I VanVancJacH Fa. Wed. C. HEN Co. C.v.d. BROEK MEUBELEN MAANDAG 12 OCTOBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9 Kerknieuws. ONS WENKT HET BEELD DER VADEREN Op voor Kerkherstel Een ouderling der Ned. Herv. Kerk schrijft Nog enkele dagen en de groote vergadering van het Verbond tot Kerkherstel zal D.V. den gehouden a.s. Woensdag 14 October te Utrecht. Wie de eerste vergadering meemaak te, wordt vanzelf gedrongen ook deze 2de ver gadering te bezoeken. Immers het geldt onze Vaderlandsche Kerk. De Kerk der Vaderen. Het belooft een kostelijke en leerrijke verga dering te worden, gezien de agenda. Daarojn, predikanten, ouderlingen, diakenen, leden zer "Kerk, komt op in zoo groot mogelijke ge tale. Van Oost en West, van Zuid en Noord. Er spreken mannen van naam, wien het waar achtig belang onzer Kerk ter harte gaat. Zy zoeken het welzijn der Kerk. Zij wenschen niets anders dan op alle kansels der Ned. Herv. Kerk te doen hóoren de prediking van Jezus Christus en Dien gekruisigd. En wy allen, die bidden en strijden voor onze Kerk, ja er zelfs smaad voor over hebben, laten we onze belangstelling toonen en anderen zooveel mogelijk opwekken om mede op te gaan .JKerkherstel". Laat ons biddend opgaan, ver trouwende op God de Heere, Die ook in deze lande nog veel volks heeft in de aloude Kerk der Vaderen. Laat de groote opkomst het bewijs zijn dat er ook in de Ned. Herv, Kerk nog veel frisch en geestelijk leven overbleef en gevonden wordt. Denkt er om dat de Chris tusbelagers zien naar de Christusbelijders er dat de vijanden zien naar de vrienden der Kerk. Vooral op zoo'n dag grijpt men des avonds naar de courant, want immers het geldt de Vaderlandsche Kerk. Ook degene die haar verlieten en onze Kerk blijven smaden, zien naar ons, omdat ze weten dat God de Heere de aloude Kerk der Vaderen niet heeft verlaten. Daarom nogmaals, komt, ga met ons, en doe als wij in eenheid des geestes in heilige geestdrift, om te bidden en te strijden voor het herstel der Kerk, opdat Christus Ko ning zij in gansch de Kerk. In Utrecht zijn we geen Ethische, Confessioneele of Bondsrich- ting toegedaan, daar zijn we Christusbelij ders, niets meer en niets minder. Ons wenkt het beeld der Vaderen, ook op de groote ver gadering van het Verbond tot Kerkherstel. God schenkt ons allen een ryk gezegende dag, tot heil onzer Kerk. EIGENAARDIGE BESLISSING Men schrijft ons: De kerkelijke kwestie te Numansdorp is al oud. Wel niet zoo oud als de wereld, zooals het diaconiehuis, waar Keesje uit Hilde- brands „Camera Obscura" vertoefde, maar toch reeds gedurende een jaar of tien ver scheurt de kerkelijke kwestie de gemeente. Men kent wellicht de situatie. Er bestaat te Numansdorp een Hervormde Evangelisatie op Geref. grondslag, van welke Evangelisatie de heer Heemskerk voorganger is. De Ker- keraad der Herv. Gemeente, inzonderheid diens Voorzitter, Ds. Ten Bokkel Huinink, staat zeer vijandig tegenover de Evangelisa tie. In den diepsten grond ligt de oorzaak daarvan in het richtingsverschil. Te betreu ren is. dat in dezen strijd de Heilige Doop als machtsmiddel wordt gebruikt of liever mis bruikt. Men eischt van de doopouders, dat ze een kerkelijk leven leiden, wat naar de inter pretatie des kerkeraads wil zeggen, dat ze de samenkomsten op den Zondag in de Herv. kerk trouw bijwonen. Deze eisch,- die vast ligt in een bepaling reeds in 1908 door den kerkeraad gemaakt, wordt niet steeds gehand haafd. Niet jegens menschen, die onver schillig zijn en nergens onder de prediking des Woords opgaan, maar wel jegens hen, die zich naar de Geref. Evangelisatie bege ven!'Iedereen voelt, hoe krenkend en onbillijk deze bepaling dus wordt toegepast. Ds. van Grieken adviseerde dan ook meerdere jaren geleden al, de doopkwestie aanhangig te ma ken bij de hoogere besturen. Helaas heeft men dat toen niet gedaan, althans niet ten einde toe. jMen is halverwege blijven steken. In het najaar van 1930 richtte zich echter een doopvader te Numansdorp tot de Alg. Syn. Commissie der Ned. Herv. Kerk met de vraag om voorlichting inzake den H. Doop, waarbij tevens de Alg. Syn. Comm. op de hoogte werd gebracht van de doopspractyk te Numansdorp. De Alg. Syn. Comm. heeft toen uitgemaakt, dat kinderen van Herv. ouders behoorden gedoopt te worden. Het Classicaal Bestuur van Dordrecht kreeg zelfs opdracht, er voor te zorgen, dat in één der gemeenten van zyn ressort de H. Doop aan kinderen van Herv. ouders niet werd onthou den, (Een en ander is te vinden in „De Rot terdammer" van 22 November 1930, Tweede blad, pag. 5). En evenwel, nochtans en desalniettemin werden op 5 December 1930 een achttal doop ouders, die zich ter doopszitting van den Ker keraad vervoegden, niet toegelaten. Deze ouders wendden zich daarna achtereenvolgens tot het Classicaal Bestuur van Dordrecht, het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland en de 'Algemeene Synode. Het heeft hun niet gebaat. Woensdag 5 Aug. jl. stelde de Synode den Kerkeraad van Numansdorp in 't gelyk. Het DE MERKWAARDIGSTE SECTE I. De merkwaardigste, meest uitgebreide en het grootste aantal volgelingen tellende, doch de minst bekende secte, die ons wereld deel ooit gekend heeft, was die der Bogo- Deze uitspraak schijnt paradoxaal en toch is zij volkomen waar. In het begin der dertiende eeuw was de ketterij der Bogomilen over heel Europa verspreid, bij naime in het zuiden en mid den, terwijl men slechts in enkele boeken der kerkgeschiedenis en ook in de meeste ency- clopaedieën er maar iets, en dan meest nog onvolledig en foutief, over vinden kan. Er waren in dien tijd der middeleeuwen tal van belangrijke middelpunten dezer secte vanaf Konstantinopel, den Donau en den Rijn langs, met breede vertakkingen aan weerszijden, tot aan de grenzen van ons land toe, en van de Pyreneëen en den Atlantischen oceaan door Frankrijk, Italië, vooral Lom- bardije, Bohemen, Bosnië, Griekenland, Duitschland en oostwaarts, enz., zoodat men onmogelijk de geschiedenis der Albigenzcn, Katharen, Patarijnen, Waldenzen en Hussie ten schrijven kan, zonder de leerstellingen der Bogomilen bestudeerd te hebben Jammer evenwel, dat de authentieke bron nen en protocollen om ze te leeren kennen meest in de oud-Bulgaarsche taal enkele slechts in het Latijn geschreven zijn, wat nu tevens verklaart, waarom de kerkge schiedschrijvers er weinig of niets van weten. De stichter der secte heette Bogomil, wat oof een doopnaam c f een pseudoniem was de naam beteekent: ..door God bemind", een monnik, die tijdens de regeering van Czaar Peter van Bulgarije (927968) ge leefd heeft, en in sommige kerkgeschiedenis- boeken verward wordt met den pope Jeremil, die zijn leerling is geweest Het was toen reeds een ware bloeitijd voor het sectewezen. Waren er volgens den kerk vader Irenaeus een eeuw na de stichting van het Christendom al ruim dertig secten, en twee eeuwen later, zooals Bpiphanius in zijn Artsenijkast mededeelde, al ruim tach tig en was er in 343 te Serdika, de toen malige hoofdstad van Groot-Bulgarije reeds eeu concilie tegen de ketterijen gehouden, bij naame tegen de Arianen, in Bogomils dagen waren de velden in ons werelddeel voor de sectestichters wit om te oogsten. De langdurige worsteling in den Balkan van die dagen om uit den greep van Byzan tium en Romj te blijven, en tevens het heidendom uit te bannen, en dan een zelf standige, nationale kerk te stichten, aooals ik in mijn artikel over: „Huwelijken van Balkanvorsten" heb aangewezen, was koren op den molen van Bogomil. De heidenen toch, die tal van monniken uit het Oosten, vooral uit Griekenland, en uit het Westen, bij name uit R-me, hoorden prediken, en daardoor in twijfel geraakten in zake hun voorvaderlijk geloof, gevoelden zich veel meer aangetrokken tot zijn leerstellingen, die een mengelmoes waren van heidensche denkbeelden en verschillende ketterijen, dan tot de eenvoudige leer van het Christendom. Het is intusschen onzeker, in welken tijd precies en op welke plaats Bogomil zijn arbeid begonnen is, hoewel vaststaat, dat hy in de eerste regeeringsjaren van Czaar Peter reeds predikte, en toen al getracht heeft binnen de hoofdstad Preslav propaganda te maken, wat hem echter verboden werd. Met zijn medewerkers Jeremiï en Friziane en een groot aantal discipelen, die zich aposte len noemden, strekte hij zijn arbeidsveld zoo ver mogelijk uit, aoodat we in 1017 reeds te Toulouse, in 1146 te Keulen belangrijke middelpunten van zijn secte aantreffen, ter wijl kort daarna te Straatsburg en andere steden aan den Rijn, alsmede aan de rivier de Sava, het aantal Bogomihsten de groote meerderheid der bevolking uitmaakte. In den grond der zaak bedoelde Bogomil den mensch vrii te maken van alle gezag, om zich slechts door de rede te laten leiden, waarom hij zich met alle kracht verzette tegen elke staatkundige en godsdienstige overheeraching. Zijn leerbegrip had daarom twee verschillende zijden: de eeno was so ciaal en politi k, de andere godsdienstig en kerkelijk. Hij had dan oek zijn beschouwing over de godheid (theologie), het heelal (cos- mogonie), geioof (dogmatiek) en leven (ethiiek), en trachtte den mensch een ai- doend en daarom een hem volkomen bevre digend nt.voord te doen geven op alle vra gen, die hem konden verontrusten. In het kort komen de leeretel-.ngen der Bogomilen hierop neer: God ie een eeuwig, volmaakt, medelijdend en barmhartig wezen: een geest in de gedaante van een mensen. De leer der drieëenheid moet beslist worden verworpen, want de Zoon (Zonen) van God en de Heilige Geest waren van veel minder orde en rong dan de Vader. God de Vader had twee zooien: Sa.analie is wel een eigenaardige beslissing. We begrij pen er, eerlijk gezegd geen jota van. Een Alg. Syn. Commissie, die uitmaakt, dat kinderen van Hervormde ouders behooren gedoopt te wordenen een Synode, die beslist, dat men zulke kinderen toch niet behoeft te doopenl Van eenheid in de rechtspraak ge sproken! Het is een eigenaardige beslissing! en Jezus. Nadat de Vader de onzienlijke wereld had geschapen, heeft Hij aan Sata naïle er de macht over verleend, wat is uit gedrukt door het achtervoegsel „ile" bij zijn naam van Satana. Door die hooge onder scheiding was hij, die altijd aan des Vaders rechterhand gezeten was, en den vollen luister van Gods majesteit en heerlijkheid bezat en ook Zijn scheppingsvermogen, met hoogmoed vervuld geworden, en rijpte bij he-m langzamerhand het plan om de plaats zijns Vaders in te nemen. Onder verschil lende beloften heeft hij een groot aantal engelen, die onder zijn heerschappij ston den, overgehaald om een gansche omwente ling in den hemel te doen ontstaan. Ter oorzake dezer onbeschaamde hoo- vaardij en ongehoorzaamheid heeft de Vader Satanaïle met al zijn trawanten, die hem bij den opstand ter zijde hadden gestaan, den hemel uitgeworpen, zonder hem even wel zijn luister, heerlijkheid en scheppings vermogen te ontnemen. Zoodra Satanaile van Gods rechterhand verstooten was, kwam hij in een donkeren chaos terecht, wijl de aarde nog niet bestond, slechts een onzichtbare wereld en aarde. Door de hem bijgebleven scheppingsmacht riep hij de onzichtbare wereld tot het zicht bare, om daar met zijn mede gevallen enge len de heerschappij uit te oefenen. Daartoe schiep hij ook den mensch, Adam, maar toen hij hem een ziel wilde geven, bemerkte hij. dat er water uit zijn rechter teen liep, welk water terstond veranderde in een slang. Ten einde raad zond de gevallen zoon eenige engelen naar zijn Vader met het voorstel om gemeenschappelijk de aarde en de menschen te regeeren, mits de Vader voor Adam een ziel wilde scheppen. In Zijn groote barmhartigheid nam de Vader het voorstel aan, te meer omdat daar door de gelegenheid kwam om de gevallen engelen weder tot. den Vader te bekeeren, daar Adam door die ziel ook zaligmakende gaven ontvangen had. Maar toen nu ook Eva geschapen was naar de gelijkenis van Adam, zeiden beide eerste menschen aan Satanaïle de gehoorzaamheid op. Dit maakte hem be vreesd, dat zij zich nu aan de zijde van God zouden scharen, waarom hij Eva ver leidde, die nu twee kinderen kreeg: Kaïn en Calomene. Door den invloed van Sata naïle beging Adam dezelfde zonde met Eva, uit welke verboden gemeenschap Abel werd geboren, die echter reiner an braver was dan Kaïn en diens zuster Calomene. Om al deze boosheid door Satanaïle be dreven, beroofde God hem van zijn macht en heerlijkheid, en liet hem een somber be staan op aarde hebben. Uit weerwraak haalde deze zijn mede gevallen engelen over om met de dochters der menschen te huwen, uit welke huwelijksgemeenschap de reuzen geboren werden. Maar ook zij vielen van Satanaïle af, waarom hij hen en alle menschen door een zondvloed verdelgde, behalve zijn getrouwen dienstknecht Noach. Daar echter het nieuwe menschdom zich weder vermenigvuldigde, verwarde Satanaïle de spraak der mensrhen en verspreidde hen over de aarde, verwoestte Sodom en Gomorra, om te laten zien, dat hij de macht behouden had over de zicht bare wereld om die te demoraliseeren en te vernietigen. Hij verscheen daarna op Sinaï en gaf er door middel van Mozes slechte wetten. Na hem zond hij profeten, die het geloof onder de menschen verbreid den, dat Satanaïle alleen God was. Al deze maatregelen hebben er toe medegewerkt, dat de menschen God hebben vergeten en zicb aan Satanaïle gingen onderwerpen, behalve zij, die geschreven waren in het boek de* geslachts van Jezus Christus, de Bogomilen Toen God bemerkte, dat Satanaïle de menschen verleid had, kreeg Hij medelijden met hen, in het bij,zonder met him zielen en besloot ze uit de macht van Zijn verloren zoon te bevrijden. Hiertoe zond Hij na 5500 jaren Zijn twee den zoon, Jezus, dien de menschen Christus noemden. Het woord Christus drong in het rechter oor van de heilige maagd en kwam in een schijnlichaam uit het linker oor. Dat gebeurde plotseling in de grot van Beth lehem. Jezus heeft daarom geenerlei men- schelijke hoedanigheden; als Hij at en dronk, deed Hij dat om Satanaïle te misleiden, die Hem wilde dooden. Door den invloed van Satanaïle hebben de Joden toen Jezus ge marteld en gekruisigd, maar dat alles was niets dan schijn, daar Hij slechts een schijn lichaam had. Door Zijn opstanding heeft Jezus Sata naïle volkomen overweldigd, hem beroofd van de toevoeging „ile", hem in den afgrond geworpen, zoodat hij de geketende satan in de hel is geworden. Hierdoor is Adam en zijn nakomelingschap uit de macht des sa tans bevrijd, terwijl Jezus daarna naar den hemel is gegaan, Zijn lichaam in de lucht achterlatend, en heeft Zijn oude plaats bij den Vader hernomen, waar Hij gesteld is over alle engelen. Om het geluk van den mensch te volma ken, zond de Vader Zijn derden zoon op aarde, den Heiligen Geest, die de macht kreeg over de menschelijke zielen. De zielen der Bogomilen, die deze weldaad der werk zaamheid des Geestes hebben opgemerkt, ontvingen het Goddelijk Woord, dat zij nu aan anderen hebben medegedeeld. Op den oordeelsdag zullen de menschen, die zulke zielen, aJs de Bogomilen bezitten, hun lichaam afwerpen, daar de lichamen door Satanaïle geschapen zijn, en daarom onderworpen wa ren aan dood en zonde, en zij zullen met RHEUMATIEK, ■pit. Uchla*. Jicht, griep, hoofd-, kiea- uwpUn wordt volgena SOOO ir hen die andere middelei ndere middelei ™E:TOGAL n baat brachten. Bü Awxh. k Dro«- t OZO Radio Nieuws. Dln&dug 13 October. HUIZEN (1875 M.) KRO. 8—9.15 Concert. 10 11.30 Gramofoon. 11.3012 Godsdienstig hair- uuTtje. 12 Tüdseln. 1212.15 Politieberichten. 12,151,45 Lunchconcert. 1.452 Gramofoon. 2 —3 Vrouwenuurtje. 3—3.30 Gramofoon. 3.30i Verzorging van den zender. 45 Gramofoon. 66.20 Concert 6.206.45 Cursiw lm Bedrürs- controle. 6.45—7.10 Cursus Engelsch. 7.1U—7.30 Spreker. 7.30—7.45 Politieberichten 7.15—S Ver- bondskwartiertje 8—11 Muziek te Amsterdam. 11 11.30 Muziek te Bussum. 11.3012 Gramofoon. HILVERSUM (298.8 M.) AVRO. 8 Tfldseln. 8.01 10 Gramofoon. 10 Tijdsein. 10.01—10.15 Mor genwijding. 10.15—10.30 Gramofoon. 10.30—11 Spreekster. 11—11.45 Concert 11.45—12 Gra mofoon. 12 Tijdsein. j2.012 Kwartet 22,30 Rustpoos voor het verzorgen van den zender. 2.303 Gramofoon. 34 Knlples. 44.30 Hollandsche middag. 4.305 Radio-Kind. 9930 Gramofoon. 9.3011 Orkest 1112 Muziek hun zielen overgaan in de hemelsche wereld van den Vader. En als de Heilige Geest Zijn werk der verlossing zal hebben verricht, dan zal de zichtbare wereld terugkeeren tot haar oorspronkelijken staat, namelijk tot den chaos, en Hijzelf tot den Vader. Hoewel Satan in de hel geketend is en dat blijft totdat de wereld vergaat, moeten de duivelen geëerd worden, wijl zij de macht behouden om de menschen allerlei kwaad aan te doen. Zelfs Jezus kon van den Vader geen verlof ontvangen om de macht der demonen aan banden te leggen. Om even wel zooveel mogelijk tegen hen gewapend te zijn, moet men ze bezweren in den naam van Christus, het Nieuwe Testament, maar ook de boeken der verschillende secten, ijve rig lezen, doch vooral vermijden zich met het Oude Testament in te laten, daar dit in zijn geheel een werk van Satanaïle is. Bogomil verwierp ook de sacramenten, om dat water en brood door Satanaïle gescha pen zijn. De doop bestond in dien met vuur en geest, en mocht alleen aan volwas senen bediend worden door oplegging der handen, terwijl ook aanbevelenswaardig was het evangelie van Johannes op het hoofd van den doopeling te leggen. Men moe6t vierma len des daags en des nachts en liefst in de open lucht, bidden, terwijl belijdenis van zonden steeds moest geschieden in het open baar, waarbij echter de zonden niet moch ten genoemd worden. Driemalen per jaar moest er veertig dagen lang gevast worden, dat is leven op water en brood, en bovendien nog driemalen elke week, terwijl het eten van vleesch, boter en melk volstrekt verboden was. De afgods beelden, mits ze niet van een kruis voor zien waren, moesten gelijke eer als de af goden ontvangen, wijl ze even waardevol waren. De maagd Maria mocht niet worden vereerd. Ook mochten er geen kerken of tem pels gebouwd worden, daar Satanaïle er faarne in nulde wonen, gelijk hij dat te erusalem en te Konstantinopel in de Aya Sofia gedaan had. Hoewel alle ceremonie en liturgie eigenlijk uit den booze was, moest men bij het bidden het Nieuwe Testament op een tafel zetten, die overdekt werd met een wit kleed. Het huwelijk was zondig en die reeds gehuwd waren, toen ze Bogomilen werden, moesten elkander verlaten; de man nen stonden hooger in aanzien dan de vrouwen. (Slot volgt.) Hillegereberg. M. H. A. v. d. VALK. PAEDAGOGISCH TIJDSCHRIFT Het October-nummer van het Paedago- gisdh Tijdschrift voor het chr. onderwijs ia wel weer geschikt om te laten zien, dat deze periodiek aan ieder die in onderwijs zaken belang stelt, in de eerste plaats wel voor onderwijzers en leeraars, zeer veel lezenswaardigs biedt. Genoemde aflevering biedt allereerst een artikel van H. Dam te Wildervank, waarin dfeze op grond van door hem gedane onder zoekingen tot de slotsom komt, in tegen stelling met de vieelal gangbare opvatting, dat leerlingen van de hoogste klassen der lagere school niet in „beschrijvingstypen" kunnen worden ingedeeld. Ook verder leidt hij uit zijn proefnemingen interessante resultaten af. Verder worden enkele merk waardigheden naar voren gebracht uit in statistieken verwerkte resultaten van me- disch-psychologisch onderzoek in Frankrijk. Dr. D. B. Kagenaar van Dalem bespreekt en prijst aan bestucfeering en gebruik van Prof. Dr. E. D. Wiersma's Capita Psycho- pathologica, Dr. A. Kuyper's boek over het onbewuste in de nieuwere psychologie en Ds. W. Faber's Grondbeginselen der wijs begeerte. D. Tiemersma van Amsterdam schrijft over verwaarloosden, waarmee hij niet misdeelde, maar bijzonder intellectueele en begaafde kinderen bedoelt. Hij verdedigt het spelende leeren, en zal zijn ideeën ver der uitwerken, allereerst over het aanvan kelijke rekenonderwijs als spel. Verschil lende buitenlandsdhe tijdschriften bevatten naar T. v. d. Kooy, van Vlaardingen, laat zien weer menige lezenswaardige passage. Tenslotte laat D. Wouters in de critischa revue vertellen over het mooie werk onder de straatjongens van Rotterdam door den „Arend"-directeur Dr. van Wijk. ZENDING Algemeene Zending a-C onfe- r e n t i e. Van 26 tot 28 October wordt in het Koloniaal Instituut te Amsterdam de 44e wat Wils. l/OON-WOLKENKRABBER al, Amsterdam ïoesten worden opgelost. Zoo moest reke- ing gehouden worden met dg stedenbouw- undige-, architectonische- en bouwtechni- :he eischen. Wij hopen binnen afzienbaren tijd wan- ;er deze woon- en wolkenkrabber geheel il zijn voltooid nader en uitvoeriger op dit ebouw terug te komen. r heden zij nog opgemerkt dat de ge- Algemeene Zendings-Conferentie 1geTu Het thema der Conferentie zal zyn: „Zen- ding en Volksleven". Werd het program al eerder meegedeeld, thans kunnen wij eraan toevoegen, dat op Dinsdagavond 27 October een openbare sa menkomst zal worden gehouden in het kerk gebouw der Hersteld Ev. Luth. Gemeente op den Kloveniersburgwal te Amsterdam. De ■echnische Coöperatie „ELECTRA" Opgericht 1920 Nic. Beetsstraat 152 Tel.82890,Amsterdam Na 6 uur 60213. Instal ateur van de sterkstroom instal'ebe voor de 1e Nederl. Woon-Wolkenkrabber te Amsteidam. De Lood-, Zink-, Mastiek- Sanitaire werken voor de 1 e Ned. Woon - Wolkenkrabber te Amster dam worden uitgevoerd door de Laurierstraat 41 Amsterdam Telefoon 45662 voor dezen bouw wordt Sanitair VI geleverd door de firma AMSTERDAM N.V. FABRIEKEN „WADDINXVEEN" H. A. KEMPKES Co. TEL.17 WADDINXVEEN VOOR DE TE6ENW00RDIGE WONING LEVERING DOOR DEN HANDEL. - TOONKAMERS CRABETHSTRAAT57 GOU DA T.O. HET STATION U?er Tan Zwart stelt dan zyn wekelyksch or gel-concert in den dienst der Zending. Een openingswoord wordt gesproken door den oudsten predikant dier Gemeente, Ds. C. F. Westermann; en een korte Zendingrede wordt gehouden door Ds. P. J. de Jong, Herv. predikant te Amsterdam. De toegang is vry, behoudens op enkele gereserveerde plaatsen voor de leden der Conferentie. KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT 99. Vervolgens besloot kapitein Klakkebos een tukje te doen; dat had hij wel verdiend. Hij vlijde zich behaaglijk op het promenade dek in 'n schommelstoel, nadat hij eerst z'n jasje over de leuning had gehangen. Hij sliep spoedig als 'n os, halend en puffend als 'n locomotief. Vlakbij stond een kind met 'n „opblazertje". 100. „Wil je eens wat moois zien?" vroeg Kees. Hij nam den opblazer en stak "m voor zichtig tusschen de lippen van den blazen- den kapitein, 't Ging prachtig! Bij elke uit ademing van den kapitein verhief de op- blazer zich als 'n groote komkommer, om daarna telkens weer piepend en sissend leeg te loopen. Maar nu kwam Koos op een snood en boosaardig plan. (Wordt Woensdag vervolgd.) FEUILLETON DE CITADEL VAN ANTWERPEN Verhaal van een Oud-Strijder Naverteld door R. BOON (1 HOOFDSTUK I Een rumoerige exercitie „Fliajnkeut 10 muet die kop recht halten I t— Ah, ja, recht zoo. Eïn wenig recht6; nog nicht richtig Staat, recht, eoo en ganz n/icht babbelen. Let auf die befehlen mit alle an dacht, ja!" „Die flankbatailjon make rechtsomkeert!" „Allen korporaal, of maar een gedeelte?" „Als ich die bevel geve, make die gan- eche flank rechtsomkeert. Gewiss!!" Deze en meer dergelijke bevelen wenden gegeven en terstond daarna uitgevoerd op de binnenplaats van de flankeurekazerne te Gorimchem, op den 8sten October 1831. Een groepje recruten, blijkbaar nog sinds zeer korten tijd onder de wapenen geroepen, haastte zich om de bevelen zoo goed moge lijk ten uitvoer te brengen. En toch moes ten zij in dit voornemen meermalen fallen, zeer ten ongenoege van den korp (raai, die met de vorming dezer recruten was bellest. De omstandigheid dat hij een Zwitser was van geboorte, die bovendien die Hollandsche taal nog maar voor een zeer klein gedeelte verstond, was oorzaak dat de manschappen hem meermalen uitlachten, en zijn bevelen niet of allthans zeer moeilijk konden ver staan. In diit middaguur ie het reed6 de tiende maal, dat men hem verduidelijking vraagt ten opzichte van het gegeven bevel, en nu is korporaal Basselet er de man niet naar om zijn geduld langen tijd te bewaren. Eenige andere soldaten verricht-n op be vel van dien kapitein 'kazernedienst en zijn thans aangewezen om de binnenplaats der kazerne te schrobben. Enkelen dragen w i- gevulde emmers water aan en weer anderen haasten zich om de inhoud' over de straat- steenen uit te storten; een arbeid, die zij op 'lang niet ordelijke wijze ten uitvoer brengen daar zij telkens, moedwillig of niet, de voeten der exerceorendien rijke1 ijk met water besprengen. Korporaal Basselet is woedend. „Veretehen sie mie nidht" buldert hij de dienstdoende manschappen toe, dii-e, even als eenige oogenbllkken vroeger, gestadig voortgaan om op deze wijze den korporaal maar ook tevens de jonge recruten te sar ren en hinderlijk te zijn. „Ich sollen eie wohl krijgen! Flan keur 10. rupf dadelijk das kapitan. Haasten eie Of flankeur 10 het bevel niet begrepen heeft of dat hij weigert om er aan te vol doen. weten wij niet, hij blijft kalm in de gelederen staan tot op hetzelfde moment hem een emmer over de schouders geledigd wordt en hij druipnat achterwaarts springt, vlak tegen den korporaal aan, die hem juist, op handtastelijke wijze aan zijn plicht wilde herinneren. „Das ist ja, ganz ongehoort, maar ich solden sie krijgen, jou vlegel. Wo i6t die man die geworpen hat? A so, ja, da6 ist die al te f legel, die altijd die befehlen weer streven dorst!" roept de korporaal uit, wiens woede door deze handelwijze is ten top gevoerd. Met heftige gebaren en onder het uiten van allerlei dreigementen, neemt hij zijn plaats aan het hoofd van den troep weder in, (in afwachting van de komst des kapiteins, wien hij in alle mogelijke Meu ren en geuren het geval zal verhalen. Mopperende en scheldende op den deug niet, die het wagen diur fdie om de onder zijn bevel staande soldaten te hinderen, gaat hij voort met bevelen. Alle tucht en ordie is echter geweken. De soldaten zijn nog ge heel vervuld van die grap, die heeft plaats gegrepen en lederen blik, die zij op de klee- denen des korporaals werpen, versterkt hun lachlust Zijn donkere oogen, zijn zwa- ren knevel, kortom zijn geheel militair uiterlijk is niet in staat meer om de man schappen eenig ontzag in te boezemen. De waterdragers, de oorzaak van al deae stoornis, staan lachend achter den troep en prijzen de heldhaftigheid van den jongen flankeur Peters, die den moed heeft gehad um door zijn worp het geheele bataljon in disorde te brengen. Als de kapitein komt, gaat alles weer aan den arbeid. Geen lachje wordt er meer ge hoord en niemand durft het wagen een en kel oogenblik van zijn wenk op te zien. Alleen Peters maakt hierop een uitzonde ring. Hij begrijpt, dat het ar voor hem geducht zal spannen. Hij kent die korporaal zeer goed en hij weet bovendien, dat deze hem geen goed hart toedraagt. In zijn verwachtingen wordt hij niet be drogen. Kapitein Roest roept hem bij zich cn stelt hem achtereenvolgens eenige vra gen, drie hij alle moet beantwoorden. Onder de soldaten staat Petera als een eerste grappenmaker bekend. Allerlei katte kwaad wist hij te bedrijven en toch gelukte het hem 6teeds om uit de handen zijner ver volgers te blijven; hetzij het zijn superi u- ren waren, of zijn kameraden, die hem ook dikwijls zeer gaarne een kleine strafoefe ning wilden toedienen, indien het hem ge- Jukt was, een of meerderen hunner beet te nemen. Nu zal het hem eohfceT niet gelukk n om den dans te ontspringen. Met vlammen de blikken staart de kapitein hem aan, ter wijl zijn beschuldigers, de korporaal en flankeur 10, die hij gedurende den gan- sdhen middag gehinderd heeft, zich naast hem plaatsen. Aan het slot van het verhoor wordt hem dan ook het bevel gegeven om gedurende den verderen middag wadht te houden voor de kazernepoort en dien post niet te verla ten, alvorens de kapitein hem een aflosser heeft toegezonden. Flankeur Peters maakt het saluiut en ver trekt, na eerst den korporaal een nijdigen blik te hebben toegeworpen. De korporaal krijgt het bevel om nog voor eenige minuten met het drillen der soldaten voort te gaan. Flankeur 10 vraagt en bekomt verlof om andere kleeren aan te trekken en de kapitein verwijdert zich. De rust schijnt op het kazerneplein voor goed weergekeerd te zijn, doch een poosje later wordt die weer op wreede wijze ver stoord door flankeur Petera, die met mus ket en ransel omhangen, gereed staat zijn onvrijwillige wacht te betrekken, doch die eerst nog ecuvige grimassen wenecht te ma ken aohter den rug van den Zwitserschen korporaal, die hij de oorzaak acht te zijn van zijn straf en waarop hij zióh op deze wijze wenecht te wreken. De soldaten schieten op het onverwacht in een lachbui lo6 en wekken daardoor we der de woede van den korporaal, die maar met kan vatten wat de oorzaak is van 6 ze vroolijkheid. „Flankeur Dekker", roept die korporaal ten eincle raad, Jij must mich vertellen, waarom die manschappen zoo lachen." Flankeur Dekker wenecht zijn kameraad n-og niet te varnaden en werpt de schuld op een zijner kameraden onder de mededee- ling dat deze door zijn verkeerde oefenin gen de oorzaak is van alle lachlust. „Du bedriegt mij, maar gewiss, so jij niet zegt, waarom die manschappen lachen, dan so lik jou prugelen, ja!" roept hij bulderend uit, een bedreiging die weldra de gewensch- to uitwerking geeft en waarbij Pet ra zoo sn 1 hij kan, het hazenjjad kiest. ,„Ah, die Peters," roept de korporaal, die den flankeur ziet weg loopen en die nu drei gend de vuist naar hem opheft, „wir sollen 6ie wohl krijgen, man, ja gewiss!!" Als eenig antwoord op deze bedreiging maakt Peters van uit de verte een hartelijk saluut en verdwijnt daarna 6poedig door de kazernepoort. „Die drommelsche kerl, als wie uber eenige dagen diie muitelingen zullen aan tasten. dan sollen wier sien, wie uber dos meeste heldhaftigkeit te beschikken heeft". Daarop gaat het weer van vooraf aan: ..Rechtsomkeert! Uber das geweer! Flan keur Maas. die kop recht!" De manschappen verriohton da exercitiën kranig. Zij zijn «nu nog slechts zeven dagen onder de wapenen en toch kunnen zij alle oefeningen al verrichten met een juistheid en een tact, die den toeschouwer verbaasd deden staan. Daar slaat de torenklok vier uur. Dit is het oogenblik, waarop de exercitiën zullen eindigen. Dadelijk daarop klink dan ook uit den mond van korporaal Basselet het bevel: „die geweren af!" Snel en gelijktijdig worden de geweren op den girond geplaatst, terwijl de flan- keura den korporaal vol verwachting aan staren. Zij kennen zijn gewoonte om telkens na afloop der exeroitie uit zijn mond te ver nemen wie zich dezen middag goed en naar behooren hebben gedragen en tevens ko men zij dan steeds alterdei bijzonderheden te weten omtrent de verwikkelingen met België, die jui6t in deze dagen het toppunt hadden bereikt „Mannen, mijn dank", zegt ook nu de kor poraal. „Die flankeurs uit de eerste l'nie haben sich ganz gut gehalten. Jij Maas en jij Venneuten mijn dajik voor die attentie Best gethaan, mannen, best gethaan. Nog een paar dogen en sie muth fechten. die Belg is ja ganz oproerig. Sie wallen unser Honig weerstaan en wollen een eigen Ho nig haben, maar wir sollen sie wohl klein krijgen, mannen. In das Theater im Brus sel ist ein grosser opstand ausgebroken. Sie haben daar opstand gepredikt en mi mus sen wir daar allen heel gauw heen om die oproerlingen te prugeln en diie vnleche Pe tera moet voran an die troep. Wir sollen diie Peters wohl krijgen, geavisB!" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9