NATUREL REEPEN BïOCiTïN Ontwapening en de Ontwapenings conferentie O NIEUW /Groot Model" VRIJDAG 22 JANUARI 1932 EERSTE BLAD PAG. 3 HET ONTWERP VERDRAG Een groote vooruitgang vergeleken met 1899 en 1907 HEEL DE WERELD TIJGT TER CONFERENTIE Van 1926 tot 1929. In 1926 kwam de voorbereidende commis- missie, de Commissie-Loudon, voor liet eerst bijeen, zonder dat zij in twee langdurige zittingen veel resultaat bereikte. Tooli liet de Assemblée niet na om in datzelfde jaar erop aan te dringen, dat de Ontwapeningsconferentie zoo moge lijk nog in 1927 zou worden bijeengeroepen Een nieuwe, door de Commissie-Loudon ge houden zitting, maakte dit wegens totaal gebrek aan resultaten vrijwel onmogelijk, en zulks te meer toen de Vlootconferentie tusschen Amerika. Engeland en Japan, te Genéve bijeengeroepen, tot oen totale mis lukking werd Niet anders kon de Assem blée van 1927 dan ook doen dan opnieuw op spoed aandringen en de instelling van do mmissie-Benesj aanbevelen. Opnieuw in 1928 kwam de Commissie- Loudon twee keeren bijeen, maar terwijl de samenkomst der Cnmmissie-Benesj leidde tot do voorbereiding der Algemeene Akte van Arbitrag. kon zij weinig totstand brengen Eerst in 1929 verkreeg bet ontwem vHw1-' door de Commissie-Loudon opgesteld, al thans eenigen vorm. schoon belangrijke dis cu-siën. in het bijzonder terzake van de be perking der geoefende reserves en de dl rerte vermindering door beperking van manschappn en materieel, in den r"<r«l negatief resultaat leidden. Het is voorzeker aan den blijvendon aandrang van de Assem blée zoowel van 1929 als 10"0 te Ho-k—- tenslotte de Ommissie-Loudon, in de winter maanden 1939 opnieuw samengekomen, haar beraadslagingen beëindigde, haar rapport met ontwerp aan den Rand vnnrlegd" daarop oiieeveer een jaar geleden, als da- Dnr de hijoenkomst der Ontwapenings conferentie 2 Fehruari bepaalde De gang van zaken in do Commissie-Lou don kan niet hopnald dienen tot optimisti sche voorspellingen voor den gang van za ken op de Ontwapeningsconferentie. De ver schillen van meening. in den betrekkelijk kleinen, maar toch waarlijk niet al te klei nnn kring der Commissie gohlekon. zullen zich op de Ontwapeningsconferentie, die een buitengewoon gronten omvang heeft, stellig en in vermoedelijk schemer vorm v>orK.->i~n Aan den anderen kant heeft de Commissie- Loudon er top medegewerkt, dat het laatste ie van geduld, in de oppr»bnr° meonm- volkeren aanwezig, ia opgeslonken, zoo wellicht de Ontwapen inescon'erent'e zelve de les zal verstaan, die daaruit maar al te gemakkbijk kan worden geput. Geen zuiver ontwerpverdrag. Wanneer men snreekt van het ontwerp verdrag. door de Commissie-Loudon opge- itel'd, dat den grondslag zal vormen van de Ontwapeningsconferentie, drukt men zich niet geheel juist uit. Want het is niet iver ontwerpverdrag, dat zij heeft op- rest old. doch meer het schema van een ver ing. Immers, in een ontwnpenlngsverdrng lehooren cijfers en d;ita en deze ontbreken nenmale in het ontwerp. Met opzet De Commissie heeft het niet tot haar taak ;eacht, vooral niet, waar z'i niter--.-'' -hts eem beperkt aantal landon omvat, jfers voor te stellen. Maar bovendien: ter i in den aanvang de vraag bestudeer ie welke maatstaven aan de bewapeningen ?rschillende landen muden kunnen srorden aangelegd en hoe deze zouden kun- n worden vergeleken, is zij tot de con- II stond in ons blad van 15 Jan. clusie gekomen, dat elk eritirium. als vroe ger gezocht in de lengie van de grenzen, de bevolking, de hoeveelheid grondstoffen of wat ook, niet voor Verwerking in een ver drag vatbaar is. Zoodoende heeft men aanvaard het stand punt, dat elke Regeerlng zolve tijdens do conferentie mei c ncrete cijfers voor haar bewapeningen zal moeten komen, gegrond op ovenvepingen van veiligheid voor het eigen land en dat dan door gemecnschappe lijk overleg tusschen de partijen ter con ferentie de maximumcljfcrs voor ieder land zullen worden vastgesteld. Daartoe dienen de tabellen, die in ruime mate aan de artl- j kelen van het ontwerpverdrag zijn verbon- j den, en die de bestudeering er van moei- j Iijker maken dan zij in werkelijkheid is. j Deze omstandigheid, die velen tot dusver is ontgaan, verklaart ook waarom de Ont j wapeningseonferentie van zoo langen duur wordt geacht; verklaart tevens waarom zoo j talrijke delegaties naar Genève zullen gaan. Bij «ie voorbereidende beraadslagingen is ie mnigmaal gebleken hoezoer men aan de voorlichting van deskundign op bijkans elk gebied behoefte had. en. zijn eenmaal de on derhandelingen der Onwapeningsconferentie ni gang, dan zal men de medewerking dier deskundigen elk oogenbllk hebben in te roe- pen. Men zij echter anderzijds niet blind voor het feit, dat de aanwezigheid van een ontworpvordrag of schema reeds een groote vooruitgang beteekent op het verleden. Te 'sGravonhage in 1S99 en 1907 werd door de deskundigen met den meesten nadruk verzekerd, dat zulk een schema niet was te ontwerpen, en zie. thans i s het er. en aan de hand daarvan kan men arbeiden. In het schema, aan de Ontwapeningsconferentie voorgelegd, zijn de bepalingen van tweeërlei aard; voor sommige onderdeden wordt beoogd bepaal de maxima voor elk land vast te stellen, die niet mogen worden overschreden: andere bepalingen houden alleen in de verplichting tot het verschaffen aan den Volkenbond van gegevens. Hoofdzakelijk heeft het ontwerpverdrag op drie punten botrekking. Het betreft de effectieven, d.w.z. de sterkte van de man schappon; het materieel en de uitgaven. De sterkte der manschappen. Wat nu de sterkte dep manschappen be treft, de voorgestelde regelen zijn dezelfde voor land-, zee- en luchtmacht. Maar in alle drie de gevallen treffen zij ook alleen d>e z.g. vredeseffectieven, inbegrepen politie-corpsen en andere organisaties, dile zonder speciale maatregelen geschikt zijn tol gebruik voor militaire doeleinden. Zij sluiten dus de z.g.n. geoefende reserves, die bij mobilisatie on middellijk worden opgeroepen ter verster king van de onder de wapenen zijnde troe pen, buiten. Hot pleidooi, door verschillende delegaties, waaronder de Nederlandeche en de Üuitsohe, geleverd voor de noodzakelijk beid om ook de geoefende reserves in het ontwerp op te nemen, heeft geen vol doende meerderheid kunnen vinden. De tegenstanders stelden zich op het stand punt, dat door de geoefende reserves alleen zouden worden getroffen de officieele reser ves, doch niet' de niet-offioieele, maar niette min op geheel militairen voet ingerichte for maties. Het ontwerp-verdrag nu richt het zoodanig In, dat voor ieder land een maximum zal worden vastgesteld voor de gemiddelde sterkte per dag, een cijfer dus, dat voor landen met conscriptie afhankelijk is van het aantal manschappen der lichting en den duur van den oefeningstijd Bovendien zal voor ieder land een maximum worden ge steld voor den dienstplichttijd, inbegrepen de herhalingsoefeningen. Wel is de afschaf fing der conscriptie, die door Wilson en Smuts reeds in 1919 ter Vredesconferentie te Parijs werd voorgesteld, ter sprake geko men, maar men heeft er niet aan gedacht daarop in te gaan. Een punt van bespreking heeft de verdee ling van de strijdmacht tusschen Moeder land en Overzeesche gebieden uitgemaakt. Voor de strijdmachten ter zee maakt het ontwerp-verdrag in dit opzicht geen uitzon dering; te land en in de lucht worden afzon derlijk maxima gesteld voor het Moederland en voor de Overzeesche gebieden, waarbij de mogelijkheid is voorbehouden, dat troepen in de Overzeesche gewesten worden ver sterkt ten koste van die in het Moederland, maar niet omgekeerd. Verplichte mededee- lingcn betreffende de sterkte der effectieven alsmede den duur van don dienstplichttijd worden verder voorgeschreven. Het materieel. Ten aanzien van het materieel is uiter aard wel onderscheid gemaakt moeten wor den tusschen de strijdkrachten te land, ter zee en in de lucht Voorstellen die, mede van Nederlandsche zijde, ten doel hadden beperking van het landmateriaal of althans van eertlge categorieën hiervan, zijn verwor pen; zelfs de verplichte publicatie van de verschillende categorieën van het materie©! is verworpen. Hierbij diene echter dadelijk aangetee- kend, dat op al deze punten ter Ontwape ningsconferentie zelve zal worden terugge komen, en dat het dan telkenmale opnieuw de vraag zal zijn of niet geheel gewijzigde groepeering der staten tot geheel andere uit komsten kan lelden. Dnt men op maritiem gebied verder kon gaan, is te danken aan de resultaten, die de Vlootconferentie van Washington van 1921/'22 opleverde en de uil komsten, die te Londen in 1930 alt/hans ge deeltelijk werden verkregen. Het ontwerp-verdrag bepaalt nu, dat vnor leder land gesteld zal worden een maximum voor de totaal tonnenmaa/t, waarbij leder 'and zal aangeven hoe het zich voorstelt dit N.V. Hollandsch -Zwitsersche Chocoladefabriek. VRAAGT ZE totaal te verdeelen over de verschillende categorieën van schepen, onderscheiden naar slagsohepen, vliegtuig-moe lersche|>en. kruisers, torpedojagers en onderzeebooten. Wat tenslotte het materieel van de militaire luchtvaart betreft, zijn maxima gesteld voor het aantal en het totaal motorisch vermogen van vliegtuigen en luchtschepen, en wat deze laatste betreft ook voor het totaaJ vo lume. Gegevens betreffende vliegtuigen en luchtschepen zullen regelmatig dienen be worden verstrekt, echter niet ten aanzien van het opgeslagen materiaal, aat niet voor onmiddellijk gebruik gereed is. Een groote moeilijkheid bij het beperken van het materieel van de luchtvaart werd ondervonden door het feit, dat het zoo uiterst gemakkelijk zal zijn bij het uitbreken van den oorlog burgervliegtuigen in militai re om te zetten. Terwijl men ©enerzijds, in het belang van de ontwikkeling der burger luchtvaart, niet zoover wilde gaan om bur- gervllegtiuigen te beperken, heeft men I altham publicatie voorgeschreven terzake van burgervliegtuigen en regelen gesteld krachtens welke de verdragsluitende Staten zich zullen moeten onthouden van die maat regelen, die ert-re kunnen leiden, dat de bur gerluchtvaart reeds in den tijd van vrede wordt geschikt gemaakt voor eventueel mili tair gebruik. De uitgaven. Waar pogingen teneinde tot directe beper king en vermindering der bewapeningen tie komen, slechts zeer gedeeltelijk zijn ge slaagd, heeft men via de uitgaven althans indirecte beperking en vermindering willen in de hand werken. Het totaal-cijfer der De- fensiebcgrooting, omvattende dus zoowel de kosten voor het materieel, als soldijen en alle andere uitgaven, zal voor ieder land worden beperkt; het cijfer zal ook worden gepubliceerd. Hierbij heeft men, op grond van verschillen in geografische en klimato logische factoren, verschil in levensstan daard e.d. afgezien van elke vergelijking tusschen de verschillende landen; er kan alleen sprake zijn van vergel ij kende cijfers van hetzelfde land in de verschillende jaren. Afzonderlijke beperkingen zijn voorgenomen voor het totaalcijfer voor onderhoud, aan koop en vervaardiging voor landmateriaal en voor vlootmateriaal: heeft bij de Com missie-Loudon het denkbeeld voorgezeten, dat de publicatie dezer uitgaven per catego rie zal geschieden, daartegenover staat hel oordeel van het 6edert dien bijeengeroepen Comité van budiretaire deskundigen, dat zoodanige verdeeling vrijwel onuitvoerbaar acht. Met betrekking tot de luchtvaart heeft men zich noch aan beperking of verminde ring noch aan publicatie van uitgaven voor het materiaal willen vastleggen, maar wel is de verplichting tot publicatie van de uit gaven voor de burgerluchtvaart aanvaard, welke, naast de overige maatregelen, ge nomen teneinde de burgerluchtvaart niet in dienst te weten van militaire doeleinden, vol doende is geacht. De controle-kwestie. Telkenmale, wanneer vóór den oorlog de oplossing van het ontwapeningsprobleem ter sprake kwam, Is de begrijpelijke opmer king gemaakt, dal het zoo bij uitstek moei lijk zou zijn om op de naleving van een eventueel te sluiten verdrag controle te oefenen. De Commissie-Loudon heeft ook dit vraagstuk niet tot een volledige oplossing gebracht, maar in de artikelen 40 t.e.m. 49 heeft zij een permanente Ontwapeningscom missie geschapen, die zeer zeker niet zonder beteekenis is. Deze Commissie, samen te stel len uit een nader aantal leden, verkrijgt be voegdbeden, die zeker niet van belang zijn ontbloot. Zij heeft algeheele bevoegdheid baar reglement vast te stellen; zij kan be sluiten nemen met gewone meerderheid van stemmen, mits tenminste 2/3 van Jiaar leden aanwezig zijn. De leden der Commissie zul len door nader te bepalen Regeeringen wor den aangewezen, doch zij hebben niet als vertegenwoordigers dier Regeeringen zit ting; zij zetelen, gelijk ook in de Mandaten commissie geschiedt, als onafhankelijke per sonen, die door technische deskundigen kun nen worden bijgestaan. Deze Commissie ontvangt mededeel in g van alle Inlichtingen, die door de partijen ter uitvoering van haar verplichtingen aan JAPANSCHE TROEPEN IN MANDSJOERIJE den Secretaris-GeneraaJ van den Volkenbond werden verstrekt. Minstens eens per jaar stelt de Commissie een rapport op, aange vende den bestaanden toestand voor wat be treft de uitvoering van het Verdrag en be rustende niet sieohts op deze gegevens, doch ook op alle andere gegevens, die haar uil betrouwbare bronnen zullen bereiken en die zij meent dat de aandacht verdienen. Ieder lid van de Commissie heeft boven dien het recht onder eigen verantwoordelijk heid iederen persoon te doen hooren of raad plegen, die geacht mag worden de Commis sie te kunnen voorlichten, terwijl eveneens ieder lid hel recht heeft te eischen, dat in ieder rapport van de Commissie van de door hem uitgesproken meening of door hem ge dane voorstellen melding wordt gemaakt. Is nu een der partijen bij het Verdrag van oordeel, dat een andere partij bewapeningen instandhoudt, die de overeengekomen cijfers te boven gaan, of op andere wijze de bepa lingen van het verdrag overtreedt of tracht te overtreden, dan wordt via den Secretaris- Generaal deze klacht voor de permanente Ontwapenings-Commissie gebracht. De Com missie hoort dan de partij, die in staat van beschuldiging is gesteld, evenals den verte genwoordiger van elke andeie paitij, die dit mocht vragen. Zij doet daarna zoo spoedig mogelijk aan alle partijen bij het Verdrag èn aan den Raad van den Volkenbond een rap port toekomen, dat evenals de geheele, door haar gevolgde procedure, zal worden open- bear gemaakt. Zijn de partijen, rechtstreeks bij zulk eon zaak betrokken, leden ven den Volkenbond, dan berusten in handen van den Raad de rechten, die hem bij zoodanige gelegenheid krachtens het Grondverdrag toe komen. In andere gevallen zullen de partijen onverwijld overleg plegen omtrent uitvoe ring, aan de conclusies van het rapport te geven. Een weg als de hier voorgeschreven a zal niet, en zeker niet In alle omstandighe den gemakkelijk te bewandelen zijn. Wel niemand, die de m deze artikelen van het ontwerp-verdrag verwerkte voorschriften ideaal of volledig aal noemen. Maar zij zij.n althans iels; zij openen de mogelijkheid, dat een traditie wordt geschapen, die, eenmaal in de samenleving der volkeren wortel ge schoten hebbende, niet van belang ontbloot zal zijn te achten. Een jeugdig m uiterlijk to aeo 'id de beete middelen om Uw persoonlijkheid te doen I gelden. Het elixer, dat de rer- oleuwlng en verfraaiing tot L\ yV) eland brengt la het Lecithin, A dat xlcb in de zenuwcellen be vindt. Prof. Habermann Ie er In geslaagd een Lecithin te verkrijgen, dat werkelijk den naam van tenuwvoedsel ver dient. Het te wereldbekend 29 geworden onder den naam Het geeft een heerlijk gevoel van kracht, etaleit senuwen en een bloeiend. Jeugdig uiterlijk. - BO Apotheker» en Drogisten a f 1.30 en 2.60. En wat nu tenslotte aangaat de conferen tie, die op 2 Februari 1932 te Genève In het daarvoor afzonderlijk opgericht tijdelijk ge bouw zal samenkomen en zal staan onder leiding van den Engelschen oud-Minister van Buitenlandsche Zaken Henderson, zïj za<l behalve de 55 leden van den Volkenbond omvatten de niet-leden Amerika, Sovjet-Rus- land en Turkije^ die reeds in de voorberei dende Commissie worden vertegenwoordigd, benevens Afghanistan, Brazilië, Costa-Rica, Ecuador en Egypte. De Conferentie, die meer kortheidshalve dan juist als Ontwapenings conferentie wordt aangeduid, zal dus geheel de wereld omvatten en komt zij tot een re sultaat, dat voor allen kan worden aan vaard, dan brengt zij een oplossing, die in derdaad voor de geheele wereld van betee kenis kan zijn. Men stelle zich dienaangaan de geen overdreven verwachtingen. Het vraagstuk van beperking der l>ewapenir>g dat beteekent, dat men de bewapeningen niet hooger zou opvoeren dan ze thans zijn, is reeds ingewikkeld; dat van vermindering I is nog ingewikkelder. Dit vraagstuk heeft vele kanten, en al ie de daaraan verbonden, veilipheidskart een volkomen begrijpelijke, vereenvoudigd heeft deze de oplossing nieti Eenerzijds echter is er de druk van de open bare meening, die verlangt, dat er na 12-jarige voorbereiding iets zal geschieden; anderzijds zijn er de economische en finan- cieele toestanden, die praktisch voorschrij ven, dat er bezuiniging van belangrijken: aard moeit, gevonden worden. Het is te' hopen, dat ter Conferentie de beteekenis van beide factoren voldoende duidelijk zal wor den gevoeld. Geen internationale samen komst van de laatste kwarteeuw, waarnaar met zoo groote belangstelling is uitgezien; geen internationale sarr/nkomst echter, die zooveel goeds kan brengen als deze; geen internationale samenkomst ook. die zoozeer alle nog levende verwachtingen in rook kan doen opgaan als de Ontwapeningsconferen tie, wanneer zij peen enkel resultaat zou weten te bereiken I ONDERWIJS IN 1931 ......WAARAAN DE NATIE GEHECHT IS" „De School waaraan de natie gehecht Is", lat is de Openbare School! aldus hebben laar „frontmakers" ons volk Voortdurend doorgeredeneerd. Suggestie-geloof. Lang heeft de Openbare School van een ldus gesuggereerd geloof geprofiteerd. Als nen thans nóg „de natie" er bij te pas wil irengen, zou men juister kunnen zeggen, lat deze aan de Openbare School „vastge- lecht" is door wettelijke en financieele be- oorrechting. Door de Gemeentebesturen van ins land werd in 1927 nog bijna 3 millioen ulden voor het Openbaar Onderwijs met ijn 262.000 leerlingen meer uitgegeven dan oor het Bijzonder Onderwijs met zijn 06.000 leerlingen. Zonder dezen „voorsprong" ou de Openbare School, die jaar na jaar chteruitpaat, nóg minder beteekenen dan hans het geval is. En men zou van „natio- ale" sympathie feitelijk met meer recht unnen spreken aan den kant van het Bij onder Onderwijs, dat het Openbare al enkele aren verre overvleugeld heeft. Begin 1930 faren 737.000 leerlingen op de Bijz. Scholen n 481.000 op de Openbare Scholen. Op de vraag van een interviewer, of het iijzonder Onderwijs zich zal blijven ontwik- iden ten koste van het Openbare, gaf Mi- lister Mr. J. Terpstra vorig jaar ten ntwoord: „Het zou wel eens kunnen zijn, lal we den grootsten aanwas gehad hebben, 'ooral nu het Openbaar Onderwijs wat meer ictief begint te worden". Actie voor O. O. Dit ministerieel oordeel moge „onze men- chen" voor overmoed bewaren en ons ver- :r acht doen geven op die „activiteit" aan overzijde. Het Hoofdbestuur der vereeniging „Volks- ntlerwijs". dat in April het 60.000ste lid in- chreef (in Nov. 1929 waren er 50.000 leden), ag hierin „een bewijs van de groeiende be- angstelling in het Openbaar Onderwijs", iu, als met name de ouders (niet de poli- ici!) wat meer belangstelling gingen too ien, zouden zelfs de voorstanders van Bij onder Onderwijs daarover verheugd zijn. laar tot dusverre is de groeiende belang lelling oftewel „actie" nog te zeer identiek not agitatie. Het in 1928 opgerichte Lande- iehjk Comité voor de Openbare School is linclsdien van 9 tot 23 comité's (begin 1931) uitgegroeid. (Het aantal locale comité's van de Unie „Een School met den Bijbel" is 878, wavattende door combinatie 1622 plaatsen.) Kwade praktijken. Wel is te verstaan, dat de achteruitgang van het Openbaar Onderwijs door zijn voor standers met smart aanschouwd wordt. Maar met verkeerde praktijken wordt toch geen opbloei verkregen. Te Ooltgensplaat, waar vorig jaar den Raad gelden gevraagd worden voor het verbouwen van de speelplaats en de inrichting van een centrale verwarming' ten behoeve van de Chr. School, kwamon haar tegenstanders mot eon dreigement, nog wel openlijk per circulaire, dat: „zoo goed als onvermijdelijk straks tientallen van werk loozen de dupe zullen worden". En te Stel lendam verscheen omstreeks denzelfden tijd met het oog op de stichting van een Herv School een ongeteekende „oproep tot de Stellendammers": „Wij zijn besloten allen, die hun kinderen naar die school zenden, te boycotten, dus geen werk te geven aan am bachtslieden. arbeiders enz. onder hen en aan winkeliers en bakkers onder hen onze klandizie te onttrekkon en verder alle mo gelijke maatregelen te nemen in die rich ting". Als de Openbare School door een mid del als broodroof in stand gehouden moet worden, heeft zij niet siechts in beginsel, maar weldra ook practisch den strijd voor goed verloren. Een politiek strijdmiddel als het Comité van Actie tegen hot Wetsontwerp-Terpstra aangrijpt, nl. dat Gemeentebesturen voor de stichting van Bijz. Scholen met minder jdan drie leerkrachten geen medewerking zou den behoeven te verleenen, is in onzen j tijd tè grof, dan dat het den „frontmakers" niet uit de handen te slaan zou zijn. De voor- I standers van Openbaar Onderwijs, die reeds j met 12 leerlingen een school kunnen eischen .en doen stichten en die over ons land reeds zulk een groot aantal kleine en daardoor dure schooltjes laten voortbestaan, zouden willen dat een Bijzondere School eerst met 91 leer lingen tot stand kon komen...! Met zulk een elsch zijn de heoren werkelijk enkele tien tallen jaren te laat. Aobternitgang. ïntusschen hebben te Amsterdam B. en W. in de laatste maand des jaars nog voor gesteld 19 Openbare Scholen, die elk slechts één klas meer hadden, op te heffen. En te Rotterdam werd besloten aan 29 Openbare Scholen, die door gebrek aan leerlingen steeds achteruitgingen, geen nieuwe aan vangsklasse meer te vormen en zóó deze 6cholen te laten uitsterven. Een besluit, dat niet enkel aan rijk en gemeente tonnen gouds bespaart, maar ook volkomen past bij de verhoudingen te Rotterdam, waar in acht jaar tijds de Openbare Schooi van 66.7 pet. tot 54.8 pet. van het leerlingental daalde, ter wijl het Bijzonder Onderwijs van 33.3 pet. tot 45.2 pet klom. Optimisme of fantasie? zelfs tegenstanders van confessioneel onder wijs „eigen" scholen ziet oprichten, (de Bond van Scholen voor Neutraal Onderwijs vierde haar 10-jarig feestl) moet men bewondering hebben voor het optimisme van eon man als het Tweede-Kamerlid M r. P. J. O u d, die op 't „demonstratief congres" van 29 Mei in ver voering uitriep, dat „het beginsel der Opcnb. School zóó krachtig is, dat het op den duur zal moeten zogevieron". Alhoewel dit begin sel van dezelfde substantie blijkt te zijn als het liberale beginsel, dat telkens nieuwe „oplevingen" doormaakt en van welks vic torie men aanhoudend vaste verzekering ontvangt, doch dat niettemin steeds meer wordt achteruitgedrongen! Neen. die verwaten roep over „de School waaraan de natie gehecht Is", geeft hoe langer hoe meer aanleiding tot spot. Hot libe rale „Vaderland", lettende op een deel der sociaal-democratische onderwijzers in de Openbare School, die als „cellenbouwers daar hun vernielend werk verrichten", riep in Juni nog waarschuwend uit: „De Openbare School zal nationaal zijn of niet zijn!" Contra Vorstin en Vaderland. Die onderwijzers schijnen wel gekozen te hebben voor het „niet zijn", als men zich herinnert, dat in het voorjaar te Gouda door het Hoofdbestuur en het Afdeelingsbestuur van den Bond van Ned. Onderwijzers een actie op touw gezet werd tegen het zingen van vaderlandsche liederen door leerlingen van Opcnb. Scholen op 30 April. Geen won der, dat bij zulk een gekweekte mentaliteit een 12-jarig scholier te Amsterdam, toen 'n onderwijzeres de klasse hot „Wilhelmus" wilde laten zingen, daartegen „bezwaar" durfde uiten, een feit, waaraan zelfs een wet houder en een schoollnspecteur te pas moes ten komen. Dat men te Ooltgensplaat voor zijn dreigement tegen steun aan de Christe lijke School zich van een circulaire in oran jekleur gebruik maakte, verhelpt genoemd mankement aan „nationaliteit" niet Ter vergadering van pasgenoemden Bond te Rot terdam word zelfs geprotesteerd tegen het feit, dat eon paar mot name genoemde hee- ren hadden zitting genomen in het Natio naal Crisiscomité. Nóg bonter maakten het openbare onder wijzers te Den Haag, die in een gestencild blaadje „De Rooie Lap" hun gemis aan eer bied voor het gezag (doelende op de zang- hulde aan de Koningin) aldus uitten: „Daar om gaan we meeblèren als de bourgeoisie do schoolkinderen misbruiken wil om het chauvinisme als wapen tegen de hongeren de arbeidersmassa eons extra aan te wak keren". Hun collega's spoorden ze zelfs open lijk tot revolutionaire actie aan: „Ziet slechts naar de aktie van de Engelsche matrozen" en: „Die door de salarlsroof getroffen wor den, maakt een begin met revolutionaire strijd!" Het eenige „nationale" dat hier nog te onderkennen valt, zou zijn liefde voor Sovjet-Rusland! Hoe kostelijk steekt hierbij aJ de „Nassau- reis", vorig Jaar op touw gezet door de Vereen, 'van Chr. Onderwijzers, die daarbij nog de stille hoop zou willen verwezenlijken eenmaal het kasteel Diez der Nassau's aan te koopen en te restaureeren. Als do Openbare School niet finaal ver nield wordt door haar eigen onderwijzers, zal ze nog doodgaan aan een zelfs niet be staande ziekte, nl. die der „neutraliteit". O, die neutraliteit! Het „Handelsblad" schreef vorig jaar: „Heden weigert een leer ling op grond van zijn lidmaatschap van de A. J. C. hot „Wilhelmus" te zingen. Mor gen een ander „Zie de leliën op hot veld", omdat er In voorkomt: „God, de Heer, riep u uit d'aard", terwijl zijn vader atheïst Is Overmorgen heeft weer eon leerling bezwaar tegen „In naam van Oranje, doe open de poort" omdat het naar den smaak van een leerling militaristisch is. De „neutrale School" zal sterven aan de neutraliteit, en dat terwijl „neutraliteit" een onbestaanbaar iets is". De godsdienst der O. S. Te Gouda werd in een in Maart verspreid manifest nog eens gezegd, dat op de neu trale Openbare School „godsdienst contra bande" ls. Doch een paar dagen later ter openbare vergadering van het Haagsche Co mité voor de Openbare School hiel de pro pagandist Ds. G. Westmijze een rede onder den titel: „De Openbare School de meest Christelijke!" Vermoedelijk ligt de synthese tusschen deze twee in flagranten strijd zijnde uitspraken in het woord van den pro pagandist H. Groene wout, die te Marle (O.) voor de belangen der Openbare School kwam pleiten, omdat er de stichting van een 2de Chr. School dreigde, en daarom (vol gens „Twentsch Volksblad") adviseerde: „Doe een beetje moe In dit geval aan de leer der Christelijkheid"! De vorig jaar gedane ontdekking (of: uit- inding?) van het „Schoolblad", orgaan an het Ned. Onderwijzers-Genootschap, dat „de Openbare School boven de Bijzondere verkieslijk is, omdat de laatste de school is met exclusieven godsdienst en de eerste met universeele religie" werd misschien noR het best verstaan op een openbare dorps school in de inspectie Alkmaar. Hier was. blijkens het inspectie-verslag, onder de schooluren het godsdienstonderwijs „wegens ziekte van den predikant reeds gedurende gedragen aan het dienstmeisje uit het do mineesgezin". Noch de leuze van „de School waaraan de natie gehecht is", noch die van haar be weerde „neutraliteit", zal de Openbare School lot hernieuwden bloei kunnen brengen of den groei van het Bijzonder Onderwijs kun nen keeren. Groei en bloei bij óns! Vorig Jaar zijn zelfs weer tal van inrich tingen voor Bijzonder Christelijk OnJerwdJa geopend: een Chr. Lyceum voor Meisjes te Amsterdam'; een Chr. H. B. School voor Am sterdam-Oost (in het luxueuse woonhuis van den indertijd veelbesproken Barmat); Chr. Nijverheidsscholen voor Meisjes te Amster dam, Haarlem en Rotterdam en een uitbrei ding met 'n leeraressen-cursus te Delft; Chr. Landbouwscholen te Amersfoort, Franeker, Musselkanaal, Winsum (Gr.), en te Zetten een Chr. Opleidingscursus voor leeraressen bij het Landbouwhuishoudonderwijs; een Chr. School voor Zelfwerkzaamheid té Am sterdam. met Prof. D r. J. W a t e r i n k als adviseur, bestemd voor Voorb. L. O. en L O. en tevens opleidend voor M. O. en Voorb. H. O.; terwijl 60 nieuwe gewone Chr. Scho len voor L. O. met 8406 leerlingen tot stand kwamen, waardooi het aantal Prot, Chr. Scho len tot 2075 en het aantal harer leerlingen tot 323.573 steeg. Al wordt ons Bijzonder Onderwijs, met name het Lager, nog door tal van wette lijke bepalingen in zijn noodige en behoor iijke vrijheid belemmerd, indertijd telde J. C. Wirtz niet minder dan 33 „banden"! we zijn dankbaar voor de nieuwverkregen inrichtingen. Dit mag ons echter niet ont slaan tegen nóg verdere inperking van de ons gelaten „vrijheid" te waken. Zoo is vo rig jaar als feit vermeld, dat een inspecteur het gebed op de Chr. Landbouwschool buiten de lesuren wilde doen geschieden, niet door den ondenvijzer, maar door een bestuurslid. Rechtens is hem te verstaan gegeven, dat zulk een regeling buiten zijn bevoegdheid lag en men hield zich aan den gewonen gang van zaken. De Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs, op wier 40ste algemeene vergadering de Mi nister van Onderwijs persoonlijk haar voor zitter, Prof. D r. W. J. Aalders, een ko ninklijke onderscheiding kwam mededeelen, mocht de 500sto school bij zich zien aan sluiten, geopend na veel tegenstand. Het Geref. Schoolverband vierde zijn 25- jarig bestaan. Zijn secretaris, J. van der Waals, stelde voor deze gelegenheid een keurig gedenkschrift samen. Nog één Jubileum, van buitengewonen aard, moge hier gememoreerd worden. ,,'s Heeren Loo", de stichting te Ermelo tot opvoeding en verpleging van idiote en ach terlijke kinderen, het onder leiding van wijlen D r. Mr. W. van den Bergh ge plante stekje, dat onder den zegen des Hee ren is uitgegroeid tot een boom, die over vele mlsdeelden schaduw en zegen ver spreidt. mocht haar 4T-jarig jubileum vieren. Niet minder dan 4000 kinderen wer den verzorgd, opgevoed en zooveel mogelijk onderwezen. Vorig jaar telde ,,'s Heeren Loo" 570 verpleegden en de daaruit voortgeko men inrichtingen „Lozenoord" 300, „Gront- Emaus" 30(, de Dr. Mr. W. van den Bergh stichting 220 en het Paedologisch Instituut 20 verpleegden en pupillen, totaal 1400. Al leen wie hiermee in contact kwamen, kun nen eonlgermate heseffen, welk oen toewij ding dit Buitengewoon Chr. Lager Onderwijs heeft gevraagd, Grenzenlooze actie. Tot stand kwam een Internationaal Ver band van Chr. Opvoedings- en Onderwijzers- organisaties. Onder voorzitterschap van D s. J. L. Pierson werd voor de eerste maal te Frankfort a. d. M. vergaderd. Uit ons land waren aanwezig 19 organisaties en 11 uit Duitschland, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, België en Zwitserland. Als grondslag werd aanvaard „het Bijbelsche Christendom van Jezus Christus, Gods eenigen Zoon, den Heere en Verlosser, naar luid van de refor matorische belijdenisschriften met erkenning van haar eigen historisch geworden ka rakter". Verdieping en belijning. De Vereen, voor Chr. Gref. Schoolonderwijs in Nederland droeg haar Bestuur op een Vereen, van Chr. Geref. Onderwijzers te stichten „tot bestudeering onzer beginselen". De Bond van Besturen van Chr. M.U.L.O.- Scholen en de Vereen, voor Chr. M.U.L.O. in Nederland schreven een prijsvraag uit voor een leerplan, uitsluitend voor het Bijbelsch onderwijs, berekend voor een 3-jarigen cur sus, aansluitend aan het zesde leerjaar der Lagere School. De pas opgerichte Vereen, van Geref. Lee- raren in de Paedagogiek mocht onder voor zitterschap van Prof. D r. J. Waterink haar eerste jaarvergadering houden. Mogv het „nieuwtje", dat de presentie van 100 pet. der leden bracht, elk jaar practisch gerepe teerd worden! Offervaardigheid, Bijzondere offervaardigheid voor het Chr. Onderwijs werd betoond te Veenhuizerveld (G.). waar een Herv. School geopend werd, geheel uit eigen middelen en zonder eenigen Overheidssteun gebouwd. Ook de Kerkeraad der Geref. Gemeente te Barneveld besloot zonder subsidie-aanvrage een eigen School te stichten, gelijk voorheen reeds een School der Geref. Gemeente te Genemuiden tot stand kwam. De „Voorzorg" met respect over zulk een besluit sprekende, zei bij de mede- deeling ervan: „daarbij wordt men toch even stil". De Unie-collecte voor de Scholen met den Bijbel bracht vorig jaar f 91.123 op, een be drag dat waarschijnlijk nog met het totaal van één collecte-lijst vermeerderd wordt Wanneer gepubliceerd wordt wat de voor standers van Openhaar Onderwijs gezamen lijk hebben geofferd, zullen we dat in een volgend Jaaroverzicht memoreeren. „Waaraan da natie gehecht ls?" Ten slotte hopen we, dat als de tijd zal leeren aan wélke School „de natie gehecht ia", het moge zijn: de School met den Bijbel! „Voedt uwe kinderen op in de leering en vermaning des Heeren" (Ef. 6 4).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3