Radio Nieuws. Gemengd Nieuws. ZIJN BELOFTE GETROUW DINSDAG 12 JANUARI 1932 OERDE BLAD PAG. 9 HONDERD JAAR KADASTER door VV. VAN RI ESSEN EEN NUTTIGE EN ONMISBARE STELLING HOE HET TOT STAND KWAM Ieder dóe wel eens iets met onroerende goederen te maken heeft gehad, zal, voor het verkrijgen van inlichtingen daaromtrent zijn schreden al gauw naar het kadaster ge wend hebben, de plaats waar men het geheele grondbezit geregistreerd vindt. Wie van een bepaald perceel gr aid iets te weten wil komen, dient op de kadastrale kaart eerst aan te wijzen, waar dat perceel ligt; deze kaart vermeldt het kadasternummer ervan. Via een perceelsnummer-register dan te vinden te wiens name het bedoelde grondstuk is gesteld en tevens hoe groot het is. Tegelijk blijkt dan of dezelfde eigenaar nog meer grond bezit in die kadastrale ge meente: de z-g. kadastrale legger geeft meli:k onder één hoofd al zijn perceelen in drie gemeente. Een kijkje in een kantoor. Kijkt men in zoo'n kadasterkantoor rond (er zijn er 33 in het geheele land, die dus elk een groot aantal gemeenten bestrijken) dan vallen aJ dadelijk de rekken langs de wan den op, geheel gevuld met tallooze diikke registers. In portefeuilles worden er verder een groot aantal bladen der kadastrale kaart bewaard, voor iedere gemeente afzonderlijk. Allee te zaxnen beschouwend, ziet men spoe dig in, dat het samenstellen en het bijhou den van drit kadaster geen kleinigheid is geweest Waar het nu juist honderd jaar geleden is, dat het Kadaster hier te lande werd ingevoerd (bij de wet van 2 Jan. 1832 Stbl. no. 1) is het wellicht niet ondienstig eens iets naders over het tot stand komen en de werkwijze dezer nuttige rijksinstelling mede te doelen. Gelijk dit met zooveel instellingen het ge val is geworden, dient het Kadaster thans niet meer alleen voor dat doel, waarvoor het is opgericht; het heeft integendeel een veel meer omvattende taak gekregen, dan het zich bij zijn oprichting toegewezen zag. De geschiedenis. Bij den aanvang dier negentiende eeuw was het geheele belastingstelsel sterk ver schillend van het huidige bij ons geldende etelsel en speciaal de grondbelasting (van oudsher dè 'belasting bij uitnemendheid) was lang niet' geregeld zooals ze behoorde te zijn. Bij de heffing ervan speelden wille keur en bevoorreohtring een groote rol en reeds voor den Franschen tijd trachtte men hierin verandering te brengen en overwoog de inrichting van een kadaster als hulpmid del bij de heffing der grondbelasting. Eerst de inlijving bij Frankrijk echter bracht ons, met vele andere nuttige regelingen, ook de inrichting van een perceelsgewijs kadaster. Waar Frankrijk zelf destijds aan een ka dastreer* ng bezig was, viel nu aan ons land een volledige, beproefde instructie daarvoor ten deel, drie ook is blijven gelden, nadat de Fransche overheersobing ten einde was ge raakt. Om tot een billijke verdeeMng der grond belasting te geraken waren twee dingen noodig: eerstens moest men kennen de grootte van het grondbezit van eiken eige naar en tweedons de waarde drie deze grond vertegenwoordigde. Voor het laatste was schatting noodig. Alle grond werd gebracht tot een zeker aantal klassen. Elke klasse achtte men nu een zekere z.g. belastbare opbrengst te vertegenwoordigen, uitgedrukt per H.A. Het is duidelijk dat als men een perceel eenmaal geschat had als te behoo- ren tot een zekere klasse, men de belast bare opbrengst ervan kreeg door de grootte te vermenrigvuJdrigen met de belastbare op hrengst per hectare. De aanslag in de grondbelasting zelf (ten minste voor zoover het ongebouwd betreft) bestond nu in een zeker percentage van drie belastbare opbrengst van alle perceelen aam één eigenaar behoorende. Om de grootte der perceelen te bepalen was een opmeting van het geheele land noodiig, waarmede landmeters werden be last. Elke gemeente werd afzonderlijk behan deld en onderverdeeld in secties. Men ver vaardigde kaarten op schaal 1 a 5000 (woeste gronden), 1 2500 (landelijke eigendommen) 1 a 1250 (steden en dorpskommen) en stelde hierop alle perceelsgrenzen (zoowel gewone cultuurgrenzen als eigendomsafscheidiingen gebouwen, waterloopen e.d. vast; elk perceel kreeg een nummer en als een blad gereed was, werd grafisch (dus uit de teekening) de grootte der perceelen berekend. In regie- Iers werden alle uitkomsten verzameld. Het is van belang te weten, dat de landmeters den terreintoestand opnamen volgens het genot dat de rechthebbenden van den grotio hadden. Ons kadaster is dus een bezitska- daster geworden, naspeuren of de feitelijke af schei dingen klopten met den eigendoms- toestand deed men niet! Een reuzenwerk. De kadastTeerimg van het heele land is een reuzenwerk geweest; men staat thans nog verstomd over de fraaie resultaten die de landmeters uit dien tijd met hun primi tieve hulpmiddelen wisten te verkrijgen. De oorspronkelijke kaaiden worden althans waar later niet gedeeltelijk is hermeten, al tijd nog gebruikt- Bij gebrek aan cijfermate riaal (dat na de meting is vernietigd!) vor men zij nog een waardevol gegeven ter bepa ling van gtrenzen op het terrein waar twist over bestaat Na de inrichting van het Kadaster moest dat worden bijgehouden, wat helaas in den eersten tijd na 1832 niet allrijd even goed ia gebeurd. Nieuw ontstane gTenzen tusschen velschillende eigenaren tengevolge van ver koop van een gedeelte van een bestaand perceel, sticht.ii - van gebouwen, aanleg van wegen of kanalen gepaard gaande met ont eigening, dót alles eisohte meting door den landmeter en vooretelling ervan op de ka- dasterk aar-ten. Het hedendaa.gsche technische personeel van het kadaster, bestaande uit landmeters en de hen assristeerende teekenaars en meet- arbeiders, verricht bijna uitsluitend bijhou- dringswerk. Van elke verandering vrordt een afzonderlijk kaartje opgemaakt, een z.g. hulp kaart dat oude en nieuwe toestand aan geeft en waarop de nummers der oude per ceelen, drie vervallen zijn, voorkomen zoowel als drie van nieuw ontstane perceelen. Voor boeking der wijzigingen in tenaamstelling en grootte der perceelen is het noodig dat van elke verandering ook een metingsstaat wordt opgemaakt Van daaruit komen de nieuwe gegevens In de kadastrale registers. Bij overgang van geheele perceelen ge schiedt de overboeking rechtstreeks. We spraken hierboven ervan, dat de func ties van het kadaster zoo uitgebreid zijn sinds zijn oprichting. Gelijk bekend is, wordt elke akte, betrekking hebbende op de oven dracht van onroerende goederen of zakelijke rechten daarop, overceschreven op het hypo- theekkantoor (dat nauw verbonden is met l..t kadasterkantoor). Voor een notarieele akte erisoht de wet nu, dat het betrekkelijke onroerende goed aangeduid wordt door zijn kadastrale kenmerken en hetzelfde geldt wanneer hypotheek verleend wordt op een omroerend goed en hiervan een hypotheek- akte en een borderel van inschrijving woo den opgemaakt door den notaris. De bedoe ling is dat het onroerend goed zoo duidelijk mogelijk wordt aangeduid en, waar de re gisters van 'hypotheek- en kadasterkantoor voor ieder toegankelijk .zijn, dat de indenti- tei/t van een perceel grond, waarvan men de omstandigheden (eigenaar, grootte, hy potheek, enz.) wiil nagaan voor ieder vast staat» We komen zoo op de vraag, of het ka daster nu ook bewijskracht in rechte heeft, cLw.z. koopt b.v. iemand een perceel grond met een huis, dat een zeker kadastornum- mer heeft en later blijkt dat de grenzen, zooals die bij het kadaster bekend zijn, ver schillen met den toestand op het terrein, of dam de koop geschied is van het stuk grond, zooals het kadaster daarvan de om vang 'heeft vastgelegd. In 't algemeen moet drie vraag ontkennend beantwoord warden. Aan pogingen om drit anders te maken heeft (het niet ontbraken, het is hier niet de plaats hierop verder in te gaan. Hier moge volstaan worden met de opmerking dat het todh diwaas is dat een particulier tegen betaling van vrij veel geld door den landmeter kan aangewezen krijgen zijn grenzen, zooals het kadaster drie kent, doch «Jat hij, noch zijn buurman, met drie beslissing genoegen behoeven te nemen als deze in hun nadeel uitvalt Slechts na een procedure, waarbij allerlei bewijs aange roerd mag worden, kan de rechter beslis sen hoe de toestand tusschen partijen is. Deze kan afwijken van de kadastrale toe stand en toch is het vermelden van ka dastrale aanduiding der perceelen in een akte dwingend voorgeschreven! Ook het kaartmateriaal van het kadaster heeft een veel uitgebreider functie verkre gen. Allerlei technische diensten maken ge bruik ervan als grondplan, waarop verder werk gebaseerd moet worden (uitbreidings plan een er gemeente, onteigeningspro j ecten voor wegen- en kanalenaanrieg). Echter be staan te dezen opzichte dezelfde nadeelen bij het kadaster als bij de beslechting van grensgeschillen. Voor deze doeleinden is het niet opgemaakt en zijn zijn gegevens nriet nauwkeurig genoeg. De schaal der kaarten is te klein, van zeer veel oude grenzen zijn óf heel geen cijfers der meting bewaard ge bleven óf de voorstelling ervan op de kaart strijdt met den ferreinstoestand. Wil het kadaster goed functioneeren, dan drient er zooveel mogelijk hermeten te worden, en dan in één etelsel. Zoodoende krijgt men kaarten op grootier schaal, drie alle zuiver aan elkaar zijn te passen. De Rijksdriehoek- metinig zorgde reeds voor een netwerk van vaste punten, dat over het heele land uit gespreid ligt De lagging dezer punten is in meeilkundig verband bekend; ze zijn drirect op de kaart voor te stellen. Het kadaster dient nu nog meer vaste punten te bepalen in hun onderlinge ligging (z.g. technische grondslag). Deze kunnen dan onderling worden verbonden door meetlijnen, die moeten dienen om alle grenzen en gebou wen vast te leggen De bestaande bijhou- dimigsmethode meet nieuwe grenzen meestal vast aan meetlijnen die zelf aan bestaande gebouwen en afscheidingen zijn vastgeme- ten. Zijn deze „vaste" punten later verdwe nen, dan is de meetlijn en dus ook de nieu we grens niet altijd meer nauwkeurig te rug te vinden. Is de ligging van iedere grena altijd weer wiskundig te berekenen, zander dat eenigen twijfel daaromtrent behoeft te bestaan, dan zal ook de rechter meer be wijskracht aan de kadastrale gegevens moe ten toekennen in de procedure. Echter dient de weg geopend te worden dat partijen bij overeenkomst hun gemeen schappelijke grens kunnen vaststellen en wel bij proces-verbaal (voorzien van een schetsteekening met maten), opgemaakt ten overstaan van een landmeter en overge schreven op het hypotheek-kantoor. De rechter moet dan met wat in «Jie akte is bepaald rekening houden en vele grens kwesties zouden zoo een gemakkelijke op lossing krijgen. Een desbetreffend wetsont werp sluimert altijd nog op de een of an dere departementsaf deeling. Wellicht vinden de direct belanghebben den onder het publiek, b.v. notarissen, bouw ondernemers of hypotheekbanken het eeuw feest van ons kadaster een welkome ge legenheid om bij de Regeering aan te drin gen dat het Nederlamdsche kadaster op drie hoogte gebracht wordt, dat het zoowel op technisch als juridisch gebied aan alile gestelde edschen voldoet. Er valt nog wel iets aan te verbeteren. DOODELIJK JACHTONGELUK. Toen een jachtopeiener te Hulst (Z.) een jachthiTis passeerde, vond hij de deur openstaan. Zich naar binnen begevende, trof hij d'aar, liggende op den grond, den heer Z. aan met een geweerschot in de borst De man was reeds overleden. Het geweer waarmede het schot was gelost. Ia? in die nabijheid van den heer Z. Deze was des morgens van huis gegaan naar het jachthuis. BRANDEN. Te Zuidbroek (Gr.) is de schuur van de boerderij, bewoond door den landbouwer De.. Vries en den arbeider Jager, behoo rende aan de woningstichting „Zuiidibroek", afgebrand. Twee paarden en eenig pluim vee kwamen in de vlammen om. De oor zaak van den brand is onbekend. De scha de wordt door verzekering gedekt SLACHTOFFER VAN EEN UITVERKOOP. Een kleedingmagazijn te Almelo had tegen Zaterdag een uitverkoop aangekondigd en daarom speciaal werk van de étalage ge maakt. O.a. viel daarin een heereucostuum te aanschouwen voor den prijs van... f 1.80 Voor dit koopje waren zeer veel liefhebbers; de eigenaar kreeg dezer dagen bezoek van meer dan honderd personen, die .iet cos- tuum wilden koopen en genegen wazen zelfs meer dan het geprijsde bedrag te oetaien. De eigenaar ging hierop echter niet in en verwees naar het begin van de uitverkoop: Zaterdagmorgen negen uur. Een bejaard 'man, aldus het N. v. d. D., bedacht hierop een plannetje om alle andere gegadigden voor te zijn. Hij posteerde zich in het holst van den nacht van Vrijdag op Zaterdag in het portiek on gaf dit plekje niet vrij. Onafgebroken bleef hij zitten hoe-' wel de nacht kil was. De politie, die juist tegenover het klee dingmagazijn gezeteld is, kreeg medelijden met den hardnekkigen costuumkooper en bracht hem van tijd tot tijd een dampend bakje koffie, hetgeen in dank werd aan vaard. Tegen het openingsuur had zich een groote schare menschen voor den hinkel verzameld, maar de man bleef nummer één. Hij kreeg het pak ook. 't Is echter «1e vraag of het hem heeft gepast.. BRANDEN. Ten huize van den heer G Buisman in ,Plan West" te Medemblik, ontstond brand welke door spoedig en krachtig optreden weldra werd gebluscht. Een groote kool- schuur met daarin expeditie-kantoor ging nagenoeg geheel in de vlammen op. Verzekering dekt de schade. INBRAAK IN EEN KERK In Hoensbroeik (L.) is in de R.K. kerk in gebroken. Kasten in de sacristie werden opengebroken. De kleeron der miedienaars werden op den grond geworpen. Er worit echter niets vermist De politie stelt een on derzoek in. „DE ROOIEN HEBBEN ZICH LATEN VERKOOPEN!" Uit liet raadevenslag der gemeente Hoens broeik in het Limburgsoh Dagblad: Raadslid: „Mijnheer de voorzitter, de rooien hebben zich laten verkoopen!" Voorzitter hamert; de S.D.A.P. protesteert. Raadslid„Mijnheer de voorzitter, ik had thuis een hok met konijnen, 4 grijze, i witte, en 3 rooie. En die «irie rooie heib ik nu ver kocht Heb ik nu als Nederlan Ier niet 't recht om te zeggen: de rooie hebben zich laten verkoopen?" (Zeer groote vroolijk- held). DE ONGEREGELDHEDEN TE HOORNSTERZWAAG Vrijdag werd de weirkverschaffing te Hoornet erz waag door den Rijksinspecteur der Werkverschaffing in Friesland geslo ten, omdat een dag te voren ongeregeldhe den waren voorgekomen. De aanstichters daarvan werden ter beschikking der justi tie gesteld. Het vermoeden, dat deze ongeregeldheden onder communieti6Ciie agitatie zijn geschied en op andere werken zulten worden voort gezet, bleek juist Op de Korte en Lange Rijpe te Beets, uit gaande van de N.V. Drie Provinciën, wer den de arbeiders met het motief, dat de loo nen te laag zijn, tot staking aangezet Om ongeregeldheden te voorkomen hebben ten slotte alle arbeiders, 400 k 500 pensonen, het werkterrein in volmaakte orde verlaten. On der deze arbeiders bevindt zioh een groot aanital, dat a.ls werkwillig wenscht te wor den beschouwd en dezen hebben zich ter stond bij de burgemeester van Opeterland en Smallingerland aangemeld. Maatregelen om deze werkwilligen onder bescherming te doen werken, worden over wogen. Op 18 Ja-n. e.6. wordt de werkverschaffing i«n Ooet-Schoteriand, waar ook ongeregeld heden plaats hadden, geopend. In alle rijks werk veredhaffingen in Friesland pogen de communieten de vverkloozen op te hitsen. Het heet, dat de loonen met 10 worden verlaagd. EEN STRAATROOVER Te Amsterdam heeft een bewoonster van da Tweede Constantijn Huygensstraat bij de politie aangifte gedaan, m de Beethoven- straat onder bedreiging met een revolver gedwongen te zijn, haar hanillaschje af te geven aan een onbekenden man. STOOMSCHIP LEK GESTOOTEN. Men meldt ons uit Delfzijl: Zondagmorgen omstreeks 10 uur is het met stukgoed geladen sjs. „Hunze IX", dat een geregel den dienst onderhoudt tusschen Groningen en Hamburg, bij het meren aan de kade van de haven van Delfzijl tegen een betonnen duödialf gestooten. Hierdoor ontstond een gat onder de waterlijn en stroomde het water in de machinekamer. Direct werden noodseinen gegeven, waarop twee in de haven liggende sleepbooten zich naar het in gevaar verkeerende stoomschip begaven. Het schip maakte toen reeds zwaar slagzij. Het lukte hen om de „Hunze IX" in de haven aan den grond tc zetten, waar voorloopig het gat werd gedicht Per soonlijke ongevallen kwamen niet voor. Uit Oost-lndie EEN CHINEESCHE DOBBELAARSBENDE TELOKBETONG, 9 Jam. (Aneta). Na vam een douaneambtenaar een waarschuwing te hebben gehad, arresteerde de politie te Ooeöhaven een bende Ghimeesche dobbeflaars afkomstig van Paletnbang, die op doorreis naar Java waren. Bij de visitatie der koffers werd eon opium pijp aangetroffen, terwijl na visitatie aan den lijve opium werd oango- troffen, ail6 ook 100 valedhe bankbiljetten van ƒ10, serie R.Rweüke de smokkelaars in kleine bundeltjes aa.n hun kuiten hadden vastgebonden. De bende bestaat uit li per sonen, w.o. twee vrouwen. In beslag wer den genomen tot een bedrag van ruim ƒ10.000 aan gangbare bankbiljetten. De bende deed goede zaken te Palembang door het im circulatie brengen vam valech bank papier. EEN VALSCHE MUNTERSWERKPLAATS DJOKJAKARTA, 9 Jam. (Aneta). De reeds gemelde overval van een valeche munterij geschiedde ten huize van den Djokjaschen Kraton-eimbtenaar Raden Sosowiidjojo. Een groote installatie voor een valeche munterij werd in beslag genomen, evenals 30 rijks daalders, 20 gulens en eert aantal mislukte halve guldens. De guldens en rijksdaalders waren schitterend nagemaakt. Hun gewicht was precies gelijk aan dat vam de echte munL Hun klank wa6 zelfs helderder dan van de echte. De recherche arresteerde vijf personen te Djokjakarta, Solo en Ponorojo. Te Ponorojo werd eveneens een volledige installatie voor valsche munteirij ontdekt, welke vermoedelijk sedert maanden met gebruikt was» DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN INDIE BATAVIA, 11 Jan. (Aneta). Bij de opening van de zitting van den Volksraad, heeft de voorzitter een rede gehouden, waarbij hij in het licht stelde, dat de economische toestand van Ned.-Indië nooit zoo ernstig is geweest, sedert de instelling van den Volksraad. De oorzaak hiervan ligt buiten Nederl.-Indië. De wereldconstellatie wijzigde zich in Indië's nadeel. De waarde van den export daalde tot minder dan de helft Niettemin zijn er lichtpunten, indien de vrede gehandhaafd blijft. Spreker wees op den ruimen voedsel voorraad en de toenemende technische ont wikkeling welke moed geven om de depres sie te doorstaan. Met bezuiniging komt men er niet meer, nu blijven alleen over stopzet ting van werken, ontslag van personeel, sa lariskorting en belastingverhooging. Het besef moet doordringen dat de geheele sa menleving een geheel is, welk geheel een zwaren last moet dragen. De tijd i9 voorbij, waarin men een maatregel kon afwijzen, om dat hij leed veroorzaakt, en afbraak brengt. Thans moet w«)den gevraagd of andere maatregelen niet nog slechtere gevolgen zul len hebben. De begrooting werd van f 500.000.000 terug gebracht tot f 300.000.000 en laat nog een tekort van f 150.000.000. Kerkdiensten, «dl 8 00 Ruls.n N.C.R.V.: Schriftlezing ld 00 Hilversum V P.R.O Morsrenwijdlnff 10.30 Hulzen N.C.R.V.: Ziekendleiu=t, te leiden door Ds. L. Oranje 14.30 Hilversum V.A.R.A.: P. J. Kers Jr. ..Onze Keuken" 14.30 Huizen N.C.R.V.: Chr. lectuur 18.00 Huizen N.C.R.V.: Voor de landbouwer» -->.00 Huizen N.C.R.V. S. M r. d. OülSn: ,.Pe grolden fen PryslAn VA. RA: Joods ch half- 19.00 H 11 v e 30.00 Hulzen N.C.R.V.: Ds. B. J. C. Rljndersï „De opvoedende kracht de>r zending" 21.00 Hulzen N.C.R.V.: P. U Gorrltse: „Het belang van de verzekeringswetten voor ons 18.45 Hllrersui 17.00 Hulzen X.C.R.V.: Klnderuurtje AMOK IN EEN GEVANGENIS. BUITENZORG, 11 Jan. (Aneta). De Re geering ontving een telegram van den Gou verneur van Celebes en Onderhoorigheden d.d. 9 Januari, meldende, dat op 7 Januari de veroondeelde M o e s i, die elders zijn straf zou moeten uitzitten, doch op dat oogenblik in de gevangenis van Takalar vertoefde, amok heeft gemaakt De gevangenisoppasser aopa werd door hem in zijn razernij met een houten rijstlepel van achteren neergeslagen, D eoppasser is aan de bekomen verwondin gen overleden. De amokmaker Moesi die wegens dood slag en bedreiging met geweld door den. aLndraad van Takalar tot een gevangenis straf van achttien jaar was veroordeeld, verklaarde dat de reden, waarom hij amok maakte gelegen was in het feit dat hij naar een gevangenis buiten Celebes zou worden opgezonden om aldaar zijn straf uit tc zit- PREM1EBOEKJF PRINSESJE STERREMUUR Van het mooie Kinderverhaal PRINSESJE STERREMUUR. door G. Th. ROTMAN hebben we nog slechts een kleine voorraad. Om teleurstelling te voor komen bestelle men spoedig. Door bovenstaand Premieboekje te bestel len sal men de jeugd een groot pleizier doen. Het kan afgehaald worden aan ons Bureau, zoomede worden toegezonden na ontvangst van 50 cent per ex. in postzegels of storting op ons gironummer. Men gelieve op de enveloppe te vermelden; „Sterremuur". Ook de Agenten en Bezorgers nemen bestellingen aan. Ondergeteekende verzoekt toezending van exemplaar (en) Premieboekje „PRINSESJE STERREMUUR", waarvan bedrag bijgaat: in postzegels per giro is verzonden WOONPLAATS FEUILLETON (Naar het Engelsoh) Weybourne wist zeer goed, dat hij bij wijn vriend in hooge eere stond. Maar toch kostte het hem moeite, zelfs tegonover Farenham, zijn innigste gevoelens bloot te leggen. De zaak was, dat hij aanbood, Rex gedurende tweo jaar les te geven. „Les te geven enkel en alleen voor het genoegen om dit te doen. Maar man. ik denk er niet aan!" luidde in het eerst het antwoord van den landheer. „Ik zei alleen maar, dat de scheiding mij zooveel verdriet zou doen. maar ik wist niet, dat het je dit voorstel zou ontlokken. Je kunt je tijd wel beter besteden. Ik wil er niet van hooren! Dit is een veel te zware taak „Je vat het verkeerd op, Farenham," viel zijn vriend hem in de rede. „Er is veel meer egoïsme in mijn voorstel, dan je denkt Ik ben een eenzame man, word met het jaar eenzamer. Ik heb niemand op de wereld, die mij toebehoort Je kent mijn geschiedenis, hoe ik liefde voelde voor een jong meisje, die reeds do verloofde was van een ander. Sinds dion heb ik nooit meer lief gehad en zAI ook nooit meer liefde voelen voor eenigo vrouw Maar er zijn nog verlangens in mijn ziel, die ik niet onderdrukken kan Ik heb geen kind, maar heel mijn hart gaat er naar Uit, om mij in eenig opzicht toch ook in te spannen voor een jong leven. Ik zou een man van hem maken, zooals ik een man verlang. Wil ja mij den jongen een paar jaar toevertrouwen Farenham? Hij zou natuurlijk missen den omgang met kame raadjes van zijn leeftijd." Cecil Farenham keek den dominee door dringend aan. Na al die jaren, dat ze toch zoo intiem waren omgegaan, was dit een openbaring. „Of ik hem je wilde toevertrouwen? Maar natuurlijk, Basil. Wat wil je van hem maken?" „Ik zal van hem maken een man, op wien je trotsch kunt zijn als je zoon. Hij zal een persoonlijkheid worden en een per soonlijkheid van een hoogstaand karakter." „En als hij je nu eens teleurstelt?" „Ik geloof nooit dat dit dan komen zou door hetgeen Ik hem lecren zal." „Nu, haal je hart dar. op aan hem!" lachte Cecil Farenham. „En natuurlijk zal ik je Innig dankbaar zijn voor dit onder- „De dank is aan mij! Dat kan mij een voldoening schenken, waarop ik niet had durven hopen." Hij kon niet meer over andere onderwer pen spreken, nu hem zoo ineens zijn Innig ste verlangen werd toegestaan en het liefst maar was hij alleen, om zich nog eens recht te kunnen verheugen over zijn geluk. Want als een geluk beschouwde hij het Hij nam dus afscheid van zijn vriend en ging zich op zijn studeerkamer zitten ver diepen in de taak, die hij op zich genomen had. Tntusschen lag Rex zelve te bed met kies pijn, wierp zich onrustig van de eene zijde op de andere en kon niet slapen. Zóó vond zijn vader hem, toen hij nog eens even bij hem ging kijken, eer hij zelve zich ter ruste begaf. „Waarom heb je niet Ellie of Elsa geroe pen?" vroeg Cecil Farenham. „Ik heb dit spoelsel", zei hij en wees op een fleschje, dat op tafel stond. „En of ik nu Ellie of Elsa riep, dat zou de kiespijn niet beter maken!" Cecil Farenham glimlachte eens even over de flinkheid van den kleinen jongen, maar toch had hij zoo innig met hem te doen, dat hij hem naar zijn eigen kamer droeg en en hem zoozeer wist te overreden, dat de kiespijn nu zeker over was, dat Rex dan ook kalm in slaap viel. HOOFDSTUK III. Na verloop van twee jaar werd Rex Fa renham dan ook werkelijk naar school ge stuurd en hij zou daar geen slecht figuur maken, want hij bezat voldoende kennis van de vereischte vakken en bovendien was hij zeer bedreven in sport. Hij was trouw iederen morgen half negen. soms al acht uur naar de pastorie ge gaan en had er met ijver gewerkt. Er waren <*>k wel eens dagen geweest, dat er geen boek werd ingekeken en dat leermeester en leerling maar gereden hadden door weiden en bosschen, of gewandeld langs het rotsige strand, door regen en wind, hitte en koude, iedere weersgesteldheid trotseerenjd en zich ook hardend tegen honger en dorst Het zou Rex nu ook nog heel wat zelflbe- heerscblng kosten, nm zich, na dit vrije buitenleven, aan te passen aan de zooveel strengere regelen van de school Maar het lukte en zijn vader en dominee Weybourne, die hem steeds nauwlettend gadesloegen in zijn ontwikkeling, merkten, dat hij op zijn achttiende jaar nog even zelfstandig en vastberaden van karakter was, als op zijn tiende. Er valt weinig te vertellen van dien schooltijd; alleen dat zich een trouwe vriendschap had ontwikkeld tusschen Rex Farenham en Richard Hernford. Het eenige voorval van belang had plaats gehad, drie maaniden vóór hij de school verliet. Zijn gevoel van rechtvaardigheid was gekwetst door een bevel van den rector van de school en dit had geleid tot over treding van het voorschrift volgens do op vatting van den leeraar. Een onbevooroor deeld rechter zou den leerling wel onge hoorzaamheid hebben verweten, maar hij zou zeker verzachtende omstandigheden hebben aangenomen en hij zou den rector niet hebben vrij gepleit van blaam. Op den middag van den dag, waarop die daad van ongehoorzaamheid had plaats ge vonden, begaf Rex zich. na afloop van de lessen, naar de studeerkamer van den doctor, om de eenmaal vastgestelde kastij ding te ondergaan, die dan ook op de hard handigste wijze werd toegebracht. Daarna keerdp Rex naar ziin eigen kamer terug en vond daar twee vrienden, die hem zaten on te wachten: Paul Philips in zijn armstoel en Richard Hernford op tafel, ben gelend met zijn lange beenen. ,,'t Is een schandaal!" riep Paul. „Het is nog nooit voorgekomen, dat er een zoo ge meen van langs kreeg drie maanden, voor dat bij van school ging". „Och, een kort lied is gauw gezongen, zullen we maar denken. De volgende drie maanden zijn we onze eigen heer en mees ter. Zeg hoor een we zijn nu bijna zeven jaar goede vrienden geweest. We moeten elkaar niet uit het oog verliezen, wij drieën". „Neen!" meenden nu ook de anderen, die trotsch waren op de vriendschap van Rex. Paul Philips ging naar Sandhurst, om te studeeren; Rochard Hernford naar huls, om zijn leven als landjonker te beginnen, en Rex Farenham wist nog niet, wat hij doen zou. „Ik zou wel eens willen weten, waar wij alle drie over tien jaar zitten", zei Hernford luchthartig. „O, ik weet vast. dat ik dan al heel wat van de wereld zal gezien hebben", betuigde Rex. Dezen zin voor het avontuurlijke bewon derde Hernford juist zoo in Rex. Hij was do jongste van het drietal en werd door de andere twee dikwijls in bescherming ge nomen. Maar nu ging ieder van de jongens aan hot werk. Toch wist Rex dien avond rijn cedachten slecht te concentreeren. Weer klonken zijn eigen woorden hem in de noren: „Ik zal dan al heel wat van de we reld gezien hebben". En ineens werd het hem nu duidelijk, wat hij verlangde to worden: mijningenieur. Dan zou hij immers tot in het hart kunnen doordringen van die aarde, die hij zoozeer lief had. Hij schreef twee brieven: een aan zijn vader en een aan dominee Weybourne, waarin hij meedeelde, dat nu zijn keuze van beroep vaststond. En eerst nadat bij dio brieven af had, begon hij aan zijn werk. HOOFDSTUK IV. Rex Farenham en Richard Hernford had den samen een lange wandeling gemaakt en lagen nu wat uit te rusten in het gras. Hot was in de maand Juni. een jaar of tien, nadat ze de schooljaren achter den rug hadden en Rex l<jgcerde een paar weken bij de Hern fords op Keeton Towers, eer hij naar West-Australië vertrok, waar zijn werk hem riep. Farenham rookte; Hernford niet: die had altijd te veel te praten. Nu begon hij weer: „Waar je heen gaat. zal ik je volgen, fa dat niet trouw gezegd?" „Ja wel; alleen vat ik niet, dat je hier weg wiltOf blijft Pauls zusje steeds doof voor je herhaalde aanzoeken?". „Och ,ja, helaas wel!". ,En om nu wat van je teleurstelling te be komen, wil je met mij meegaan naar Australië?". „Juist Beatrix is buitenslands met haar ouders en in het eerste half jaar zal zij nog wel niet terug zijn. Maar dan moet ik toch wat uitvoeren in dien tijd". ..Dus dan wilde je mij opknappen met het gezelschap van «oo'n smachtenden ridder?... Vergeet niet man. dat je daarginds heel wat ontberingen tegemoet gaat". „Neen zeker niet Maar hier zou ik heele- haal „verboeren", zie Je!". Farenham koek hem eens van terziide aan en zei maar niet veel. want Dick was iemand van stemmingen: dat was hij altijd geweest. Toch kon hij niet anders dan zeg gen: ,.Ik zal blij ziin hoor. om Je gezelschap to hebben, maar ik wilde Je maar even waarschuwen, dat het niet altijd precies een plezierreisje zal zijn". „Er is een stem in mij, die zegt: „Ga!** „Maar tegen dat rt>o tijd komt, zegt die stem zeker: „Ga niet!"", (Wordt vervolqdl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9