O I V EEN ONTMOETING Het Communisme in de Practijk m\ UrinaalVSm\4ndaaq VRIJDAG 16 OCTOBER 1931 VIERDE BLAD PAG. 11 Nadruk verboden Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen FINANC1EELE MOEILIJKHEDEN OP TIL? Zoowel de Scandinavische bladen als de Deutsche Allgemeine Zeitung te Berlijn houden hardnekkig vol, dat de sowjet-regee ring niet in staat is groote betalingen op buitenlandsche wissels, die eerstdaags komen te vervallen, te voldoen. Wij moeten direct hieraan toevoegen, dat Moskou zelf de waarheid van die geruchten ten stellig ste ontkent. Maar wij zijn zoo gewend aan deze categorische ontkenningen den laat- sten tijd, waarbij ten slotte blijkt dat toch geschiedt hetp-en officieel voortdurend ge loochend werd, dat men vanzelf aan derge lijke démenti's hoe langer hoe minder waarde gaat hechten. De sowjet-unie staat met Engeland en ook met de Scandinavische landen in han delsverbinding. Zij heefi dus vorderingen op die landen en schulden aan die landen. Het hangt er slechts vanaf, welke bedragen grooter zijn, die der vorderingen of der schulden, om te beslissen of de sowjet-unie voordeel of nadeel heeft bij den waardeval •van eenige buitenlandsche valuta's. En dat geldt nog niet eens zoozeer voor de som dier verplichtingen in het algemeen, als voor de ontvangsten en betalingen, die op een bepaald oogenblik voor de deur staan De sowjet-repeering heeft immers geen enkele reserve, en een tijdelijke verschui ving van de be: ingsbalans naar een op zichzelf geringe overmaat van verplichtin gen zou haar reeds in groote moeilijkheden kunnen brengen. Men ondervindt in Moskou ook in ander opzioht de nadeelen van het kapitalistische 6telsel, dat in andere landen heerscht. Zoo schijnen eenige Poolscho firma's failliet *e zijn gegaan, waaraan de sowjets groote hoeveelheden bont hadden verkocht Hoe wel elk groot faillissement en elke finan- tieele moeilijkheid in het buitenland door de sowjet-pers steeds met gejuich wordt begroet als een bewijs voor de ineenstorting van het kapitalisme zal men in dit geval wel minder vroolijk zijn, waar de inkomsten der sowjet-regeering door een dergelijk fail llssement mede getroffen worden. Intussohen zal de naaste toekomst aan het licht brengen of de aanhoudende geruch ten over finantieele moeilijkheden der sow jets op een grond van waarheid berusten ROECHIMOWITSJ AFGEZET. Officieel wordt uit Moskou gemeld, dat 'de volkscommissaris voor hot transport wezen, Roechimowitsj, van zijn functie is ontheven en vervangen is door Andrcef, een creatuur van Stalin. Roechimowitsj heeft jarenlang belangrijke functies vervuld in net economische leven der sowjet-unie. Hij w'as geruimen tijd bestuurder van de trust Donoegolj, de combinatie der kolenmijnen van het Dongebicd en werd daarna lid van het presidium van den oppersten economi- 6chcn raad der unie, om vervolgens tot volkscommissaris voor het transportwezen benoemd te worden. Hij had in die laat3te functies een buitengewoon moeilijke taak; de spoorwegen waren ten eenenmale niet in staat te voldoen aan de eischen van het ver keer, en bovendien werden die eischen sprongsgewijs verhoogd met de toename der productie en vooral het onnoodige ver voer. doordat alle producten van hooger hand verdeeld werden zonder acht te slaan op de plaatsen, waar geproduceerd en ver bruikt werd. Dientengevolge zwelt de stroom van artikelen, die her- en derwaarts moeten worden gebracht, schrikbarend aan. Roechimowitsj had nu tot taak te zorgen, dat het verkeer In ieder geval in staat zou zijn alle aangeboden goederen te vervoeren daarheen, waarheen zij door de organen gedirigeerd worden, en ln dit taak is hij ongetwijfeld» te kort geschoten. Het Is zoo wanhopig gesteld met de spoorwegen, dat men zelfs heeft opgehouden de dagelijksche staatjes te publiceeren in de sowjet-pers me? cijfers over de hoeveelheid wagons, die de spoorwegen niet leverden aan de aan vragers. Het hielp toch allemaal niets. Evenmin heeft geholpen de met zooveel ophef aangekondigde maatregel tof afschaf flng der vroegere bepalingen, dat iedere loco motief voortdurend in bedrijf zou zijn en door willekeurig personeel zou worden be diend. Daarop is men teruggekomen, nu heeft men weer, net als voor de voorlaatste hervorming, vaste ploegen op alle locomo tieven. Gelijk het bij de sowjets voortdu rend gaat is men bovendien van het eone uiterste in het andere vervallen, en heeft men getracht, voor elke machine in de her- stehverkplaatsen, ja haast voor elk instru ment, een vast© verbruiker aan te stellen, die de verantwoordelijkheid draagt, dat het hem toevertrouwde in orde blijft. Zooals ge- al deze z. g. „socialistische" horvor mingen hebben niets uitgewerkt. Het trans port bleef hopeloos tekort schieten; vertra gingen van uren zijn op de sowjet-spoor- wegen heel gewoon, vertragingen van dagen bij treinen op groote trajecten niet zeld zaam. Zeer funest is de achteruitgang van de z.g. commercieele snelheid der locomotie ven gedurende het laatste jaar van 16 op K.M. per uur. Dit cijfer geeft aan, hoeveel de snelheid van de locomotief gemiddeld is, inclusief al het stoppen, en bij goederentreinen inclusief de rangeerbe wegingen op het traject; het is dus een maatstaf voor de snelheid, waar mede het transportapparaat in zijn geheel werkt, en hierna te beoordeelen is een dui delk'ke achteruitgang te bespeuren. Het lot van Roechimowitsj is nu bezegeld door een uitlating van hem. waarover wij vroeger reeds het een en ander mededeel den. Op de gowone G.P.Oe. manier wilde men een paar schuldigen zoeken voor du slechte resultaten, liefst een paar hoogc technici, die men van sabotage en wanbe leid kon beschuldigen. Roechimowitsj heeft zich daartegen verzet en verklaard, dat de schuld bij de regeering lag, die de voorge stelde begrootingen der spoorwegen jaren lang reeds stelselmatig op ontoelaatbare wijze besnoeide. Men had zoodoende geen geld voor onderhoud van den weg, geen geld voor de noodige reparaties aan locomotie ven en wagons, men betaalde het personeel schandelijk slecht, waardoor geen hoog staande arbeid van deze menschen was te verlangen. „Al nam Stalin zelf de leiding np zich", moet hij hebben uitgeroepen, „dan nog zouden de resultaten niet beter zijn." De uitdaging is aangenomen, Stalin houdt zich persoonlijk buiten schot, dio blijft critiseeren en bevelen vanaf zijn se- cretarisstoel der communistische partij, maar hij heeft een van zijn naaste vrienden aan gewezen om Roechimowitsj en anderen te toonen hoe de spoorwegen volgens hem be heerd moeten worden. Wat de werkelijke resultaten betreft gelooven wij niet, dat die aan het licht zullen treden. De slechte gang van zaken bij de spoonvegen is on verbrekelijk aan het sowjet-slelsel verbon den. Stellig zijn echter vele nieuwe „socia listische" hervormingen te wachten, waar over genoeg spectakel zal worden gemaakt. GEJUICH De opening van twee nieuwe fabrieken, een te Charkof en aan te Moskou, op 1 October j.l. is met feestelijkheden gepaard gegaan. In Charkof is een nieuwe tractoren fabriek in bedrijf gesteld, die in 15 maanden tijds is gebouwd, in Moskou is de gemoder niseerde automobielenfabriek Amo in wer king gesteld. De laatste zal per jaar voor- loopig 50.000 vrachtauto's leveren. De sowjet-pers wijst in dit verband op het feit, dat binnenkort ook de automobiel fabriek voor Ford auto's te Nizjni-Nowzo- rod gereed komt, en dat tegenover deze groote uitbreidingen in da sow iet-unie staaf de sluiting van de Ford-fabrieken in Ame rika en de inkrimping van het bedrijf in alle andere autofabrieken. Er zullen in de overschietende drie maan den van dit Jaar dagelijks 2—3 nieuwe fa brieken in bedrijf worden gesteld, zoodat men het totaal van 518 nieuwe eenheden aan het eind van het jaar zal halen. Kerknieuws. VROUWENKIESRECHT Waarom „Klaas*1 „er-vóór-is". Tn het Kerkblad der Ned. Herv. Kerk in Zuid-Afrika" wordt verhaald waarom Klaas vóór het vrouwenstemrecht in de Kerk is: Sommige mans sê sommer op die plek: Nee, dit is teen die Bybel en dit mag nje. Ander sg weer: Nee, as die vrouens eers kan praat en stem in die gemeentevergade- rings, sal ons nooit klaar kom nie ens. Maar Klaas verwonder hom oor dit alles baifi, want die vrouens regeer tog maar die mans, en dus ook kerk en staat. Of ons dit nou wü erken of nie, dit maak nie saak nie, dit is so. En omdat dit so is. en omdat die vrouens daë agtereen moet rondry om te kollekteer vir basaars; en omdat hullie daar by de kerk, wanneer die meeste mans rond- Etap, en gesels en hulle pyp rook, moet kos kook op die kaal vlakte, 6onder enige beskor- ming teen reën en son, om die gaar-gesuk- kelde kos, aan die mans te verkoop vir soms ver onder die waarde, om tog maar bietje geld te kry om die kerkskuld te betaal. daarom, meen Klaas, mag die vroue stemreg hê in ons kerk. Of dit teen die Bybel Is laat Klaas over aan die professore en predikatie om uit te CRITIEKE TIJDEN Het Volkenbondsapparaat wordt thans wel op zware proef gesteld. DE INRICHTING DER ROOMSCHE KERK. Een gerieflijk handboekje. Niet alleen voor Protestanten, ook voor Katholieken is het dikwijls zeer moeilijk om een eenigszins heldere voorstelling te heb ben van de inrichting der Roomsche Iverk en van verschillende instellingen, namen, titels enz., die men bij haar aantreft, alsmede der- zelver rangorde en onderling verband. Dit niet op de hoogte zijn is dikwijls erg lastig. Is er dan geen beknopt, overzichtelijk handig boekje, waarin op betrouwbare wijze in dezen aan onkundigen de weg wordt ge- Ja zeker wel, zoo kunnen we antwoorden, nu we in bezit kwamen van het bij Martinus Nijhoff te Den Haag uitgegeven „Handboek van het bestuur der Katholieke Kerk", samen gesteld door P. J. L. M. Gouling. Het woord I handboek schrikke niet af, het heele werkje telt met bijlagen, register en al, slechts een 150 bladzijden. Het is zeer helder, overzichtelijk on ruim I gedrukt, en biedt nu juist wat we boven vroe- gen. 1 Kort en duidelijk wordt meegedeeld, bijv. wat metropolitanen zijn, en wat het ambt is van suffragaan-bisschoppen, hoe de geestelijk heid wordt opgeleid, wat supertoren van Mis sies zijn, wat er van de lagere geestelijkheid dient geweten te worden, hoe bischoppen wor den benoemd, wat er in 't kort te vertellen valt van kerkvergaderingen en conferenties, wat men wil weten van de verschillende con gregaties, welke de rjj der pausen is, welke stukken er door den Heiligen Stoel kunnen worden gepubliceerd, hoe een heilig of ook een zaligverklaring plaats heeft, enz., enz. Genoeg om te doen zien, dat deze uitgave zoowel voor Protestanten als voor vele Ka tholieken, buitengewoon handig en gerieflijk is. We twijfelen dan ook niet, of zeer velen zullen er een dankbaar gebruik van maken. „ONDER EIGEN VAANDEL" Het Octobernummer van „Onder eigen Vaandel" is geheel gewyd aan de oecur sche beweging der Kerken. Prof. Dr. J. R. Slotemaker, daartoe wel de aangewezen man opent de ril der artikelen met een overden king over Eleze 3 18: „met al de heiligen". Dan wordt door Dr. J. C. Roose, van Gronin gen, een artikel geleverd, over Nathan Söder- blom, de man die in de oecumenische bewe ging zulk een vooraanstaande plaats innam Dr. F. M. Th. B h 1, van Leiden, schrijft over de oecumenische beweging en het Neder- landsch Hervormde vraagstuk. De verhouding van de eenheidsbeweging en de Ned. Herv. Kerk wordt bezien door Dr. H. J. Honders, van Sneek, en Dr. Th. L. Haitjema, van Gro ningen, geeft een artikel over ..Evangelische Katholiciteit?" Daarna volgt als gewoonlijk de goed ver zorgde kroniek van de hand van Ds. A. B. te Winkel, terwijl het waardevolle nummer wordt besloten met boekbesprekingen. DIACONIE „D i a k o n i a". Het Octobernummer „Diakonia", het orgaan van de Federatie van Herv. diaconieën, is weer uitnemend verzorgd en laat weer zien, dat dit tijdschrift een bijna onmisbaar blad is voor wie in de Ned. Herv. Kerk diaconaal eenigszins meeleeft. De heer C. J. Oskam opent genoemde aflevering met een artikel over Kinderzorg, waarin hy overzicht geeft van wat er gedaan i3 vooi misdadige en voor het verwaarloosde kind; de eigenlijke verzorging daarvoor begon pas in de vorige eeuw. Hij zal een volgende maal vertellen over het werk van .Kinderzorg". Verder worden de lezers op de hoogte ge bracht met het werk van de stichting, huizen van weldadigheid en barmhartigheid in de Ned. Herv. Kerk, gevestigd te Amersfoort met „Vredeheim'', welke vereeniging bedoelt de verzorging aan hulpbehoevenden en ouden van dagen. Uit Dordr. Kerkb. is overgenomen een bijdrage over een al te veel vergeten hoofd stuk van de diaconale arbeid. Er wordt in uiteengezet dat de diakenen niet alleen heb ben te zorgen voor de armen, maar ook de rijken, opdat deze niet zondigen, door zich niet recht te kwijten van hun plicht als rent meesters. Voor de zooveelste maal komen de afbetalingspractijken ter sprake, door mede- deeling van een vonnis van den kantonrech ter Mr. L. S. G. de Hartog, van Amsterdam, die het cedeeren aan den leverancier van toe komstig loon van den kooper ongeldig ver klaarde. Van den overleden hoofdredacteur G. J. A. Ruys, komt nog een bijdrage voor, waar in deze zich keert tegen Kerstuitdeeling -tractatie van „armen" en „bedeelden"; deze is volgens hem slechts een andere vorm hetgeen vroeger plaats had als né de gods dienstoefening in de consistoriekamer of in de kerk „de bedeeling werd uitgereikt". Vol gen verder nog de diaconale kroniek en eenige knipsels uit andere tijdschriften. HERDOOP Naar aanleiding van het artikel van Dr. M. H. A. van der Valk „Huwelijken van Balkan vorsten" in het nummer van Vrijdag 9 Octo ber, waar in noot 5 iets opgemerkt wordt over den herdoop, willen we wijzen op hetgeen Dr. J. C. Rullmann in zijn werk „De Dole antie" schrijft over de wettigheid van doop. De Synode van de Ned. Herv. Kerk besloot in 1888, onder voorzitterschap van Dr. M. A. Perk (voorzitter van het Tooneelverbond), den doop der Doleerenden niet te erkennen iang deze niet een erkend Kerkgenootschap uitmaakten. Zoo besliste ook de Synode van 1837 ten zien van den doop der Afgescheidenen, lang zy geen wettig erkende Kerkgemeente vormden. De stelling van de Synode van 1888 vond ingang, want op het eind van 1889 werd door Ds. Posthumus Meyjes, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam, een kind her doopt, dat reeds door Ds. C. A. Renier, des tijds predikant bij de Ned. Geref. (Doleerende) Kerk te Amsterdam, was gedoopt. Een publieke profanatie van het Sacrament, zegt Dr. Rullmann, straks ook in de Jacobi- kerk te Utrecht vertoond. Het kerkhistorisch geweten van Prof. Dr. van Toorenenbergen had op de Utrechtsche Predikantenvergadering van 1 Mei 1889 reeds getoornd tegen dit fanatieke besluit der Sy node. Zyn advies ging er tegen in. Den Amsterdamschen predikant Ds. C. H. Koopman wilde men eveneens dwingen tot herdoop, maar deze weigerde en legde zyn ambt neer. „NIEUWE THEOLOGISCHE STUDIËN". Nieuwe Theologische Studiën bevat in zyn Octobernummer een uiteenzetting van Dr. H. W. van der Vaart Smit, den directeur, aan gaande doel cn werking van het Nederlandsch Christelijk Persbureau. Daarna volgt eex tikel van Prof. Dr. W. J. Aalders, van Gro ningen, over de cirkel van Heidegger, want het werk van Martin Heidegger over Sein und Zeit, is volgens hem ook voor theologen belang, gelijk hy t.o.v. genoemd onderwerp in dit artikel nader laat blijken. Dr. Th. L. W. van Ravesteyn, oriënteert over enkele nieuwe uitgaven en Studiën, van belang v de bestudeering van het Oude Testament, ZENDING Het Evange lie in China. Terwyl thans in Japan onder de krachtige en bezie lende leiding van Kagawa een „veldtocht het Koninkrijk Gods" in Amerikaan- schen stijl geleid wordt, is in China een „vyf jaars-beweging" in het leven geroepen. Ook hier beoogt men een Evangelisatie-veldtocht het Evangelie te prediken en daardoor de Chineesche Kerk krachtig uit te breiden. De spil van de beweging is de Chineesche Christenraad, (National Christian Council), die alle by hem aangesloten Kerken en Zendingscorporaties in dezen arbeid betrekt. Secretaris van den Christenraad is Dr. Cheng Ching Yi, die tevens moderator is van de Chineesche Kerk van Christus. t is jammer, dat China in dezen ge weldigen tijd niet een leider heeft van de kracht en beteekenis van Kagawa in Japan. Hiermee wordt echter niets ten nadeele van Dr. Cheng gezegd. Hij is een degelyk ge leerde, een rustig leider, maar niet eert man groote welsprekendheid, niet iemand, die dadelijk beslag op zyn gehoor weet te leggen Hij weet dit ook en heeft daarom de hulp ingeroepen van Sherwood Eddy, Stanley Jones en Kagawa om naar China te komen daar aan den Evangelisatie-arbeid voor eenigen tijd deel te nemen Schoolnieuws. DE EENHEIDSBEWEGING De heer J. C. Wirtz Gzn., te Oegstgeest, schrijft ons: Er is door heel de wereld en op ieder terrein een streven om de algemene deeldheid plaats te doen maken voor meer eenheid. De Volkenbond zoekt naar mid delen om die eenheid te bevorderen op staatkundig terrein; de Wereldbond dei Kerken bedoelt hetzelfde op het gebied der Kerk en ook voor het onderwijs zoekt men naar meer eenheid. Dat dit streven overal met grote moeilikheden te kampen heeft laat zich begrijpen. Ik bepaal me uit den aard der zaak tot het onderwijs. De openbare school van 1806 was bedoeld als de school voor heel de natie. En wat is daarvan geworden? Eerst moet men zoeken naar de grootst gemene deler voor de gods dienst en een poosje, een klein poosje kon men het stellen met een godsdienst boven geloofsverdeèldheid. Doch al heel spoedig bleek het, dat men de grootst gemene deler moest zoeken uit onderling ondeelbare ge tallen en de rekenaars weten het: die is heel klein, die is éénl Toen kreeg men hetzelfde werk voor de geschiedenis en ten slotte moest de Overheid de eenheidsschool los laten en men kreeg het zoover, dat die Overheid voortaan neutraal zou staan tegenover de 6Chool. Wel beproefde de wet van 1920 nog een leerplan te geven, waar door we een paedagogiese eenheidsschool zouden krijgen, maar ons volk was daarvan al even afkerig als van de eenheidsworst in de oorlogsjaren. Toch blijft men zoeken naar meer een heid voor de kinderen van ons volk en ik ben daar blij om daar dit streven bewijst, dat men bewust of onbewust toch luistert naar het grote gebod: „Heb uw naaste lief als u zelf." Zo verscheen bij Wolters in Groningen het begin van een serie leesboeken onder leiding van K. Brants, die in de inleiding o.a. schrijft: „Dit boek wil gelezen worden door alle leerlingen van ons volk; dit boek is bestemd voor leerlingen van alle scholen." Zal dit ook werkelik gebeuren? Ik vrees met grote vrees. Wat v. d. Hulst mevr. WesterbrinkWirtz en hun geloofs genoten schrijven, valt niet in de smaak der onderwijzers van de Bond. die zich aangesloten heeft bij de vakbeweging der Socialisten. Als v. d. Burgt schrijft over de Tabernakel-God, zullen Protestanten zich daaraan stotpn, en als David Tomkins vertelt, welke lelike dingen de Putjesschep pers soms uithalen, maar vergeet, die streng af te keuren, dan hoop ik. dat dit op geen enkele school goedgekeurd zal worden. Neon, op deze wijze krijgt men geen eenheid in de leesstof op onze lagere scholen, al willen we gaarne dankbaar zijn voor de goed bedoelde poging. Meer verwachting heb ik van de serie: „Nederlandsche Volkskunde", die bij Noord- hoff in Groningen verschijnt Dat zijn negen vrij dikke schoolboeken bestemd voor de zesde en zevende klas der lagere school. Medewerking is verleend door Prof. Dr. J. Waterink, D. Wouters, Paul van Ipenburg. Diet Kramer, Drs. P. J. Meertens Anne de Vries, Daan Deken e.a. Alles is verlucht met houtsneden door verschil lende kunstenaars. Het eerste deel geeft proza en poëzie uit heel Nederland en kan dan ook overal ge bruikt worden. Bij het doorlezen werd ik soms verrast door iets, dat ik mijn hele leven nog niet geweten had. Misschien is het wel erg dom van me, maar al heb ik in mijn jeugd nog al eens met het ganzen bord meegespeeld: ik heb nooit geweten, dat in dit spel het hele mensenlot wordt weergegeven. Wie in dit opzicht even dom is als ik. moet maar eens zien, wat op bi. 160 is overgenomen uit „Eigen volk" van 1929 en geschreven is door A. Evers Gelukkig heb ik ook wat gevonden, daar ik meer van wget dan de samenstellers, doch ik moet er bijvoegen, dat ik dat weetje gevonden heb bij P. de Zeeuw JGzn. en wel in „De Koksmaat van de Drome daris". Daar is sprake van „Duvekaters" en ook in „Nederlandsche Volkskunde" vindt men iets over dit Kerstgebak. En dan zegt de schrijver, dat hij de afleiding van het woord niet kent De Zeeuw, vertelt ons, dat dit oorspronkelik een Frans gebak is en dan heette het „deux fois quatre", omdat het uit tweemaal vier geledingen bestaat. Daar deze duvekaters ook deuvekaters ge noemd worden, komt mij die afleiding en verbastering volstrekt niet ongerijmd voor. Er staat in dat eerste deel nog heel veel moois, wat voor de jeugd aantrekkclik is en wat ouderen ook nog wel graag willen weten. Het „Leugenrijmpje" over de alma nak vonden de verzamelaars stellig heel aardig, want ze hebben het tweemaal opge nomen op bl. 27 en bi. 152. Het tweede stukje geeft volkskunde uit Friesland en daarin komen heel wat stukjes voor in de Friese taal. waardoor zë voor de scholen buiten genoemde provincie min der bruikbaar zijn maar de vele Friezen in Amsterdam, Rotterdam en elders zullen dit boekje gaarne kopen voor hun kinderen en voor zich zelf. Ongeveer hetzelfde geldt voor nummer drie, dat over Groningen handelt en waarin ook enkele stukjes voor komen in dialect. In de zes overige stukjes, waaronder ook een over Vlaanderen, vindt men minder dialect en daardoor zijn ze overal bruikbaar Nu spreekt het vanzelf, dat deze boekjes er anders zouden uitzien, wannee samengesteld waren door mensen van één en dezelfde godsdienstige richting, doch dan zouden ze ook een kleiner kring van gebruikers gekregen hebben. Tans mag men verwachten, dat ze overal aftrek vin den, want in hetgeen deze boekjes geven stelt iedereen belang, ook de Sociaal-demo- kraat, al zingt hij de internationale. Dit bewijst o.a. het feit, dat de Burgemeester van Zaandam. K. ter Laan heel wat jaren j^!l\ E I c h wat W 115 _L__1 Toen ik onlangs tegen den avond snel uit de deur van een postkantoor naar buiten ging, liep ik bijna tegen een heer aan, wiens gelaat mij bekend voorkwam. Ik wierp een tweeden onderzoekenden blik op dien heer, die lang en slank was en een door de zon verbrand gelaat had en mij eveneens ln 't j oog loopend aanstaarde. Een oogenblik dacht ik er over na, waar i wanneer ik dit gezicht toch had gezien, maar reeds kwam hij naar mij toe, stak zijn beide handen uit en riep met van vreugde stralende oogen: „Goeden dag, beste oude jongen; dat zou ik nu toch nooit hebben ge dacht. dat ik jou hier zou tegenkomen. Hoe kom jij hier?". Nu zijn er menschen die deze bekende vraag altijd doen- Zij zijn even verbaasd, iemand op straat of iu een restaurant te ont- moeten, als zij het natuurlijkerwijze moesten zijn als de ouimoeting m ue kwikmijuen an Siberië plaats had. Daarom voelde ik mij dubbel ontstemd; ten eerste omdat myn vriend mij met zoo'n algezaagd gezegde begroette; ten tweede omdat ik nog steeds met wist waar ik dat gezicht en die stem moest thuis brengen Maar ik glimlachte vriendelijk, zij het dan ook een beetje gedwongen, schudde den ou- bekende hartelijk de hand en zeide: „Nu, wat dat betreft, ik ben net zoo verbaasd als jij. Wie had nu kunnen denken, dat ik je hier zou ontmoeten?". Het is namelijk een mijner eigenaardig heden, of liever, het is myn ongeluk, dat ik dikwijls mensohen, die ik eens ontmoet heb, later niet herken. Namen kan ik in 't geheel niet onthouden en dat heeft mij dikwijls in een pijnlijken toestand gebracht; vooral te genover dames is het iets verschrikkelijks en daarom had ik mij sedert lang aange wend eiken vriendelijken groet, elk beleefd gezegde zoo hartelijk mogelijk te beantwoor den, daar ik nooit kon weten wie het was die mij groette of aansprak. Zoo stond ik dan ook tegenover dezen „vriend", beleefd, ja zelfs verheugd glim lachend en spande mijn gedachten in, om te verzinnen wie hij toch eigenlijk was, ter wijl hij met het hoofd eenigszins op zijde en een uitdrukking van op beleefde wijze onderdrukte vroolijkheid op het gelaat mij aankeek, alsof mijn verschijnen bij de deur van het postkantoor een van die zonderlinge gebeurtenissen was, waarvan men zich te nauwernood een verklaring kan geven. Dit duurde een paar seconden; toen riep mijn vriend: „Nu, en hoe gaat het met je, oude jongen?". Ik zag hem van ter zijde aan. „Och, hoe zou het gaan? men slaat zlcb zoo goed mogelijk er doorheen. En hoe is t met jou?". „O, uitstekend. Je herkende me zeker dadelijk?". Ik glimlachte zenuwachtig. Zou mijn oude kwaal mij weer een poets spelen? „Natuur lijk, dadelijk". En daarbij dacht ik: wie is die vent dan toch? Ik kem hem ik ken uem zeker. Maar wie is het? Om mijn verlegenheid geen tijd te geven nog grooter te worden, zeide ik haastig: „En wat heb je al dien lijd uitgevoerd?". „Nu, dat weet je immers; ik beu daar ginds acht jaar geweest". „Waar?", dacht ik bij mij zelf; maar hard op zeide ik: „Ja, ja, natuurlijk „Een mooi land, dat Amerika". „Ja? En wat heb je er gedaan?". „Och" hij haalde de schouders op „zoowat hetzelfde als hier". En hij lachte. Natuurlijk lachte ik ook, zooals mijn plicht was. Nu spreekt het vanzelf, dat het 't bests geweest was openhartig te zeggen: „Myn goede vriend, het doet me ontzettend veel plezier je te zien, maar wie ben je toch eigen lijk?". Ik was echter te dikwijls daarover uitgelachen, zoo dikwijls, dat ik op dat punt reeds uiterst zenuwachtig en gevoelig was geworden; bovendien dacht ik, dat in den loop van het gesprek alles van zelf zou wor den opgehelderd en dat de naam van mijn vriend mij wel zou Invallen. Ik besloot dus rustig te wachten en de zaken te laten gaan zooals ze wilden Verder scheen de vreugde van mijn vriend over de onverwachte ontmoeting zoo groot te zijn, dat ik hem dat genoegen niet graag zou hebben ontnomen. Zoo liepen we samen vele straten door Ti 't angstzweet brak me soms uit. Eindelijk kwam dan toch gelukkig het oogenblik van scheiden. Maar toch was ik nog erg nieuws gierig te weten met wie ik nu eigenlijk in broederlijke eendracht gewandeld had. Mijn vriend liet mij beloven, dat ik hem stellig zou komen opzoeken. „Ze zullen alle maal ontzaglijk blij zijn, je weer eens te zien", zei hij. Dus kom je morgen?". „Ik zal komen maar zeg, waar woon je tegenwoordig?". Hij lachte en gaf me een knipoogje. „Het oude adres, beste vriend nog altijd het oude adres". Ik was nog eren wijs. „Zegl" riep ik hem na „hoe kom ik er het gemakkelijkst?". „In een auto, beste vriend!". Daarop ging hij zelf in een auto zitten en reed weg. Wij hebben elkander nooit weergezien. besteed heeft aan de samenstelling van een Groninger woordenboek, 'k Vind daarin een bewijs, dat de natuur sterker is dan de leer en dat men zijn vaderland met zijn moedertaal toch lief heeft boven al het andere, al tracht men zich zelf wel eens te suggereren, dat dit niet zo is. Iedere poging om de eenheid van ons volk te bevorderen verdient onze belang stelling, al kunnen we niet al zulke pogin gen steunen. ONDERWIJS EN TECHNIEK Ten dienste van het schoolonderwijs heeft de N.V. Hollandsche Draad- en Kabelfabriek te Amsterdam een schoolplaat in kleuren la ten vervaardigen, waarop op overzichtelijke wyze het fabricage-proces van een normale rubberaderlelding 's afgebeeld. Deze plaat zal met een korte beschrijving van het geheele arbeidsproces en photo's van de verschillende fabrieks ifdcelingen aan de hiervoor in aanmerking komende onderwijs inrichtingen toegezonden worden. Ook aan be langstellenden wordt deze plaat op arnvrage gratis verstrekt. Deze plaat zal by hes or.de-wijs In de elec- trotechniek van groot nut zyn, zoodat vele onderwijsinstellingen hiervan ongetwijfeld een dankbaar gebruik zullen maken. UIT HET SOCIALE LEVEN De bolsjewicatie van Europa in zicht? In „De Gids", het orgaan van het C.N.V., vestigt Br. de aandacht er op, hoe de strijd om de invoering der Russische werkweek in de Duitsche economie in een nieuw stadium Is gekomen. Het Heye-coneern te DOsseldorf tn Duitsch- land wist voor zijn flesschenfabricage in hoog ste instantie, nadat de arbeiders zich uit prin cipieels overwegingen hadden verzet, te ver krijgen, dat werken op Zondag werd toege staan. De firma verzekerde, dat door Zondags arbeid minstens honderd arbeiders meer kon den worden aangenomen en langer aan hel werk zouden kunnen worden gehouden. De firma hield haar woord, doch in den loop van den tijd werden er zeshonderd arbeiders ont slagen. En de arbeiders, als zy zich niet ecnuldig wilden maken aan contractbreuk, waren gedwongen ook op Zondag te werken. De firma beweerde, dat door Zondagsrust op Maandag zeer veel breuken en hierdoor groo- tere productie-verliezen zouden ontstaan. Wat dit betreft is bekend geworden, dat de breu ken nu, waar de reparaties tijdens de werk week moeten worden verricht, niet geringer, doch eer grooter zyn dan voorheen. Inmiddels is de fabriek te Delft stopgezet en dreigt de directie met het bouwen van eer fabriek in België, waar zy gemakkelijker toe stemming voor Zondagsarbeid zou kunnen vei krijgen. De directie beweert, dat er dan meer arbeiders te werk zouden kunnen worden ge steld, dat de productie goedkooper wordt wat dies meer zij. Het Europeesche flesschensvndicaat wil in al zyn bedrijven in Duitschland den Zondags- arbeid invoeren. Het Ryksarbeidsministerie, dat hierover moet beslissen, zal binnenkort hiertoe moeten overgaan. Wordt goedkeuring verleend, dan zal de productie der bij het syndicaat aangesloten grootbedrijven met eenzevende vermeerderen, ofschoon nog niet de helft kan worden afge zet, De gevolgen zijn: ontslag van een zeer groot deel der arbeiders en ondergang van kleine ondernemingen. De filiaalbedrijven var het concern zullen op de regeeringen ir Tsjecho-Slowakye en Polen pressie uitoefe nen ter verkrijging van den Zondagsarbeid en anderzijds dreigen met overbrenging der bedrijven naar Dnitschland. Iets dergelijks zal met de Nederlandsche regeering beproefd Br. merkt Merbü het volgende op: Om stop zetting dezer grootbedrijven in dezen zwaren crisistijd te vermijden, zal de druk moeilijk zijn te weerstaan. De consekwentie eiseht, dat de vergunning voor Zondagsarbeid tot al le gelijksoortige bedrijven wordt uitgebreid, waardoor een belangrijke schrede op den weg naar algeheele invoering der Russische ar beidsweek is gedaan In Engeland en Fran krijk werkt reeds een deel der bedrijven Zon dags en België zal wel volgen. De witglasindustrie zal dien weg moeten volgen, wat praktisch beteekent, dat de over- groote meerderheid der Duitsche witglasfabrie ken wordt stopgezet en reusachtige aanwas van de werkloosheid en enorm kapitaalverlies by de kleinere en gemiddelde bedrijven volgt. De andere landen moeten mee en daarmede zou de Russische arbeidsweek in Europa een feit zyn. Br. ziet bet aankomen, dat zich 6poedig an dere takkken van industrie zullen melden, die invoering van Zondagsarbeid noodig achten. De grooto kunstzijdefabriek Courtaulds te Keulen heeft reeds toestemming gevraagd. Zy acht dit noodig als besparingsmiddel. Heeft zy de goedkeuring der Overheid, dan volgt weer ontslag aan allen, die zich tegen Zon dagsarbeid kanten. De Hollandsche krmstzijde-industrie zal moe ten volgen, daar deze industrie slechts wereld directies kent en geen nationale, die zich te richten hebben naar eerstgenoemden. En dit zal zich uitstrekken over de geheele kunst- zyde-industrie en weldra over alle grootbe drijven. Br. besluit zyn artikel aU volgt: Wie de invoering van dit cultuurbolsjewisme in Duitschland en in het overige Europa niet wil zal nu in de komende weken, die beslissend zyn, invloed moeten uitoefenen. Wanneer de ontwikkeling grooter omvang aangenomen heeft, zal zy moeilyk meer gestuit kunnen worden. Techniek. NIEUWE VERKEERSSIGNALEN. Ontstoken door de passeerende auto's zelL Het stelsel van verkeerssignalen op kruispunten, die door middel van uurwer ken voortdurend op vastgestelde perioden wisselen en dat reeds Jaren in de Ver. Sla ton wordt toegepast, heelt het groote be zwaar, dat men genoodzaakt is te stoppen en te wachten voor een rood lioht, ook wan neer er in het geheel geen andere auto in zicht is. Daarom is men nu bezig met de ontwik kel.ng van een systeem, waarbij een auto zijn eigen 9ignaal ontsteekt. Op eenigen af stand van een kruispunt ligt vlak onder het straatoppervlak een electri9che kabel. Rydt een wagen daarover, dan gaat er voor het dwarsverkeer een rood llch terwyl voor de bedoelde auto een groen lioht verschijnt. Deze lichten blijven een poosje branden en veranderen daarna auto matisch. In de Ver. Staten is dat systeem al in gebruik, doch op beperkte schaal, omdat het niet zeker is dat alle auto's do rechter zijde van den weg houden waar de ga- noemde kabel is gelegd. In Londen neemt men *iu echter pmevcn met een verbeterd systeem, waarhij de ksbe! over de geheele wegbreedte is gelogd, doch alleen gevoelig is voor wagens komende uit ëén richting. Wanneer dit systeem onberispelijk werkt, zal het vraagstuk der verkeerssignalen een heel stuk gevorderd zijn. Het werkt nl. zoowel 's nachts als overdac zoo errnor,ilsr>i mogelijk, omdat er geen lichten bran -n als er geen wagens zijn die zc moeten zien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11