BEDRIJFSORGANISATIE
Kerknieuws.
Radio Nieuws.
IN DEN STORM
VRIJDAG 29 JANUARI 1932
DERDE BLAD PAG 9
VAN ANTI REV. STANDPUNT
BESCHOUWD
PROEFSCHRIFT VAN
Mr. C. BEEKENKAMP
Heden is tot doctor in de rechtswetenschap
aan de rijksuniversileit te Leiden op gezag
van den Rector-maguificus Dr. J. J.
BI a n k s m a gepromoveerd Cornells
Beekenkamp, geboren te Benthuizen,
op een Proefschrift over „Bedrijfsorganisa
tie', van anti revolutionair standpunt be-
,zien, vergezeld van eenige actueele stellin
gen.'(Het proefschrift is uitgegeven door J.
H. Kok N.V. te Kampen.)
De opdracht is weemoedig en aandoenlijk
tegelijk: Aan de nagedachtenis van den ont
slapen Vader, die naar óns kortzichtig
oordeel te vroeg aan zijn gezin, aan ons
Christelijk volksdeel en aan ons land ont
viel; en vervolgens aan twee vrouwen,
schrijvers Moeder en zijn aanstaande Vrouw.
De jonge doctor is niet vreemd aan ons
blad; hij heeft eenigen tijd in ons midden
gearbeid; ook zijn tegenwoordige arbeid aan
het Kuyperhuis gaat niet buiten de jóurna
listiek om; maar het is niet de collegiali
teit, welke ons leidde bij het vormen van
jons gunstig oordeel over dit proefschrift; het
is de innerlijke waarde van het werk zelf.
Menig proefschrift schijnt alleen geschre
ven om den auteur de eervolle doctorstitel
1' te bezorgen en hc gevolg is dan ook, dat
hel even"glanst in de schittering der promo
tie tusschen de entourage van getabberden,
hoogwaardighcidsbekleeders en aanzienlijke
belangstellenden; doch dat het al spoedig in
de sloffige hoek der vergetelheid geraakt,
omdat het de ziel niet aangreep en het le-
^ven niet peilde.
Naar onze meening staat het met dit proel
schrift ènders en beter. Het is in de eerste
plaats de schrijver deed een gelukkige
greep hoogst actueel. Zeker, op dit oogen-
blik, vandaag den dag, vraagt de crisis en
haar oplossing grooter belangstelling dan
bedrijfsorganisatie; doch deze blijft aan de
orde en zij clringt zich weer naar voren, zoo
dra normaler tijden aanbreken; ja, dan
vooral. Men kan het vraagstuk nu even
terugwijzen, maar straks staat het weer voor
ons en dén moeten we er antwoord op kun
nen geven.
Daarom is het verschijnen van dit proef
schrift nü zoo juist op tijd. De toepassing
Vkan nog wachten; de overweging niet En
daarom valt in de tweede plaats de ern
4 b t i g e studie te waardeeren.
De schrijver heeft de historische lijn ge
grepen en houdt die stevig vast Het histo
i risch fundament ligt hecht onder zijn voe
ten en daarbij heeft hij niet minder gebruik
gemaakt van de praktische inzichten derge-
nen, die midden in dit vraagstuk staan, dan
van de thcoretisch-wetenschappelijke be
schouwingen. Zoo alleen was het mogelijk
vit een breede basis te leggen, waarop voort te
bouwen was; de goede lijn te grijpen, maar
•JZ ook voort te zetten; niet angstvallig te vra
gen of het bij de uitzetting al of niet een
ietsje lijden kon, doch forsch voort te wer
ken aan de gedachten, door groote denkers
0-14 geopenbaard.
Bizondere beteekenis (dit in 't voorbij
gaan) heeft daarbij het feit, dat in deze stu
die, welke van politiek-sociale beteekenis is,
gezocht is naar de gemeenschappelijke gees
telijke grondslagen, zooals die door Kuyper,
Lohman, Talma èn de Paus in zijn laatste
cncvcliek aanvaard en verdedigd worden.
Hierbij vooral komt zoo goed uit, dat de
schrijver het verstaan heeft, dat de ideeën
leven en doorwerken. Immers, al te graag
willen sommigen vasthouden aan de letter
lijke beteekenis van hetgeen Dr. Kuyper
sprak op het eerste Christelijke Sociale Con
gres (dat „een openbaring" was, zooals Dr.
Slotemaker de Bruine in zijn laatste werk
zegt), toen hij betoogde, dat de Overheid
moet beschermen en niet regelen. Want
toen reeds was Dr. Kuyper verder dan in
1879 en wist hij, dat de Overheid geroepen
~*"!kon zijn om ook ten deze het initiatief te
nemen, zoolang de maatschappelijke krach
ten te kort schieten.
Is het proefschrift derhalve actueel, omdat
iet vraagstuk aan de orde van de dag
is en (bij wijze van spreken) op de agenda
der Tweede Kamer staat; is het voorts rich
tinggevend, omdat het voortbouwt op sterke
en breede grondslagen; het is ook journalis
tiek uitnemend verzorgd.
n Zeg niet, dat zulks van slechts weinig be-
77; teekenis is. Proefschriften zijn in dit opzicht
lang niet altijd een juweel. De gewrongen
en gedrongen stijl, de. ingewikkelde zinscon
structies, de zware dreun der ouderwetsche
taalvormen maakt het lezen vaak tot een
drukkende plicht
Hier, gelukkig, niets van dat alles. Het is
hier vaak als het aanstormen van de lichte
cavallerie, die zonder moeite allerlei hinder
nissen neemt; of ook van den veerkrachtiger!
wandelaar, als Asahel licht op zijn voeten,
Mr. Dr. C. BEEKENKAMP
Do rijke inhoud
Gelijk gezegd, van dit boek is men met
één keer lezen en dan nog wel vluchtig,
zooals ons deel is niet af. We zullen er
dan ook nog wel eens op terugkomen. Maar
we mogen toch nu reeds met een paar trek
ken aangeven, welke logische lijn gevolgd is.
De allereerste grondstelling, welke feitelijk
door heel de beschouwing vastgehouden
wordt, is in de inliciding zoo treffend juist
geteekend: de geweldige gedachte der we
reldorganisatie is niet van menschclijke vin
ding; ze is zoo oud als de wereld zelf, wan'
de auteur van Genesis heeft reeds verhaald
van de schepping door God uit ééncn bloede.
Geen wonder daarom, dat de organische ge
dachte telkens doorbrak in de geschiedenis
en sympathie vond bij geloovigen en onge
loovigen: ze trekt ons aan, omdat ze in haai
diepste wezen een goddelijke gedachte is.
De maatschappij is een organisme en moet
dus organen hebben. Maar ze is een
ziek organisme. Er is veel, dat niet goed
functioneert; er groeit vaak was scheef; de
groei wordt meermalen belemmerd.
Ja, maar die ziekte is gevolg van de zonde
en dus kan ieder wèl vragen naar organisa
tie, naar „bedrijfsorganisatie" ook; maar de
oplossing, de toepssing zal op zeer onder
scheiden wijze gezocht worden. En hei
spreekt dus vanzelf, dat de schrijver na een
historisch onderzoek, dat loopt tot 1798, het
einde van het Gildewe.zen; een beschouwing
geeft over de ontwikkeling der Christelijk
sociale gedachte, maar ook over wat daar
tegen ingebracht werd; daarop dan laat vol
gen, wat praktisch verwezenlijkt werd; om
ten slotte te spreken over het wetsontwerp-
Verschuur en de vraag te beantwoorden, hoe
men van anti-rev. zijde dit vraagstuk be
hoort te zien en verder tot ontwikkeling
moet trachten te brengen.
Als deugd noemen wij hier weer, dat het
negatieve, de bestrijding veel minder de aan
dacht vraagt dan het opbouwende, het posi
tieve; want dat is het vooral, wat we noodig
hebben.
Dat als basis voor de beantwoording van
de vraag „Wat nu", genomen wordt de al
dus getitelde laatste Deputatenredc van Dr.
Kuyper in 1918, is een zeer gelukkige ge
dachte.
De schrijver legt er het zou niet passen
in het verband niet de nadruk op, dat
deze op 2 Mei 1918 door den heer Idcnburg
voorgelezen rede als steeds op de ontwikke
ling der verhoudingen vooruitliep (de S. D.
A. P. importeerde later in dit jaar haar
verlangens!); maar stelt nadrukkelijk vast,
dat Dr. Kuyper hiermee een nieuw tijdvak
inluidde: de oplossing van de schoolstrijd is
nagenoeg gevonden; thans vraagt het sociale
arbeidersbelang onze volle aandacht.
In een noot wordt er dan op gewezen, dat
Dr. Kuyper ernstig aandrong op het instel
len van een „raad van advies" om anti-rev.
partij en vakverbond van voorlichting te die
nen; doch de schrijver is tot de teleurstel
lende wetenschap gekomen, dat deze wensch
nog steeds niet in vervulling is gegaan.
De verwerping van allerlei dwaalleer
wordt samengevat in deze drie. breedvoerig
toegelichte stellingen: Geen Manchcsterdoin
(zeer terecht wordt de Staatk. Geref. Partij
hier in één adem met het economisch libera
lisme genoemd); geen Marxisme, in welke
vorm ook, want altijd offert het de persoon
lijkheid op; en ten derde, geen fascisme,
want dit vertoont een staatsabsolutistisch
karakter.
Wat we noodig hebben is een samenleving,
welke God als den Schepper van alle leven
erkent; ook van de afzonderlijke levenskrin
gen. Want: „waarachtige liefde tot God en
den naas'e en dat is toch het hoogste go-
bod der Christelijke religie impliceert eer
biediging van de gegroeide verhoudingen."
Zoo komt de schrijver tot de anti-rev. op
vatting dat „aan de overheid de taak is
opgelegd, om hij botsing tusschen kring en
kring over en weer de eerbiediging van elks
grenzen af te dwingen".
Doch, dit niet allpen. Naar Kuypers woord
in 1919 reeds geschreven, is genoegzaam ge
bleken, dat hot particulier initiatief onvol
doende is. En aangezien er aan de chaoti
sche toestanden, waarin wij verkeeren, „geen
einde komen kan dan door wettelijke rege
ling en handhaving van die regeling dooi
overheidsmacht, moeien wij, misschien we)
nolens volens, die knnt uit. De klassenstrijd
zal steeds feller worden en de maatschappe
lijke ondergang gewisser, „zoolang de over
heid ten deze haar roeping niet verstaat en
nalaat, een we telijke organisatie van het be
drijf in het leven te roepon".
Deze wensch van Dr. Kuyper kan aanvan
kelijke vervulling vinden, als het wetsont
werp-Verschuur wet wordt; „want dan zal
er een bedrijfsorgaan in 't leven geroepen
kunnen worden in die dcelen van de maat
schappij, die rijp zijn voor de organische ge
dachte en waarin de solidariteitsidee tast
baar geworden is".
Moge dit gedegen proefschrift aan de
Christelijke opbouw van onze samenleving
dienstbaar zijn.
Den jongen doctor heill
STELLINGEN
Verdedigd door Mr. 0. Beekenkamp
Van de markante Stellingen, welke Mr
Beekenkamp lieden bij zijn promotie tot dor
tor in de rech'swetenschap heeft verdedigd,
nemen we enkele op:
I.
Het K. B. van 9 Juli 1931, No. 147, waar
hij goedkeuring wordt verleend aan de bp-
sluiten der Prov. Staten van Zuid-Holland
dd. 17 Juni 1930 tot wijziging van eenige
reglementen van waterschappen cn polders
op IJssclmondc, houdt onvoldoende rekening
me» het onderscheid tusschen publiek en
privaat recht
II.
Het streven naar de staatkundige eenheid
van Heerenveen is een onvoldoend motie'
om de gemeente Aengwirden op te heffen.
De meening, door De Savornin Lohman go
huldigd, dat Ijet de Kamer is, die interpel
leert, moet onjuist geacht worden.
In plaats van „Staat" behoorde in de arti
kelen 1, 116, 118, 120, 123, 124 en 127 der
Ambtenarenwet 1929 te worden gelezen
„Rijk".
V.
Wanneer een kiesvereeniging van de door
haar gestelde candidaten de verklaring
vraagt, dat deze, zoo ze met voorkeurstem
men worden gekozen, voor de benoeming
zullen bedanken, handelt zij in strijd met
den geest van de Kieswet
VII.
Massale gratieverleening bij K. B. is in
strijd met de bedoeling van art 68 van de
Grondwet
Art. 183 van het ontwerp-Donner betreffen
de het huwelijksvermogensrecht is om ver
schillende redenen onaannemelijk.
Xfl.
De bepaling in een gemeenteverordening,
die aan dé ingezetenen de verplichting op-
légt hun woningen op een waterleiding aan
te sluiten, is niet in strijd met art 1356 en
1357 van het Burg. Wetboek.
XIII.
De tegenwoordige omvang en groote mate
van zelfstandigehid van vele overheidsbedrij
ven maakt het wenschelijk om de controle
en het toezicht op die bedrijven op te dra
gen aan commissies of raden, welke:
1. na gepleegd overleg met de organisaties
der gebruikers zijn gekozen, en
2. zijn toegerust met zoodanige bevoegd
heden en zoodanig technisch geschoold
personeel, dat zij zelfstandig de bedrijfs-
geste kunnen beoordeelen.
XIV.
Voor de opvatting, dat in ons land bij een
andere verdeeling van het nationale bezit
onder de verschillende bevolkingsgroepen
een voor den arbeider gunstiger financieele
positie zou ontstaan, is geen redelijke grond
aanwezig.
ADJUNCT-INSPECTEUR WERK
VERSCHAFFING
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft benoemd tot adjunct-inspecteur voor
de werkverschaffing den heer J. B. V. M.
J. v a n de Mortel, burgemeester der ge
meente Noordwijk. Het ressort van deze ni-
spec ie wordt gevormd door de gemeenten
welke liggen in Zuid-Holland boven de
spoorlijn Den HaagGoudagrens provin
cie Utrecht en in Noord-Holland beneden
de spoorlijn HaarlemAmsterdam. Ook liet
Gooi behoort tot dit ressort.
NED. HERV. KERK.
roepen: Te Ouderkerk a. d. IJsspI, K.
n den Berg te Amersfoort. Te Kampen
(vac.-A. van der Kooij), W. Deur te Schoon-
hoven. Te Emmercompascuum, J. van der
Heide te Hindeloopen. Te Kooter., J. N. 1
Sevenster te Bergum. Te Almkerk, G. J.
Sanders te Ee (Fr.).
d a n k t: Voor Driesum, H. Bout te j
Leerbroek.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Opheusden, M. Heikoop te
Utrecht. i
CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST
De heer P h. J. H u y s e r, cand. aan de
Theol. School te Kampen, is door de classis
Assen der Geref. Kerk praeparatoir geëxami
neerd en beroepbaar verklaard. De heer Huy-
Eor zal een eventueel beroep terstond in
overweging nemen. Zyn adres is Venestraat 1,
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
Ds. C. L. Tuinstra, Ned. Herv. pre
dikant te Lemele (O.), die voornemens is 14
Februari a.s. van zjjn tegenwoordige ge- j
meente afscheid te nemen om 21 Febr. d.a.v. I
zich te verbinden aan de gemeente te Terwin-
celen (L.), zal alsdan worden bevestigd door
Ds. D. Tromp van Zandvoort.
Ds. H. H. VAN AMEIDE.
Naar wy vernémen, wenscht Ds. H. H. van
Ameide, predikant der Ned. Hervormde Ge
meente te Ouddorp, die dezer dagen gedurende
25 jaren in het ambt zal hebben gestaan, niet
te jubileeren. Zyn veriangen is, dat deze dag
onopgemerkt zal voorbijgaan.
EMERITAAT.
Ds. J. v. d. S1 u i s, Geref. predikant te
Ouderkerk a. d. lJssel, ontving op zyn ver
zoek van de classis Gouda in haar vergade
ring van Dinsdag 1.1. met ingang van 1 Maart
t.. eervol emeritaat.
KERKELIJKE KWESTIE TE BIEZEL1NGE.
Dezer dagen is gemeld, dat de Kerkeraad
der Ned. Hervormde Gemeente te Biezelinge
door het Classicaal Bestuur van Goes zou zijn
afgezet. Naar ons van goed ingelichte zijde
wordt medegedeeld, is dit niet geheel juist.
Een afzetting heeft niet plaats gehad. Daar
toe is het C'assicaal Bestuur ook niet bevoegd
Wel is bedoelde Kerkeraad, bestaande uit drie
ouderlingen en drie diakenen, geschorst.
Deze schorsing houdt geen verband met het
vrouwenkiesrecht, zooals te St. Annaland,
maar is het gevolg van reeds zes jaar lang
hangende kwesties.
Er is n.l. een groot deel van de Gemeente,
,t weer graag een eigen predikant zou heb
ben. Maar alle pogingen om daartoe te gera
ken, stuitten af op den onwil van Kerkvoogdij,
die den ligger niet wil teckenen en niet wil
aansluiten bij den Raad van Beheer, en van
den Kerkeraad, die zich unaniem stelt aan
den kant der Kerkvoogdij.
Wel is getracht een tyd lang de pastorie
te doen bewonen door een godsdienstonder
wijzer, maar daarvan heeft men niet veel
p'ezier beleefd.
Vorig jaar is door een groot deel van de
Gemeente aan den Kerkeraad een adres ge
zonden, waarin verzocht werd pogingen m het
werk te stellen, om weer een eigen 1 eeraar te
verkrijgen. Op dit adres hebben Kerkeraad en
Kerkvoogdy geantwoord met een circulaire,
die in de Gemeente is verspreid, en waarin
alle schuld van den herderloozen toestand
werd geschoven op de hoogere Besturen.
De inhoud en de bewoordingen van deze
circu'aire waren oorzaak, dat het Classicaal
Bestuur den Kerkeraad ter verantwoording
riep. De Kerkeraad gaf echter op de daartoe
gezonden brieven geen antwoord.
Toen heeft het Classicaal Bestuur den Ker
keraad (tegen de Kerkvoogdij kan het niet
optreden) tegen Woensdag 20 Januari j.L ter
vergadering geroepen. Daaraan is gevolg ge
geven, maar de langdurige besprekingen
mochten geen resultaat hebben. De Kerkeraad
bleef op zyn standpunt staan en weigerde me
dewerking by het beroepingswerk en tot het
intrekken der circulaire.
Toen is de schorsing door het Classicaal
Bestuur gevolgd. Zooals bekend, is er in zulk
een geval veertien dagen tyd voor de ge
schorsten om in hooger beroep te gaan. Gedu
rende dezen termijn wordt de schorsing geacht
niet van kracht te zyn. Maar reeds Zondag j.l.
was niemand van den Kerkeraad ter kerk.
Wordt niet in hooger beroep gegaan, of
blijft de schorsing in hooger beroep van
kracht, dan zal het Classicaal Bestuur doen
wat des Kerkeraads is, maar in de rechten
van de Kerkvoogdij treden kan het Classicaal
Bestuur niet, zoodat men met het beroepings
werk niet verder kan komen.
GEESTELIJKE ARBEID IN DEN
WIERINGERMEERPOLDER.
Ds. D. Hoek te Enkhuizen deputaat van
wege de Generale Synode der Geref. Kerken
voor de geestelijke arbeid bij de Zuiderzee
werken, zendt ons een schry'ven, waaraan we
het volgende ontleenien:
Laatst van October werd by Sluis I een
arbeiderswoning, welwillend door het Ryk
Tegen roofe handen «jj*;
innoie huidskleur gebruikt uien het best de sneen-
.ichtig witte Crème Leodor. die revens een uitste-
i-cii ion undein voor poeder vormt. De verkoelende
en geneeskrachtige werking treedt in liet bijzonder
's winters aan den dag, wanneer de handen en liet
gezicht als gevolg van de koude zeer rood gewor
den zijn. Ook bij een tceie en opengebarsten huid,
iu het bijzonder echter bij de nnnnnyonnme
jenkprikkellng der Im d. bewijst Uc cieme uus.e-
feende diensten, in al die gevallen legt men deze in
een dun laagje op, hetgeen men verschillende ma'en
per dag herhaalt, 's avonds in een d-ltker laagje. De
lang aanhoudende geur van deze crème lijkt op een
ria.iwfrisch gepluklcn voo jaarsrniker van mei
klokjes, viooltjot cn seringen, zonder den bcruchlcn
geur van muskus, waarvan de d-flige wereld een
afschuw heelt. - I.codor verkoelende crème, roode
verpakking; Leodm vette crème, blauwe verpak
king. De werking wordt nog vciboogd door
Leod o r - E d e I z ee p. Beneden de prijzen van
voor den oorlog! In alle zakeu veikrijgbaai, die
Chlorodout vorkoopen.
afgestaan in gebruik genomen als recreatie
zaal en als plaats der prediking.
Nu hadden dan ook de Gereformeerden,
aldus merkt Ds. Hoek op, een plekske voor
het hol van hun voet.
Verleden jaar oordeelden deputaten, dat het
beter was met het oprichter van een eigen
gebouw nog even te wachten. Nu, op hun
vergadering van 15 Januari waren zij unaniem
meening, dat bouw urgent was en dat
uitstel ongeoorloofd zou zyn.
Zoo werd besloten, een recreatiegebouw te
zetten, dat in de eerste jaren ook voor kerk
gebouw dienst zal kunnen doen. Weldra zal de
eerste steen worden gelegd, waartoe op uit-
noodiging Z. Exc. Dr. H. Colijn zich in begin
sel bereid verklaarde.
Naar overtuiging van deputaten zal binnen
ifzienbaren tijd daar voor de geestelijke
arbeid iemand tewerk gesteld moeten worden
Dit blyve echter thans nog even rusten.
160 plaatsen zal hebben, kunnen echter niet
De kosten voor dit gebouw, dat ongeveer
komen uit de gewone collecten en giften
de kerken. Er moet worden gezorgd voor het
werk te Wieringen, te Kolhorn. te Breezand
wellicht ook weer te Medemblik.
Voorts moet de rekening met het Alge-
een Gereformeerd Zuiderzee-Comité binnen
drie jaren vereffend. Dit vraagt jaarlijks on
geveer f 2000.
Daarom hebben deputaten een bouwcom
missie benoemd waarin zitting hebben Ds.
Donner van Broek op Lnngcndiik. Ds. Hoek,
van Enkhuizen en cand. J. L. Wieünga. Pen
ningmeester is Ds. Hoek. (Niet te verwarren
met den heer H. Tromp te Harderwijk, die
quaestor is van deputaten en op wiens giro-
44626 de gewone collecten en giften moe
ten worden gestort.)
Ds. Hoek verzoekt nu gelden voor deze
bouw by Sluis T hem te willen doen toekomen.
Kleine en groote giften zijn welkom. Het
gironummer van Ds. Hoek is 41337. Ver
antwoording der giften zal geschieden in de
pers. Weldra zal de benoodigde som by be
nadering worden opgeceven.
Tenslotte doet D6. Hoek de Idee aan de
band, om de garantiebewijzen die indertijd
zyn gegeven aan bet Algemeen Geref. Zuider-
zee-comïté en die bij de getroffen overeen
komst tenvolle worden gerestitueerd, te
schenken voor dit doel en dus van restitutie
afstand te doen.
GEREF. MANNENVEREENIGÏNGEN.
Te Bergen op Zoom en te West-
aan werden Geref. Mannenvereenigingen
opgericht, weTce zich aanstonds aansloten bij
den Bond van G. M. V. in Nederland.
Ih.MÓ I
16.20 X
16.30 1
16.55 1
ZATERDAG, 30 JANUARI
Izen K.R.O.; Gramofoonmuziek
Iversum V.A.K.A.: '.liHmofooumuziek
l z e n K.K.O.: K.K.O.-trio
1 u Q cl b u i k: SlrljkuiKent
Iversum V.A.R.A.: Vu i a-septet
1 z e n K.K.O.K.R.O.-sextet
ngenberg; Concert
ven try: Concert
nignwudei li u u s e n: Concert
izen K.R.O.: Grumofooiimuzlek
Iversum V.A.R.A.: Kinderkoor
lundborg: Omroep-Harmonie-Or-
iversum V.A.R.A.: Amsterdamsen
sten Kwintet
1 z f n K.U.O.: Crumofoonmuzlek
nden R.: Concert
ngenberg: Concert
Iversum V.A.R.A.: Concert
20 35 K a 1 U
Dr J. Pyl: „Ge-
i K.R.O.: Journalistiek weeko'
18.40 Hulzen K.R.O.: Esperanto-cursue
19 45 Huizen K.R.O.- Sportpraaatje
20.45 Hilversum V.A.R.A.: BIJ de pomp
10.00 Hilversum V.P.R.O.: Morgenwijding
Kinderuurtjes e nI
14.80 Halten K.R.O.Kinderuurtje
Politie- en Ftrioerlcbtt:
12.00 Hulzen K.R.O.: Politieberichten
19 30 Hulzen K.R.O.: Politieberichten
21 15 Hui/, en K.P I. PersberU-hten
22.40 Hilversum V.A.R.A.: Persberichten
Dr. Alb. C. Kruyt, die als zende'ing
onder de Toradja's in Possó (Midden-Celebes)
arbeidt, hoopt in Februari a.s. zyn 40-jarige
werkzaamheid aldaar te berdenken en daarna
te repatriceren.
Op 16 Juli 1890 werd door het Ned. Zende
ling-Gen. besloten den 21-jarigen Kruyt (zoon
vnn zendeling J. Kruyt te Modjowarno) naar
Posso uit te zenden. Hy leerde er de taal en
de zeden, wist vertrouwen te winnen. Na 13
jaren lang geen zichtbare vrucht geoogst te
hebben, bleek dat de grondslagen van het hei
dendom door zyn prediking ondermijnd waren
en langs den weg der persoonlijke overtuiging
ging het volk der Toradja's in menigte tot het
Christendom over. Ky had medewerking van
zyn vrouw, mevr. Kruyt-Moulijn en later van
Dr. N. Adriani en mevr. Adriani-Gunning. De
leiding der kweekschool te Pendolo droeg hij
aan zyn zoon J. Kruyt over, ging zelf nu paa
nog in de berglandschappen werken en zette
do Bijbelvertaling van wijlen Dr. N. Adriani
voert. De Utrechtsche Universiteit bevorder
de hem honoris causa tot Doctor in de God
geleerdheid. De Regcering benoemde hem
cent tot ridder, later tot officier in de Orde
van Oranje Nassau.
Met Dr Adriani schreef hij een standaard
werk over de Toradja's en verder gaf hy tal
van kleine boekjes en artikelen in het licht.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest deelt
mede, dat over 1931 op het geraamd bedrag
f 1.048.000, dat benoodigd was voor het werk
der Samenwerkende Zendingscorporaties, on
geveer f 100.000 te weinig werd ontvangen.
NIEUWE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
PI
L4iM
pigL
pf|Mx
'vil»
23. Ik floot 'ns eventjes tusschen mijn
tanden en keek rond. Ha, jongens, daar zag
j ik 'n paar fijne lange drooglatten. Met veel
I moeite wist ik ze overeind te werken, zette
ze schuin tegen den muur en toen kon
j Bibbersnoet zich er zoo langs naar beneden
laten glijden.
24. We maakten flink beenen, dat vat j®,
cn bleven doorhollen tot we een flink eind
uit de buurt waren. Toen kwamen we voor
een groot hek, van een groote-menschentuin.
„Kijk eens", riep Bibbersnoet, „hoe leuk!
Daar staat een poppenwagen niet een pop
er in!"
door WJERNY
XLIV
Wo kwamen in ons gesprek gevaarlijk
[dicht bij den rand eener verklaring; ik was
onder den indruk en had me laten mee
slepen. Ik moest me inspannen om me
sterk te houden en hem koel en zakelijk te
kunnen antwoorden, maar bet gelukte me.
Ik zei hem, dat ik zelfs Grisfoa op den
duur ni-eit. had kunnen binden. Dal ilk hoopte
ook voortaan kameraadschappelijk met
'8' hem te kunnen omgaan en dat deze omgang
e zeer gelukkig maakte.
Hij verklaarde, voonloopig volkomen te
vreden te zijn. Kortom, we gingen uiteen
ol6 vrienden, als menschen, die groote be
langstelling Ln eikaars lot hebben. Hij had
mij iets verteld van zich zelf, dat hij uit
8 a ra tof kwam en pas betrekkelijk kort iu
Moskou werkte in de financieele afdeelöng
van den oppersten econom:6Chen raad. Hij
was door de partij daarheen overgeplaatst,
nadat hij iu Sa ra tof nogal succes had ge
had met een financieele organisatie Dat
alles vertelde hij zonder ophef, alsof bet
hem in het geheel geen be langst el ling in
boezemde, dat hij zelf daarbij betrokken
was. De zaak zelf was blijkbaar aides voor
hem.
Wie weet, waartoe dit allre ziob ontwik
keld zou hebben, wanneer Zjoekofski's be
moeiingon bij de partij niet onverwacht tot
zekere 'resultaten hadden geleid. Ik werd
opeens hij het centrale comité ontboden,
wnnr men mijn „zaak" had onderzocht. Do
feiten spraken in mijn voordes'nu men.
na zooveel jaren op mijn uitstoiting uit de
gelederen terugkwam, was het lieed duide
lijk, dat daarbij persoonlijke intriges tegen
mij een groote rol hadden gespeeld. Om
trent mijn meeningsvereohillen met Grisha
vvos niets naar buiten uitgelekt en mijn i
scheiding van hem werd natuurlijk be I
schouwd als een gevolg van zijn verhou j
d>'ng tot Sonja. Zoo stond ik daar vrij we', t
„smetteloos".
Men liet doorschemeren, dat de mogelijk-
heid bestond, mij weer in de partij op te I
nemen ndet alleen, maar ook mijn staat
van diienst te herstellen zoodat Ik weer tot
de oude partijleden zou hooren, die in de
moeilijke jaren van den burgeroorlog wa
ren toegetreden. Zjoekofski had mij werke- j
lijk verzoend met de partij-opvattingen en
mij de overtuiging geschonken ,dat er ook!
plaats was voor menschen, met wat bree j
dere begrippen, die zich niet beperkten tot i
het zweren bij de wijsheden der hooge
bonzen. Daarnaast zou het mijn trots be I
vredigen, als ik geheel door mijn eigen'
kracht mijn positie herstelde en tegen o vei
Grisha kon toonen. dat ik daarvoor mei
van hem afhankelijk was.
Men zou echter geen directe beslissing
nemen, maar mijn activiteit op de proef
stellen. Voorloopig werd ik voor een paai i
maanden naar Saratof gestuurd, naar hel
platteland, waar ik zou moeten meewerken
in het organiseeren van den arbeid Ier
vrouwen en de daarmee verbonden oprich-
ting van kinderbewaarplaateen. Na afloop!
van den oogst en de grondbewerking voor'
het volgend jaar, 1930, mo?6t ik een rap
port indienen bij het partijbestuur over mijn
eigen werkzaamheden en over de gebreken,
die ik in de organisatie had ontdekt.
Deze nazomer en herfst, die ik grooten-
deels in de dorpen aan den Wolga-over
doorbracht, weren voor mij een openbaring
in velerlei opzicht
Nooit bad ik kunnen der''in, dat het le
ven der A-oercn zóó treurig was, nooit ook
had ik begrepen, dat die massa's op bet
platteland eigen gedachten hebben, een
eigen sfeer, geheel velschillend van hetgeen
de stedelingen en hot intellect vermoeien.
Welk een onbuigzame moed en fanatis
me moeten onze oude revolutionairen ge
had hebben, om in staat te zijn vrijwillig
de dorpen in te gaan, daar te ageeren tegen
de achterdocht en onwetendheid der boeren
massa. Deze achterdocht tegon alles, wat
van hoogerhand werd voorgeschreven, be
stond nog. De boeren waren echter murw
geworden, bang voor de verbanning, waar
aan zoo vele gezinnen ten offer waren ge
vallen. Hoezeer men het in zijn hart ook
oneens was met de maatregelen der regee-
nimg, niemand liet dut openlijk blijken. In
tegendeel, de meneohen trachtten werkelijk
datgene te doen, dat naar hun denkbeelden,
strookte met de verlangens der autoriteiten
Dezen maakten het menschen echter niet
gemakkelijk, want de meest tegenstrijdige
bevelen volgden elkaar onophoudelijk op
In het begin van 1929 waren alle men
eohen in collectieve bedrijven gejaagd; een
paar maanden later echter, heette het plot-
selling, dat de collectivisatie niet noodig
was in het dorp. Dat het tempo vertraagd
was. begreep men ndet; voor de meesten
bedoekende het een toetreden tot een orga
nisatie, waarvan ze de bedoeling ndet be
grepen, dde ze later weer verlieten.
De plaatselijke leiders wisten geen ant
woord te geven op de vragen der menschen
wat nu precies gedaan moest worden en
velen gingen zoo'n beetje hun eigen gang.
'k werd overal bestormd met vragen over
kleinigheden en hoewel ik me vrij goed op
de hoogte had gesteld van de wettelijke
voorschriften, bleek me spoedig, dat deg?
zeer onvolledig en in der haast waren op
gesteld, zoodat de locale bestuurders feit"'
lijk zelf over olie kwesties moeten brslis
6en, hetgeen het beeld nog bonter maakte.
Ik was niet gesneden uit het hout, waar
uit men bij ons de organisatoren samen
stelt. De taak, die iemand wordt opgelegd,
is altijd zoo groot, dat men het zelf niel
kan uitvoeren, zoodat men zulks aan on
deren moet overlaten. Onze organisatoren
moeten in staat zijn goed te kunnen praten
en mooie grafische voorstellingen te maken
over hetgeen zij hebben tot stand gebracht
Ik kon me doartoe niet beperken. Mij trok
het lot der menschen, die ük moest helpen,
te veel aan. Ik probeerde werkelijk aeilf de
kimderbewaarplaatsen te helpen inrichten
cn zoodoende de vrouwen in de gelegenheid
te stellen in de drukke tijden op het land
te werken. Maar daarbij stuitte ik op ontel
bare moeilijkheden: m het eene dorp was
geen geschokte woning daarvoor beschik
baar, in het andere was het dorpsbestuur
totaal onwillig om mede te werken en ook
maar het eenvoudigste meubilair te helpen
verzamelen. Zij verwezen naar het bestuur
van het collectieve bedrijf. Onophoudelijk
stuitte ik op dien onderlingen na ij er, dia
zeer goed te begrijpen was, daar de functies
van de verschillende besturen volstrekt
niet omschreven waren en de een jaloïrsch
was op de bevoegdheden van den ander. Ik
werkte ontzettend hard, vond hier cn daar
vrouwen, die bereid waren met mij te wer
ken en bereikte dan iets, al was het onvol-
ledig en onbevredigend voor mijzelf. Op
verschillende plaatsen echter leed ik vo'-
strekt fiasco De vrouwen be luidden me,
dat ze deze zaak wel onder elkaar zouden
regelen, door de kinderen beurtelings bii
pen der vrouwen onder te brengen, die
dien dag miet naar het veld gingen en dot
ze daarvoor geen dame uit de stad noodig
hadden, F.r Tieerechte ren sterk wantrou
wen in de onbaatzuchtigheid van mijn he-
doelingen, men vermoedde, daf ik de kin
deren wilde he®nvloedon en tegen de mteera»
opzetten, dat ik ze over wilde halen om tot
een der roode kinderorganisaties toe te tre
den.
Zoo reisde ik van het eene dorp naar het
andere op eenvoudige boerenwagens, ver
brand door de zon, bedekt met stof. Daar
tegen had ik heelemaal geen bezwaar. Ik
genoot van de vrije natuur, van do uitge
strektheid der steppen, van zon en wind
Wat mij neerdrukte, was het gevoel /.m
stille vijandschap, dat ik bijna overal out
moette, al werd het meestal niet openlijk
geuit; haast niemand nam aan, dat ik mei
goede bedoelingen kwam, men beschouwde
mij als één der lastposten, dde door de ste
den werden gestuurd om te spionneeren.
om de boeren te dwingen tot datgene, wat
zijzelf niet wilden, kortom als een van de
parasieten, die op kosten van de boeren
leven en hen bovendien bevelen. Kr waren
maar al te velen, die deze haat ten volle
verdienden door hun hooghartig en beve
lend optreden, zond-er eenig landbouw kun
dig inzicht; hetgeen de boeren tot wanhoop
bracht en herhaaldelijk aanleiding gaf tot
mishandeling, ja znlfs moord.
Wat door overtuigingskracht en door het
voorbeeld van hard werken bereikt kon
worden, dat bereikte ik, al was dat niet veei
Ik duizelde in dde dagen vaak van de
eroofschheid der plannen, dde men koester
de en ergerde me nog meer dan vroeg*r
aan de oppervlakkigheid dor leadens, dia,
met een paar c'ifers goochelden en v«r-1
klaarden, dat alles prachtig ging. Beseften
zij dvin niet, dat het boerenleven totaal ver-
anderd zou moeten worden, wan nee* ook'
maar een deol van hun plannen zouden
slagen? En vooral, hoe langhart ie was liet!
steeds maar te sob-olden over sabotage on j
tegen werking, wanneer misluk kin-gen n-n!
het licht kwamen, terwijl d-° schuld bijna
iiirfsMi'tand lag hij de absoluut nnvoVtaon 'a
en onzaakkundige voorbereiding d<v>r de
regeerders zelf. Ik was werkelijk verbaasd
over de bereidwilligheid der boeren om
mede te. .verken tot iets aieuws, tenmkirde
wanneer ze wisten, wat dot nieuwe ewcu-
iijk beteekende en wanneer ze de overtui
ging hadden, dat onder de nieuwe verii< u-
dingen het tenxninste mogelijk was te leven
Maar wanneer ik met groote moeite e-.-n
ki-n-derbewaarplaats had georganiseerd, e^n
belangrijk aantal vrouwen hun kinderen
laarheen hadden gebracht, wanneer er vol-
1 oen de voedse' voor de kleinen was en deze
min of meer dragelijk opgeborgen waren,
hoe vaak kwam het dan miet voor, dat do
moed eis na eenige uren morrend terug
kwa-mon om hun kinderen te halen, omdat
op het veld voor hen gren werk was u j-
gene de 6l-echte organisatie van de veld
arbeid Dan moest ik weer nanr het kulclio-
zenbestuur toe. naar het sowjet b.-etuur,
meestal bleek dan, dat men heeleniaol niet
wist, hoe de veldarbeid eiacnlijk precn-s
was geregedd; dan keek men mij met leed®
oogen aan, beschouwde mij a's ren indring
ster, die zich bemoeide met zaken die hoar
xviets aangingen.
Het was een werk rijk aan t e'en retell tn-
gen, maar het gaf mij een begrip van onze
boeren, dat ik tot dien tijd feitelijk votko-
men had gemist. Ik kon mijn taak ecVec
nret ten einde broneen. daar ik in October
riek werd. Eerst weet ik bet aan overepin-
n-ng en oververmoeidheid, maar in Sar-ifof
constateerde de dokter, dat ik dysenterie
had en in het ziekenhu-is mo^st worden op
genomen. Gelukkig was het gren a! te he
vige aanval en na ren maand liggen ws
ik zoover, dat ik in bed mocht zitten en
aan mijn rapporten kon worken. Zoodo-n-
rle had ik teiecn December, toen ik naar
Moskou terug kon gnan, mijn werk min of
meer afgesloten.