I
VanVancJacH
Fa. Wed. C. HEN Co.
C.v.d. BROEK
MEUBELEN
MAANDAG 12 OCTOBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9
Kerknieuws.
ONS WENKT HET BEELD DER VADEREN
Op voor Kerkherstel
Een ouderling der Ned. Herv. Kerk schrijft
Nog enkele dagen en de groote vergadering
van het Verbond tot Kerkherstel zal D.V.
den gehouden a.s. Woensdag 14 October te
Utrecht. Wie de eerste vergadering meemaak
te, wordt vanzelf gedrongen ook deze 2de ver
gadering te bezoeken. Immers het geldt onze
Vaderlandsche Kerk. De Kerk der Vaderen.
Het belooft een kostelijke en leerrijke verga
dering te worden, gezien de agenda. Daarojn,
predikanten, ouderlingen, diakenen, leden
zer "Kerk, komt op in zoo groot mogelijke ge
tale. Van Oost en West, van Zuid en Noord.
Er spreken mannen van naam, wien het waar
achtig belang onzer Kerk ter harte gaat. Zy
zoeken het welzijn der Kerk. Zij wenschen
niets anders dan op alle kansels der Ned.
Herv. Kerk te doen hóoren de prediking van
Jezus Christus en Dien gekruisigd. En wy
allen, die bidden en strijden voor onze Kerk,
ja er zelfs smaad voor over hebben, laten we
onze belangstelling toonen en anderen zooveel
mogelijk opwekken om mede op te gaan
.JKerkherstel". Laat ons biddend opgaan, ver
trouwende op God de Heere, Die ook in deze
lande nog veel volks heeft in de aloude Kerk
der Vaderen. Laat de groote opkomst het
bewijs zijn dat er ook in de Ned. Herv, Kerk
nog veel frisch en geestelijk leven overbleef
en gevonden wordt. Denkt er om dat de Chris
tusbelagers zien naar de Christusbelijders er
dat de vijanden zien naar de vrienden der
Kerk. Vooral op zoo'n dag grijpt men des
avonds naar de courant, want immers het
geldt de Vaderlandsche Kerk. Ook degene die
haar verlieten en onze Kerk blijven smaden,
zien naar ons, omdat ze weten dat God de
Heere de aloude Kerk der Vaderen niet heeft
verlaten. Daarom nogmaals, komt, ga met
ons, en doe als wij in eenheid des geestes in
heilige geestdrift, om te bidden en te strijden
voor het herstel der Kerk, opdat Christus Ko
ning zij in gansch de Kerk. In Utrecht zijn we
geen Ethische, Confessioneele of Bondsrich-
ting toegedaan, daar zijn we Christusbelij
ders, niets meer en niets minder. Ons wenkt
het beeld der Vaderen, ook op de groote ver
gadering van het Verbond tot Kerkherstel.
God schenkt ons allen een ryk gezegende dag,
tot heil onzer Kerk.
EIGENAARDIGE BESLISSING
Men schrijft ons:
De kerkelijke kwestie te Numansdorp is al
oud. Wel niet zoo oud als de wereld, zooals
het diaconiehuis, waar Keesje uit Hilde-
brands „Camera Obscura" vertoefde, maar
toch reeds gedurende een jaar of tien ver
scheurt de kerkelijke kwestie de gemeente.
Men kent wellicht de situatie. Er bestaat te
Numansdorp een Hervormde Evangelisatie
op Geref. grondslag, van welke Evangelisatie
de heer Heemskerk voorganger is. De Ker-
keraad der Herv. Gemeente, inzonderheid
diens Voorzitter, Ds. Ten Bokkel Huinink,
staat zeer vijandig tegenover de Evangelisa
tie. In den diepsten grond ligt de oorzaak
daarvan in het richtingsverschil. Te betreu
ren is. dat in dezen strijd de Heilige Doop als
machtsmiddel wordt gebruikt of liever mis
bruikt. Men eischt van de doopouders, dat ze
een kerkelijk leven leiden, wat naar de inter
pretatie des kerkeraads wil zeggen, dat ze
de samenkomsten op den Zondag in de Herv.
kerk trouw bijwonen. Deze eisch,- die vast
ligt in een bepaling reeds in 1908 door den
kerkeraad gemaakt, wordt niet steeds gehand
haafd. Niet jegens menschen, die onver
schillig zijn en nergens onder de prediking
des Woords opgaan, maar wel jegens hen,
die zich naar de Geref. Evangelisatie bege
ven!'Iedereen voelt, hoe krenkend en onbillijk
deze bepaling dus wordt toegepast. Ds. van
Grieken adviseerde dan ook meerdere jaren
geleden al, de doopkwestie aanhangig te ma
ken bij de hoogere besturen. Helaas heeft men
dat toen niet gedaan, althans niet ten einde
toe. jMen is halverwege blijven steken.
In het najaar van 1930 richtte zich echter
een doopvader te Numansdorp tot de Alg.
Syn. Commissie der Ned. Herv. Kerk met de
vraag om voorlichting inzake den H. Doop,
waarbij tevens de Alg. Syn. Comm. op de
hoogte werd gebracht van de doopspractyk
te Numansdorp. De Alg. Syn. Comm. heeft
toen uitgemaakt, dat kinderen van Herv.
ouders behoorden gedoopt te worden. Het
Classicaal Bestuur van Dordrecht kreeg zelfs
opdracht, er voor te zorgen, dat in één der
gemeenten van zyn ressort de H. Doop aan
kinderen van Herv. ouders niet werd onthou
den, (Een en ander is te vinden in „De Rot
terdammer" van 22 November 1930, Tweede
blad, pag. 5).
En evenwel, nochtans en desalniettemin
werden op 5 December 1930 een achttal doop
ouders, die zich ter doopszitting van den Ker
keraad vervoegden, niet toegelaten. Deze
ouders wendden zich daarna achtereenvolgens
tot het Classicaal Bestuur van Dordrecht, het
Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland en de
'Algemeene Synode. Het heeft hun niet gebaat.
Woensdag 5 Aug. jl. stelde de Synode den
Kerkeraad van Numansdorp in 't gelyk. Het
DE MERKWAARDIGSTE SECTE
I.
De merkwaardigste, meest uitgebreide en
het grootste aantal volgelingen tellende,
doch de minst bekende secte, die ons wereld
deel ooit gekend heeft, was die der Bogo-
Deze uitspraak schijnt paradoxaal en toch
is zij volkomen waar.
In het begin der dertiende eeuw was
de ketterij der Bogomilen over heel Europa
verspreid, bij naime in het zuiden en mid
den, terwijl men slechts in enkele boeken der
kerkgeschiedenis en ook in de meeste ency-
clopaedieën er maar iets, en dan meest nog
onvolledig en foutief, over vinden kan. Er
waren in dien tijd der middeleeuwen tal
van belangrijke middelpunten dezer secte
vanaf Konstantinopel, den Donau en den
Rijn langs, met breede vertakkingen aan
weerszijden, tot aan de grenzen van ons land
toe, en van de Pyreneëen en den Atlantischen
oceaan door Frankrijk, Italië, vooral Lom-
bardije, Bohemen, Bosnië, Griekenland,
Duitschland en oostwaarts, enz., zoodat men
onmogelijk de geschiedenis der Albigenzcn,
Katharen, Patarijnen, Waldenzen en Hussie
ten schrijven kan, zonder de leerstellingen
der Bogomilen bestudeerd te hebben
Jammer evenwel, dat de authentieke bron
nen en protocollen om ze te leeren kennen
meest in de oud-Bulgaarsche taal enkele
slechts in het Latijn geschreven zijn, wat
nu tevens verklaart, waarom de kerkge
schiedschrijvers er weinig of niets van weten.
De stichter der secte heette Bogomil, wat
oof een doopnaam c f een pseudoniem was
de naam beteekent: ..door God bemind",
een monnik, die tijdens de regeering van
Czaar Peter van Bulgarije (927968) ge
leefd heeft, en in sommige kerkgeschiedenis-
boeken verward wordt met den pope Jeremil,
die zijn leerling is geweest
Het was toen reeds een ware bloeitijd voor
het sectewezen. Waren er volgens den kerk
vader Irenaeus een eeuw na de stichting
van het Christendom al ruim dertig secten,
en twee eeuwen later, zooals Bpiphanius in
zijn Artsenijkast mededeelde, al ruim tach
tig en was er in 343 te Serdika, de toen
malige hoofdstad van Groot-Bulgarije reeds
eeu concilie tegen de ketterijen gehouden, bij
naame tegen de Arianen, in Bogomils dagen
waren de velden in ons werelddeel voor de
sectestichters wit om te oogsten.
De langdurige worsteling in den Balkan
van die dagen om uit den greep van Byzan
tium en Romj te blijven, en tevens het
heidendom uit te bannen, en dan een zelf
standige, nationale kerk te stichten, aooals
ik in mijn artikel over: „Huwelijken van
Balkanvorsten" heb aangewezen, was koren
op den molen van Bogomil. De heidenen
toch, die tal van monniken uit het Oosten,
vooral uit Griekenland, en uit het Westen,
bij name uit R-me, hoorden prediken, en
daardoor in twijfel geraakten in zake hun
voorvaderlijk geloof, gevoelden zich veel
meer aangetrokken tot zijn leerstellingen,
die een mengelmoes waren van heidensche
denkbeelden en verschillende ketterijen, dan
tot de eenvoudige leer van het Christendom.
Het is intusschen onzeker, in welken tijd
precies en op welke plaats Bogomil zijn
arbeid begonnen is, hoewel vaststaat, dat hy
in de eerste regeeringsjaren van Czaar Peter
reeds predikte, en toen al getracht heeft
binnen de hoofdstad Preslav propaganda te
maken, wat hem echter verboden werd. Met
zijn medewerkers Jeremiï en Friziane en
een groot aantal discipelen, die zich aposte
len noemden, strekte hij zijn arbeidsveld zoo
ver mogelijk uit, aoodat we in 1017 reeds
te Toulouse, in 1146 te Keulen belangrijke
middelpunten van zijn secte aantreffen, ter
wijl kort daarna te Straatsburg en andere
steden aan den Rijn, alsmede aan de rivier
de Sava, het aantal Bogomihsten de groote
meerderheid der bevolking uitmaakte.
In den grond der zaak bedoelde Bogomil
den mensch vrii te maken van alle gezag,
om zich slechts door de rede te laten leiden,
waarom hij zich met alle kracht verzette
tegen elke staatkundige en godsdienstige
overheeraching. Zijn leerbegrip had daarom
twee verschillende zijden: de eeno was so
ciaal en politi k, de andere godsdienstig en
kerkelijk. Hij had dan oek zijn beschouwing
over de godheid (theologie), het heelal (cos-
mogonie), geioof (dogmatiek) en leven
(ethiiek), en trachtte den mensch een ai-
doend en daarom een hem volkomen bevre
digend nt.voord te doen geven op alle vra
gen, die hem konden verontrusten.
In het kort komen de leeretel-.ngen der
Bogomilen hierop neer: God ie een eeuwig,
volmaakt, medelijdend en barmhartig wezen:
een geest in de gedaante van een mensen.
De leer der drieëenheid moet beslist worden
verworpen, want de Zoon (Zonen) van God
en de Heilige Geest waren van veel minder
orde en rong dan de Vader.
God de Vader had twee zooien: Sa.analie
is wel een eigenaardige beslissing. We begrij
pen er, eerlijk gezegd geen jota van. Een Alg.
Syn. Commissie, die uitmaakt, dat kinderen
van Hervormde ouders behooren gedoopt te
wordenen een Synode, die beslist, dat
men zulke kinderen toch niet behoeft te
doopenl Van eenheid in de rechtspraak ge
sproken! Het is een eigenaardige beslissing!
en Jezus. Nadat de Vader de onzienlijke
wereld had geschapen, heeft Hij aan Sata
naïle er de macht over verleend, wat is uit
gedrukt door het achtervoegsel „ile" bij zijn
naam van Satana. Door die hooge onder
scheiding was hij, die altijd aan des Vaders
rechterhand gezeten was, en den vollen
luister van Gods majesteit en heerlijkheid
bezat en ook Zijn scheppingsvermogen, met
hoogmoed vervuld geworden, en rijpte bij
he-m langzamerhand het plan om de plaats
zijns Vaders in te nemen. Onder verschil
lende beloften heeft hij een groot aantal
engelen, die onder zijn heerschappij ston
den, overgehaald om een gansche omwente
ling in den hemel te doen ontstaan.
Ter oorzake dezer onbeschaamde hoo-
vaardij en ongehoorzaamheid heeft de Vader
Satanaïle met al zijn trawanten, die hem
bij den opstand ter zijde hadden gestaan,
den hemel uitgeworpen, zonder hem even
wel zijn luister, heerlijkheid en scheppings
vermogen te ontnemen.
Zoodra Satanaile van Gods rechterhand
verstooten was, kwam hij in een donkeren
chaos terecht, wijl de aarde nog niet bestond,
slechts een onzichtbare wereld en aarde.
Door de hem bijgebleven scheppingsmacht
riep hij de onzichtbare wereld tot het zicht
bare, om daar met zijn mede gevallen enge
len de heerschappij uit te oefenen. Daartoe
schiep hij ook den mensch, Adam, maar
toen hij hem een ziel wilde geven, bemerkte
hij. dat er water uit zijn rechter teen liep,
welk water terstond veranderde in een slang.
Ten einde raad zond de gevallen zoon
eenige engelen naar zijn Vader met het
voorstel om gemeenschappelijk de aarde en
de menschen te regeeren, mits de Vader
voor Adam een ziel wilde scheppen.
In Zijn groote barmhartigheid nam de
Vader het voorstel aan, te meer omdat daar
door de gelegenheid kwam om de gevallen
engelen weder tot. den Vader te bekeeren,
daar Adam door die ziel ook zaligmakende
gaven ontvangen had. Maar toen nu ook Eva
geschapen was naar de gelijkenis van Adam,
zeiden beide eerste menschen aan Satanaïle
de gehoorzaamheid op. Dit maakte hem be
vreesd, dat zij zich nu aan de zijde van
God zouden scharen, waarom hij Eva ver
leidde, die nu twee kinderen kreeg: Kaïn
en Calomene. Door den invloed van Sata
naïle beging Adam dezelfde zonde met Eva,
uit welke verboden gemeenschap Abel werd
geboren, die echter reiner an braver was dan
Kaïn en diens zuster Calomene.
Om al deze boosheid door Satanaïle be
dreven, beroofde God hem van zijn macht
en heerlijkheid, en liet hem een somber be
staan op aarde hebben. Uit weerwraak
haalde deze zijn mede gevallen engelen over
om met de dochters der menschen te huwen,
uit welke huwelijksgemeenschap de reuzen
geboren werden.
Maar ook zij vielen van Satanaïle af,
waarom hij hen en alle menschen door een
zondvloed verdelgde, behalve zijn getrouwen
dienstknecht Noach. Daar echter het nieuwe
menschdom zich weder vermenigvuldigde,
verwarde Satanaïle de spraak der mensrhen
en verspreidde hen over de aarde, verwoestte
Sodom en Gomorra, om te laten zien, dat
hij de macht behouden had over de zicht
bare wereld om die te demoraliseeren en
te vernietigen. Hij verscheen daarna op
Sinaï en gaf er door middel van Mozes
slechte wetten. Na hem zond hij profeten,
die het geloof onder de menschen verbreid
den, dat Satanaïle alleen God was. Al deze
maatregelen hebben er toe medegewerkt, dat
de menschen God hebben vergeten en zicb
aan Satanaïle gingen onderwerpen, behalve
zij, die geschreven waren in het boek de*
geslachts van Jezus Christus, de Bogomilen
Toen God bemerkte, dat Satanaïle de
menschen verleid had, kreeg Hij medelijden
met hen, in het bij,zonder met him zielen
en besloot ze uit de macht van Zijn verloren
zoon te bevrijden.
Hiertoe zond Hij na 5500 jaren Zijn twee
den zoon, Jezus, dien de menschen Christus
noemden. Het woord Christus drong in het
rechter oor van de heilige maagd en kwam
in een schijnlichaam uit het linker oor. Dat
gebeurde plotseling in de grot van Beth
lehem. Jezus heeft daarom geenerlei men-
schelijke hoedanigheden; als Hij at en dronk,
deed Hij dat om Satanaïle te misleiden, die
Hem wilde dooden. Door den invloed van
Satanaïle hebben de Joden toen Jezus ge
marteld en gekruisigd, maar dat alles was
niets dan schijn, daar Hij slechts een schijn
lichaam had.
Door Zijn opstanding heeft Jezus Sata
naïle volkomen overweldigd, hem beroofd
van de toevoeging „ile", hem in den afgrond
geworpen, zoodat hij de geketende satan in
de hel is geworden. Hierdoor is Adam en
zijn nakomelingschap uit de macht des sa
tans bevrijd, terwijl Jezus daarna naar den
hemel is gegaan, Zijn lichaam in de lucht
achterlatend, en heeft Zijn oude plaats bij
den Vader hernomen, waar Hij gesteld is
over alle engelen.
Om het geluk van den mensch te volma
ken, zond de Vader Zijn derden zoon op
aarde, den Heiligen Geest, die de macht
kreeg over de menschelijke zielen. De zielen
der Bogomilen, die deze weldaad der werk
zaamheid des Geestes hebben opgemerkt,
ontvingen het Goddelijk Woord, dat zij nu
aan anderen hebben medegedeeld. Op den
oordeelsdag zullen de menschen, die zulke
zielen, aJs de Bogomilen bezitten, hun lichaam
afwerpen, daar de lichamen door Satanaïle
geschapen zijn, en daarom onderworpen wa
ren aan dood en zonde, en zij zullen met
RHEUMATIEK,
■pit. Uchla*. Jicht, griep, hoofd-, kiea-
uwpUn wordt volgena SOOO
ir hen die andere middelei
ndere middelei
™E:TOGAL
n baat brachten. Bü Awxh. k Dro«- t OZO
Radio Nieuws.
Dln&dug 13 October.
HUIZEN (1875 M.) KRO. 8—9.15 Concert. 10
11.30 Gramofoon. 11.3012 Godsdienstig hair-
uuTtje. 12 Tüdseln. 1212.15 Politieberichten.
12,151,45 Lunchconcert. 1.452 Gramofoon. 2
—3 Vrouwenuurtje. 3—3.30 Gramofoon. 3.30i
Verzorging van den zender. 45 Gramofoon.
66.20 Concert 6.206.45 Cursiw lm Bedrürs-
controle. 6.45—7.10 Cursus Engelsch. 7.1U—7.30
Spreker. 7.30—7.45 Politieberichten 7.15—S Ver-
bondskwartiertje 8—11 Muziek te Amsterdam. 11
11.30 Muziek te Bussum. 11.3012 Gramofoon.
HILVERSUM (298.8 M.) AVRO. 8 Tfldseln. 8.01
10 Gramofoon. 10 Tijdsein. 10.01—10.15 Mor
genwijding. 10.15—10.30 Gramofoon. 10.30—11
Spreekster. 11—11.45 Concert 11.45—12 Gra
mofoon. 12 Tijdsein. j2.012 Kwartet 22,30
Rustpoos voor het verzorgen van den zender.
2.303 Gramofoon. 34 Knlples. 44.30
Hollandsche middag. 4.305 Radio-Kind.
9930 Gramofoon. 9.3011 Orkest 1112 Muziek
hun zielen overgaan in de hemelsche wereld
van den Vader. En als de Heilige Geest Zijn
werk der verlossing zal hebben verricht,
dan zal de zichtbare wereld terugkeeren tot
haar oorspronkelijken staat, namelijk tot
den chaos, en Hijzelf tot den Vader.
Hoewel Satan in de hel geketend is en dat
blijft totdat de wereld vergaat, moeten de
duivelen geëerd worden, wijl zij de macht
behouden om de menschen allerlei kwaad
aan te doen. Zelfs Jezus kon van den Vader
geen verlof ontvangen om de macht der
demonen aan banden te leggen. Om even
wel zooveel mogelijk tegen hen gewapend te
zijn, moet men ze bezweren in den naam
van Christus, het Nieuwe Testament, maar
ook de boeken der verschillende secten, ijve
rig lezen, doch vooral vermijden zich met
het Oude Testament in te laten, daar dit in
zijn geheel een werk van Satanaïle is.
Bogomil verwierp ook de sacramenten, om
dat water en brood door Satanaïle gescha
pen zijn. De doop bestond in dien met
vuur en geest, en mocht alleen aan volwas
senen bediend worden door oplegging der
handen, terwijl ook aanbevelenswaardig was
het evangelie van Johannes op het hoofd van
den doopeling te leggen. Men moe6t vierma
len des daags en des nachts en liefst in
de open lucht, bidden, terwijl belijdenis van
zonden steeds moest geschieden in het open
baar, waarbij echter de zonden niet moch
ten genoemd worden.
Driemalen per jaar moest er veertig dagen
lang gevast worden, dat is leven op water
en brood, en bovendien nog driemalen elke
week, terwijl het eten van vleesch, boter en
melk volstrekt verboden was. De afgods
beelden, mits ze niet van een kruis voor
zien waren, moesten gelijke eer als de af
goden ontvangen, wijl ze even waardevol
waren. De maagd Maria mocht niet worden
vereerd. Ook mochten er geen kerken of tem
pels gebouwd worden, daar Satanaïle er
faarne in nulde wonen, gelijk hij dat te
erusalem en te Konstantinopel in de Aya
Sofia gedaan had. Hoewel alle ceremonie en
liturgie eigenlijk uit den booze was, moest
men bij het bidden het Nieuwe Testament
op een tafel zetten, die overdekt werd met
een wit kleed. Het huwelijk was zondig en
die reeds gehuwd waren, toen ze Bogomilen
werden, moesten elkander verlaten; de man
nen stonden hooger in aanzien dan de
vrouwen. (Slot volgt.)
Hillegereberg.
M. H. A. v. d. VALK.
PAEDAGOGISCH TIJDSCHRIFT
Het October-nummer van het Paedago-
gisdh Tijdschrift voor het chr. onderwijs ia
wel weer geschikt om te laten zien, dat
deze periodiek aan ieder die in onderwijs
zaken belang stelt, in de eerste plaats wel
voor onderwijzers en leeraars, zeer veel
lezenswaardigs biedt.
Genoemde aflevering biedt allereerst een
artikel van H. Dam te Wildervank, waarin
dfeze op grond van door hem gedane onder
zoekingen tot de slotsom komt, in tegen
stelling met de vieelal gangbare opvatting,
dat leerlingen van de hoogste klassen der
lagere school niet in „beschrijvingstypen"
kunnen worden ingedeeld. Ook verder leidt
hij uit zijn proefnemingen interessante
resultaten af. Verder worden enkele merk
waardigheden naar voren gebracht uit in
statistieken verwerkte resultaten van me-
disch-psychologisch onderzoek in Frankrijk.
Dr. D. B. Kagenaar van Dalem bespreekt
en prijst aan bestucfeering en gebruik van
Prof. Dr. E. D. Wiersma's Capita Psycho-
pathologica, Dr. A. Kuyper's boek over het
onbewuste in de nieuwere psychologie en
Ds. W. Faber's Grondbeginselen der wijs
begeerte. D. Tiemersma van Amsterdam
schrijft over verwaarloosden, waarmee hij
niet misdeelde, maar bijzonder intellectueele
en begaafde kinderen bedoelt. Hij verdedigt
het spelende leeren, en zal zijn ideeën ver
der uitwerken, allereerst over het aanvan
kelijke rekenonderwijs als spel. Verschil
lende buitenlandsdhe tijdschriften bevatten
naar T. v. d. Kooy, van Vlaardingen, laat
zien weer menige lezenswaardige passage.
Tenslotte laat D. Wouters in de critischa
revue vertellen over het mooie werk onder
de straatjongens van Rotterdam door den
„Arend"-directeur Dr. van Wijk.
ZENDING
Algemeene Zending a-C onfe-
r e n t i e. Van 26 tot 28 October wordt in het
Koloniaal Instituut te Amsterdam de 44e
wat Wils.
l/OON-WOLKENKRABBER
al, Amsterdam
ïoesten worden opgelost. Zoo moest reke-
ing gehouden worden met dg stedenbouw-
undige-, architectonische- en bouwtechni-
:he eischen.
Wij hopen binnen afzienbaren tijd wan-
;er deze woon- en wolkenkrabber geheel
il zijn voltooid nader en uitvoeriger op dit
ebouw terug te komen.
r heden zij nog opgemerkt dat de ge-
Algemeene Zendings-Conferentie 1geTu
Het thema der Conferentie zal zyn: „Zen-
ding en Volksleven".
Werd het program al eerder meegedeeld,
thans kunnen wij eraan toevoegen, dat op
Dinsdagavond 27 October een openbare sa
menkomst zal worden gehouden in het kerk
gebouw der Hersteld Ev. Luth. Gemeente op
den Kloveniersburgwal te Amsterdam. De
■echnische Coöperatie
„ELECTRA"
Opgericht 1920
Nic. Beetsstraat 152
Tel.82890,Amsterdam
Na 6 uur 60213.
Instal ateur van de sterkstroom instal'ebe
voor de 1e Nederl. Woon-Wolkenkrabber
te Amsteidam.
De Lood-, Zink-, Mastiek-
Sanitaire werken voor de 1 e Ned.
Woon - Wolkenkrabber te Amster
dam worden uitgevoerd door de
Laurierstraat 41 Amsterdam
Telefoon 45662
voor dezen bouw wordt
Sanitair
VI
geleverd door de firma
AMSTERDAM
N.V. FABRIEKEN „WADDINXVEEN"
H. A. KEMPKES Co.
TEL.17 WADDINXVEEN
VOOR DE
TE6ENW00RDIGE WONING
LEVERING DOOR DEN
HANDEL. - TOONKAMERS
CRABETHSTRAAT57
GOU DA T.O. HET STATION
U?er Tan Zwart stelt dan zyn wekelyksch or
gel-concert in den dienst der Zending. Een
openingswoord wordt gesproken door den
oudsten predikant dier Gemeente, Ds. C. F.
Westermann; en een korte Zendingrede
wordt gehouden door Ds. P. J. de Jong, Herv.
predikant te Amsterdam. De toegang is vry,
behoudens op enkele gereserveerde plaatsen
voor de leden der Conferentie.
KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT
99. Vervolgens besloot kapitein Klakkebos
een tukje te doen; dat had hij wel verdiend.
Hij vlijde zich behaaglijk op het promenade
dek in 'n schommelstoel, nadat hij eerst z'n
jasje over de leuning had gehangen. Hij
sliep spoedig als 'n os, halend en puffend
als 'n locomotief. Vlakbij stond een kind
met 'n „opblazertje".
100. „Wil je eens wat moois zien?" vroeg
Kees. Hij nam den opblazer en stak "m voor
zichtig tusschen de lippen van den blazen-
den kapitein, 't Ging prachtig! Bij elke uit
ademing van den kapitein verhief de op-
blazer zich als 'n groote komkommer, om
daarna telkens weer piepend en sissend leeg
te loopen. Maar nu kwam Koos op een snood
en boosaardig plan.
(Wordt Woensdag vervolgd.)
FEUILLETON
DE CITADEL VAN ANTWERPEN
Verhaal van een Oud-Strijder
Naverteld door R. BOON
(1
HOOFDSTUK I
Een rumoerige exercitie
„Fliajnkeut 10 muet die kop recht halten I
t— Ah, ja, recht zoo. Eïn wenig recht6;
nog nicht richtig Staat, recht, eoo en
ganz n/icht babbelen. Let auf die befehlen
mit alle an dacht, ja!"
„Die flankbatailjon make rechtsomkeert!"
„Allen korporaal, of maar een gedeelte?"
„Als ich die bevel geve, make die gan-
eche flank rechtsomkeert. Gewiss!!"
Deze en meer dergelijke bevelen wenden
gegeven en terstond daarna uitgevoerd op
de binnenplaats van de flankeurekazerne
te Gorimchem, op den 8sten October 1831.
Een groepje recruten, blijkbaar nog sinds
zeer korten tijd onder de wapenen geroepen,
haastte zich om de bevelen zoo goed moge
lijk ten uitvoer te brengen. En toch moes
ten zij in dit voornemen meermalen fallen,
zeer ten ongenoege van den korp (raai, die
met de vorming dezer recruten was bellest.
De omstandigheid dat hij een Zwitser was
van geboorte, die bovendien die Hollandsche
taal nog maar voor een zeer klein gedeelte
verstond, was oorzaak dat de manschappen
hem meermalen uitlachten, en zijn bevelen
niet of allthans zeer moeilijk konden ver
staan.
In diit middaguur ie het reed6 de tiende
maal, dat men hem verduidelijking vraagt
ten opzichte van het gegeven bevel, en nu
is korporaal Basselet er de man niet naar
om zijn geduld langen tijd te bewaren.
Eenige andere soldaten verricht-n op be
vel van dien kapitein 'kazernedienst en zijn
thans aangewezen om de binnenplaats der
kazerne te schrobben. Enkelen dragen w i-
gevulde emmers water aan en weer anderen
haasten zich om de inhoud' over de straat-
steenen uit te storten; een arbeid, die zij
op 'lang niet ordelijke wijze ten uitvoer
brengen daar zij telkens, moedwillig of
niet, de voeten der exerceorendien rijke1 ijk
met water besprengen.
Korporaal Basselet is woedend.
„Veretehen sie mie nidht" buldert hij de
dienstdoende manschappen toe, dii-e, even
als eenige oogenbllkken vroeger, gestadig
voortgaan om op deze wijze den korporaal
maar ook tevens de jonge recruten te sar
ren en hinderlijk te zijn.
„Ich sollen eie wohl krijgen! Flan keur 10.
rupf dadelijk das kapitan. Haasten eie
Of flankeur 10 het bevel niet begrepen
heeft of dat hij weigert om er aan te vol
doen. weten wij niet, hij blijft kalm in de
gelederen staan tot op hetzelfde moment
hem een emmer over de schouders geledigd
wordt en hij druipnat achterwaarts springt,
vlak tegen den korporaal aan, die hem
juist, op handtastelijke wijze aan zijn plicht
wilde herinneren.
„Das ist ja, ganz ongehoort, maar ich
solden sie krijgen, jou vlegel. Wo i6t die
man die geworpen hat? A so, ja, da6 ist
die al te f legel, die altijd die befehlen weer
streven dorst!" roept de korporaal uit,
wiens woede door deze handelwijze is ten
top gevoerd. Met heftige gebaren en onder
het uiten van allerlei dreigementen, neemt
hij zijn plaats aan het hoofd van den troep
weder in, (in afwachting van de komst des
kapiteins, wien hij in alle mogelijke Meu
ren en geuren het geval zal verhalen.
Mopperende en scheldende op den deug
niet, die het wagen diur fdie om de onder zijn
bevel staande soldaten te hinderen, gaat hij
voort met bevelen. Alle tucht en ordie is
echter geweken. De soldaten zijn nog ge
heel vervuld van die grap, die heeft plaats
gegrepen en lederen blik, die zij op de klee-
denen des korporaals werpen, versterkt
hun lachlust Zijn donkere oogen, zijn zwa-
ren knevel, kortom zijn geheel militair
uiterlijk is niet in staat meer om de man
schappen eenig ontzag in te boezemen.
De waterdragers, de oorzaak van al deae
stoornis, staan lachend achter den troep en
prijzen de heldhaftigheid van den jongen
flankeur Peters, die den moed heeft gehad
um door zijn worp het geheele bataljon in
disorde te brengen.
Als de kapitein komt, gaat alles weer aan
den arbeid. Geen lachje wordt er meer ge
hoord en niemand durft het wagen een en
kel oogenblik van zijn wenk op te zien.
Alleen Peters maakt hierop een uitzonde
ring.
Hij begrijpt, dat het ar voor hem geducht
zal spannen. Hij kent die korporaal zeer
goed en hij weet bovendien, dat deze hem
geen goed hart toedraagt.
In zijn verwachtingen wordt hij niet be
drogen. Kapitein Roest roept hem bij zich
cn stelt hem achtereenvolgens eenige vra
gen, drie hij alle moet beantwoorden.
Onder de soldaten staat Petera als een
eerste grappenmaker bekend. Allerlei katte
kwaad wist hij te bedrijven en toch gelukte
het hem 6teeds om uit de handen zijner ver
volgers te blijven; hetzij het zijn superi u-
ren waren, of zijn kameraden, die hem ook
dikwijls zeer gaarne een kleine strafoefe
ning wilden toedienen, indien het hem ge-
Jukt was, een of meerderen hunner beet te
nemen.
Nu zal het hem eohfceT niet gelukk n
om den dans te ontspringen. Met vlammen
de blikken staart de kapitein hem aan, ter
wijl zijn beschuldigers, de korporaal en
flankeur 10, die hij gedurende den gan-
sdhen middag gehinderd heeft, zich naast
hem plaatsen.
Aan het slot van het verhoor wordt hem
dan ook het bevel gegeven om gedurende
den verderen middag wadht te houden voor
de kazernepoort en dien post niet te verla
ten, alvorens de kapitein hem een aflosser
heeft toegezonden.
Flankeur Peters maakt het saluiut en ver
trekt, na eerst den korporaal een nijdigen
blik te hebben toegeworpen.
De korporaal krijgt het bevel om nog
voor eenige minuten met het drillen der
soldaten voort te gaan. Flankeur 10 vraagt
en bekomt verlof om andere kleeren aan
te trekken en de kapitein verwijdert zich.
De rust schijnt op het kazerneplein voor
goed weergekeerd te zijn, doch een poosje
later wordt die weer op wreede wijze ver
stoord door flankeur Petera, die met mus
ket en ransel omhangen, gereed staat zijn
onvrijwillige wacht te betrekken, doch die
eerst nog ecuvige grimassen wenecht te ma
ken aohter den rug van den Zwitserschen
korporaal, die hij de oorzaak acht te zijn
van zijn straf en waarop hij zióh op deze
wijze wenecht te wreken.
De soldaten schieten op het onverwacht
in een lachbui lo6 en wekken daardoor we
der de woede van den korporaal, die maar
met kan vatten wat de oorzaak is van 6 ze
vroolijkheid.
„Flankeur Dekker", roept die korporaal
ten eincle raad, Jij must mich vertellen,
waarom die manschappen zoo lachen."
Flankeur Dekker wenecht zijn kameraad
n-og niet te varnaden en werpt de schuld op
een zijner kameraden onder de mededee-
ling dat deze door zijn verkeerde oefenin
gen de oorzaak is van alle lachlust.
„Du bedriegt mij, maar gewiss, so jij niet
zegt, waarom die manschappen lachen, dan
so lik jou prugelen, ja!" roept hij bulderend
uit, een bedreiging die weldra de gewensch-
to uitwerking geeft en waarbij Pet ra zoo
sn 1 hij kan, het hazenjjad kiest.
,„Ah, die Peters," roept de korporaal, die
den flankeur ziet weg loopen en die nu drei
gend de vuist naar hem opheft, „wir sollen
6ie wohl krijgen, man, ja gewiss!!"
Als eenig antwoord op deze bedreiging
maakt Peters van uit de verte een hartelijk
saluut en verdwijnt daarna 6poedig door de
kazernepoort.
„Die drommelsche kerl, als wie uber
eenige dagen diie muitelingen zullen aan
tasten. dan sollen wier sien, wie uber dos
meeste heldhaftigkeit te beschikken heeft".
Daarop gaat het weer van vooraf aan:
..Rechtsomkeert! Uber das geweer! Flan
keur Maas. die kop recht!"
De manschappen verriohton da exercitiën
kranig. Zij zijn «nu nog slechts zeven dagen
onder de wapenen en toch kunnen zij alle
oefeningen al verrichten met een juistheid
en een tact, die den toeschouwer verbaasd
deden staan.
Daar slaat de torenklok vier uur. Dit is
het oogenblik, waarop de exercitiën zullen
eindigen. Dadelijk daarop klink dan ook
uit den mond van korporaal Basselet het
bevel: „die geweren af!"
Snel en gelijktijdig worden de geweren
op den girond geplaatst, terwijl de flan-
keura den korporaal vol verwachting aan
staren. Zij kennen zijn gewoonte om telkens
na afloop der exeroitie uit zijn mond te ver
nemen wie zich dezen middag goed en naar
behooren hebben gedragen en tevens ko
men zij dan steeds alterdei bijzonderheden
te weten omtrent de verwikkelingen met
België, die jui6t in deze dagen het toppunt
hadden bereikt
„Mannen, mijn dank", zegt ook nu de kor
poraal. „Die flankeurs uit de eerste l'nie
haben sich ganz gut gehalten. Jij Maas en
jij Venneuten mijn dajik voor die attentie
Best gethaan, mannen, best gethaan. Nog
een paar dogen en sie muth fechten. die
Belg is ja ganz oproerig. Sie wallen unser
Honig weerstaan en wollen een eigen Ho
nig haben, maar wir sollen sie wohl klein
krijgen, mannen. In das Theater im Brus
sel ist ein grosser opstand ausgebroken. Sie
haben daar opstand gepredikt en mi mus
sen wir daar allen heel gauw heen om die
oproerlingen te prugeln en diie vnleche Pe
tera moet voran an die troep. Wir sollen
diie Peters wohl krijgen, geavisB!"
(Wordt vervolgd)