JHruuie griüsrt\t(ïTmiraut Dagelijks verschijnend Nieuws blad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BINNENLAND. FEISO BAAI ABONNEMENT: Per kwartaal 3.25 (Beschikkingskosten 0.15.) Per week 0.25 Voor het Ruitonland bij Weke- Jijksche zending i6.— Bij dageiijkscliG zending 7.— Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7x/2 cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijghaar MBjaW3ureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 3531 VRIJDAG 11 DECEMBER 1931 ADVERTENTIEN Van 1 tot 5 regels1.17V5 Elke regel meerB 0.22Vs lr.gez. Mededeelingen van 1—5 regels 2.30 Elke regel meer0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend 0.10 12e Jaargang Dit nummer bestaat uit DRIE bladen NAUWE AANSLUITING Toen het rapport der Staatscommissie- Rutgers, houdende voorstellen tot wijziging der Lageronderwijswet 1920, het licht zag, duurde het maar kort, of een actie tegen deze voorstellen werd op touw gezet, waarbij den Minister van Onderwijs niet onduidelijk werd te verstaan gegeven, dat hij veilig zou handelen, wanneer hij een groot deel van dit concept naar de rommelkamer verwees. Nu echter het wetsontwerp terzake sinds dien bij de Tweede Kamer inkwam en de Minister vrijwel geheel de voorstellen der Staatscommissie blijkt te volgen, staakt men de vervolging van Prof. Rutgers cum suis en richt zich met al de kracht van zijn ver zet tegen Minister Terpstra. Eigenlijk gezegd verstaan we niet al te goed, hoe men van den tegenwoordigen be windsman van Onderwijs in sommige krin gen heeft kunnen verwachten, dat hij het rapnort-Rutgers, wat de groote lijnen be treft, zou kunnen prijsgeven. Immers, hij Koninklijk besluit van 2 Juli 1926 werd de Staatscommissie ingesteld en al dadelijk behoorde tot haar leden Mr. Terpstra, toen nog secretaris van den Schoolraad voor de scholen met den Bijbel. Op 18 September 1926 wei-d deze commis sie geïnstalleerd, tenvijl het rapport als dag- teekening draagt 29 December 1930, zoodat de arbeid der commissie zich over een tijd perk van ruim vier jaren uitstrekt Welnu, pas op 7 September 1929 werd aan Mr. Terpstra op zijn verzoek ontslag ver leend als lid der Staatscommissie wegens zijn toetreden tot het Kabinet-Ruys-de Geer zoodat Mr. Terpstra bijna drie kwart van den ai'beid der commissie meemaakte. Kan men nu verwachten van een minister van Onderwijs, die krachtens den aard zijner vroegere positie een belangrijk aandeel moet hebben gehad in de totstandkoming van een rapport, dat ,hjj de grondslagen van dezen arbeid straks zal loswrikken? Dit is het, algemeen niet aan te nemen en is hier ook niet het geval geweest Daargelaten een enkele afwijkihg in som mige onderdeelen werd het rapport Rutgers gevolgd. Hoe nauw deze aansluiting is, moge blij ken uit het feit. dat het Bestuur der Ver- eeniging van Nederlandsche Gemeenten, hetwelk naar aanleiding van het rapport een uitvoerig adres richtte aan den Minister van Onderwijs, thans na de verschijning van het wetsontwerp ditzelfde adres, behoudens een enkele wijziging van ondergeschikten aard, heeft toegezonden aan de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal. Dit is ook de oorzaak dat we, waar we destijds een uitvoerige artikelenreeks wijd den aan den arbeid der Staatscommissie, ons ten aanzien van het ontwerp slechts tot het aanvoeren van enkele punten hebben De.nauwe verwantschap tusschen beide werkstukken is begrijpelijk en .verklaart yeèl. Toch schijnt menig bestrijder bij het uit zien naar het ontwerp alles mogelijk te hebben geacht, behalve dit. VERDUBBELDE VERANTWOORDELIJKHEID In deze dagen van crisis, zoo rijk aan actie en zoo uitermate gunstig voor aller hande agitatie, kan men desondanks ver schillende personen en groepen aantreffen, die van oordeel zijn, dat de gemoederen nog wel wat kunnen worden opgestuwd. Met name biedt het wetsontwerp tot wij ziging der Lageronderwijswet 1920 materiaal voor hardnekkig verzet, voor directe en in directe actie in allerlei vorm. Zelfs werd een landelijke beweging op touw gezet, die ten doel heeft het volk te wapen te roepen tegen een Regeeringsvoor- stel, dat heet de volksontwikkeling te scha den, de volksverheffing te belagen. Een woord van waarschuwing tegen dit bedrijf, dat Vèr reikende en niet-beoogde ge volgen kan hebben, mag niet worden terug gehouden.. Menigeen is in dezen tijd ten gevolge van oeconnmische zorgen, van tegenslagen in nering en bedrijf wat uit het evenwicht ge slagen en mist de zuivere sfeer van rustige beschouwing. Dezulken zijn er vele, en wie nu te mid den van hen de onlust nog grooter maakt en op de hartstochten speculeert, verricht een gevaarlijken arbeid, die weieens spoedig berouwen kan. Zelfs wie de zuiverste bedoelingen heeft bij zijn pogingen tot verbetering van onze onderwijswetgeving, mag niet blind zijn voor de middelen, die daarbij worden aange wend. Menige goede bedoeling heeft door het ge bruik van minder juiste middelen een niot- .verwacht en verkeerd resultaat opgeleverd. Uiteraard is daarmee niet gezegd, dat de critiek moet zwijgen en dat men de -\ drachten der Regeering zonder nader onder zoek heeft te aanvaarden. Ook wij hebben bezwaren tegen het rap port der Staatscommissie, bezwaren, die wij niet hebben geschroomd te uiten. En uit de nauwe aansluiting tusschen rapport en wetsontwerp volgt, dat deze be zwaren zijn gebleven, ook toen het Regee- ringsvoorstel verscheen, gelijk deze beden kingen dan ook op verschillende punten nogeens in ons blad zijn geaccentueerd. Dit alles sluit echter niet in, dat elk mid del van bestrijding nu ook maar welkom is. Te midden van den druk onzer dagen, die zijn invloed niet in de laatste plaats doet gelden op de geesten en gemoederen, mag op de middelen der critiek wel een zeer nauwlettende keur worden toegepast Een ieder zij van zijn verantwoordelijk heid thans in dubbele mate doordrongen. DE GOEDE TOON We hebben ons onlangs verstout iets te schrijven over de bittere toon, welke ons in verband met de voorgenomen salariskorting tegenklonk uit sommige artikelen in onze onderwijsners. Het verheugt ons, dat we thans aanleiding vinden om te wijzen op een betere, een prijzenswaardige, een echt Christelijke toon. In het jongste nummer van het orgaan der Unie van Chr. Onderwijzers schreef B. (de heer Bos, voorzitter der organisatie) een artikeltje over „Onze salarissen en het Nat. Crisiscomité'^ Daarin wordt allereerst herinnerd aan de gevoerde salarisaktie, en hoe men toen op kwam tegen het argument, dat in de gezin nen van werkloozen. kleine boertjes, zaken- menschen en vele middenstanders de brood- zorgen heel wat zwaarder drukken dan bij de onderwijzers. We ontkenden dat feit niet, zegt da schrijver, we weigerden echter deze factor beteekenis toe te kennen in onze strijd voor het recht. „Echter, zop gaat hij verder, de beslissing is thans gevallen. En nu is de tijd gekomen, om in het centrum van onze aandacht te plaatsen het feit, dat een vergelijking van onze financieele Dositie met die van groote groepen in ons voordeel uitvalt". Dat is nu de eenig goede toon. welke in bnzè kringen in -veler hart weerklank moet vinden. Want alleen dan gaat er een snaar van Christelijke barmhartigheid trillen voor het lot van anderen, die in veel moeilijker omstandigheden' verkeeren Deze toon geeft ook de juiste verhouding aan tusschen het zoeken van eigen recht en het dankbaar zijn, voor wat we mochten be houden. Ook nu, in deze tijd, is verdediging van rechtvaardige belangen niet alleen ge oorloofd, -maar zelfs plicht; doch het moet gepaard gaan met de erkenning, dat. velen van ons nog in zoo heel veel boven anderen bevoorrecht zijn. Alleen dan komen wij tot Christelijke solidariteit De schrijver in De Chr. Onderwijzer trof die goede toon; acht het overbodig om zijn collega's op te wekken het Nat Crisis- Comité niet te vergeten dat spreekt van zelf! doch doet een voorslag hoe in sa menwerking met andere Christelijke onder- wijzersvereenigingen de inzameling van g e- regelde bijdragen het best georganiseerd kan worden. Dat initiatief ondersteunen we gaarne; het verdient hulde en sympathie. Het versterkt de band tusschen onze onderwijzers en ons Christelijk Volksdeel. OFF1CIEELE BERICHTEN ARBEIDSINSPECTIE. Bij Kon. besluit is aan den heer H. Paal man, te Amsterdam op, zijn verzoek eervol ontslag verleend als administratief ambte naar 1ste klasse bij de Arbeidsinspectie. ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon- besluit is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, ir. W. Lemc i, ingenieur 1ste klasse, leider van den dienst der Landsgebouwen in het ressort Soerabaja HOFBERICHTEN NAAR HET LOO. De Koningin is voornemens zich van 16 tot 23 December naar het Loo te begeven, voor de gebruikelijke Kerstviering aldaar De Prins en de Prinses zullen eenige dagen later volgen. CRISIS COMITÉ AMSTERDAM 1931 GEÏNSTALLEERD In een der zalen van het Amsterdamsch Prinsenhof heeft de installatie plaats gevon den van het op initiatief van burgemeester W. de V 1 u g t gevormde Crisis-Comité Am sterdam 1931. De Burgemeester hield bij deze gelegenheid een rede waarin hij de taak van het. Comité uiteenztte. Na de rede van den Burgemeester werden verschillende plannen en mogelijkheden tot het verkrijgen van de voor het doel benoo- digde middelen besproken. Het secretariaat van het Comité is geves tigd Sarphatikade 2 (Tel. 31808 en 35808). NED. CHR. REISVEREENIGING DE ALGEMEENE VERGADERING Op 19 December a.s.. houdt de Ned. Chr. Reisvereeniging haar jaarvergadering te Amersfoort in hötel „Monopole" aan het Stationsplein. De vergadering vangt 's mor gens te 10 uur aan. Uit het financieele verslag van de N:C.R. blijkt, dat in het afgeloopen jaar de gemid delde reissom 92.20 per deelnemer bedroeg tegen 105.60 het vorige jaar. Was de gemiddelde reissom ongewijzigd gebleven, dan zou door 4278 deelnemers een bedrag van 57.325 méér zijn verreisd. Het ledental wijst echter een behoorlijke winst aan. De contributies "bedroegen 21.918.44 tegen 19.219.60 vorig jaar. Aan entrées werd circa 245 meer ontvangen. De lagere gemiddelde reissom werd geheel goed gemaakt door de stijging van het aan tal deelnemers aan de reizen met 547; bet bedrag aan geheven administratiekosten is per saldo nog een 500 hooger dan het vorig jaar. Tegenover deze stijging van dé; inkomsten met totaal ongeveer 3000, staan hoogere uitgaven van omstreeks 22ÓÖ, zoodat even als het vorige jaar de rekening van ont vangsten en uitgaven sluit met eën batig saldo n.l. 3203.33 tegeno\\>r 2.472,91. AMSTERDAM DE GEMEENTE BEGROOTING In snel tempo t Gaat heel snel met de behandeling: der Be. j er op tot den 17en Dec. F- Rekei het Pri :ien. dat w(j uiterlijk den ilen zullen is waarlijk ook geen reden om he Publieke werken gewone jaren bijzonder indervindt, was ditmaal beestje, ^leder begreep, dat elke we siandis alle wenso'nen te onderdrukken?0 Op twee dingen willen wU slechts de aan dacht vestigen De Wethouder heeft zeer dui. del Uk uitgesproken, dat er aan groote nieuwe dingen, niet valt te denken. Natuurülk weet iedereen dat, maar ook de herhaling van bekende .warheden schijnt soms noodig. De communisten wilden daartegenover een set]*J'jÉjjy- handen nemen. Ze dienden* geest in En nu geb-u.oe het ongedachte, dat B. en W. die motie overnamen. Doch niet dan na de verklaring (1st zfi die opvatten in den geest als door het college was uitgesproken. Beperking dus door den tijd geëlscht, maar in die sober heid dan ook alles wat mogelijk was. Daarmede kon de Raad het eens zijn. Niet de heer Wijnkoop echter, die met de uitspraak iets anders bedoelde. HiJ reageerde echter niet en liet du*., zonder een poging te doen, een -itiewtJziging aan te brengen, zijn motie 19 aan de orde. Ook hier waren wel een groot aantal sprekers, maar een groot en belangrijk debat werd het niet. Prof. WOLTJER hield bU dat hoofdstukeen uitnemende rede. waarin de mogelijkheden van bezuiniging op dit schatten verslindend hoofd, stuk duidelijk werde aangewezen. Bezuinigin gen. die volstrekt niet het gevolg behoeven 3 gaf. bracht in den lal debat 1 avond WETHOUDER BOEKMAN (soc.-dem.) liet :en niet onaympathlek geluid hooren. Hö is ïog nia.tr ren beginner, hij hield zich wat on Ie vlakte bij ble.;t wat vaag, maar voor den (isch van .-echt toenrie hü zich niet ongevoelig. Natuurlijk hud hp he'. bij den heer WUnkoop ïrkomel'ilE. schijnt ons echter niet Het einde der begrooting. t hield ons nog wel ee i leverde de discussie 1 beteekenis stelling di rekening 1930. De heer WIJNKOOP had hierbij nog al wat op zijn heupen. Speciaal tegen de post repre- ':en die hü beschouwde als kosten van sentatlekosten die hü den Burgemeester. Ji king, d< leek c dat het niet ge.wenscht ls de stadsadvo- ook de procediues op te dragen, heer RUSTIGE haalde nog eens een oude rossinant van stal rapport dat 1 twee ur Een 1 dracht 1 voorziening in kasgeld. kon niet ontkend worden dat de Re- houding hi Zeker st bruari ma.. indien dit noodig mocht blü'ken de Regeé Benoeming van een Professor enen, waar wederom Mevr. Hazewinkel werd gesteld. winkel kreeg 21 enkele verklaringon. De Chrlst..Histori. 1 motiveerden hunne stem tegen omdat er lasten zön opgelegd en niet voldoende 1 de begrooting. Welsz stomde^daarmee^Im DE PONDEN-TRANSACTIE DER NEDERLANDSCHE BANK Op vragen van den heer J 0 e k e s, be treffende den verkoop, door de Nederland sche Bank, met medewerking van de Ne derlandsche Regeering, van een deel van haar ponden-bezit aan de Ned.-Indische Re geering heeft de Minister van Financiën geantwoord: De verkoop heeft plaats gehad tot een bedrag van 7.839.C00 pond, subsidair te verhoogen met 425.000 pond, die (1 deposito uitstaan bij de Bank voor Inter nationale Betalingen in verband waar mede de Nederland sche Bank er prijs op stelde zich om trent den verkoop hiervan een beslis sing voor te be houden. De voorwaarden, waaronder de ver koop heeft plaats gehad zijn in hoofdzaak de volgende: a. De koopprijs is gelijk aan den koers van den dag, met dien verstande, dat door Nederlandsch-Indië niet méér zal behoeven te worden betaald per pond dan 9.45, noch minder zal zijn verschuldigd dan 9.25. b. De Bank zal geen betalingen van het verschuldigde onder aanbod van leve ring der benoodigde ponden kunnen vorderen dan op of na 15 Augustus 1934 voor het uitstaand bedrag der Nederlandsch Indische pondenleening 1921C en op of na 15 Januari 1935 voor het uitstaand bedrag der leening 1923B. c. De Bank verbindt zich, ook na even- gemelde data niet tot de opeisching over te gaan, indien en zoolang haar positie als circulatiebank dit te harer beoordeeling zulks mogelijk maakt. d. De Bank zal het op te eischen bedrag 4y2 maand te voren opzeggen. e. De betaling van de opeischbare be dragen, voor zoover deze de normale af lossingen op de pondenleeningen overtref fen, zal niet kunnen worden gevorderd dan nadat de vereischte wettelijke machtiging zal zijn verleend tot het openen van het daarvoor benoodigd krediet door het Rijk aan Nederlandsch-Indië. Volledigheidshalve moge aan het vooraf gaande nog worden toegevoegd hoewel dit buiten de gestelde vraag omgaat dat een soortgelijke overeenkomst tot een be drag van 2.500.(100 pond, door Nederlandsch ïpdië gesloten is met de Javasche Bank. Tijdens de mcdcdeelingen, gedaan in de Kamerzitting vaft 3 December j.l., was hier omtrent nog geen definitief antwoord van de Javasche Bank ingekomen. De aankoop is geschied in overeenstem ming met, doch buiten aandrang van de Nederlandsche regeering. Wettelijke goed keuring is vereischt voor de opening van het krediet door het Rijk aan Nederlandsch Indië, zoodat het verdere verloop van de transactie afhankelijk is van de beslissing der wetgevende macht. De Volksraad zal in de gelegenheid worden gesteld, zich over de materie uit te spreken. HET BINNENLANDSCH PRIJZEN-NIVEAU Memorie van Antwoord, Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Ka mer betreffende het- wetsontwerp tot ver hooging van het tarief van invoerrechten De Regeering verklaart daarin nogmaals dat haars inziens de voorgestelde verhoo ging van 8 tot 10 pet. in' den tegenwoordi gen tijd, allerminst aan ons tarief zijn fis caal karakter ontneemt. Of de voorgestelde tijdelijke verhooging van het invoerrecht zal leiden tot verhooging van het prijs niveau, hangt van verschillende omstan digheden af. Indien b.v., hetgeen waar schijnlijk is, de buitenlandsche importeur zijn debiet hier te lande zal wenschen te behouden, ligt het voor de hand, dat hij het verhoogde invoerrecht geheel of gedeel telijk voor zijn rekening zal nemen. Nu het wetsontwerp in het algemeen slechts voor drie jaar zal gelden en de daarin ingevolge het arnendement-Lovink ingelaschte posten slechts voor twee jaar is het niet onwaarschijnlijk dat buiten- tem'dsche importeurs voor het behoua van hun debiet de verhoogde invoerrechten of een deel daarvan voor hun rekening zul len nemen. De steeds toenemende bemoei lijking van het internationale goederenver keer zal den bui'enlandschen ondernemer wel een aansporing zijn tot het nalaten van alles wat strekken kan om zijn in Ne derland verkregen afzetgebied in gevaar te brengen. Indien men zou meenen, dat de levensstandaard door de tariefsverhooging wordt beïnvloed die invloed zinkt in het niet vergeleken bij den invloed, die in omgekeerdën zin wordt geoefend door de speeds voortschrijdende daling van prijzen in den kleinhandel, een daling, die niet te loochenen valt, al bliifl zij dan ook bij die van de groothandelsprii- zen ten achter. Mede omdat hier te lande levensmiddelen, behoudens enkele uitzon deringen, onbelast zijn, verkeert Neder land, wat zijn concurrentie-voorwaarden betreft, op de buitenlandsche mark* ineen gunstige positie, die slech's in den laatsten tijd geschokt is door de bijna overal elders genomen maatregelen van beschermenden aard. Over de vraag, of de thans in het ont werp geïntroduceerde tiidelijkheid zal kun nen gehandhaafd worden, valt ui'craard met stelligheid niets te zeggen. Voor zeke ren twijfel te dezen aanzien bestaat inder daad reden, rm'nder nog wegens den aan drang van belangshehbenden, waarop het Voorloopig Verslag wijst, 'dan wel wegens de onzekerheid, of te zijner tijd de schat- kist deze bate zal kunnen missen. Dat aan de heffing van een specifiek recht naast het waarderecht de voorkeur zou moeten worden gegeven boven een veelvuldige toepassing der beperkipg van den invoer, ingevolge het desbe'reffendo aanhangige wetsontwerp, is naar de mea ning der regeering aan twijfel onderhevig. GEEL 30 Cf GROEN 35 Cf. ROOD 40 d: per/i pond 'koope (Tabak: REGELING VAN DEN UITVOER UITGIFTEN VAN CERTIFICATEN De Minister van Arbeid heeft een nota ge zonden naar aanleiding van het verslag over het wetsontwerp tot toekenning van de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van maatregelen ter regeling van den uitvoer van bepaalde goederen. Hierin merkt de Minister op, dat vraag, of in den exporthandel reeds de noodzakelijkheid is gebleken, dat de regee ring zich in deze aangelegenheid mengt, be vestigend beantwoord moet worden. Reeds thans vloeien uit contingenteering van den invoer in verschillende landen ernstige moeilijkheden voor onzen uitvoerhandel voort Ook het antwoord op de vraag of de regeering te dezer zake overleg heeft ge pleegd met belanghebbende kringen, kan bevestigend luiden. Met name is zulk over leg gepleegd vanwege het departement van binnenlandsche zaken en landbouw, waar de contingenteering vooral landbouwproduc ten betrof. Het spreekt vanzelf, dat de regeering met omzichtigheid gebruik zal maken van de haar ingevolge de wet voorgestelde regeling te verleenen bevoegdheden. De vast te stellen „regelen" zullen kunnen Ieid<en tot de afgifte van uitvoercertificaten. Deze certificaten zijn geen uitvoerconsenten in den eigenlijken zin des woords. Zij hebben niet de strekking van een vergunning tot uitvoer, doch van een middel om den invoer van een met zulk een certificaat gedekte partij in het contingeerend land mogelijk te maken. Omtrent de wijze, waarop de afgif te van de uitvoercertificaten zal worden g~e- regeld, kunnen thans nog geen bijzonder heden worden medegedeeld. Inschakeling van de landbouworganisaties zal worden overwogen in alle gevallen, waar in daartoe aanleiding bestaat. De regeering acht wettelijke regelen ter bestrijding van misbruiken niet noodig. Zeer waarschijnlijk zal de commissie welke de regeering zal bijstaan in de uitvoering d'er Contingenteeringswet. zoodra deze zal zijn tot stand gekomen, ook vooi de in dit ontwerp vervatte regeling dienstbaar te ma ken zijn. DE RAMP TE BANGKOK NADERE BIJZONDERHEDEN Commissie van onderzoek. BATAVIA, 10 Dec- (Aneta). De „Straits Times" meldt, dat de „Ooievaar" na 1500 Meter te hebben getaxied hij het eerste dijkje een wanhopige poging heeft gedaan om op te stijgen, waarop het vliegtuig tot drie voet hoogte is losgekomen en zoodoende over de eerste goot is gevlogen. De wielen van het vliegtuig zijn echter tegen een dijkje aan de overzijde van den weg geslagen, waarna het vliegtuig over het tweede kanaal is gescho ven en met de neus in het padi-veld is te rechtgekomen. De gedoode inzittenden had den ontzettende hoofdwonden. Een drama tische bij-omstandigheid is, dat Colonel Brinsmead oorspronkelijk van plan was om met Kingsford Smith verder te vliegen. Toen hij bericht kreeg dat Kingsford Smith te Port Darwin op een telegraafpaal was ge stuit besloot hij passage bij de Hollandsche vliegmail te boeken. De „Straits Times" roemt in een hoofdar tikel de fenomenale graad van regelmaat en betrouwbaarheid van de Nederlandsche luchtmail. Het blad hoopt, dat de K.L.M. met hernieuwde kracht zal voortgaan om den dienst te perfectionneeren, welke het onderwerp uitmaakt van bewondering over de geheele wereld- BATAVIA, 10 December. (Aneta). Het hoofd van het Bureau voor Luchtvaart, Dr. Groeneveld Meyer en de heer B e- hagen, chef van den technischen dienst der K.N.I.L.M., vertrekken heden naar Siam voor het opnemen van de schade. Zij zullen de reis per vliegmachine maken- De Koning van Siam stelde een commissie in, bestaande uit drie officieren en drie bur gers, onder voorzitterschap van den heer Phyaprakit, directeur van den post- en tele graafdienst, om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de ramp. MEELCENTRALE Het bestuur van de Nederlandsche meel centrale heeft den heer H- M. Abraham benoemd tot directeur van deze centrale. ROODE ONRUST De onrust in de roode gelederen neemt toe. Het uittreden van den heer Schmidt uit het partijbestuur moet gevolgen heb ben. Dat was te voorzien. De moties in Rot terdam over verschemte ac>ie en aftreden der wethouders (waarover Voorwaarts veelzeggend zwijgt) bewijzen het. De afdeeling Enschedé (dat is tee kenend!) vraagt niet minder dan een bui tengewoon congres. Zij betreurt het uit oefenen van censuur door den Radioraad, gesteund door het besluit dei meerderheid Voornaamste Nieuws. (blz. 1). De minister antwoordt op de vragen van de heer Joekes over de pondentransactie der Nederlandsche Bank. (blz. 2) Na 24 dagen over het Mandsjoerijsche con flict te hebben onderhandeld is de Volken bondsraad uiteengegaan. (blz. 5) De Tweede Kamer behandelt de begrootin gen van Binnenlandsche Zaken en Landbouw Het textielconflict in Twente: de bespre kingen worden voortgezet. (blz. 0) Het gouden ambtsjubileum van Dr- Gunning. In den Storm, door Wjerny. DAT NIET: WAT WEL? Natuurlijk, een journalist heeft ook een hard lot te dragen; zeker, wie heeft dat nu niet, als men het hem zelf vraagt. Tobben, zuchten en zorgen, niet waar? Neen, 't is in ons „vak" (ambt, beroep, affaire, klein bedrijf; ja, wat is het nu eigenlijk?) ook niet alles rozegeur en maneschijn, als ge tenminste zelf geen rozen kweekt of een avondvergadering hebt. Bij lange niet! Maar ik ben het toch nog liever dan bank directeur, kassier, bedrijfsleider, kasbeheer- der; of iets dergelijks, waaraan kasboeken en geld vastzitten. Want die menschen heb ben eenvoudig geeft leven. Dat ze overvallen, en gekneveld worden, of op zijn minst be dreigd en uitgeschud; dat is nog het voor naamste niet; al zal het geen pretje zijn; geloof dat maar zeker, wanneer ge het nog niet ondervonden hebt. Ik hoop van harte, dat het u niet mag overkomen; hetzij dat ge niet voor zoo'n overval in aanmerking komt, omdat het een groote teleurstelling voor uw belagers zou zijn; hetzij, dat de aanvallers op de vlucht slaan voor den electrischen waakhond, die mijn vriend Scheeres vjrkoopt; hetzij dat het u gaat als onzen boekhouder, die in ons midden verkeert als Nabal tusschen de mannen van David (met deze vergelijking bedoel ik niets onaangenaams voor hèm, dat begrijpt ge wel; eer zou ik moeten erkennen, dat het onzerzijds niet geheel onbaatzuchtig Doch ik dwaal af. Waarom heb ik op "dit oogenblik liefst geen geld van een vereeni- ging of instelling onder mijn berusting? (het geld van mijzelf heeft rust noch duur en dat loopt dus geen gevaar!). Omdat ge alle kans loopt vandaag of morgen opge spoord en voorgeleid te worden wegens een gefingeerde overval; d.w.z. we gens verdenking, dat ge met eigen vingers de doek voor uw mond gebonden en het touw om uw polsen gestrikt heb; niet al te vast natuurlijk, want dat kon wel eens pijn doen. Bij een penningmeester van een woning- bouwvereeniging op de eilanden werd deze week ingebroken en f1000 gestolen Er is voor mij geen enkele; niet de minste reden ora aan te nemen, dat het niet waar is; en toch hebben alle lezers even gedacht: zou het wel echt zijn? Want zoover is het nu gekomen. Als men van een overval of inbraak met geweldple ging leest, dan is niet de eerste vraag: wel ke bandiet heeft dat gedaan; maar: zouden de boeken wel in orde zijn? Men mag dus wel dubbel dankbaar zijn, als de daders op heeterdaad betrapt worden, want dan behoudt ge uw geld èn uw naam! Anders komen beide in gevaar. En met ge noegen las ik daarom dezer dagen, dat een gevalletje van inbraak voor een rechtbank met gesloten deuren behandeld werd, omdat men het belangstellende publiek geen open bare les in dit edele bedrijf wilde geven. Dat moest meer gebeuren; zoowel om heusche als om gefingeerde roofovervallen te voorko- Hoe het zij; ik doe liever in letters dan In cijfers (al worden de eersten ook wel eens gestolen!) en waar men voor eenige jaren slagwoorden had als deze: Iaat uw kind geen onderwijzer, geen kantoorbediende, geen ambtenaar worden; daar zou ik het nu positief willen zeggen: Laat uw kind jour nalist worden. Van gefingeerde inbraken wordt hij dan vast niet beticht en er zit ook wel wat moois aan, waarover ik nader met u sp~eek. van het Partijbestuur, en eischt. dat het Partijbestuur zoo spoedig mogelijk een bui tengewoon congres belegge met afgevaar- aen gekozen uit en door leden der S D P waarin de houding en de tactiekonzer Partij volledig zullen worden besproken Ook de afdeeling Zuid der V.A.R.A Fe deratie Rotterdam verklaart zich tegek de censuur over Schmidt's rede en zegt dat er allerminst aanleiding voor bestond. De heer Vliegen schreef wèl in dc roode pers, dat het bij ons en andere kranten ..misverstand of onwil" was. om hier van censuur tc spreken; doch zijn eigen men schen schijnen het niet te hegrijpen. En van alle kanten schoppen ze nu tegen de roode doofpot aan. Zou het ding het uit- noucien?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1