Met een tanker naar Amerika en Zweden DONDERDAG 5 NOVEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 ECONOMISCHE WERELDPROBLEMEN -onden, het Clearing-House der Naties II*) Lpmbardstreet is het centrum van den geld-handel, gegroepeerd om de Beurs en de voornaamste banken. Slechts in tij den van credietschaarschte opzichte hebben zij zich menigmaal vergist. Dit risico mag men dan ook niet onderschatten. De koopers van deze geaccepteerde wissels zijn velen en daaronder vindt men vogels van diver se pluimage. Ten eerste zijn het de joint doet men een beroep op Threadneedlestockbanks, dan de circulatie-banken Street, waar de Bank of England1 gevestigd is en welke bank in het fi nancieel jargon „the Old Lady" wordt genoemd. De voornaamste hoofdfiguren die op de Engelsche geldmarkt operee- ren zijn de Joint Stock Banks (dus de gewone banken), die zich zoo goed als uitsluitend op het verstrekken van „kort erediet" toeleggen en daarbij ten eerste de Overheid financieren middels schatkistpapier, ten tweede de bill- brokers (wissel-makelaars) en de discount-houses (de instellingen, die er hun werk van maken intermediair bij het disconteeren van wissels te verlee- op het Continent, die er den goud- wisselstandaard op na houden (waar de dekking dus wordt uitgezet in buiten- landsche wissels, die b(j de circulatie bank in dat land discontabel zijn en waarb(j men ten allen tijde de tegen waarde in goud kan opvorderen) verder particuliere firma's die tijdelijk over groote kassaldi beschikken en daarop op safe wjjze rente willen kweeken. Een eerste vereischte was wij herhalen dit ten overvloede dat men elk moment de beleggingen in goud zou kunnen omzetten. Hiervoor was Londen uitstekend ce-outilleerdvóór den oor- ^De billSokeïs en'dedïstount-housesI '°g ™est de Bank of England gouden handelen in binnen- en buitenlandaehe «en «-VOO" gefden op korten Bank of England de door de accep- termijn, die hun door de joint-stock banks verleend worden. In tijden van geldschaarschte zijn de joint-stock- banks niet genegen hun middelen voor dit doel aan de bill-brokers uit te lee- nen, integendeel het zijn momenten, waarbij zij hun middelen juist terug trekken. De bill-brokers vallen in dit geval op de Bank of England terugde bill-brokers vormen hierdoor de schakel tusschen de Bank of England en de j oint-stock-banks. Hier voelt men direct een gevaar in tijden van abnormale verhoudingen, zoo als wij die nü medemaken. Immers de joint-stock-banks ontvanger, van alle kanten giro-gelden, niet alleen van hun binnenlandsche clienten, maar ook van buitenlandsche banken en handelaren. Zoo hebben de Fransche Banken groote bedragen in Londen uitgezet deze gelden gaan via de bill-brokers naar de disconto-markt en het zijn de bill- brokers, die een deel van de rente marge als winst kunnen boeken. Be draagt de rente op girogelden bijv. 2 en is op de wisselmarkt 4 41/0 te maken dan komt die rente marge aan de beide groepen ten goede, dus zoowel de joint-stockbanks als de bill-brokers. Bovendien rekenen de bill- brokers nog commissie voor het onder brengen van wissels. Nu was er in Duitschland een zeer hooge rente te makenmen vreesde niet voor de liquiditeit van de groote Duit- sche banken, zoodat tal van in Enge land belegde giro-gelden hun weg naar het Germaansche Rijk vonden. Toen de financieele moeilijkheden in Duitsch land groote afmetingen gingen aanne men en ook de groote Duitsche banken illiquide werden kwamen de in Duitsch land uitgezette credieten niet binnen, terwijl de angstig geworden buiten landsche deposanten hun tegoed in aller jjl uit Londen terugtrokken. Dit is de aanleiding geworden tot de enorme goud-onttrekkingen aan Engeland en het afsnijden van het goud. De hoofd aanleiding lag dus bij de financieele politiek der Engelsche Haute Finance, die zooveel mogelijk rente wilde maken en zich ten opzichte van het terugber talingsvermogen van Duitschland ver giste. Van deze situatie heeft Frankrijk gebruik willen maken en politieke con cessies willen afdwingen (tolunie Duitschland-Oostenrijk, sympathie-be tuiging Mac Donald Duitschland, be lichaamd in het bezoek te Chequers). Voegt men daarbij de gespannen ver houdingen in de wereld, de niet sluiten de begrooting in Engeland, die een deficit van circa 120 milioen aanwees dan heeft men de hoofd-oorzaken bii elkander voor de verscherpte crisis, die nu moet uitwoeden. Anders blijven er té zwakke en ongezonde plekken over, die binnen niet al te langen tijd een nieuwe evenwichtsverstoring van nog grooteren omvang zouden teweegbren gen. Nu het gezwel is uitgebarsten, moet men trachten alle schadelijke stof fen te verwii deren. De accepthuizen (het accept-crediet) specialiseeren zich in 't accepteeren van buitenlandsche wissels, die getrokken zijn tegen goederen-transacties. Hier door worden deze wissels discontabel, ook bij de Bank of England en voor hun bemoeiingen ontvangen de accept huizen een provisie die door de menig vuldigheid der trekkingen tot een hoog bedrag kan oploopen. Door deze busi ness was het mogelijk den wereld handel te financieren; men trok op Londen, de connossementen waren aan den wissel gehecht als waarborg, deze wissels werden door de accept-huizen geaccepteerd (de betrokkenen hadden hiervoor in speciale gevallen zekerheid te stellen) en werden daardoor een gewild beleggings-materiaal op korten termijn. Want deze wissels vervielen automatisch, omdat de transactie, welke daaraan ten grondslag lag, ook auto matisch werd geregeld. De accept huizen loopen dus alleen risico ten op zichte van den betrokkene en te dezen I stond in ons blad van 4 Nov. huizen geaccepteerde wissels, terwijl verder de particuliere banken zich niet met de financiering van de industrie ophielden en daardoor uitermate liquide waren. Wij hebben reeds b(j de behandeling Van het Engelsche monetaire stelsel de gelegenheid gehad op te merken, dat deze toestand tijdens en na den oorlog fundamenteel veranderd was. Het op werken van het Pond tot vóór-oorlogs- peil was weliswaar een krachttoer, doch een toer, waar Engeland zich mede heeft verrekend. Deze té groote inspanning wreekt zich nu. Doch met al de misère, waarmede Engeland te kampen heeft en waar onder wjj de achterlijke outillage van de industrie de moeilijkheden met Britsch-Indië e. a. rekenen, heeft het ten opzichte van internationale finan ciering geen concurrenten. Nóch Ame rika, noch Frankrijk zijn voor deze taak geschiktzij missen de mentaliteit, de souplesse en de routine om de we reld in deze richting te kunnen dienen. Gelukt het de Engelsche Regeering de binnen-wasch te reinigen, weet Enge land inflatie verre te houden en het binnenlandsch prijsniveau voor schok ken te bewaren, dan zal het onvermij delijk de oude plaats als clearing-house der natiën weder kunneii innemen. Dan doet het er niet toe, of het Pond f 8 of f 12 staat, mits zijn waarde-meter maar stabiel wordt. Daarom hebben alle handel-drijvende naties (dus Neder land in de eerste plaats, véél meer dan Amerika, Frankrijk of Zwitserland) hun oog naar Londen te richten; ja, wij willen verder gaan zfj hebben zich aan te sluiten bij de handelskonin- gir bij uitnemendheid om den export niet voor het grootste gedeelte te ver liezen. Laat men deze regel toch nim mer uit het oog verliezen. Wanneer Nederland te kiezen heeft en het zal niet lang meer duren of wij hebben te kiezen dan is er geen andere moge lijkheid 9m ons volksbestaan te verze keren dan ons te scharen onder de vleu gelen van Londen. De Engelsche bankiers behooren on getwijfeld tot de beste in de wereld; de beleggingsflair van de Schotten is alge meen bekend. De Engelsche wetgeving heeft zich nimmer met het bankwezen bemoeid, zij heeft zich volkomen toe vertrouwd aan het gezond verstand van de financiers en ook hier werd de waar heid bevestigd, dat niet een wetgeving een gezond bankwezen in de wereld roept, doch dat dit slechts mogelijk is door de juiste bankiers op de juiste plaats en aan goede bankiers heeft het de City in zijn eeuwenoude ervaring niet ontbroken. BINNENLAND. BEVORDER DE NED. INDUSTRIE EN KOOP' NEDERLANDSCHE KOLEN In verband met de propaganda voor het gebruik van kolen van de Nederlandsche mijnen, heeft die Minister voor Binneniaud- soiie Zaken aan de GecL Staten van de on derscheidene provinciën een circulaire doen toekomen, bestemd zoowel voor die colle ges, als voor de gemeenten met 10.000 oi meer inwoners. In deze circulaire vraagt de Minister zoo mogelijk vóór 15 November inlichtingen teneinde te kunnen nagaan in welke mate het mogelijk is buitenlandsche brandstof fen te vervangen door producten der Neder landsche mijnen. DE OFFICIEREN DER LANDMACHT Ten aanzien vart de salariskorting merkt het Orgaan der Vereeniging van cle Kon. Landmacht op, dat het voornemen voor salarisverlaging het Hoofdbestuur uit sluitend bekend is uit de pers en de in de pel's verschenen staatsbegrooting 1932. Van eenige mededeeling, zooals blijkens de pers aan de Centrale Commissie G. O. Burgerambtenaren door den Minister van Financiën zou gedaan zijn, is het Hoofd bestuur onkundig. Dan wordt herinnerd aan wat minister De Geer ir. 1927 in de Memorie van Ant woord schreef en dat hij in November 1929 nog eens onderstreept: „Hopelijk zaj nu een einde komen worden Uw vermoeide en overprikkelde zenuwen door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten >k voor de organisaties dunkt mij, om «is aan andere dingen te denken". Op grond daarvan betreurt het blad, dat men nu weer aan deze dingen denken 31. En op grond van verschillende over wogingen wordt geconcludeerd, „dat de door de Regeering voorgenomen en uitsluitend op het Rijkspersoneel toegepaste saiariskor- ting nóch wordt gevorderd door de nooden behoeften der Rijksbegrooting, nóch in ereerustemming is met. het beginsel der verdeelenide rechtvaardigheid en der billijk heid ten opzichte van het overige O verheids personeel, nóch kan worden gemotiveerd met een beroep op de daling van de index cijfers van de totale kosten voor levens onderhoud." TUINBOUW EN MIDDENSTAND GEZAMENLIJK IN NOOD De Ned. R.K. Middjnjstandsbond heeft een adres gericht aan uen Minister van Bin nenlandsche Zaken inzake den nood toestand in den tuinbouw, inzonderheid in West-Friesland. In dit adres wordt o.m. betoogd, dat door gebrek aan geldmiddelen de land- en tuin- boüwers worden gedwongen zich tot instand houding van hun bedrijf steeds dieper in schulden te steken, en zich zelf zien ver plicht de allernoodzakelijkste levensbehoef ten op erediet te koopen. Niet alleen door den tuinbouw, maar ook nopema uu eeu emu* «mua. ouud middenstand in dit gewest, wordt het ongezonde verschijnsel dat de wedden |d fe tomende met st en der ambtenaren voortdurend in verbeidvreeze tegem0et gezien, worden gebracht met de lotgevallen der De handeldrijvende middenstand ziet zich Staatsbegrooting. oor 1914 was daar inVQn vj0tte middelen beroofd daar hij zit dezen vorm geen sprake van. Het zou een 1 me^ groote bevroren credieten, die zich bedenkelijke vrucht van den oorlogstijd reetis jn 1930 zijn gaan vormen en die het zijn, indien voortaan, naast de prestatie en bedrijfskapitaal hoe langer hoe meer vast- de behoefte van den ambteraar, als Dritte leggen. im Bunde de middelenstaat blijvend eenj^an j,et gelukken den tuinbouw weer in beheerschende factor werd in het bedrag der meer of minder mate in normale conditie ROFFEL-RIJMEN DE DROEVE STOET Ze tasten langs een blinde muur Van zwarte nachtelijke schachten; Ze krabben zich de nagels af In angstig prangende gedachten; Ze dwalen, zonder lavend licht, Door endeloos gerekte gangen; Ze strompelen, verkleumd en koud, Verdoft van uitgedoofd verlangen; Ze vechten om de leste rest Van vetgewaande aardsche dagen; De smartprop in hun dorre keel Belet ze overluid te klagen; Ze hurken uitgeput opeen: Een hoop verschamelde karkassen, Wier oogen, heet van tergend leed, Als kolen branden in hun kassen; Ze zwijgen, wachtend of geklop. Een reddend tecken van het leven, Licht in hun dichte duisternis, Hoop in hun wanhoopsnacht zal geven Ze vloeken om hun bitter lot, verwenschen God en eigen leven; En andren bidden met een snik: O, God! wil ons weer arbeid geven Ze tasten langs een blinde muur, De duizenden, die arbeid vragen; Ze dtvalen door de doolhof van In ledigheid vergane dagen; En achter hen een lange stoet Van vrouwen, kinders, zuigelingen, Die met een toegesnoerde keel De treurzang der ellende zingen (Nadruk verboden.) LEO LENS, wedden. De plooi, die door den loop der gebeurtenissen op dit punt in veler besef gelegd is, zal vóór alles moeten worden glad- „De salarisherziening van 1928 heeft, ook op andere punten, aangevuld wat 1925 open liet, en zoo is thans het oogenblik gekomen te brengen, dan zal daardoor ook de mid denstand zijn gebaat. Gelukt dit niet. dan zullen ook de mididen- standsbedrijven zich om rechtstreeksche hulp tot de Regeering moeten wenden. Wij vragen de aandacht der Regeering voor dezen samenhang van gevolgen. Het leven aan boord Een voorspoedige reis Monsteren! Ik moest gaan monsteren. Reeds dagen leefde ik in een soort Michiel de Ruyter-stemming, die wel een gevoelige knauw kreeg, toen men mij op het bureau van den waterschout, nadat ik mijn hand- teekening achter het woord stuurmans leerling gezet had, met een eenigszins mee warig gezicht vroeg: „U gaat toch zeker als passagier, mijnheer?" Ik mompelde wat en ging geslagen naar huis, waar de volgende morgen mijn stem ming weer wat opleefde bij het afscheid. Dat deed wiet onder voor een echt zeemans- afscheid. Om elf uur 's morgens zouden we vertrekken en dank zij een oponthoud met de tram, moest ik mijn leven wagen om het bootje te halen, dat mij naar het terrein van de Rott. Droogdok Matschappij', waar „ons" schip lag, zou brengen. Daar aangekomen vertelde de kapitein mij dood leuk, dat we niet voor twaalf uur 's avonds konden vertrekken en dat ik dus zoolang maar weer naar huis moest gaan. Niets is belachelijker, dan na zoo'n afscheid weer binnen de twee uur terug te komen. Naar boord. Langzaam ging de dag voorbij en einde lijk was het tijd om weer naar boord te gaan. Op het veerbootje bijna enkel half of heele- maal dronken zeelui, die aan het passa gieren waren geweest. Velen varen op Amerika, dat droog is, d.w.z. de drank is daar te duur voor de gewone bemanning, zoodat de schade in Rotterdam ingehaald moet worden; door ongewoonte heeft dit dan nog spoediger het ongewenschte gevolg dan anders. Het schip, waarop ik een plezierreisje naar Amerika zou maken, was het motor schip „Dordrecht" van de Stoomvaart-Mij. „De Haas", (Ph. van Ommeren's Scheep vaartbedrijf), en van elf tot twaalf uur Kwam de bemanning aan boord. Even voor twaalf arriveerde de kapitein met den haven- en rivierloods; nog een hailf uur en de sleepbootjes trokken de rivier op. De groote reis was begonnen en in geen achttien dagen zou ik de vaste wal meer onder mijn voeten hebben. Anderhalf uur later passeerden we Hoek van Holland, de loods ging nu al spoedig van boord, waarna de kapitein het mando overnam. Nog even keek ik rond naar de verschillende vuurtorens van onze kust en naar het vuurschip „Haas", alvorens naar mijn hut te gaan. De volgende dag kwamen de Engelsche krijtrotsen in het zich, aan alle lezers, die al eens naar Engeland overgestoken zijn, welbekend. „De Statendam". De schepen van dezelfde nationaliteit groeten elkaar op zee met de vlag, verder worden alle oorlogsschepen op die wijz? gegroet. De „Statendam" loopt 19 knoop (1 knoop is 1 zeemijl is 1.85 k.m.), terwijl wij er maar 13 liepen, wat voor een vracht boot ook nog een zeer behoorlijke snelheid is. 's Nachts werd het laatste punt Engeland, Lands End, bereikt en bevonden we ons op de Oceaan. Nog steeds was iik niet ziek geweest, doch nu scheen Neptunus te vinden, dat hij lang genoeg gewacht had op zijn tol.. We kregen de volgende morgen een stevige wind voorin, zoodat het schip begon te stampen dit gaat op en neer en is de ergste beweging met betrekking ^ot het zeeziek worden. Twee dagen lang kon ik me dan ook maar niet voorstellen, dat dit een plezierreisje was. Het weer was, zooals het bijna steeds op de Atlantische Oceaan schijnt te zijn: regen, wind en kou. De eenige afwisseling bezorgde ons een groote walvisch, die zoo vriendelijk was vlak langs ons te zwemmen. Eerst toen we de Azoren gepasseerd waren, werd het weer beter en werd ook de zee veel talmer. Ik had ondertusschen alle tijd om schip eens goed op te nemen. De „Dor drecht" is een tankboot, d.w.z een schip, dat uitsluitend ingericht is op het vervoer van vloeibare lading, (Petroleum en daar uit verkregen producten). Hel is daartoe verdeeld in verschillende ruimten, tank die volkomen van elkaar en van het overige gedeelte van het schip afgescheiden zijn. Andere lading kan het niet vervoeren een van de reizen moet dus steeds hallast worden afgelegd, waartoe zich voor in het schip een paar ballasttanks bevinden die met water gevuld kunnen woi'den Alleen bij benzinevervoer is het rooken aan dek verboden, men moet zich het brand gevaar echter niet al te groot voorstellen, er zijn natuurlijk de uiterste veiligheids maatregelen genomen. De tanks loopen van boven smal toe, waardoor het vrije oppervlak van de vloei stof verkleind wordt en de stabiliteit van het schip verhoogd. Er zijn verschillende soorten tankschepen, de „Dordrecht" is een trunkschip, d. schip met miiddenopbouw, waardoor het een «enigszins eigenaardig voorkomen krijgt Wanneer men de steeds stijgende vraag naar olie en benzine voor oogen houdt, is het niet te verwonderen, dat op het oogenblik meer De kapitein wa$ zeer verheugd, toen hij hoorde, dat ik medicijnen studeerde en ik kon hem haast niet doen gelooven, dat wanneer men twee jaar voor dokter ge studeerd heeft, je dan van de practijk nog niets, in ieder gevaJ veel minder atweet. dan een kapitein, die al meer dan dertig jaar op zee geweest is. Ik rilde dan ook bij de gedachte, dat men mij aan het werk zou zetten als één van de bemanning bijv. blinde darmontsteking zou krijgen, zooals op een- vorige reis ge beurd was. De eerste en tweede stuurman hebben die er toen uitgehaald, met als nar- cosomiddel een flesch jenever (sic!). Zou hier misschien met een doctoraal honoris caüsa op zijn plaats zijn? Gelukkig bleven de ziekten op deze reis bmjerkt tot enkele steenpuisten en het flauw vallen van een matroos, dat volgens.'.de ka pitein, aan een zonnesteek was te wijten, door mij met zekerheid als een warmte- beroerte word gediagnoseerd en door den bootsman met een emmer water werd ge nezen. Amerika ln zicht. Wewaren ondertusschen al aardig de tropen genaderd, zoodat het in de zon loo pen met onbedekt hoofd niet meer geheel zonder gevaar was. Het eerste, dat ik van Amerika zou zien, was een van de Bahama-eilanden Abajco. s Zaterdagavonds, twee weken na het ver trek uit Rotterdam, kwamen we binnen ge- zichtsalstand ervan. Het was tropisch warm, de zon stond reeds laag, terwijl de laatste rimpeling uit het water weg trok. De ka pitein had de traditie getrouw een flesch bier en een sigaar beloofd aan den ontdek ker van Amerika. Uit medelijden gaf men mij de beste kijker en de raad boven in de mast te gaan zitten. De eerste stuurman was de gelukkige, die het eerst de vuurtoren die op het eilandje staat, in 't zicht kreeg en zich zijn belooning goed smaken liet Steeds dichter naderde het eilandje en om mij in de gelegenheid te stelten een foto te maken, liet de kapitein er vlak langs varen. In een uitlooper ervan bevindt zich een grot, waardoor men van de ééne kant naar de andere kan zien. De volgende morgen bereikten we vasteland van de U.S.A. en wel bij Riaani, een groote badplaats op het schiereiland Florida, dat de Riviera van de Vereerdgde Staten wordt genoemd. Hooge witte hotels die in de felle zonneschijn een onvergelijke lijk schoon gezicht opleverden. We voeren vlak langs de kust, om de golfstroom te mijden; kleine bootjes voeren langs ons, meestal met één of meer in bad pak gekleede Amerikaansche sohoonen erin, die ons met hun nasaal geluid vroegen, waar we vandaan kwamen en of ze niet wat kennismaking met de drooglegging whiskey konden krijgen. Dit was mijn eerste Amerika. Door straat Florida varende kwamen bij Key-West, een eilandje waar een deelte der Amerikaansche vloot ligt en dat door een spoorlijn met het vaste land ver bonden is. Onlangs stond van deze spoor weg, die men over verschillende andere eilandjes en geweldige bruggen aangelegd heeft, een foto in dit blad. Ik vermoed, dat militaire oogmerken, wel een groote gespeeld zullen hebben bij het besteden van Naar Galveston. De laatste ballast ging nu over boord in de hoop op goed weer in de Golf Mexico. Dat het er ook slecht kan zijn heeft enkele jaren geleden een schip van de Hol land-Amerikalijn wel ondervonden. In aller ijl moet men dan weer ballast innemen. De orkanen bleven echter uit en eerder De Dordrechtin volle zee. dan we gerekend hadden lagen we voor Galveston voor anker. Dit was 's nachts om half drie en we moesten tot de volgende morgen wachten voor we verder konden stoomen. Om zes uur kregen we de loods aan boord doch na een klein eindje opgevaren te zijn moesten we weer voor anker gaam om de douanebeambten, dokter enz. gelegenheid te geven aan boord te komen. De controle is hier nog steeds zeer streng, want niettegenstaande het geweldig aantal werkloozen in Amerika zijn er nog steeds menschen die als verstekeling in het land van belofte trachten binnen te dringen. Worden ze daarbij gesnapt, dan moeten ze, vertelde men mij, onder toezicht helpen de straten te reinigen, net zoo lang totdat het schip weer vertrekt en ze weer aan boord worden gebracht. Allen moesten aan dek komen om door den dokter onderzocht tworden met het oog op besmettelijke ziekten, terwijl douane de aa wezige sterken drank op een kleins hoeveelheid na, verzegelde. Ik was nog even gaan slapen en was zoo dom in pyamu aan dek te verschijnen. Deze pyama en mijn bril schenen de argwaan van den dokter op to weken. Hij ging tenminste naar den eersten stuurman toe en vroeg hem wie en wat ik was. Ik begon reeds te vree zen dat ik niet veel meer dan straatvuil van Amerika zou zien, doch de eerste stuurman redde zich eruit. Na een uur mochten we verder stoomen, me moesten n.l. naar Baytown, een plaatsje dat men tevergeefs op de kaart zal zooken en dat ook uit niets dan uit tanks en enkele huizen bestaat. Het ligt tusschen Galveston en Houston, enkele uren varen, door daartoe in een reeds bestaande ondiepe inham, gegraven kanaal. Om ons heen, een troosteloos land, bos- schen, doch niet van boomen maar van boortorens met daartusschen wat verdorde planten. De ldods vertelt ons over de malaise in Amrika, die zich vooral in Texas geducht laat voelen. De benzine kan men zelfs Holland voor elk aannemelijk bod krijgen daar moet de vracht dan nog uit. Er zijn bezitters van verscheidene bronnen hier, die zoo vertelde hij ons, op het oogenblik, in een tweede handsch Buick rondrijden. Dat schijnt hier het teeken van onbeschrijfelijke armoede te wezen. WONING-OVERVLOED TE EINDHOVEN DE ACHTERUITGANG VAN PHILIPS J. A. van Bruggen deelt in het Centr. Orgaan voor Handel en Industrie een en ander mede over den woningbouw in Eind hoven, waar men plotseling voor 'n woning overvloed is komen te staan. Waar enkele jaren terug nog geen woning was te be komen, en als men het geluk had er een te vinden, een hoogen huurprijs moest beta len, kan men thans aanschouwen, dat groote blokken middenstandswoningen aan de straatjeugd zijn overgeleverd en geheele blokken arbeiderswoningen leeg staan. Veel menschen hebben in den woning bouw een goede belegging van hun klein kapitaaltje gezien en lieten woningen bou wen in den tijd, dat het materiaal duur en de loonen hoog waren. Vele arbeidiers van hoog tot laag, die in den loop der jaren in Eindhoven een be trekking vonden en zich met hun gezin kwamen vestigen, waren gedwongen een woning te koopen, daar van huren geen sprake was. Enkele bedrijven, o.a. de gemeente en diverse bankinstellingen gaven menschen, die een klein bedrag konden storten voor de rest hypotheek, welke met de huur kon worden voldaan, het z.g. huurkoop-systeem. Honderden en nog eens honderden arbei ders zijn hierop ingegaan en hebben thans veel te hooge lasten en een dure woning, vooral nu de economische crisis het inko men van deze gezinnen sterk vermindert. Veel slechter echter zijn de arbeiders er aan toe, die een huis kochten en thans geheel zonder werk zijn; hun is het verder onmogelijk hun verplichtingen van rente en aflossing na te komen, zoodat zaj thans hun waning voor veel minder moeten ver- koopen. Ook de" handeldrijvende middenstand lijdt thans geweldige verliezen en hiervan is het einde neg niet te zien. Door den achteruitgang van Philips lijdt de geheele stad. Zoo had Philips een eigen kistenfabriek, waarvoor een houthandel het hout leverde. Daar de eigen kistenfabriek te kort schoot moest een andere kistenfabriek ook leveren en stonden 30 kistenmakers, zagers, enz. op deze fabriek dagelijks voor Philips te wer ken. De boter- en melkfabriek moest voor de duizenden arbeiders zorgen, die 's mid dags de schaftlokalen bevolkten, dit ia slechts een greep uit de zaken, die wel niet heelemaal, dan toch voor een groot ge deelte van Philips afhingen, zoodat ook op deze zaken het werk verminderde en arbei ders moesten ontslagen worden. Vele fabrieken en zaken hebben met het oog op het werk voor Philips dure machines en gereedschappen aangeschaft, welke thans zonder productie en renteloos staan en wel licht niet meer in gebruik ®ullen komen, terwijl groote voorraden zijn ingekocht, vóór de débacle zich deed gelden. Deze men schen zijn thans de diupe van de Ameikaan- sohe aJlures van enkelen. ZESDE NATIONAAL VEILIGHEIDS CONGRES OP 6—7 NOV. TE UTRECHT Het Nationaal Veil i glieids congres, dat Vrijdag en Zaterdag a.s. in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht zal worden gehouden, zal door <Jen heer C J. Ph. Zaalberg, directeur-generaal van den arbeid worden geopend. De deelnemers aan het Congres rullen door het gemeentebestuur van Utrecht in de Domkapel officieel worden ontvaiv-n Wij ontdekken Amerika: Aboco, een van de Bahama-eilanden Bosschen, doch niet van boomen maar van boortorens. CIJFERS EN FEITEN HET EERSTE NUMMER VAN JAARGANG TWAALF Eerlijk gezegd, toen voor elf jaar het eerste nummer van jaargang één het licht zag dachten we: dat is geen blijvertje. Zou er voldoende afzetgebied zijn voor een perio tliek, dat maandelijks de voornaamste politiek-sociale persuitingen documenteer»? We vreesden, doch we zeiden het niet, want een .goed doel kan men op die wijze onbedoeld, maar radicaal tegenwer ken en daarom juicht men in zoon geval dan alleen maar het pogen toe, al rekent men, dat de uitkomen zal ticgenvallen. De N.V. De Graafschap" te Aalten was niet te optimistisch: ze poogde niet alleen, ze slaagde ook. Met de regelmatigheid van dag en nacht verscheen elke maand iie periodiek: onlangs zelfs op beter papier en in degelijker, zoowel als stemmiger kleed. En nu ligt No. 1 van Jaargang 12 reeds voor ons. Het is, als de voorgaande: degelijk, ac tueel: dus goed, dus aanbevelenswaardig. Zegt dat voort, onder de meelevende He den van uw kring.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5