holland dd. 17 Juni 1930 tot wijziging van eenige reglementen van waterschappen cn polders op IJssclmondc, houdt onvoldoende rekening me» het onderscheid tusschen publiek en privaat recht II. Het streven naar de staatkundige eenheid van Heerenveen is een onvoldoend motie' om de gemeente Aengwirden op te heffen. De meening, door De Savornin Lohman go huldigd, dat Ijet de Kamer is, die interpel leert, moet onjuist geacht worden. In plaats van „Staat" behoorde in de arti kelen 1, 116, 118, 120, 123, 124 en 127 der Ambtenarenwet 1929 te worden gelezen „Rijk". V. Wanneer een kiesvereeniging van de door haar gestelde candidaten de verklaring vraagt, dat deze, zoo ze met voorkeurstem men worden gekozen, voor de benoeming zullen bedanken, handelt zij in strijd met den geest van de Kieswet VII. Massale gratieverleening bij K. B. is in strijd met de bedoeling van art 68 van de Grondwet Art. 183 van het ontwerp-Donner betreffen de het huwelijksvermogensrecht is om ver schillende redenen onaannemelijk. Xfl. De bepaling in een gemeenteverordening, die aan dé ingezetenen de verplichting op- légt hun woningen op een waterleiding aan te sluiten, is niet in strijd met art 1356 en 1357 van het Burg. Wetboek. XIII. De tegenwoordige omvang en groote mate van zelfstandigehid van vele overheidsbedrij ven maakt het wenschelijk om de controle en het toezicht op die bedrijven op te dra gen aan commissies of raden, welke: 1. na gepleegd overleg met de organisaties der gebruikers zijn gekozen, en 2. zijn toegerust met zoodanige bevoegd heden en zoodanig technisch geschoold personeel, dat zij zelfstandig de bedrijfs- geste kunnen beoordeelen. XIV. Voor de opvatting, dat in ons land bij een andere verdeeling van het nationale bezit onder de verschillende bevolkingsgroepen een voor den arbeider gunstiger financieele positie zou ontstaan, is geen redelijke grond aanwezig. ADJUNCT-INSPECTEUR WERK VERSCHAFFING De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft benoemd tot adjunct-inspecteur voor de werkverschaffing den heer J. B. V. M. J. v a n de Mortel, burgemeester der ge meente Noordwijk. Het ressort van deze ni- spec ie wordt gevormd door de gemeenten welke liggen in Zuid-Holland boven de spoorlijn Den HaagGoudagrens provin cie Utrecht en in Noord-Holland beneden de spoorlijn HaarlemAmsterdam. Ook liet Gooi behoort tot dit ressort. NED. HERV. KERK. roepen: Te Ouderkerk a. d. IJsspI, K. n den Berg te Amersfoort. Te Kampen (vac.-A. van der Kooij), W. Deur te Schoon- hoven. Te Emmercompascuum, J. van der Heide te Hindeloopen. Te Kooter., J. N. 1 Sevenster te Bergum. Te Almkerk, G. J. Sanders te Ee (Fr.). d a n k t: Voor Driesum, H. Bout te j Leerbroek. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Opheusden, M. Heikoop te Utrecht. i CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST De heer P h. J. H u y s e r, cand. aan de Theol. School te Kampen, is door de classis Assen der Geref. Kerk praeparatoir geëxami neerd en beroepbaar verklaard. De heer Huy- Eor zal een eventueel beroep terstond in overweging nemen. Zyn adres is Venestraat 1, AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. Ds. C. L. Tuinstra, Ned. Herv. pre dikant te Lemele (O.), die voornemens is 14 Februari a.s. van zjjn tegenwoordige ge- j meente afscheid te nemen om 21 Febr. d.a.v. I zich te verbinden aan de gemeente te Terwin- celen (L.), zal alsdan worden bevestigd door Ds. D. Tromp van Zandvoort. Ds. H. H. VAN AMEIDE. Naar wy vernémen, wenscht Ds. H. H. van Ameide, predikant der Ned. Hervormde Ge meente te Ouddorp, die dezer dagen gedurende 25 jaren in het ambt zal hebben gestaan, niet te jubileeren. Zyn veriangen is, dat deze dag onopgemerkt zal voorbijgaan. EMERITAAT. Ds. J. v. d. S1 u i s, Geref. predikant te Ouderkerk a. d. lJssel, ontving op zyn ver zoek van de classis Gouda in haar vergade ring van Dinsdag 1.1. met ingang van 1 Maart t.. eervol emeritaat. KERKELIJKE KWESTIE TE BIEZEL1NGE. Dezer dagen is gemeld, dat de Kerkeraad der Ned. Hervormde Gemeente te Biezelinge door het Classicaal Bestuur van Goes zou zijn afgezet. Naar ons van goed ingelichte zijde wordt medegedeeld, is dit niet geheel juist. Een afzetting heeft niet plaats gehad. Daar toe is het C'assicaal Bestuur ook niet bevoegd Wel is bedoelde Kerkeraad, bestaande uit drie ouderlingen en drie diakenen, geschorst. Deze schorsing houdt geen verband met het vrouwenkiesrecht, zooals te St. Annaland, maar is het gevolg van reeds zes jaar lang hangende kwesties. Er is n.l. een groot deel van de Gemeente, ,t weer graag een eigen predikant zou heb ben. Maar alle pogingen om daartoe te gera ken, stuitten af op den onwil van Kerkvoogdij, die den ligger niet wil teckenen en niet wil aansluiten bij den Raad van Beheer, en van den Kerkeraad, die zich unaniem stelt aan den kant der Kerkvoogdij. Wel is getracht een tyd lang de pastorie te doen bewonen door een godsdienstonder wijzer, maar daarvan heeft men niet veel p'ezier beleefd. Vorig jaar is door een groot deel van de Gemeente aan den Kerkeraad een adres ge zonden, waarin verzocht werd pogingen m het werk te stellen, om weer een eigen 1 eeraar te verkrijgen. Op dit adres hebben Kerkeraad en Kerkvoogdy geantwoord met een circulaire, die in de Gemeente is verspreid, en waarin alle schuld van den herderloozen toestand werd geschoven op de hoogere Besturen. De inhoud en de bewoordingen van deze circu'aire waren oorzaak, dat het Classicaal Bestuur den Kerkeraad ter verantwoording riep. De Kerkeraad gaf echter op de daartoe gezonden brieven geen antwoord. Toen heeft het Classicaal Bestuur den Ker keraad (tegen de Kerkvoogdij kan het niet optreden) tegen Woensdag 20 Januari j.L ter vergadering geroepen. Daaraan is gevolg ge geven, maar de langdurige besprekingen mochten geen resultaat hebben. De Kerkeraad bleef op zyn standpunt staan en weigerde me dewerking by het beroepingswerk en tot het intrekken der circulaire. Toen is de schorsing door het Classicaal Bestuur gevolgd. Zooals bekend, is er in zulk een geval veertien dagen tyd voor de ge schorsten om in hooger beroep te gaan. Gedu rende dezen termijn wordt de schorsing geacht niet van kracht te zyn. Maar reeds Zondag j.l. was niemand van den Kerkeraad ter kerk. Wordt niet in hooger beroep gegaan, of blijft de schorsing in hooger beroep van kracht, dan zal het Classicaal Bestuur doen wat des Kerkeraads is, maar in de rechten van de Kerkvoogdij treden kan het Classicaal Bestuur niet, zoodat men met het beroepings werk niet verder kan komen. GEESTELIJKE ARBEID IN DEN WIERINGERMEERPOLDER. Ds. D. Hoek te Enkhuizen deputaat van wege de Generale Synode der Geref. Kerken voor de geestelijke arbeid bij de Zuiderzee werken, zendt ons een schry'ven, waaraan we het volgende ontleenien: Laatst van October werd by Sluis I een arbeiderswoning, welwillend door het Ryk Tegen roofe handen «jj*; innoie huidskleur gebruikt uien het best de sneen- .ichtig witte Crème Leodor. die revens een uitste- i-cii ion undein voor poeder vormt. De verkoelende en geneeskrachtige werking treedt in liet bijzonder 's winters aan den dag, wanneer de handen en liet gezicht als gevolg van de koude zeer rood gewor den zijn. Ook bij een tceie en opengebarsten huid, iu het bijzonder echter bij de nnnnnyonnme jenkprikkellng der Im d. bewijst Uc cieme uus.e- feende diensten, in al die gevallen legt men deze in een dun laagje op, hetgeen men verschillende ma'en per dag herhaalt, 's avonds in een d-ltker laagje. De lang aanhoudende geur van deze crème lijkt op een ria.iwfrisch gepluklcn voo jaarsrniker van mei klokjes, viooltjot cn seringen, zonder den bcruchlcn geur van muskus, waarvan de d-flige wereld een afschuw heelt. - I.codor verkoelende crème, roode verpakking; Leodm vette crème, blauwe verpak king. De werking wordt nog vciboogd door Leod o r - E d e I z ee p. Beneden de prijzen van voor den oorlog! In alle zakeu veikrijgbaai, die Chlorodout vorkoopen. afgestaan in gebruik genomen als recreatie zaal en als plaats der prediking. Nu hadden dan ook de Gereformeerden, aldus merkt Ds. Hoek op, een plekske voor het hol van hun voet. Verleden jaar oordeelden deputaten, dat het beter was met het oprichter van een eigen gebouw nog even te wachten. Nu, op hun vergadering van 15 Januari waren zij unaniem meening, dat bouw urgent was en dat uitstel ongeoorloofd zou zyn. Zoo werd besloten, een recreatiegebouw te zetten, dat in de eerste jaren ook voor kerk gebouw dienst zal kunnen doen. Weldra zal de eerste steen worden gelegd, waartoe op uit- noodiging Z. Exc. Dr. H. Colijn zich in begin sel bereid verklaarde. Naar overtuiging van deputaten zal binnen ifzienbaren tijd daar voor de geestelijke arbeid iemand tewerk gesteld moeten worden Dit blyve echter thans nog even rusten. 160 plaatsen zal hebben, kunnen echter niet De kosten voor dit gebouw, dat ongeveer komen uit de gewone collecten en giften de kerken. Er moet worden gezorgd voor het werk te Wieringen, te Kolhorn. te Breezand wellicht ook weer te Medemblik. Voorts moet de rekening met het Alge- een Gereformeerd Zuiderzee-Comité binnen drie jaren vereffend. Dit vraagt jaarlijks on geveer f 2000. Daarom hebben deputaten een bouwcom missie benoemd waarin zitting hebben Ds. Donner van Broek op Lnngcndiik. Ds. Hoek, van Enkhuizen en cand. J. L. Wieünga. Pen ningmeester is Ds. Hoek. (Niet te verwarren met den heer H. Tromp te Harderwijk, die quaestor is van deputaten en op wiens giro- 44626 de gewone collecten en giften moe ten worden gestort.) Ds. Hoek verzoekt nu gelden voor deze bouw by Sluis T hem te willen doen toekomen. Kleine en groote giften zijn welkom. Het gironummer van Ds. Hoek is 41337. Ver antwoording der giften zal geschieden in de pers. Weldra zal de benoodigde som by be nadering worden opgeceven. Tenslotte doet D6. Hoek de Idee aan de band, om de garantiebewijzen die indertijd zyn gegeven aan bet Algemeen Geref. Zuider- zee-comïté en die bij de getroffen overeen komst tenvolle worden gerestitueerd, te schenken voor dit doel en dus van restitutie afstand te doen. GEREF. MANNENVEREENIGÏNGEN. Te Bergen op Zoom en te West- aan werden Geref. Mannenvereenigingen opgericht, weTce zich aanstonds aansloten bij den Bond van G. M. V. in Nederland. Ih.MÓ I 16.20 X 16.30 1 16.55 1 ZATERDAG, 30 JANUARI Izen K.R.O.; Gramofoonmuziek Iversum V.A.K.A.: '.liHmofooumuziek l z e n K.K.O.: K.K.O.-trio 1 u Q cl b u i k: SlrljkuiKent Iversum V.A.R.A.: Vu i a-septet 1 z e n K.K.O.K.R.O.-sextet ngenberg; Concert ven try: Concert nignwudei li u u s e n: Concert izen K.R.O.: Grumofooiimuzlek Iversum V.A.R.A.: Kinderkoor lundborg: Omroep-Harmonie-Or- iversum V.A.R.A.: Amsterdamsen sten Kwintet 1 z f n K.U.O.: Crumofoonmuzlek nden R.: Concert ngenberg: Concert Iversum V.A.R.A.: Concert 20 35 K a 1 U Dr J. Pyl: „Ge- i K.R.O.: Journalistiek weeko' 18.40 Hulzen K.R.O.: Esperanto-cursue 19 45 Huizen K.R.O.- Sportpraaatje 20.45 Hilversum V.A.R.A.: BIJ de pomp 10.00 Hilversum V.P.R.O.: Morgenwijding Kinderuurtjes e nI 14.80 Halten K.R.O.Kinderuurtje Politie- en Ftrioerlcbtt: 12.00 Hulzen K.R.O.: Politieberichten 19 30 Hulzen K.R.O.: Politieberichten 21 15 Hui/, en K.P I. PersberU-hten 22.40 Hilversum V.A.R.A.: Persberichten Dr. Alb. C. Kruyt, die als zende'ing onder de Toradja's in Possó (Midden-Celebes) arbeidt, hoopt in Februari a.s. zyn 40-jarige werkzaamheid aldaar te berdenken en daarna te repatriceren. Op 16 Juli 1890 werd door het Ned. Zende ling-Gen. besloten den 21-jarigen Kruyt (zoon vnn zendeling J. Kruyt te Modjowarno) naar Posso uit te zenden. Hy leerde er de taal en de zeden, wist vertrouwen te winnen. Na 13 jaren lang geen zichtbare vrucht geoogst te hebben, bleek dat de grondslagen van het hei dendom door zyn prediking ondermijnd waren en langs den weg der persoonlijke overtuiging ging het volk der Toradja's in menigte tot het Christendom over. Ky had medewerking van zyn vrouw, mevr. Kruyt-Moulijn en later van Dr. N. Adriani en mevr. Adriani-Gunning. De leiding der kweekschool te Pendolo droeg hij aan zyn zoon J. Kruyt over, ging zelf nu paa nog in de berglandschappen werken en zette do Bijbelvertaling van wijlen Dr. N. Adriani voert. De Utrechtsche Universiteit bevorder de hem honoris causa tot Doctor in de God geleerdheid. De Regcering benoemde hem cent tot ridder, later tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Met Dr Adriani schreef hij een standaard werk over de Toradja's en verder gaf hy tal van kleine boekjes en artikelen in het licht. Het Zendingsbureau te Oegstgeest deelt mede, dat over 1931 op het geraamd bedrag f 1.048.000, dat benoodigd was voor het werk der Samenwerkende Zendingscorporaties, on geveer f 100.000 te weinig werd ontvangen. NIEUWE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET PI L4iM pigL pf|Mx 'vil» 23. Ik floot 'ns eventjes tusschen mijn tanden en keek rond. Ha, jongens, daar zag j ik 'n paar fijne lange drooglatten. Met veel I moeite wist ik ze overeind te werken, zette ze schuin tegen den muur en toen kon j Bibbersnoet zich er zoo langs naar beneden laten glijden. 24. We maakten flink beenen, dat vat j®, cn bleven doorhollen tot we een flink eind uit de buurt waren. Toen kwamen we voor een groot hek, van een groote-menschentuin. „Kijk eens", riep Bibbersnoet, „hoe leuk! Daar staat een poppenwagen niet een pop er in!" door WJERNY XLIV Wo kwamen in ons gesprek gevaarlijk [dicht bij den rand eener verklaring; ik was onder den indruk en had me laten mee slepen. Ik moest me inspannen om me sterk te houden en hem koel en zakelijk te kunnen antwoorden, maar bet gelukte me. Ik zei hem, dat ik zelfs Grisfoa op den duur ni-eit. had kunnen binden. Dal ilk hoopte ook voortaan kameraadschappelijk met '8' hem te kunnen omgaan en dat deze omgang e zeer gelukkig maakte. Hij verklaarde, voonloopig volkomen te vreden te zijn. Kortom, we gingen uiteen ol6 vrienden, als menschen, die groote be langstelling Ln eikaars lot hebben. Hij had mij iets verteld van zich zelf, dat hij uit 8 a ra tof kwam en pas betrekkelijk kort iu Moskou werkte in de financieele afdeelöng van den oppersten econom:6Chen raad. Hij was door de partij daarheen overgeplaatst, nadat hij iu Sa ra tof nogal succes had ge had met een financieele organisatie Dat alles vertelde hij zonder ophef, alsof bet hem in het geheel geen be langst el ling in boezemde, dat hij zelf daarbij betrokken was. De zaak zelf was blijkbaar aides voor hem. Wie weet, waartoe dit allre ziob ontwik keld zou hebben, wanneer Zjoekofski's be moeiingon bij de partij niet onverwacht tot zekere 'resultaten hadden geleid. Ik werd opeens hij het centrale comité ontboden, wnnr men mijn „zaak" had onderzocht. Do feiten spraken in mijn voordes'nu men. na zooveel jaren op mijn uitstoiting uit de gelederen terugkwam, was het lieed duide lijk, dat daarbij persoonlijke intriges tegen mij een groote rol hadden gespeeld. Om trent mijn meeningsvereohillen met Grisha vvos niets naar buiten uitgelekt en mijn i scheiding van hem werd natuurlijk be I schouwd als een gevolg van zijn verhou j d>'ng tot Sonja. Zoo stond ik daar vrij we', t „smetteloos". Men liet doorschemeren, dat de mogelijk- heid bestond, mij weer in de partij op te I nemen ndet alleen, maar ook mijn staat van diienst te herstellen zoodat Ik weer tot de oude partijleden zou hooren, die in de moeilijke jaren van den burgeroorlog wa ren toegetreden. Zjoekofski had mij werke- j lijk verzoend met de partij-opvattingen en mij de overtuiging geschonken ,dat er ook! plaats was voor menschen, met wat bree j dere begrippen, die zich niet beperkten tot i het zweren bij de wijsheden der hooge bonzen. Daarnaast zou het mijn trots be I vredigen, als ik geheel door mijn eigen' kracht mijn positie herstelde en tegen o vei Grisha kon toonen. dat ik daarvoor mei van hem afhankelijk was. Men zou echter geen directe beslissing nemen, maar mijn activiteit op de proef stellen. Voorloopig werd ik voor een paai i maanden naar Saratof gestuurd, naar hel platteland, waar ik zou moeten meewerken in het organiseeren van den arbeid Ier vrouwen en de daarmee verbonden oprich- ting van kinderbewaarplaateen. Na afloop! van den oogst en de grondbewerking voor' het volgend jaar, 1930, mo?6t ik een rap port indienen bij het partijbestuur over mijn eigen werkzaamheden en over de gebreken, die ik in de organisatie had ontdekt. Deze nazomer en herfst, die ik grooten- deels in de dorpen aan den Wolga-over doorbracht, weren voor mij een openbaring in velerlei opzicht Nooit bad ik kunnen der''in, dat het le ven der A-oercn zóó treurig was, nooit ook had ik begrepen, dat die massa's op bet platteland eigen gedachten hebben, een eigen sfeer, geheel velschillend van hetgeen de stedelingen en hot intellect vermoeien. Welk een onbuigzame moed en fanatis me moeten onze oude revolutionairen ge had hebben, om in staat te zijn vrijwillig de dorpen in te gaan, daar te ageeren tegen de achterdocht en onwetendheid der boeren massa. Deze achterdocht tegon alles, wat van hoogerhand werd voorgeschreven, be stond nog. De boeren waren echter murw geworden, bang voor de verbanning, waar aan zoo vele gezinnen ten offer waren ge vallen. Hoezeer men het in zijn hart ook oneens was met de maatregelen der regee- nimg, niemand liet dut openlijk blijken. In tegendeel, de meneohen trachtten werkelijk datgene te doen, dat naar hun denkbeelden, strookte met de verlangens der autoriteiten Dezen maakten het menschen echter niet gemakkelijk, want de meest tegenstrijdige bevelen volgden elkaar onophoudelijk op In het begin van 1929 waren alle men eohen in collectieve bedrijven gejaagd; een paar maanden later echter, heette het plot- selling, dat de collectivisatie niet noodig was in het dorp. Dat het tempo vertraagd was. begreep men ndet; voor de meesten bedoekende het een toetreden tot een orga nisatie, waarvan ze de bedoeling ndet be grepen, dde ze later weer verlieten. De plaatselijke leiders wisten geen ant woord te geven op de vragen der menschen wat nu precies gedaan moest worden en velen gingen zoo'n beetje hun eigen gang. 'k werd overal bestormd met vragen over kleinigheden en hoewel ik me vrij goed op de hoogte had gesteld van de wettelijke voorschriften, bleek me spoedig, dat deg? zeer onvolledig en in der haast waren op gesteld, zoodat de locale bestuurders feit"' lijk zelf over olie kwesties moeten brslis 6en, hetgeen het beeld nog bonter maakte. Ik was niet gesneden uit het hout, waar uit men bij ons de organisatoren samen stelt. De taak, die iemand wordt opgelegd, is altijd zoo groot, dat men het zelf niel kan uitvoeren, zoodat men zulks aan on deren moet overlaten. Onze organisatoren moeten in staat zijn goed te kunnen praten en mooie grafische voorstellingen te maken over hetgeen zij hebben tot stand gebracht Ik kon me doartoe niet beperken. Mij trok het lot der menschen, die ük moest helpen, te veel aan. Ik probeerde werkelijk aeilf de kimderbewaarplaatsen te helpen inrichten cn zoodoende de vrouwen in de gelegenheid te stellen in de drukke tijden op het land te werken. Maar daarbij stuitte ik op ontel bare moeilijkheden: m het eene dorp was geen geschokte woning daarvoor beschik baar, in het andere was het dorpsbestuur totaal onwillig om mede te werken en ook maar het eenvoudigste meubilair te helpen verzamelen. Zij verwezen naar het bestuur van het collectieve bedrijf. Onophoudelijk stuitte ik op dien onderlingen na ij er, dia zeer goed te begrijpen was, daar de functies van de verschillende besturen volstrekt niet omschreven waren en de een jaloïrsch was op de bevoegdheden van den ander. Ik werkte ontzettend hard, vond hier cn daar vrouwen, die bereid waren met mij te wer ken en bereikte dan iets, al was het onvol- ledig en onbevredigend voor mijzelf. Op verschillende plaatsen echter leed ik vo'- strekt fiasco De vrouwen be luidden me, dat ze deze zaak wel onder elkaar zouden regelen, door de kinderen beurtelings bii pen der vrouwen onder te brengen, die dien dag miet naar het veld gingen en dot ze daarvoor geen dame uit de stad noodig hadden, F.r Tieerechte ren sterk wantrou wen in de onbaatzuchtigheid van mijn he- doelingen, men vermoedde, daf ik de kin deren wilde he®nvloedon en tegen de mteera» opzetten, dat ik ze over wilde halen om tot een der roode kinderorganisaties toe te tre den. Zoo reisde ik van het eene dorp naar het andere op eenvoudige boerenwagens, ver brand door de zon, bedekt met stof. Daar tegen had ik heelemaal geen bezwaar. Ik genoot van de vrije natuur, van do uitge strektheid der steppen, van zon en wind Wat mij neerdrukte, was het gevoel /.m stille vijandschap, dat ik bijna overal out moette, al werd het meestal niet openlijk geuit; haast niemand nam aan, dat ik mei goede bedoelingen kwam, men beschouwde mij als één der lastposten, dde door de ste den werden gestuurd om te spionneeren. om de boeren te dwingen tot datgene, wat zijzelf niet wilden, kortom als een van de parasieten, die op kosten van de boeren leven en hen bovendien bevelen. Kr waren maar al te velen, die deze haat ten volle verdienden door hun hooghartig en beve lend optreden, zond-er eenig landbouw kun dig inzicht; hetgeen de boeren tot wanhoop bracht en herhaaldelijk aanleiding gaf tot mishandeling, ja znlfs moord. Wat door overtuigingskracht en door het voorbeeld van hard werken bereikt kon worden, dat bereikte ik, al was dat niet veei Ik duizelde in dde dagen vaak van de eroofschheid der plannen, dde men koester de en ergerde me nog meer dan vroeg*r aan de oppervlakkigheid dor leadens, dia, met een paar c'ifers goochelden en v«r-1 klaarden, dat alles prachtig ging. Beseften zij dvin niet, dat het boerenleven totaal ver- anderd zou moeten worden, wan nee* ook' maar een deol van hun plannen zouden slagen? En vooral, hoe langhart ie was liet! steeds maar te sob-olden over sabotage on j tegen werking, wanneer misluk kin-gen n-n! het licht kwamen, terwijl d-° schuld bijna iiirfsMi'tand lag hij de absoluut nnvoVtaon 'a en onzaakkundige voorbereiding d<v>r de regeerders zelf. Ik was werkelijk verbaasd over de bereidwilligheid der boeren om mede te. .verken tot iets aieuws, tenmkirde wanneer ze wisten, wat dot nieuwe ewcu- iijk beteekende en wanneer ze de overtui ging hadden, dat onder de nieuwe verii< u- dingen het tenxninste mogelijk was te leven Maar wanneer ik met groote moeite e-.-n ki-n-derbewaarplaats had georganiseerd, e^n belangrijk aantal vrouwen hun kinderen laarheen hadden gebracht, wanneer er vol- 1 oen de voedse' voor de kleinen was en deze min of meer dragelijk opgeborgen waren, hoe vaak kwam het dan miet voor, dat do moed eis na eenige uren morrend terug kwa-mon om hun kinderen te halen, omdat op het veld voor hen gren werk was u j- gene de 6l-echte organisatie van de veld arbeid Dan moest ik weer nanr het kulclio- zenbestuur toe. naar het sowjet b.-etuur, meestal bleek dan, dat men heeleniaol niet wist, hoe de veldarbeid eiacnlijk precn-s was geregedd; dan keek men mij met leed® oogen aan, beschouwde mij a's ren indring ster, die zich bemoeide met zaken die hoar xviets aangingen. Het was een werk rijk aan t e'en retell tn- gen, maar het gaf mij een begrip van onze boeren, dat ik tot dien tijd feitelijk votko- men had gemist. Ik kon mijn taak ecVec nret ten einde broneen. daar ik in October riek werd. Eerst weet ik bet aan overepin- n-ng en oververmoeidheid, maar in Sar-ifof constateerde de dokter, dat ik dysenterie had en in het ziekenhu-is mo^st worden op genomen. Gelukkig was het gren a! te he vige aanval en na ren maand liggen ws ik zoover, dat ik in bed mocht zitten en aan mijn rapporten kon worken. Zoodo-n- rle had ik teiecn December, toen ik naar Moskou terug kon gnan, mijn werk min of meer afgesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9