O I V EEN ONTMOETING
Het Communisme in de Practijk
m\ UrinaalVSm\4ndaaq
VRIJDAG 16 OCTOBER 1931
VIERDE BLAD PAG. 11
Nadruk verboden
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
FINANC1EELE MOEILIJKHEDEN
OP TIL?
Zoowel de Scandinavische bladen als de
Deutsche Allgemeine Zeitung te Berlijn
houden hardnekkig vol, dat de sowjet-regee
ring niet in staat is groote betalingen op
buitenlandsche wissels, die eerstdaags
komen te vervallen, te voldoen. Wij moeten
direct hieraan toevoegen, dat Moskou zelf
de waarheid van die geruchten ten stellig
ste ontkent. Maar wij zijn zoo gewend aan
deze categorische ontkenningen den laat-
sten tijd, waarbij ten slotte blijkt dat toch
geschiedt hetp-en officieel voortdurend ge
loochend werd, dat men vanzelf aan derge
lijke démenti's hoe langer hoe minder
waarde gaat hechten.
De sowjet-unie staat met Engeland en
ook met de Scandinavische landen in han
delsverbinding. Zij heefi dus vorderingen
op die landen en schulden aan die landen.
Het hangt er slechts vanaf, welke bedragen
grooter zijn, die der vorderingen of der
schulden, om te beslissen of de sowjet-unie
voordeel of nadeel heeft bij den waardeval
•van eenige buitenlandsche valuta's. En dat
geldt nog niet eens zoozeer voor de som
dier verplichtingen in het algemeen, als
voor de ontvangsten en betalingen, die op
een bepaald oogenblik voor de deur staan
De sowjet-repeering heeft immers geen
enkele reserve, en een tijdelijke verschui
ving van de be: ingsbalans naar een op
zichzelf geringe overmaat van verplichtin
gen zou haar reeds in groote moeilijkheden
kunnen brengen.
Men ondervindt in Moskou ook in ander
opzioht de nadeelen van het kapitalistische
6telsel, dat in andere landen heerscht. Zoo
schijnen eenige Poolscho firma's failliet *e
zijn gegaan, waaraan de sowjets groote
hoeveelheden bont hadden verkocht Hoe
wel elk groot faillissement en elke finan-
tieele moeilijkheid in het buitenland door
de sowjet-pers steeds met gejuich wordt
begroet als een bewijs voor de ineenstorting
van het kapitalisme zal men in dit geval
wel minder vroolijk zijn, waar de inkomsten
der sowjet-regeering door een dergelijk fail
llssement mede getroffen worden.
Intussohen zal de naaste toekomst aan
het licht brengen of de aanhoudende geruch
ten over finantieele moeilijkheden der sow
jets op een grond van waarheid berusten
ROECHIMOWITSJ AFGEZET.
Officieel wordt uit Moskou gemeld, dat
'de volkscommissaris voor hot transport
wezen, Roechimowitsj, van zijn functie is
ontheven en vervangen is door Andrcef, een
creatuur van Stalin. Roechimowitsj heeft
jarenlang belangrijke functies vervuld in
net economische leven der sowjet-unie. Hij
w'as geruimen tijd bestuurder van de trust
Donoegolj, de combinatie der kolenmijnen
van het Dongebicd en werd daarna lid van
het presidium van den oppersten economi-
6chcn raad der unie, om vervolgens tot
volkscommissaris voor het transportwezen
benoemd te worden. Hij had in die laat3te
functies een buitengewoon moeilijke taak;
de spoorwegen waren ten eenenmale niet in
staat te voldoen aan de eischen van het ver
keer, en bovendien werden die eischen
sprongsgewijs verhoogd met de toename
der productie en vooral het onnoodige ver
voer. doordat alle producten van hooger
hand verdeeld werden zonder acht te slaan
op de plaatsen, waar geproduceerd en ver
bruikt werd. Dientengevolge zwelt de stroom
van artikelen, die her- en derwaarts moeten
worden gebracht, schrikbarend aan.
Roechimowitsj had nu tot taak te zorgen,
dat het verkeer In ieder geval in staat zou
zijn alle aangeboden goederen te vervoeren
daarheen, waarheen zij door de organen
gedirigeerd worden, en ln dit taak is hij
ongetwijfeld» te kort geschoten. Het Is zoo
wanhopig gesteld met de spoorwegen, dat
men zelfs heeft opgehouden de dagelijksche
staatjes te publiceeren in de sowjet-pers
me? cijfers over de hoeveelheid wagons, die
de spoorwegen niet leverden aan de aan
vragers. Het hielp toch allemaal niets.
Evenmin heeft geholpen de met zooveel
ophef aangekondigde maatregel tof afschaf
flng der vroegere bepalingen, dat iedere loco
motief voortdurend in bedrijf zou zijn en
door willekeurig personeel zou worden be
diend. Daarop is men teruggekomen, nu
heeft men weer, net als voor de voorlaatste
hervorming, vaste ploegen op alle locomo
tieven. Gelijk het bij de sowjets voortdu
rend gaat is men bovendien van het eone
uiterste in het andere vervallen, en heeft
men getracht, voor elke machine in de her-
stehverkplaatsen, ja haast voor elk instru
ment, een vast© verbruiker aan te stellen,
die de verantwoordelijkheid draagt, dat het
hem toevertrouwde in orde blijft. Zooals ge-
al deze z. g. „socialistische" horvor
mingen hebben niets uitgewerkt. Het trans
port bleef hopeloos tekort schieten; vertra
gingen van uren zijn op de sowjet-spoor-
wegen heel gewoon, vertragingen van dagen
bij treinen op groote trajecten niet zeld
zaam. Zeer funest is de achteruitgang van
de z.g. commercieele snelheid der locomotie
ven gedurende het laatste jaar van 16 op
K.M. per uur. Dit cijfer geeft aan, hoeveel
de snelheid van de locomotief gemiddeld
is, inclusief al het stoppen, en bij
goederentreinen inclusief de rangeerbe
wegingen op het traject; het is dus
een maatstaf voor de snelheid, waar
mede het transportapparaat in zijn geheel
werkt, en hierna te beoordeelen is een dui
delk'ke achteruitgang te bespeuren.
Het lot van Roechimowitsj is nu bezegeld
door een uitlating van hem. waarover wij
vroeger reeds het een en ander mededeel
den. Op de gowone G.P.Oe. manier wilde
men een paar schuldigen zoeken voor du
slechte resultaten, liefst een paar hoogc
technici, die men van sabotage en wanbe
leid kon beschuldigen. Roechimowitsj heeft
zich daartegen verzet en verklaard, dat de
schuld bij de regeering lag, die de voorge
stelde begrootingen der spoorwegen jaren
lang reeds stelselmatig op ontoelaatbare
wijze besnoeide. Men had zoodoende geen
geld voor onderhoud van den weg, geen geld
voor de noodige reparaties aan locomotie
ven en wagons, men betaalde het personeel
schandelijk slecht, waardoor geen hoog
staande arbeid van deze menschen was te
verlangen. „Al nam Stalin zelf de leiding
np zich", moet hij hebben uitgeroepen, „dan
nog zouden de resultaten niet beter zijn."
De uitdaging is aangenomen, Stalin
houdt zich persoonlijk buiten schot, dio
blijft critiseeren en bevelen vanaf zijn se-
cretarisstoel der communistische partij, maar
hij heeft een van zijn naaste vrienden aan
gewezen om Roechimowitsj en anderen te
toonen hoe de spoorwegen volgens hem be
heerd moeten worden. Wat de werkelijke
resultaten betreft gelooven wij niet, dat
die aan het licht zullen treden. De slechte
gang van zaken bij de spoonvegen is on
verbrekelijk aan het sowjet-slelsel verbon
den. Stellig zijn echter vele nieuwe „socia
listische" hervormingen te wachten, waar
over genoeg spectakel zal worden gemaakt.
GEJUICH
De opening van twee nieuwe fabrieken,
een te Charkof en aan te Moskou, op 1
October j.l. is met feestelijkheden gepaard
gegaan. In Charkof is een nieuwe tractoren
fabriek in bedrijf gesteld, die in 15 maanden
tijds is gebouwd, in Moskou is de gemoder
niseerde automobielenfabriek Amo in wer
king gesteld. De laatste zal per jaar voor-
loopig 50.000 vrachtauto's leveren.
De sowjet-pers wijst in dit verband op
het feit, dat binnenkort ook de automobiel
fabriek voor Ford auto's te Nizjni-Nowzo-
rod gereed komt, en dat tegenover deze
groote uitbreidingen in da sow iet-unie staaf
de sluiting van de Ford-fabrieken in Ame
rika en de inkrimping van het bedrijf in
alle andere autofabrieken.
Er zullen in de overschietende drie maan
den van dit Jaar dagelijks 2—3 nieuwe fa
brieken in bedrijf worden gesteld, zoodat
men het totaal van 518 nieuwe eenheden
aan het eind van het jaar zal halen.
Kerknieuws.
VROUWENKIESRECHT
Waarom „Klaas*1 „er-vóór-is".
Tn het Kerkblad der Ned. Herv. Kerk in
Zuid-Afrika" wordt verhaald waarom Klaas
vóór het vrouwenstemrecht in de Kerk is:
Sommige mans sê sommer op die plek: Nee,
dit is teen die Bybel en dit mag nje.
Ander sg weer: Nee, as die vrouens eers
kan praat en stem in die gemeentevergade-
rings, sal ons nooit klaar kom nie ens.
Maar Klaas verwonder hom oor dit alles
baifi, want die vrouens regeer tog maar die
mans, en dus ook kerk en staat. Of ons dit
nou wü erken of nie, dit maak nie saak nie,
dit is so. En omdat dit so is. en omdat die
vrouens daë agtereen moet rondry om te
kollekteer vir basaars; en omdat hullie daar
by de kerk, wanneer die meeste mans rond-
Etap, en gesels en hulle pyp rook, moet kos
kook op die kaal vlakte, 6onder enige beskor-
ming teen reën en son, om die gaar-gesuk-
kelde kos, aan die mans te verkoop vir soms
ver onder die waarde, om tog maar bietje
geld te kry om die kerkskuld te betaal.
daarom, meen Klaas, mag die vroue stemreg
hê in ons kerk.
Of dit teen die Bybel Is laat Klaas over
aan die professore en predikatie om uit te
CRITIEKE TIJDEN
Het Volkenbondsapparaat wordt thans wel op zware proef gesteld.
DE INRICHTING DER ROOMSCHE KERK.
Een gerieflijk handboekje.
Niet alleen voor Protestanten, ook voor
Katholieken is het dikwijls zeer moeilijk om
een eenigszins heldere voorstelling te heb
ben van de inrichting der Roomsche Iverk en
van verschillende instellingen, namen, titels
enz., die men bij haar aantreft, alsmede der-
zelver rangorde en onderling verband.
Dit niet op de hoogte zijn is dikwijls erg
lastig. Is er dan geen beknopt, overzichtelijk
handig boekje, waarin op betrouwbare wijze
in dezen aan onkundigen de weg wordt ge-
Ja zeker wel, zoo kunnen we antwoorden,
nu we in bezit kwamen van het bij Martinus
Nijhoff te Den Haag uitgegeven „Handboek
van het bestuur der Katholieke Kerk", samen
gesteld door P. J. L. M. Gouling. Het woord
I handboek schrikke niet af, het heele werkje
telt met bijlagen, register en al, slechts een
150 bladzijden.
Het is zeer helder, overzichtelijk on ruim
I gedrukt, en biedt nu juist wat we boven vroe-
gen.
1 Kort en duidelijk wordt meegedeeld, bijv.
wat metropolitanen zijn, en wat het ambt is
van suffragaan-bisschoppen, hoe de geestelijk
heid wordt opgeleid, wat supertoren van Mis
sies zijn, wat er van de lagere geestelijkheid
dient geweten te worden, hoe bischoppen wor
den benoemd, wat er in 't kort te vertellen
valt van kerkvergaderingen en conferenties,
wat men wil weten van de verschillende con
gregaties, welke de rjj der pausen is, welke
stukken er door den Heiligen Stoel kunnen
worden gepubliceerd, hoe een heilig of ook
een zaligverklaring plaats heeft, enz., enz.
Genoeg om te doen zien, dat deze uitgave
zoowel voor Protestanten als voor vele Ka
tholieken, buitengewoon handig en gerieflijk
is. We twijfelen dan ook niet, of zeer velen
zullen er een dankbaar gebruik van maken.
„ONDER EIGEN VAANDEL"
Het Octobernummer van „Onder eigen
Vaandel" is geheel gewyd aan de oecur
sche beweging der Kerken. Prof. Dr. J. R.
Slotemaker, daartoe wel de aangewezen man
opent de ril der artikelen met een overden
king over Eleze 3 18: „met al de heiligen".
Dan wordt door Dr. J. C. Roose, van Gronin
gen, een artikel geleverd, over Nathan Söder-
blom, de man die in de oecumenische bewe
ging zulk een vooraanstaande plaats innam
Dr. F. M. Th. B h 1, van Leiden, schrijft
over de oecumenische beweging en het Neder-
landsch Hervormde vraagstuk. De verhouding
van de eenheidsbeweging en de Ned. Herv.
Kerk wordt bezien door Dr. H. J. Honders,
van Sneek, en Dr. Th. L. Haitjema, van Gro
ningen, geeft een artikel over ..Evangelische
Katholiciteit?"
Daarna volgt als gewoonlijk de goed ver
zorgde kroniek van de hand van Ds. A. B. te
Winkel, terwijl het waardevolle nummer wordt
besloten met boekbesprekingen.
DIACONIE
„D i a k o n i a". Het Octobernummer
„Diakonia", het orgaan van de Federatie van
Herv. diaconieën, is weer uitnemend verzorgd
en laat weer zien, dat dit tijdschrift een bijna
onmisbaar blad is voor wie in de Ned. Herv.
Kerk diaconaal eenigszins meeleeft. De heer
C. J. Oskam opent genoemde aflevering met
een artikel over Kinderzorg, waarin hy
overzicht geeft van wat er gedaan i3 vooi
misdadige en voor het verwaarloosde kind; de
eigenlijke verzorging daarvoor begon pas in
de vorige eeuw. Hij zal een volgende maal
vertellen over het werk van .Kinderzorg".
Verder worden de lezers op de hoogte ge
bracht met het werk van de stichting, huizen
van weldadigheid en barmhartigheid in de
Ned. Herv. Kerk, gevestigd te Amersfoort
met „Vredeheim'', welke vereeniging bedoelt
de verzorging aan hulpbehoevenden en ouden
van dagen. Uit Dordr. Kerkb. is overgenomen
een bijdrage over een al te veel vergeten hoofd
stuk van de diaconale arbeid. Er wordt in
uiteengezet dat de diakenen niet alleen heb
ben te zorgen voor de armen, maar ook
de rijken, opdat deze niet zondigen, door zich
niet recht te kwijten van hun plicht als rent
meesters. Voor de zooveelste maal komen de
afbetalingspractijken ter sprake, door mede-
deeling van een vonnis van den kantonrech
ter Mr. L. S. G. de Hartog, van Amsterdam,
die het cedeeren aan den leverancier van toe
komstig loon van den kooper ongeldig ver
klaarde. Van den overleden hoofdredacteur G.
J. A. Ruys, komt nog een bijdrage voor, waar
in deze zich keert tegen Kerstuitdeeling
-tractatie van „armen" en „bedeelden"; deze
is volgens hem slechts een andere vorm
hetgeen vroeger plaats had als né de gods
dienstoefening in de consistoriekamer of in
de kerk „de bedeeling werd uitgereikt". Vol
gen verder nog de diaconale kroniek en eenige
knipsels uit andere tijdschriften.
HERDOOP
Naar aanleiding van het artikel van Dr. M.
H. A. van der Valk „Huwelijken van Balkan
vorsten" in het nummer van Vrijdag 9 Octo
ber, waar in noot 5 iets opgemerkt wordt
over den herdoop, willen we wijzen op hetgeen
Dr. J. C. Rullmann in zijn werk „De Dole
antie" schrijft over de wettigheid van
doop.
De Synode van de Ned. Herv. Kerk besloot
in 1888, onder voorzitterschap van Dr. M. A.
Perk (voorzitter van het Tooneelverbond), den
doop der Doleerenden niet te erkennen
iang deze niet een erkend Kerkgenootschap
uitmaakten.
Zoo besliste ook de Synode van 1837 ten
zien van den doop der Afgescheidenen,
lang zy geen wettig erkende Kerkgemeente
vormden.
De stelling van de Synode van 1888 vond
ingang, want op het eind van 1889 werd door
Ds. Posthumus Meyjes, predikant bij de Ned.
Herv. Gemeente te Amsterdam, een kind her
doopt, dat reeds door Ds. C. A. Renier, des
tijds predikant bij de Ned. Geref. (Doleerende)
Kerk te Amsterdam, was gedoopt.
Een publieke profanatie van het Sacrament,
zegt Dr. Rullmann, straks ook in de Jacobi-
kerk te Utrecht vertoond.
Het kerkhistorisch geweten van Prof. Dr.
van Toorenenbergen had op de Utrechtsche
Predikantenvergadering van 1 Mei 1889 reeds
getoornd tegen dit fanatieke besluit der Sy
node. Zyn advies ging er tegen in.
Den Amsterdamschen predikant Ds. C. H.
Koopman wilde men eveneens dwingen tot
herdoop, maar deze weigerde en legde zyn
ambt neer.
„NIEUWE THEOLOGISCHE STUDIËN".
Nieuwe Theologische Studiën bevat in zyn
Octobernummer een uiteenzetting van Dr. H.
W. van der Vaart Smit, den directeur, aan
gaande doel cn werking van het Nederlandsch
Christelijk Persbureau. Daarna volgt eex
tikel van Prof. Dr. W. J. Aalders, van Gro
ningen, over de cirkel van Heidegger, want
het werk van Martin Heidegger over Sein und
Zeit, is volgens hem ook voor theologen
belang, gelijk hy t.o.v. genoemd onderwerp
in dit artikel nader laat blijken. Dr. Th. L.
W. van Ravesteyn, oriënteert over enkele
nieuwe uitgaven en Studiën, van belang v
de bestudeering van het Oude Testament,
ZENDING
Het Evange lie in China. Terwyl
thans in Japan onder de krachtige en bezie
lende leiding van Kagawa een „veldtocht
het Koninkrijk Gods" in Amerikaan-
schen stijl geleid wordt, is in China een „vyf
jaars-beweging" in het leven geroepen. Ook
hier beoogt men een Evangelisatie-veldtocht
het Evangelie te prediken en daardoor de
Chineesche Kerk krachtig uit te breiden. De
spil van de beweging is de Chineesche
Christenraad, (National Christian Council),
die alle by hem aangesloten Kerken en
Zendingscorporaties in dezen arbeid betrekt.
Secretaris van den Christenraad is Dr. Cheng
Ching Yi, die tevens moderator is van de
Chineesche Kerk van Christus.
t is jammer, dat China in dezen ge
weldigen tijd niet een leider heeft van de
kracht en beteekenis van Kagawa in Japan.
Hiermee wordt echter niets ten nadeele van
Dr. Cheng gezegd. Hij is een degelyk ge
leerde, een rustig leider, maar niet eert man
groote welsprekendheid, niet iemand, die
dadelijk beslag op zyn gehoor weet te leggen
Hij weet dit ook en heeft daarom de hulp
ingeroepen van Sherwood Eddy, Stanley
Jones en Kagawa om naar China te komen
daar aan den Evangelisatie-arbeid voor
eenigen tijd deel te nemen
Schoolnieuws.
DE EENHEIDSBEWEGING
De heer J. C. Wirtz Gzn., te Oegstgeest,
schrijft ons:
Er is door heel de wereld en op ieder
terrein een streven om de algemene
deeldheid plaats te doen maken voor meer
eenheid. De Volkenbond zoekt naar mid
delen om die eenheid te bevorderen op
staatkundig terrein; de Wereldbond dei
Kerken bedoelt hetzelfde op het gebied der
Kerk en ook voor het onderwijs zoekt men
naar meer eenheid. Dat dit streven overal
met grote moeilikheden te kampen heeft
laat zich begrijpen. Ik bepaal me uit den
aard der zaak tot het onderwijs.
De openbare school van 1806 was bedoeld
als de school voor heel de natie. En wat is
daarvan geworden? Eerst moet men zoeken
naar de grootst gemene deler voor de gods
dienst en een poosje, een klein poosje kon
men het stellen met een godsdienst boven
geloofsverdeèldheid. Doch al heel spoedig
bleek het, dat men de grootst gemene deler
moest zoeken uit onderling ondeelbare ge
tallen en de rekenaars weten het: die is
heel klein, die is éénl Toen kreeg men
hetzelfde werk voor de geschiedenis en ten
slotte moest de Overheid de eenheidsschool
los laten en men kreeg het zoover, dat die
Overheid voortaan neutraal zou staan
tegenover de 6Chool. Wel beproefde de wet
van 1920 nog een leerplan te geven, waar
door we een paedagogiese eenheidsschool
zouden krijgen, maar ons volk was daarvan
al even afkerig als van de eenheidsworst
in de oorlogsjaren.
Toch blijft men zoeken naar meer een
heid voor de kinderen van ons volk en ik
ben daar blij om daar dit streven bewijst,
dat men bewust of onbewust toch luistert
naar het grote gebod: „Heb uw naaste lief
als u zelf."
Zo verscheen bij Wolters in Groningen
het begin van een serie leesboeken onder
leiding van K. Brants, die in de inleiding
o.a. schrijft: „Dit boek wil gelezen worden
door alle leerlingen van ons volk; dit
boek is bestemd voor leerlingen van alle
scholen." Zal dit ook werkelik gebeuren?
Ik vrees met grote vrees. Wat v. d. Hulst
mevr. WesterbrinkWirtz en hun geloofs
genoten schrijven, valt niet in de smaak
der onderwijzers van de Bond. die zich
aangesloten heeft bij de vakbeweging der
Socialisten. Als v. d. Burgt schrijft over
de Tabernakel-God, zullen Protestanten
zich daaraan stotpn, en als David Tomkins
vertelt, welke lelike dingen de Putjesschep
pers soms uithalen, maar vergeet, die
streng af te keuren, dan hoop ik. dat dit
op geen enkele school goedgekeurd zal
worden. Neon, op deze wijze krijgt men
geen eenheid in de leesstof op onze lagere
scholen, al willen we gaarne dankbaar zijn
voor de goed bedoelde poging.
Meer verwachting heb ik van de serie:
„Nederlandsche Volkskunde", die bij Noord-
hoff in Groningen verschijnt Dat zijn
negen vrij dikke schoolboeken bestemd
voor de zesde en zevende klas der lagere
school. Medewerking is verleend door Prof.
Dr. J. Waterink, D. Wouters, Paul van
Ipenburg. Diet Kramer, Drs. P. J. Meertens
Anne de Vries, Daan Deken e.a. Alles is
verlucht met houtsneden door verschil
lende kunstenaars.
Het eerste deel geeft proza en poëzie uit
heel Nederland en kan dan ook overal ge
bruikt worden. Bij het doorlezen werd ik
soms verrast door iets, dat ik mijn hele
leven nog niet geweten had. Misschien is
het wel erg dom van me, maar al heb ik
in mijn jeugd nog al eens met het ganzen
bord meegespeeld: ik heb nooit geweten,
dat in dit spel het hele mensenlot wordt
weergegeven. Wie in dit opzicht even dom
is als ik. moet maar eens zien, wat op
bi. 160 is overgenomen uit „Eigen volk"
van 1929 en geschreven is door A. Evers
Gelukkig heb ik ook wat gevonden, daar
ik meer van wget dan de samenstellers,
doch ik moet er bijvoegen, dat ik dat
weetje gevonden heb bij P. de Zeeuw JGzn.
en wel in „De Koksmaat van de Drome
daris". Daar is sprake van „Duvekaters" en
ook in „Nederlandsche Volkskunde" vindt
men iets over dit Kerstgebak. En dan zegt
de schrijver, dat hij de afleiding van het
woord niet kent De Zeeuw, vertelt ons,
dat dit oorspronkelik een Frans gebak is
en dan heette het „deux fois quatre", omdat
het uit tweemaal vier geledingen bestaat.
Daar deze duvekaters ook deuvekaters ge
noemd worden, komt mij die afleiding en
verbastering volstrekt niet ongerijmd voor.
Er staat in dat eerste deel nog heel veel
moois, wat voor de jeugd aantrekkclik is
en wat ouderen ook nog wel graag willen
weten. Het „Leugenrijmpje" over de alma
nak vonden de verzamelaars stellig heel
aardig, want ze hebben het tweemaal opge
nomen op bl. 27 en bi. 152.
Het tweede stukje geeft volkskunde uit
Friesland en daarin komen heel wat stukjes
voor in de Friese taal. waardoor zë voor
de scholen buiten genoemde provincie min
der bruikbaar zijn maar de vele Friezen
in Amsterdam, Rotterdam en elders zullen
dit boekje gaarne kopen voor hun kinderen
en voor zich zelf. Ongeveer hetzelfde geldt
voor nummer drie, dat over Groningen
handelt en waarin ook enkele stukjes voor
komen in dialect.
In de zes overige stukjes, waaronder ook
een over Vlaanderen, vindt men minder
dialect en daardoor zijn ze overal bruikbaar
Nu spreekt het vanzelf, dat deze boekjes
er anders zouden uitzien, wannee
samengesteld waren door mensen van één
en dezelfde godsdienstige richting, doch
dan zouden ze ook een kleiner kring van
gebruikers gekregen hebben. Tans mag
men verwachten, dat ze overal aftrek vin
den, want in hetgeen deze boekjes geven
stelt iedereen belang, ook de Sociaal-demo-
kraat, al zingt hij de internationale. Dit
bewijst o.a. het feit, dat de Burgemeester
van Zaandam. K. ter Laan heel wat jaren
j^!l\ E I c h wat W 115 _L__1
Toen ik onlangs tegen den avond snel uit
de deur van een postkantoor naar buiten
ging, liep ik bijna tegen een heer aan, wiens
gelaat mij bekend voorkwam. Ik wierp een
tweeden onderzoekenden blik op dien heer,
die lang en slank was en een door de zon
verbrand gelaat had en mij eveneens ln 't j
oog loopend aanstaarde.
Een oogenblik dacht ik er over na, waar
i wanneer ik dit gezicht toch had gezien,
maar reeds kwam hij naar mij toe, stak zijn
beide handen uit en riep met van vreugde
stralende oogen: „Goeden dag, beste oude
jongen; dat zou ik nu toch nooit hebben ge
dacht. dat ik jou hier zou tegenkomen. Hoe
kom jij hier?".
Nu zijn er menschen die deze bekende
vraag altijd doen- Zij zijn even verbaasd,
iemand op straat of iu een restaurant te ont-
moeten, als zij het natuurlijkerwijze moesten
zijn als de ouimoeting m ue kwikmijuen
an Siberië plaats had.
Daarom voelde ik mij dubbel ontstemd;
ten eerste omdat myn vriend mij met zoo'n
algezaagd gezegde begroette; ten tweede
omdat ik nog steeds met wist waar ik dat
gezicht en die stem moest thuis brengen
Maar ik glimlachte vriendelijk, zij het dan
ook een beetje gedwongen, schudde den ou-
bekende hartelijk de hand en zeide: „Nu,
wat dat betreft, ik ben net zoo verbaasd als
jij. Wie had nu kunnen denken, dat ik je
hier zou ontmoeten?".
Het is namelijk een mijner eigenaardig
heden, of liever, het is myn ongeluk, dat ik
dikwijls mensohen, die ik eens ontmoet heb,
later niet herken. Namen kan ik in 't geheel
niet onthouden en dat heeft mij dikwijls in
een pijnlijken toestand gebracht; vooral te
genover dames is het iets verschrikkelijks
en daarom had ik mij sedert lang aange
wend eiken vriendelijken groet, elk beleefd
gezegde zoo hartelijk mogelijk te beantwoor
den, daar ik nooit kon weten wie het was
die mij groette of aansprak.
Zoo stond ik dan ook tegenover dezen
„vriend", beleefd, ja zelfs verheugd glim
lachend en spande mijn gedachten in, om
te verzinnen wie hij toch eigenlijk was, ter
wijl hij met het hoofd eenigszins op zijde
en een uitdrukking van op beleefde wijze
onderdrukte vroolijkheid op het gelaat mij
aankeek, alsof mijn verschijnen bij de deur
van het postkantoor een van die zonderlinge
gebeurtenissen was, waarvan men zich te
nauwernood een verklaring kan geven.
Dit duurde een paar seconden; toen riep
mijn vriend: „Nu, en hoe gaat het met je,
oude jongen?".
Ik zag hem van ter zijde aan.
„Och, hoe zou het gaan? men slaat zlcb
zoo goed mogelijk er doorheen. En hoe is
t met jou?".
„O, uitstekend. Je herkende me zeker
dadelijk?".
Ik glimlachte zenuwachtig. Zou mijn oude
kwaal mij weer een poets spelen? „Natuur
lijk, dadelijk".
En daarbij dacht ik: wie is die vent dan
toch? Ik kem hem ik ken uem zeker.
Maar wie is het?
Om mijn verlegenheid geen tijd te geven
nog grooter te worden, zeide ik haastig:
„En wat heb je al dien lijd uitgevoerd?".
„Nu, dat weet je immers; ik beu daar
ginds acht jaar geweest".
„Waar?", dacht ik bij mij zelf; maar hard
op zeide ik: „Ja, ja, natuurlijk
„Een mooi land, dat Amerika".
„Ja? En wat heb je er gedaan?".
„Och" hij haalde de schouders op
„zoowat hetzelfde als hier". En hij lachte.
Natuurlijk lachte ik ook, zooals mijn
plicht was.
Nu spreekt het vanzelf, dat het 't bests
geweest was openhartig te zeggen: „Myn
goede vriend, het doet me ontzettend veel
plezier je te zien, maar wie ben je toch eigen
lijk?". Ik was echter te dikwijls daarover
uitgelachen, zoo dikwijls, dat ik op dat punt
reeds uiterst zenuwachtig en gevoelig was
geworden; bovendien dacht ik, dat in den
loop van het gesprek alles van zelf zou wor
den opgehelderd en dat de naam van mijn
vriend mij wel zou Invallen. Ik besloot dus
rustig te wachten en de zaken te laten gaan
zooals ze wilden
Verder scheen de vreugde van mijn vriend
over de onverwachte ontmoeting zoo groot
te zijn, dat ik hem dat genoegen niet graag
zou hebben ontnomen.
Zoo liepen we samen vele straten door
Ti 't angstzweet brak me soms uit. Eindelijk
kwam dan toch gelukkig het oogenblik van
scheiden. Maar toch was ik nog erg nieuws
gierig te weten met wie ik nu eigenlijk in
broederlijke eendracht gewandeld had.
Mijn vriend liet mij beloven, dat ik hem
stellig zou komen opzoeken. „Ze zullen alle
maal ontzaglijk blij zijn, je weer eens te
zien", zei hij. Dus kom je morgen?".
„Ik zal komen maar zeg, waar woon je
tegenwoordig?".
Hij lachte en gaf me een knipoogje. „Het
oude adres, beste vriend nog altijd het
oude adres".
Ik was nog eren wijs.
„Zegl" riep ik hem na „hoe kom ik
er het gemakkelijkst?".
„In een auto, beste vriend!".
Daarop ging hij zelf in een auto zitten en
reed weg.
Wij hebben elkander nooit weergezien.
besteed heeft aan de samenstelling van
een Groninger woordenboek, 'k Vind daarin
een bewijs, dat de natuur sterker is dan
de leer en dat men zijn vaderland met
zijn moedertaal toch lief heeft boven al het
andere, al tracht men zich zelf wel eens
te suggereren, dat dit niet zo is.
Iedere poging om de eenheid van ons
volk te bevorderen verdient onze belang
stelling, al kunnen we niet al zulke pogin
gen steunen.
ONDERWIJS EN TECHNIEK
Ten dienste van het schoolonderwijs heeft
de N.V. Hollandsche Draad- en Kabelfabriek
te Amsterdam een schoolplaat in kleuren la
ten vervaardigen, waarop op overzichtelijke
wyze het fabricage-proces van een normale
rubberaderlelding 's afgebeeld.
Deze plaat zal met een korte beschrijving
van het geheele arbeidsproces en photo's van
de verschillende fabrieks ifdcelingen aan de
hiervoor in aanmerking komende onderwijs
inrichtingen toegezonden worden. Ook aan be
langstellenden wordt deze plaat op arnvrage
gratis verstrekt.
Deze plaat zal by hes or.de-wijs In de elec-
trotechniek van groot nut zyn, zoodat vele
onderwijsinstellingen hiervan ongetwijfeld een
dankbaar gebruik zullen maken.
UIT HET SOCIALE LEVEN
De bolsjewicatie van Europa in zicht?
In „De Gids", het orgaan van het C.N.V.,
vestigt Br. de aandacht er op, hoe de strijd
om de invoering der Russische werkweek in
de Duitsche economie in een nieuw stadium
Is gekomen.
Het Heye-coneern te DOsseldorf tn Duitsch-
land wist voor zijn flesschenfabricage in hoog
ste instantie, nadat de arbeiders zich uit prin
cipieels overwegingen hadden verzet, te ver
krijgen, dat werken op Zondag werd toege
staan. De firma verzekerde, dat door Zondags
arbeid minstens honderd arbeiders meer kon
den worden aangenomen en langer aan hel
werk zouden kunnen worden gehouden. De
firma hield haar woord, doch in den loop van
den tijd werden er zeshonderd arbeiders ont
slagen. En de arbeiders, als zy zich niet
ecnuldig wilden maken aan contractbreuk,
waren gedwongen ook op Zondag te werken.
De firma beweerde, dat door Zondagsrust op
Maandag zeer veel breuken en hierdoor groo-
tere productie-verliezen zouden ontstaan. Wat
dit betreft is bekend geworden, dat de breu
ken nu, waar de reparaties tijdens de werk
week moeten worden verricht, niet geringer,
doch eer grooter zyn dan voorheen.
Inmiddels is de fabriek te Delft stopgezet
en dreigt de directie met het bouwen van eer
fabriek in België, waar zy gemakkelijker toe
stemming voor Zondagsarbeid zou kunnen vei
krijgen. De directie beweert, dat er dan meer
arbeiders te werk zouden kunnen worden ge
steld, dat de productie goedkooper wordt
wat dies meer zij.
Het Europeesche flesschensvndicaat wil in
al zyn bedrijven in Duitschland den Zondags-
arbeid invoeren. Het Ryksarbeidsministerie,
dat hierover moet beslissen, zal binnenkort
hiertoe moeten overgaan.
Wordt goedkeuring verleend, dan zal de
productie der bij het syndicaat aangesloten
grootbedrijven met eenzevende vermeerderen,
ofschoon nog niet de helft kan worden afge
zet, De gevolgen zijn: ontslag van een zeer
groot deel der arbeiders en ondergang van
kleine ondernemingen. De filiaalbedrijven var
het concern zullen op de regeeringen ir
Tsjecho-Slowakye en Polen pressie uitoefe
nen ter verkrijging van den Zondagsarbeid
en anderzijds dreigen met overbrenging der
bedrijven naar Dnitschland. Iets dergelijks
zal met de Nederlandsche regeering beproefd
Br. merkt Merbü het volgende op: Om stop
zetting dezer grootbedrijven in dezen zwaren
crisistijd te vermijden, zal de druk moeilijk
zijn te weerstaan. De consekwentie eiseht,
dat de vergunning voor Zondagsarbeid tot al
le gelijksoortige bedrijven wordt uitgebreid,
waardoor een belangrijke schrede op den weg
naar algeheele invoering der Russische ar
beidsweek is gedaan In Engeland en Fran
krijk werkt reeds een deel der bedrijven Zon
dags en België zal wel volgen.
De witglasindustrie zal dien weg moeten
volgen, wat praktisch beteekent, dat de over-
groote meerderheid der Duitsche witglasfabrie
ken wordt stopgezet en reusachtige aanwas
van de werkloosheid en enorm kapitaalverlies
by de kleinere en gemiddelde bedrijven volgt.
De andere landen moeten mee en daarmede
zou de Russische arbeidsweek in Europa een
feit zyn.
Br. ziet bet aankomen, dat zich 6poedig an
dere takkken van industrie zullen melden, die
invoering van Zondagsarbeid noodig achten.
De grooto kunstzijdefabriek Courtaulds te
Keulen heeft reeds toestemming gevraagd.
Zy acht dit noodig als besparingsmiddel. Heeft
zy de goedkeuring der Overheid, dan volgt
weer ontslag aan allen, die zich tegen Zon
dagsarbeid kanten.
De Hollandsche krmstzijde-industrie zal moe
ten volgen, daar deze industrie slechts wereld
directies kent en geen nationale, die zich te
richten hebben naar eerstgenoemden. En dit
zal zich uitstrekken over de geheele kunst-
zyde-industrie en weldra over alle grootbe
drijven.
Br. besluit zyn artikel aU volgt: Wie de
invoering van dit cultuurbolsjewisme in
Duitschland en in het overige Europa niet wil
zal nu in de komende weken, die beslissend
zyn, invloed moeten uitoefenen. Wanneer de
ontwikkeling grooter omvang aangenomen
heeft, zal zy moeilyk meer gestuit kunnen
worden.
Techniek.
NIEUWE VERKEERSSIGNALEN.
Ontstoken door de passeerende auto's zelL
Het stelsel van verkeerssignalen op
kruispunten, die door middel van uurwer
ken voortdurend op vastgestelde perioden
wisselen en dat reeds Jaren in de Ver. Sla
ton wordt toegepast, heelt het groote be
zwaar, dat men genoodzaakt is te stoppen
en te wachten voor een rood lioht, ook wan
neer er in het geheel geen andere auto in
zicht is.
Daarom is men nu bezig met de ontwik
kel.ng van een systeem, waarbij een auto
zijn eigen 9ignaal ontsteekt. Op eenigen af
stand van een kruispunt ligt vlak onder
het straatoppervlak een electri9che kabel.
Rydt een wagen daarover, dan gaat er voor
het dwarsverkeer een rood llch
terwyl voor de bedoelde auto een groen
lioht verschijnt. Deze lichten blijven een
poosje branden en veranderen daarna auto
matisch.
In de Ver. Staten is dat systeem al in
gebruik, doch op beperkte schaal, omdat
het niet zeker is dat alle auto's do rechter
zijde van den weg houden waar de ga-
noemde kabel is gelegd.
In Londen neemt men *iu echter pmevcn
met een verbeterd systeem, waarhij de ksbe!
over de geheele wegbreedte is gelogd, doch
alleen gevoelig is voor wagens komende
uit ëén richting.
Wanneer dit systeem onberispelijk werkt,
zal het vraagstuk der verkeerssignalen een
heel stuk gevorderd zijn. Het werkt nl.
zoowel 's nachts als overdac zoo errnor,ilsr>i
mogelijk, omdat er geen lichten bran -n als
er geen wagens zijn die zc moeten zien.