Is het goud schaarsch DONDERDAG 19 NOVEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 De korte en de lange golf. Deze vraag, zoo uitermate belangrijk voor de geheele wereldhuishouding, is niet nieuw. Bjj elke crisis hebben econo men van naam zich met dit probleem bezig gehouden. De beoefenaren der economische wetenschap, die langzame vorderingen maken op het gebied van de conjunctuuranalyse en het aangeven van geneesmiddelen, zijn het er echter al lang over eens, dat het goud op zich zelve tweeledig invloed uitoefent op het economisch leven. Het prijsniveau im mers houdt verband met den goud voorraad Het economisch leven toont geen beeld van gelijkmatige ontwikkeling, sprongs gewijze gaat de ontwikkeling vooruit om na een tyd vast te loopen (crisis) en geleidelik te verminderen (depres sie), totdat weer de opleving komt. Naast deze oplevingen en inzinkingen, die niet lang duren (korte golven), kent het economisch leven echter nog een andere ontwikkelingslijn, waarvan de fluctuaties lange golven worden ge noemd. De naam „lange golf" is afkomtig van onzen landgenoot Van Gelderen, die niet lang geleden voor het eerst de aandacht op dit probleem vestigde. Onder lange golf hebben wij een tijd vak te verstaan, waarin het prijsniveau een staag dalende of stijgende lijn ver- toont. De invloed op de korte golf. Welke invloed het goud op de korte golven heeft, staat nog niet vast; de meeste economen wijten echter het ver schijnsel der lange golven geheel aan het goud. Bij het nagaan van de ontwik keling van het economisch leven vanaf de vorige eeuw, zien wij het prijsniveau tot circa 1850 dalen, terwijl vanaf dien tijd tot 1873 een omgekeerde beweging kan worden aangetoond, welke ver klaard kan worden door de ontdekking van rijke goudvelden, waardoor de hoe veelheid goud tegenover de goederen snel toenam en geld goedkoop werd. Na 1873 slaat de balans weer om en blijft de daling tot 1896 duren. Wij brengen hier in herinnering, dat om streeks 1870 de meeste landen defini tief tot het goud overgingen, waardoor de vraag naar het gele metaal zeer toe nam, waarschijnlijk in sneller tempo dan de productie. Na de ontdekking van nieuwe mijnen begon het prijsniveau vanaf 1896 te stijgen, welke stijging *apen tot>1913 kon waarnemen. De oor log maakte hieraan een einde, terwijl ïiet vredesverdrag van Versailles, dat met alle economische wetten spotte en mede tot de ineenstorting van v>et geld wezen in verschillende landen leidde, een rustige duidelijke ontwikkeling ver hinderde. In een lange golf aangéland. De prijsdaling over de geheele lijn doet veronderstellen, dat wij nu weer in een lange golf van dalende richting zijn geland, waardoor het overwinnen van de crisis na den oorlog moeilijker werd en waardoor déze groote crisis (waarvoor men in de geschiedenis der economie geen antecedent heeft) des te nijpender is. Daarom is het toe te juichen, dat de Volkenbond, (nadat groote geleerden w.o. Cassel, Keynes, Kitchin e.a. door de uiting van hun pessimistische mee ning de aandacht op het goudprobleem hadden gevestigd) in 1929 haar finan- cieele Commissie opdroeg een speciale delegatie te benoemen voor de bestudee ring van dit vitale probleem. De taak van de Delegatie is natuur lijk veel omvattend, zij is nog niet ten einde, doch door de publicatie van tus- schenrapporten kunnen wij nu al oenigszins nagaan, wat tot dusverre be reikt is en welke conclusies de delegatie uit de verzamelde gegevens heeft ver meend te mogen trekken. In haar eerste rapport houdt de Dele gatie zich met de lange golven bezig. Zij splitst het probleem in het toekomstige ,(tot 1940) goudaanbod en de komende goudvraag, waarbij vanzelfsprekend de tegenwoordige voorraad goud voor mo netaire doeleinden aan een beschouwing wordt onderworpen. Immers deze hoe veelheid en de toekomstige productie vormen samen het toekomstige aanbod. Het goud, dat zich in de kelders der circulatiebanken, bij de gewone banken, en bü de schatkisten bevindt, vermeer dert met hetgeen in omloop is, schat zij voor eind 1980 op 11.175 millioen waarvan 10.425 millioen als dekking bij de verschillende circu latiebanken aanwezig is. De opgepotte goudvoorraden in Indië konden niet worden nagegaan, omdat daarvoor betrouwbare gegevens ont braken. De schatting der toekomstige govdproductie Bij de schatting der toekomstige goudproductie, heeft de Delegatie, waarvan o.a. Mr. L. J. A. Trip, oud- President der Javasche Bank, opvolger van Mr. Vissering als President der Nederlandsche Bank, lid is, geen reke ning gehouden met de ontdekking van nieuwe goudmijnen, noch met de moge lijkheid, dat door de ontwikkeling van de techniek niet rendeerende exploita tie van goudmijnen, loonend zou kun nen worden of dat langs synthetischen weg goud-vervaardiging mogelijk is. Indien zij deze restricties niet had aan genomen, zou het vraagstuk niet kun nen worden behandeld, daar men zich hiermede op zuiver speculatief terrein had begeven. Naast hare eigen schattingen publi ceerde zij ook de cijfers van Kitchin, de bekende Amerikaansche deskundige op dit gebied, die de taxaties heeft her zien en tot andere totalen komt. De Delegatie legde hare productie schattingen in het volgende staatje neer: 3' .3 GO N 9) "J O O -H ei ai M r 5 'C a 5 N Volgens Kitchin zal de toekomstige goudproductie een geleidelijker dalende lijn vertoonen dan die der goud- De mogelijke behoefte aan goud. Nadat de vermoedelijke productie cijfers vastgesteld waren, diende de mogelijke behoefte aan goud te worden Hierbij moest rekening worden ge houden met de verschillende dekkings- voorsehriften der circulatiebanken, waarvoor de delegatie twee percentages aannam t.w. 33 pCt. en 40 pCt., hetgeen het meest met de werkelijkheid overeen komt. De commissie berekende verder, dat de wereld-dekking van het bank papier en de direct opvorderbare schul den eind 1928 iets meer dan 40 pCt. bedroeg, terwijl de vereischte wettelijke dekking gemiddeld op 29 a 34 pCt. kan worden gesteld. De vraag naar goud wordt hoofdza kelijk bepaald door de behoefte voor monetaire doeleinden en tevens voor industrieel gebruik; vooral de Britsch- Indische vorsten onttrekken een belang rijk bedrag aan geel metaal aan de markt, ten deele voor schatvorming. De cijfers van onderstaande staat spreken voor zich zelf. Immers de vraag naar goud voor monetaire doeleinden neemt door de stijgende bevolking gedurig toe, terwijl ook de handelsbeweging, dus het ruilverkeer een opgaande lijn vertoont; door beide oorzaken zullen er dus steeds meer ruil middelen noodig zijn. De Delegatie komt tot de slotsom, dat de toestand ernstig is, tenzij stappen ter verlichting worden gedaan. Onvoor ziens daargelaten, zal volgens haar de toestand na 1940 zich nog vlugger ver scherpen, doordat de Zuid-Afrikaan- sche mijnen, die tot nu toe meer dan 50 pet. der wereldproductie voortbren gen, uitgeput raken. (In miUioenen Dollars) WAAR MAARTEN LUTHER EENS ARBEIDDE... Luther's cel in het Augustijnerklooster te Erfurt. Kerknieuws. ALGEM. SYN. COMMISSIE NED. HERV. KERK 2de zitting. De President opent met gebed. Besloten wordt den volgenden Oproep aan alle kerkeraden te doen uitgaan: dag van verootmoediging en gebed. Hare bedoeling is niet, dat dit iets geheel buitengewoons zou zyn. Zij moet onderstellen, dat, in dezen bewogen tijd, elke Zondag en iedere godsdienstoefening de Gemeente er krachtig toe dringt zich voor God te veroot moedigen en om Zijne genade te bidden. Maar zij acht het goed en noodig, dat op een be paalden dag in alle gemeenten deze behoeften nadrukkelijk op den voorgrond worden ge steld en toegelicht in verband met de geeste lijke en stoffelijke onzekerheid en nooden, waarin Kerk en maatschappij, volken en staten, gemeenschap en enkelen zich bevinden. De Algemeene Sjmodale Commissie vreest, dat de ernst der tijden nog veel te weinig wordt beseft en dat dit besef zich nog veel te weinig in de practjjk toont. Zy is overtuigd, dat een en ander evenzeer beteekent een strenge eisch van God als een dure plicht tegenover elkander en dat alleen langs den weg van oprechte verootmoediging en innig gebed het oordeel Gods, dat over de wereld gaat, kan worden gedragen en afgewend. Zij herinnert u aan het apostolische woord, als een woord van heilige actualiteit: „Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hy u verhooge te zy'ner tijd. Werpt al uwe bekommernis op Hem, want Hy zorgt voor u". (1 Petr. 5 6 v.). Daartoe zegene God deze opwekking en hare toepassing in alle gemeenten onzer Kerk." Van den Pensioenraad is aangeboden een door hem ontworpen concept huishoudelijk reglepient voor de Kas tot aanvulling van het Bijksemei-itaats-pensioen. Dit reglement wordt ongewijzigd vastgesteld. Aan de bestu ren en de ringen zal eene mededeeling worden gericht betreffende het met 1 Jan. a-s. in wer king treden van deze kas. De eerste termijn zal 1 April aan de rechthebbende emeriti worden uitgekeerd. De quaestorale Commissie brengt by monde van den heer v. Paassen rapport uit over de administratie van den Quaestor generaal, die zij heeft nagezien en alles in orde bevonden. Dit rapport wordt met dank aanvaard. Ten behoeve van de geestelyke behoeften der Herv. Nederlanders in België, inzonder heid in de Waalsche provinciën, wordt een bedrag uit de Generale Kas beschikbaar gesteld. Van een gemeentelid te Oudehorne is inge komen een verzoek om cassatie van een be slissing van het Prov. Kerkbestuur van Friesland over de gehouden stemming van het kiescollege ter benoeming van kerkeraadsleden te Oude- en Nyehorne. Het verzoek om ver nietiging wordt afgewezen, omdat er geen schennis of verkeerde toepassing der regle menten heeft plaats gehad. Een lidmaat der gemeente van Ternaard heeft een verzoek ingediend om vernietiging een besluit van het Classicaal Bestuur Dokkum. Bezwaarde wordt ontvankelijk verklaard, maar, waar het hier uitsluitend gaat om art. 31 van het Regl. voor kerkelijk opzicht en tucht en het class, bestuur van Dokkum geen besluit in hooger beroep heeft gencmen, het verzoek om cassatie afgewezen. Het verzoek van een lidmaat te Elburg om cassatie van een besluit van het classicaal bestuur van Harderwijk inzake zyne niet- aanneming en bevestiging tot lidmaat moet afgewezen, omdat er geen schennis of ver keerde toepassing van reglementen heeft plaats gehad. De kerkeraad van UI rum heeft ingediend drie verzoeken om cassatie van twee beslis singen en één besluit van het Prov. Kerkbe stuur van Groningen. Deze verzoeken worden alle drie afgewezen. In de vorige maand hebben we in ons blad een artikel opgenomen over Ds. H. W. M. Hupkes, predikant der Ned. Hervormde Ge meente te Zwaagwesteinde en het perfectio- Naar aanleiding hiervan ontvangen we van Ds. Hupkes nog het verzoek om plaatsing van het volgende schryven aan het adres van den schrijver van bedoeld artikel: „Mijn bezwaren tegen allerlei godsdienst, zooals die in tallooze kerken en secten tot uiting komt (het perfectionisme niet uitge zonderd!) zyn heel wat ernstiger en dieper dan men uit het onwaar en misleidend ge schrijf in dit blad van 16 Oct. zou opmaken. „Die bezwaren zyn in het kort deze, dat men knoeit met het zuivere Evangelie van Jezus Christus, Die een rein hart, een nieuw leven, Die wedergeboorte vraagt, dus een af leggen van de zonde, een afstaan van onge rechtigheid, Die zegt: Wees volmaakt, wees heilig, zondig niet meer. Zyn er lezers, die verder belang stellen, dan ben ik te allen tijde voor ieder tot persoonlijk onderhoud en brief wisseling bereid, terwijl men zich ook kan abonneeren op ons tijdschriftje „Tot den vollen dag". „Wat over mijn „kerkelijke gevoelens" is gezegd, is van a tot z onwaar. Het is hier niet de plaats om daar uitvoerig over te schrijven. Daarom slechts enkele dingen. „1. dat wij zouden leeren, dat de mensch 1 zou kunnen brengen tot het bereiken van den heiligen staat. „Wy leeren het tegengestelde, dat die mensch er juist èan moet, dat hij moet afge legd, gekruisigd en sterven (Rom. 6). „Wel kan en wil Christus het zoover brengen, dat Hy, na het afleggen van den ouden mensch, een nieuwen mensch opwekt, die naar God geschapen is in ware recht vaardigheid en heiligheid (Ef. 4 24). „2. dat ik zou ontkennen, dat God genadig is. Overeenkomstig de Schrift leeren wy, dat God alleen barmhartigheid bewyst aan dege nen, die him ongerechtigheid belyden en K la en- (-Spr.-2S-t.13) ;-n i et aan hen, die ze belijden zonder ze te laten (zie Ex. 23 21), Joz. 24 19, Jes. 2 9, Matth. 6 14, 15, enz.). „3. dat alleen eigen werken tot heiligheid zouden voeren. Juist het ophouden met de eigen zondige, booze werken, opdat God Zijn werk in ons werken en voleindigen kan. Zie 1. „4. dat de sacramenten overbodig zouden zyn.. Wel zyn ze overbodig zooals men ze algemeen misbruikt, en onwaardig eet en drinkt: om de 3 maanden een schoone lei, om ze weer met zonden vol te kladden, al maar door zondaar blyven en God bedroeven en be- leedigen. „5. dat ik van een opstanding en! weder komst des Heeren niets zou moeten hebben en een beroep op de Schrift zou afwyzen met de mededeeling, dat dat alles menschenwerk isl! Dat is nu wel het toppunt! Dus als ik ja en amen zeg op de vleesohely'ke, dwaze voor stelling, die deze schrijver van de Schrift heeft, dan wys ik een beroep op de Schrift af, en zeg, dat ze menschenwerk is! 't Is fraai. Wel, wanneer ik even wys op de volgende Schriftplaatsen, dan zit onze berichtgever verlegen en wyst hij juist een beroep op de Schrift af: Matth. 24 34; 26 64; Joh. 6 63- 1 Cor. 15 20; 2 Cor. 5 16; 1 Thess. 5 23. „6. dat God slechts éénmaal zou vergeven. Wel vergeeft Hy menigvuldiglijk, maar er komt een keer een eind aan zyn vergeving. (Zie onder 2 en lees eens aandachticr b.v Spr. 1.). „Verder stemt hy dus toe, dat men op de „christelijke" school de kinderen leert, dat God de zonden alleen vergèven kan. Ja, dat is een halve waarheid en daarom erger dan een leugen. Want de Schrift leert, dat God ook van de zonden kan reinigen, ze wèg nemen en doen ophouden. „Tenslotte: met de leeringen der vaderen neb ik niets te maken (GaL 1 12). Hoewel er nog wel eens aardige dingen by zijn. Zoo zegt b.v. het Doopsformulier, dat onze oude natuur moet gedood worden. En van die leering der vaderen wykt blijkbaar de schrijver 1931 1932 1933 1934 1935 200 170 Noodzakelijke toeneming ter verkrijging van 33% dekking voor gemiddelde toene ming van bankpapier en andere direct ooeischbare schul den van: 40% dekking voor gemiddelde toene ming v. bankpapier en andere direct opeischbare schul- Teveel of tekort v. d. beschikbare nieuwe hoeveelheid goud in vergelijking met het vereischte quantum bij: 57 50 52 4- 43 35 24 17 6 40 43 55 70 86 97 113 133 24 16 17 8 2 13 21 175 197 224 a) de dekking bedraagt 2 W j e) 4 mi 5 en de vermeerde ring v. d. vraag wordt op 2% p. jaar gesteld erg afHy kon anders eens beginnen met hetgeen de Schrift in dit opzicht zegt (Ef. 4 24)Legt af den1 lengen en spreekt de waar heid DIACONALE CONFERENTIE. Te Leeuwarden is gisteren de 13e Provinciale Conferentie van Diakenen der Geref. Kerken in Friesland gehouden, die werd voorgezeten door den heer H. Buikhui zen, van Harlingen. De drukbezochte Conferentie 92 Diaco nieën waren vertegenwoordigd door byna 300 afgevaardigden werd aangevangen met het zingen van Psalm 8 3, het lezen van den (onberijmden) Ssten Psalm en gebed. In zyn openingswoord verwelkomde de voor zitter bijzonder de adviseurs Ds. S. W. Bos, van Leeuwarden, en Ds. W. H. den Houting Jr., van Huizum. Het verslag der vorige Conferentie werd, na eenige discussie, vastgesteld, waarna do verkiezing van twee leden van het organisee- rend cojnité der Conferentie aan de orde gesteld werd. In de plaats van de aftredende leden, B. S. Brouwer en H. Buikhuizen, werden gekozen de heeren W. de Boer te Nijeiamer en W. Annema Tzn. te Franeker, die beiden hun benoeming aanvaardden. M r. A. W. Haan, van Sneek, leidde daarop de vraag in, hoe een Diaconie te handelen heeft ten aanzien van die kinderen, die, jioewei daartoe wel in staat, weigeren hun behoef tige ouders te steunen. De vergadering vereenigae zich, na ecu uitvoerige discussie, met de volgende conclu sie: „Tegenover kinderen, die hoewel daartoe volkomen in staat, hardnekkig weigeren hun behoeftige ouders te ondersteupen, in welke weigering zy volharden, niettegenstaande herhaalde aanmaningen, moet de diaconie, inuien alle zedelijke middelen zijn uitgeput, als die kinderen behooren tot de Geref. Kerk, den kerkeraad met hun weigering in kennis stellen, die dan verder met hen heeft te han delen, en als die kinderen niet behooren tot de Geref. Kerk en de ouders om grondige redenen niet tot het instellen van een rechts vordering kunnen overgaan, in uiterste nood zaak het verhaalsrecht, haar door de Armen wet verleend, toepassen." In de middagvergadering werd allereerst hei woord gevoerd door Ds. W. H. den Hou ting, van Huizum, die naar aanleiding van een zinsnede uit het bevestigingsformulier vcor diükenen, een opwekkende toespraak hield. In deze zinsnede wordt gezegd dat de diaconale arbeid verricht moet worden „in eenvoudig heid". Spr. wees erop, dat dit woord in het oorspronkelijke ook vertaald kan worden door goeddadigheid of-mildelyk, zonder bij oogmerken. Deze uitdrukking bevat een drin gende waarschuwing allereerst aan den diaken om zich niet te laten voorstaan op zijn arabte- lyk werk. Door dien arbeid moet de heerlijk heid van Hem, Die gediend wordt, de barm hartige Hoogepriester, Jezus Christus, aan het licht treden. De diakenen mogen niet anders ROFFEL-RIJMEN SLAGER HONORIS CAUSA Tijdens een feestmaalljd van de Antwerpsche beeuhouwers js de burgemeester van 's-Hertogen- boach. de heer Van Lansohot. be« noemd tot eere-elager. 't Is de vakeer van den slachter Dat hij schoon zijn beesten slacht, Dat het uitgebeende veevleesch Beenloos wordt ten disch gebracht, 't Is de vakeer van den slager Dat hij er geen been in ziet Zoo de beesten uit te beenen, Dat het vleesch slechts overschiet. „Vleeschhouwer" noemt men den slager Hier in Holland; welbeschouwd Is dat taal- en vleeschhouwkundig Een niet toe te laten fout: Is de slachter waarlijk slager, Is hij met zijn vak vertrouwd Dan is dit zijn eereteeken: j Dat hij zélf de beenen houdt; Beenhouweris dus véél juister En veel beter „naar zijn aard"; Dat is 't woord, dat in Zuid-Neêrland Nog in eere wordt bewaard. Onze Zuiderbeenhouwburen Vierden pas een gildefeest Waar de Bossche burgemeester Alleraardigst was de geste Tot het tafeleind bewaard, Dat meneer de burgemeester „Eere-slager" werd verklaard; Slager dus honoris causa, Burgemeester van beroep, Houdt hij de gemeentebeentjes Uit de stedelijke soep. Zoo een burgemeester-slager Is het vak wel toevertrouwd Omdat hij de burgers 't vleesch geeft En voor zich de beenen houdt. (Nadruk verboden.) LEO LENS, Ruwe Huid Ruwe Handen Ruwe Lippen PUROL Doos 30 cent- Bij Apoth. en Drogist IJZEREN STRATEN TE LONDEN dan de organen zijn, waardoor die barmhar tige Hoogepriester, wil dienen. Dat besef is mceilyk by te brengen aan hen die aan de zorg der diakenen zijn toebetrouwd, en daar om is dit woord ook voor hen een waarschu wing, opdat zy de beteekenis van den diaeo- nalen arbeid recht verstaan en niet de van den Hoogepriester onzer belijdenis mis kennen. De vergadering zette zich daarna aan de behandeling van een aantal ingekomen vraag punten. Ten aanzien van de vraag, of een Diaconie verplicht is inzicht te vragen van de boeken van een ondersteund wordend nering doende, wanneer deze naar het inzicht der diakenen een foutieve opgave van zijn inkom sten doet, werd uitgesproken, dat deze ver plichting zeer zeker bestaat in een geval van opzettelijke misleiding. Ten opzichte van de wenschelykheid het geven van toeslag aan een werkgever op het loon van een niet geheel validen arbeider zonder dat deze het weet, sprak de Conferen tie uit, dat een dergelijke misleidende handel wijze af to keuren valt, omdat daardoor vele gevaren worden opgeroepen, ir.aar ook sociaal kwaad kan ontstaan. De laatste vraag, die aan de orde gesteld werd, hield verband met het verblijf van een oude van dagen, die tot de Geref. Kerk is toe getreden, doch in het gemeentelijk Verzor gingstehuis verblijft. Geadviseerd werd deze broeder daar niet te laten, doch de verzorging voor rekening van de Diaconie te doen plaats hebben als andere behoeftige leden dei Gemeente. Bij de rondvraag kwam nog de onderlinge steun der Diaconieën naar het besluit van de Generale Synode van Groningen 1927 ter sprake. De Voorzitter richtte daarna woorden donk tot allen, die aan het welslagen van de Conferentie op eenigerlei wyze hadden 'ijge- dragen, waarna Ds. Bos in dankgebed voor ging- Kunst en Letteren. DE JONGE VROUW. Het Noveanber-nummer van „D© Jonge Vrouw", uitgave Bosoh en Keuning, Baarn, wijdt zich vooral aan SL Ni colaas-voorberei dingen. De handwerkrubriek geeft een heele reeks van kleine en grootere hand-werken die als cadeautje kunnen dienen, bovendien is er een groote patroon-bijlage bij dit num mer gegeven. Er wordt nog verteld over het lakken van doosjes en kistjes voor verpak king, en verder vinden we recepten voor St N i cd aas-lek ke rn ij en Een nieuwe rubriek, die vooral in dezen tjjd goeden dienst zal doen. is de pagina waarop onder den titel ,Langs de Winkels" allerlei nieuwtjes uit de winkelétalages zijn afgebeeld en beschreven. Bjj mooie illustraties van Zweedsoh weef werk vertelt Heranen Mangir van de ten toonstel lang van Zweedsche huisnijverheid. Dan is er een schets „Spanning" van Jeanet» te WinkNijhuis, een paar gedichten, een beschrijving van een reis naar Amerika, en verder de gewone rubrieken. HERDENKING JOHAN DE MEESTER. In de Rotterdamsche Kunstkring is eert herdenkingsavond gewijd aan de nage dachtenis van Johan de Meester. M. Nijhoff en Prof. Vermeylen spraken redevoeringen uit en Annie Salomons las uit „Geertje". Mevrouw de Meester en eenige familieleden woonden de herdenking bij. HADEWYCH. Dr. J. van Mievlo S. J., de bekwame auteur der „Geschiedenis onzer Middeleeuwsche» Literatuur" deed verschijnen: „De poëzie van Hadewych". DE KLOP OP DE DEUR. Door Defresne is Ina Boudier Bakkers succesroman „De klop op de deur" bewerkt voor het tooneel. De Kon. Vereeniging het Nederl. Tooneel zal het opvoeren. NIEUWE ROMANS. Theun de Vries: „Rembrandt". Antoon Coolen: „De goede moordenaar". Albert Helman: „De Stille Plantage". C. M. van Hille-Gaerthe: „Achtergrond". Maurice Roelants: „Het Leven dat wij droomden". Alie van Wyhe-Smeding: „Harlekijntje", Elisabeth Zernike: ..David Drenth". GUIDO GEZELLE. Mevr. H. Roland Hoist's 6tudie over Guido Gezelle". eerst verschenen in „De Socialistische Gids", aag thans afzonderlijk 't licht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5