TWEEDE KAMER Radio Nieuws. Nabij het Macedonische front WOENSDAG 25 NOVEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9 WATERSTAAT 1932 REGELING VAN WERKZAAMHEDEN Vergadering van 24 November 1931 OVERZICHT Den geheelen dag Waterstaat.. Het is niet te zeggen hoe amusant het was om 's mid dags maar weer van een groot aantal spre kers en spreeksters hetzelfde te ihooren als ■waarnaar we Vrijdagmiddag al^ uit den treure 'hadden moeten „luisteren". Slechts een der ingeschrevenen zag van het ■woord af. Het was de oud-minister v. Dijk. We waardeeren zijn daad. Gelukkig hebben daarna vele orators zich wat beiperkt, zoo dat ook de minister nog aan het woord kon k Nieuwe dingen brac-ht zijn rede niet. We verwijzen daarom naar het verslag. 's Avonds Luchtvaart en Spoorwegen met opnieuw tientallen van redenaars. VERSLAG Mr. Deurvorst boëedtsd De heer DROP (S.D.) a/prak ln ffelljken geeat en behandelde nog enkele andere peraooneele belangen. MINISTER RBYMER dankte voor de Instem, min gr met de Instelling der studleoommlselo. In de dilenst- en rusttijden sou do minister gaarne verbetering brengen; maar er sljn th&ni financieel# bezwaren. Ernstige uitwaseen zul. lei werden weggenomen. Inzake «alairleering wordt gewacht op een rapport van de commissie voor Georg. overleg. Bij een volgend artikel betoogde de heer DE ring der Overljselsche Vecht do heer KRIJGER (C.H." i ln. De MINISTER llchtLn- ioo ene" l1s de beschikbare flnan- iTr zoo goed rnogelljl verdoelen Apeidoornsoh Kanaal, zonder overleg me anghebbenden of de betrokken 'rof'. v^d. I3ILT TubA sloot zich daarbij t Dr. BEUMER (A.R.) bracht grafische, topografische en van den heer Snoock Henk' fëef^opg..^ bruggen weer voor de boeren beschikbaar DoSMINISTER meende, dat de kosten hek er bruggen niet ns goam kijken. huB»sJ„ris' ■ettigden. Maar DUTMABR VAN TWIST erop. dat over de omlegging vaj Noord-Hollandsch Kanaal bij Buiksloot 'erleg is gepleegd met de schlpp* schrapt. Gehoopt werd. dat de f 100.000 volgend ar weer zullen worden uitgetrokken. De MINISTER wees op de bezuinlgingsnood- BLJ art. 86 vroeg de heer v. d. WAERDEN „JJD.) wanneer de tweede pont bij Velsen wser gaat varen; hot verkeer ondervindt nu veel 'tDe1^MI<NISTER antwoordde, dat de pont nl tan de verwachtingen voldoet; >ld. In d. EINDE VAN DE ..NAUTILUS" De „Nautilus" waarmede de Amerikaan Sir Hubert Wilkins getracht heeft de Noord pool te bereiken, is na het volkomen mislukken van deze pogingen aan de Noorsche kust tot zinken gebracht. nu gekoppeld aan het algemeen econo- itblijven van tariefsverlaging schaadt wijze naar het buitenland wordt hea t drie ponten "^BifheTvelg-end art. drong de heer KRIJGER (C.H.) aan op rudme verbetering van het Ka naal van Torneuzen. Terneuzen verdient dien De MINISTER antwoordde, dat door de be zuiniging niet meer gedaan kan worden. Maar gegeven belofte is ingelost >e heer VAN DIJK (A.R.) beaprak de verbe tering van het verkeer over het Walcherenaohe kanaal bij het station te Middelburg. De ver leden Jaar aangebrachte verbetering ls onvol doende, wat ook de minister erkent. Voor de noodzakelijke nieuwe brug zijn echter geen gel den aangevraagd. Waarom niet? Kon de minis ter geen spoed toezeggen met de voorbereiding Ook adeehêeiren KRIJGER (S.G.P.) en v. d. BILT (Lib.) zaak. De MINISTER erkende het onvoldoende van den toestand, maar za.g niet in waarom Middel burg voor moet gaan. De 'heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.) vroeg overleg met de schlppersbonden over den bouw van de sluis bij Overtoom. De MINISTER zegde toe. dat met de belan gen van de scheepvaart zal worden gerekend. Bij de afd. „Luchtvaar" besprak de heer VAN BRAAMBEEK (S.D.) de enorm gestegen subsi die voor de KJL.M. De tonnen zijn tot miUloenen r de K.L.M. en 30 sprekers in den bij „Water- De Keer KAMPSCHOëR (R.K.) BRAND IN DE „BERMUDA" BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD 0.1510.45 Korte ziekend! De. J v d Woude. iursus fr'i G. Ably, (fid.) Laatstgenoemde bestreed z«n partijgenoot v. Braambeek, dat de tarieven, die de spoorwegen aan de electrische centrales moeten betalen. bouwd. De heer BOON (lib.) diende een motie I waarin den Minister wordt gevraagd, dat oc ln de toekomst de dienst op de tramwegen Flakkee niet wordt gestaakt. De heer KNOTTENBELT f heer D. van Twist de mee: natuur door* HU hoopt r tigd zal v« (11b.) bestreed den menschen biedt de Zondag de eenlge gelegenheid een dag bultei natuur door te brengen of familie te b HU hoopt dan ook, dat de Minister zich krach, tlgd zal verzetten tegen de pogingen het ver keer op Zondag nog meer te beperken. Daarna behandelde htJ de moeiltJkheden, welke vele tramwegen ondervi-*- - currentie van autobussen en gens en daardoor Ir dreigd. De minister Prof. v d BILT (11b) behandelde oa. de ai matlsohe en eindellik behandelde de heer DE VISSER (comm.) van alles en nog wat om U besluiten met een niet ondersteunde motie. Het was half drie. De Kamer was vrijwel leeg, toen deze „vergadering" van het Neder, landsche parlement werd verdaagd. DE MAGISTRATUUR ORGAAN VAN DE VEREENIGING GROEN VAN PRINSTERER Voorin ditmaal het baardige, burgervader- lyke gelaat van den heer J. v. d. Molen Tzn, burgemeester van Renkum. In de Rondblik wordt allereerst gepro testeerd tegen de wijze, waarop Gedep. Staten van Friesland omspringen met de gemeente Engwirden. De redactie stelt zich geen partij in de kwestie der annexatie, doch wijst wel op de felle, jarenlang volgehouden campagne om zelfstandig te blijven, wat wel bewijst, dat de noodzakelijkheid der samenvoeging nog niet wordt ingezien door de belanghebbenden. Inzake de korting op de uitkeeringen heeft de vereeniging een adres aan de Tweede Kamer gezonden, waarin op de groote onbil lijkheid gewezen wordt. De korting dient ir geen geval aan het peil der loonen en sala rissen, noch aan eenig onderdeel van het ge meentelijk budget gebonden te worden; in 't uiterste geval worde een gelijk percentage op de door elke gemeente te vorderen uit- keering gekort. Dat is rechtvaardig. ZORG VOOR WERKLOOZEN Wij hebben sedert jaren niet zooveel doen gehad met de werkloozen als in de laat ste maanden. Het aantal arbeiders die geen emplooi kunnen vinden, stügt met den dag. En het hopelooze van het geval is, dat men niet kan verwachten deze menschen met enkele weken weer aan het werk te zien Want het aantal werkloozen is geklommen tot circa dertig duizend en de gewone winter werkloosheid moet nog komen. Eer deze greep, eer een belangrijk deel van deze groep eer aan den arbeid kan gaan, zal er heel 'at water door den Amstel stroomen. Nu mag, al ontkennen wij niet de moeilijke omstandigheden, voor hen, die steun ont vangen, toch met dankbaarheid geconstateerd worden, dat er in materieel opzicht veel voor de door de crisis getroffenen wordt gedaan. Wie de crisisregelingen beziet, de ontwikke ling van de werkloosheidverzekering, de rege lingen die door Maatschappelijke steun wor den toegepast, en eens terugdenkt aan wat er in vroeger jaren werd gedaan voor de werkloozen die er toen toch ook waren, die kan niet anders dan van vooruitgang spreken, zelfs in dezen tijd van geweldige crisis. Ook in ander opzicht wordt er meer ge daan dan voorheen. De sociale organisaties en de vakvereenigingen hebben sinds jaren het ontwikkelingswerk, intensief ter hand geno men. Toch vraagt deze tijd wel bijzondere voorzieningen, die zeker niet uitsluitend door de Vakvereenigingen kunnen worden getrof- lmmers de Vakvereenigingen hebben ir dezen tijd naast hun gewoon werk, zich in te spannen, en ze hebben daaraan alle kracht te geven, om hun sociale groep zoo veel moge lijk te schutten. Als men daarbij dan alleen zou moeten zorgen voor de duizenden werkloozen, zou dit waarschijnlijk de finantieele kracht dezer organisaties te boven gaan, maar men zou ook niet de krachten daarvoor kunnen vrijmaken. Meer zijn trouwens ook andere kringen be langhebbend. Wij denken aan de Kerken, aan de jeugdvereenigingen, aan de sociale ver- eenigingen. Zij hebben ook met de werkloos heid en met de werkloozen te maken en hunne kring overschrijdt die van de Vakvereenigin gen in ruime mate. Wordt er veel gedaan, met name in dv groote steden? Tot heden toe meenen wij, is er van de zijde van ons protestantsch christe lijke volksdeel niet zoo heel veel gedaan, ln Amsterdam hebben wel de R. Kath. hun Te huis voor Werkloozen, maar wij hadden zoo iets althans tot heden niet. Nu komt er hopen wij binnen enkele dagen ook een Tehuis voor onze christelijke arbei ders. Het initiatief is daartoe genomen door de Vereeniging tot verbreiding der Waarheid, die bij haar socialen arbeid ook te doen heeft met demoraliseerenden invloed van de werk loosheid. Ter zake heeft zich een comité gevormd waarin natuurlijk plaats is gegeven aan de sociale organisaties, maar ook aan een ver tegenwoordiger van de christelijke Jonge- Mannenvereeniging; Wat wil men bereiken? Zeker allereerst ln de komende maanden, met de kans op voch tig weer, op barre koude, een plek te geven, waar de werkloozen die in de stad rondzwer ven, zich even kunnen verpoozen. Een droge warme plek, waar zy een kop warm drinken kunnen krijgen en zich met een en ander di- verteeren. In dit Tehuis zou men ook het ontwikkelings werk kunnen organiseeren. Men kan daar le zingen doen houden, van vaktechnischen-aard en algemeen ontwikkelende lezingen, bedrijfs- filmen laten zien en dergelijke. Maar men zal inzonderheid met de jonge werkloozen moeten rekenen. En nog weer eens ln het bijzonder met hen, die geen eigen thuis hebben in de stad. Ze lijden meer dan de ouderen. Die hebben hun thuis, met de zorgen, maar ook met het licht. Zy hebben in de jaren van hun jonkheid het vak geleerd, zij verspelen in dit opzicht minder dan hun jonge collega's. Zij hebben meer gezien en meer geleerd in de school van het leven. Zy hebben ook een levenservaring gewonnen en een leven van strijd en gebed. Maar de jongeren met hun bruischend bloed _i hun idealen, die geen weg weten met hun ledematen en hun leegen tijd, die aan vakop leiding nog zoo veel te kort komen, zy hebben het zeker in moreelen zin zwaarder dan elk Voor hen zal men zorgen moeten en voor hen bezigheid zoeken en mogelijk ook vakop leiding. Dat vraagt heel veel zorg en tijd. Dat vraagt de inspanning van velen. Het begin is er. Daarin verblijden wij ons we hebben de verwachting dat dit werk door een breeden kring uit onze burgerij zal worden gedragen. AREND VAN AMSTEL. NEDERLANDSCH FABRIKAAT NAAR INDIE VOORLICHTING Dr. J. STROOMBERG. Op verzoek en in overleg met het bestuur van de Vereeniging „Nederlandsch Fabri kaat" stelt <fr. J. Stroomberg, hoofd van de afdeeling Handel van het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel in Ned.- Indië, thans met verlof in Nederland, zich beschikbaar voor het geven van inlichtingen en voorlichting ter zake van uitvoer van Nederlandsche artikelen naar Ned.-Indië. Fabrikanten, die omtrent de mogelijkheid van uitvoer hunner artikelen naar Ned.- Indië voorlichting en inlichtingen wenschen wordt verzocht allereerst schriftelijk zich tot den heer Stroomberg te wenden, met nauw keurige opgave van de inlichtingen, welke zij zoo mogelijk wenschen te ontvangen met daarbij gevoegden doorslag van dien brief. Voor zoover de gevraagde inlichtingen niet schriftelijk kunnen worden gegeven, stelt de heer Stroomberg zich voor, in verschillende steden hier te lande op nader te bepalen data, waaromtrent dan de belanghebbenden tijdig van te voren nader bericht ontvangen, zittingsdagen te houden tot het geven van inlichtingen. Wie voorlichting, als hierboven genoemd, wenschen te ontvangen, worden verzocht zich schriftelijk te richten tot dr. J. Stroom berg. p.a. de Vereeniging „Nederlandsch Fa brikaat", Bezuidenhout 97, Den Haag. ONGELOOFLIJK WAT DE HEER OUDEGEEST SPRAK Volgens de soc. dem. pers heeft de beer Oudegeest, te Den Haag sprekend op een crisismeeting, o.m. over de salaris-verlaging gezegd: Niet worden verlaagd de loonen van de leden van het Koninklijk Huis. Zij kun nen niets missen Nu heeft min. de Geer bij de algemeen# beschouwingen precies en uitvoerig het tegen deel medegedeeld. Hij noemde: laten staan van 10 pet. door de Koningin-tMoeder en Prinses Juliana en belangrijke vermindering van hetgeen uit het Kroondomein kon worden verkregen door de Koningin, waardoor verre de tien procent van grondwettelijk inkomen en opbrengst Kroondomein wordt overtroffen. Wij weigeren, zegt de Nederlander, voorshands te gelooven, dat de heer Oude geest de afgedrukte woorden heeft gebezigd. Want anders FEUILLETON Door IVANK£ We zouden nu eerst SaHoni'ki eens gaan bezien. Interessant was deze stad ongetwij feld. Een heel groot stadscentrum bestond er niet; over het algemeen waren de winkel straten email en verre van frieoh te noemen. Om en bij „Flocca", een der drukste cafés, kon men altijd de meeste militairen waar nomen; daar heereohte de aTengrootste drukte. Ooik. op de kade, langs de havens, was veel vertier. Beihalve de wandelaars zag men van 's morgens vroeg tot avonds Ja at de vdl-e sjouwers aan den arbeid, mot een veel te groote en te zware lading op hun dubbel gevouwen ruggen, waardoor men dan ook altijd geneigd wee meer een last dieren <Ian aan meneohen te denken, zoo lat men vaak vol afschuw en medelijden het hoofd wende. Aan diezeMde ka die, waar tevens de be kende „Tour Manche" gelegen is, vanwaar de seinen naar de schepen werden gegevon, had ellken Zondagmiddag het „coiso" plaors, waaraan meerendeels Grieksche edhoonen en jongelingen, met hun mooiste kHeeron getooid, waarmede zij elkander den loef trachtten af te steken, deeJ naimen. In de buitenwijken ontdekte men de veefl breedere straten met de groote, mooie rente niers- en koopmanshuizen, waar ai les veel rustiger \va6 en beter onderhouden leek. De EngeJeche en Franeohe kampen lagen ge heel! bulten SalonlkL Wij maakten kennis met een journalist, een Hollander, die ons de bezienswaardig heden van de stad liet zien. 0.a. bezochten wij de plaats, waar eiken avond na zons ondergang door den Hadji hoofd dei moskee het gehed werd uitgesproken en Allah aangeroepen en verheerlijkt wand. Vandaar had men tevens een schitterend uitzicht over de stad en de haai, waar voort durend de aankomende en vertrekkende kruisers en transportschepen elkander af wisselden. Daarna bezochten wij een bijeenkomst der Denvischen, volgens den journalist de laatst overgebleven groep in die stad. Na dat wij nu onze schoenen hadden uitge trokken, traden wij heel zadhtjes en ge- ruischloos binnen, zetten ons neder op d« banken en stoeien, die achter een hek ge plaatst waren, vanwaaruit men het geheel goed kon overzien. De moskee was behangen en belegd met mooie tapijten, waarop de zonnestralen do kleuren zoo goed tot haar recht deden ko men. In het midden bevond zich een groep mannen, met gekruiste beenen op den grond zittend en een kring vormend, hetgeen wei een zeer geheimzinnigen indruk op ons maakte. Daarop nam de eigenaardige ceremonie een aanvang. Om de beurt brachten de mannen vreemd klinkende geluiden voort, gepaard gaande met vele gebaren, welke steeds heftiger werden, totdat ze, rood van opwinding, weer opstonden en daarna eentonige dan sen uitvoerden, welke in een langzaam tempo aanvingen, doch steeds sneller wer den, waarbij de afgrijselijkste kreten wor den ultgeetooten. We hadden reeds vernomen, dat het bij hun fa natieken godsdienst behoorde, elkan der met scherpe voorwerpen wonden toe te brengen, doch we zorgden er wel voor, vóór dien tijd verdwenen te zijn. Buiten gekomen, waren we werkelijk Mij weer frissche lucht te kunnen inademen. Een der grootste bezwaren was voor ons het slapen, of beter gezegd het nièt-slapen in deze half Oostersche hotels. Zooels men gewoonlijk pleegt te doen, tracht men in te sluimeren, dooh. spoedig is men het bed weer uit. Het licht wordt weer ontstoken, want men is wel gedwongen inspectie te houden. Het zijn de beruchte wandluizen, waardoor men wordt gekweld. ZoodTa de kamer in duisternis is gehuld, wordt men als 't ware van alle kanten zoo meedoogen- loo6 aangevallen, dat men er nerveus van Zooiets is eenvoudig niet te beschrijven, daarover kan men alleen oordeeflen, wan neer men het zeftf aan den lijve heeft onder vonden. Met ons drieën haddon wij één kamer betrokken, doch reeds spoedig bleek, dat twee onzer het. in het bijzonder moesten ontgelden. Op de derde scheen het gedierte ln het geheel niet gesteQ'd te zijn. Het wekte tenminste altijd haar boosheid op, wanneer het licht opnieuw ontstoken werd en wij beiden aan het zoeken en tellen begonnen. Het was dan ook geen uitzondering, wan neer wij het tot veertig, ja zelfs wel eens tot vijftig brachten. Het werd een wanho pige toestand, waartegen wij niets vermoch ten te doen. Naar een nader hotel behoef den wij ook al niet om te zien, aangezion i dit niet zou baten. Alle hotels waren ont zettend vuil en daardoor konden deze mon sleis er zoo ongehinderd voortwoekeren. Uit ervaring wisten we eohter, dat men het ongedierte alleen door voortdurende zinde lijkheid op een behoorlijken afstand kon houden en deze wetenschap is ons later heel goed van pas gekomen. Ook de voeding leverde in den beginne vale bezwaren voor ons op. Behalve dat er aan de toebereiding weinig aandacht werd besteed, was het materiaal veel te vet en te zwaar. Daardoor hadden wij dikwijls mot maag6toorniesen te kampen en er werd zoo goed als niets meer verorberd. Wij waren dan ook niet weinig verrast, toen we op een onzer wandelingen door de stad des middags in een van de winkel- etalages een Edammer-kaasje zagen prijken de ons zoo bekende vorm en frisoh-roode, op vallende kleur had ons direct staande ge houden en doen watertanden. Begeerig stap ten we naar binnen, om te trachten den ge heelen voorraad op te koopen, welke echter bij nader inzien slechts uit twee stuks bleek te bestaan. We moeeten ons hiermede te vreden stellen, doch sloegen verder de noo- dige Hollandsche biscuits en augurken in, die wij des avonds eerlijk verdeelden. Ver van eigen vaderland leert men in dergelijke gevallen het vele goede, dat ons aan dat land herinnert, naar waarde sohat- Inmiddels had onze dokter zich weer eens naar het „Servische Hoofdkwartier" begeven. Reeds eenige malen had hij kolonel Son- dermayer verzocht ons naar Monastir te laten vertrekken. Of het gevaarlijk was of niet, het was ons volkomen hetzelfde:. Wij, wijden in elk geval gaan en het liefst dAAr helpen, waar men onze hulp het meest van noode had. We hadden reeds weken ge wacht en de rekeningen waren hoog; over al moest men bespottelijke prijzen betalen en dat alles werd ons op den duur te be zwaarlijk. Bovendien waren we gekomen, om te helpen en niet om op deze wijze on zen kostbaren tijd zoek te brengen. Onze energieke dokter kwam echter zeer moedeloos terug. In geen geval wilde men ons in dezen haohelijken tijd laten gaan. De vijand was weliswaar reeds geheel uit de stad verdreven, doch zat nog bovenop en acliter de bergen, nauwelijks eenige kilo meters van Monastir verwijderd. Dagelijks vielen er vele dooden en gewonden. „Dacht u werkelijk, dat ik u allen in de zen gevaarlijken toestand kan laten arbei den? Neen, dokter, zooiets is absoluut uit gesloten! Ik zou niet verantwoord zijn on dat zeker niet tegenover de zustere. Daarbij willen de Engelsche en Fransdhe autoritei ten ook deze groote verantwoording zeker niet op zich nemen. Wacht u liever nog een korten tijd af; daarna kunnen wij verder zien," besloot kolonel Son derma yer. Wij wisten allen, dat de dokter zich vast voorgenomen had nog een bepaalden tijd aan te zien. Indien er dan ook nog bezwa ren mochten' zijn, zou hij de autoriteiten voor het feit plaatsen: ons te doen vertrek ken, of, in geval van een weigering, hun mede te deelen, dat we onze terugreis nood gedwongen zouden moeten aanvaarden. Of schoon dit wel het mes op de keel zetten zou zijn, zouden we daardoor wel eens een kleine kans kunnen hebben. Dien vastgesteldan Uid moesten we dus nog afwachten. Het was een tijd van nietsdoen en ver-» veJing en toch konden we niet anders dan daarin berusten. We kenden nu Saloniki wel zoo langza merhand door en door. We hadden reeds lang genoeg van het doellooze rondloopcn door de drukke, stoffige straten. We waren besloten de omgeving buiten Sodoniki een» te gaan verkennen. Den eersten, den besten auto, die ons op den weg passeerde, hie1 den we aan. De chauffeur vroeg ons, waarh-sen we wilden gaan. Nadat we hom ons plan hadden te kennen gegeven, voerde hij on« een flink eind buiten de 6tad; daar stapten we uit en togen op onderzoek naar een ge schikt, stil plekje-. Hier bevonden wij ons op een zeer groote vlakte, van alle kanten, dooh geheel in de verte omringd door ver scheidene Engelsche kampen. De lucht, die men hier inademde, was in elk geval berer en zuiverder dan die in het centrum der stad, in heit geroezemoes der nauwe winkel straatjes, welke voortdurend bedorven werd door den geur van 6lechte boter, vet en knot look. Wij vlijden ons neer op den grond, want we waren zeer vermoeid door de vel» slapelooze nachten, in ons- hotel doorge bracht. We zouden trachten om de beurt vat uit te rusten. Hier weren tenminste gcon wandluizen, die aan ons zouden kn.-n gen. Wanneet niet ieder oogenbli'k de Schot, sche doedelzakepelens en pijpers, hun tonig, vredig geluid voortbrengend, ons er aan herinnerd hadden, waar we ons bevon» den, hadden wij ons zeker op de Limburg, sche heide kunnen wanen. Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9