rZATERDAG 9 JANUARI 1932 1 DERDE BCAD PAG, 9 Ontwapening en de Ontwapenings Conferentie üe ontwapening voordat de Volken bond tot stand kwam Een stukje geschiedenis In de Middeneeuwen. De oude tijden en de Middeneeuwen ken den «een pennanentc bewapeningen, en du» ceen nntwapenmesvraagstuk. Dit is eend Stótann sedert de Fransohe koningendra- zeventiende eeuw en na hen de Pruisische ^sten der achttiende eetnv zgn. staande leers invoerdien. Tot dusver was het g Sik geweest met. huurlegers den strijd t» voerenf die daardoor in wim-wre tout™ <to bevolking omging, wanneer deze nael eedhtst reeks met den oorlog door belegering of plundering ad. in aanraking kwam. staande legers echter begonnen Mn/egel- matigcn ook in vredestijd sprekenden, las! on de verschillende Staten te leggen, en de bekende Engelsohe pliilosoof Jeremy Den- die omstreeks 17S0 een ontwerp voor oen Volkenbond schreef, dat eei-st in lort) weid gepubliceerd, achtte de daardoor op de janden geleg.de lasten zoo groot, dat het wegnemen van deze lasten een der argu menten vormde waarmede hij de nowteake liiikheid van da oprichting eenei ^^ex} Sjam-isirtie of Volkenbond verdedigde. Zelfs tusschen Frankrijk en Engeland, zoo wel op maritiem als militair gebied m 1787 overeenkomsten aangegaan, die tijdelijke, maar inderdaad wel zeer tijdelijke ontwa pening beoogden, voor een doel mot betrek, king tot de legers langs de Hotkmdschfe grenzen. Van meer en sprekende beteekeida is de ontwapening, diie het Amcrikaansch- S^dSbh verdilg van 1819 tot s and bracht., wijl dat er toe leidde, dat de oorlogs schepen, die beide, destijds zeer vijandig tegenover elkander staande lamden op de nrensmeren ondeThielden, geheel werden af geschaft- Een herhaling van dut Arnerokaari pc.he voorbeeld werd eerst bijkans 100 jaren lajfcer verkregen, toen, i-n den aanvang der 20ste eeuw. Chili en Argentinië, totdusvea onverzoenlijke vijanden im Zuid-Amenka, er, dank zij de bemiddeling van den hngel- Bohen koning, toe overgingen, een aan merkelijke vermindering in 'hun vlootpro- tramma's aan te brengen en in verband daarmede op stapel staande nieuwe oorlogs Bchepen aan andere landen to verkoopen. Na de Napoleontische oorlogen. Een eigenaardig verschijnsel Het mag een eigenaardig verschijnsel wor den genoAnd, dat de georganiseerde vredes beweging, die in 1815 door de oprichting van die New-York Peaee Society ontstond, zich niet, gelijk denkers en staatslieden van de voorafgaande eeuwen hadden gedaan, wierp op hei tot. stand komen eener Staten- organrisatie, doch haar voornaamste, zoo niet uitsluitende aandacht gaf aan de beide vraagstukken: arbitrage en ontwape ning. Zoowel het een als het ander heeft clan ook geheel de negentiende eeuw door een punt van overweging uitgemaakt sohe Staten werd daarmede een aanvang gemaakt, terwijl reeds in de dertiger jaren het Amerikaanse he congres in zijn geheel zich met deze aangelegenheid bemoeide. De Europeesohe mogendheden volgden dit stro ma, en zelfs in Duitsche wetgevend*» vergaderingen bleef het niet onopgemerkt. Intaissdhen met geen ander resultaat claa> dat door deze wetgevende vergadering reso luties van pacifistische bijeenkomsten, op ontwapening betrekking hebbende, werden overgenomen, doch weinig wenschen in die richting werden uitgevoerd. Geen der sedert 1889 jaarlijks samenkomende internationale Vredescongressen liet na op de noodzake lijkheid van vetrmindering der bewapening, leidende tot ontwapening de aandacht te estiigen, gelijk dit reeds door de Congres sen, die van de jaren 1848 tot 1855 in vee schillende Europeesche hoofdsteden werden gehouden, was geschied. En tegelijk was groot liet aamtal publicisten, dat zioh aan den arbeid zette om een oplossing voor hert antwaipeniing9vraagstuk te vinden. Want dit stond op den voorgrond: die oplossing zou er een diienen. te zijn van voor alle Staten gelijktijdige, evenredige en geleidelijke aard. Het ontwapera'ngsvraagstuk werd niet een uitsluitend militair, ook niet een uit sluitend mildtadr-p^ldtiek, dooh tegelijk een economisch f inantieel en sociaal, ja zei Is psychologisch vraagstuk geoordeeld. Aan den eenen kant werd voorgesteld de uiitge strekbheid van de grenzen der landen als maatstaf te nemen voor het aantal troepen; aan den anderen kant werd de bevolking als norm aanbevolen, terwijl weer bijzon dere oplossingen werden aan de hand ge daan met het oog op overzeesch grondge bied op het onderhouden van vloten en de zoo moeilijke aangelegenheid van vestingen en materiaal Zelfs al brengt men de voor naamste ontwerpen, die in den loop deze) tientallen van jaren aan de aandacht der openbare meening zijn onderworpen, sa- Het manifest van den Tsaar. Het kam in deze omstandigheden niet ver bazen, dat het manifest, dat op 24 Augustus 1898 van den toenmaligcn Russdsahen keizer Vicolaas II uitging, een gevoel van verlich ting door geheel de wereld deed gaan. Hij toch stelde een conferentie voor, gewijd uit sluitend aan het ontwapeningsvraagstuk, er» hij toch, de meest souvereine vorst van de wereld, erkende, dat de voortgaande bewa peningen een te drukkende last op de be volking legden. Maar de tegenstand, die an dere mogendheden tegen zijn denkbeeld bo den, maakte van de oorspronkelijk gedachte Ontwapeningsconferentie een Vredesconfe rentie, welke codificatie van het recht, en daarnevens arbitrage en bemiddeling tol voornaamste programmapunt had. Zoodoen de heeft de eerste Vredesconferentie op het gebied der ontwapening weinig opgeleverd, zij gaf uitvoerige aandacht aam de Rusai- sohe voorstellen, dde zich ten slotte moesten beperken tot een stilstand gedurende drie of vijf jaren in de bewapeningen van dat oogenblik; stilstand eohter, die stuitte op onoverkomelijke bezwaren, hetzij van tech nisch en aard, hetzij van wetgevenden aara. Zij nam aanbevelingen aan om vraagstuk ken, verband houdende met nieuwe typen van geweren en kanonnen, en het gebruik van onderzeebioten, nader in studie te ne men. aan welke aanbevelingen noodt meeT eendge aandacht is geschonken. En zij aan vaardde met algemeene stemmen een reso lutie, uitsprekende, dat de toenemende be wapeningen lasiten op de landen legde, die voor hun sociaal en economisch welzijn ver nietigend moesten worden geacht Het eenig gevolg van deze resolutie is geweest dat men, toen acht jaren later de tweede Vredes conferentie samenkwam, diende te oonsta- teeren, dat de bewapeningen waren gestegen op een wijze als tevoren niet was mogelijk geacht. Ter tweede Vredesconferentie in 1907 mocht, ingevolge voorafgaande gedadh- tenwisseling, door Du i toch land uitgelokt, het ontwapeningsprobleem niet eens worden bespanken. De discussie er over beperkte zich tot een inleidende rede van den Engei schen vertegenwoordiger, dde voorstelde de resolutie van 1S99 met nadruk te herhalen. Aldus en ndet meer geschiedde. iDe noodzakelijkheid om in hot bewape ningsvraagstuk tot eenige overeenstemming te komen, is echter telkenmale door de Europeesche mogendheden gevoeld. Na het verwoestingetijdperk der Napoleontische oor •logen deed de Russisohe keizer Alexander I een voorsbei in deze richting, dat echter bij den Oosterurijkschen kanselier Mefctemnch weinig bijval vond en zoodoende tot een schriftelijke gedachtenwisseling tussdhei» de varsten, dne zich aan het hoofd der zgn. Heilige Alliantie hadden gesteld, bleef be- hepenkt. Korten tijd nadat in 1830 Louas Philippe als zgn. burger-koning den Fran- edhen troon had bestegen, riep deze te Pa- rijs een bespreking der Europeesche mo- gendheden samen, welke op on twapening be trekking had, doch die tot niets anders leid de dian tot een resolutie van zeer vagen en ombeteekenenden inhoud. Van meer be- teekenis mogf.n worden geacht de pogingen, die Napoleon III tot drie malen toe deed om met Pruisen tot overeenstemming te ko men terzake van een vermindering der we- derzrijdsche legermachten. Ofschoon van Fransche zijde politieke motieven voor deze voorstellen niet ontbraken, kan toch niet anders dan vastgesteld worden, dat zij ge heel mislukten tengevolge van de koele ont vangst, die zij van Pruisische zijde ontvin gen. Nog m den aanvang van 1870 ging Napoleon III tot een, zij hot ook zeer ge deeltelijke vermindering van het Fransche leger, welke echter aan de andere zijde geen weerklank vond, over. In de jaren, die de tweede Vredesconfe rentie van het uitbreken van den oorlog hebben gescheiden, zijn praktische pogingen ondernomen om 'n Du.itsch-Engelsche vloot- vacantae te verkrijgen. Voorbereid door open bare redevoeringen der wederzijdsche Mi nisters in het Parlement, werd zij bij de be kende bezoeken, die Lord Haldane aan Ber- lijm bracht, verder voorbereid, maar Ver geefs. Ook bussohen Frankrijk en Italië wer den pogingen ondernomen om tot een ge deeltelijke vermindering der bewapeningen SLAPTE IN DE RIJNVAART FORD ALS STEDEBOUWER van in aanmerking genomen, aan de bewoners vrrij veel comfort biedt. aan de wederzijdschc grenzen te geraken, en niet geheel zonder eenig resultaat. Maar voor het overige bleven de pogingen, die in woord en geschrift, werden ondernomen, om het ontwapeningsvraagstuk tot nadere oplos sing te brengen, van alle succes gespeend, en Europa stond aan den vooravond van den oorlog zwaarder dan ooit tevoren ge wapend. Tot dusver had altijd gegolden, dat in deze overmatige bewapeningen een verzekeringspremie lag opgesloten; immers, heette het, geen der verantwoordelijke staatslieden zou het durven wagen een oor log, gevoerd met dergelijke middelen, te ont ketenen. De praktijk van de spannende twaalf dagen van Juli 1914, die aan het uit breken van den oorlog zijn voorafgegaan, heeft ons geleerd, dat, zoo geen der verant woordelijke staatslieden van Europa den oorlog heeft gewild, deze is gekomen, juist als direct gevolg van deze overmatige be wapeningen, welke een zoo kostbaar en ge voelig instrument vormden, dat het voor deel van het toebrengen van den eersten slag er een van ongekenden omvang is. Geen wonder dan ook, dat de zgn. minimum programma's, die bij het uitbreken van den oorlog allerwege door politieke en pacifis tische organisaties werden openbaar ge maakt, den eisch van vermindering der be wapeningen voorop stelden. Geen wondei dan ook, dat telkenmale, wanne,r geduren de den oorlog in de redevoeringen der voor aanstaande staatslieden vain een aanstaan den Volkenbond sprake was, op ontwapening mede nadruk werd gelegd. Geen wonder dus, dat bij de besprekingen der zgn. Vre desconferentie te Parijs dit vraagstuk mede vooropstond, al kan men in de artikelen 8 en 9 van het Grondverdnag van den Volkenbond, die op ontwapening betrek king hebben, niet anders dan een wel uiter mate algemeene en principieel© oplossing begroeten. Gemengd Nieuws. AUTO'S TE WATER De autobus voor het station Vlake—We- meldinge geraakte tijdens den storm na bij Vlake in de watergang langs den Rijks weg. De chauffeur en de eeiuge passasfer kregen geen letsel. Te Nieuwer-Amstel reed een auto in een sloot. De beide inzittenden, twee markt kooplieden uit Amsterdam, geraakten in de modder en werden na eenige moeite door toegesnelde personen op het droge gebracht De auto werd later door een kraan wagen gelicht BENZINEBELASTINGONTDUIKING ONTDEKT Men meldt ons uit Pemis: De assistenten der invoerrechten en ac cijnzen alhier, hebben in samenwerking met de gemeente-politie 4600 liter benzine opgespoord, welke niet was aangegeven. Den Rijksambtenaren van Directe Belas tingen gelukte het bij ingezetenen in en om Montfoort (Utr.) verschillende groote partijen benzine te vinden, waarmede men getracht had van de navordering van het bijzonder invoerrecht te ontkomen. Duizen den liters benzine zijn in beslag genomen, voornamelijk bij veehouders en landbou- BRANDEN Te Amsterdam ontstond door onbekende oorzaak 's avonds brand aan de Passeerden gracht bij den koopman A. van Berkel. De bewoners waren afwezig en hadden hun woning op de eerste verdieping van dat perceel aigesloten. De rook. die het portaal vulde belette aanvankelijk de brandweer in de woning binnen te treden, temeer daar de toegang zeer nauw is. Met behulp van een mechanische ladder kon de brandweer de achterzijde van het perceel bereiken en vandaar de vlammen, die reeds naar bui ten sloegen, bestrijden. Intusschen was ook op het portaal de kamerdeur geforceord en werd van dien kant een straal op het vuur gericht Door deze twee stralen was het pleit spoedig beslecht De achterkamer brandde uit; de aangrenzende voorkamer kreeg weinig schade. VAN DE VIERDE VERDIEPING OP STRAAT GEVALLEN Men meldt ons uit Amsterdam; Bij het hijschen van kolen naar de zol- derverdoeping in de Tweede Jan Steen straat is een ernstig ongeval geschied. Een 33-jarige kolenwerker die zich op de vierde verdieping bevond, wilde, nadat het karwei was afgeloopen, het hijschtouw uit de katrol lichten. Hij verloor daarbij zijn evenwicht en stortte naar beneden. Zeer ernstig verwond is de ongelukkige in zorg- wekkeoden toestand per auto van den G.G. en G.D, naar het Tesselsehadeziekenhuis vervoerd. OUDE VROUW IN VLAMMEN Te Amstelveen geraakten de kleeren van de wed. G. D. in brand, doordat zij tegen een brandend petroleumstel liep, dat zij op den grond had geplaatst Huisgenooten slaagden er in de branden de kleedingstukken te dooven. Met ernstige brandwonden werd zij naar een ziekenhuis vervoerd. DE DOODELUKE STROOM Door den hevigen wind ontstond kort sluiting in den bovengrondschen electri- schen kabel te Valkenswaard, tengevolge waarvan op den stal bij den landbouwer drie koeien zijn gedood. VERDRONKEN Het 2-jarig zoontje van de familie Rewey wonende te Eelderwolde (Gr.) is in een sloot bij de ouderlijke woning geraakt en verdronken, TOLLEN OPGEHEVEN In de prov. Groningen zijn de volgende tollen opgeheven: Winschoten—Nieuwe- schans, Winschoten—Bellingwolde, Win schotenZuidbroek, WinschotenBourtan- ge en Winschoten—Veendam. De wegtollen Winschoten—Oostwold (over Oostereinde) en WinschotenOude Pekela bestaan nog. Te Oldenzaal heeft een zekere W., oud 18 jaar, een diefstal begaan, van f550. Het geld was geborgen in een geldkistje waarin zich ook vier spaarbankboekjes be vonden, één ten name van hem zelf en de andere drie toebehoorende familieleden alsmede een half lot uit de Staatsloterij. Radio Nieuws. ZOXDAG, 10 JANUARI Heeiren en Gen. 6 22. 3. Gebed; 6. Zin- Ps. 33 4 en 10; 7. Eerete gedeelte der 10:1 (Ge*. 14:1); 3. Voorleden; 4. Gebed: Gemeenteaang-: N.P.B.-bundel Lied 256 1 (Ps. 25:2); 6. Preek; 7. Orgelspel; 6. Ge bed; 9. Gemeentezang: N.P.B.-buudeJ Lied 1S5:3 (Gei. ISO: 5); 10 Zegen. 17.00 Huizen K.G.R.V.: Kerkdienst uit de Geref. Kerk (Noorderkerk) te Maassluis. Voorganger: Ps. Joh. H. Riecberg. Orga nist: P. van Rijn. 1. Orsedsp^: 2. Zingen: Ps. 68:10: 3. Votum en Z;geogroet; 4. Le zen: Apostolische Geloof «belijden: Pa 95 Tweede gedeelte der prediking; 12 Dank gebed; 13 Zingen: Ps. 70:3: 14. Zegenbede: 15. Orgelspel. Na beëindiging N.C.R.V -Dameskoor Zang door het -MAANDAG. 11 JANUARI Concerten, en vereum V.A.RA: Mandoline-m venum VARA: Mandoline-m undborg: Strijkorkest zen N.C.R.V.: Grumofoonmuziek 14.50 Kali n N.C.R.V.: Gramofoonmuaiek n d b o r gConcert r s u m V. AR A.Pianomuziek gawusterbausen: Concert i V.A.R.A.: Gramof.muziek l N.C.R.V.: Ziekenuurtje Ds. Zijl- Huize n N.C.R.V.: Schoolultzendtng „Na» .uurleven ln Drenthe" 14.15 Hilversum V.A.R.A.: Antoon Coolen leest uit „De goede n 5 Huizen N.C.R.V.: ïrwerk ln den i N.C.R. V.Knippen N.C.R.V.: Van Wijlen: „Met do i het oude Kan a An". i VARA: Voordracht Min- i N.C.R.V.: Persberichten sum VARA; Persberichten KERKELIJK LEVEN IN 1931 SEPARATISME EN SYNCRETISME VI. ln weerwil van al de kerkelijke geschillen fen den voortdurenden strijd of misschien ook juist daarom!? heeft men ook in het afgeloopen jaar telkens weer kunnen hooren over: handen reiken over kerkmuren, sa menwerking, oecumenische gedachte, een heidsbeweging, Raad van Kerken en derge- lijke. Scheurziekte. Dat het met, onder en tusschen de „zonen van. hetzelfde Huis" en de „kinderen van 'éénen Vader" niet is zooals het wezen moet, heeft zich herhaaldelijk geopenbaard. De Classis Grootegast der Gerei'. Kerken waar schuwde zusterkerken dat attestaties afge geven door de Doleerende Kerk van Leek, niet geaccepteerd konden worden. Door de Classis Brielle der Geref. Kerken werd uit 'een der onder haar ressorteerende Kerken een bezwaarschrift ontvangen, waarin niets ïninder stond dan de klacht dat een tactiek, die „valsch mystieke broeders" in 't gevlei wil komen, „op het gehecle eiland Flakkee wordt toegepast", wat volgens adressanten hte herleiden is tot een beginselkwestie" en Waarbij de vrees werd uitgesproken „zich genoodzaakt (te) zien opnieuw in doleantje te gaan". Te Tholen trad een deol uit de Geref. Gemeente en stichtte een Vrije Geref. temeente die W. Baaij tot haar predikant beriep, waarover weer een discussie ont stond, tusschen Ds. L. B o o n e en D s. C. ide Jojnge over de roeping van den nieu wen predikant: al of niet van -Godswege. De Chr. Encyclopaedic (uitg. J. H. Kok) geeft op „Geref. Kericen" niet minder dan elf Kerkengroepen aan, die den naam „Ge reformeerd" voeren, met of zonder adjectief als: Oud-, Vrij-, Nederduitsch-, Dordtsch enz. Er moeten nog bij: Geref. Kerken in Hersteld Verhand en Geref. Gemeenten in Hersteld Verband. In een Kerkbode schreef Ds. J. H. J o n- ker: „Splijt- of scheurziekte lijkt een kan ker, die zich allerwege in het lichaam uitzaait". Als hiermee bedoeld is het stellen Van eén diagnose, werd wel een hoogst ern stige krankheid bij de Kerk geconstateerd. Vereenlging. Een gunstiger verschijnsel werd waarge nomen te Bun hoten en Spakenburg, waar in den zomer de Geref. Kerken A en B samensmolten, soodat nu .van de Geref, Ker ken in Nederland alleen die van Ambt- Vollenhove (A en B) nog in gedeeldheid leven. Te Enkhuizen sloot de Geref. Gemeente onder het Kruis zich aan bij het erband der Geref. Gemeenten in Nederland. Te Kruiningen vereenigde de z.g. „Gemeente van Ds. van deGarde" zich met de Geref. Gemeente van Ierseke. En, wat van niet minder tieteekenis is, in het begin des jaars besloot de Kerkeraad der Hersteld-Evange- lisch Luthersche Gemeente te Amsterdam het voorstel van den Kerkeraad der Ev. Luth. Gemeente aldaar aangaande hereeniging, op grond van fusie, te aanvaarden. Het besluit, dat deze Gemeenten van 12.000 en 28.000 zielen met resp. 4 en 6 predikanten betreft, werd nog wel niet gerealiseerd, maar tee- kende zich o.i. reeds af in het feit. dat in de vacature van den eenigen vrijzinnigen predikant bij laatstgenoemde Gemeente een rechtzinnig predikant werd beroepen, al gaf dit aanvankelijk eenige wrjjving. Te dezer plaatse moge nog herinnerd wor den, dat in den zomer herdacht is het feit dat 50 jaar geleden de Unie van Baptisten- Gemeenten tot stand kwam. De laatst over geblevene van de oprichters dezer Unie, D s. N. van Beek, was een viertal maanden tevoren overleden. De Synode der Chr. Geref. Kerk benoemde een Commissie om voorbereidend werk to doen, teneinde in 1934 te herdenken, dat honderd jaar geleden het feit der Afschei ding plaats had. „Lief doen". Het bijwonen van de intrede van een pre dikant bij de Chr. Geref. Kerk te Lisse door een deputatie van den Kerkeraad der Geref Kerk aldaar, is oorzaak van veel persdiscus sie geweest. Dit feit later gevolgd door het bijwonen van de intrede van den predi kant der Ned. Herv. Gemeente tc 's-Grave- land door diens collega van de Geref. Kerk aldaar, is door enkelen zeer toegejuicht, In het bijzonder wel hoe zou 't anders kunnen? door Dr. J. H. Gunning J.Hzn., die in „Pniël" zoo dikwijls klaagde over „onzalig getwist" en „onridderlijke toumooien" van de „Protestantsche kemp hanen". Daarentegen meende Prof. Waterink naar aanleiding van dit geval te moeten „waarschuwen tegen het verdoezelen van de grenzen in het eigen kerkelijke leven". Prof. Lengkeek nam in de „Wekker'' feitelijk een gelijk standpunt in, aldus schrij vende: .Daar ligt werkelijk in wederzijdsche afvaardiging ook een wederzijdsche erken ning en wederzijdsche erkenning heft in het wezen der zaak het bestaansrecht wederzijds op. Laten we in dit opzicht maar niet lief doen tegen .elkanderl Ge zegt; maar dit sluit dan ook alle samenwerking uit! Zeker! Op elk gebied, waar de Kerk ambtelijk heeft op te treden, is dit ook zoo!" Deze uitspraak van deD Chr. Geref. docent werd door Ds. K. S c h i 1 d e r genoemd„een uitlating, die hem en ons verbindt in den grond, eerst op die manier kan er gepraat worcen over de mogelijkheid van Christelijke pacificatie pogingen". Nauwkeuriger nog verklaarde, laatstgenoemde zich aldus: „Als de één bui ten de „kerkmuren" voor den ander bidt, dan bidden ze wel tegen elkaar in, maar bidden toch au fond met elkaar mee, wart ze bidden dan voor eikaars gehoorzaam- wording ten aanzien van het Kerk-vraag stuk. \La.w. ze zijn dén broeders, geven elkaar wat ieder houdt voor een broederge schenk. Ik begrijp niet, dat men niet ziet, dat op dit terrein alleen de broederlijkheid bestaan kan, dat achter het stroeve gelaat zóó liggen kan het vrome hart". Op elk gebied waar de Kerk ambtelijk heeft op te treden, is alle samenwerking uitgesloten, aldus Prof. Lengkeek. In dit licht is zeker te bezien het besluit van de Generale Synode der Chr. Jeref. Kerk om niet tot den Raad van Kerken toe te treden. Raad van Kerken. In het Synode-gebouw der Ned. Hervorm de Kerk te Den Haag werd 10 Februari in een vergadering van vertegenwoordigers van verschillende Kerken in ons land samenge steld een Raad van Kerken voor Practise!» Christendom in den geest van Stockholm. Nadat een voorloopig „program voor Neder land" was vastgesteld, vergaderde de Raad voor de eerste maal in het openbaar op 28 Mei ter Conferentie te Utrecht, om uiting te geven aan de Stockholm-gedachte, waar negen Kerkengroepen vertegenwoordigd wa ren. Alleen de Geref. Kerken en de Roomsch- Katholieke Kerk traden niet tot den Raad toe. Hier moge nog als bijzonderheid ver meld worden, dat elders de Jezuïten-pater Max Pribilla in weiwillenden toon over de oecumenische Stockholm-bewegine schreef, wiens aanteeheningen door nu vijlen D r. Nathan Söderblom in een hoekïe ge publiceerd zijn. Prof. van der Schuit, die, de vergadering bijwoonde verklaarde, mede namen 4 dtn aanxirigen Ds R. F. Sluiter, echter niet door de Chr. Geref. Kerk ter Conferentie afp'vaardigd te zijn, wijl haar Synode nog geen beslissing geno men had tat al-of-niel aansluiting. De Conferentie werd des avonds gevolgd door een „OecumeniVhe Dienst" in de Dom kerk, waartoe de „bedienaren van den gods- 'üenft" ultgennodied waren ,Jn ambtsge waad" to verschijnen, en waar als sprekers optraden een ITeifteld-Evang. Luthersch prodifcanl en .oen Oud-Katholiek pastoor. Veel is er sindsdien omtrent het werk van den RaaJ san Kerken niet meer vernomen. De opinies blijken nog verdeeld te zijn, gelijk ooi' in Noord-Amerika het geval was ten aanzien van den „Federal Council of Churches of Christ", waartoe 28 Kerkgenoot schappen toetraden. De Zendingsdirector Dr. H. Beets verdedigde den „Council" ln zijn „Missionary Monthly", Ds. G. H. Hospers sprak in „Onze Toekomst" van zijn „groot werk" en dat „opheffing een nadeeligen in vloed zou hebben en Ds. E. J. T u u k ge waagde in hetzelfde blad van „veel goeds dooi' den Federal Council gedaan" terwijl Dr. J. van Lonkhuyzon, voorheen te Chicago, meedeelde, dat, terwijl ,Jn liet algemeen ginds de verhoudingen nog niet ♦■ens zoo scherp zijn als hier de Christian Reformed Church na een paar jaren weer uit den „Council" uittrad. Bond van Gereformeerden. Het toetreden tot den Raad van Kerken afkeurend, wijl dit ,Js verloochening van eigen standpunt en beginsel", beval D r. van Lonkhuyzen aan een „vergade ring van Gereformeerden" De reeds opgerichte „Bond van Gerefor meerden" heeft echter het vorige jaar niet meer van zich laten hooren. Ds. C. A. L i n g- beek schreef omtrent den Bond: „De Kerk des Heeren ligt verscheurd. Toch gevoelt men behoefte aan eenheid. Nu sticht men oen surrogaat voor de Kerk. Nu wil men wat één moest zijn, in de Kerk, buiten de Kerk om tot eenheid brengen... Nu men verdeeld geraakte, wil men (met wegcijfering van het verschil in belijdenis, dat de ver deeldheid veroorzaakte)zoogenaamd op grond der belijdenis met elkaar weer ver eenigen". Ds. K. Schilder sprak uit: „Ik geloof, dat de jongste tijd de van verschei den kant geopperde bedenkingen heeft ge rechtvaardigd. En het nog dagelijks doet". In of rondom den Raad van Kerken is meermalen het woord „eenheidsbeweging" gebruikt. Prof. van der Schuit stond er vol strekt op. dat de Raad „niet wenscht aan geduid te worden door wat men in de ker kelijke pers noemt „de eenheidsbeweging", om ineen te smelten wat niet bijeen behoort". Ds. F. Dijkema (Doopsgezind) schreef: „De tijd zal leeren, of de eenheidsgedachte in den zin van de gedachte tot samenwer king, weerstaan kan worden". Samenwerking. Eerstgenoemde wilde saaienwerking zoo- ken om ..in net groote wereldconflict" der Christelijke Kerteu een kans te geven „een 'Stem van beteekj nis te laten hooren", Prof. Grosheide sprak zich uit voor samen werking ter zake van de Zending en andere belangen en zou Synodale Deputaten (der Geref. Kerken) met een welomschreven op dracht voor algemeene Christelijke belangen willen. Evenwel werd samenwerking in den Evan- gelisatiearbeld door de Classis Deventer en de Part. Synode van Overijsel der Geret Kerken veroordeeld. En D s. J. P. Klaarhamer schreef, blijkbaar op die samenwerking doelend: „Natuurlijk spreekt men af geen oneenigheld te maken. Men zal de verschillen eenvoudig negeeren. Wat dan hierop neerkomt, dat de afwijkende meenin gen het winnen, en dat de beste en zuiver ste prediking den inenschen wordt onthou den". Eenheidsbeweging. Samenwerking en ook zoeken naar de eenheidsgedachte werd gezien te Utrecht, waar de jaarvergadering der Ned. Hervorm de Predikanten-Vereeniging bezocht werd door Prof. van den Berg, van het Oud- Katholieke Seminarie te Amersfoort. •"i.^foort sprak de Kerkeraad der Geref. Kebk in Hersteld Verband uit, „dat het in het belang der Kerkelijke eenheids beweging is te achten, dat ook predikanten van een andere Kerk formatie, die met ons uit dezelfde beginselen leven, wordgn uitge- noodigd bij ons in den dienst des Woords voor te gaan". En die te Hilversum aan vaardde een voorstel van de Vrij-Evangeli- sche Gemeente om te komen tot gemeen schappelijke avonddiensten. Op een voorJaars-Zondagmiddag werd te Drumpt, als actie voor den Wereldbond van Kerken, in een boorpgaard een „bloesem dag" oftewel „oecumenische landdag" ge houden, waar het woord gevoerd werd door een Oud-Katholiek professor, een Hervormd en een Romonstrantsch predikant, alsmede een Zendingsdirector. De kwartaal-periodiek „Onder Eigen Vaan del" wijdde een geheele aflevering aan de Oecumenische Beweging. Voorzoover deze beweging reeds in den Raad van Kerken tot openbaring zou moeten komen, schreef Ds. W. W. M e y n e n even wel: „Reeds de uitdrukking Raad der Ker ken is misleidend. De Raad immers kan eerst daar worden gevonden, waar Christus als het Hoofd der Gemeente wordt beleden" Ds. P. J. Klaarhamer meende te moeten waarschuwen: „De verdoezeling van de vor>- schillen is tenslotte zelfbedrog". In denzelfdon geest, maar meer positief richtinggevend, uitte Dr. G. B. Wurth rich aldus: „Met niets ontziende toewijding voor de waerhe'd ijverende, zullen we nu soms aanvankelijk nog scherper .-genover elkander komea fa staan, En toch, alleen langs dien weg zullen we op den duur waar achtig de eenheid bereiken. Want het is na eenmaal een onmogelijkheid, dat zij, die inderdaad de waarheid zoeken, omdat ze „uit de waarheid" zijn, elkaar niet zij het langs een moeilijken en langen weg zullen vinden. Want de Waarheid Gods is één en er is geen andere eenheid zelfs dan in de Waarheid, d.i. Christus". Commminal bezit. Toch' hebben bij alle verdeeldheid de Ker ken en hun leden nog een vermeerdering van hun communaal bezit verkregen. Aller eerst in de verschijning van een gede<Mta (Mattheüs en Johannes) von de niemva nationale Bijbelvertaling, lantvege liet Ned. Bijbelgenootschap ter hand genomen. Al wat op het gebied der Theologie en dat harer hulpwetenschappen van de ners komt, kan de onderscheiden Kerken ten goede komen. Zoo kunnen we memoreeren, dat in nieuwe Nederlandsche vertaling van D r. A. 81 zoo verscheen het eerste deel van Calvijn's „Institutie". De laatste uitgave, in 1889. door Dr. A. Kuyper bezorgd, waa slechts antiquarisch meer te bekomen. Do pas opgerichte vereeniging „Doctor Maarten Luther" gaf wederom een viertal Luther geschriften uit Voorts verschenen enkel» werken over den persoon en het werk vas Calvijn. Door Piof. H e p p werd ter per* bezorgd het ejerste deel van de „Gerefor meerde Ethiek", posthuum werk van Prof G e e s i n k. Geen enkele richting pretendeert, dat „haar" Theologie éf is. En Prof. de Har- tog, wiens „Nieuwe Banen" vroeger al na 19 jaren en wiens „Toortsdrager' thans na 4 Jaren bezweken is. nam het initiatief ern te komen tot de oprichting van een „Intern. Bond tot vernieuwing van de Geref. Theolo gie", niet om met de practische Kerk politiek: zich in te laten, maar veeleer zich op de grondvraagstukken tc concentreeren, om tof een reveil der Geref. Theologie te komen. Veel is er nog te doen. Ten aanzien van de Zendingswetenschap, waarvoor in ons lanff nog geen enkele leerstoel bestaat, -af Ds. H. Bergema in ..Vox Theologies" de ontbot zeming: „Vergelijkt men de litteratuur met de bijna 100 werken die ln de laatste vijf jaren in Duitschland verschenen, en de tal- looze publicaties in Engeland en Amerika op missiologisch terrein, dan zinkt het aan deel van Nederland daarbij in het niet. De glorie van weleer, toen Nederland vóórging op dit whled, is reeds lang begonnen t«* tanen". Zoo f a het belang van alle Kerkert en vn- in!»rijk Gods wel Moekenende arbeid vv.,:c:if. maar .'taat meu nog «wet*. Ver lom: oen bdangrijkr taak. J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 5