JHruuie griüsrt\t(ïTmiraut
Dagelijks verschijnend Nieuws blad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
FEISO
BAAI
ABONNEMENT:
Per kwartaal
3.25
(Beschikkingskosten 0.15.)
Per week 0.25
Voor het Ruitonland bij Weke-
Jijksche zending i6.—
Bij dageiijkscliG zending 7.—
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7x/2 cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijghaar
MBjaW3ureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 3531 VRIJDAG 11 DECEMBER 1931
ADVERTENTIEN
Van 1 tot 5 regels1.17V5
Elke regel meerB 0.22Vs
lr.gez. Mededeelingen
van 1—5 regels 2.30
Elke regel meer0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend 0.10
12e Jaargang
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
NAUWE AANSLUITING
Toen het rapport der Staatscommissie-
Rutgers, houdende voorstellen tot wijziging
der Lageronderwijswet 1920, het licht zag,
duurde het maar kort, of een actie tegen
deze voorstellen werd op touw gezet, waarbij
den Minister van Onderwijs niet onduidelijk
werd te verstaan gegeven, dat hij veilig zou
handelen, wanneer hij een groot deel van dit
concept naar de rommelkamer verwees.
Nu echter het wetsontwerp terzake sinds
dien bij de Tweede Kamer inkwam en de
Minister vrijwel geheel de voorstellen der
Staatscommissie blijkt te volgen, staakt men
de vervolging van Prof. Rutgers cum suis
en richt zich met al de kracht van zijn ver
zet tegen Minister Terpstra.
Eigenlijk gezegd verstaan we niet al te
goed, hoe men van den tegenwoordigen be
windsman van Onderwijs in sommige krin
gen heeft kunnen verwachten, dat hij het
rapnort-Rutgers, wat de groote lijnen be
treft, zou kunnen prijsgeven.
Immers, hij Koninklijk besluit van 2 Juli
1926 werd de Staatscommissie ingesteld en
al dadelijk behoorde tot haar leden Mr.
Terpstra, toen nog secretaris van den
Schoolraad voor de scholen met den Bijbel.
Op 18 September 1926 wei-d deze commis
sie geïnstalleerd, tenvijl het rapport als dag-
teekening draagt 29 December 1930, zoodat
de arbeid der commissie zich over een tijd
perk van ruim vier jaren uitstrekt
Welnu, pas op 7 September 1929 werd aan
Mr. Terpstra op zijn verzoek ontslag ver
leend als lid der Staatscommissie wegens
zijn toetreden tot het Kabinet-Ruys-de Geer
zoodat Mr. Terpstra bijna drie kwart van
den ai'beid der commissie meemaakte.
Kan men nu verwachten van een minister
van Onderwijs, die krachtens den aard zijner
vroegere positie een belangrijk aandeel moet
hebben gehad in de totstandkoming van een
rapport, dat ,hjj de grondslagen van dezen
arbeid straks zal loswrikken?
Dit is het, algemeen niet aan te nemen
en is hier ook niet het geval geweest
Daargelaten een enkele afwijkihg in som
mige onderdeelen werd het rapport Rutgers
gevolgd.
Hoe nauw deze aansluiting is, moge blij
ken uit het feit. dat het Bestuur der Ver-
eeniging van Nederlandsche Gemeenten,
hetwelk naar aanleiding van het rapport
een uitvoerig adres richtte aan den Minister
van Onderwijs, thans na de verschijning van
het wetsontwerp ditzelfde adres, behoudens
een enkele wijziging van ondergeschikten
aard, heeft toegezonden aan de Tweede
Kamer der Sta ten-Generaal.
Dit is ook de oorzaak dat we, waar we
destijds een uitvoerige artikelenreeks wijd
den aan den arbeid der Staatscommissie,
ons ten aanzien van het ontwerp slechts tot
het aanvoeren van enkele punten hebben
De.nauwe verwantschap tusschen beide
werkstukken is begrijpelijk en .verklaart
yeèl.
Toch schijnt menig bestrijder bij het uit
zien naar het ontwerp alles mogelijk te
hebben geacht, behalve dit.
VERDUBBELDE
VERANTWOORDELIJKHEID
In deze dagen van crisis, zoo rijk aan
actie en zoo uitermate gunstig voor aller
hande agitatie, kan men desondanks ver
schillende personen en groepen aantreffen,
die van oordeel zijn, dat de gemoederen nog
wel wat kunnen worden opgestuwd.
Met name biedt het wetsontwerp tot wij
ziging der Lageronderwijswet 1920 materiaal
voor hardnekkig verzet, voor directe en in
directe actie in allerlei vorm.
Zelfs werd een landelijke beweging op
touw gezet, die ten doel heeft het volk te
wapen te roepen tegen een Regeeringsvoor-
stel, dat heet de volksontwikkeling te scha
den, de volksverheffing te belagen.
Een woord van waarschuwing tegen dit
bedrijf, dat Vèr reikende en niet-beoogde ge
volgen kan hebben, mag niet worden terug
gehouden..
Menigeen is in dezen tijd ten gevolge van
oeconnmische zorgen, van tegenslagen in
nering en bedrijf wat uit het evenwicht ge
slagen en mist de zuivere sfeer van rustige
beschouwing.
Dezulken zijn er vele, en wie nu te mid
den van hen de onlust nog grooter maakt
en op de hartstochten speculeert, verricht
een gevaarlijken arbeid, die weieens spoedig
berouwen kan.
Zelfs wie de zuiverste bedoelingen heeft
bij zijn pogingen tot verbetering van onze
onderwijswetgeving, mag niet blind zijn
voor de middelen, die daarbij worden aange
wend.
Menige goede bedoeling heeft door het ge
bruik van minder juiste middelen een niot-
.verwacht en verkeerd resultaat opgeleverd.
Uiteraard is daarmee niet gezegd, dat de
critiek moet zwijgen en dat men de -\
drachten der Regeering zonder nader onder
zoek heeft te aanvaarden.
Ook wij hebben bezwaren tegen het rap
port der Staatscommissie, bezwaren, die wij
niet hebben geschroomd te uiten.
En uit de nauwe aansluiting tusschen
rapport en wetsontwerp volgt, dat deze be
zwaren zijn gebleven, ook toen het Regee-
ringsvoorstel verscheen, gelijk deze beden
kingen dan ook op verschillende punten
nogeens in ons blad zijn geaccentueerd.
Dit alles sluit echter niet in, dat elk mid
del van bestrijding nu ook maar welkom is.
Te midden van den druk onzer dagen, die
zijn invloed niet in de laatste plaats doet
gelden op de geesten en gemoederen, mag
op de middelen der critiek wel een zeer
nauwlettende keur worden toegepast
Een ieder zij van zijn verantwoordelijk
heid thans in dubbele mate doordrongen.
DE GOEDE TOON
We hebben ons onlangs verstout iets te
schrijven over de bittere toon, welke ons in
verband met de voorgenomen salariskorting
tegenklonk uit sommige artikelen in onze
onderwijsners. Het verheugt ons, dat we
thans aanleiding vinden om te wijzen op
een betere, een prijzenswaardige, een echt
Christelijke toon.
In het jongste nummer van het orgaan
der Unie van Chr. Onderwijzers schreef B.
(de heer Bos, voorzitter der organisatie) een
artikeltje over „Onze salarissen en het
Nat. Crisiscomité'^
Daarin wordt allereerst herinnerd aan de
gevoerde salarisaktie, en hoe men toen op
kwam tegen het argument, dat in de gezin
nen van werkloozen. kleine boertjes, zaken-
menschen en vele middenstanders de brood-
zorgen heel wat zwaarder drukken dan bij
de onderwijzers. We ontkenden dat feit
niet, zegt da schrijver, we weigerden echter
deze factor beteekenis toe te kennen in onze
strijd voor het recht.
„Echter, zop gaat hij verder, de beslissing
is thans gevallen. En nu is de tijd gekomen,
om in het centrum van onze aandacht te
plaatsen het feit, dat een vergelijking van
onze financieele Dositie met die van groote
groepen in ons voordeel uitvalt".
Dat is nu de eenig goede toon. welke in
bnzè kringen in -veler hart weerklank moet
vinden. Want alleen dan gaat er een snaar
van Christelijke barmhartigheid trillen voor
het lot van anderen, die in veel moeilijker
omstandigheden' verkeeren
Deze toon geeft ook de juiste verhouding
aan tusschen het zoeken van eigen recht en
het dankbaar zijn, voor wat we mochten be
houden. Ook nu, in deze tijd, is verdediging
van rechtvaardige belangen niet alleen ge
oorloofd, -maar zelfs plicht; doch het moet
gepaard gaan met de erkenning, dat. velen
van ons nog in zoo heel veel boven anderen
bevoorrecht zijn. Alleen dan komen wij tot
Christelijke solidariteit
De schrijver in De Chr. Onderwijzer
trof die goede toon; acht het overbodig om
zijn collega's op te wekken het Nat Crisis-
Comité niet te vergeten dat spreekt van
zelf! doch doet een voorslag hoe in sa
menwerking met andere Christelijke onder-
wijzersvereenigingen de inzameling van g e-
regelde bijdragen het best georganiseerd
kan worden.
Dat initiatief ondersteunen we gaarne; het
verdient hulde en sympathie. Het versterkt
de band tusschen onze onderwijzers en ons
Christelijk Volksdeel.
OFF1CIEELE BERICHTEN
ARBEIDSINSPECTIE.
Bij Kon. besluit is aan den heer H. Paal
man, te Amsterdam op, zijn verzoek eervol
ontslag verleend als administratief ambte
naar 1ste klasse bij de Arbeidsinspectie.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij Kon- besluit is benoemd tot ridder in
de Orde van Oranje-Nassau, ir. W. Lemc i,
ingenieur 1ste klasse, leider van den dienst
der Landsgebouwen in het ressort Soerabaja
HOFBERICHTEN
NAAR HET LOO.
De Koningin is voornemens zich van 16
tot 23 December naar het Loo te begeven,
voor de gebruikelijke Kerstviering aldaar
De Prins en de Prinses zullen eenige dagen
later volgen.
CRISIS COMITÉ
AMSTERDAM 1931
GEÏNSTALLEERD
In een der zalen van het Amsterdamsch
Prinsenhof heeft de installatie plaats gevon
den van het op initiatief van burgemeester
W. de V 1 u g t gevormde Crisis-Comité Am
sterdam 1931.
De Burgemeester hield bij deze gelegenheid
een rede waarin hij de taak van het. Comité
uiteenztte.
Na de rede van den Burgemeester werden
verschillende plannen en mogelijkheden tot
het verkrijgen van de voor het doel benoo-
digde middelen besproken.
Het secretariaat van het Comité is geves
tigd Sarphatikade 2 (Tel. 31808 en 35808).
NED. CHR. REISVEREENIGING
DE ALGEMEENE VERGADERING
Op 19 December a.s.. houdt de Ned. Chr.
Reisvereeniging haar jaarvergadering te
Amersfoort in hötel „Monopole" aan het
Stationsplein. De vergadering vangt 's mor
gens te 10 uur aan.
Uit het financieele verslag van de N:C.R.
blijkt, dat in het afgeloopen jaar de gemid
delde reissom 92.20 per deelnemer bedroeg
tegen 105.60 het vorige jaar.
Was de gemiddelde reissom ongewijzigd
gebleven, dan zou door 4278 deelnemers een
bedrag van 57.325 méér zijn verreisd. Het
ledental wijst echter een behoorlijke winst
aan. De contributies "bedroegen 21.918.44
tegen 19.219.60 vorig jaar. Aan entrées
werd circa 245 meer ontvangen.
De lagere gemiddelde reissom werd geheel
goed gemaakt door de stijging van het aan
tal deelnemers aan de reizen met 547; bet
bedrag aan geheven administratiekosten is
per saldo nog een 500 hooger dan het
vorig jaar.
Tegenover deze stijging van dé; inkomsten
met totaal ongeveer 3000, staan hoogere
uitgaven van omstreeks 22ÓÖ, zoodat even
als het vorige jaar de rekening van ont
vangsten en uitgaven sluit met eën batig
saldo n.l. 3203.33 tegeno\\>r 2.472,91.
AMSTERDAM
DE GEMEENTE BEGROOTING
In snel tempo
t Gaat heel snel met de behandeling: der Be.
j er op tot den 17en Dec.
F- Rekei
het Pri
:ien. dat w(j uiterlijk den ilen zullen
is waarlijk ook geen reden om he
Publieke werken
gewone jaren bijzonder
indervindt, was ditmaal
beestje, ^leder begreep, dat elke we
siandis alle wenso'nen te onderdrukken?0
Op twee dingen willen wU slechts de aan
dacht vestigen De Wethouder heeft zeer dui.
del Uk uitgesproken, dat er aan groote nieuwe
dingen, niet valt te denken.
Natuurülk weet iedereen dat, maar ook de
herhaling van bekende .warheden schijnt soms
noodig.
De communisten wilden daartegenover een
set]*J'jÉjjy-
handen nemen. Ze dienden*
geest in
En nu geb-u.oe het ongedachte, dat B. en W.
die motie overnamen. Doch niet dan na de
verklaring (1st zfi die opvatten in den geest als
door het college was uitgesproken. Beperking
dus door den tijd geëlscht, maar in die sober
heid dan ook alles wat mogelijk was.
Daarmede kon de Raad het eens zijn. Niet de
heer Wijnkoop echter, die met de uitspraak
iets anders bedoelde. HiJ reageerde echter niet
en liet du*., zonder een poging te doen, een
-itiewtJziging aan te brengen, zijn motie 19
aan de orde. Ook hier waren wel een groot
aantal sprekers, maar een groot en belangrijk
debat werd het niet.
Prof. WOLTJER hield bU dat hoofdstukeen
uitnemende rede. waarin de mogelijkheden van
bezuiniging op dit schatten verslindend hoofd,
stuk duidelijk werde aangewezen. Bezuinigin
gen. die volstrekt niet het gevolg behoeven
3 gaf. bracht in den lal
debat
1 avond
WETHOUDER BOEKMAN (soc.-dem.) liet
:en niet onaympathlek geluid hooren. Hö is
ïog nia.tr ren beginner, hij hield zich wat on
Ie vlakte bij ble.;t wat vaag, maar voor den
(isch van .-echt toenrie hü zich niet ongevoelig.
Natuurlijk hud hp he'. bij den heer WUnkoop
ïrkomel'ilE.
schijnt ons echter niet
Het einde der begrooting.
t hield ons nog wel ee
i leverde de discussie
1 beteekenis
stelling di
rekening 1930.
De heer WIJNKOOP had hierbij nog al wat
op zijn heupen. Speciaal tegen de post repre-
':en die hü beschouwde als kosten van
sentatlekosten die hü
den Burgemeester. Ji
king, d<
leek c
dat het niet ge.wenscht ls de stadsadvo-
ook de procediues op te dragen,
heer RUSTIGE haalde nog eens een oude
rossinant van stal
rapport dat 1
twee ur
Een 1
dracht 1
voorziening in kasgeld.
kon niet ontkend worden dat de Re-
houding hi
Zeker st
bruari ma..
indien dit noodig mocht blü'ken de Regeé
Benoeming van een Professor
enen, waar wederom Mevr. Hazewinkel
werd gesteld.
winkel kreeg 21
enkele verklaringon. De Chrlst..Histori.
1 motiveerden hunne stem tegen omdat er
lasten zön opgelegd en niet voldoende
1 de begrooting. Welsz stomde^daarmee^Im
DE PONDEN-TRANSACTIE DER
NEDERLANDSCHE BANK
Op vragen van den heer J 0 e k e s, be
treffende den verkoop, door de Nederland
sche Bank, met medewerking van de Ne
derlandsche Regeering, van een deel van
haar ponden-bezit aan de Ned.-Indische Re
geering heeft de Minister van Financiën
geantwoord:
De verkoop heeft
plaats gehad tot een
bedrag van 7.839.C00
pond, subsidair te
verhoogen met
425.000 pond, die (1
deposito uitstaan bij
de Bank voor Inter
nationale Betalingen
in verband waar
mede de Nederland
sche Bank er prijs
op stelde zich om
trent den verkoop
hiervan een beslis
sing voor te be
houden. De voorwaarden, waaronder de ver
koop heeft plaats gehad zijn in hoofdzaak
de volgende:
a. De koopprijs is gelijk aan den koers
van den dag, met dien verstande, dat door
Nederlandsch-Indië niet méér zal behoeven
te worden betaald per pond dan 9.45, noch
minder zal zijn verschuldigd dan 9.25.
b. De Bank zal geen betalingen van het
verschuldigde onder aanbod van leve
ring der benoodigde ponden kunnen
vorderen dan op of na 15 Augustus 1934
voor het uitstaand bedrag der Nederlandsch
Indische pondenleening 1921C en op of na
15 Januari 1935 voor het uitstaand bedrag
der leening 1923B.
c. De Bank verbindt zich, ook na even-
gemelde data niet tot de opeisching over
te gaan, indien en zoolang haar positie als
circulatiebank dit te harer beoordeeling
zulks mogelijk maakt.
d. De Bank zal het op te eischen bedrag
4y2 maand te voren opzeggen.
e. De betaling van de opeischbare be
dragen, voor zoover deze de normale af
lossingen op de pondenleeningen overtref
fen, zal niet kunnen worden gevorderd dan
nadat de vereischte wettelijke machtiging
zal zijn verleend tot het openen van het
daarvoor benoodigd krediet door het Rijk
aan Nederlandsch-Indië.
Volledigheidshalve moge aan het vooraf
gaande nog worden toegevoegd hoewel
dit buiten de gestelde vraag omgaat dat
een soortgelijke overeenkomst tot een be
drag van 2.500.(100 pond, door Nederlandsch
ïpdië gesloten is met de Javasche Bank.
Tijdens de mcdcdeelingen, gedaan in de
Kamerzitting vaft 3 December j.l., was hier
omtrent nog geen definitief antwoord van
de Javasche Bank ingekomen.
De aankoop is geschied in overeenstem
ming met, doch buiten aandrang van de
Nederlandsche regeering. Wettelijke goed
keuring is vereischt voor de opening van
het krediet door het Rijk aan Nederlandsch
Indië, zoodat het verdere verloop van de
transactie afhankelijk is van de beslissing
der wetgevende macht. De Volksraad zal
in de gelegenheid worden gesteld, zich over
de materie uit te spreken.
HET BINNENLANDSCH PRIJZEN-NIVEAU
Memorie van Antwoord,
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag der Eerste Ka
mer betreffende het- wetsontwerp tot ver
hooging van het tarief van invoerrechten
De Regeering verklaart daarin nogmaals
dat haars inziens de voorgestelde verhoo
ging van 8 tot 10 pet. in' den tegenwoordi
gen tijd, allerminst aan ons tarief zijn fis
caal karakter ontneemt. Of de voorgestelde
tijdelijke verhooging van het invoerrecht
zal leiden tot verhooging van het prijs
niveau, hangt van verschillende omstan
digheden af. Indien b.v., hetgeen waar
schijnlijk is, de buitenlandsche importeur
zijn debiet hier te lande zal wenschen te
behouden, ligt het voor de hand, dat hij
het verhoogde invoerrecht geheel of gedeel
telijk voor zijn rekening zal nemen.
Nu het wetsontwerp in het algemeen
slechts voor drie jaar zal gelden en de
daarin ingevolge het arnendement-Lovink
ingelaschte posten slechts voor twee jaar
is het niet onwaarschijnlijk dat buiten-
tem'dsche importeurs voor het behoua van
hun debiet de verhoogde invoerrechten of
een deel daarvan voor hun rekening zul
len nemen. De steeds toenemende bemoei
lijking van het internationale goederenver
keer zal den bui'enlandschen ondernemer
wel een aansporing zijn tot het nalaten
van alles wat strekken kan om zijn in Ne
derland verkregen afzetgebied in gevaar
te brengen.
Indien men zou meenen, dat
de levensstandaard
door de tariefsverhooging wordt beïnvloed
die invloed zinkt in het niet vergeleken bij
den invloed, die in omgekeerdën zin wordt
geoefend door de speeds voortschrijdende
daling van prijzen in den kleinhandel, een
daling, die niet te loochenen valt, al bliifl
zij dan ook bij die van de groothandelsprii-
zen ten achter. Mede omdat hier te lande
levensmiddelen, behoudens enkele uitzon
deringen, onbelast zijn, verkeert Neder
land, wat zijn concurrentie-voorwaarden
betreft, op de buitenlandsche mark* ineen
gunstige positie, die slech's in den laatsten
tijd geschokt is door de bijna overal elders
genomen maatregelen van beschermenden
aard.
Over de vraag, of de thans in het ont
werp geïntroduceerde tiidelijkheid zal kun
nen gehandhaafd worden, valt ui'craard
met stelligheid niets te zeggen. Voor zeke
ren twijfel te dezen aanzien bestaat inder
daad reden, rm'nder nog wegens den aan
drang van belangshehbenden, waarop het
Voorloopig Verslag wijst, 'dan wel wegens
de onzekerheid, of te zijner tijd de schat-
kist deze bate zal kunnen missen.
Dat aan de heffing van een specifiek
recht naast het waarderecht de voorkeur
zou moeten worden gegeven boven een
veelvuldige toepassing der beperkipg van
den invoer, ingevolge het desbe'reffendo
aanhangige wetsontwerp, is naar de mea
ning der regeering aan twijfel onderhevig.
GEEL 30 Cf
GROEN 35 Cf.
ROOD 40 d:
per/i pond
'koope (Tabak:
REGELING VAN DEN UITVOER
UITGIFTEN VAN CERTIFICATEN
De Minister van Arbeid heeft een nota ge
zonden naar aanleiding van het verslag
over het wetsontwerp tot toekenning van de
bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van
maatregelen ter regeling van den uitvoer
van bepaalde goederen.
Hierin merkt de Minister op, dat
vraag, of in den exporthandel reeds de
noodzakelijkheid is gebleken, dat de regee
ring zich in deze aangelegenheid mengt, be
vestigend beantwoord moet worden. Reeds
thans vloeien uit contingenteering van den
invoer in verschillende landen ernstige
moeilijkheden voor onzen uitvoerhandel
voort Ook het antwoord op de vraag of de
regeering te dezer zake overleg heeft ge
pleegd met belanghebbende kringen, kan
bevestigend luiden. Met name is zulk over
leg gepleegd vanwege het departement van
binnenlandsche zaken en landbouw, waar
de contingenteering vooral landbouwproduc
ten betrof.
Het spreekt vanzelf, dat de regeering met
omzichtigheid gebruik zal maken van de
haar ingevolge de wet voorgestelde regeling
te verleenen bevoegdheden.
De vast te stellen „regelen" zullen kunnen
Ieid<en tot de afgifte van uitvoercertificaten.
Deze certificaten zijn geen uitvoerconsenten
in den eigenlijken zin des woords. Zij hebben
niet de strekking van een vergunning tot
uitvoer, doch van een middel om den invoer
van een met zulk een certificaat gedekte
partij in het contingeerend land mogelijk te
maken. Omtrent de wijze, waarop de afgif
te van de uitvoercertificaten zal worden g~e-
regeld, kunnen thans nog geen bijzonder
heden worden medegedeeld.
Inschakeling van de landbouworganisaties
zal worden overwogen in alle gevallen, waar
in daartoe aanleiding bestaat. De regeering
acht wettelijke regelen ter bestrijding van
misbruiken niet noodig.
Zeer waarschijnlijk zal de commissie welke
de regeering zal bijstaan in de uitvoering
d'er Contingenteeringswet. zoodra deze zal
zijn tot stand gekomen, ook vooi de in dit
ontwerp vervatte regeling dienstbaar te ma
ken zijn.
DE RAMP TE BANGKOK
NADERE BIJZONDERHEDEN
Commissie van onderzoek.
BATAVIA, 10 Dec- (Aneta). De „Straits
Times" meldt, dat de „Ooievaar" na 1500
Meter te hebben getaxied hij het eerste dijkje
een wanhopige poging heeft gedaan om op
te stijgen, waarop het vliegtuig tot drie voet
hoogte is losgekomen en zoodoende over de
eerste goot is gevlogen. De wielen van het
vliegtuig zijn echter tegen een dijkje aan de
overzijde van den weg geslagen, waarna het
vliegtuig over het tweede kanaal is gescho
ven en met de neus in het padi-veld is te
rechtgekomen. De gedoode inzittenden had
den ontzettende hoofdwonden. Een drama
tische bij-omstandigheid is, dat Colonel
Brinsmead oorspronkelijk van plan was om
met Kingsford Smith verder te vliegen. Toen
hij bericht kreeg dat Kingsford Smith te
Port Darwin op een telegraafpaal was ge
stuit besloot hij passage bij de Hollandsche
vliegmail te boeken.
De „Straits Times" roemt in een hoofdar
tikel de fenomenale graad van regelmaat en
betrouwbaarheid van de Nederlandsche
luchtmail. Het blad hoopt, dat de K.L.M.
met hernieuwde kracht zal voortgaan om
den dienst te perfectionneeren, welke het
onderwerp uitmaakt van bewondering over
de geheele wereld-
BATAVIA, 10 December. (Aneta). Het
hoofd van het Bureau voor Luchtvaart, Dr.
Groeneveld Meyer en de heer B e-
hagen, chef van den technischen dienst
der K.N.I.L.M., vertrekken heden naar Siam
voor het opnemen van de schade. Zij zullen
de reis per vliegmachine maken-
De Koning van Siam stelde een commissie
in, bestaande uit drie officieren en drie bur
gers, onder voorzitterschap van den heer
Phyaprakit, directeur van den post- en tele
graafdienst, om een onderzoek in te stellen
naar de oorzaak van de ramp.
MEELCENTRALE
Het bestuur van de Nederlandsche meel
centrale heeft den heer H- M. Abraham
benoemd tot directeur van deze centrale.
ROODE ONRUST
De onrust in de roode gelederen neemt
toe. Het uittreden van den heer Schmidt
uit het partijbestuur moet gevolgen heb
ben. Dat was te voorzien. De moties in Rot
terdam over verschemte ac>ie en aftreden
der wethouders (waarover Voorwaarts
veelzeggend zwijgt) bewijzen het.
De afdeeling Enschedé (dat is tee
kenend!) vraagt niet minder dan een bui
tengewoon congres. Zij betreurt het uit
oefenen van censuur door den Radioraad,
gesteund door het besluit dei meerderheid
Voornaamste Nieuws.
(blz. 1).
De minister antwoordt op de vragen van
de heer Joekes over de pondentransactie der
Nederlandsche Bank.
(blz. 2)
Na 24 dagen over het Mandsjoerijsche con
flict te hebben onderhandeld is de Volken
bondsraad uiteengegaan.
(blz. 5)
De Tweede Kamer behandelt de begrootin
gen van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
Het textielconflict in Twente: de bespre
kingen worden voortgezet.
(blz. 0)
Het gouden ambtsjubileum van Dr-
Gunning.
In den Storm, door Wjerny.
DAT NIET: WAT WEL?
Natuurlijk, een journalist heeft ook een
hard lot te dragen; zeker, wie heeft dat nu
niet, als men het hem zelf vraagt. Tobben,
zuchten en zorgen, niet waar? Neen, 't is
in ons „vak" (ambt, beroep, affaire, klein
bedrijf; ja, wat is het nu eigenlijk?) ook
niet alles rozegeur en maneschijn, als ge
tenminste zelf geen rozen kweekt of een
avondvergadering hebt. Bij lange niet!
Maar ik ben het toch nog liever dan bank
directeur, kassier, bedrijfsleider, kasbeheer-
der; of iets dergelijks, waaraan kasboeken
en geld vastzitten. Want die menschen heb
ben eenvoudig geeft leven. Dat ze overvallen,
en gekneveld worden, of op zijn minst be
dreigd en uitgeschud; dat is nog het voor
naamste niet; al zal het geen pretje zijn;
geloof dat maar zeker, wanneer ge het nog
niet ondervonden hebt.
Ik hoop van harte, dat het u niet mag
overkomen; hetzij dat ge niet voor zoo'n
overval in aanmerking komt, omdat het een
groote teleurstelling voor uw belagers zou
zijn; hetzij, dat de aanvallers op de vlucht
slaan voor den electrischen waakhond, die
mijn vriend Scheeres vjrkoopt; hetzij dat
het u gaat als onzen boekhouder, die in ons
midden verkeert als Nabal tusschen de
mannen van David (met deze vergelijking
bedoel ik niets onaangenaams voor hèm, dat
begrijpt ge wel; eer zou ik moeten erkennen,
dat het onzerzijds niet geheel onbaatzuchtig
Doch ik dwaal af. Waarom heb ik op "dit
oogenblik liefst geen geld van een vereeni-
ging of instelling onder mijn berusting?
(het geld van mijzelf heeft rust noch duur
en dat loopt dus geen gevaar!). Omdat ge
alle kans loopt vandaag of morgen opge
spoord en voorgeleid te worden wegens een
gefingeerde overval; d.w.z. we
gens verdenking, dat ge met eigen vingers
de doek voor uw mond gebonden en het
touw om uw polsen gestrikt heb; niet al te
vast natuurlijk, want dat kon wel eens pijn
doen.
Bij een penningmeester van een woning-
bouwvereeniging op de eilanden werd deze
week ingebroken en f1000 gestolen Er is
voor mij geen enkele; niet de minste reden
ora aan te nemen, dat het niet waar is; en
toch hebben alle lezers even gedacht: zou
het wel echt zijn?
Want zoover is het nu gekomen. Als men
van een overval of inbraak met geweldple
ging leest, dan is niet de eerste vraag: wel
ke bandiet heeft dat gedaan; maar: zouden
de boeken wel in orde zijn?
Men mag dus wel dubbel dankbaar zijn,
als de daders op heeterdaad betrapt worden,
want dan behoudt ge uw geld èn uw naam!
Anders komen beide in gevaar. En met ge
noegen las ik daarom dezer dagen, dat een
gevalletje van inbraak voor een rechtbank
met gesloten deuren behandeld werd, omdat
men het belangstellende publiek geen open
bare les in dit edele bedrijf wilde geven. Dat
moest meer gebeuren; zoowel om heusche
als om gefingeerde roofovervallen te voorko-
Hoe het zij; ik doe liever in letters dan In
cijfers (al worden de eersten ook wel eens
gestolen!) en waar men voor eenige jaren
slagwoorden had als deze: Iaat uw kind
geen onderwijzer, geen kantoorbediende,
geen ambtenaar worden; daar zou ik het nu
positief willen zeggen: Laat uw kind jour
nalist worden. Van gefingeerde inbraken
wordt hij dan vast niet beticht en er zit ook
wel wat moois aan, waarover ik nader met
u sp~eek.
van het Partijbestuur, en eischt. dat het
Partijbestuur zoo spoedig mogelijk een bui
tengewoon congres belegge met afgevaar-
aen gekozen uit en door leden der S D P
waarin de houding en de tactiekonzer
Partij volledig zullen worden besproken
Ook de afdeeling Zuid der V.A.R.A Fe
deratie Rotterdam verklaart zich tegek de
censuur over Schmidt's rede en zegt dat
er allerminst aanleiding voor bestond.
De heer Vliegen schreef wèl in dc roode
pers, dat het bij ons en andere kranten
..misverstand of onwil" was. om hier van
censuur tc spreken; doch zijn eigen men
schen schijnen het niet te hegrijpen. En
van alle kanten schoppen ze nu tegen de
roode doofpot aan. Zou het ding het uit-
noucien?