rZATERDAG 9 JANUARI 1932 1
DERDE BCAD PAG, 9
Ontwapening en de Ontwapenings
Conferentie
üe ontwapening voordat de Volken
bond tot stand kwam
Een stukje geschiedenis
In de Middeneeuwen.
De oude tijden en de Middeneeuwen ken
den «een pennanentc bewapeningen, en du»
ceen nntwapenmesvraagstuk. Dit is eend
Stótann sedert de Fransohe koningendra-
zeventiende eeuw en na hen de Pruisische
^sten der achttiende eetnv zgn. staande
leers invoerdien. Tot dusver was het g
Sik geweest met. huurlegers den strijd t»
voerenf die daardoor in wim-wre tout™ <to
bevolking omging, wanneer deze nael
eedhtst reeks met den oorlog door belegering
of plundering ad. in aanraking kwam.
staande legers echter begonnen Mn/egel-
matigcn ook in vredestijd sprekenden, las!
on de verschillende Staten te leggen, en de
bekende Engelsohe pliilosoof Jeremy Den-
die omstreeks 17S0 een ontwerp voor
oen Volkenbond schreef, dat eei-st in lort)
weid gepubliceerd, achtte de daardoor op
de janden geleg.de lasten zoo groot, dat het
wegnemen van deze lasten een der argu
menten vormde waarmede hij de nowteake
liiikheid van da oprichting eenei ^^ex}
Sjam-isirtie of Volkenbond verdedigde. Zelfs
tusschen Frankrijk en Engeland, zoo
wel op maritiem als militair gebied m 1787
overeenkomsten aangegaan, die tijdelijke,
maar inderdaad wel zeer tijdelijke ontwa
pening beoogden, voor een doel mot betrek,
king tot de legers langs de Hotkmdschfe
grenzen. Van meer en sprekende beteekeida
is de ontwapening, diie het Amcrikaansch-
S^dSbh verdilg van 1819 tot s and
bracht., wijl dat er toe leidde, dat de oorlogs
schepen, die beide, destijds zeer vijandig
tegenover elkander staande lamden op de
nrensmeren ondeThielden, geheel werden af
geschaft- Een herhaling van dut Arnerokaari
pc.he voorbeeld werd eerst bijkans 100 jaren
lajfcer verkregen, toen, i-n den aanvang der
20ste eeuw. Chili en Argentinië, totdusvea
onverzoenlijke vijanden im Zuid-Amenka, er,
dank zij de bemiddeling van den hngel-
Bohen koning, toe overgingen, een aan
merkelijke vermindering in 'hun vlootpro-
tramma's aan te brengen en in verband
daarmede op stapel staande nieuwe oorlogs
Bchepen aan andere landen to verkoopen.
Na de Napoleontische oorlogen.
Een eigenaardig verschijnsel
Het mag een eigenaardig verschijnsel wor
den genoAnd, dat de georganiseerde vredes
beweging, die in 1815 door de oprichting
van die New-York Peaee Society ontstond,
zich niet, gelijk denkers en staatslieden van
de voorafgaande eeuwen hadden gedaan,
wierp op hei tot. stand komen eener Staten-
organrisatie, doch haar voornaamste, zoo
niet uitsluitende aandacht gaf aan de
beide vraagstukken: arbitrage en ontwape
ning. Zoowel het een als het ander heeft
clan ook geheel de negentiende eeuw door
een punt van overweging uitgemaakt
sohe Staten werd daarmede een aanvang
gemaakt, terwijl reeds in de dertiger jaren
het Amerikaanse he congres in zijn geheel
zich met deze aangelegenheid bemoeide. De
Europeesohe mogendheden volgden dit stro
ma, en zelfs in Duitsche wetgevend*»
vergaderingen bleef het niet onopgemerkt.
Intaissdhen met geen ander resultaat claa>
dat door deze wetgevende vergadering reso
luties van pacifistische bijeenkomsten, op
ontwapening betrekking hebbende, werden
overgenomen, doch weinig wenschen in die
richting werden uitgevoerd. Geen der sedert
1889 jaarlijks samenkomende internationale
Vredescongressen liet na op de noodzake
lijkheid van vetrmindering der bewapening,
leidende tot ontwapening de aandacht te
estiigen, gelijk dit reeds door de Congres
sen, die van de jaren 1848 tot 1855 in vee
schillende Europeesche hoofdsteden werden
gehouden, was geschied. En tegelijk was
groot liet aamtal publicisten, dat zioh aan
den arbeid zette om een oplossing voor hert
antwaipeniing9vraagstuk te vinden. Want dit
stond op den voorgrond: die oplossing zou
er een diienen. te zijn van voor alle Staten
gelijktijdige, evenredige en geleidelijke
aard. Het ontwapera'ngsvraagstuk werd niet
een uitsluitend militair, ook niet een uit
sluitend mildtadr-p^ldtiek, dooh tegelijk een
economisch f inantieel en sociaal, ja zei Is
psychologisch vraagstuk geoordeeld. Aan
den eenen kant werd voorgesteld de uiitge
strekbheid van de grenzen der landen als
maatstaf te nemen voor het aantal troepen;
aan den anderen kant werd de bevolking
als norm aanbevolen, terwijl weer bijzon
dere oplossingen werden aan de hand ge
daan met het oog op overzeesch grondge
bied op het onderhouden van vloten en de
zoo moeilijke aangelegenheid van vestingen
en materiaal Zelfs al brengt men de voor
naamste ontwerpen, die in den loop deze)
tientallen van jaren aan de aandacht der
openbare meening zijn onderworpen, sa-
Het manifest van den Tsaar.
Het kam in deze omstandigheden niet ver
bazen, dat het manifest, dat op 24 Augustus
1898 van den toenmaligcn Russdsahen keizer
Vicolaas II uitging, een gevoel van verlich
ting door geheel de wereld deed gaan. Hij
toch stelde een conferentie voor, gewijd uit
sluitend aan het ontwapeningsvraagstuk, er»
hij toch, de meest souvereine vorst van de
wereld, erkende, dat de voortgaande bewa
peningen een te drukkende last op de be
volking legden. Maar de tegenstand, die an
dere mogendheden tegen zijn denkbeeld bo
den, maakte van de oorspronkelijk gedachte
Ontwapeningsconferentie een Vredesconfe
rentie, welke codificatie van het recht, en
daarnevens arbitrage en bemiddeling tol
voornaamste programmapunt had. Zoodoen
de heeft de eerste Vredesconferentie op het
gebied der ontwapening weinig opgeleverd,
zij gaf uitvoerige aandacht aam de Rusai-
sohe voorstellen, dde zich ten slotte moesten
beperken tot een stilstand gedurende drie
of vijf jaren in de bewapeningen van dat
oogenblik; stilstand eohter, die stuitte op
onoverkomelijke bezwaren, hetzij van tech
nisch en aard, hetzij van wetgevenden aara.
Zij nam aanbevelingen aan om vraagstuk
ken, verband houdende met nieuwe typen
van geweren en kanonnen, en het gebruik
van onderzeebioten, nader in studie te ne
men. aan welke aanbevelingen noodt meeT
eendge aandacht is geschonken. En zij aan
vaardde met algemeene stemmen een reso
lutie, uitsprekende, dat de toenemende be
wapeningen lasiten op de landen legde, die
voor hun sociaal en economisch welzijn ver
nietigend moesten worden geacht Het eenig
gevolg van deze resolutie is geweest dat
men, toen acht jaren later de tweede Vredes
conferentie samenkwam, diende te oonsta-
teeren, dat de bewapeningen waren gestegen
op een wijze als tevoren niet was mogelijk
geacht. Ter tweede Vredesconferentie in
1907 mocht, ingevolge voorafgaande gedadh-
tenwisseling, door Du i toch land uitgelokt,
het ontwapeningsprobleem niet eens worden
bespanken. De discussie er over beperkte
zich tot een inleidende rede van den Engei
schen vertegenwoordiger, dde voorstelde de
resolutie van 1S99 met nadruk te herhalen.
Aldus en ndet meer geschiedde.
iDe noodzakelijkheid om in hot bewape
ningsvraagstuk tot eenige overeenstemming
te komen, is echter telkenmale door de
Europeesche mogendheden gevoeld. Na het
verwoestingetijdperk der Napoleontische oor
•logen deed de Russisohe keizer Alexander I
een voorsbei in deze richting, dat echter bij
den Oosterurijkschen kanselier Mefctemnch
weinig bijval vond en zoodoende tot een
schriftelijke gedachtenwisseling tussdhei»
de varsten, dne zich aan het hoofd der zgn.
Heilige Alliantie hadden gesteld, bleef be-
hepenkt. Korten tijd nadat in 1830 Louas
Philippe als zgn. burger-koning den Fran-
edhen troon had bestegen, riep deze te Pa-
rijs een bespreking der Europeesche mo-
gendheden samen, welke op on twapening be
trekking had, doch die tot niets anders leid
de dian tot een resolutie van zeer vagen
en ombeteekenenden inhoud. Van meer be-
teekenis mogf.n worden geacht de pogingen,
die Napoleon III tot drie malen toe deed
om met Pruisen tot overeenstemming te ko
men terzake van een vermindering der we-
derzrijdsche legermachten. Ofschoon van
Fransche zijde politieke motieven voor deze
voorstellen niet ontbraken, kan toch niet
anders dan vastgesteld worden, dat zij ge
heel mislukten tengevolge van de koele ont
vangst, die zij van Pruisische zijde ontvin
gen. Nog m den aanvang van 1870 ging
Napoleon III tot een, zij hot ook zeer ge
deeltelijke vermindering van het Fransche
leger, welke echter aan de andere zijde geen
weerklank vond, over.
In de jaren, die de tweede Vredesconfe
rentie van het uitbreken van den oorlog
hebben gescheiden, zijn praktische pogingen
ondernomen om 'n Du.itsch-Engelsche vloot-
vacantae te verkrijgen. Voorbereid door open
bare redevoeringen der wederzijdsche Mi
nisters in het Parlement, werd zij bij de be
kende bezoeken, die Lord Haldane aan Ber-
lijm bracht, verder voorbereid, maar Ver
geefs. Ook bussohen Frankrijk en Italië wer
den pogingen ondernomen om tot een ge
deeltelijke vermindering der bewapeningen
SLAPTE IN DE RIJNVAART
FORD ALS STEDEBOUWER
van in aanmerking genomen, aan de bewoners vrrij veel comfort biedt.
aan de wederzijdschc grenzen te geraken,
en niet geheel zonder eenig resultaat. Maar
voor het overige bleven de pogingen, die in
woord en geschrift, werden ondernomen, om
het ontwapeningsvraagstuk tot nadere oplos
sing te brengen, van alle succes gespeend,
en Europa stond aan den vooravond van
den oorlog zwaarder dan ooit tevoren ge
wapend. Tot dusver had altijd gegolden,
dat in deze overmatige bewapeningen een
verzekeringspremie lag opgesloten; immers,
heette het, geen der verantwoordelijke
staatslieden zou het durven wagen een oor
log, gevoerd met dergelijke middelen, te ont
ketenen. De praktijk van de spannende
twaalf dagen van Juli 1914, die aan het uit
breken van den oorlog zijn voorafgegaan,
heeft ons geleerd, dat, zoo geen der verant
woordelijke staatslieden van Europa den
oorlog heeft gewild, deze is gekomen, juist
als direct gevolg van deze overmatige be
wapeningen, welke een zoo kostbaar en ge
voelig instrument vormden, dat het voor
deel van het toebrengen van den eersten
slag er een van ongekenden omvang is.
Geen wonder dan ook, dat de zgn. minimum
programma's, die bij het uitbreken van den
oorlog allerwege door politieke en pacifis
tische organisaties werden openbaar ge
maakt, den eisch van vermindering der be
wapeningen voorop stelden. Geen wondei
dan ook, dat telkenmale, wanne,r geduren
de den oorlog in de redevoeringen der voor
aanstaande staatslieden vain een aanstaan
den Volkenbond sprake was, op ontwapening
mede nadruk werd gelegd. Geen wonder
dus, dat bij de besprekingen der zgn. Vre
desconferentie te Parijs dit vraagstuk mede
vooropstond, al kan men in de artikelen
8 en 9 van het Grondverdnag van den
Volkenbond, die op ontwapening betrek
king hebben, niet anders dan een wel uiter
mate algemeene en principieel© oplossing
begroeten.
Gemengd Nieuws.
AUTO'S TE WATER
De autobus voor het station Vlake—We-
meldinge geraakte tijdens den storm na
bij Vlake in de watergang langs den Rijks
weg. De chauffeur en de eeiuge passasfer
kregen geen letsel.
Te Nieuwer-Amstel reed een auto in een
sloot. De beide inzittenden, twee markt
kooplieden uit Amsterdam, geraakten in de
modder en werden na eenige moeite door
toegesnelde personen op het droge gebracht
De auto werd later door een kraan wagen
gelicht
BENZINEBELASTINGONTDUIKING
ONTDEKT
Men meldt ons uit Pemis:
De assistenten der invoerrechten en ac
cijnzen alhier, hebben in samenwerking
met de gemeente-politie 4600 liter benzine
opgespoord, welke niet was aangegeven.
Den Rijksambtenaren van Directe Belas
tingen gelukte het bij ingezetenen in en
om Montfoort (Utr.) verschillende groote
partijen benzine te vinden, waarmede men
getracht had van de navordering van het
bijzonder invoerrecht te ontkomen. Duizen
den liters benzine zijn in beslag genomen,
voornamelijk bij veehouders en landbou-
BRANDEN
Te Amsterdam ontstond door onbekende
oorzaak 's avonds brand aan de Passeerden
gracht bij den koopman A. van Berkel. De
bewoners waren afwezig en hadden hun
woning op de eerste verdieping van dat
perceel aigesloten. De rook. die het portaal
vulde belette aanvankelijk de brandweer
in de woning binnen te treden, temeer daar
de toegang zeer nauw is. Met behulp van
een mechanische ladder kon de brandweer
de achterzijde van het perceel bereiken en
vandaar de vlammen, die reeds naar bui
ten sloegen, bestrijden. Intusschen was ook
op het portaal de kamerdeur geforceord en
werd van dien kant een straal op het vuur
gericht Door deze twee stralen was het
pleit spoedig beslecht De achterkamer
brandde uit; de aangrenzende voorkamer
kreeg weinig schade.
VAN DE VIERDE VERDIEPING
OP STRAAT GEVALLEN
Men meldt ons uit Amsterdam;
Bij het hijschen van kolen naar de zol-
derverdoeping in de Tweede Jan Steen
straat is een ernstig ongeval geschied.
Een 33-jarige kolenwerker die zich op de
vierde verdieping bevond, wilde, nadat het
karwei was afgeloopen, het hijschtouw uit
de katrol lichten. Hij verloor daarbij zijn
evenwicht en stortte naar beneden. Zeer
ernstig verwond is de ongelukkige in zorg-
wekkeoden toestand per auto van den G.G.
en G.D, naar het Tesselsehadeziekenhuis
vervoerd.
OUDE VROUW IN VLAMMEN
Te Amstelveen geraakten de kleeren van
de wed. G. D. in brand, doordat zij tegen
een brandend petroleumstel liep, dat zij op
den grond had geplaatst
Huisgenooten slaagden er in de branden
de kleedingstukken te dooven. Met ernstige
brandwonden werd zij naar een ziekenhuis
vervoerd.
DE DOODELUKE STROOM
Door den hevigen wind ontstond kort
sluiting in den bovengrondschen electri-
schen kabel te Valkenswaard, tengevolge
waarvan op den stal bij den landbouwer
drie koeien zijn gedood.
VERDRONKEN
Het 2-jarig zoontje van de familie Rewey
wonende te Eelderwolde (Gr.) is in een
sloot bij de ouderlijke woning geraakt en
verdronken,
TOLLEN OPGEHEVEN
In de prov. Groningen zijn de volgende
tollen opgeheven: Winschoten—Nieuwe-
schans, Winschoten—Bellingwolde, Win
schotenZuidbroek, WinschotenBourtan-
ge en Winschoten—Veendam.
De wegtollen Winschoten—Oostwold (over
Oostereinde) en WinschotenOude Pekela
bestaan nog.
Te Oldenzaal heeft een zekere W., oud
18 jaar, een diefstal begaan, van f550.
Het geld was geborgen in een geldkistje
waarin zich ook vier spaarbankboekjes be
vonden, één ten name van hem zelf en de
andere drie toebehoorende familieleden
alsmede een half lot uit de Staatsloterij.
Radio Nieuws.
ZOXDAG, 10 JANUARI
Heeiren en Gen. 6 22. 3. Gebed; 6. Zin-
Ps. 33 4 en 10; 7. Eerete gedeelte der
10:1 (Ge*. 14:1); 3. Voorleden; 4. Gebed:
Gemeenteaang-: N.P.B.-bundel Lied 256 1
(Ps. 25:2); 6. Preek; 7. Orgelspel; 6. Ge
bed; 9. Gemeentezang: N.P.B.-buudeJ Lied
1S5:3 (Gei. ISO: 5); 10 Zegen.
17.00 Huizen K.G.R.V.: Kerkdienst uit de
Geref. Kerk (Noorderkerk) te Maassluis.
Voorganger: Ps. Joh. H. Riecberg. Orga
nist: P. van Rijn. 1. Orsedsp^: 2. Zingen:
Ps. 68:10: 3. Votum en Z;geogroet; 4. Le
zen: Apostolische Geloof «belijden:
Pa 95
Tweede gedeelte der prediking; 12 Dank
gebed; 13 Zingen: Ps. 70:3: 14. Zegenbede:
15. Orgelspel. Na beëindiging
N.C.R.V -Dameskoor
Zang door het
-MAANDAG. 11 JANUARI
Concerten, en
vereum V.A.RA: Mandoline-m
venum VARA: Mandoline-m
undborg: Strijkorkest
zen N.C.R.V.: Grumofoonmuziek
14.50 Kali
n N.C.R.V.: Gramofoonmuaiek
n d b o r gConcert
r s u m V. AR A.Pianomuziek
gawusterbausen: Concert
i V.A.R.A.: Gramof.muziek
l N.C.R.V.: Ziekenuurtje Ds. Zijl-
Huize n N.C.R.V.: Schoolultzendtng „Na»
.uurleven ln Drenthe"
14.15 Hilversum V.A.R.A.: Antoon Coolen
leest uit „De goede n
5 Huizen N.C.R.V.:
ïrwerk ln den
i N.C.R. V.Knippen
N.C.R.V.: Van Wijlen: „Met do
i het oude Kan a An".
i VARA: Voordracht Min-
i N.C.R.V.: Persberichten
sum VARA; Persberichten
KERKELIJK LEVEN IN 1931
SEPARATISME EN SYNCRETISME
VI.
ln weerwil van al de kerkelijke geschillen
fen den voortdurenden strijd of misschien
ook juist daarom!? heeft men ook in het
afgeloopen jaar telkens weer kunnen hooren
over: handen reiken over kerkmuren, sa
menwerking, oecumenische gedachte, een
heidsbeweging, Raad van Kerken en derge-
lijke.
Scheurziekte.
Dat het met, onder en tusschen de „zonen
van. hetzelfde Huis" en de „kinderen van
'éénen Vader" niet is zooals het wezen moet,
heeft zich herhaaldelijk geopenbaard. De
Classis Grootegast der Gerei'. Kerken waar
schuwde zusterkerken dat attestaties afge
geven door de Doleerende Kerk van Leek,
niet geaccepteerd konden worden. Door de
Classis Brielle der Geref. Kerken werd uit
'een der onder haar ressorteerende Kerken
een bezwaarschrift ontvangen, waarin niets
ïninder stond dan de klacht dat een tactiek,
die „valsch mystieke broeders" in 't gevlei
wil komen, „op het gehecle eiland Flakkee
wordt toegepast", wat volgens adressanten
hte herleiden is tot een beginselkwestie" en
Waarbij de vrees werd uitgesproken „zich
genoodzaakt (te) zien opnieuw in doleantje
te gaan". Te Tholen trad een deol uit de
Geref. Gemeente en stichtte een Vrije Geref.
temeente die W. Baaij tot haar predikant
beriep, waarover weer een discussie ont
stond, tusschen Ds. L. B o o n e en D s. C.
ide Jojnge over de roeping van den nieu
wen predikant: al of niet van -Godswege.
De Chr. Encyclopaedic (uitg. J. H. Kok)
geeft op „Geref. Kericen" niet minder dan
elf Kerkengroepen aan, die den naam „Ge
reformeerd" voeren, met of zonder adjectief
als: Oud-, Vrij-, Nederduitsch-, Dordtsch
enz. Er moeten nog bij: Geref. Kerken in
Hersteld Verhand en Geref. Gemeenten in
Hersteld Verband.
In een Kerkbode schreef Ds. J. H. J o n-
ker: „Splijt- of scheurziekte lijkt een kan
ker, die zich allerwege in het lichaam
uitzaait". Als hiermee bedoeld is het stellen
Van eén diagnose, werd wel een hoogst ern
stige krankheid bij de Kerk geconstateerd.
Vereenlging.
Een gunstiger verschijnsel werd waarge
nomen te Bun hoten en Spakenburg, waar
in den zomer de Geref. Kerken A en B
samensmolten, soodat nu .van de Geref, Ker
ken in Nederland alleen die van Ambt-
Vollenhove (A en B) nog in gedeeldheid
leven. Te Enkhuizen sloot de Geref.
Gemeente onder het Kruis zich aan bij het
erband der Geref. Gemeenten in Nederland.
Te Kruiningen vereenigde de z.g. „Gemeente
van Ds. van deGarde" zich met de Geref.
Gemeente van Ierseke. En, wat van niet
minder tieteekenis is, in het begin des jaars
besloot de Kerkeraad der Hersteld-Evange-
lisch Luthersche Gemeente te Amsterdam het
voorstel van den Kerkeraad der Ev. Luth.
Gemeente aldaar aangaande hereeniging, op
grond van fusie, te aanvaarden. Het besluit,
dat deze Gemeenten van 12.000 en 28.000
zielen met resp. 4 en 6 predikanten betreft,
werd nog wel niet gerealiseerd, maar tee-
kende zich o.i. reeds af in het feit. dat in
de vacature van den eenigen vrijzinnigen
predikant bij laatstgenoemde Gemeente een
rechtzinnig predikant werd beroepen, al gaf
dit aanvankelijk eenige wrjjving.
Te dezer plaatse moge nog herinnerd wor
den, dat in den zomer herdacht is het feit
dat 50 jaar geleden de Unie van Baptisten-
Gemeenten tot stand kwam. De laatst over
geblevene van de oprichters dezer Unie, D s.
N. van Beek, was een viertal maanden
tevoren overleden.
De Synode der Chr. Geref. Kerk benoemde
een Commissie om voorbereidend werk to
doen, teneinde in 1934 te herdenken, dat
honderd jaar geleden het feit der Afschei
ding plaats had.
„Lief doen".
Het bijwonen van de intrede van een pre
dikant bij de Chr. Geref. Kerk te Lisse door
een deputatie van den Kerkeraad der Geref
Kerk aldaar, is oorzaak van veel persdiscus
sie geweest. Dit feit later gevolgd door
het bijwonen van de intrede van den predi
kant der Ned. Herv. Gemeente tc 's-Grave-
land door diens collega van de Geref. Kerk
aldaar, is door enkelen zeer toegejuicht,
In het bijzonder wel hoe zou 't anders
kunnen? door Dr. J. H. Gunning
J.Hzn., die in „Pniël" zoo dikwijls klaagde
over „onzalig getwist" en „onridderlijke
toumooien" van de „Protestantsche kemp
hanen".
Daarentegen meende Prof. Waterink
naar aanleiding van dit geval te moeten
„waarschuwen tegen het verdoezelen van de
grenzen in het eigen kerkelijke leven".
Prof. Lengkeek nam in de „Wekker''
feitelijk een gelijk standpunt in, aldus schrij
vende: .Daar ligt werkelijk in wederzijdsche
afvaardiging ook een wederzijdsche erken
ning en wederzijdsche erkenning heft in het
wezen der zaak het bestaansrecht wederzijds
op. Laten we in dit opzicht maar niet lief
doen tegen .elkanderl Ge zegt; maar dit sluit
dan ook alle samenwerking uit! Zeker! Op
elk gebied, waar de Kerk ambtelijk heeft op
te treden, is dit ook zoo!" Deze uitspraak
van deD Chr. Geref. docent werd door Ds.
K. S c h i 1 d e r genoemd„een uitlating, die
hem en ons verbindt in den grond, eerst op
die manier kan er gepraat worcen over de
mogelijkheid van Christelijke pacificatie
pogingen". Nauwkeuriger nog verklaarde,
laatstgenoemde zich aldus: „Als de één bui
ten de „kerkmuren" voor den ander bidt,
dan bidden ze wel tegen elkaar in, maar
bidden toch au fond met elkaar mee, wart
ze bidden dan voor eikaars gehoorzaam-
wording ten aanzien van het Kerk-vraag
stuk. \La.w. ze zijn dén broeders, geven
elkaar wat ieder houdt voor een broederge
schenk. Ik begrijp niet, dat men niet ziet,
dat op dit terrein alleen de broederlijkheid
bestaan kan, dat achter het stroeve gelaat
zóó liggen kan het vrome hart".
Op elk gebied waar de Kerk ambtelijk
heeft op te treden, is alle samenwerking
uitgesloten, aldus Prof. Lengkeek.
In dit licht is zeker te bezien het besluit
van de Generale Synode der Chr. Jeref. Kerk
om niet tot den Raad van Kerken toe te
treden.
Raad van Kerken.
In het Synode-gebouw der Ned. Hervorm
de Kerk te Den Haag werd 10 Februari in
een vergadering van vertegenwoordigers van
verschillende Kerken in ons land samenge
steld een Raad van Kerken voor Practise!»
Christendom in den geest van Stockholm.
Nadat een voorloopig „program voor Neder
land" was vastgesteld, vergaderde de Raad
voor de eerste maal in het openbaar op 28
Mei ter Conferentie te Utrecht, om uiting te
geven aan de Stockholm-gedachte, waar
negen Kerkengroepen vertegenwoordigd wa
ren. Alleen de Geref. Kerken en de Roomsch-
Katholieke Kerk traden niet tot den Raad
toe. Hier moge nog als bijzonderheid ver
meld worden, dat elders de Jezuïten-pater
Max Pribilla in weiwillenden toon over
de oecumenische Stockholm-bewegine schreef,
wiens aanteeheningen door nu vijlen D r.
Nathan Söderblom in een hoekïe ge
publiceerd zijn. Prof. van der Schuit,
die, de vergadering bijwoonde verklaarde,
mede namen 4 dtn aanxirigen Ds R. F.
Sluiter, echter niet door de Chr. Geref.
Kerk ter Conferentie afp'vaardigd te zijn,
wijl haar Synode nog geen beslissing geno
men had tat al-of-niel aansluiting.
De Conferentie werd des avonds gevolgd
door een „OecumeniVhe Dienst" in de Dom
kerk, waartoe de „bedienaren van den gods-
'üenft" ultgennodied waren ,Jn ambtsge
waad" to verschijnen, en waar als sprekers
optraden een ITeifteld-Evang. Luthersch
prodifcanl en .oen Oud-Katholiek pastoor.
Veel is er sindsdien omtrent het werk van
den RaaJ san Kerken niet meer vernomen.
De opinies blijken nog verdeeld te zijn,
gelijk ooi' in Noord-Amerika het geval was
ten aanzien van den „Federal Council of
Churches of Christ", waartoe 28 Kerkgenoot
schappen toetraden. De Zendingsdirector Dr.
H. Beets verdedigde den „Council" ln zijn
„Missionary Monthly", Ds. G. H. Hospers
sprak in „Onze Toekomst" van zijn „groot
werk" en dat „opheffing een nadeeligen in
vloed zou hebben en Ds. E. J. T u u k ge
waagde in hetzelfde blad van „veel goeds
dooi' den Federal Council gedaan" terwijl
Dr. J. van Lonkhuyzon, voorheen te
Chicago, meedeelde, dat, terwijl ,Jn liet
algemeen ginds de verhoudingen nog niet
♦■ens zoo scherp zijn als hier de Christian
Reformed Church na een paar jaren weer
uit den „Council" uittrad.
Bond van Gereformeerden.
Het toetreden tot den Raad van Kerken
afkeurend, wijl dit ,Js verloochening van
eigen standpunt en beginsel", beval D r.
van Lonkhuyzen aan een „vergade
ring van Gereformeerden"
De reeds opgerichte „Bond van Gerefor
meerden" heeft echter het vorige jaar niet
meer van zich laten hooren. Ds. C. A. L i n g-
beek schreef omtrent den Bond: „De Kerk
des Heeren ligt verscheurd. Toch gevoelt
men behoefte aan eenheid. Nu sticht men
oen surrogaat voor de Kerk. Nu wil men
wat één moest zijn, in de Kerk, buiten de
Kerk om tot eenheid brengen... Nu men
verdeeld geraakte, wil men (met wegcijfering
van het verschil in belijdenis, dat de ver
deeldheid veroorzaakte)zoogenaamd op
grond der belijdenis met elkaar weer ver
eenigen". Ds. K. Schilder sprak uit: „Ik
geloof, dat de jongste tijd de van verschei
den kant geopperde bedenkingen heeft ge
rechtvaardigd. En het nog dagelijks doet".
In of rondom den Raad van Kerken is
meermalen het woord „eenheidsbeweging"
gebruikt.
Prof. van der Schuit stond er vol
strekt op. dat de Raad „niet wenscht aan
geduid te worden door wat men in de ker
kelijke pers noemt „de eenheidsbeweging",
om ineen te smelten wat niet bijeen behoort".
Ds. F. Dijkema (Doopsgezind) schreef:
„De tijd zal leeren, of de eenheidsgedachte
in den zin van de gedachte tot samenwer
king, weerstaan kan worden".
Samenwerking.
Eerstgenoemde wilde saaienwerking zoo-
ken om ..in net groote wereldconflict" der
Christelijke Kerteu een kans te geven „een
'Stem van beteekj nis te laten hooren", Prof.
Grosheide sprak zich uit voor samen
werking ter zake van de Zending en andere
belangen en zou Synodale Deputaten (der
Geref. Kerken) met een welomschreven op
dracht voor algemeene Christelijke belangen
willen.
Evenwel werd samenwerking in den Evan-
gelisatiearbeld door de Classis Deventer
en de Part. Synode van Overijsel der
Geret Kerken veroordeeld. En D s. J. P.
Klaarhamer schreef, blijkbaar op die
samenwerking doelend: „Natuurlijk spreekt
men af geen oneenigheld te maken. Men zal
de verschillen eenvoudig negeeren. Wat dan
hierop neerkomt, dat de afwijkende meenin
gen het winnen, en dat de beste en zuiver
ste prediking den inenschen wordt onthou
den".
Eenheidsbeweging.
Samenwerking en ook zoeken naar de
eenheidsgedachte werd gezien te Utrecht,
waar de jaarvergadering der Ned. Hervorm
de Predikanten-Vereeniging bezocht werd
door Prof. van den Berg, van het Oud-
Katholieke Seminarie te Amersfoort.
•"i.^foort sprak de Kerkeraad der
Geref. Kebk in Hersteld Verband uit, „dat
het in het belang der Kerkelijke eenheids
beweging is te achten, dat ook predikanten
van een andere Kerk formatie, die met ons
uit dezelfde beginselen leven, wordgn uitge-
noodigd bij ons in den dienst des Woords
voor te gaan". En die te Hilversum aan
vaardde een voorstel van de Vrij-Evangeli-
sche Gemeente om te komen tot gemeen
schappelijke avonddiensten.
Op een voorJaars-Zondagmiddag werd te
Drumpt, als actie voor den Wereldbond van
Kerken, in een boorpgaard een „bloesem
dag" oftewel „oecumenische landdag" ge
houden, waar het woord gevoerd werd door
een Oud-Katholiek professor, een Hervormd
en een Romonstrantsch predikant, alsmede
een Zendingsdirector.
De kwartaal-periodiek „Onder Eigen Vaan
del" wijdde een geheele aflevering aan de
Oecumenische Beweging.
Voorzoover deze beweging reeds in den
Raad van Kerken tot openbaring zou moeten
komen, schreef Ds. W. W. M e y n e n even
wel: „Reeds de uitdrukking Raad der Ker
ken is misleidend. De Raad immers kan
eerst daar worden gevonden, waar Christus
als het Hoofd der Gemeente wordt beleden"
Ds. P. J. Klaarhamer meende te moeten
waarschuwen: „De verdoezeling van de vor>-
schillen is tenslotte zelfbedrog".
In denzelfdon geest, maar meer positief
richtinggevend, uitte Dr. G. B. Wurth
rich aldus: „Met niets ontziende toewijding
voor de waerhe'd ijverende, zullen we nu
soms aanvankelijk nog scherper .-genover
elkander komea fa staan, En toch, alleen
langs dien weg zullen we op den duur waar
achtig de eenheid bereiken. Want het is na
eenmaal een onmogelijkheid, dat zij, die
inderdaad de waarheid zoeken, omdat ze
„uit de waarheid" zijn, elkaar niet zij
het langs een moeilijken en langen weg
zullen vinden. Want de Waarheid Gods is
één en er is geen andere eenheid zelfs dan in
de Waarheid, d.i. Christus".
Commminal bezit.
Toch' hebben bij alle verdeeldheid de Ker
ken en hun leden nog een vermeerdering
van hun communaal bezit verkregen. Aller
eerst in de verschijning van een gede<Mta
(Mattheüs en Johannes) von de niemva
nationale Bijbelvertaling, lantvege liet Ned.
Bijbelgenootschap ter hand genomen.
Al wat op het gebied der Theologie en dat
harer hulpwetenschappen van de ners komt,
kan de onderscheiden Kerken ten goede
komen. Zoo kunnen we memoreeren, dat in
nieuwe Nederlandsche vertaling van D r. A.
81 zoo verscheen het eerste deel van
Calvijn's „Institutie". De laatste uitgave, in
1889. door Dr. A. Kuyper bezorgd, waa
slechts antiquarisch meer te bekomen. Do
pas opgerichte vereeniging „Doctor Maarten
Luther" gaf wederom een viertal Luther
geschriften uit Voorts verschenen enkel»
werken over den persoon en het werk vas
Calvijn. Door Piof. H e p p werd ter per*
bezorgd het ejerste deel van de „Gerefor
meerde Ethiek", posthuum werk van Prof
G e e s i n k.
Geen enkele richting pretendeert, dat
„haar" Theologie éf is. En Prof. de Har-
tog, wiens „Nieuwe Banen" vroeger al na
19 jaren en wiens „Toortsdrager' thans na
4 Jaren bezweken is. nam het initiatief ern
te komen tot de oprichting van een „Intern.
Bond tot vernieuwing van de Geref. Theolo
gie", niet om met de practische Kerk politiek:
zich in te laten, maar veeleer zich op de
grondvraagstukken tc concentreeren, om tof
een reveil der Geref. Theologie te komen.
Veel is er nog te doen. Ten aanzien van de
Zendingswetenschap, waarvoor in ons lanff
nog geen enkele leerstoel bestaat, -af Ds. H.
Bergema in ..Vox Theologies" de ontbot
zeming: „Vergelijkt men de litteratuur met
de bijna 100 werken die ln de laatste vijf
jaren in Duitschland verschenen, en de tal-
looze publicaties in Engeland en Amerika
op missiologisch terrein, dan zinkt het aan
deel van Nederland daarbij in het niet. De
glorie van weleer, toen Nederland vóórging
op dit whled, is reeds lang begonnen t«*
tanen".
Zoo f a het belang van alle Kerkert
en vn- in!»rijk Gods wel Moekenende
arbeid vv.,:c:if. maar .'taat meu nog «wet*.
Ver lom: oen bdangrijkr taak. J