NATUREL REEPEN
BïOCiTïN
Ontwapening en de Ontwapenings
conferentie
O NIEUW
/Groot Model"
VRIJDAG 22 JANUARI 1932
EERSTE BLAD PAG. 3
HET ONTWERP VERDRAG
Een groote vooruitgang vergeleken
met 1899 en 1907
HEEL DE WERELD TIJGT TER
CONFERENTIE
Van 1926 tot 1929.
In 1926 kwam de voorbereidende commis-
missie, de Commissie-Loudon, voor liet eerst
bijeen, zonder dat zij in twee langdurige
zittingen veel resultaat bereikte.
Tooli liet de Assemblée niet na om in
datzelfde jaar erop aan te dringen,
dat de Ontwapeningsconferentie zoo moge
lijk nog in 1927 zou worden bijeengeroepen
Een nieuwe, door de Commissie-Loudon ge
houden zitting, maakte dit wegens totaal
gebrek aan resultaten vrijwel onmogelijk,
en zulks te meer toen de Vlootconferentie
tusschen Amerika. Engeland en Japan, te
Genéve bijeengeroepen, tot oen totale mis
lukking werd Niet anders kon de Assem
blée van 1927 dan ook doen dan opnieuw op
spoed aandringen en de instelling van do
mmissie-Benesj aanbevelen.
Opnieuw in 1928 kwam de Commissie-
Loudon twee keeren bijeen, maar terwijl de
samenkomst der Cnmmissie-Benesj leidde tot
do voorbereiding der Algemeene Akte van
Arbitrag. kon zij weinig totstand brengen
Eerst in 1929 verkreeg bet ontwem vHw1-'
door de Commissie-Loudon opgesteld, al
thans eenigen vorm. schoon belangrijke dis
cu-siën. in het bijzonder terzake van de be
perking der geoefende reserves en de dl
rerte vermindering door beperking van
manschappn en materieel, in den r"<r«l
negatief resultaat leidden. Het is voorzeker
aan den blijvendon aandrang van de Assem
blée zoowel van 1929 als 10"0 te Ho-k—-
tenslotte de Ommissie-Loudon, in de winter
maanden 1939 opnieuw samengekomen, haar
beraadslagingen beëindigde, haar rapport
met ontwerp aan den Rand vnnrlegd"
daarop oiieeveer een jaar geleden, als da-
Dnr de hijoenkomst der Ontwapenings
conferentie 2 Fehruari bepaalde
De gang van zaken in do Commissie-Lou
don kan niet hopnald dienen tot optimisti
sche voorspellingen voor den gang van za
ken op de Ontwapeningsconferentie. De ver
schillen van meening. in den betrekkelijk
kleinen, maar toch waarlijk niet al te klei
nnn kring der Commissie gohlekon. zullen
zich op de Ontwapeningsconferentie, die een
buitengewoon gronten omvang heeft, stellig
en in vermoedelijk schemer vorm v>orK.->i~n
Aan den anderen kant heeft de Commissie-
Loudon er top medegewerkt, dat het laatste
ie van geduld, in de oppr»bnr° meonm-
volkeren aanwezig, ia opgeslonken, zoo
wellicht de Ontwapen inescon'erent'e
zelve de les zal verstaan, die daaruit maar
al te gemakkbijk kan worden geput.
Geen zuiver ontwerpverdrag.
Wanneer men snreekt van het ontwerp
verdrag. door de Commissie-Loudon opge-
itel'd, dat den grondslag zal vormen van de
Ontwapeningsconferentie, drukt men
zich niet geheel juist uit. Want het is niet
iver ontwerpverdrag, dat zij heeft op-
rest old. doch meer het schema van een ver
ing. Immers, in een ontwnpenlngsverdrng
lehooren cijfers en d;ita en deze ontbreken
nenmale in het ontwerp. Met opzet
De Commissie heeft het niet tot haar taak
;eacht, vooral niet, waar z'i niter--.-''
-hts eem beperkt aantal landon omvat,
jfers voor te stellen. Maar bovendien: ter
i in den aanvang de vraag bestudeer
ie welke maatstaven aan de bewapeningen
?rschillende landen muden kunnen
srorden aangelegd en hoe deze zouden kun-
n worden vergeleken, is zij tot de con-
II stond in ons blad van 15 Jan.
clusie gekomen, dat elk eritirium. als vroe
ger gezocht in de lengie van de grenzen, de
bevolking, de hoeveelheid grondstoffen of
wat ook, niet voor Verwerking in een ver
drag vatbaar is.
Zoodoende heeft men aanvaard het stand
punt, dat elke Regeerlng zolve tijdens do
conferentie mei c ncrete cijfers voor haar
bewapeningen zal moeten komen, gegrond
op ovenvepingen van veiligheid voor het
eigen land en dat dan door gemecnschappe
lijk overleg tusschen de partijen ter con
ferentie de maximumcljfcrs voor ieder land
zullen worden vastgesteld. Daartoe dienen
de tabellen, die in ruime mate aan de artl-
j kelen van het ontwerpverdrag zijn verbon-
j den, en die de bestudeering er van moei-
j Iijker maken dan zij in werkelijkheid is.
j Deze omstandigheid, die velen tot dusver
is ontgaan, verklaart ook waarom de Ont
j wapeningseonferentie van zoo langen duur
wordt geacht; verklaart tevens waarom zoo
j talrijke delegaties naar Genève zullen gaan.
Bij «ie voorbereidende beraadslagingen is ie
mnigmaal gebleken hoezoer men aan de
voorlichting van deskundign op bijkans elk
gebied behoefte had. en. zijn eenmaal de on
derhandelingen der Onwapeningsconferentie
ni gang, dan zal men de medewerking dier
deskundigen elk oogenbllk hebben in te roe-
pen. Men zij echter anderzijds niet blind
voor het feit, dat de aanwezigheid van een
ontworpvordrag of schema reeds
een groote vooruitgang
beteekent op het verleden. Te 'sGravonhage
in 1S99 en 1907 werd door de deskundigen
met den meesten nadruk verzekerd, dat zulk
een schema niet was te ontwerpen, en zie.
thans i s het er. en aan de hand daarvan
kan men arbeiden. In het schema, aan de
Ontwapeningsconferentie voorgelegd, zijn
de bepalingen van tweeërlei aard; voor
sommige onderdeden wordt beoogd bepaal
de maxima voor elk land vast te stellen, die
niet mogen worden overschreden: andere
bepalingen houden alleen in de verplichting
tot het verschaffen aan den Volkenbond
van gegevens.
Hoofdzakelijk heeft het ontwerpverdrag
op drie punten botrekking. Het betreft de
effectieven, d.w.z. de sterkte van de man
schappon; het materieel en de uitgaven.
De sterkte der manschappen.
Wat nu de sterkte dep manschappen be
treft, de voorgestelde regelen zijn dezelfde
voor land-, zee- en luchtmacht. Maar in alle
drie de gevallen treffen zij ook alleen d>e z.g.
vredeseffectieven, inbegrepen politie-corpsen
en andere organisaties, dile zonder speciale
maatregelen geschikt zijn tol gebruik voor
militaire doeleinden. Zij sluiten dus de z.g.n.
geoefende reserves, die bij mobilisatie on
middellijk worden opgeroepen ter verster
king van de onder de wapenen zijnde troe
pen, buiten. Hot pleidooi, door verschillende
delegaties, waaronder de Nederlandeche en
de Üuitsohe, geleverd voor de noodzakelijk
beid om ook de geoefende reserves in het
ontwerp op te nemen, heeft geen vol
doende meerderheid kunnen vinden.
De tegenstanders stelden zich op het stand
punt, dat door de geoefende reserves alleen
zouden worden getroffen de officieele reser
ves, doch niet' de niet-offioieele, maar niette
min op geheel militairen voet ingerichte for
maties.
Het ontwerp-verdrag nu richt het zoodanig
In, dat voor ieder land een maximum zal
worden vastgesteld voor de gemiddelde
sterkte per dag, een cijfer dus, dat voor
landen met conscriptie afhankelijk is van
het aantal manschappen der lichting en den
duur van den oefeningstijd Bovendien zal
voor ieder land een maximum worden ge
steld voor den dienstplichttijd, inbegrepen
de herhalingsoefeningen. Wel is de afschaf
fing der conscriptie, die door Wilson en
Smuts reeds in 1919 ter Vredesconferentie te
Parijs werd voorgesteld, ter sprake geko
men, maar men heeft er niet aan gedacht
daarop in te gaan.
Een punt van bespreking heeft de verdee
ling van de strijdmacht tusschen Moeder
land en Overzeesche gebieden uitgemaakt.
Voor de strijdmachten ter zee maakt het
ontwerp-verdrag in dit opzicht geen uitzon
dering; te land en in de lucht worden afzon
derlijk maxima gesteld voor het Moederland
en voor de Overzeesche gebieden, waarbij de
mogelijkheid is voorbehouden, dat troepen
in de Overzeesche gewesten worden ver
sterkt ten koste van die in het Moederland,
maar niet omgekeerd. Verplichte mededee-
lingcn betreffende de sterkte der effectieven
alsmede den duur van don dienstplichttijd
worden verder voorgeschreven.
Het materieel.
Ten aanzien van het materieel is uiter
aard wel onderscheid gemaakt moeten wor
den tusschen de strijdkrachten te land, ter
zee en in de lucht Voorstellen die, mede
van Nederlandsche zijde, ten doel hadden
beperking van het landmateriaal of althans
van eertlge categorieën hiervan, zijn verwor
pen; zelfs de verplichte publicatie van de
verschillende categorieën van het materie©!
is verworpen.
Hierbij diene echter dadelijk aangetee-
kend, dat op al deze punten ter Ontwape
ningsconferentie zelve zal worden terugge
komen, en dat het dan telkenmale opnieuw
de vraag zal zijn of niet geheel gewijzigde
groepeering der staten tot geheel andere uit
komsten kan lelden. Dnt men op maritiem
gebied verder kon gaan, is te danken aan
de resultaten, die de Vlootconferentie van
Washington van 1921/'22 opleverde en de uil
komsten, die te Londen in 1930 alt/hans ge
deeltelijk werden verkregen.
Het ontwerp-verdrag bepaalt nu, dat vnor
leder land gesteld zal worden een maximum
voor de totaal tonnenmaa/t, waarbij leder
'and zal aangeven hoe het zich voorstelt dit
N.V. Hollandsch -Zwitsersche Chocoladefabriek.
VRAAGT ZE
totaal te verdeelen over de verschillende
categorieën van schepen, onderscheiden
naar slagsohepen, vliegtuig-moe lersche|>en.
kruisers, torpedojagers en onderzeebooten.
Wat tenslotte het materieel van de militaire
luchtvaart betreft, zijn maxima gesteld voor
het aantal en het totaal motorisch vermogen
van vliegtuigen en luchtschepen, en wat
deze laatste betreft ook voor het totaaJ vo
lume. Gegevens betreffende vliegtuigen en
luchtschepen zullen regelmatig dienen be
worden verstrekt, echter niet ten aanzien
van het opgeslagen materiaal, aat niet voor
onmiddellijk gebruik gereed is.
Een groote moeilijkheid bij het beperken
van het materieel van de luchtvaart werd
ondervonden door het feit, dat het zoo
uiterst gemakkelijk zal zijn bij het uitbreken
van den oorlog burgervliegtuigen in militai
re om te zetten. Terwijl men ©enerzijds, in
het belang van de ontwikkeling der burger
luchtvaart, niet zoover wilde gaan om bur-
gervllegtiuigen te beperken, heeft men
I altham publicatie voorgeschreven terzake
van burgervliegtuigen en regelen gesteld
krachtens welke de verdragsluitende Staten
zich zullen moeten onthouden van die maat
regelen, die ert-re kunnen leiden, dat de bur
gerluchtvaart reeds in den tijd van vrede
wordt geschikt gemaakt voor eventueel mili
tair gebruik.
De uitgaven.
Waar pogingen teneinde tot directe beper
king en vermindering der bewapeningen tie
komen, slechts zeer gedeeltelijk zijn ge
slaagd, heeft men via de uitgaven althans
indirecte beperking en vermindering willen
in de hand werken. Het totaal-cijfer der De-
fensiebcgrooting, omvattende dus zoowel de
kosten voor het materieel, als soldijen en
alle andere uitgaven, zal voor ieder land
worden beperkt; het cijfer zal ook worden
gepubliceerd. Hierbij heeft men, op grond
van verschillen in geografische en klimato
logische factoren, verschil in levensstan
daard e.d. afgezien van elke vergelijking
tusschen de verschillende landen; er kan
alleen sprake zijn van vergel ij kende cijfers
van hetzelfde land in de verschillende jaren.
Afzonderlijke beperkingen zijn voorgenomen
voor het totaalcijfer voor onderhoud, aan
koop en vervaardiging voor landmateriaal
en voor vlootmateriaal: heeft bij de Com
missie-Loudon het denkbeeld voorgezeten,
dat de publicatie dezer uitgaven per catego
rie zal geschieden, daartegenover staat hel
oordeel van het 6edert dien bijeengeroepen
Comité van budiretaire deskundigen, dat
zoodanige verdeeling vrijwel onuitvoerbaar
acht. Met betrekking tot de luchtvaart heeft
men zich noch aan beperking of verminde
ring noch aan publicatie van uitgaven voor
het materiaal willen vastleggen, maar wel
is de verplichting tot publicatie van de uit
gaven voor de burgerluchtvaart aanvaard,
welke, naast de overige maatregelen, ge
nomen teneinde de burgerluchtvaart niet in
dienst te weten van militaire doeleinden, vol
doende is geacht.
De controle-kwestie.
Telkenmale, wanneer vóór den oorlog de
oplossing van het ontwapeningsprobleem
ter sprake kwam, Is de begrijpelijke opmer
king gemaakt, dal het zoo bij uitstek moei
lijk zou zijn om op de naleving van een
eventueel te sluiten verdrag controle te
oefenen. De Commissie-Loudon heeft ook dit
vraagstuk niet tot een volledige oplossing
gebracht, maar in de artikelen 40 t.e.m. 49
heeft zij een permanente Ontwapeningscom
missie geschapen, die zeer zeker niet zonder
beteekenis is. Deze Commissie, samen te stel
len uit een nader aantal leden, verkrijgt be
voegdbeden, die zeker niet van belang zijn
ontbloot. Zij heeft algeheele bevoegdheid
baar reglement vast te stellen; zij kan be
sluiten nemen met gewone meerderheid van
stemmen, mits tenminste 2/3 van Jiaar leden
aanwezig zijn. De leden der Commissie zul
len door nader te bepalen Regeeringen wor
den aangewezen, doch zij hebben niet als
vertegenwoordigers dier Regeeringen zit
ting; zij zetelen, gelijk ook in de Mandaten
commissie geschiedt, als onafhankelijke per
sonen, die door technische deskundigen kun
nen worden bijgestaan.
Deze Commissie ontvangt mededeel in g
van alle Inlichtingen, die door de partijen
ter uitvoering van haar verplichtingen aan
JAPANSCHE TROEPEN IN MANDSJOERIJE
den Secretaris-GeneraaJ van den Volkenbond
werden verstrekt. Minstens eens per jaar
stelt de Commissie een rapport op, aange
vende den bestaanden toestand voor wat be
treft de uitvoering van het Verdrag en be
rustende niet sieohts op deze gegevens, doch
ook op alle andere gegevens, die haar uil
betrouwbare bronnen zullen bereiken en die
zij meent dat de aandacht verdienen.
Ieder lid van de Commissie heeft boven
dien het recht onder eigen verantwoordelijk
heid iederen persoon te doen hooren of raad
plegen, die geacht mag worden de Commis
sie te kunnen voorlichten, terwijl eveneens
ieder lid hel recht heeft te eischen, dat in
ieder rapport van de Commissie van de door
hem uitgesproken meening of door hem ge
dane voorstellen melding wordt gemaakt.
Is nu een der partijen bij het Verdrag van
oordeel, dat een andere partij bewapeningen
instandhoudt, die de overeengekomen cijfers
te boven gaan, of op andere wijze de bepa
lingen van het verdrag overtreedt of tracht
te overtreden, dan wordt via den Secretaris-
Generaal deze klacht voor de permanente
Ontwapenings-Commissie gebracht. De Com
missie hoort dan de partij, die in staat van
beschuldiging is gesteld, evenals den verte
genwoordiger van elke andeie paitij, die dit
mocht vragen. Zij doet daarna zoo spoedig
mogelijk aan alle partijen bij het Verdrag èn
aan den Raad van den Volkenbond een rap
port toekomen, dat evenals de geheele, door
haar gevolgde procedure, zal worden open-
bear gemaakt. Zijn de partijen, rechtstreeks
bij zulk eon zaak betrokken, leden ven den
Volkenbond, dan berusten in handen van
den Raad de rechten, die hem bij zoodanige
gelegenheid krachtens het Grondverdrag toe
komen. In andere gevallen zullen de partijen
onverwijld overleg plegen omtrent uitvoe
ring, aan de conclusies van het rapport te
geven. Een weg als de hier voorgeschreven a
zal niet, en zeker niet In alle omstandighe
den gemakkelijk te bewandelen zijn. Wel
niemand, die de m deze artikelen van het
ontwerp-verdrag verwerkte voorschriften
ideaal of volledig aal noemen. Maar zij zij.n
althans iels; zij openen de mogelijkheid, dat
een traditie wordt geschapen, die, eenmaal
in de samenleving der volkeren wortel ge
schoten hebbende, niet van belang ontbloot
zal zijn te achten.
Een jeugdig m
uiterlijk
to aeo 'id de beete middelen
om Uw persoonlijkheid te doen I
gelden. Het elixer, dat de rer-
oleuwlng en verfraaiing tot L\ yV)
eland brengt la het Lecithin, A
dat xlcb in de zenuwcellen be
vindt. Prof. Habermann Ie er
In geslaagd een Lecithin te
verkrijgen, dat werkelijk den
naam van tenuwvoedsel ver
dient. Het te wereldbekend 29
geworden onder den naam
Het geeft een heerlijk gevoel van kracht, etaleit
senuwen en een bloeiend. Jeugdig uiterlijk. - BO
Apotheker» en Drogisten a f 1.30 en 2.60.
En wat nu tenslotte aangaat de conferen
tie, die op 2 Februari 1932 te Genève In het
daarvoor afzonderlijk opgericht tijdelijk ge
bouw zal samenkomen en zal staan onder
leiding van den Engelschen oud-Minister
van Buitenlandsche Zaken Henderson, zïj
za<l behalve de 55 leden van den Volkenbond
omvatten de niet-leden Amerika, Sovjet-Rus-
land en Turkije^ die reeds in de voorberei
dende Commissie worden vertegenwoordigd,
benevens Afghanistan, Brazilië, Costa-Rica,
Ecuador en Egypte. De Conferentie, die meer
kortheidshalve dan juist als Ontwapenings
conferentie wordt aangeduid, zal dus geheel
de wereld omvatten en komt zij tot een re
sultaat, dat voor allen kan worden aan
vaard, dan brengt zij een oplossing, die in
derdaad voor de geheele wereld van betee
kenis kan zijn. Men stelle zich dienaangaan
de geen overdreven verwachtingen. Het
vraagstuk van beperking der l>ewapenir>g
dat beteekent, dat men de bewapeningen
niet hooger zou opvoeren dan ze thans zijn,
is reeds ingewikkeld; dat van vermindering
I is nog ingewikkelder. Dit vraagstuk heeft
vele kanten, en al ie de daaraan verbonden,
veilipheidskart een volkomen begrijpelijke,
vereenvoudigd heeft deze de oplossing nieti
Eenerzijds echter is er de druk van de open
bare meening, die verlangt, dat er na
12-jarige voorbereiding iets zal geschieden;
anderzijds zijn er de economische en finan-
cieele toestanden, die praktisch voorschrij
ven, dat er bezuiniging van belangrijken:
aard moeit, gevonden worden. Het is te'
hopen, dat ter Conferentie de beteekenis van
beide factoren voldoende duidelijk zal wor
den gevoeld. Geen internationale samen
komst van de laatste kwarteeuw, waarnaar
met zoo groote belangstelling is uitgezien;
geen internationale sarr/nkomst echter, die
zooveel goeds kan brengen als deze; geen
internationale samenkomst ook. die zoozeer
alle nog levende verwachtingen in rook kan
doen opgaan als de Ontwapeningsconferen
tie, wanneer zij peen enkel resultaat zou
weten te bereiken I
ONDERWIJS IN 1931
......WAARAAN DE NATIE
GEHECHT IS"
„De School waaraan de natie gehecht Is",
lat is de Openbare School! aldus hebben
laar „frontmakers" ons volk Voortdurend
doorgeredeneerd.
Suggestie-geloof.
Lang heeft de Openbare School van een
ldus gesuggereerd geloof geprofiteerd. Als
nen thans nóg „de natie" er bij te pas wil
irengen, zou men juister kunnen zeggen,
lat deze aan de Openbare School „vastge-
lecht" is door wettelijke en financieele be-
oorrechting. Door de Gemeentebesturen van
ins land werd in 1927 nog bijna 3 millioen
ulden voor het Openbaar Onderwijs met
ijn 262.000 leerlingen meer uitgegeven dan
oor het Bijzonder Onderwijs met zijn
06.000 leerlingen. Zonder dezen „voorsprong"
ou de Openbare School, die jaar na jaar
chteruitpaat, nóg minder beteekenen dan
hans het geval is. En men zou van „natio-
ale" sympathie feitelijk met meer recht
unnen spreken aan den kant van het Bij
onder Onderwijs, dat het Openbare al enkele
aren verre overvleugeld heeft. Begin 1930
faren 737.000 leerlingen op de Bijz. Scholen
n 481.000 op de Openbare Scholen.
Op de vraag van een interviewer, of het
iijzonder Onderwijs zich zal blijven ontwik-
iden ten koste van het Openbare, gaf Mi-
lister Mr. J. Terpstra vorig jaar ten
ntwoord: „Het zou wel eens kunnen zijn,
lal we den grootsten aanwas gehad hebben,
'ooral nu het Openbaar Onderwijs wat meer
ictief begint te worden".
Actie voor O. O.
Dit ministerieel oordeel moge „onze men-
chen" voor overmoed bewaren en ons ver-
:r acht doen geven op die „activiteit" aan
overzijde.
Het Hoofdbestuur der vereeniging „Volks-
ntlerwijs". dat in April het 60.000ste lid in-
chreef (in Nov. 1929 waren er 50.000 leden),
ag hierin „een bewijs van de groeiende be-
angstelling in het Openbaar Onderwijs",
iu, als met name de ouders (niet de poli-
ici!) wat meer belangstelling gingen too
ien, zouden zelfs de voorstanders van Bij
onder Onderwijs daarover verheugd zijn.
laar tot dusverre is de groeiende belang
lelling oftewel „actie" nog te zeer identiek
not agitatie. Het in 1928 opgerichte Lande-
iehjk Comité voor de Openbare School is
linclsdien van 9 tot 23 comité's (begin 1931)
uitgegroeid. (Het aantal locale comité's van
de Unie „Een School met den Bijbel" is 878,
wavattende door combinatie 1622 plaatsen.)
Kwade praktijken.
Wel is te verstaan, dat de achteruitgang
van het Openbaar Onderwijs door zijn voor
standers met smart aanschouwd wordt. Maar
met verkeerde praktijken wordt toch geen
opbloei verkregen. Te Ooltgensplaat, waar
vorig jaar den Raad gelden gevraagd worden
voor het verbouwen van de speelplaats en
de inrichting van een centrale verwarming'
ten behoeve van de Chr. School, kwamon
haar tegenstanders mot eon dreigement, nog
wel openlijk per circulaire, dat: „zoo goed
als onvermijdelijk straks tientallen van werk
loozen de dupe zullen worden". En te Stel
lendam verscheen omstreeks denzelfden tijd
met het oog op de stichting van een Herv
School een ongeteekende „oproep tot de
Stellendammers": „Wij zijn besloten allen,
die hun kinderen naar die school zenden, te
boycotten, dus geen werk te geven aan am
bachtslieden. arbeiders enz. onder hen en
aan winkeliers en bakkers onder hen onze
klandizie te onttrekkon en verder alle mo
gelijke maatregelen te nemen in die rich
ting". Als de Openbare School door een mid
del als broodroof in stand gehouden moet
worden, heeft zij niet siechts in beginsel,
maar weldra ook practisch den strijd voor
goed verloren.
Een politiek strijdmiddel als het Comité
van Actie tegen hot Wetsontwerp-Terpstra
aangrijpt, nl. dat Gemeentebesturen voor
de stichting van Bijz. Scholen met minder
jdan drie leerkrachten geen medewerking zou
den behoeven te verleenen, is in onzen
j tijd tè grof, dan dat het den „frontmakers"
niet uit de handen te slaan zou zijn. De voor-
I standers van Openbaar Onderwijs, die reeds
j met 12 leerlingen een school kunnen eischen
.en doen stichten en die over ons land reeds
zulk een groot aantal kleine en daardoor dure
schooltjes laten voortbestaan, zouden willen
dat een Bijzondere School eerst met 91 leer
lingen tot stand kon komen...! Met zulk een
elsch zijn de heoren werkelijk enkele tien
tallen jaren te laat.
Aobternitgang.
ïntusschen hebben te Amsterdam B. en
W. in de laatste maand des jaars nog voor
gesteld 19 Openbare Scholen, die elk slechts
één klas meer hadden, op te heffen. En te
Rotterdam werd besloten aan 29 Openbare
Scholen, die door gebrek aan leerlingen
steeds achteruitgingen, geen nieuwe aan
vangsklasse meer te vormen en zóó deze
6cholen te laten uitsterven. Een besluit, dat
niet enkel aan rijk en gemeente tonnen
gouds bespaart, maar ook volkomen past bij
de verhoudingen te Rotterdam, waar in acht
jaar tijds de Openbare Schooi van 66.7 pet.
tot 54.8 pet. van het leerlingental daalde, ter
wijl het Bijzonder Onderwijs van 33.3 pet.
tot 45.2 pet klom.
Optimisme of fantasie?
zelfs tegenstanders van confessioneel onder
wijs „eigen" scholen ziet oprichten, (de Bond
van Scholen voor Neutraal Onderwijs vierde
haar 10-jarig feestl) moet men bewondering
hebben voor het optimisme van eon man als
het Tweede-Kamerlid M r. P. J. O u d, die op
't „demonstratief congres" van 29 Mei in ver
voering uitriep, dat „het beginsel der Opcnb.
School zóó krachtig is, dat het op den duur
zal moeten zogevieron". Alhoewel dit begin
sel van dezelfde substantie blijkt te zijn als
het liberale beginsel, dat telkens nieuwe
„oplevingen" doormaakt en van welks vic
torie men aanhoudend vaste verzekering
ontvangt, doch dat niettemin steeds meer
wordt achteruitgedrongen!
Neen. die verwaten roep over „de School
waaraan de natie gehecht Is", geeft hoe
langer hoe meer aanleiding tot spot. Hot libe
rale „Vaderland", lettende op een deel der
sociaal-democratische onderwijzers in de
Openbare School, die als „cellenbouwers daar
hun vernielend werk verrichten", riep in
Juni nog waarschuwend uit: „De Openbare
School zal nationaal zijn of niet zijn!"
Contra Vorstin en Vaderland.
Die onderwijzers schijnen wel gekozen te
hebben voor het „niet zijn", als men zich
herinnert, dat in het voorjaar te Gouda door
het Hoofdbestuur en het Afdeelingsbestuur
van den Bond van Ned. Onderwijzers een
actie op touw gezet werd tegen het zingen
van vaderlandsche liederen door leerlingen
van Opcnb. Scholen op 30 April. Geen won
der, dat bij zulk een gekweekte mentaliteit
een 12-jarig scholier te Amsterdam, toen 'n
onderwijzeres de klasse hot „Wilhelmus"
wilde laten zingen, daartegen „bezwaar"
durfde uiten, een feit, waaraan zelfs een wet
houder en een schoollnspecteur te pas moes
ten komen. Dat men te Ooltgensplaat voor
zijn dreigement tegen steun aan de Christe
lijke School zich van een circulaire in oran
jekleur gebruik maakte, verhelpt genoemd
mankement aan „nationaliteit" niet Ter
vergadering van pasgenoemden Bond te Rot
terdam word zelfs geprotesteerd tegen het
feit, dat eon paar mot name genoemde hee-
ren hadden zitting genomen in het Natio
naal Crisiscomité.
Nóg bonter maakten het openbare onder
wijzers te Den Haag, die in een gestencild
blaadje „De Rooie Lap" hun gemis aan eer
bied voor het gezag (doelende op de zang-
hulde aan de Koningin) aldus uitten: „Daar
om gaan we meeblèren als de bourgeoisie
do schoolkinderen misbruiken wil om het
chauvinisme als wapen tegen de hongeren
de arbeidersmassa eons extra aan te wak
keren". Hun collega's spoorden ze zelfs open
lijk tot revolutionaire actie aan: „Ziet slechts
naar de aktie van de Engelsche matrozen"
en: „Die door de salarlsroof getroffen wor
den, maakt een begin met revolutionaire
strijd!" Het eenige „nationale" dat hier nog
te onderkennen valt, zou zijn liefde voor
Sovjet-Rusland!
Hoe kostelijk steekt hierbij aJ de „Nassau-
reis", vorig Jaar op touw gezet door de
Vereen, 'van Chr. Onderwijzers, die daarbij
nog de stille hoop zou willen verwezenlijken
eenmaal het kasteel Diez der Nassau's aan
te koopen en te restaureeren.
Als do Openbare School niet finaal ver
nield wordt door haar eigen onderwijzers,
zal ze nog doodgaan aan een zelfs niet be
staande ziekte, nl. die der „neutraliteit".
O, die neutraliteit! Het „Handelsblad"
schreef vorig jaar: „Heden weigert een leer
ling op grond van zijn lidmaatschap van
de A. J. C. hot „Wilhelmus" te zingen. Mor
gen een ander „Zie de leliën op hot veld",
omdat er In voorkomt: „God, de Heer, riep
u uit d'aard", terwijl zijn vader atheïst Is
Overmorgen heeft weer eon leerling bezwaar
tegen „In naam van Oranje, doe open de
poort" omdat het naar den smaak van een
leerling militaristisch is. De „neutrale
School" zal sterven aan de neutraliteit, en
dat terwijl „neutraliteit" een onbestaanbaar
iets is".
De godsdienst der O. S.
Te Gouda werd in een in Maart verspreid
manifest nog eens gezegd, dat op de neu
trale Openbare School „godsdienst contra
bande" ls. Doch een paar dagen later ter
openbare vergadering van het Haagsche Co
mité voor de Openbare School hiel de pro
pagandist Ds. G. Westmijze een rede onder
den titel: „De Openbare School de meest
Christelijke!" Vermoedelijk ligt de synthese
tusschen deze twee in flagranten strijd
zijnde uitspraken in het woord van den pro
pagandist H. Groene wout, die te Marle
(O.) voor de belangen der Openbare School
kwam pleiten, omdat er de stichting van
een 2de Chr. School dreigde, en daarom (vol
gens „Twentsch Volksblad") adviseerde:
„Doe een beetje moe In dit geval aan de
leer der Christelijkheid"!
De vorig jaar gedane ontdekking (of: uit-
inding?) van het „Schoolblad", orgaan
an het Ned. Onderwijzers-Genootschap, dat
„de Openbare School boven de Bijzondere
verkieslijk is, omdat de laatste de school is
met exclusieven godsdienst en de eerste met
universeele religie" werd misschien noR
het best verstaan op een openbare dorps
school in de inspectie Alkmaar. Hier was.
blijkens het inspectie-verslag, onder de
schooluren het godsdienstonderwijs „wegens
ziekte van den predikant reeds gedurende
gedragen aan het dienstmeisje uit het do
mineesgezin".
Noch de leuze van „de School waaraan
de natie gehecht is", noch die van haar be
weerde „neutraliteit", zal de Openbare School
lot hernieuwden bloei kunnen brengen of
den groei van het Bijzonder Onderwijs kun
nen keeren.
Groei en bloei bij óns!
Vorig Jaar zijn zelfs weer tal van inrich
tingen voor Bijzonder Christelijk OnJerwdJa
geopend: een Chr. Lyceum voor Meisjes te
Amsterdam'; een Chr. H. B. School voor Am
sterdam-Oost (in het luxueuse woonhuis van
den indertijd veelbesproken Barmat); Chr.
Nijverheidsscholen voor Meisjes te Amster
dam, Haarlem en Rotterdam en een uitbrei
ding met 'n leeraressen-cursus te Delft; Chr.
Landbouwscholen te Amersfoort, Franeker,
Musselkanaal, Winsum (Gr.), en te Zetten
een Chr. Opleidingscursus voor leeraressen
bij het Landbouwhuishoudonderwijs; een
Chr. School voor Zelfwerkzaamheid té Am
sterdam. met Prof. D r. J. W a t e r i n k als
adviseur, bestemd voor Voorb. L. O. en L O.
en tevens opleidend voor M. O. en Voorb.
H. O.; terwijl 60 nieuwe gewone Chr. Scho
len voor L. O. met 8406 leerlingen tot stand
kwamen, waardooi het aantal Prot, Chr. Scho
len tot 2075 en het aantal harer leerlingen
tot 323.573 steeg.
Al wordt ons Bijzonder Onderwijs, met
name het Lager, nog door tal van wette
lijke bepalingen in zijn noodige en behoor
iijke vrijheid belemmerd, indertijd telde
J. C. Wirtz niet minder dan 33 „banden"!
we zijn dankbaar voor de nieuwverkregen
inrichtingen. Dit mag ons echter niet ont
slaan tegen nóg verdere inperking van de
ons gelaten „vrijheid" te waken. Zoo is vo
rig jaar als feit vermeld, dat een inspecteur
het gebed op de Chr. Landbouwschool buiten
de lesuren wilde doen geschieden, niet door
den ondenvijzer, maar door een bestuurslid.
Rechtens is hem te verstaan gegeven, dat
zulk een regeling buiten zijn bevoegdheid
lag en men hield zich aan den gewonen
gang van zaken.
De Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs,
op wier 40ste algemeene vergadering de Mi
nister van Onderwijs persoonlijk haar voor
zitter, Prof. D r. W. J. Aalders, een ko
ninklijke onderscheiding kwam mededeelen,
mocht de 500sto school bij zich zien aan
sluiten, geopend na veel tegenstand.
Het Geref. Schoolverband vierde zijn 25-
jarig bestaan. Zijn secretaris, J. van der
Waals, stelde voor deze gelegenheid een
keurig gedenkschrift samen.
Nog één Jubileum, van buitengewonen
aard, moge hier gememoreerd worden.
,,'s Heeren Loo", de stichting te Ermelo tot
opvoeding en verpleging van idiote en ach
terlijke kinderen, het onder leiding van
wijlen D r. Mr. W. van den Bergh ge
plante stekje, dat onder den zegen des Hee
ren is uitgegroeid tot een boom, die over
vele mlsdeelden schaduw en zegen ver
spreidt. mocht haar 4T-jarig jubileum
vieren. Niet minder dan 4000 kinderen wer
den verzorgd, opgevoed en zooveel mogelijk
onderwezen. Vorig jaar telde ,,'s Heeren Loo"
570 verpleegden en de daaruit voortgeko
men inrichtingen „Lozenoord" 300, „Gront-
Emaus" 30(, de Dr. Mr. W. van den Bergh
stichting 220 en het Paedologisch Instituut
20 verpleegden en pupillen, totaal 1400. Al
leen wie hiermee in contact kwamen, kun
nen eonlgermate heseffen, welk oen toewij
ding dit Buitengewoon Chr. Lager Onderwijs
heeft gevraagd,
Grenzenlooze actie.
Tot stand kwam een Internationaal Ver
band van Chr. Opvoedings- en Onderwijzers-
organisaties. Onder voorzitterschap van D s.
J. L. Pierson werd voor de eerste maal
te Frankfort a. d. M. vergaderd. Uit ons land
waren aanwezig 19 organisaties en 11 uit
Duitschland, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk,
België en Zwitserland. Als grondslag werd
aanvaard „het Bijbelsche Christendom van
Jezus Christus, Gods eenigen Zoon, den
Heere en Verlosser, naar luid van de refor
matorische belijdenisschriften met erkenning
van haar eigen historisch geworden ka
rakter".
Verdieping en belijning.
De Vereen, voor Chr. Gref. Schoolonderwijs
in Nederland droeg haar Bestuur op een
Vereen, van Chr. Geref. Onderwijzers te
stichten „tot bestudeering onzer beginselen".
De Bond van Besturen van Chr. M.U.L.O.-
Scholen en de Vereen, voor Chr. M.U.L.O. in
Nederland schreven een prijsvraag uit voor
een leerplan, uitsluitend voor het Bijbelsch
onderwijs, berekend voor een 3-jarigen cur
sus, aansluitend aan het zesde leerjaar der
Lagere School.
De pas opgerichte Vereen, van Geref. Lee-
raren in de Paedagogiek mocht onder voor
zitterschap van Prof. D r. J. Waterink
haar eerste jaarvergadering houden. Mogv
het „nieuwtje", dat de presentie van 100 pet.
der leden bracht, elk jaar practisch gerepe
teerd worden!
Offervaardigheid,
Bijzondere offervaardigheid voor het Chr.
Onderwijs werd betoond te Veenhuizerveld
(G.). waar een Herv. School geopend werd,
geheel uit eigen middelen en zonder eenigen
Overheidssteun gebouwd. Ook de Kerkeraad
der Geref. Gemeente te Barneveld besloot
zonder subsidie-aanvrage een eigen School
te stichten, gelijk voorheen reeds een School
der Geref. Gemeente te Genemuiden tot
stand kwam. De „Voorzorg" met respect over
zulk een besluit sprekende, zei bij de mede-
deeling ervan: „daarbij wordt men toch
even stil".
De Unie-collecte voor de Scholen met den
Bijbel bracht vorig jaar f 91.123 op, een be
drag dat waarschijnlijk nog met het totaal
van één collecte-lijst vermeerderd wordt
Wanneer gepubliceerd wordt wat de voor
standers van Openhaar Onderwijs gezamen
lijk hebben geofferd, zullen we dat in een
volgend Jaaroverzicht memoreeren.
„Waaraan da natie gehecht ls?"
Ten slotte hopen we, dat als de tijd zal
leeren aan wélke School „de natie gehecht
ia", het moge zijn: de School met den Bijbel!
„Voedt uwe kinderen op in de leering en
vermaning des Heeren" (Ef. 6 4).