o D LANDBOUWMENGZOUT NS PRAATUURTJE LAND EN TUINBOUW No. 115 Etiketten (hang- en steek-) GAASLINNEN MOS TOUWSOORTEN GOED en GOEDKOOP bi): C. VAN VEEN Gzn. Boskoop ZIJDE 71—73 Telefoon 178 ■liaiiiiiiaU.iillilllMMiiiiiliiBl DONDERDAG 5 DECEMBER 1331 N.V. Reederijkantoor v/h M. DIRKZWAGER Gzn. Telefoon 19 MAASSLUIS ifiïESEEBL^ S88ÜBBMI [)e Engèlsche invoerrechten en onzeTuinbouw Een hoogst ernstige bedreiging voor het Westland Er zijn in de laatste jaren heel wat stor men over de Tuin- en Landbouwende be volking heen gegaan; er zijn veel land- en tuinbouwers •"He hierdoor het hoofd hebben móeten buigen. In Noord-Holland is een groote groep, die bijna met ondergang be dreigd wordt En terwijl men bezig is voor deze groep tuinders te trachten de zoo noo dige hulp te brengen, komt thans voor het Westland een zeer ernstige bedreiging voor het bestaan, door de maatregelen van En geland tot verhooging der invoerrechten. Wij zijn in het Westland gewoonlijk nog al optimistisch, en wanneer we in moeilijke tijden, b.v. bij crisis in Duitschland met de voormannen in het Westland spraken, was er altijd nog een gedachte van: „Nu ja, het zal zoo'n vaart niet loopen, we komen dat wel weer te boven." He'geen nu echter te wachten staat voor deze streek, deed den heer Barendse, do bekende voorma in de Westlandsche tuin bouw, ongerust .erklaren: „Wat het wor den moet, weet ik niet." We moeten er eerlijkheidshalve bijvoe gen dat de heer Barendse, de voorzitter van den Bond Westland tot deze uitlating kwam, toen we hom de vraag stelden, wat er gebeuren zal wanneer do Engelsche Mi mister de volle 100 pet. invoerrechten gaat heffen. Dit mag als vrijwel vaststaand worden aangenomen, het zal voor 't Westland een ontzettende slag zijn, waarvan de gevolgep nog moeilijk te overzien zijn. Tot deze conclusie kwam de heer Ba rendse, en hiertoe kwam ook ten bekend groot-exporteur op Engeland, met wien we een onderhoud hadden. Het is niet zonder overdrijving, wanneer we zeggen dat over het Westland thans reeds een schaduw van ongerustheid hangt het dreigend gevaar is het gesprok dat in de Westlandsche kringen, waar alles aan den tuinbouw hangt, domineert. Het is nog niet zoo, dat, zooals reeds in een enkel blad werd gemeld, thans reeds de gevolgen merkbaar zijn, in geen geval. Maandag was aan de veilingen generlei invloed waarneembaar van hetgeen Engo land voornemens is te doen. Er is trouwens ook niet veel reden voor. druiven komen maar weinig meer ter ve' ling, en overigens zijn de werkelijke export producten zoo goed als verdwenen. Er ver* schijnt aan de veilingen nu „van alles wat" doch bijna uitsluitend Iwiat winter-pro* dxicten. Op het oogenblflik is dus van een gedruk- ten prijs geen sprake, maar... men vreest voor de toekomst En dat is in den uinbouw. waar all es juist is ingesteld op de toekomst tot min stens een jaar, zoo dank er. Zooals we reeds opmerkten zag thans ook de heer Barendse de toekomst donker in. Engeland is voor het Westland wel de Kunstmest voor KAMERPLANTEN Verkrijgbaar In de Bloem- en Zaad winkels 40 cent per flesch (voldoende voor 400 groote planten). Ook voor in de vaas Afgesneden Bloemen H. P. BENDIEN - Naarden POSTREKENING 55454. grootste afnemer. Zeker is ook Duitschland niet weg te cijferen, maar na al hetgeen im Duitscliiand is gebeurd, en de economi sche toestand van thans, heeft Duitschland veel reeds van zijn waarde als afzetgebied verloren. Maar Engeland „verslond" massa's drui ven en vooral tomaten. In Engeland weet het publiek wat tomaten eten is, en Hol land kan er nog wel een voorbeeld aan nemen. Een factor, die juist het ergste doet vree zen is, dat onze Hollandsche tomaten gelijk ter markt komen met. die van Engeland. Wat zal dan de Engelsche Minister doen? Dat Is de kardinale vraag. Komt er een groot percentage op, dandan is het met onzen handel op Engeland totaal gedaan. Het eenigste is dat de Regeering eens tehulp komt. „maar", zoo merkte de heer Barendse op, „dat duurt allemaal weer zoolang". YVe worden In ons land herhaalde malen overstroomd met de Amerikaansche appels, met Italiaansche druiven en ander fruit Wanneer we niet. er oppassen, worden wie bijma van eigen bodem verdrongen. Het Westland kan niet terug. Men zegt wel eens, dat we terug moeten naar de tijden van voor dien oorlog, maar dat kan het Westland bijna niet meer. De tuinderijen zijn toe^emomen, niet alleen hier maar ook elders in het land. De bedrijven zijn zoo intensief mogelijk ge maakt door uitbreiding van <Üe verwar mingsinstallaties, de productie is steeds op gevoerd. „We kunnen", aldus de heer Barendse, „met onze bedrijven niet meer terug, wo moeten voortgaan. De tuinders zullen door moeten gaan met het stoken in den winter, al moeten we ook afwaohtcn of de tomaten verkocht zullen worden. Trouwens, het is misschien de eenigste goede kans, die we maken voor Engeland. Wanneer n.l. onze stook-tomaten iin het voorjaar komen, is Engeland nog niet zooveel aan de markt. En wanneer de Minister de tomaten niet al te snel als „weeldeartikel" beschouwt, kunnen we in Engeland misschien nog wel wat afizHïtten. De gedachte, die we hadden hooren opperen om dit jaar maar niet te stoken, vond de heer Barendse ook daar om onjuist, omdat dan alles „koud" zou worden. Wanneer de koude kas tomaten dan komen, wordt die hoeveelheid dus nog vermeerderd met die uit de vroeger verwarmde kassen. Nu kunnen we nog iets verdeelen. De druiven. Zooals we reeds opmerkten, de sla£ treft het Westlaind in de eerste plaats m de tomatenteelt. Maar ook de 'druiventeelt zal de gevolgen er zeker van oridervinden, hoe wel niet in zoo ernstige mate. Het binnenland is n.l. dit jaar een be langrijke afnemer geweest van het product „dank" zij zijn enorm lage prijzen. Do eenigste goede zijde welke dit laatste heeft Is, dat er mogelijk zulk een reclame van uit is gegaan, dat in het volgend seizoen de Hollanders ook Hollandsche, oftewel Westlandsche druiven wenschen. Voorts kan er met druiven nog iets „gedaan" worden. Men kan de goede kwaliteiten nog eenige weken in de koelhuizen bewaren, terwijl het product zelve zich bijzonder leent voor een meer succesvol pogen tot uitbreiden van af zetgebied, bijv. Indië. De hoeveelheid drui ven, welke naar Engeland ging, is weliswaar niet te onderschatten maar toch niet zooals van de tomaten. Bovendien heeft men sinds enkele weken het plan geopperd, om de mindere kwalitei ten van de druiven te verwerken tot wijn of sappen. Dit is ook nog een belangrijke hoeveel heid, want aan een veiling in het Westland bijv. werd dit jaar niet minder dan plm. 100.000 pond druiven voor 66 cent per pond verkocht Wat een exporteur zeide. We hadden ook nog een onderhoud met een van de belangrijkste exporteurs in het Westland op Engeland. _nL een vertegen woordiger van de N.V. Vonk Cultuur Mij. te Rotterdam. Deze N.V. vaart met een eigen boot op Engeland, in het seizoen vijfmaal per week. De boot heeft ligplaats te Hoek van Holland, en wordt daar geladen met de producten uit het Westland. Van welk een beteekenis de export uit het Westland op Engeland is, moge wel blijken uit het feit, dat deze N.V. in de laatste ja ren voor plm. f2 millioen per jaar uit het Westland verscheept. De maatregelen van Engeland, zullen ook in dit bedrijf groote veranderingen brengen. „Wanneer het volle percentage geheven wordt, kan men er wel op rekenen dat de export geheel stopgezet wordt," zoo deelde men ons mede. Voor vele andere exporteurs komt nl. nog een tweede factor in het geding, doordat de meeste boot maatschappijen hebben medegedeeld, met het a.s. voorjaar hun vrachttarieven mei plm. 50 pCt te zullen verhoogen. Het is be grijpelijk dat gepaard aan een dergelijke verzwaring van kosten, de export op Enge land zoo goed als uitgesloten is. Het ernstig ste nadeel verwachtte men, wanneer de Mi nister ongeregeld de invoerrechten heft, zoo dat bijv. in den vollen tijd van de tomaten, ook de volle rechten gelden. Engeland geeft trouwens, wanneer zijn tomaten aan de markt komen nog de voorkeur aan product van eigen bodem, zoodat wij nog aanvullend optreden. Onze Bloemen-nitvoer. Wanneer we het hebben over de gevolgen van de maatregelen voor onze bloemen-ex- port, geldt dit in de eerste en voornaamste plaats voor de tulpen. Ook hiervoor beteekent het een hoogst don kere toekomst, waarin slechts weinigen licht zien. Op het oogenblik zijn het meest de chry santhen. die ter veiling verschijnen, en tol nu hebben de prijzen nog geen verandering ondergaan. De export van deze bloemen op Engeland is trouwens niet zoo groot, dan dat hierop ernstige invloed uitgeoefend zou kunnen worden. Anders is dit met de tulpen, die binnen kort gaan komen. De heer P. Vis, de voorzitter der Centr. Westl. Snijbloemenveiling meende het aan tal tulpen dat dit jaar aan de Westland sche veilingen zal komen op 50 millioen stuks te mogen schatten. En wat dan de maatregel van Engeland beteekent blijkt hieruit, dat gewoonlijk 2/3 van het aantal tulpen naar Engeland wordt geëxporteerd. Geen wonder dus dat voor de tulpen die Engelands Minister zeker als een „weelde artikel" zal aanmerken, vrees bestaat. Waar men er dan mee heen moet? De heer Vis was wat de bloementeelt be treft over het algemeen nogal optimistisch: „We zoeken overal afzetgebied", zoo zeide hij, „Frankrijk trekt ook al aardig. Maar de tulpenHet is voor deze teelt al even gevaarlijk als voor de tomaten." Ook de heer Vis wenschte meer hulp van de Regeering voor onze bloementelers. Onze bloemen moeten naar het buiten land als het maar mogelijk was. Zonderling vond de heer Vis de houding van de Hollandsche Bollenkweekers, die onze snijbloemen uit Engeland willen we ren. Voor onze tulpenteelt is de eenigste hoop uog op de z.g.n. trek-tulpen. die nu reeds geleidelijk an de markt komen. Daarmede zijn we Engeland nog wat voor en moge- iül- ai* 4behooi De gevolgen van dit alles. Wat de gevolgen van dit alles zijn? De tuinbouw is, men zou kunnen zeggen, „lu cratief". Enkele „goede weken" in den druk ken tijd beinvloeden de jaar-omzet zeer gunstig. Maar voor het Westland ziet het er ern stig uit, en alle krachten zullen ingespan- e Fransche contigenteering en onze export van Landbouwproducten Willekeurige aantasting van onzen exporthandel. Bij kaas en schapen- vleesch inbreuk op de meest-begun- stigingsclausule. Be maatregelen in strijd met de toezeggingen aan de Nederlandsche Delegatie. Het Comité van Economisch Venue er dringt bij de Begeering aan op onmiddellijke afweermaatregelen, m.n. verhooging van het invoerrecht op flesschenwijn. In verband met de jongste besluiten der Fransche Regeering inzake de contingen- teering van den invoer, waardoor de ex port met name van vleesch, boter, kaas, melkproducten, eieren bloemen uit ons land zwaar getroffen wordt en willekeurig wordt ingegrepen in de belangen van den export- handel, heeft het Comité van Economisch Verweer uit de Nederlandsche Land- en Tuinbouworganisaties zich in een uitvoerig adres tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gewend en daarin met klem aangedrongen op directe maatregelen van tegenweer. Hiertoe wordt aan de Re geering gevraagd, onverwijld over te gaan tot het indienen van een wet tot verhoo ging van het invoerrecht op flesschenwijn van 8 tot 25 pCt. Aan dit adres is het vol gende ontleend: Het Fransche contingenteeringsstelsel be perkt zich tot nu toe bij boter, kaas, melk en melkproducten tot algemeene contingen Daardoor ontstaat er een wedloop niet al leen onder de exporteurs onderling, doch onder de invoerende landep om het groot ste deel van het in te voeren kwantum te leveren. Dan is het contingent binnen kor ten tijd vol, hetgeen algeheele grensslui- ting in dat product voor de rest van de be treffende periode tengevolge heeft. De re gelmatige exporthandel wordt hiervan al lereerst de dupe. Hem is de mogelijkheid ontnomen, zijn vaste afnemers gedurende die periode te bedienen. Heeft men het ar tikel van te voren in Frankrijk kunnen op slaan, dan gaat dat in kwaliteit achteruit, hetgeen den naam van het product schaadt Bij deze run raakt het artikel in handen van wilde exporteurs en wordt het voor werp van speculatie, hetgeen den verkoop desorganiseert en ook in het nadeel van den verbruiker in het betreffende land is. Indien bij plotselinge stopzetting van den invoer de bepaling gemaakt wordt zoo als dit met boter het geval is geweest dat ook de onderwegzijnde partijen niet meer kunnen worden toegelaten, beteekent dit een gevoelige schadepost voor de betref fende exporteurs. nen. moeten worden, om dit alle» te boven te komen. Het staat te voorzien, dat nu reeds in wijder kring de gevolgen van de bedrei ging van een zeer belangrijk volksbestaan, ondervonden zal worden. Als voorbeeld hiervan willen we alleen reeds noemen het feit, dat gewoonlijk door de Westlandsche veilingen plm. 3 a 3Vè millioen stuks z.g.n. eenmalige kisten voor de verzending per jaar worden gebruikt Een deel wordt hiervan in de Westlandsche Kistenfabrieken vervaardigd, maar ook voor al in fabrieken te Vlaardingen en Rotter dam. Wanneer de ernstige bedreiging van de export nu blijft bestaan, zal een zeer belangrijke hoeveelheid kisten minder be- noodigd zijn daar de kisten alleen voor bui tenlandsche export gebruikt worden. De groote order wordt dus veel verkleind met verdere gevolgen aan de kistenfabrieken. De Westlanders verstaan hun vak, tegen hun teelt-methoden kan het buitenland niet spoedig op. Maar door maatregelen als En geland thans neemt, zal het bestaan van den Westlandschen tuinder zeer moeilijk worden gemaakt. Daar staat hij machteloos tegenover. Bij de kaas heeft het Fransche contin- genteeringsbesluit van 19 November j.l. daarenboven een enkel land, met name: Italië, zeer opvallend bevoordeeld, ten kos te van den kaasexport der overige landen. Allereerst Is voor de Italiaansche kaas een afzonderlijk contingent toegewezen, terwijl voor de overige kaassoorten slechts een al gemeen onverdeeld contingent is overgela ten. Het Fransche douanetarief, dat bij de indeeling der contingenten anders steeds als maatstaf wordt genomen, heeft men voor dit geval opzij gezet, waaruit blijkt dat men niet de kaassoort, maar een spe ciaal land van herkomst heeft willen be gunstigen. Deze bevoorrechting van Italië is daaren boven geschied ten koste van de andere landen, die daardoor gezamenlijk met een aanmerkelijk kleiner contingent genoegen moeten nemen, dan waarop hun aandeel io de invoeren over de basisperiode recht geeft De geheele kaasinvoer in Frankrijk is. wat bijv. het eerste kwartaal van 1932 betreft bevroren op het gemiddelde uit de totale kwartaalsinvoeren over de laatste 5 jaren, zijnde 5.200.000 kg., terwijl daaruit voor enkele Italiaansche kaassoorten 2.200.000 k.g. Is afgezonderd (gelijk aan den Italiaanschen invoer over 1930, wat voor dit land het gunstigste jaar was). In tweeërlei opzicht maakt Frankrijk hier dus inbreuk op het beginsel van de meest- begunstiging, dat aan ons handelsverdrag met dat land ten grondslag ligt. Volgens dit beginsel heeft ons land thans recht op een invoercontingent van plm. 3.100.000 k.g. voor het eerste kwartaal van 1932. Wat de contingenteering van schapen- vleesch betreft, heeft men weliswaar voor de voornaamste Importlanden een afzonder lijk contingent vastgesteld, maar ook hier bij heeft men andere landen een naar rato hooger percentage toebedeeld dan Neder land. De Fransche Regeering kondigt voorts in haar Besluit van 19 November j.l. voor alle gecontingenteerde landbouwproducten een regeling met Invoerconsenten aan. Daar de ze echter eerst op 1 December a.s. in wer king treedt, zal in den tusschentijd. door de run op de grenzen, het toegestane invoer contingent voor een zeer groot gedeelte zoo niet geheel, zijn uitgeput, zoodat het op deze wijze voor Nederland onmogelijk ge maakt wordt, het hem daarin toekomende aandeel te nemen. Wat de regeling né 1 December a.s. betreft, deze zal er toe me dewerken, dat voor onzen export naar Frankrijk de zaak nog onoverzichtelijker wordt, daar ons dan absoluut geen midde len ten dienste staan om den uitvoer te re gelen of te controleeren, daar een en an der geheel aan Fransche zijde berust Al deze maatregelen zijn tevens in fla- granten strijd met de afspraken, welke de door onze Regeering uitgezonden delegatie, te Parijs hebben gemaakt Hierbij werd nl. van Fransche zijde toegezegd, dat men na 1 Januari 1932 zou komen tot contingen teering per land, terwijl men er mede ac- coord ging, dat de regeling van den uit voer in overleg met de Fransche auto riteiten zou geschieden vanuit het betref fende land, een regeling, waarover door de belanghebbenden onder leiding van de Di rectie van den Landbouw reeds besprekin gen zijn gevoerd en waarvan de voorberei ding ongetwijfeld vóór 1 Januari zou zijn gereed gekomen. Al deze maatregelen zijn, vooral door de wijze waarop ze door Frankrijk worden uit gevoerd, van funeste beteekenis voor ons veehoudersbedrijf hier te lande, dat eigen lijk op tweeërlei wijze de dupe wordt zijner buitenlandsche concurrenten, nl. eerst door de abnormale concurrentie vanwege de va luta en dan door de maatregelen welke de regeeringen der invoerende landen tegen deze z.g.n. „valuta-dumping" meenen te moeten ondernemen en die onze exportbe langen even zwaar treffen als de landen die van deze maatregelen feitelijk de oor zaak zijn. Een en ander overwegende meent het Comité dat thans met alle kracht door de Regeering de middelen, welke haar ten dienste staan, onverwijld moeten worden aangewend om onze billijke eischen aan Frankrijk kracht bij te zetten. Er zijn in Frankrijk's export naar ons land verschil lende kwetsbare plekken. Het Comité heeft hierbij op de eerste plaats het oog op de Fransche Campagne- en Bordeaux-wijnen, welke luxe landbouwproducten men hier te lande gevoegelijk kan missen. Het dringt daarom bij de Regeering aan op een onmid dellijke verhooging van het invoerrecht op wijn in flesschen van 8 op 25 pet Van dezen wijn levert Frankrijk jaarlijks voor ploa. f 2.000.000 naar ons land en is daarmede verreweg onze belangrijkste leverancier vani dit artikel. In verband met bovenstaande beschou wingen van het Comité van Economisch Verweer uit de Nederl. Land- en Tuinbouw organisaties kunben wij nog mededcelerr, dat nieuwe economische onderhandelingen met Frankrijk zijn gevoerd door een dele gatie, die, onder leiding van dr. Nederbragt, bestond uit de heeren Blink, Eygenraatn, Swanenberg, Tukker en Mensijig, met tech nische voorlichting van ir. Sevenster, land- bouwconsulent, aan Tiet gezantschap. Ge sproken werd met vertegenwoordigers van. de Fransche departementen van handel, buitenlandsche zaken, landbouw en den doaunedienst, onder leiding van den direc teur voor de handelsovereenkomsten. Een groot bezwaar is het tijdverlies, dat vooral klemt bij bloemeninvoer die vaak, telegrafisch besteld worden. Frankrijk be loofde zoo snel mogelijk te zullen handelen, Een goede oplossing werd evenwel niet ge vonden. Wat de bevoorrechting van Itali aansche kaas aangaat, stellen de Franschert tegenover de Nederlandsche argumenten, dat zij door een handelsverdrag aan Italië gebonden zijn en de Italiaansche kaas niet met de ^Nederlandsche zou concurreeren. 'fc Eerste argument weegt zwaarder dan het tweede.1 Voor schapenvleesch en kaas is verhooging van het contingent bepleit. BUITELAAR'S krachtvoer Voor 't pluimvee prachtvoer Vraagt daarom BUITELAAR'S Ochtendvoer en Gemengdvoer L-tectr. Kraciitvoerfabrlek «I. Telefoon 27 BUITELAAR 's-Gravenzande Neen hoor, dat doe ik niet! Zie je me voor zoo'n goeie lobbes aan, dat ik me maar van alles laat welgevallen. Hoe 'n goeie jongen ik anders ook ben, 'k kan nog wel kwaad ook Moet je maar eens vra gen aan hen, die dagelijksoli met mij ver- keerén! Dacht je nu heusch, dat ik naar te Rotterdam zou gaan om daar iets van te schrijven: Als de heeren bestuursleden alle mogelijke andere bladen wel uitnoodigen voor de persconferentie om dan aan de pers inlichtingen te verschaffen, doch ons „ver geten!?" dan moeten ze niet meenen, dat ik voor die tentoonstelling een voet dwars zet. 'k Heb genoeg te doen, hoor! Natuurlijk is vergeten heel goed mogelijk, De fruitdag, laatst ook te Rotterdam, waar ze ons ook vergeten hadden uit te noodigen, hebben we wel degelijk meegemaakt Om dat we een vergissing vermoedden, doch dat lijkt het hier niet. 't Lijkt hier een meer wel bewust passeeren, wat wel blijken moet uit het feit dat alle andere bladen wel adver tenties hadden over de openstelling der ten toonstelling, doch alweer: wij niet. En ook andere jaren liep het op dezelfde manier. Als er onder onze lezers leden van be doelde vereeniging zijn, dan weten ze nu, waarom wij zwegen en zwijgen en waar hun contributie voor gebruikt wordt 'k, Ben anders een overtuigd organisatie- man. Daar niet van. En ik vind het bijvoor beeld heel jammer, dat in Duitschland de zorgwekkende toestand van de rundveeteelt maakt dat VELE LEDEN DE CONTRIBUTIE NIET BETALEN KUNNEN. opgebouwd, dreigt verloren tc gaan. Teneinde dit te voorkomen heft de Rijks minister van Landbouw besloten aan de door de „Deutsche Landw. Gesellschaft" er kende rundveefokvereenigingen een bedrag van 250.000 Mk. in totaal ter beschikking te stellen. Dit bedrag zal over de betreffende vereenigingen worden verdeeld naar gelang van het aantal dieren, dat op 1 Januari j.l. was ingeschreven. Voor dezen steun komen alleen fokvereenigingen in aanmerking, waarvan het zeker is, dat zij blijven bestaan De Rijksmiddelen mogen niet worden ge bruikt om de liquidatie van een fokvereeni- ging to vergemakkelijken. Daar hebben ze gelijk aan. Er liquideeren zullen er velen. Niet alléén boeren en tuinders. Dat moeten deze niet vergeten. Men is wel eens geneigd om bij de ellende, die ons treft, alleen maar op zich zelf te letten. Heel de maatschappij wordt en is ontwricht- Hoe het weer in orde moet komen? God regeert Hij zal t maken, zooals goed is. Daar hebben wij GEEN KIJK OP. Weet ge, hoe het gaat? Onze wegen zijn kronkelwegen. Die loopen nooit recht op het doel af. Gods wegen wel. En nu schudden wij onze heele wijze hoofden wel met een heel bedenkelijk gezicht enpraten el kaar wat na. Zetten onze gelaatstrekken in uitroep- en vraagteekens en wanen ons allen heel deskundig (natuurlijk deskundig op net terrein van anderen). Maar, och, wij weten er niete van. Totaal niets. Als onze weg van Amsterdam naar Rot terdam vele tientallen bochten maakt dan moeten wij het hoofd schudden over, of gaan roepen tegen een vliegmachine, die recht toe recht aan gaat en onze wegen dwars over steekt. Dat neemt niet weg, dat we wel degelijk ons den ernst der tijden bewust zijn. Laat ons daar maar bij blijven, d.w.z. bij het he den en nog maar geen bespiegelingen houden over wat zal kunnen koon en. Daar weten we toch niets van. Het heden hebben we genoeg aan. Van de toekomst kunnen we zoo weinig zeggen. Wie had de flinke aardappelprijzen kun nen voorspellen? Wij kunnen wel voorspellen, wat volgens den gewonen, zekeren gang, die bij sommige dingen valt waar té nemen, het gevolg van een zeker ingrijpen zal zijn. Zoo weten we, dat moeten staan. Dat heeft de ervaring wel ge leerd. Eveneens, dat ze in te droge noch te hooge kamertemperatuur mogen staan. De DRUKKER hoopt binnen enkele dagen ONZE NIEUWE PRIJSCOURANTEN gereed te hebben. BESLUIT DAAROM NU REEDS uit DORDRECHT TE ZULLEN BESTELLEN zoo u onze Prijscourant nog niet regelmatig ontvangt, vraagt er dan nu reeds om. TUINDERS, vraagt onze speciale Prijscou rant no. 2. LANDBOUWERS, vraagt onze Prijscourant waarin ook de Landbouwzaden. PARTICULIEREN, vraagt onze uitgebreide geïllustreerde Prijscourant, waar in u ook vindt de noodige Raad gevingen en Aanwijzingen voor Groenten- en Bloementeelt Wij leveren alléén Zaden van Eerste Kwaliteit van EIGEN Telerijen Daarom is het een vereischte als men door centrale of electrische verwarming de kamer te droog stookt door het plaatsen van schalen op bakjes met water voor wal vochtigheid in de kamerlucht te zorgen. En weet ge, waar ge ook voor zorgen moet? De avonden, waarop men bijelkaar zit een pijp, een sigaar of sigaretten te „smo ren", zijn weer aangebroken. Vooral bloeien de planten kunnen bijzonder slecht tegen tabaksrook. Daarom, dames, als ge vermoedens hebt, dat „ze" de kamer flink in de rook zullen zetten, haal dan uw mooie bloeiende cycla men, of azelea, of wat dan ook, vooraf uit die kamer, 'legen wat kouder temperatuur kunnen ze beter dan tegen rook. Dames kunnen de bloemen zoo lekker vertroetelen (om jaloersch op te worden) en kweeken soms ware prochtproducten. Als men dus niet weet wat men zijn vrouw zal geven met St Nicolaas, dan wil ik je een goede raad geven: Geef een kamerplant Gerust je doet je vrouw er een plezier mee en wij zijn toch allen erg egoïstisch, dat zegt men tenminste kunnen er dan zelf ook van genieten. Zoo geniet men ook wel eens als men hoort, dat knoeiers en bedriegers tegen de lamp loopen, In Amsterdam was iemand, die AUSTRALISCHE BOTER ALS HOL LANDSCHE ROOMBOTER VER KOCHT. Hij zal gedacht hebben: boter is boter en Australische is veel goekooper. Dat de kwa liteit ook veel slechter is, en de aroma, daar stond hij niet bij stil. Ze vroegen Holland sche roomboter of hij bood Hollandsche roomboter aan, daar wil ik af zijn, maar hij gaf Australische. Dat is bedrog. Leelijk bedrog ook. En daarom geniet ik als van zoo iets proces-verbaal opgemaakt wordt. De eisch was 40 gulden boete of 20 dagen gevangenisstraf, en de veroordeeling was nog wat zwaarder, nl. 250 gld. boete of 10 weken hechtenis. Daar is dus nog een schepje bijgekomen. Wel goed ook. Minder goed echter vinden we het schep je, dat er gekomen is bij de buitenlandsche tegenwerking van onze land- en tuinbouw. Dat schepje kwam uit ENGELAND. DAT EEN GROOT DEEL ONZER PRODUCTEN GAAT BELAS TEN. Ja, en hoe belasten. Als in ons land het in voerrecht verhoogd wordt van 8 tot 10 pet. dan schreeuwt een groot deel van ons eigen voik moord en brand. Zelfs de roode pers doet mee in de actie om ons maar onverde digd door het buitenland de das te laten aandoen. Maar van daar is men wel wat go- woon. Welnu, wij mogen van net buiten land geen invoerrechten vragen, nog geen 10 pet En moeten dus maar lijdelijk gedoo- gen, dat Engeland 50 tot 100 pet, invoerrech ten gaat hellen. Dat wil prachtisch zeggen, dat het die grenzen sluit En dat wil zeggen, dat we voor millioenen guldens aan land en tuinbouwproducten, die toch al niet duur zijn, niet kwijlt zullen kunnen. De prijzen zullen dus nog meer dalen, Dat ilijkt menig huisvrouw wel, doch is inderdaad een ramp. Zooals het een ramp is, dat thans het vleesch zoo goedkoop verkocht wordt Men mag dat voor zich zelf voor eigen huishou ding wel mooi vinden. Abnormaal lage prij zen, zijn evenals abnormaal hooge prijzen een ramp voor de bevolking. Van vleesch gesproken: 'k hoorde, dat een darr.j tegen haar dochter zei, toen ze een slagerswinkel passeerden: ik wil hier GEEN VLEESCH LATEN HALEN, want hier verkoopen ze buitenlandsch vleesch. Daarmede doen ze ons land schade. Dat vond ik een loffelijk voornemen, k Heb ze, in mij'j hart, geprezen. Want lk wist dat als er een is, die zoo economisch mogelijk haar huishouding beheert, het deze dame is. Nu is lie tden slagers, als zoodanig, niet ten kwade te duiden. Het volk vraagt nu eenmaal naar het goedkoopve vleesch. Het kan nu zoo goed als ongehinderd uit het buitenland aangevoerd worden. En de Ro- geering laat het Hollandsche geld maar naar buiten gaan. Bij duizenden. En daar voor komt zoo goed als niets terug. Ook de arbeiders moeten goed begrijpen, dat alleen dan het arbeidsloon kan gegeven worden als er arbeid verricht wordt, die terug betaald wordt door den gebruiker. Men moet deze aangelegenheid NIET MAAR EENZIJDIG BEKIJKEN en nog veel minder naar een bepaalde streek algemeene opmerkingen maken. Dat deed een briefschrijver, die meende, dat ik te weinig oog had voor de belangen der landarbeiders. Mij dunkt, als hij mij ge regeld gevolgd had, dat hij dan wel anders zou oordeelen. Ook als hij leest, wat ik vroeger al reeds schreef, 'k Zal hem dat; eens zenden. Maar hij vergeet, dat het al léén dan den arbeider goed kan gaan, als het ook den boer goed gaat- 'k Weet heel goed, daf er door een boer ook wel eens harteloos, heel harteloos over den arbeider gedacht en gesproken wordt Maar ook de arbeiders denken ep spreken wel eens min der juist over den boer. De briefschrijver zegt eahter eenige rake dongen. Dingen, die mij zeer verheugen te komen uit de pen van een landarbeider. Letterlijk schrijft hij: heel ons maatschappelijk leven zal op „steun" moeten staan Daar heeft hij groot gelijk aan. Heel de maatschappij was veel tè opgeschroefd. Wij, dat zijn allen, leefden en leven nog veel te hoog. Alleen versobering zal mede helpen, krachtig meehelpen ook Maar verder kijkt de briefschrijver wel wat eenzijdig.. Dat neem ik hem heel niet kwalijk. Ieder is een kind van de omstan digheden, allen laten we ons daardoor, de eene minder de ander meer. maar allen wat, leiden. Ook in de beoordeeling van de gedachtengang van den landbouwer is de schrijver niet geheel objectief, d.w.z. hij be oordeelt dat van een éénzijdig standpunt. Zou het werkelijk goed zijn als door bij zonder hooge steun, de bietencultuur met. honderden bunders zou uitgebreid worden? als we door buitengewone steun de vlas cultuur geweldig gingen uitbreiden. Dat middel zou erger zijn dan de kwaal. Al zou daardoor meer werkgelegenheid komen, dan zou er nog meer bedorven kunnen worden dan goedgemaakt Ik zeg daarmede niet, dat ik de steun aan de bietencultuur hoog genoeg acht noch dat ik steun aan de vlas sers afkeur. Bijlange niet. Ik had het in mijn vorig praatuurtje over 'e goede uitwerking van de tarwewet. waar een paar andere bladen tegen kankeren, al maar door, en ik wilde er op wijzen, dat cfeze ongelijk hodden. Dat de wet werkt zoonis men verwacht had. Dat was de hoofdgedachte van mijn praatje. En daarin had ik gelijk. Dat is me van vele kanten bevestigd. Over de arbeidsgelegenheid praten we nog wel eens. Mijn tijd Is nu om. Tot volgende week. PRAATJESMAKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9