WOENSDAG 25 NOVEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 EERSTE KAMER ONDERZOEK CRISISWETTEN DE DRANKWET Kleina wetsontwerpen Vergadering van 24 Novenmber 1931 Do Eerste Kamer vergaderde gistermiddag. De agenda vermeldde een twintigtal kleine wetsontwerpen en de herziening der Drankwet Do VOORZITTER deelde mede, dat na do openbare vergadering en eventueel heden ln do afdeelingen zulli ïtjzon-der In' Rijk en eenlge klelnei wetsontwerpen. Verschillende onderwerpen. varen o.a. de volgende wets- ^Goedkeuring van het op 11 Maart 1931 to Den Haag tusachen Nederland en Zuid-Slavlë ff Rechtspraak, arbitrage j i sl llchtlngssystec rt bü Molcko. Goedkeuring van het op den 16en ber 1930 te Londen gesloten verdrag het onderhoud van vuurtorens op de istiglng ilcka. Wijziging van artikel 191, artikel 193, vijf lid, van de L wet 1920. Goedkeuring onderhandschen ver- Derceelen weiland in den^Rtwljkeroorderpol- der onder Nieuwer-Amstel. den aanieg en de in Eindhoven naar en Eindhoven en 'yeldhoven. Onteigeningsontwerp voor verbetering van het gedeelte Beverwijk—Alkmaar van den rijks weg VelsenAlkmaar. Onteigeningsontwerp een weg langs de Oostzijde van 1 met verbreeding van het Aarkanaal aan Oostzijde tusschen den Rijn en Aardam en bouw van een nieuwe brug over 't Aarlcar vorvjintrine1 van de Rifnihrug, éên en an i den Rijn en Alphen ilgeningsontwerp de°gemeenten Wijk aan" Zee Duin, Heemskerk en Uitgeest. Onteigeningsontwerp voor de verbetering den weg van Hilversu Raarn, on_der_de j|S"""! gemeente Haarlem, met een zijtak naar aen rijksweg Haarlem—Amsterdam, onder de ge. meenten Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlem. Onteigeningsontwerp voor den aanleg en de verbetering van een weg van het Nledorper Verlaat naar Aartswoud, onder de gemeenten Oude Niedorp, Nieuwe Nledorp, Winkel en Hoog- Onteigeningsontwerp voor den aanleg en de verbetering van een weg van Koedijk '(Noordeinde) naar het Niedorper Verlaat onder de gemeenten Koedijk. Warmenhuizen. Oud- Karspel, Noord Scharwoude, Harenkarspel en HOnteliIenin|so'ntwerp voor de verbetering van den provincialen weg van Poffert naar Friesche Palen naar Oostwold (gemeente Leek). ■-ShiSfSÏÏ ve vaststelling van het slot der reke ning der Ned—Indlë over 1926. Al deze wetsontweri en z.h.st goedgekeurd DE UITKEERINGEN AAN DE GEMEENTEN den aanleg verbetering van een weg van Beverwijk Uitgeest. 3jggljf~ "ru1 richting van Onteigeningsontwerp voor den aanleg een weg van het kruispunt van den Spar- wouderweg en den_ Spier in gwegrtb de_geme^ l werden zonder debat de Drankwet, ^De hee^RINK (lib.)', die steeds in de politiek de pleitbezorger der caféhoudei's ls geweest, herinnerde aan zijn verzet tegen de Drankwét- Kuyper, die in 1904 met 52 tegen 42 stemmen ^Ookadezeewet6gi'ng hem veel te ver. Zijn con clusie was, dat de fouten, welke de wet van Kuyper aankleefden, ln nog sterkere mate in dit wetsontwerp voorkomen en hü vreesde, dat hij, gelijk destijds, ook ditmaal afwijzend er te- g0Den heer HERMANS (s.'d.) ging de wet lang niet ver genoeg. Hü wil drankloosheid er sprak uitvoerig de plaatselüke ke.uze. Den Heer HEERICENS THIJSSEN (r.k.) heugde het echter, dat die uit de wet gebleven 'WDe onduidelijkheid van allerlei wetsartikel gaf hü echter toe. Ook de heer v. SASSE VAN IJSSELT (rk) wees daar op. Het ontwerp bevat eemge harmonica-artikelen waaruit geen harmonische klanlter Voorts mist het schier alle rechti zal tegenstemmen in de hoop, d; ^OTee4.?0ew WETSONTWERP TOT TIJDELIJKE KORTING VOORLOOPIG VERSLAG Verschenen is het voorloopig verslag inzake het wetsontwerp tijdelijke korting op de uit- keeringen aan de gemeenten, waaraan wij het volgend# ontleenen Bij vele leden, die bereid waren, in deze moeilijke tijdsomstandigheden de leiding der regeering zooveel mogelijk te volgen,beston den tegen dit wetsontwerp zóó ernstige be denkingen, dat zij vreesden, daaraan hun stem niet te zullen kunnen geven. De uitkeering aan de gemeenten op grond der wet van 1929 uit het Gemeentefonds kan bezwaarlijk „Ttijksgeld" worden genoemd en is in de plaats gekomen van de eigen inkom stenbelasting der gemeenten voordien. Naar de hier aan het woord zijnde leden opmerkten, is de wet van 1929 uiteraard even als elke andere voor wijziging vatbaar. Echter zou daarbij in verband met de zoozeer ge- wenschte stabiliteit in de gemeentefinanciën wel moeten worden geëischt, dat de noodzake lijkheid der voorgedragen wijziging zeer dui delijk zou blijken. Ten aanzien van het onderhavige wetsont werp nu is volgens de hierbedoelde leden aan dezen eisch in het minst niet voldaan. De werkelijke strekking is anders dan de gemeenten tot verlaging van de salarissen van haar personeel te nopen. Tegen een wijziging van de wet van 1929 op dezen grond bestond bij de leden, die deze beschouwingen hielden, zeer ernstig bezwaar. Als het landsbelang salarisverlaging in som mige gemeenten eischt en als de wetgever tusschenbeide moet komen, dan mag daarvoor toch in geen geval de wet van 1929 worden gebi-uikt. Die wet toch is niet in het leven geroepen om aan de regeering een middel in handen te geven, waarmee zij de gemeenten kan dwingen, haar wil te doen. De wet van 1929 strekte uitsluitend om de financieele Verhouding tusschen Rijk en gemeenten beter te regelen. Als de regeering tracht, haar macht tegenover de gemeente-besturen te vergrooten door - wijziging van de wet van 1929, maakt zij van die wet een gebruik, dat als misbruik bestempeld moet worden. Naast dit principieele bezwaar bestaan bij de hierbedoelde leden belangrijke practische bezwaren, loo zal in verband met het verschil in grootte van het personeel in de verschil lende gemeenten de werking van de in art. 4 der wet neergelegde formule een aanzienlijke wijziging ondergaan, die groote onbillijkheden kan veroorzaken. En alle gemeenten, die niet meer dan 40 opcenten op de foiidsenbelasting heffen zul len haar uitkeering zien verminderen, ook al hebben zij 3 pet. korting op de salarissen van haar personeel toegepast. De uitvoering van de desbetreffende bepaling kan een straf be- teekenert op goed en voorzichtig financieel beleid. Het heffen van niet meer dan 40 op centen toch kan het gevolg van verschillende omstandigheden zijn. Verscheiden gemeenten, die voor groote financieele moeilijkheden staan, zien de voor- deelen van de salariskorting niet aan haar eigen gemeentelijke, "'doch aan 's rijks schat kist ten goede komen, 'wat voor deze leden 5n derde practisch bezwaar is. En een vierde dat de centrale overheid het loonpeil in ;n gemeente in het -meerendeel der gevallen niet met een redelijke kans op juistheid kan beoordeelen. Bovendien zal menige gemeente de salarissen niet verlagen, zoodat het middel srd de vergadering verdaagd tot he RIJKSBEGR00TING 1932 HOOFDSTUK FINANCIEN DE FRAUDE AAN 'T DEPARTEMENT MEMORIE VAN ANTWOORD. Aan de Memorie van Antwoord op het Voor' loonis: Verslag der Tweede Kamer over het hoofdstuk Financiën der Rijksbegrooting 1932 ontleenen wij het volgende: De mogelü'kheid, door internationale Werking een einde te maken aan het ontgaan van belasting door personen, die. geregeld van land tot land trekken zonder ergens éen vaste woonplaats te hebben, heeft meermalen een punt van onderzoek uitgemaakt bü de deskun digen, die door den Volkenbond sun be aat met het bestudeeren van de vraagstukken der dubbele belasting en der belastlngontd"' king. Dit onderzoek heeft telkens geleid do conclusie, dat maatregelen tegen het doelde euvel zoo noodig door lederen Staat zichzelf zouden moeten worden getroffen. den handeldrüvenden i bevoordeeling zün tegenov. belasting kan de Kostelooze rijwielmcrken. De fraude aan het departement. Ter beantwoording van de vraag naar nat keurige en volledige inlichtingen omtrent de betreurenswaardige fraude, welke aan het de partement gepleegd ls. voegt de minister ao- de Memorie toe een Nota, welke eenigen tv geleden op zün verzoek ls opgesteld door vli ambtenaren (twee van zün departement twee van de Algemeene Rekenkamer), die g heel objectief tegenover deze zaak staan haar nauwkeurig hebben onderzocht. Bü het onderzoek is geblekei ls verduisterd een bedrag s,i. uu.h ..i totaal j i 160.Gil.04. t rapport zün t meening, dat betreffende referendaris in geheel geen toezicht oefende op de handelingen van den commies en. daar laatstgenoemde be voegdheid tot teekenen bezat, was hü door dit volslagen gemis aan toezicht ln de gelegenheid zich zoo veel gelden toe te eigenen als hü maar 'WTen aanzien van de vraag, hoe het mogelük ls geweest, dat voor de Algemeene Rekenk: de gepleegde verduisterlnge: vebleven, merkt het o.m. op,g di ist te staan, dat ln de recapitulatie iitgavt mies opzettelük telfouten einde de gepleegde fraude te doen komen. Deze recapitulatie werd als regel niet door de Algemeene Rekenkamer ge teld en dientengevolge Is de onjuistheid, dli de telling Inhield, onopgemerkt gebleven. Het rapport oordeel het niet-tellen der reca. pitulatle als een ernstige leemte in de controle van de Algemeene Rekenkamei sumeerende, tot do conclusie, dat het feit, dat de gepleegde fraude jarenlang kon plaats vin den zonder te worden opgemerkt, eenerzüds moet worden toegeschreven aan ernstige plicht- Verzaking van den chef van het bureau RUks. betallngsdienst en anderzüds In eenlge leem ten in de controle der Algemeene Rekenkamei waarvan de commies op zeer sluwe wüze heeft gebruik gemaakt der regeering- in vele gevallen niet het ge- wenschte effect zal hebben. Verscheidene andere leden verklaarden even zeer ernstig bezwaar te hebben tegen dit wetsontwerp, waarvan met leedwezen en ver bazing was kennis genomen. Zij achtten het niet gewenscht, dat de kor ting, ten onrechte op de Rijkssalarissen toe gepast, nu óok nog tot de gemeenteambte naren zal worden uitgebreid. Eenige leden, die evenzeer de regeerings- methode ten strengste afkeurden, konden zich niet geheel vereenigen met de uitspraak, dat de autonomie der gemeenten zou worden aan getast. Die aantasting heeft reeds plaats gehad bij de 'artt. 125 en 126 der Ambtenaren wet 1929, welke de bezoldigingen tot een zaak van zelfbestuur maakt, maar een groote bevoegdheid voor hooger gezag reserveert. Juist op grond daarvan bepleitten deze leden het achterwege laten van den voorgestelden maatregel. Verscheidene leden gaven als hun meening te kennen, dat aan algemeene verlaging van de gemeentesalarissen geen behoefte bestaat, wijl in vele gevallen deze salarissen verre blijven beneden die, welke het rijk betaalt. Een deel dezer leden merkte op, dat er ge meenten zijn, waar de salarissen voor vermin dering vatbaar zijn, en dat men, indien noodig, voor die gemeenten een speciale rege ling dient te treffen. Volgens alle der hier aan het woord zijnde leden echter is in haar algemeenheid niet juist de opvatting, dat de gemeentesalarissen 'hooger zijn dan die van het rijk. Een der leden juichte de indiening van het ontwerp toe als een bewijs van doortastend heid. Zijn eenige bezwaar is, dat de korting tot slechts 3 pet. is beperkt. In de vele bezwaren vonden zeer vele leden aanleiding als hun meening te kennen te geven, dat het gewenscht is, dat, indien niet in ruime mate aan die bezwaren wordt tege moet gekomen, het ontwerp door de regeering worde ingetrokken'. DE TOL' BIJ KORTENHOEF Omdat de concessie van den tol die op den Loosd'rechtschen Weg te 's Graveland staat op 6 November jl. reeds afgeloopen was en autobestuurders hevig protesteerden tegen het gesloten houdén van dien tol, heeft het Polderbestuur dat eigenaar is van dien tol ten slotte gistermorgen de tolboomen weer opengezet. Naar wij vernemen zijn de autobestuur ders, waarvan na 6 November tolgelden ge vorderd werden voornemens bij de Justitie voor het h. i. onbevoegd! gesloten houden van de tolboomen een aanklacht in te die- AANBESTEDING Aann.bedrijf vh. P. dreoht, f 143.200; P. i Wijnen, Dordrecht, direcht, f 147.870; J. T. teweg- Wzn,, Ro-tterdam, f 148.500; D. in 't Veld, Dordrecht, f 148.800; N.V. Bo-uw- en Beton-Mij. vh. P. van Driél, Dordrecht, f 149.300: N.V. Aatwi.-Mlj. vh. H. en F. Voormolen, Ro-tterdam, f 149.475; N.V. Mabuwat, Willemstad, f 149.83S; Gebr. J. en P. van der Merwe, Dordrecht, f 1-19.900; N.V. Robteird. Aann.-Mij., Rotterdam, f 149.900; J. H. Ni-eoiwenhuizen, Rotterdam, ZUSTER S.G. HEIDEMA t EEN RIJK BEWOGEN LEVEN GEËINDIGD Haar arbeid voor Ziekenverpleging en Chr. Sociale actie Na een smartelijk lijden is ziuster S. G. Heidema van ons heengegaan. Er was, na de zware operatie, die zij on geveer een half jaar geleden onderging, aanvankelijk eenige hoop, dat zij haar ar beid als directrice der Gereformeerde Zie kenverpleging zou mogen voortzetten. God heeft het andei's besloten en baar t.ot Zich geroepen. Zuster Heidema verlangde do poort der eeuwige gelukzaligheid binnen te treden en Jezus, haar Zaiigmakar en Ver losser te zien. Zij mocht gedurende haar lijden Gods genade in ruime mate ervaren Bij de smartelijke pijn die zij leed, vlooide haar hart over van dankbaarheid jegens Gods weldaden. Zuster Heidema laat niet alleen bij de Geref. Ziekenverpleging een ledige plaats achter. In den kring van de Ghristelïjk-So- ciale beweging heeft zij langen tijd een vooraanstaande plaats ingenomen. Haar werk wa6 veelomvattend, doch met onge kende wilskracht en energie, vatte zij dat aan. En vele malen mocht zij de goede resultaten van haar arbeid aanschouwen. Haar organisatorisch talent stelde haar in de gelegenheid het werk te doen, waarvoor zij geroepen werd. Tot kort voor haar over lijden, heeft zij haar werk bij de Geref. Zie kenverpleging verricht, totdat de krachten haar begaven. Het leven van zuster Heide ma stond immer in het teeken van nauw gezette plichtsbetrachting. Dat eischte zij ook van anderen, die aanvurende door zei.' voor te gaan. Zuster Heddema werd 29 November 1-393 te Heinenoord geboren, als dochter van Ds Heideina, gereformeerd predikant aldaar. Deze grijze dienaar des Woords is than6 emeritils, en woont met zijn gade te Soest- dijk. Voor deze ouders is het verlies wel f 150,680; F. Cam Dordrecht, f 151.0C den Ouden. Gouda, f 151.300; J. Schotel, Rottei f 152.700: P. Ohristlaamse'; wbedrijf, Den Haag:, f 153.000; N.V. Aan.-Mlj. - -n. Rotterdam, f 155.700; f 159.S00; N.V. Mij. zwaar, al worden zij getroost door de ge dachte aan een zalig wederzien. Nadat zuster Heidema de studie voor on derwijzeres had volbracht, en eenigen tij a bij het lager onderwijs werkzaam wa6 ge weest, volgde zij den lang gekoeeterden wensoh om verpleegster te worden. Na de opleiding in de Valeriuskliniek behaalde zij het diploma voor krankzinnigen-verple ging (diploma B) Daarna kwam zij als leer ling-verpleegster in het Wilheimina-Gast huis te Amsterdam, waar zij het diploma voor ziekenverpleging (diploma A) behaal de. Zij nam al spoedig deel aan de Chr. Soc. beweging. Bij de oprichting van den Ned. Chr. Bond van Verplegenden in Juli 1918 trad zij toe als lid en werd alras secreta resse der afd. Amsterdam. Op 2 April 1919 werd zij tot lid van het hoofdbestuur geko zen en zag zich de functie van 2e secreta resse toegewezen. In 1920 werd zij le secre ts ress-e. Na enkele maanden uit het hoofd bestuur te zijn getreden, werd zij op de Alg. Vergadering van 5 April 1921 opnieuw ge- Nadat op 1 Aug. 19A1 de Ned. Chr. Bond van Verplegenden fuseerde met den Alg. Ned. Ohr. Amhtenaarsbond, maakte zij deel uit van het hoofdbestuur van laatetgenoem den bond. Op de eerste Internationale Arbeidsters- conferentie, welke van 11 tot 13 Sept. 1921 te Brussel plaats bad, vertegenwoordigde zij het Chr. Nat. Vakverbond en refereerde over „Moed erschapsz o-rg". Haar referaat trok de aandaoht en zij verdedigde met vuur haar conclusies, welke door het con gres werden aanvaard. Voorts maakte zij deel uit van de delegatie van het Chr. Nat. Vakverbond naar het Tweede Congres van het Intern. Chr. Vakverbond te Innebriick in 1921, alsmede van een delegatie van het Chr. Nat. Vakverb. naar Weenen, om 'n on derzoek in te stellen naar de Kinderverzor ging van de Zentral Verein für Innere M's- sion. Ingevolge bet door haar opgestelde rap port omtrent genoemden arbeid, werd door liet Chr. Nat Vakverbond een steunbewe ging bevorderd. In 1923 werd zij door de Oostenrijkscbe Regeering benoemd tot rid der van het Oostenrijkscbe Roode Kruis. Op 6 April 1922 werd zuster Heidema tot vrijgestelde van den Alg Ned. Chr. Amhte naarsbond benoemd.. In deze functie heeft zij belangrijk werk verricht Naast de finan cieele administratie van den bond was zij hoofdzakelijk werkzaam voor de groep ver pl-egenden. Zij is vooral dn dit werk eer baanbreekster geweest voor een juiste waar deering van de beroepsverpleging. De 1921 tot stand gekomen wet tot bescherming van het diploma voor ziekenverpleging had niet alleen haar aandadht, doch gaf haar veel werk, in h-et bijzonder de ministerieele beschikkingen, die op grond van die wet moesten tot stand komen. Haar adviezen hadden zeer veel waarde. In Augustus 1924 werd zuster Heidema voor een moeilijke keuze gesteld, toen zij aangezocht werd voor directrice van de Ge ref. Ziekenverpleging te '6-Gravenhage. Het aanvaarden van die functie ging niet der innerlijken strijd. Haar liefde voor den practischen verplegingsaibeid gaf tenslotte den doorslag. Na enkele maanden in de<ze functie werk zaam te zijn geweest, werd zij aangezocht om te 6olliciteeren naar de betrekking van directrice van bet Academisch Ziekenhuis te Lei-den. Zij trad aldaar in dienst met in gang van 1 December 1924. Wij meenen in den gee6t van zuster Heidema te handelen, over het ruim 1 y2 jaar in die functie werk zaam zijn, niet te schrijven. Slechts moge dit opgemerkt, dat haar warm sociaal ge voel voor alles wat verdrukt werd, haar af schuw van intriges, haar streven naar het omihoog voeren van de verpleging niet door allen werd begrepen. Dit heeft liaar zeer veel leed bezorgd en haar ernstig aange grepen. Tijdens haar arbeid te Leiden trad OUDSTE BIJBEL-HANDSCHRIFTEN GEVONDEN Kort geleden sprak ik het vermoeden uit,1 dat er nog wel verborgen handschriften des Bijbels aan het licht zouden komen x); en zie, nu komt uit Londen het voor allen, die Gods Woord liefhebben, verheugend bericht, dat een belangrijk aantal handschriften, meest ouder dan de oudste, die wij thans bezitten, gevonden is. 2) In The Times van verleden week Donder dag staat een zeer uitvoerig bericht van de hand van Sir Frederic Kenyon, waarin hij mededeelt, dat de welbekende verzamelaar van Oostersc-he en Westersohe handschrif ten, Dr. A. Chester Beatty de hand heeft gelegd op een Grieksch handschrift van niet minder dan 190 bladzijden, ieder van twee koloms schrift, dat gedeelten bevat van 19 hoeken des Bijbels, en waarvan een giedeeilte behoort tot het midden der tweede 'eeuw, terwijl de andere stukken uit de derde en vierde eeuw dagteekenen. Het oudste Grieksche handschrift, dat we bezitten, is udt de vierde eeuw. Het is de beroemde codex Sinaitious (een handschrift door Prof. Tischendorf in een klooster op Sinai ontdekt in 1844 en in 1S59), die thans nog in de bibliotheek te Petersburg Lewaard wordt, 3) De gevonden bladzijden zijn dus van ouder dagteekaniing, en afkomstig van een klooster of kerk in Egypte, vanwaar ze door dieven of opkoopers, die den buit onder elkaar ver deeld hebben, verkocht zijn aan verschillen de koopers, zoodat behalve de 190 bladzijden er nog andere zijn terecht gekomen in de bibliotheek van Michigan (N.A.), terwijl een deel nog zoek is. De 190 bl. bevatten gedeelten van Genesis s, -4 - M j -rvd gêêkiz f Ppt. -rit.MJ6T«T* I '^1 t 'K.fiw" T r&p* - r 1 ka J 3f i «js Jt :L Kffkf va-ID-J »-v-! p-P.y' i - f„j6«db-? -A- i- U - t r 1w - f'J „j P I\ VfPPP- 'lp 1 IVf" ''lp i- - - Een blad van de pas ontdekte papyri waarover heden een artikel in ons blad voor komt, waaruit blijkt dat deze ontdekking door sommigen van groot belang wordt geacht voor de vaststelling van de tekst der SeptuagintBovenstaand blad bevat Bom. 112432 naar de Grieksche vertaling (de Septua ginta) en wel hoofdstukken 941, en een ander deel hoofdstukken 2446, resp. dag- teekenend uit de derde en de vierde eeuw; Numeri 5 12 8 19 en gedeelten van 22 11 34 8; Deuteronomium 11 207 18 en 28 43—60 (het andere gedeelte is in Michigan); voorts kleine gedeelten van Jesaia en een blad van Jeremia, dagteeke- nend uit de eerste helft der derde eeuw; Ezechiël 9 25—17 21, terwijl op diezelfde bladzijden van Esther 2 20 7 9 staan, waarin ook voorkomt dat go eelte, hetwelk niet in dan Hebreeuwschen, wel in den Griekschen tekst is te vinden, alle dagteeke- nend uit het begin der derde eeuw. Het belangrijkste gedeelte evenwel dezer handschriften, wat het Oude Testament aan gaat, is wat van den profeet Daniël is gevon den, n.l. 3 72—6 18 en 7 11—8 27. Van de oorspronkelijke Grieksche vertaling was tot dusver slechts een enkel handschrift be kend, dat dateerde uit de elfde eeuw en bewaard wordt in de Chigi-bibliotheek te Rome. Wat thans tot de Chester Beatty- verzameling behoort, dagteekent uit de eer ste helft der derde eeuw. Hoewel een ge deelte er van dus niet tot die verzameling behoort., blijkt dat het andere deel er met geweld is afgescheurd, en dus bij de verdeeling van den buit in andere handen gekomen is, zoodat waarschijnlijk ook dat deel wel gevonden zal worden. Het gedeelte der handschriften, dat schillende boeken van het Nieuwe Testa ment bevat, is niet minder merkwaardig dan dat van het Oude. Reeds dadelijk hierom, dat zij, die hun aanvallen tegen" het N.T. gericht hebben, steeds beweerden dat het totaal uitgesloten was, dat de vier evangeliën in één band reeds zouden samengevat zijn vóór de vierde eeuw. Thans bevat de Chester Beatty-ver- zameling de vier evangeliën met de Hande lingen in één band, terwijl het. handschrift eerder geschreven moet zijn dan de derde eeuw. Het bevat gedeelten van Mattheus 20—26, voorts Markus 4 36 9 31, Lukas 9 26 14 33 (het best bewaarde gedeelte van het boek), Johannes 10 7 11 56 en Handelingen 4 27 17 17 4). Vooral dit boek der vier evangeliën en Handelingen in één band is van het allergrootste belang, daar het waarschijnlijk behoort tot dje soort handschriften, welke van de gróote school van Caesarea afkomstig waren, waaraan de namen der kerkvaders Origenes (in zijn latere jaren), Pamphilus, Eusebius en Hie- ronvmus verbonden zijn. Het andere gedeelte der handschriften van het Nieuwe Testament schijnt oorspronke lijk al de brieven van Paulus bevat te heb ben; overgebleven zijn alleen fragmenten van de brieven aan de Romeinen, Filippen- sen, Collossensen en I Thessalonicensen, alsmede een gedeelte van het Openbarings- boek, n.l. 9 10 17 2. Bovendien behooren bij de gevonden hand schriften ook het apocryphe boek van Henoch, en een of meer christelijke ver handelingen. Het boek van Henoch, hetwelk in de verzameling van Chester Beatty genoemd wordt de „Brief van Henoch", en hoofdstuk ken 97107 bevat, is een verzameling van wat Henoch zou ondervonden hebben in 1 zijn leven, wat hij zou hebben geprofeteerd en welke openbaringen Gods hem ten deel zouden gevallen zijn. Zooals men weet komt er een aanhaling uit dien brief van Henoch voor in den brief van Judas 14 en 15. Dit apocryphe boek was vroeger alleen bekend in een Aethiopische vertaling, totdat in 1892 de Grieksche text der eerste 35 hoofdstuk ken gevonden zijn in Egypte. Daar Judas 14 en 15 in ieder geval geen letterlijke ver taling uit den Brief van Henoch is, wel zakelijk er mede overeenkomt, kan dit gevonden handschrift er wellicht meer licht over verspreiden 5). Uit alles blijkt, dat deze Chester Beatty- verzameling van groote beteekenis is voor de studie der Heilige Schriften. In den tekst van dit artikel wordt een gedeelte van de gevonden handschriften afgedrukt. In The Time s, waaraan we deze plaat ontleenen, staat als onderschrift dat het een gedeelte van Paulus' brief aan de Filippensen is. Dit bleek me echter niet juist. Het is Romeinen 11 24—32. Voor zoo ver leesbaar heb ik dit stuk vergeleken met den besten grondtext van den Romeiner- brief, en zag slechts een kleine afwijking. Deze n.l. in vers 27, waar wij naar den ons tot dusver bekende* grondtext vertaalden: „en dit is hun een verbond van Mij", ter wijl in de Chester Beatty verzameling staat: „en dit is van Mij het verbond", waarbij dus in de laatste lezing de nadruk gelegd wordt dat het een verbond van God is, terwijl bij de ons bekende lezing de nadruk valt op het verbond. Het verschil is niet groot en verandert in geen geval iets aan wat onze Hollandsche Bijbel zegt M. H. A. VAN DER VALK. Mozes' boeken in Egyptisch licht p. 19. 2) Het oudste handschrift van het Oude Testament is slechts een klein papyrus- etrookje met gedeelten van Deut 5 en 6 uit de tweede eeuw; dan volgt er een van de Boeken van Mozes uit 734, en een van het geheele Oude Testament uit 1020. De Sep tuaginta, de zoogenaamde vertaling der Zeventigen, ook wel Grieksche of Alexan- drijnsehe geheeten, die reeds twee en een halv eeuw vóór Christus' geboorte is ont staan, was de eigenlijke Bijbel der eerste christenen, zoodat in het Nieuwe Testament meest aanhalingen voorkomen niet uit den Hebreeuwschen tekst, maar uit die Griek sche vertaling. 3). In 1842 kwam het Britsch museum in bezit van een handschrift, dat de oudo Syrische vertaling der vier evangeliën be vatte; in 1892 ontdekten Lewis en zijn vrouw het Sinaïtisch handschrift van de oude Syrische vertaling. Sedert 1906 then C. L Freer merkwaardige handschriften in Egyp te vond, waarvan wel het belangrijkste was een apocryphe aanhang van liet evangelie van Markus, was niets meer van belang ontdekt 4). Ook een merkwaardigheid van deze handschriften is, dat zij niet geschreven zijn op perkamentrollen, maar in den vorm van onze hedendaagsche boeken. Tot dusver was de algemeene gedachte der geleerden, dat de boekvorm, die in de plaats der perka ment-rollen gekomen was, niet van zulk een oude dagteekening was dan thans is geble ken. Wel stond vast, dat de (4iristenen den boekvorm al gebruikten, toen de heidenen nog de perkament-rollen hadden. 5). Opmerkelijk fs dat de profeet Mormonen in zijn wonderbare theorieën ook veel heeft ontleend aan het apocryphe bo k van Henoch, een bewijs voor mijn reeds lang uitgesproken stelling, dat hij sterk onder Joodschen invloed heeft gestaan. zij ai als penningmee6teresse van den Alg. Ned. Ohr. Ambtenaarebond. Daarbij heeft zij een huldiging in ontvangst mogen ne men, die haar het bewijs gaf, dat haar werk hoog el ijk werd gewaardeerd. Na haar ontslag als directrice besloot zij de aanteekening voor kraamverpleging te verkrijgen en trad voor dit doel in dienst bij het Wilheimina Gasthuis te Amsterdam Voordat zij deze aanteekening verkreeg, werd zij voor de tweede maal benoemd ais directrice der Geref. Ziekenverpleging te 's-Gravènhage, en aanvaardde die functie in November 1929. Een rijk bewogen leven in dienst van Gods koninkrijk. God sterkte haar in haar lijden. Geduren de haar ziekte moolit zij veel bezoek ont-i vangen van haar vrienden in de Chr. Soc. beweging. Dan werden oude herinneringen opgehaald en spoedig ging het gesprek over in een lof jegens haar God. Zij was vervuld dankbaarheid en het onwrikbaar ge loofsvertrouwen: „Want na den dood wordt 't leven mij bereid, God neemt mij op in Zijne heerlijkheid." Eenmaal voegde zij daaraan lachend toe: „Daar is geen plaats voor misverstanden en elkaar niet begrij-. Wij zijn God dankbaar, dat Hij ons zus-i ter Heidema gaf in den strijd voor verhei- f:n-g van den arbeidenden stand. Zij ging er trots op, dat zij geboren werd in het dorp, waar Talma predikant wa6 en daar zich gaf voor de armen en ellendigen, doch bo venal predikte voor de bevordering der so ciale gerechtigheid. Haar naam zal in dankbare herinnering blijven. A.-R. RAADSLErEN DE VEREENIGING IN FRIESLAND De vereeniging van A.R. raadsleden in Friesland komt Vrijdag 11 Dec. a.s. te Leeu warden in vergadering bijeen. Na afhandeling van de huishoudelijke agenda, waarop o.a. vaststelling van de sta tuten voorkomt, spreekt de heer T. Nauta, burgemeester van Dantumadeel over het Werkloosheidsvraagstuk. TEGEN SENSATIE- JOURNALISTIEK EEN VERKLARING VAN DEN N. J. K. Naar aanleiding van hetgeen gesproken is hij de behandeling der Justitie-begrooting over het puibliceeren van moord- en rooi- verhalen, heeft het bestuur van den Ned. Journalisten Kring een verklaring afgege ven, waarin er tegen gewaarschuwd wordt om toch niet den weg der sensatie-journa listiek op te gaan. Het bestuur verzoekt de journalisten drin gend bij de vermelding en de reportage van de hoven bedoelde gebeurtenissen zooveel mogelijk matiging en soberheid te willen betrachten. Er staan hier hooge belangen op het spel, die wij gezamenlijk, zegt net bestuur, moeten dienen, en nu een deel der pers de goede richting op dit gebied ver laat, zal niemand het ons euvel mogen dui den, dat wij een waarschuwend woord doen hooren, te meer noodig in een tijd, waarin toch reeds zooveel bewogenheid en verwar ring heersohen en dus dès te sterker voor de ideëele waarden dient te worden ge waakt. Aan den anderen kant zal van de zijde de politie en justitie ten aamzien van do pers die mededeelzaamheid en medewer king betracht moeten worden, welke mo gelijk zijn zortdey het publiek belang te schaden en waarop d.e pers krachtens haar natuurlijke taak recht heeft. Vraag en Antwoord. 1665 G. K. te A. Bedoelt U de Ned Her vormde Kerk? Alleen wanneer hier een Kies college gevormd is, bestaande uit mannelüke stemgerechtigd inzake ket Lctijk de i serlü- an de inrichting van het vroegere Romcin- sche Rük. Ontegenzeggelük heeft het huidige fascisme in Italië bü al de bezwaren welke wtj er tegen hebben, ook zeer veel goeds tot stand gebracht Het socialisme wil komen tot een toestand, waarbü alle productiemiddelen zün ln handen van de gemeenschap. Voor zoover men beproefd heeft één stap verder te komen ter verwerke- lüking van dit socialistisch ideaal, is wel ge bleken, dat de menschelüke natuur zich nim mer hlerbü zal aanpassen. Het Bolsjewisme is de uiterste consequentie Hlerbü vraagt men in 't de ichtei vandaar het brute atheïsme ln Rusland. II. Het fascisme ls slechts door te voeren ln landen waar de bevolking er voor geschikt is. De Italiaansche fascisten denken er niet aan, hun stelsel aan de geheele wereld op te leggen. Het spreekt vanzelf, dat in andere landen ook wel fascisten optreden, doch deze hebben meer een nationaal dan een interna tionaal doel. III. Het fascisme ln Italië verdraagt zich heel goed naast het koningschap. IV. Het zwarte hemd bü do Italiaansche fas cisten valt altüd goed op. De wapenen worden heeft heel weinig een parlement voor len opelschen. Een van het woord ls s having van do wettelijke koning c VII. De Roomschen in Italië staan nu eena op gespannen voet met de fascisten en dan weer vindt men elkanr. Op dit moment ls er dra echter de Roomschen zich verzetten tegen het stelsel der fascisten, nl. dat de Staat bo ven alles gaat, zal de tweedracht weer te voorschün worden geroepen. VIII. De Nederlandsche Fascisten streven een het Italiaansche fascisme. Het van geheel ander Nederlandscho volk niet voor geschikt zün. 1667 S. «e A. Tot dusverre bestaat er geen opleidingsschool voor het vak van goud- zoeken. Het waren meestal avonturiers die op marach gingen naar do goudvelden, büv. die van Afrika en Klondyke. 't Is ook te begrij pen dat men voor dit vak niet opgeleid kon worden, omdat slechts enkelen op deze wüzo hun fortuin konden vinden. W(J gelooven ook elke regeering ook. subsidie zou dergelüko opleiding. Of do bü het zoe- nlet, dal wichelroede oen" ken naar goud ls WU weten büna goudzoekers bü om 1668. S. te St M Voor Immigratie aar Argentinië kunt u inlichtingen bekomen U het Bureau voor Inlichtingen: Stationsplein latle" Deze Oct. 1931. De weduwer echter eerder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5