Radio Nieuws.
Gemengd Nieuws.
ZIJN BELOFTE GETROUW
DINSDAG 12 JANUARI 1932
OERDE BLAD PAG. 9
HONDERD JAAR KADASTER
door VV. VAN RI ESSEN
EEN NUTTIGE EN ONMISBARE
STELLING
HOE HET TOT STAND KWAM
Ieder dóe wel eens iets met onroerende
goederen te maken heeft gehad, zal, voor het
verkrijgen van inlichtingen daaromtrent
zijn schreden al gauw naar het kadaster ge
wend hebben, de plaats waar men het
geheele grondbezit geregistreerd vindt. Wie
van een bepaald perceel gr aid iets te weten
wil komen, dient op de kadastrale kaart
eerst aan te wijzen, waar dat perceel ligt;
deze kaart vermeldt het kadasternummer
ervan. Via een perceelsnummer-register
dan te vinden te wiens name het bedoelde
grondstuk is gesteld en tevens hoe groot het
is. Tegelijk blijkt dan of dezelfde eigenaar
nog meer grond bezit in die kadastrale ge
meente: de z-g. kadastrale legger geeft
meli:k onder één hoofd al zijn perceelen in
drie gemeente.
Een kijkje in een kantoor.
Kijkt men in zoo'n kadasterkantoor rond
(er zijn er 33 in het geheele land, die dus elk
een groot aantal gemeenten bestrijken) dan
vallen aJ dadelijk de rekken langs de wan
den op, geheel gevuld met tallooze diikke
registers. In portefeuilles worden er verder
een groot aantal bladen der kadastrale kaart
bewaard, voor iedere gemeente afzonderlijk.
Allee te zaxnen beschouwend, ziet men spoe
dig in, dat het samenstellen en het bijhou
den van drit kadaster geen kleinigheid is
geweest Waar het nu juist honderd jaar
geleden is, dat het Kadaster hier te lande
werd ingevoerd (bij de wet van 2 Jan. 1832
Stbl. no. 1) is het wellicht niet ondienstig
eens iets naders over het tot stand komen
en de werkwijze dezer nuttige rijksinstelling
mede te doelen.
Gelijk dit met zooveel instellingen het ge
val is geworden, dient het Kadaster thans
niet meer alleen voor dat doel, waarvoor
het is opgericht; het heeft integendeel een
veel meer omvattende taak gekregen, dan
het zich bij zijn oprichting toegewezen zag.
De geschiedenis.
Bij den aanvang dier negentiende eeuw
was het geheele belastingstelsel sterk ver
schillend van het huidige bij ons geldende
etelsel en speciaal de grondbelasting (van
oudsher dè 'belasting bij uitnemendheid)
was lang niet' geregeld zooals ze behoorde
te zijn. Bij de heffing ervan speelden wille
keur en bevoorreohtring een groote rol en
reeds voor den Franschen tijd trachtte men
hierin verandering te brengen en overwoog
de inrichting van een kadaster als hulpmid
del bij de heffing der grondbelasting. Eerst
de inlijving bij Frankrijk echter bracht ons,
met vele andere nuttige regelingen, ook de
inrichting van een perceelsgewijs kadaster.
Waar Frankrijk zelf destijds aan een ka
dastreer* ng bezig was, viel nu aan ons land
een volledige, beproefde instructie daarvoor
ten deel, drie ook is blijven gelden, nadat de
Fransche overheersobing ten einde was ge
raakt.
Om tot een billijke verdeeMng der grond
belasting te geraken waren twee dingen
noodig: eerstens moest men kennen de
grootte van het grondbezit van eiken eige
naar en tweedons de waarde drie deze grond
vertegenwoordigde. Voor het laatste was
schatting noodig. Alle grond werd gebracht
tot een zeker aantal klassen. Elke klasse
achtte men nu een zekere z.g. belastbare
opbrengst te vertegenwoordigen, uitgedrukt
per H.A. Het is duidelijk dat als men een
perceel eenmaal geschat had als te behoo-
ren tot een zekere klasse, men de belast
bare opbrengst ervan kreeg door de grootte
te vermenrigvuJdrigen met de belastbare op
hrengst per hectare.
De aanslag in de grondbelasting zelf (ten
minste voor zoover het ongebouwd betreft)
bestond nu in een zeker percentage van drie
belastbare opbrengst van alle perceelen aam
één eigenaar behoorende.
Om de grootte der perceelen te bepalen
was een opmeting van het geheele land
noodiig, waarmede landmeters werden be
last. Elke gemeente werd afzonderlijk behan
deld en onderverdeeld in secties. Men ver
vaardigde kaarten op schaal 1 a 5000 (woeste
gronden), 1 2500 (landelijke eigendommen)
1 a 1250 (steden en dorpskommen) en stelde
hierop alle perceelsgrenzen (zoowel gewone
cultuurgrenzen als eigendomsafscheidiingen
gebouwen, waterloopen e.d. vast; elk perceel
kreeg een nummer en als een blad gereed
was, werd grafisch (dus uit de teekening)
de grootte der perceelen berekend. In regie-
Iers werden alle uitkomsten verzameld. Het
is van belang te weten, dat de landmeters
den terreintoestand opnamen volgens het
genot dat de rechthebbenden van den grotio
hadden. Ons kadaster is dus een bezitska-
daster geworden, naspeuren of de feitelijke
af schei dingen klopten met den eigendoms-
toestand deed men niet!
Een reuzenwerk.
De kadastTeerimg van het heele land is
een reuzenwerk geweest; men staat thans
nog verstomd over de fraaie resultaten die
de landmeters uit dien tijd met hun primi
tieve hulpmiddelen wisten te verkrijgen. De
oorspronkelijke kaaiden worden althans
waar later niet gedeeltelijk is hermeten, al
tijd nog gebruikt- Bij gebrek aan cijfermate
riaal (dat na de meting is vernietigd!) vor
men zij nog een waardevol gegeven ter bepa
ling van gtrenzen op het terrein waar twist
over bestaat
Na de inrichting van het Kadaster moest
dat worden bijgehouden, wat helaas in den
eersten tijd na 1832 niet allrijd even goed ia
gebeurd. Nieuw ontstane gTenzen tusschen
velschillende eigenaren tengevolge van ver
koop van een gedeelte van een bestaand
perceel, sticht.ii - van gebouwen, aanleg van
wegen of kanalen gepaard gaande met ont
eigening, dót alles eisohte meting door den
landmeter en vooretelling ervan op de ka-
dasterk aar-ten.
Het hedendaa.gsche technische personeel
van het kadaster, bestaande uit landmeters
en de hen assristeerende teekenaars en meet-
arbeiders, verricht bijna uitsluitend bijhou-
dringswerk. Van elke verandering vrordt een
afzonderlijk kaartje opgemaakt, een z.g.
hulp kaart dat oude en nieuwe toestand aan
geeft en waarop de nummers der oude per
ceelen, drie vervallen zijn, voorkomen zoowel
als drie van nieuw ontstane perceelen. Voor
boeking der wijzigingen in tenaamstelling en
grootte der perceelen is het noodig dat van
elke verandering ook een metingsstaat
wordt opgemaakt Van daaruit komen de
nieuwe gegevens In de kadastrale registers.
Bij overgang van geheele perceelen ge
schiedt de overboeking rechtstreeks.
We spraken hierboven ervan, dat de func
ties van het kadaster zoo uitgebreid zijn
sinds zijn oprichting. Gelijk bekend is, wordt
elke akte, betrekking hebbende op de oven
dracht van onroerende goederen of zakelijke
rechten daarop, overceschreven op het hypo-
theekkantoor (dat nauw verbonden is met
l..t kadasterkantoor). Voor een notarieele
akte erisoht de wet nu, dat het betrekkelijke
onroerende goed aangeduid wordt door zijn
kadastrale kenmerken en hetzelfde geldt
wanneer hypotheek verleend wordt op een
omroerend goed en hiervan een hypotheek-
akte en een borderel van inschrijving woo
den opgemaakt door den notaris. De bedoe
ling is dat het onroerend goed zoo duidelijk
mogelijk wordt aangeduid en, waar de re
gisters van 'hypotheek- en kadasterkantoor
voor ieder toegankelijk .zijn, dat de indenti-
tei/t van een perceel grond, waarvan men
de omstandigheden (eigenaar, grootte, hy
potheek, enz.) wiil nagaan voor ieder vast
staat»
We komen zoo op de vraag, of het ka
daster nu ook bewijskracht in rechte heeft,
cLw.z. koopt b.v. iemand een perceel grond
met een huis, dat een zeker kadastornum-
mer heeft en later blijkt dat de grenzen,
zooals die bij het kadaster bekend zijn, ver
schillen met den toestand op het terrein,
of dam de koop geschied is van het stuk
grond, zooals het kadaster daarvan de om
vang 'heeft vastgelegd.
In 't algemeen moet drie vraag ontkennend
beantwoord warden. Aan pogingen om drit
anders te maken heeft (het niet ontbraken,
het is hier niet de plaats hierop verder in
te gaan. Hier moge volstaan worden met
de opmerking dat het todh diwaas is dat een
particulier tegen betaling van vrij veel geld
door den landmeter kan aangewezen krijgen
zijn grenzen, zooals het kadaster drie kent,
doch «Jat hij, noch zijn buurman, met drie
beslissing genoegen behoeven te nemen als
deze in hun nadeel uitvalt Slechts na een
procedure, waarbij allerlei bewijs aange
roerd mag worden, kan de rechter beslis
sen hoe de toestand tusschen partijen is.
Deze kan afwijken van de kadastrale toe
stand en toch is het vermelden van ka
dastrale aanduiding der perceelen in een
akte dwingend voorgeschreven!
Ook het kaartmateriaal van het kadaster
heeft een veel uitgebreider functie verkre
gen. Allerlei technische diensten maken ge
bruik ervan als grondplan, waarop verder
werk gebaseerd moet worden (uitbreidings
plan een er gemeente, onteigeningspro j ecten
voor wegen- en kanalenaanrieg). Echter be
staan te dezen opzichte dezelfde nadeelen
bij het kadaster als bij de beslechting van
grensgeschillen. Voor deze doeleinden is het
niet opgemaakt en zijn zijn gegevens nriet
nauwkeurig genoeg. De schaal der kaarten
is te klein, van zeer veel oude grenzen zijn
óf heel geen cijfers der meting bewaard ge
bleven óf de voorstelling ervan op de kaart
strijdt met den ferreinstoestand. Wil het
kadaster goed functioneeren, dan drient er
zooveel mogelijk hermeten te worden, en
dan in één etelsel. Zoodoende krijgt men
kaarten op grootier schaal, drie alle zuiver
aan elkaar zijn te passen. De Rijksdriehoek-
metinig zorgde reeds voor een netwerk van
vaste punten, dat over het heele land uit
gespreid ligt De lagging dezer punten is in
meeilkundig verband bekend; ze zijn drirect
op de kaart voor te stellen. Het kadaster
dient nu nog meer vaste punten te bepalen
in hun onderlinge ligging (z.g. technische
grondslag). Deze kunnen dan onderling
worden verbonden door meetlijnen, die
moeten dienen om alle grenzen en gebou
wen vast te leggen De bestaande bijhou-
dimigsmethode meet nieuwe grenzen meestal
vast aan meetlijnen die zelf aan bestaande
gebouwen en afscheidingen zijn vastgeme-
ten. Zijn deze „vaste" punten later verdwe
nen, dan is de meetlijn en dus ook de nieu
we grens niet altijd meer nauwkeurig te
rug te vinden. Is de ligging van iedere grena
altijd weer wiskundig te berekenen, zander
dat eenigen twijfel daaromtrent behoeft te
bestaan, dan zal ook de rechter meer be
wijskracht aan de kadastrale gegevens moe
ten toekennen in de procedure.
Echter dient de weg geopend te worden
dat partijen bij overeenkomst hun gemeen
schappelijke grens kunnen vaststellen en
wel bij proces-verbaal (voorzien van een
schetsteekening met maten), opgemaakt ten
overstaan van een landmeter en overge
schreven op het hypotheek-kantoor. De
rechter moet dan met wat in «Jie akte is
bepaald rekening houden en vele grens
kwesties zouden zoo een gemakkelijke op
lossing krijgen. Een desbetreffend wetsont
werp sluimert altijd nog op de een of an
dere departementsaf deeling.
Wellicht vinden de direct belanghebben
den onder het publiek, b.v. notarissen, bouw
ondernemers of hypotheekbanken het eeuw
feest van ons kadaster een welkome ge
legenheid om bij de Regeering aan te drin
gen dat het Nederlamdsche kadaster op drie
hoogte gebracht wordt, dat het zoowel op
technisch als juridisch gebied aan alile
gestelde edschen voldoet.
Er valt nog wel iets aan te verbeteren.
DOODELIJK JACHTONGELUK.
Toen een jachtopeiener te Hulst (Z.)
een jachthiTis passeerde, vond hij de deur
openstaan. Zich naar binnen begevende,
trof hij d'aar, liggende op den grond, den
heer Z. aan met een geweerschot in de
borst De man was reeds overleden. Het
geweer waarmede het schot was gelost. Ia?
in die nabijheid van den heer Z. Deze was
des morgens van huis gegaan naar het
jachthuis.
BRANDEN.
Te Zuidbroek (Gr.) is de schuur van de
boerderij, bewoond door den landbouwer
De.. Vries en den arbeider Jager, behoo
rende aan de woningstichting „Zuiidibroek",
afgebrand. Twee paarden en eenig pluim
vee kwamen in de vlammen om. De oor
zaak van den brand is onbekend. De scha
de wordt door verzekering gedekt
SLACHTOFFER VAN EEN UITVERKOOP.
Een kleedingmagazijn te Almelo had tegen
Zaterdag een uitverkoop aangekondigd en
daarom speciaal werk van de étalage ge
maakt. O.a. viel daarin een heereucostuum
te aanschouwen voor den prijs van... f 1.80
Voor dit koopje waren zeer veel liefhebbers;
de eigenaar kreeg dezer dagen bezoek van
meer dan honderd personen, die .iet cos-
tuum wilden koopen en genegen wazen zelfs
meer dan het geprijsde bedrag te oetaien.
De eigenaar ging hierop echter niet in en
verwees naar het begin van de uitverkoop:
Zaterdagmorgen negen uur.
Een bejaard 'man, aldus het N. v. d. D.,
bedacht hierop een plannetje om alle andere
gegadigden voor te zijn. Hij posteerde zich
in het holst van den nacht van Vrijdag op
Zaterdag in het portiek on gaf dit plekje
niet vrij. Onafgebroken bleef hij zitten hoe-'
wel de nacht kil was.
De politie, die juist tegenover het klee
dingmagazijn gezeteld is, kreeg medelijden
met den hardnekkigen costuumkooper en
bracht hem van tijd tot tijd een dampend
bakje koffie, hetgeen in dank werd aan
vaard.
Tegen het openingsuur had zich een
groote schare menschen voor den hinkel
verzameld, maar de man bleef nummer één.
Hij kreeg het pak ook. 't Is echter «1e vraag
of het hem heeft gepast..
BRANDEN.
Ten huize van den heer G Buisman in
,Plan West" te Medemblik, ontstond brand
welke door spoedig en krachtig optreden
weldra werd gebluscht. Een groote kool-
schuur met daarin expeditie-kantoor ging
nagenoeg geheel in de vlammen op.
Verzekering dekt de schade.
INBRAAK IN EEN KERK
In Hoensbroeik (L.) is in de R.K. kerk in
gebroken. Kasten in de sacristie werden
opengebroken. De kleeron der miedienaars
werden op den grond geworpen. Er worit
echter niets vermist De politie stelt een on
derzoek in.
„DE ROOIEN HEBBEN ZICH LATEN
VERKOOPEN!"
Uit liet raadevenslag der gemeente Hoens
broeik in het Limburgsoh Dagblad:
Raadslid: „Mijnheer de voorzitter, de
rooien hebben zich laten verkoopen!"
Voorzitter hamert; de S.D.A.P. protesteert.
Raadslid„Mijnheer de voorzitter, ik had
thuis een hok met konijnen, 4 grijze, i witte,
en 3 rooie. En die «irie rooie heib ik nu ver
kocht Heb ik nu als Nederlan Ier niet 't
recht om te zeggen: de rooie hebben zich
laten verkoopen?" (Zeer groote vroolijk-
held).
DE ONGEREGELDHEDEN
TE HOORNSTERZWAAG
Vrijdag werd de weirkverschaffing te
Hoornet erz waag door den Rijksinspecteur
der Werkverschaffing in Friesland geslo
ten, omdat een dag te voren ongeregeldhe
den waren voorgekomen. De aanstichters
daarvan werden ter beschikking der justi
tie gesteld.
Het vermoeden, dat deze ongeregeldheden
onder communieti6Ciie agitatie zijn geschied
en op andere werken zulten worden voort
gezet, bleek juist
Op de Korte en Lange Rijpe te Beets, uit
gaande van de N.V. Drie Provinciën, wer
den de arbeiders met het motief, dat de loo
nen te laag zijn, tot staking aangezet Om
ongeregeldheden te voorkomen hebben ten
slotte alle arbeiders, 400 k 500 pensonen, het
werkterrein in volmaakte orde verlaten. On
der deze arbeiders bevindt zioh een groot
aanital, dat a.ls werkwillig wenscht te wor
den beschouwd en dezen hebben zich ter
stond bij de burgemeester van Opeterland
en Smallingerland aangemeld.
Maatregelen om deze werkwilligen onder
bescherming te doen werken, worden over
wogen.
Op 18 Ja-n. e.6. wordt de werkverschaffing
i«n Ooet-Schoteriand, waar ook ongeregeld
heden plaats hadden, geopend. In alle rijks
werk veredhaffingen in Friesland pogen de
communieten de vverkloozen op te hitsen.
Het heet, dat de loonen met 10 worden
verlaagd.
EEN STRAATROOVER
Te Amsterdam heeft een bewoonster van
da Tweede Constantijn Huygensstraat bij
de politie aangifte gedaan, m de Beethoven-
straat onder bedreiging met een revolver
gedwongen te zijn, haar hanillaschje af te
geven aan een onbekenden man.
STOOMSCHIP LEK GESTOOTEN.
Men meldt ons uit Delfzijl:
Zondagmorgen omstreeks 10 uur is het
met stukgoed geladen sjs. „Hunze IX", dat
een geregel den dienst onderhoudt tusschen
Groningen en Hamburg, bij het meren aan
de kade van de haven van Delfzijl tegen
een betonnen duödialf gestooten. Hierdoor
ontstond een gat onder de waterlijn en
stroomde het water in de machinekamer.
Direct werden noodseinen gegeven, waarop
twee in de haven liggende sleepbooten zich
naar het in gevaar verkeerende stoomschip
begaven. Het schip maakte toen reeds
zwaar slagzij. Het lukte hen om de „Hunze
IX" in de haven aan den grond tc zetten,
waar voorloopig het gat werd gedicht Per
soonlijke ongevallen kwamen niet voor.
Uit Oost-lndie
EEN CHINEESCHE DOBBELAARSBENDE
TELOKBETONG, 9 Jam. (Aneta). Na vam
een douaneambtenaar een waarschuwing te
hebben gehad, arresteerde de politie te
Ooeöhaven een bende Ghimeesche dobbeflaars
afkomstig van Paletnbang, die op doorreis
naar Java waren. Bij de visitatie der koffers
werd eon opium pijp aangetroffen, terwijl na
visitatie aan den lijve opium werd oango-
troffen, ail6 ook 100 valedhe bankbiljetten
van ƒ10, serie R.Rweüke de smokkelaars
in kleine bundeltjes aa.n hun kuiten hadden
vastgebonden. De bende bestaat uit li per
sonen, w.o. twee vrouwen. In beslag wer
den genomen tot een bedrag van ruim
ƒ10.000 aan gangbare bankbiljetten. De
bende deed goede zaken te Palembang door
het im circulatie brengen vam valech bank
papier.
EEN VALSCHE MUNTERSWERKPLAATS
DJOKJAKARTA, 9 Jam. (Aneta). De reeds
gemelde overval van een valeche munterij
geschiedde ten huize van den Djokjaschen
Kraton-eimbtenaar Raden Sosowiidjojo. Een
groote installatie voor een valeche munterij
werd in beslag genomen, evenals 30 rijks
daalders, 20 gulens en eert aantal mislukte
halve guldens. De guldens en rijksdaalders
waren schitterend nagemaakt. Hun gewicht
was precies gelijk aan dat vam de echte
munL Hun klank wa6 zelfs helderder dan
van de echte. De recherche arresteerde vijf
personen te Djokjakarta, Solo en Ponorojo.
Te Ponorojo werd eveneens een volledige
installatie voor valsche munteirij ontdekt,
welke vermoedelijk sedert maanden met
gebruikt was»
DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN INDIE
BATAVIA, 11 Jan. (Aneta). Bij de opening
van de zitting van den Volksraad, heeft de
voorzitter een rede gehouden, waarbij hij in
het licht stelde, dat de economische toestand
van Ned.-Indië nooit zoo ernstig is geweest,
sedert de instelling van den Volksraad. De
oorzaak hiervan ligt buiten Nederl.-Indië.
De wereldconstellatie wijzigde zich in Indië's
nadeel. De waarde van den export daalde
tot minder dan de helft Niettemin zijn er
lichtpunten, indien de vrede gehandhaafd
blijft. Spreker wees op den ruimen voedsel
voorraad en de toenemende technische ont
wikkeling welke moed geven om de depres
sie te doorstaan. Met bezuiniging komt men
er niet meer, nu blijven alleen over stopzet
ting van werken, ontslag van personeel, sa
lariskorting en belastingverhooging. Het
besef moet doordringen dat de geheele sa
menleving een geheel is, welk geheel een
zwaren last moet dragen. De tijd i9 voorbij,
waarin men een maatregel kon afwijzen, om
dat hij leed veroorzaakt, en afbraak brengt.
Thans moet w«)den gevraagd of andere
maatregelen niet nog slechtere gevolgen zul
len hebben.
De begrooting werd van f 500.000.000 terug
gebracht tot f 300.000.000 en laat nog een
tekort van f 150.000.000.
Kerkdiensten, «dl
8 00 Ruls.n N.C.R.V.: Schriftlezing
ld 00 Hilversum V P.R.O Morsrenwijdlnff
10.30 Hulzen N.C.R.V.: Ziekendleiu=t, te leiden
door Ds. L. Oranje
14.30 Hilversum V.A.R.A.: P. J. Kers Jr.
..Onze Keuken"
14.30 Huizen N.C.R.V.: Chr. lectuur
18.00 Huizen N.C.R.V.: Voor de landbouwer»
-->.00 Huizen N.C.R.V. S. M r. d. OülSn: ,.Pe
grolden fen PryslAn
VA. RA: Joods ch half-
19.00 H 11 v e
30.00 Hulzen N.C.R.V.: Ds. B. J. C. Rljndersï
„De opvoedende kracht de>r zending"
21.00 Hulzen N.C.R.V.: P. U Gorrltse: „Het
belang van de verzekeringswetten voor ons
18.45 Hllrersui
17.00 Hulzen X.C.R.V.: Klnderuurtje
AMOK IN EEN GEVANGENIS.
BUITENZORG, 11 Jan. (Aneta). De Re
geering ontving een telegram van den Gou
verneur van Celebes en Onderhoorigheden
d.d. 9 Januari, meldende, dat op 7 Januari
de veroondeelde M o e s i, die elders zijn straf
zou moeten uitzitten, doch op dat oogenblik
in de gevangenis van Takalar vertoefde,
amok heeft gemaakt De gevangenisoppasser
aopa werd door hem in zijn razernij met een
houten rijstlepel van achteren neergeslagen,
D eoppasser is aan de bekomen verwondin
gen overleden.
De amokmaker Moesi die wegens dood
slag en bedreiging met geweld door den.
aLndraad van Takalar tot een gevangenis
straf van achttien jaar was veroordeeld,
verklaarde dat de reden, waarom hij amok
maakte gelegen was in het feit dat hij naar
een gevangenis buiten Celebes zou worden
opgezonden om aldaar zijn straf uit tc zit-
PREM1EBOEKJF
PRINSESJE STERREMUUR
Van het mooie Kinderverhaal
PRINSESJE STERREMUUR. door G. Th. ROTMAN
hebben we nog slechts een kleine voorraad. Om teleurstelling te voor
komen bestelle men spoedig. Door bovenstaand Premieboekje te bestel
len sal men de jeugd een groot pleizier doen. Het kan afgehaald worden
aan ons Bureau, zoomede worden toegezonden na ontvangst van
50 cent per ex. in postzegels of storting op ons gironummer. Men
gelieve op de enveloppe te vermelden; „Sterremuur".
Ook de Agenten en Bezorgers nemen bestellingen aan.
Ondergeteekende verzoekt toezending van exemplaar (en)
Premieboekje „PRINSESJE STERREMUUR", waarvan bedrag bijgaat:
in postzegels
per giro is verzonden
WOONPLAATS
FEUILLETON
(Naar het Engelsoh)
Weybourne wist zeer goed, dat hij bij
wijn vriend in hooge eere stond. Maar toch
kostte het hem moeite, zelfs tegonover
Farenham, zijn innigste gevoelens bloot te
leggen. De zaak was, dat hij aanbood, Rex
gedurende tweo jaar les te geven.
„Les te geven enkel en alleen voor het
genoegen om dit te doen. Maar man. ik
denk er niet aan!" luidde in het eerst het
antwoord van den landheer. „Ik zei alleen
maar, dat de scheiding mij zooveel verdriet
zou doen. maar ik wist niet, dat het je dit
voorstel zou ontlokken. Je kunt je tijd wel
beter besteden. Ik wil er niet van hooren!
Dit is een veel te zware taak
„Je vat het verkeerd op, Farenham," viel
zijn vriend hem in de rede. „Er is veel
meer egoïsme in mijn voorstel, dan je
denkt Ik ben een eenzame man, word
met het jaar eenzamer. Ik heb niemand op
de wereld, die mij toebehoort Je kent mijn
geschiedenis, hoe ik liefde voelde voor
een jong meisje, die reeds do verloofde
was van een ander. Sinds dion heb ik
nooit meer lief gehad en zAI ook nooit
meer liefde voelen voor eenigo vrouw
Maar er zijn nog verlangens in mijn ziel,
die ik niet onderdrukken kan Ik heb geen
kind, maar heel mijn hart gaat er naar
Uit, om mij in eenig opzicht toch ook in te
spannen voor een jong leven. Ik zou een
man van hem maken, zooals ik een man
verlang. Wil ja mij den jongen een paar
jaar toevertrouwen Farenham? Hij zou
natuurlijk missen den omgang met kame
raadjes van zijn leeftijd."
Cecil Farenham keek den dominee door
dringend aan. Na al die jaren, dat ze toch
zoo intiem waren omgegaan, was dit een
openbaring.
„Of ik hem je wilde toevertrouwen?
Maar natuurlijk, Basil. Wat wil je van
hem maken?"
„Ik zal van hem maken een man, op
wien je trotsch kunt zijn als je zoon. Hij
zal een persoonlijkheid worden en een per
soonlijkheid van een hoogstaand karakter."
„En als hij je nu eens teleurstelt?"
„Ik geloof nooit dat dit dan komen zou
door hetgeen Ik hem lecren zal."
„Nu, haal je hart dar. op aan hem!"
lachte Cecil Farenham. „En natuurlijk zal
ik je Innig dankbaar zijn voor dit onder-
„De dank is aan mij! Dat kan mij een
voldoening schenken, waarop ik niet had
durven hopen."
Hij kon niet meer over andere onderwer
pen spreken, nu hem zoo ineens zijn Innig
ste verlangen werd toegestaan en het liefst
maar was hij alleen, om zich nog eens recht
te kunnen verheugen over zijn geluk. Want
als een geluk beschouwde hij het
Hij nam dus afscheid van zijn vriend en
ging zich op zijn studeerkamer zitten ver
diepen in de taak, die hij op zich genomen
had.
Tntusschen lag Rex zelve te bed met kies
pijn, wierp zich onrustig van de eene zijde
op de andere en kon niet slapen. Zóó vond
zijn vader hem, toen hij nog eens even bij
hem ging kijken, eer hij zelve zich ter
ruste begaf.
„Waarom heb je niet Ellie of Elsa geroe
pen?" vroeg Cecil Farenham.
„Ik heb dit spoelsel", zei hij en wees op
een fleschje, dat op tafel stond. „En of ik
nu Ellie of Elsa riep, dat zou de kiespijn
niet beter maken!"
Cecil Farenham glimlachte eens even over
de flinkheid van den kleinen jongen, maar
toch had hij zoo innig met hem te doen, dat
hij hem naar zijn eigen kamer droeg en
en hem zoozeer wist te overreden, dat de
kiespijn nu zeker over was, dat Rex dan ook
kalm in slaap viel.
HOOFDSTUK III.
Na verloop van twee jaar werd Rex Fa
renham dan ook werkelijk naar school ge
stuurd en hij zou daar geen slecht figuur
maken, want hij bezat voldoende kennis
van de vereischte vakken en bovendien was
hij zeer bedreven in sport.
Hij was trouw iederen morgen half negen.
soms al acht uur naar de pastorie ge
gaan en had er met ijver gewerkt. Er waren
<*>k wel eens dagen geweest, dat er geen
boek werd ingekeken en dat leermeester en
leerling maar gereden hadden door weiden
en bosschen, of gewandeld langs het rotsige
strand, door regen en wind, hitte en koude,
iedere weersgesteldheid trotseerenjd en zich
ook hardend tegen honger en dorst
Het zou Rex nu ook nog heel wat zelflbe-
heerscblng kosten, nm zich, na dit vrije
buitenleven, aan te passen aan de zooveel
strengere regelen van de school Maar het
lukte en zijn vader en dominee Weybourne,
die hem steeds nauwlettend gadesloegen in
zijn ontwikkeling, merkten, dat hij op zijn
achttiende jaar nog even zelfstandig en
vastberaden van karakter was, als op zijn
tiende.
Er valt weinig te vertellen van dien
schooltijd; alleen dat zich een trouwe
vriendschap had ontwikkeld tusschen Rex
Farenham en Richard Hernford.
Het eenige voorval van belang had plaats
gehad, drie maaniden vóór hij de school
verliet. Zijn gevoel van rechtvaardigheid
was gekwetst door een bevel van den rector
van de school en dit had geleid tot over
treding van het voorschrift volgens do op
vatting van den leeraar. Een onbevooroor
deeld rechter zou den leerling wel onge
hoorzaamheid hebben verweten, maar hij
zou zeker verzachtende omstandigheden
hebben aangenomen en hij zou den rector
niet hebben vrij gepleit van blaam.
Op den middag van den dag, waarop die
daad van ongehoorzaamheid had plaats ge
vonden, begaf Rex zich. na afloop van de
lessen, naar de studeerkamer van den
doctor, om de eenmaal vastgestelde kastij
ding te ondergaan, die dan ook op de hard
handigste wijze werd toegebracht.
Daarna keerdp Rex naar ziin eigen kamer
terug en vond daar twee vrienden, die hem
zaten on te wachten: Paul Philips in zijn
armstoel en Richard Hernford op tafel, ben
gelend met zijn lange beenen.
,,'t Is een schandaal!" riep Paul. „Het is
nog nooit voorgekomen, dat er een zoo ge
meen van langs kreeg drie maanden, voor
dat bij van school ging".
„Och, een kort lied is gauw gezongen,
zullen we maar denken. De volgende drie
maanden zijn we onze eigen heer en mees
ter. Zeg hoor een we zijn nu bijna zeven
jaar goede vrienden geweest. We moeten
elkaar niet uit het oog verliezen, wij
drieën".
„Neen!" meenden nu ook de anderen, die
trotsch waren op de vriendschap van Rex.
Paul Philips ging naar Sandhurst, om te
studeeren; Rochard Hernford naar huls,
om zijn leven als landjonker te beginnen,
en Rex Farenham wist nog niet, wat hij
doen zou.
„Ik zou wel eens willen weten, waar wij
alle drie over tien jaar zitten", zei Hernford
luchthartig.
„O, ik weet vast. dat ik dan al heel wat
van de wereld zal gezien hebben", betuigde
Rex.
Dezen zin voor het avontuurlijke bewon
derde Hernford juist zoo in Rex. Hij was do
jongste van het drietal en werd door de
andere twee dikwijls in bescherming ge
nomen.
Maar nu ging ieder van de jongens aan
hot werk. Toch wist Rex dien avond rijn
cedachten slecht te concentreeren. Weer
klonken zijn eigen woorden hem in de
noren: „Ik zal dan al heel wat van de we
reld gezien hebben". En ineens werd het
hem nu duidelijk, wat hij verlangde to
worden: mijningenieur. Dan zou hij immers
tot in het hart kunnen doordringen van die
aarde, die hij zoozeer lief had.
Hij schreef twee brieven: een aan zijn
vader en een aan dominee Weybourne,
waarin hij meedeelde, dat nu zijn keuze
van beroep vaststond. En eerst nadat bij dio
brieven af had, begon hij aan zijn werk.
HOOFDSTUK IV.
Rex Farenham en Richard Hernford had
den samen een lange wandeling gemaakt en
lagen nu wat uit te rusten in het gras. Hot
was in de maand Juni. een jaar of tien,
nadat ze de schooljaren achter den rug
hadden en Rex l<jgcerde een paar weken
bij de Hern fords op Keeton Towers, eer hij
naar West-Australië vertrok, waar zijn werk
hem riep. Farenham rookte; Hernford niet:
die had altijd te veel te praten. Nu begon
hij weer:
„Waar je heen gaat. zal ik je volgen, fa
dat niet trouw gezegd?"
„Ja wel; alleen vat ik niet, dat je hier
weg wiltOf blijft Pauls zusje steeds
doof voor je herhaalde aanzoeken?".
„Och ,ja, helaas wel!".
,En om nu wat van je teleurstelling te be
komen, wil je met mij meegaan naar
Australië?".
„Juist Beatrix is buitenslands met haar
ouders en in het eerste half jaar zal zij nog
wel niet terug zijn. Maar dan moet ik toch
wat uitvoeren in dien tijd".
..Dus dan wilde je mij opknappen met het
gezelschap van «oo'n smachtenden ridder?...
Vergeet niet man. dat je daarginds heel
wat ontberingen tegemoet gaat".
„Neen zeker niet Maar hier zou ik heele-
haal „verboeren", zie Je!".
Farenham koek hem eens van terziide aan
en zei maar niet veel. want Dick was
iemand van stemmingen: dat was hij altijd
geweest. Toch kon hij niet anders dan zeg
gen: ,.Ik zal blij ziin hoor. om Je gezelschap
to hebben, maar ik wilde Je maar even
waarschuwen, dat het niet altijd precies
een plezierreisje zal zijn".
„Er is een stem in mij, die zegt: „Ga!**
„Maar tegen dat rt>o tijd komt, zegt die
stem zeker: „Ga niet!"",
(Wordt vervolqdl