Een beeld in vogelvlucht over
de verschillende muntstelsels.
DINSDAG 20 OCTOBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5
ECONOMISCHE WERELDPROBLEMEN
i.
Nu het goud-vraagstuk hoe langer
hoe meer de aandacht in beslag neemt,
willen wij een beeld geven van de ver
schillende muntstelsels.
De vrjje aanmunt van gouden munt
is voor een ieder vrij, doch deze vrij
heid heeft slechts theoretische waarde,
omdat de wettelijke waarde van een
goud-franc dezelfde is als van een pa
pieren franc, niettegenstaande de be
staande vóór-oorlogsche standaard-
munten circa 7 maal grootere waarde
hebben dan de papieren waarde.
De munt-eenheid is de franc de
internationale verreken-munt is de
belga, die gelijk staat aan vijf francs.
De biljetten van de Banque Nationa
le de Belgique moeten door haar, in
dien gewenscht ingewisseld worden te
gen goud, of zilver tegen de goud-waar
de (de bank bezit momenteel geen zil
ver noch zilveren munt) dan wel tegen
buitenlandsche goud-deviezen. Hierom
trent heeft de Regeering bepaald, dat
de Bank goud moet verkoopen in ver
houding van 0.209211 gram fijn goua
per belgazij behoeft niet al het aange
boden goud te accepteeren, doch zij
gaat daartoe zooveel mogelijk over en
wel tegen 4.763,1388 belga's of
23.815,669 francs per kilogram fijn,
waarbij de usantieele goudbaartjes cir
ca 12 y2 Kg. wegen.
De Bank heeft een metaal- of devie
zen reserve van 40 pCt. aan te houden
ten opzichte van al haar direct opzeg
bare verplichtingendeze dekking moet
minstens uit 30 goud en 10 devie
zen bestaan.
De in- en uitvoer van goud is aan
geen enkele beperking verbonden. De
goud-pariteit der Belga is 34,59 cent,
die van den franc 6.918 cent.
Frankrijk.
Frankrijk is het land, dat gedurende
de periode van 1803/1873 de proef
heeft genomen met den zuiversten vorm
van dubbelen standaard, eerst in ver
houding van 1 15,5 van goud ten op
zichte van het zilver. Deze verhouding
heeft nimmer met de werkelijkheid
overeengestemd; in 't tijdvak 1803-1820
was deze negen jaar te hoog en negen
jaar te laag. Van 18211847 werd het
goud steeds duurder, hierdoor werd het
goud door het zilver verdrongen, want
wie zou het dure goud voor muntslag
gebruiken, wanneer het goedkoopere
zilver daarvoor eveneens kon dienen.
In 1847 nam de goud-productie weer
toe en dit had het tegenovergestelde tot
gevolg, terwijl na 1866 de zilverproduc
tie door ontdekking van talrijke nieuwe
mijnen krachtig steeg. Bovendien ver
meerderde Duitschland na 1870, door
invoering van den gouden standaard,
het aanbod van zilver, waardoor de zil-
verprijs nog meer daalde. In 1865 had
Frankrijk een verdrag aangegaan met
Italië, Zwitserland en België (waarbij
later Griekenland zich eveneens aan
sloot) met het doel een gelijke regeling
ten opzichte van het muntstelsel aan te
nemen. Dit werd de Latijnsche munt
unie genoemd deze nam de dubbele
standaard aan, doch moest deze in 1874
prijsgeven om de hierboven bij België
geschetste redenen. Deze munt-unie is
geleidelijk ontbonden.
In 1874 werd dé aanmunt van zilver
dus verboden het zilvergeld werd
teekengeld en hier gold dus evenals
in Nederland de hinkende standaard.
Dit stelsel werd in 1928 gewijzigd, toen
de gouden standaard werd ingevoerd.
In 1800 werd de Banque de France
door Napoleon I gesticht. Voor haar
biljetten-emissie werd een geheel ander
stelsel gevolgd, n.l. het zoogenaamde
i,maximum stelsel", waarbij het totaal
uit te geven bankbiljetten op een be
paald bedrag werd gefixeerd, terwijl
geen dekkingsvoorschriften werden ge
geven. Hoe weinig logisch een dergelijk
stelsel is, blijkt wel uit het feit, dat dit
maximum herhaaldelijk werd verhoogd.
Men noemde dit maximum „plafond".
Van 1.800 millioen francs in 1870 is het
plafond geleidelijk tot 6.800 millioen
franc in 1906 gestegen en in 1926 om
hoog gegaan tot het kolossale bedrag
van 59.430 millioen; er was toen ook
een beduidende inflatie, waaraan in
1928 dan ook een einde werd gemaakt
door de franc op circa 20 van zijn
vroegere goud-waarde te stabiliseeren.
Daar Frankrijk tot dien tijd den hin
kenden standaard had, kon de Banque
de France bij inwisseling harer biljet
ten ook zilver afgeven. In allen gevalle
is het haar politiek geweest goud-
af gif te zooveel mogelijk te beletten
door voor goud een premie te eischen
(premie-stelsel). Gedurende den oorlog
heeft de Banque de France met haar
drukpers der. Staat belangrijk ge
steund gevolg inflatie, zoodat de bank
biljetten op een gegeven moment, on-
inwisselbaar werden verklaard. In 1928
„is deze on-inwisselbaarheid weder op
geheven, terwijl toen eveneens met het
maximum-stelsel werd gebroken en de
algemeen erkende dekkings-plicht werd
ingevoerd. Alle direct opeischbare
scnulden, dus biljetten, rekening-cou-
rantsaldi etc. moeten voor minstens
35 gedekt zijn. Bankbiljetten zijn op
vertoon bij de Bank in goud inwissel
baar, maar men heeft een minimum be
paald van frs. 215.000, hetgeen uitkomt
op de waarde van de meest courante
soort gouden baartjes. Zij moet al het
aangeboden goud accepteeren tegen een
vasigestelden piijs, na aftrek van munt
en essayeerings-Kosten; gouden munten
mogen slechts door de Hank worden ge
slagen, terwijl een intusschen nim
mer afgekomen decreet kan bepalen,
dat ook aan particulieren dit recht
wordt toegekend. De in- en uitvoerhan
del van goud is vrijgelaten en daarmede
is het goul-premiestelsel beëindigd.
binds de munt-stabilisatie van Poin-
caré stroomt het goud naar Frankrijk
toe ten deele door zuiver economische
factoren, ten deele door doelbewuste
handelingen. Waar Frankrijk het inter
nationale politieke- en economische we
reld-centrum wenscht te worden, ziet
men dit toevloeien van het edele metaal
met welgevallen.
Paritéit van den franc9.75 cent
65.5 miligram goud van 900ste fijn.
Vereenigde Staten van Amerika
Wü hebben ten opzichte van Amerika
met de volgende speciaal Amerikaan-
sche factoren te maken
1. Amerika heeft in eigen land goud
en zilverwinning, waardoor het ook
een industrieel belang bij deze meta
len heeft; dit heeft van tijd tot tijd
invloed op de wetgeving uitgeoefend.
2. Het is een land, waar de meeste ex
périmenten in de 19de en 20ste
eeuw op muntgebied hebben plaats
gehad.
3. Meer dan in eenig ander land heeft
de Overheid hier door wetten in
vloed op het muntwezen trachten uit
te oefenen.
Door deze feiten vertoont Amerika
op dit gebied een bont beeld. De Ver
eenigde Staten bezitten pas na de On
afhankelijkheidsverklaring- in 1792 een
eigen munt-inrichting met als reken
eenheid de dollar. In dat jaar werd de
dubbele standaard ingevoerd - dus
goud en zilver vormden de basismet
een verhouding tusschen deze metalen
van 1 15.03. Deze verhouding was
voor het zilver te laag, zoodat dit me
taal overschat werd en de reeds onder
„Frankrijk" genoemde werking deed
zich ook hier gevoelen. (In de economie
wordt deze wet die van Gresham ge
noemd). Om dit euvel te herstellen werd
de goedkoopste weg bewandeld; in 1834
werd het goudgeld verzwakt, dat wil
zeggen, dat het goudgehalte van den
dollar verlaagd werd. Na 1848 nam de
goud-productie toe, waardoor het goud
in waarde daalde en de verhouding tus
schen beide metalen opnieuw, maar nu
naar de andere zijde, verbroken werd.
In de jaren 18661870 werd het zilver
weder overvloedigdoor de grootere
productie en het toenemende aanbod
van Europa na afzwering van dit me
taal daalde de zilverprys beduidend.
Va ij zien hier duidelijk gedemonstreerd,
dat de dubbele standaard, indien niet
internationaal toegepast, de stabiliteit
van de munt tegenwerkt
Toen de zilverprijs na 1870 zoozeer
daalde, werd de aanmunting van zilver
voor het publiek gesloten, doch op aan
drang der zilverproducenten werd in
1878 de z.g. „Blandbill-act" aangeno
men, die de Regeering verplichtte om
maandelijks ten minste twee, en ten
hoogste vier millioen zilveren dollars te
doen aanmunten, waarvoor minimum
557.200 K.G. zilver per jaar noodig was.
Hierdoor trachtte men het zilver op
prijs te houdenmen ging echter nog
verder door, om in 1890 bij de Sherman-
act te bepalen, dat de Regeering nu
13.340.683 K.G. zilver per jaar moest
aankoopen. Niet al dit zilver is aange-
munt, doch men gaf echter „silver cer
tificates" en „Treasury notes" uit met
zilver als dekking, zoodat de circulatie
aan ruilmiddelen geweldig toenam. Dat
dit geen desastreuze gevolgen had is
aan het feit te danken, dat juist in deze
tijden de bevolkings-aanwas in Amerika
door emigratie sprongsgewijze toenam,
waardoor het teveel aan ruilmiddelen
voor een groot gedeelte kon worden ge
absorbeerd. Toch openbaarde zich in
1893 groote zorg omtrent die, met alle
economische wetten spottende, munt-
politiek. In dat jaar n.l. verbood Enge
land de aanmunting van ropyen in
Britsch-Indië, waardoor de zilverprijs
nog meer daalde, terwijl de wet van
Gresham in Amerika eindelijk duidelijk
voelbaar ging werken. In dat jaar be
sloot men dan ook de zilver-aanmunting
te staken en men ging, zooals reeds
boven gezegd, tót den gouden standaard
over.
ROODE KRUIS-OEFENINGEN
STAATSBEGROOTING 1932
HET ONDERWIJS.
Voor en tegen bezuiniging.
Met verwondering hadden verscheiden
leden der Kamer gezien, dat de Regeering
bij het opmaken van de begrooting reeds
rekening heeft gehouden met de financieel©
gevolgen van de wijziging van de Lager
onderwijswet, waartoe het ontwerp nog
slechts bij de Kamer is ingekomen. Zij
keurden het af, dat de Regeering weder
om, evenals in de vorige financieele crisis,
op het onderwijs zoodanig bezuinigen wil.
dat de belapgen van het volksonderwijs
daardoor ernstig zullen worden geschaad.
Andere leden spraken als hun meening
uit, dat bezuiniging op onderwijsgebied
dringend noodig is.
Sommige leden drongen ter besparing op
de Rijksuitgaven aan op afschaffing van
het verplichte zevende leerjaar en van den
leerplicht voor het zevende leerjaar. Ver
scheiden andere leden kwamen hiertegen
op
DE ZUIDERZEE
Wat zal het zijn, land ol water?
Inlichtingen werden gevraagd over da bp
doelingen van de Regeering ten aanzien
van de Zuiderzeewerken. Een duidelijk
uiteenzetting werd gemist
In dezen crisistijd moet het productieve
werk niet verminderd maar vermeerderd
worden. Zij rekenden de droogmaking van
de Zuiderzee tot de productieve werken, ook
al weet men nu te becijferen, dat de droog
gelegde gronden naar de thans geldende
prijzen een minder groote waarde zullen
hebben dar. het bedrag der kosten, aan hun
verkrijgine verbonden. Ook de verbeterde
en verruimde bestaansvoorwaarden van het
volk, niet in cijfers uit te drukken, moeten
in aanmerking worden genomen.
Enkele leden zouden zich verheugen
indien van verdere inpoldering werd af
gezien. Zij zouden zelils den afsluitdijk niet
voltooid wenschen te zien.
NEDERLAND—BELGIE
Bezwaar tegen de interpellatie In de
Eerste Kamer
Met genoegen had de Tweede Kamer ver
nomen, dat de regeering hoop schijnt te
hebben, dat de vraagstukken, die tusschen
Nederland en België hangende zijn, eerlang
op bevredigende wijze zullen kunnen worden
geregeld. De hoop werd uitgesproken, dat
de besprekingen hierover te zijner tijd ge
dragen zouden worden door een geest van
samenwerking tusschen de volken in deze
moeilijke tijden.
In verband hiermede kwam ter sprake
de tijdens het afdeelingsonderzoek reeds
aangekondigde (en inmiddels gehouden. -
Red.) interpellatie van het lid der Eerste
Kamer, den heer De Savornin Lohman
Men zag hierin een nieuw symptoom in
den ontwikkelingsgang van het beleid dier
Kamer om steeds meer de taak van de
Tweede Kamer over te nemen.
Men achtte het, hoewel formeel natuur
lijk mogelijk, toch staatsrechtelijk onjuist,
dat op dit oogenblik de Eerste Kamer de
regeering over dit onderwerp interpelleert,
terwijl het overleg ten deze tusschen de
Tweede Kamer en de reg°ering bij de be
handeline van de Rijksbegruoting nog niet
is geëindigd.
De taak van beide Kamers ls volgens
het Nederlandsche staatsrecht, ook histo
risch beschouwd, verschillend. In politieke
aangelegenheden is het eerste woord aan
de Tweede Kamer. Eerst daarna kan zoo
noodig de Eerste Kamer zich in het debat
mengen.
Blijft men ten deze op den verkeerden
weg, dan kunnen conflicten niet uitblijven.
Sommige leden stelden de vraag, of het
wel op den weg der Tweede Kamer ligt.
deze aangelegenheid ter sprake te brengen.
Andere leden waren van oordeel, dat elke
bespreking van deze aangelegenheid, han
gende de onderhandelingen, praematuur is
te achten en opmerkingen over een enkel
onderdeel slechts tot verwarring aanlei
ding kunnen geven. Behalve den aanleg
een kanaal in het westen van ons land,
behoort in een tractaat met België ook he»
Schelde-regiem te worden geregeld, zoo
mede de vaarwegen in het oosten.
HANDELSPOLITIEK
Wat beteekent werkdadlge waakzaamheid?
Naar aanleiding van de mededeeling in
de Troonrede, dat tegen de velerlei maat
regelen, welke voortgaan het internationaal
ruilverkeer te belemmeren, „werkdadige
waakzaamheid" geboden is, werd gevraagd,
wat de Regeering daarmede bedoelt. Heeft
zii daarmede op het oog het voeren van een
actieve handelspolitiek of het nemen van
maatregelen van verweer?
Verscheiden leden hadden van deze werk
dadige waakzaamheid nog niet veel be
merkt. Andere leden waarschuwden tegen
een zoogenaamde actieve handelspolitiek,
die vanzelf leidt tot protectie en tarieven-
oorlog.
Sommige leden vreesden, dat het anti-
dumpingwotsontwenp vooral de strekking
heeft om den invoer uit Rusland te bemoei
lijken. Zij vroegen of het de Regeering
bekend is, dat in den1 laatstcn tijd de mo
gelijkheid om met Rusland handelsrelaties
aan te knoopen, verruimd is en of de Re
geering daaraan haar aandacht wijdt, opdat
zij. indien noodig. bijstand verleenen kan
Andere leden waarschuwden, zoowel op prin
cipieele als op financieele gronden, tegen
waarborging van credietcn aan Rusland.
WENSCHEN EN VRAGEN
Van de verschillende onderwerpen, welke
ln het voorloopig verslag ter sprake
kwamen, noemen we hier de volgende:
De positie der Ned. Bank.
Inlichtingen werden gevraagd over de
positie van de Nederlandsche Bank. De
communiqués, door het bankbestuur in de
pers gegeven, munten niet door duidelijk
heid uit Men vroeg, of de Nederlandsche
Bank geheel op eigen verantwoordelijkheid
handelt, dan wel de Regeering met het
bestuur in contact staat.
Verscheiden leden vroegen opheldering
van de verzekering, in een communique
van de Nederlandsche Bank gegeven, dat
op pondenwissels geen verdere verliezen
door de Bank zullen worden geleden.
Gevraagd werd ook, hoe het staat met de
andere banken hier te lande. Bemoeit de
Rcgeering zich met haar gestie of laat zij
deze aan haar zelf over? Verscheiden
leden drongen op staatscontrole over da
banken aan. Andere leden kAvamen op
tegen staatstoezicht op de banken.
Sociale wetgeving.
Sommige leden waren zeer teleurgesteld
door het ontbreken in de Troonrede van
elke aankondiging van beteekemis omtrent
de voornemens der Regeeringop hot terrein
der sociale Avetgeving. Volgens andere leden
blijkt uit de Troonrede, dat de minister van
Arbeid, de noodzakelijkheid van hervor
mingen in het oog houdt.
Verscheiden leden vroegen, of de uitspraak
in de Troonrede, dat de binctendverkLaring
der collectieve arbeidsovereenkomsten aan
urgentie heeft verloren, beteekent, dat van
het indienen van een voorstel daartoe wordt
Afgezien.
Defensie.
Sommige leden hadden bezwaar tegen de
voorgestelde verlaging van de defensrcbe-
grooting, waardoor huns inziens vitale volks
belangen benadeeld zullen worden. Even
min konden zij zich vereenigen met de ver
traging van den vlootbouw.
Vele andere leden konden zich daaren-
?gen met deze bezuinigingen wel ver
eenigen.
Van verschillende zijden werd opgekomen
tegen een zoo groote inkrimping van de
Nederlandsche weermacht
NederlandFrankrijk.
Sommige leden brachten onder de aan
dacht, dat zekere ongerustheid in het land
is gewekt door de tallooze bewijzen van bui
tengewone vriendelijkheid, welke Nederland
en Nederlanders ten deel vallen van Fran-
sche zijde. Zij vertrouwcJen, dat daarvan
niet een verzwakking van onze zelfstandig-
heidspolitiek het gevolg zal zijn.
Departementale Indeellng.
Vele leden betuigden er hun instemming
mede, dat de Regcering thans ook tot het
besef is gekomen, dat de economische zaken
bij één departement moeten worden onder
gebracht De wijze, waarop de Regeering
dit doel wil bereiken vond echter verschil
lende beoordeeling.
Zeer vele leden waren van mecning, dat
aan het hoofd van de afd. Landbouw een
directeur-generaal behoort te staan, wan
neer deze afdeeling naar het dep. van Arbeid
zou worden overgebracht
Land- en tuinbouw.
Eenige leden waren van oordeel, dat de
Tarwewet goed heeft gewerkt, maar uitbrei
ding behoeft. Het daarin genoemde percen
tage moet van 25 tot 32 k 33 verhoogd
worden. Andere leden waren echter tegen
"ïn dergelijke verhooging.
Betoogd werd, dat de steun aan de bieten
cultuur te gering is en te laat kwam. Het in
die teelt uitbetaalde loon liep terug van 20
tot IIV2 millioen.
Bescherming van onze bodem producten
kan volgens andere leden den uitvoer niet
helpen.
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Onze betrekkingtot BclglB.
Verschenen is het voorloopig verslag over
hoofdstuk III der Staatsbegrooting 1932,
waaraan wij, wat betreft onze verhouding
tot België het volgende ontleejien:
Allereerst werd de wcnsch uitgesproken,
dat de Kamer thans omtrent den stand van
zaken volledig zal worden ingelicht In de
pers zijn uitvoerige mededeelingen gedaan
over eenstemmigheid, welke tusschen de
ministers van buitenlandsche zaken van
belde landen verkregen zou zijn inzake den
aanleg van een nieuwe reohtstrccksehe ver
binding tusschen Antwerpen en het Hellegat
of wellicht het Hollandsch Diep.
De Regeerlng heeft zich hierover tot dus
ver niet uitgelaten. De Belgische minister
van buitenlandsche zaken heeft te Genève
tegenover de pers zeer positieve verklarin
gen afgelegd. Daarop is een démenti ge
volgd, zonder dat echter bleek van wien
het afkomstig was. Door dit alles is gronte
onrust verwekt. Men vertrouwde dat de Rc
geering thans door liet geven van een dui
delijke uiteenzetting ten aanzien van haar
voornemens in dezen de zoozeer geAvenschte
zekerheid zal willen scheppen.
Verscheiden leden meendvn te moeten
waarschuwen tegen een oplossing, waar-
VAN ONZE ADVERTEERDERS
ROBINSON VOOR DE RADIO
Op Vrijdag 23 (October a.s. zal des avonds
van kwart voor acht tot half negen in een
algemeen programma een uitzending plaats
vindon uit de bekende Robinson-schoenfabriek
te Nijmegen.
Aangezien de Robinson-schoenfabriek tot
de meest moderne van geheel Europa be
hoort en met transportband is ingericht, be
looft de uitzending zeer belangwekkend te
worden.
Wfe dus iets hooren wil over de schoen-
fabricage en de daarbij in gebruik zijnde
machines, stemme aanstaanden Vrijdagavond
op Huizen (lange golf 1875) af om naar de
Robinson-uitzending te luisteren.
mede aan België hetzelfde zou worden toe
gestaan als Avat met het door de Eerste
Kamer afgetvezen Moerdijkkanaal werd be
oogd, nl. een internationaal kanaal van Ant
werpen naar den Rijn op Nederlandsch
grondgebied. De Regeering mag den over d'it
vraagstuk met zooveel felheid gestreden en
door de Eerste Kamer ten voordeele van de
Nederland-Rijnhaven beslisten strijd niet
heropenen. Rotterdam verkeert toch reeds
in een ongunstige positie ten opzichte van
AntAverpen.
Andere leden verklaarden zich evenzeer
tegen eventueele voornemens tot aanleg van
een kanaal als het hier bedoelde te moeten
verzetten. Een nationaal kanaal en dit
is het, wat aan België kan Avorden toege
staan behoort te beginnen bij de Wester-
schelde en moet geen arm Antwerpen-Wester
schelde krijgen met een dam in die rivier,
't Leggen van dien dam wordt verdedigd met
het argument dat anders verzanding in
treedt. Men betAvijfelde, of dit juist is, en
meende, dat dit argument in elk geval door
d'e regeering niet mag worden overgenomen
voordat de waarde daarvan door een com
missie van deskundigen is vastgesteld.
Verscheiden leden kAvamen er tegen op,
dat ieder ontAverp van een kanaal, dat een
betere verbinding tusschen Schelde en Rijn
moet brengen als een vermomd Moerdijk-
kanaal wordt beschouAvd. Als toegegeven
moet Avorden, dat de tegemvoordige verbin
ding uit den tijd is en oen nieuAve noodig,
dan dient die nieuAve \-erbinding de fcest mo
gelijke te zijn en behoeft en mag deze niet
met opzet gebrekkiger AA'orden gemaakt dan
zij wezen kan. Ook het Nederlandsche be
lang eischt de totstandkoming van een zoo
goed mogelijke verbinding. Goede scheep
vaartverbindingen hebben een haven nog
nooit kAvaad gedaan. Een goede verbinding
tusschen Rijn en Schelde zou dat ook zeker
Rotterdam niet doen.
Algemeen was men van meening, dat, in
dien met België overeenstemming in zake
de scheepvaartverbinding wordt bereikt te
genover de door Nederland te doene conces
sie een tegenprestatie van Belgische zijde
behoort te worden gesteld.
Van vele zijden Averd met ernst er tegen
geAvaarschuAvd, dat de Regeering zich niet
wederom binde aan een verdrag, dat ernstig
gievaar loopt door de Volksvertegenwoordi
ging te Avorden afgeAvezen,
Eenige leden vonden in de boA-en weerge
geven beschouwingen aanleiding te verkla
ren, dat zij zich niet konden vereenigen me»
den aandrang, dat de Kamer thans omtrent
den stand van zaken volledig zal worden in
gelicht Zulk een volledige inlichting is ln 't
algemeen niet te vergen van een Regeering
die in onderhandeling is.
De Regeering kan haar \-oordeel doen met
de wenken, die zdj heeft gekregen, ook met
die, waarbij de billijkheid niet in alle op
zichten is betracht Maar verder kan zij op 't
oogenblik niet gaan. De constitutioneele weg
is ook, dat zij een tractaat sluit, dat zij daar
na ter goedkeuring overlegt aan d'e Staten-
Generaal, en wel aan de Tweede Kamer. Wil
zij met het oog op het geAvicht van de mate
rie vooraf eenig overleg plegen met de
Ttveede Kamer, dan kieze zij daartoe zelf
het oogenblik en bepale zij zelf den omvang
van de stof, waarover zij opening \-an zaken
kan geven.
HET PETITIONNEMENT
De Tweede Kamer over den Volkenbond.
In het V.V. op hoofdstuk III (buitenland^
sche zaken) gaf men vrij algemeen uiting
aan zijn groeiende teleurstelling over de re
sultaten van het werk van den Volkenbond.
Vele leden merkten op, dat op dit oogen
blik de aandacht voor het Volkenbondswerk
in hooge mate is gericht op de aanstaande
ontwapeningsconferentie. Zij vreesden, dut
een échec van de ontwapeningsconferentie
zeer ver strekkende gevolgen zou hebben.
Het bestaan van den Volkenbond zelf zou
er door in gevaar komen. Sterke druk van
de publieke opinie in verschillende landen
zal noodig zijn om dit te voorkomen.
In dit verband werd met groote waardee
ring gesoroken over het initiatief van de
Nederlandsche dagbladpers met betrekking
tot het bekende petitionnement en over de
energie, AA-aarmede het besluit, eens geno
men, tot uitvoering is gebracht. Een enkel
woord van herinnering aan dit belangrijke
werk hadden sommige hierbedoelde leden
in de Troonrede gemist Men sprak de hoop
uit, dat andere landen het door Nederland
gegeven voorbeeld zullen volgen.
Met klem drongen de hier beduelde leden
er op aan, dat de Regeering alles zal doen
Avat mogelijk is om elk uitstel van de ont
wapeningsconferentie tegen te gaan.
Inmiddels is, naar werd opgemerkt, niet
ROFFEL-RIJMEN.
WAAR 'T GOED IS
Sovjet-Rusland is een goed land;
Met veel letters, dik en vet,
Wordt dit in het dagblad Voorwaarts
Door een prof uiteen gezet.
Wat de werklui er verdienen
Slaat bepaald de hoogste lof
En ze zijn meer dan tevreden
Volgens zeggen van den prof.
Kijk, ze werken daar op stukloon,
(Wij, hiérhouden daar niet van!)
't Blijkt daar in 't belang te wezen
Van de Staat en van den man.
Nóg een factor van belang is
Eet gehalte van het loon;
Dat maakt 't leven voor den werkman
In de steden goed en schoon:
Hij verdient voor dne personen
Voedsel van den sovjetkok,
Plus de huur voor drie vertrekken
In 't kazernehuizenblok.
Meer behoeften heeft een mensch niet,
(In de Sovjets welverstaan!)
Met wat eten en wat wonen
Is de communist voldaan.
Nee, dan is het hier maar treurig,
De professor heeft gelijk;
't Is haast alles dik in orde
In 't bevrijde czarenrijk.
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
2 Constructie-details, die U
alléén bij de allerkostbaarste
machines zult aantreffen,
'n Rltsema type R.R. biedt U
thans deze voordeelen voor
een uiterst voordeeligen prijs.
Zuiver Nederlandsch fabri
kaat.
Uw oer onderden of defecten stofzaicer tonnen
wij desgewenscht repareeren. Ook willen wij Uw
oude machine van U koopen. indien U zich
één der moderne Rit ze ma'3 gaat aanschaffen.
minder noodzakelijk dan het tot stand ko
men van een samenwerking op politiek ge
bied een verbetering van de economische ver
houdingen. Er zal om. samenwerking op
economisch gebied tusschen verschillende
landen moeten tot stand komen.
INGEZONDEN STUKKEN
(Bulten verantwoordelijkheid der Redactie?
SALARISVERLAGING EN
TEVREDENHEID
Ondergeteekende 1
woorden om toch n
n.^dat u f 1500 per jat
geen f 1500 verdlei
van moeten teven met hun huisgezin. De amb
tenaren lijn de eersten niet; u weet wel beter.
AVees u toch dankbaar, dat u nog door God ln
do gelegenheid wordt gesteld om te werken; u
hebt het toch ook voor God verzondlgd net ale
ons volk. Ja heel de wereld. En daarom moeten
wij ala volk en een leder tn het blronder voor
God op de knieën ln de aohuld. dat we tegen
SartiJ of van een andero partij,
et van den Heere alleen. Ik voor mij heb de
A.R. partij lief en haar recht en btUIJkbeld;
zij durft de koe bij de horens te pakken al koet
het dan stemmen. Het gaat ten slotte om recht
en precies wat J. H. schrijft om het behoud
van ons vaderland en volk.
MeJ. M. VII.TiF.RrU8.
Meeuwenlaan 16, IJmulden-O.
IVaachrlft Redactie. Nadsd wij thans het hoor
en wederhoor Inzake eventueele verlaging van
ambtenaarssalarissen royaal ln toepassing heb
ben gebracht, kunnen wij geen stukken hier
over meer opnemen. WIJ loopen vast met de
ruimte. Binnenkort komt de zaak in de Staten-
REUNISTENVERG4DERING N.D.D.D.
De BeanUten-organisalie van N.D.D.D. (hel Studenleneorpi aan de Vrije UnirenlleO)
hield gisteren haar laarvergadering Ie Amsterdam Bestuur rittend vlnr Ivanal de
derde persoon, DPM. Krnyswijk, archivarisMr. ,1. IV. Haan. Prol Dr D H Th.
Vollenhaven, praesctDt. D. Maula, abac tl, Dr. P. C .hnibbeabaettï II