Een beeld in vogelvlucht over de verschillende muntstelsels. DINSDAG 20 OCTOBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 ECONOMISCHE WERELDPROBLEMEN i. Nu het goud-vraagstuk hoe langer hoe meer de aandacht in beslag neemt, willen wij een beeld geven van de ver schillende muntstelsels. De vrjje aanmunt van gouden munt is voor een ieder vrij, doch deze vrij heid heeft slechts theoretische waarde, omdat de wettelijke waarde van een goud-franc dezelfde is als van een pa pieren franc, niettegenstaande de be staande vóór-oorlogsche standaard- munten circa 7 maal grootere waarde hebben dan de papieren waarde. De munt-eenheid is de franc de internationale verreken-munt is de belga, die gelijk staat aan vijf francs. De biljetten van de Banque Nationa le de Belgique moeten door haar, in dien gewenscht ingewisseld worden te gen goud, of zilver tegen de goud-waar de (de bank bezit momenteel geen zil ver noch zilveren munt) dan wel tegen buitenlandsche goud-deviezen. Hierom trent heeft de Regeering bepaald, dat de Bank goud moet verkoopen in ver houding van 0.209211 gram fijn goua per belgazij behoeft niet al het aange boden goud te accepteeren, doch zij gaat daartoe zooveel mogelijk over en wel tegen 4.763,1388 belga's of 23.815,669 francs per kilogram fijn, waarbij de usantieele goudbaartjes cir ca 12 y2 Kg. wegen. De Bank heeft een metaal- of devie zen reserve van 40 pCt. aan te houden ten opzichte van al haar direct opzeg bare verplichtingendeze dekking moet minstens uit 30 goud en 10 devie zen bestaan. De in- en uitvoer van goud is aan geen enkele beperking verbonden. De goud-pariteit der Belga is 34,59 cent, die van den franc 6.918 cent. Frankrijk. Frankrijk is het land, dat gedurende de periode van 1803/1873 de proef heeft genomen met den zuiversten vorm van dubbelen standaard, eerst in ver houding van 1 15,5 van goud ten op zichte van het zilver. Deze verhouding heeft nimmer met de werkelijkheid overeengestemd; in 't tijdvak 1803-1820 was deze negen jaar te hoog en negen jaar te laag. Van 18211847 werd het goud steeds duurder, hierdoor werd het goud door het zilver verdrongen, want wie zou het dure goud voor muntslag gebruiken, wanneer het goedkoopere zilver daarvoor eveneens kon dienen. In 1847 nam de goud-productie weer toe en dit had het tegenovergestelde tot gevolg, terwijl na 1866 de zilverproduc tie door ontdekking van talrijke nieuwe mijnen krachtig steeg. Bovendien ver meerderde Duitschland na 1870, door invoering van den gouden standaard, het aanbod van zilver, waardoor de zil- verprijs nog meer daalde. In 1865 had Frankrijk een verdrag aangegaan met Italië, Zwitserland en België (waarbij later Griekenland zich eveneens aan sloot) met het doel een gelijke regeling ten opzichte van het muntstelsel aan te nemen. Dit werd de Latijnsche munt unie genoemd deze nam de dubbele standaard aan, doch moest deze in 1874 prijsgeven om de hierboven bij België geschetste redenen. Deze munt-unie is geleidelijk ontbonden. In 1874 werd dé aanmunt van zilver dus verboden het zilvergeld werd teekengeld en hier gold dus evenals in Nederland de hinkende standaard. Dit stelsel werd in 1928 gewijzigd, toen de gouden standaard werd ingevoerd. In 1800 werd de Banque de France door Napoleon I gesticht. Voor haar biljetten-emissie werd een geheel ander stelsel gevolgd, n.l. het zoogenaamde i,maximum stelsel", waarbij het totaal uit te geven bankbiljetten op een be paald bedrag werd gefixeerd, terwijl geen dekkingsvoorschriften werden ge geven. Hoe weinig logisch een dergelijk stelsel is, blijkt wel uit het feit, dat dit maximum herhaaldelijk werd verhoogd. Men noemde dit maximum „plafond". Van 1.800 millioen francs in 1870 is het plafond geleidelijk tot 6.800 millioen franc in 1906 gestegen en in 1926 om hoog gegaan tot het kolossale bedrag van 59.430 millioen; er was toen ook een beduidende inflatie, waaraan in 1928 dan ook een einde werd gemaakt door de franc op circa 20 van zijn vroegere goud-waarde te stabiliseeren. Daar Frankrijk tot dien tijd den hin kenden standaard had, kon de Banque de France bij inwisseling harer biljet ten ook zilver afgeven. In allen gevalle is het haar politiek geweest goud- af gif te zooveel mogelijk te beletten door voor goud een premie te eischen (premie-stelsel). Gedurende den oorlog heeft de Banque de France met haar drukpers der. Staat belangrijk ge steund gevolg inflatie, zoodat de bank biljetten op een gegeven moment, on- inwisselbaar werden verklaard. In 1928 „is deze on-inwisselbaarheid weder op geheven, terwijl toen eveneens met het maximum-stelsel werd gebroken en de algemeen erkende dekkings-plicht werd ingevoerd. Alle direct opeischbare scnulden, dus biljetten, rekening-cou- rantsaldi etc. moeten voor minstens 35 gedekt zijn. Bankbiljetten zijn op vertoon bij de Bank in goud inwissel baar, maar men heeft een minimum be paald van frs. 215.000, hetgeen uitkomt op de waarde van de meest courante soort gouden baartjes. Zij moet al het aangeboden goud accepteeren tegen een vasigestelden piijs, na aftrek van munt en essayeerings-Kosten; gouden munten mogen slechts door de Hank worden ge slagen, terwijl een intusschen nim mer afgekomen decreet kan bepalen, dat ook aan particulieren dit recht wordt toegekend. De in- en uitvoerhan del van goud is vrijgelaten en daarmede is het goul-premiestelsel beëindigd. binds de munt-stabilisatie van Poin- caré stroomt het goud naar Frankrijk toe ten deele door zuiver economische factoren, ten deele door doelbewuste handelingen. Waar Frankrijk het inter nationale politieke- en economische we reld-centrum wenscht te worden, ziet men dit toevloeien van het edele metaal met welgevallen. Paritéit van den franc9.75 cent 65.5 miligram goud van 900ste fijn. Vereenigde Staten van Amerika Wü hebben ten opzichte van Amerika met de volgende speciaal Amerikaan- sche factoren te maken 1. Amerika heeft in eigen land goud en zilverwinning, waardoor het ook een industrieel belang bij deze meta len heeft; dit heeft van tijd tot tijd invloed op de wetgeving uitgeoefend. 2. Het is een land, waar de meeste ex périmenten in de 19de en 20ste eeuw op muntgebied hebben plaats gehad. 3. Meer dan in eenig ander land heeft de Overheid hier door wetten in vloed op het muntwezen trachten uit te oefenen. Door deze feiten vertoont Amerika op dit gebied een bont beeld. De Ver eenigde Staten bezitten pas na de On afhankelijkheidsverklaring- in 1792 een eigen munt-inrichting met als reken eenheid de dollar. In dat jaar werd de dubbele standaard ingevoerd - dus goud en zilver vormden de basismet een verhouding tusschen deze metalen van 1 15.03. Deze verhouding was voor het zilver te laag, zoodat dit me taal overschat werd en de reeds onder „Frankrijk" genoemde werking deed zich ook hier gevoelen. (In de economie wordt deze wet die van Gresham ge noemd). Om dit euvel te herstellen werd de goedkoopste weg bewandeld; in 1834 werd het goudgeld verzwakt, dat wil zeggen, dat het goudgehalte van den dollar verlaagd werd. Na 1848 nam de goud-productie toe, waardoor het goud in waarde daalde en de verhouding tus schen beide metalen opnieuw, maar nu naar de andere zijde, verbroken werd. In de jaren 18661870 werd het zilver weder overvloedigdoor de grootere productie en het toenemende aanbod van Europa na afzwering van dit me taal daalde de zilverprys beduidend. Va ij zien hier duidelijk gedemonstreerd, dat de dubbele standaard, indien niet internationaal toegepast, de stabiliteit van de munt tegenwerkt Toen de zilverprijs na 1870 zoozeer daalde, werd de aanmunting van zilver voor het publiek gesloten, doch op aan drang der zilverproducenten werd in 1878 de z.g. „Blandbill-act" aangeno men, die de Regeering verplichtte om maandelijks ten minste twee, en ten hoogste vier millioen zilveren dollars te doen aanmunten, waarvoor minimum 557.200 K.G. zilver per jaar noodig was. Hierdoor trachtte men het zilver op prijs te houdenmen ging echter nog verder door, om in 1890 bij de Sherman- act te bepalen, dat de Regeering nu 13.340.683 K.G. zilver per jaar moest aankoopen. Niet al dit zilver is aange- munt, doch men gaf echter „silver cer tificates" en „Treasury notes" uit met zilver als dekking, zoodat de circulatie aan ruilmiddelen geweldig toenam. Dat dit geen desastreuze gevolgen had is aan het feit te danken, dat juist in deze tijden de bevolkings-aanwas in Amerika door emigratie sprongsgewijze toenam, waardoor het teveel aan ruilmiddelen voor een groot gedeelte kon worden ge absorbeerd. Toch openbaarde zich in 1893 groote zorg omtrent die, met alle economische wetten spottende, munt- politiek. In dat jaar n.l. verbood Enge land de aanmunting van ropyen in Britsch-Indië, waardoor de zilverprijs nog meer daalde, terwijl de wet van Gresham in Amerika eindelijk duidelijk voelbaar ging werken. In dat jaar be sloot men dan ook de zilver-aanmunting te staken en men ging, zooals reeds boven gezegd, tót den gouden standaard over. ROODE KRUIS-OEFENINGEN STAATSBEGROOTING 1932 HET ONDERWIJS. Voor en tegen bezuiniging. Met verwondering hadden verscheiden leden der Kamer gezien, dat de Regeering bij het opmaken van de begrooting reeds rekening heeft gehouden met de financieel© gevolgen van de wijziging van de Lager onderwijswet, waartoe het ontwerp nog slechts bij de Kamer is ingekomen. Zij keurden het af, dat de Regeering weder om, evenals in de vorige financieele crisis, op het onderwijs zoodanig bezuinigen wil. dat de belapgen van het volksonderwijs daardoor ernstig zullen worden geschaad. Andere leden spraken als hun meening uit, dat bezuiniging op onderwijsgebied dringend noodig is. Sommige leden drongen ter besparing op de Rijksuitgaven aan op afschaffing van het verplichte zevende leerjaar en van den leerplicht voor het zevende leerjaar. Ver scheiden andere leden kwamen hiertegen op DE ZUIDERZEE Wat zal het zijn, land ol water? Inlichtingen werden gevraagd over da bp doelingen van de Regeering ten aanzien van de Zuiderzeewerken. Een duidelijk uiteenzetting werd gemist In dezen crisistijd moet het productieve werk niet verminderd maar vermeerderd worden. Zij rekenden de droogmaking van de Zuiderzee tot de productieve werken, ook al weet men nu te becijferen, dat de droog gelegde gronden naar de thans geldende prijzen een minder groote waarde zullen hebben dar. het bedrag der kosten, aan hun verkrijgine verbonden. Ook de verbeterde en verruimde bestaansvoorwaarden van het volk, niet in cijfers uit te drukken, moeten in aanmerking worden genomen. Enkele leden zouden zich verheugen indien van verdere inpoldering werd af gezien. Zij zouden zelils den afsluitdijk niet voltooid wenschen te zien. NEDERLAND—BELGIE Bezwaar tegen de interpellatie In de Eerste Kamer Met genoegen had de Tweede Kamer ver nomen, dat de regeering hoop schijnt te hebben, dat de vraagstukken, die tusschen Nederland en België hangende zijn, eerlang op bevredigende wijze zullen kunnen worden geregeld. De hoop werd uitgesproken, dat de besprekingen hierover te zijner tijd ge dragen zouden worden door een geest van samenwerking tusschen de volken in deze moeilijke tijden. In verband hiermede kwam ter sprake de tijdens het afdeelingsonderzoek reeds aangekondigde (en inmiddels gehouden. - Red.) interpellatie van het lid der Eerste Kamer, den heer De Savornin Lohman Men zag hierin een nieuw symptoom in den ontwikkelingsgang van het beleid dier Kamer om steeds meer de taak van de Tweede Kamer over te nemen. Men achtte het, hoewel formeel natuur lijk mogelijk, toch staatsrechtelijk onjuist, dat op dit oogenblik de Eerste Kamer de regeering over dit onderwerp interpelleert, terwijl het overleg ten deze tusschen de Tweede Kamer en de reg°ering bij de be handeline van de Rijksbegruoting nog niet is geëindigd. De taak van beide Kamers ls volgens het Nederlandsche staatsrecht, ook histo risch beschouwd, verschillend. In politieke aangelegenheden is het eerste woord aan de Tweede Kamer. Eerst daarna kan zoo noodig de Eerste Kamer zich in het debat mengen. Blijft men ten deze op den verkeerden weg, dan kunnen conflicten niet uitblijven. Sommige leden stelden de vraag, of het wel op den weg der Tweede Kamer ligt. deze aangelegenheid ter sprake te brengen. Andere leden waren van oordeel, dat elke bespreking van deze aangelegenheid, han gende de onderhandelingen, praematuur is te achten en opmerkingen over een enkel onderdeel slechts tot verwarring aanlei ding kunnen geven. Behalve den aanleg een kanaal in het westen van ons land, behoort in een tractaat met België ook he» Schelde-regiem te worden geregeld, zoo mede de vaarwegen in het oosten. HANDELSPOLITIEK Wat beteekent werkdadlge waakzaamheid? Naar aanleiding van de mededeeling in de Troonrede, dat tegen de velerlei maat regelen, welke voortgaan het internationaal ruilverkeer te belemmeren, „werkdadige waakzaamheid" geboden is, werd gevraagd, wat de Regeering daarmede bedoelt. Heeft zii daarmede op het oog het voeren van een actieve handelspolitiek of het nemen van maatregelen van verweer? Verscheiden leden hadden van deze werk dadige waakzaamheid nog niet veel be merkt. Andere leden waarschuwden tegen een zoogenaamde actieve handelspolitiek, die vanzelf leidt tot protectie en tarieven- oorlog. Sommige leden vreesden, dat het anti- dumpingwotsontwenp vooral de strekking heeft om den invoer uit Rusland te bemoei lijken. Zij vroegen of het de Regeering bekend is, dat in den1 laatstcn tijd de mo gelijkheid om met Rusland handelsrelaties aan te knoopen, verruimd is en of de Re geering daaraan haar aandacht wijdt, opdat zij. indien noodig. bijstand verleenen kan Andere leden waarschuwden, zoowel op prin cipieele als op financieele gronden, tegen waarborging van credietcn aan Rusland. WENSCHEN EN VRAGEN Van de verschillende onderwerpen, welke ln het voorloopig verslag ter sprake kwamen, noemen we hier de volgende: De positie der Ned. Bank. Inlichtingen werden gevraagd over de positie van de Nederlandsche Bank. De communiqués, door het bankbestuur in de pers gegeven, munten niet door duidelijk heid uit Men vroeg, of de Nederlandsche Bank geheel op eigen verantwoordelijkheid handelt, dan wel de Regeering met het bestuur in contact staat. Verscheiden leden vroegen opheldering van de verzekering, in een communique van de Nederlandsche Bank gegeven, dat op pondenwissels geen verdere verliezen door de Bank zullen worden geleden. Gevraagd werd ook, hoe het staat met de andere banken hier te lande. Bemoeit de Rcgeering zich met haar gestie of laat zij deze aan haar zelf over? Verscheiden leden drongen op staatscontrole over da banken aan. Andere leden kAvamen op tegen staatstoezicht op de banken. Sociale wetgeving. Sommige leden waren zeer teleurgesteld door het ontbreken in de Troonrede van elke aankondiging van beteekemis omtrent de voornemens der Regeeringop hot terrein der sociale Avetgeving. Volgens andere leden blijkt uit de Troonrede, dat de minister van Arbeid, de noodzakelijkheid van hervor mingen in het oog houdt. Verscheiden leden vroegen, of de uitspraak in de Troonrede, dat de binctendverkLaring der collectieve arbeidsovereenkomsten aan urgentie heeft verloren, beteekent, dat van het indienen van een voorstel daartoe wordt Afgezien. Defensie. Sommige leden hadden bezwaar tegen de voorgestelde verlaging van de defensrcbe- grooting, waardoor huns inziens vitale volks belangen benadeeld zullen worden. Even min konden zij zich vereenigen met de ver traging van den vlootbouw. Vele andere leden konden zich daaren- ?gen met deze bezuinigingen wel ver eenigen. Van verschillende zijden werd opgekomen tegen een zoo groote inkrimping van de Nederlandsche weermacht NederlandFrankrijk. Sommige leden brachten onder de aan dacht, dat zekere ongerustheid in het land is gewekt door de tallooze bewijzen van bui tengewone vriendelijkheid, welke Nederland en Nederlanders ten deel vallen van Fran- sche zijde. Zij vertrouwcJen, dat daarvan niet een verzwakking van onze zelfstandig- heidspolitiek het gevolg zal zijn. Departementale Indeellng. Vele leden betuigden er hun instemming mede, dat de Regcering thans ook tot het besef is gekomen, dat de economische zaken bij één departement moeten worden onder gebracht De wijze, waarop de Regeering dit doel wil bereiken vond echter verschil lende beoordeeling. Zeer vele leden waren van mecning, dat aan het hoofd van de afd. Landbouw een directeur-generaal behoort te staan, wan neer deze afdeeling naar het dep. van Arbeid zou worden overgebracht Land- en tuinbouw. Eenige leden waren van oordeel, dat de Tarwewet goed heeft gewerkt, maar uitbrei ding behoeft. Het daarin genoemde percen tage moet van 25 tot 32 k 33 verhoogd worden. Andere leden waren echter tegen "ïn dergelijke verhooging. Betoogd werd, dat de steun aan de bieten cultuur te gering is en te laat kwam. Het in die teelt uitbetaalde loon liep terug van 20 tot IIV2 millioen. Bescherming van onze bodem producten kan volgens andere leden den uitvoer niet helpen. BUITENLANDSCHE ZAKEN. Onze betrekkingtot BclglB. Verschenen is het voorloopig verslag over hoofdstuk III der Staatsbegrooting 1932, waaraan wij, wat betreft onze verhouding tot België het volgende ontleejien: Allereerst werd de wcnsch uitgesproken, dat de Kamer thans omtrent den stand van zaken volledig zal worden ingelicht In de pers zijn uitvoerige mededeelingen gedaan over eenstemmigheid, welke tusschen de ministers van buitenlandsche zaken van belde landen verkregen zou zijn inzake den aanleg van een nieuwe reohtstrccksehe ver binding tusschen Antwerpen en het Hellegat of wellicht het Hollandsch Diep. De Regeerlng heeft zich hierover tot dus ver niet uitgelaten. De Belgische minister van buitenlandsche zaken heeft te Genève tegenover de pers zeer positieve verklarin gen afgelegd. Daarop is een démenti ge volgd, zonder dat echter bleek van wien het afkomstig was. Door dit alles is gronte onrust verwekt. Men vertrouwde dat de Rc geering thans door liet geven van een dui delijke uiteenzetting ten aanzien van haar voornemens in dezen de zoozeer geAvenschte zekerheid zal willen scheppen. Verscheiden leden meendvn te moeten waarschuwen tegen een oplossing, waar- VAN ONZE ADVERTEERDERS ROBINSON VOOR DE RADIO Op Vrijdag 23 (October a.s. zal des avonds van kwart voor acht tot half negen in een algemeen programma een uitzending plaats vindon uit de bekende Robinson-schoenfabriek te Nijmegen. Aangezien de Robinson-schoenfabriek tot de meest moderne van geheel Europa be hoort en met transportband is ingericht, be looft de uitzending zeer belangwekkend te worden. Wfe dus iets hooren wil over de schoen- fabricage en de daarbij in gebruik zijnde machines, stemme aanstaanden Vrijdagavond op Huizen (lange golf 1875) af om naar de Robinson-uitzending te luisteren. mede aan België hetzelfde zou worden toe gestaan als Avat met het door de Eerste Kamer afgetvezen Moerdijkkanaal werd be oogd, nl. een internationaal kanaal van Ant werpen naar den Rijn op Nederlandsch grondgebied. De Regeering mag den over d'it vraagstuk met zooveel felheid gestreden en door de Eerste Kamer ten voordeele van de Nederland-Rijnhaven beslisten strijd niet heropenen. Rotterdam verkeert toch reeds in een ongunstige positie ten opzichte van AntAverpen. Andere leden verklaarden zich evenzeer tegen eventueele voornemens tot aanleg van een kanaal als het hier bedoelde te moeten verzetten. Een nationaal kanaal en dit is het, wat aan België kan Avorden toege staan behoort te beginnen bij de Wester- schelde en moet geen arm Antwerpen-Wester schelde krijgen met een dam in die rivier, 't Leggen van dien dam wordt verdedigd met het argument dat anders verzanding in treedt. Men betAvijfelde, of dit juist is, en meende, dat dit argument in elk geval door d'e regeering niet mag worden overgenomen voordat de waarde daarvan door een com missie van deskundigen is vastgesteld. Verscheiden leden kAvamen er tegen op, dat ieder ontAverp van een kanaal, dat een betere verbinding tusschen Schelde en Rijn moet brengen als een vermomd Moerdijk- kanaal wordt beschouAvd. Als toegegeven moet Avorden, dat de tegemvoordige verbin ding uit den tijd is en oen nieuAve noodig, dan dient die nieuAve \-erbinding de fcest mo gelijke te zijn en behoeft en mag deze niet met opzet gebrekkiger AA'orden gemaakt dan zij wezen kan. Ook het Nederlandsche be lang eischt de totstandkoming van een zoo goed mogelijke verbinding. Goede scheep vaartverbindingen hebben een haven nog nooit kAvaad gedaan. Een goede verbinding tusschen Rijn en Schelde zou dat ook zeker Rotterdam niet doen. Algemeen was men van meening, dat, in dien met België overeenstemming in zake de scheepvaartverbinding wordt bereikt te genover de door Nederland te doene conces sie een tegenprestatie van Belgische zijde behoort te worden gesteld. Van vele zijden Averd met ernst er tegen geAvaarschuAvd, dat de Regeering zich niet wederom binde aan een verdrag, dat ernstig gievaar loopt door de Volksvertegenwoordi ging te Avorden afgeAvezen, Eenige leden vonden in de boA-en weerge geven beschouwingen aanleiding te verkla ren, dat zij zich niet konden vereenigen me» den aandrang, dat de Kamer thans omtrent den stand van zaken volledig zal worden in gelicht Zulk een volledige inlichting is ln 't algemeen niet te vergen van een Regeering die in onderhandeling is. De Regeering kan haar \-oordeel doen met de wenken, die zdj heeft gekregen, ook met die, waarbij de billijkheid niet in alle op zichten is betracht Maar verder kan zij op 't oogenblik niet gaan. De constitutioneele weg is ook, dat zij een tractaat sluit, dat zij daar na ter goedkeuring overlegt aan d'e Staten- Generaal, en wel aan de Tweede Kamer. Wil zij met het oog op het geAvicht van de mate rie vooraf eenig overleg plegen met de Ttveede Kamer, dan kieze zij daartoe zelf het oogenblik en bepale zij zelf den omvang van de stof, waarover zij opening \-an zaken kan geven. HET PETITIONNEMENT De Tweede Kamer over den Volkenbond. In het V.V. op hoofdstuk III (buitenland^ sche zaken) gaf men vrij algemeen uiting aan zijn groeiende teleurstelling over de re sultaten van het werk van den Volkenbond. Vele leden merkten op, dat op dit oogen blik de aandacht voor het Volkenbondswerk in hooge mate is gericht op de aanstaande ontwapeningsconferentie. Zij vreesden, dut een échec van de ontwapeningsconferentie zeer ver strekkende gevolgen zou hebben. Het bestaan van den Volkenbond zelf zou er door in gevaar komen. Sterke druk van de publieke opinie in verschillende landen zal noodig zijn om dit te voorkomen. In dit verband werd met groote waardee ring gesoroken over het initiatief van de Nederlandsche dagbladpers met betrekking tot het bekende petitionnement en over de energie, AA-aarmede het besluit, eens geno men, tot uitvoering is gebracht. Een enkel woord van herinnering aan dit belangrijke werk hadden sommige hierbedoelde leden in de Troonrede gemist Men sprak de hoop uit, dat andere landen het door Nederland gegeven voorbeeld zullen volgen. Met klem drongen de hier beduelde leden er op aan, dat de Regeering alles zal doen Avat mogelijk is om elk uitstel van de ont wapeningsconferentie tegen te gaan. Inmiddels is, naar werd opgemerkt, niet ROFFEL-RIJMEN. WAAR 'T GOED IS Sovjet-Rusland is een goed land; Met veel letters, dik en vet, Wordt dit in het dagblad Voorwaarts Door een prof uiteen gezet. Wat de werklui er verdienen Slaat bepaald de hoogste lof En ze zijn meer dan tevreden Volgens zeggen van den prof. Kijk, ze werken daar op stukloon, (Wij, hiérhouden daar niet van!) 't Blijkt daar in 't belang te wezen Van de Staat en van den man. Nóg een factor van belang is Eet gehalte van het loon; Dat maakt 't leven voor den werkman In de steden goed en schoon: Hij verdient voor dne personen Voedsel van den sovjetkok, Plus de huur voor drie vertrekken In 't kazernehuizenblok. Meer behoeften heeft een mensch niet, (In de Sovjets welverstaan!) Met wat eten en wat wonen Is de communist voldaan. Nee, dan is het hier maar treurig, De professor heeft gelijk; 't Is haast alles dik in orde In 't bevrijde czarenrijk. (Nadruk verboden.) LEO LENS. 2 Constructie-details, die U alléén bij de allerkostbaarste machines zult aantreffen, 'n Rltsema type R.R. biedt U thans deze voordeelen voor een uiterst voordeeligen prijs. Zuiver Nederlandsch fabri kaat. Uw oer onderden of defecten stofzaicer tonnen wij desgewenscht repareeren. Ook willen wij Uw oude machine van U koopen. indien U zich één der moderne Rit ze ma'3 gaat aanschaffen. minder noodzakelijk dan het tot stand ko men van een samenwerking op politiek ge bied een verbetering van de economische ver houdingen. Er zal om. samenwerking op economisch gebied tusschen verschillende landen moeten tot stand komen. INGEZONDEN STUKKEN (Bulten verantwoordelijkheid der Redactie? SALARISVERLAGING EN TEVREDENHEID Ondergeteekende 1 woorden om toch n n.^dat u f 1500 per jat geen f 1500 verdlei van moeten teven met hun huisgezin. De amb tenaren lijn de eersten niet; u weet wel beter. AVees u toch dankbaar, dat u nog door God ln do gelegenheid wordt gesteld om te werken; u hebt het toch ook voor God verzondlgd net ale ons volk. Ja heel de wereld. En daarom moeten wij ala volk en een leder tn het blronder voor God op de knieën ln de aohuld. dat we tegen SartiJ of van een andero partij, et van den Heere alleen. Ik voor mij heb de A.R. partij lief en haar recht en btUIJkbeld; zij durft de koe bij de horens te pakken al koet het dan stemmen. Het gaat ten slotte om recht en precies wat J. H. schrijft om het behoud van ons vaderland en volk. MeJ. M. VII.TiF.RrU8. Meeuwenlaan 16, IJmulden-O. IVaachrlft Redactie. Nadsd wij thans het hoor en wederhoor Inzake eventueele verlaging van ambtenaarssalarissen royaal ln toepassing heb ben gebracht, kunnen wij geen stukken hier over meer opnemen. WIJ loopen vast met de ruimte. Binnenkort komt de zaak in de Staten- REUNISTENVERG4DERING N.D.D.D. De BeanUten-organisalie van N.D.D.D. (hel Studenleneorpi aan de Vrije UnirenlleO) hield gisteren haar laarvergadering Ie Amsterdam Bestuur rittend vlnr Ivanal de derde persoon, DPM. Krnyswijk, archivarisMr. ,1. IV. Haan. Prol Dr D H Th. Vollenhaven, praesctDt. D. Maula, abac tl, Dr. P. C .hnibbeabaettï II

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5