OP DEN GOEDEN WEG. LEIDSCHE NEDERLANDSCH- FABRIKAAT-WINKELWEEK. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1931 door W. TEN CATE BROUWER i de ï'amer van Koophandel en Fabrieken 1 Wanneer hedenmiddag de Burgemeester van de stad Leiden, Mr. A. v. d. San de Bakhuyze'n, de Leidsche Win kelweek opent, dan zal Z. Ed. Achtbare het ijverige Bestuur van het Leidsche Winkel week-Comité en het even voortvarende Be stuur van de Afdeeling Leiden van de Ver- eeniging „Het NedérlaiKlsch Fabrikaat" on getwijfeld gelukwerischen met de juist in deze tijden zoo dringend nóodige samenwer king tusschen den Nederlandschen Midden stand en den Nederlandschen Fabrikant, Het is nu "ongeveer negen jaar geleden, dat ondergeteekende bij de opening van een Winkelweek in Leiden in de Stadsgehoor- zaol den -winkeliers op het hart bond toch zooveel mogelijk aan Nederlandsche produc ten de voorkeur te geven. Wij leefden toen in den na-oorlogstijd, 1918 lag nog maar eenige jaren achter ons, door de inflatie in Duitschlaüd en België stroomden geweldige partijen-goederen uit Duitschland en België ons land binneh, de Nederlandsche Fabri kanten zagen zich zelfs hunne vaste klanten ontvallen en vele van hen leden daardoor onoverkomelijke verliezen. Het geld, dat ge durende den oorlog verdiend en overge spaard was, werd weder verloren en eenige jaren later was de Nederlandsche Zaken man er in doorsnee slechter aan toe, dan voor den oorlog. De Overheid, die dit ont- wrichtings-proces van de Nederlandsche Nij verheid gadesloeg, meende dat men tegen deze valuta-concurrentie niets moest doen en verklaarde dat het kwaad maar moest uit zieken. Daarna kwamen weer andere tijden. De Mark en de Franc werden gestabili seerd en daarmede was aan de ongezonde concurrentie een einde gekomen. De Neder landsche Industrie zou nu weer een eerlijke kans krijgen om zich er boven op te werken. De outillage van vele fabrieken werd gemo derniseerd, de verkoops-organisatie verbe terd. Banken gaven vol vertrouwen de noo- dige credieten. Reizigers trokken naar het buitenland, agenten werdén aangesteld, want men begreep dat een konkurrenz- fahige productie slechts mogelijk was, wan neer men in vol bedrijf kon werken. Het al- zetgebied binnen onzejanqsgrenzcn was t$ klein, dus moest men verder van huis. Maar helaas! De Nederlandsche fabrikant stootte links en rechts zijn neus. De ons om ringende landen, uitsluitend bedacht op eigen voordeel en zich bewust van hunne machtspositie, verhoogden hunne invoerrech ten zoodanig, dat het Nederlandsche product zich vrijwel de mogelijkheid ontnomen zag 'een goede kans te krijgen om te kunnen wedijveren met het buitenlandsche fabri kaat en weer stond de Nederlandsche Fabri kant machteloos. Een beroep op de Regee ring baatte niet en protesten van de Regee ring bij de betrokken landen sorteerden geen noemenswaardig; effect. En wederom, raakte de Nederlandsche In dustrie in de knel. En zoo geschiedde het, dat Nederlandschefabrieken, belangrijke bronnen voor onze Volkswelvaart, neven- bedrijven openden aan de andere zijde van onze grens om daar met vreemde arbeiders de producten te nïaken, welke aan Holland- sche volharding, Hollandschen speurzin en Hollandse!) kapitaal hun roem te danken hadden. Vanaf dien tijd begon langzaam aan de Nederlandsche werkloosheid zich al te teekenen. Daarbij kwam dan nog cte voor onze Volks welvaart zoo funeste voorkeur die vele Mid denstandszaken voor het Buitenlandsche fa brikaat hadden eri iedereen kan begrijpen, dat voor het Nederlandsche Bedrijfsleven een zware tijd moest aanbreken. De export van Land- en Tuinb'ouw-Producten kwam door de verhoogde invoerrechten in andere landen eveneens geducht in de knel, waar door de algemeene malaise nog aanzienlijk vergroot werd. En thans komt daar weer bij de revalori- satie van het Engelsche Pond, waardoor de Engelsche Industrie, althans in de naaste tijden, voor ons een niet te overwinnen con current is geworden. Zweden en Denemar ken hebben het voorbeeld van Engeland ge volgd en maken de moeilijkheden nog weer grooter. En wanneer wij dan nog daarbij be denken hoe wij in de laatste tien jaren fei telijk regelmatig ons levenspeil hebben ver hoogd, dat sociale hervormingen vaak door gedreven zijn tegen het gezond verstand in, dat het soms leek alsof de voornaamste zorg van de Overheid was ervoor te waken, dat er toch vooral niet téveel werd gearbeid, ja, dan is het-diet te verwonderen, dat er een crisis moest k.ofljen. Vooral als men daarbij nog overweegt, clat in de laatste jaren elke fabrikant er naar streefde om door verhoog den omzet zijn Winstcijfer gelijk te houden, waardoor de productie op geraffineerde wijze tegen elke logica in werd opgevoerd, totdat de markt overvoerd werd en de groote prijsdaling kwant Onder deze omstandigheden is het te be grijpen, dat het Nederlandsche Fabrikaat en de Middenstand elkaar tlians meer dan ooit noodig hebben en samenwerken moeten om de ontwrichting niet nog grooter te maken. De Middenstand heeft hier een moreelen plicht te vervullen. Duizenden Nederland sche arbeiders zijn aan het werk te stellen, wanneer de Nederlandsche Middenstand zijn taak goed beseft. Het hemd is nader dan de rok. Zoo zullen wij dan thans het engelsche laken voor jas, broek of vest moeten ver vangen door het Lcidseh of Tilburgsch pro duct, de fransche parfum van Coty, Piver of Houbigant voor een product van Neder landschen hodejii, ;de toiletzeep van buitcn- landsche fabrieken voor het product van de N.V. Sander's Zeepfabrieken te Leiden, de bisquits van I-Iuntley en Palmers voor die Nutricia of Verkade, het mosterdzuur Cross Blackwell voor dat van de fir ma Tieleman en Dros, het bevroren vlcosch van Australië voor het versche Hollandsche rundvleesch, de „Stetson"-hoed voor een hoofddeksel van Hollandsch maaksel, buiten landsch aardewerk en glaswerk voor dat van De Leidsche Winkelweek. Hulde aan het Comité. door Mr. A. J. ROMIJN Aan Uw verzoek om bij den aanvang van de Leidsche Winkelweek in Uw blad een artikeltje te schrijven voldoe ik gaarne, omdat mij dit een ongezochte ge legenheid geeft hier in het openbaar mijn hulde te betuigen aan het Comité dat in zqo korten tijd en onder zoo moeilijke om standigheden kans heeft gezien deze uit- gen. Acht uur per dag werken is uitgesloten. Maar er is meer noodig dan alleen wer ken. Allereerst een grondige kennis van zijn artikel en tevens een open oog voor die din gen, die noodig zijn in het belang van het publiek. Een zakenman die artikelen aan de markt brengt, welke niet in het belang van zijn cliënten zijn, is iemand die zijn eigen zaak afbreekt. Maar niet alleen dit; ook een arti kel dat wel voor de één goed is, kan voor een ander geheel ongeschikt zijn. De moei lijkheid voor een verkooper zit juist hierin, dat hij bij zijn cliënt datgene 'moet brengen, dat juist voor hem is geëigend. Van een verkooper wordt dus een psycho logische kijk op zijn clienten en hun behoef ten geëischt. Nu is het buitengewoon moei lijk het alle menschen naar den zin te ma ken, toch moet een verkooper zich dit tot De entree van i Hollandsche fabrieken. Verder Hollandsche cement, Hollandsche schelpkalk, Holland sche tegels op de bouwwerken. Het ijzer uit de Nederlandsche Hoogovens op de Neder landsche Constructie-werven enz. enz Nog honderden voorbeelden zijn gemakkelijk te noemen. Och ja! Wanneer het ons allen ernst is het product van eigen land de voorkeur te geven, dan behoeft de werkloosheid in Ne derland niet grooter te worden. De levendige vraag naar Nederlandsche producten, welke dan zal ontstaan, zal een stimulans zijn voor het op peil houden van de capaciteit van meerdere bedrijven. Hoeveel goederen, die tot op dit oogenblik geïmporteerd worden, kunnen hier niet wor den gefabriceerdi. Alleen meerdere industri alisatie zal den bevolkings-aanwas van Ne derland op den duur arbeid kunnen ver schaffen. Kapitaal, vakkennis en ondernemingslust, dit alles is in voldoende mate in ons land aanwezig. Deze crisis zal leeren, dat wij in liet waarachtige belang van het Nederland sche Volk verplicht zijn serieus na te gaan, welke goederen hier te fabriceeren zijn. Nieuwe bedrijven moeten later, mede dank zij de protectie van den Nederlandschen Middenstand, opgericht worden, en wanneer de Regeering het thans aangeboden ontwerp Anti-Dumping-Wet" ongewijzigd in het Staatsblad krijgt, zal deze wet er toe bijdra gen, dat de levensvatbaarheid van nieuwe bedrijven vergroot wordt De kans, die er tot nog toe was, dat de Nederlandsche onder nemer vermoord werd door den ver reiken- den invloed van machtige buitenlandsche concerns of kartels, bestaat dan niet meer. Voorloopig moeten wij echter nog door deze ernstige crisis heen. Moeilijke, zeer moeilijke lijden wachten ons nog. Van ver betering kan voorloopig nog geen sprake zijn. Ons levenspeil zullen wij allen zonder onderscheid moeten herzien. De droom, dat men ondar.ks de algemeene verarming, welke sinds den grooten wereld oorlog plaats greep, royaler kon leven, dat de weistandsgrens naar believen kon worden opgevoerd, de arbeid willekeurig kon ver kort, de uitgaven konden worden opge schroefd, is voorbij. De komende tijden zul len leeren, dat deze crisis een streep zal ha len door vele wenschen en verlangens van socialen en anderen aard. De crisis kan ech ter verzacht worden, wanneer ieder zijn plicht doet. In de eerste plaats is het ons aller plicht ervoor te waken, dat de economi sche ontreddering, geen moreele ontredde ring te weeg brengt. Want hoe hoog de nood ook stijgen moge, de eenheid van ons volk, de erkenning van het wettig gezag, dit alles zijn onmisbare waarden, benoodigd voor een grondig herstel. Nederlandsche producten moeten echter thans onder alle omstandigheden de voor keur hebben, zoowel bij het publiek als bij den winkelier. Laten daarom de meer dan 1400 winkeliers in Leiden vanaf den dag van heden weigeren te koopen elk product van buitenlandschen oorsprong, wanneer het in ons land in behoorlijke kwaliteit, tegen malen prijs te koop is. Wanneer alle winke liers dit Leidsche voorbeeld volgen, zal de opleving in de Nederlandsche Nijverheid de werkloosheid zeker doen verminderen. Het is daarom, dat deze Winkelweek, die vooral beoogt den band tusschen Midden stand ep Nederlandse!» fabrikaat veel stevi ger te maken, ons al l r sympathie verdient gebreide organisatie voor elkaar te krijgen. Als voorzitter van de Leidsche Middenstands Centrale, onder wier auspiciën deze winkel show wordt gehouden, heb ik zoo nu en dan wat van de voorbereiding te zien en te liooren gekregen en dit bevestigde slechts mijn overtuiging dat de Middenstands-Cen trale zeer verstandig had gehandeld met voor dit jaar de Winkelweek Commis sie van de vorige maal uit te noodigen haar schouders onder dit werk te zetten. De tijd was kort, de omstandigheden niet gun stig, maar gelukkig de energie en de animo zeer groot en wat vooral stimuleerend werk te was de lust van de Leidsche winkeliers n mee te doen. Een opmerkelijk grooter aantal nog dan het vorig jaar sloot zich aan, en het zoo moeizame werk de menschen tot deelne ming op te wekken, al hun bezwaren, hun klachten, hun wenschen en hun stokpaard jes aan te hooren en te bespreken kon voor groot deel vervallen. Het bleek dat men vertrouwen had in de organisatie; 't succes het vorig jaar leefde nog in de her innering en men was bereid om zijn deel in de gemeenschappelijke lasten op zich te nemen. Op een dergelijke gunstige voe dingsbodem groeiden de plannen de energie de activiteit van de Winkelweek-Com- sie als kool. En voor die plannen, die energie en activiteit mijn hulde' De bestuurders van de middenstandsor ganisaties weten nu ook wat ze te doen heb ben. Al die problemen waar ze hun hoofd er breken, als daar zijn, het sluitings uur voor winkels, bedrijfsorganisaties, ar beidstijd personeel, oneerlijke concurrentie, collectieve reclame, teveel aan winkels, etalagQ.verlichting,. te hooge advertentieprij- en. slgcht bezochte vergaderingen en zoo eel meer, waarover ze rnet hun leden zoo gaarne eens zouden wllien praten en den ken, doch waarmede men ze steevast alleen laat zitten, dat moeten ze zelf maar uitdok teren. De middenstanders, gelooven het wel zullen het te zijner tijd wel merken, éls; er nog wat van hooren. Maar wil men hun belangstelling trekken, wil men hun medewerking krijgen, organiseer dan een winkelweek. Het zal de taak zijn van de organisaties om deze goudader verder bloot te leggen, om deze pctroleumbron met wijs beleid en volgens de regelen van de kunst aan te boren dat daar langs nieuwe energie naar hen toestroomt en zij' zoo de beschikking krijgen over nieuwe menschen, nieuwe ideeën en nieuwe krachten om hun onmisbare rol in het maatschappelijk leven te spelen tot heil van het algemeen. De win kelweken brengen dan meer gewin dan een geslaagde winkelweek alleen. Leiden, 30 September 1931. Alphen a. d. Rijn,-Sept. '31. De kunst van het Winkelier-zijn. En iets van de Winkelweek. door J. PONTIER Over zaken doen gesproken. Het is wel merkwaardig in het leven; in de volksmond heet het: achter een toon bank staan is gemakkelijk genoeg en het komt meermalen voor, dat als iemand niets meer te doen heeft of niets meer kan doen, hij nog goed genoeg is voor een winkel. En toch: juist hij is voor een zaak het minst geschikt Winkelier zijn is een kunst, ik durf zeggen een edele kunst. Wie die kunst beoefent hoort in de eerste plaats op een hoog zede lijk standpunt te staan, 'eerlijk te zijn en i onvermoeibare energie aan den dag te leg doel stellen. Onze cliënten zijn onze vrien den en zou men voor zijn vriend niet alles doen wat in zijn vermogen ligt Zoo moeten ook onze cliënten dit beschou wen; zij moeten wefen, dat wij klaar staan om alle verlangde inlichtingen te verstrek ken. Komt bij ons zien, hetzij in de winkel of toonzaal. Als U een winkelier iets vraagt, is U niet verplicht te koopen. U vraagt advies en dat geeft een zakenman gaarne. Weest dus niet verlegen! Van Uw kant maakt het ons niet onnoo- dig_ moeilijk, door onmogelijke vragen. Vraagt wat redelijk is .en u ontvangt een redelijk antwoord. En nu de winkelweek. Deze is bedoelt om meer contact te brengen tusschen cliënt en winkelier. Men zegt zoo spoedig: „die geeft ook niets cadeau", maar nu geven alle za ken iets cadeau, en niet één geschenk, maar wel drie geschenken. En bovendien een zilver regen. Veraart heeft geprobeerd regen te maken, waar we intusschen van zelf al genoeg van kregen, maar van een zilverregen zult u nog wel niet te veel last hebben gehad. Thans zal het gebeuren. Tweemaal zal er een K, L. M. vliegveld boven Leiden en om geving vliegen, hetwelk een regen van waarde-bons over uw hoofden zal doen neder dalen. U hebt ze maar voor het grijpen. Koopt bij de deelnemers van de winkel week. Koopt Nederlandsch fabrikaat. Koopt toch in den vreemde niet, wat het eigen land u biedt. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De economische crisis waarin ook ons land is meegesleurd gaat eiken vaderlander ter harte en wanneer er middelen zijn om de noodtoestand te bestrijden met kans op eenig succes dan zal ieder vaderlander deze middelen aangrijpen. De bevordering van den verkoop van Nederlandsch Fabrikaat is zulk een middel bij uitstek. Nog altijd wordt veel uit het buitenland betrokken dat even goed en soms beter door Nederlandsche fa brikanten wordt vervaardigd en dat is een euvel dat wel eens met eten vinger mag aangewezen worden. Het is zoo klaar als glas: Doelmatige propaganda voor het Nederlandsch Fabri kaat zal de sociale lasten helpen verlichten, de werkloosheid helpen verminderen en de volkswelvaart doen toenemen. De doelmatigheid van deze propaganda behoeft niet aangetoond te worden. Niet alleen wordt het publiek vermaand om eigen industrie te bevoordeelen, maar bovendien geeft ook de winkelier zich eens ter dege rekenschap van wat er op de Nederlandsche markt te verkrijgen is, hetgeen o\er 't al gemeen nog maar al te weinig het geval is. Het is te begrijpen dat de Vereeniging „Nederl. Fabrikaat" dit oogenblikkelijk heeft ingezien en dat zoowel het bestuur van de afd. Leiden als het hoofdbestuur van deze vereeniging spontaan royale mede werking heeft toegezegd. De grootsche op zet van deze Winkelweek die weer belang rijk hooger vlucht neemt dan vorige jaren is daaraan voor een groot gedeelte te dan ken. De Vereeniging „Nederlandsch Fabri kaat" heeft bovendien deze samenwerking niet opgevat als een op zich zelf staand geval, maar weleer als de grootsche inlui tot een heele reeks van soortgelijke winkel weken en daarom er voor zorg gedragen dat de eerepoorten, de lichtzuilen enz. een duurzaam karakter kregen, iets wat aan de degelijkheid, de waarde en het aspect van deze dingen ten goede zal komen. De Leidenaars zullen de straat op moeten en de inwoners van Leiden's omgeving zul len naar de stad toe moeten, of zij willen of niet. want er zullen overvloedige attrac ties zijn. Aan de ingangen van.de stad zijn eerepoorten opgericht, die des avonds ver licht worden. Op de veeiïiarkt staat een fraaie lichtzuil te schitteren. Verschillende groote gebouwen, de Marekcrk, het Waag gebouw, hei v. d. Werfstandbeeld, het stand beeld op de Jan van Houtkade, de Laken hal. de Lodewijkskerk zijn verlicht. Op het emplacement van de N.Z.H.T.M.. dat keurig versierd is, is eveneens een lichtzuil ver rezen. Op de Kaasmarkt wordt door Neder landsch Fabrikaat gedurende zes avonden een filmvoorstelling gegeven. Muziekcorpsen zullen door de straten trekken om de feestelijkheid te verhoogen. Nog meer? Ja zeker .we noemden de voor naamste dingen nog niet. Tweemaal zal een vliegtuig boven de stad circuleeren, om een „zilyerregen" op de hoofden van de bur gerij te doen Dedertlalen, waarvan we de bijzonderheden tlians wel bekend achten. En last not least is er de groote winkel week-reclame die het vorig jaar zooveel op gang heeft gemaakt: de beschikbaarstelling door de deelnemende winkeliers van honder den cadeaus voor de koopers, die voor elke 50 cents die zij besteden een bon ontvan gen, die hen op die geschenken kans geeft., Er blijft dus geen oud wijf achter het spinnewiel in deze roerige en bedrijvige week, waarin de Leidsche middenstand wapenschouw houdt. Want dat is het toch tenslotte. De Leid sche middenstand voert een hardnekkige strijd om het bestaan en dit is de wapen schouw en het is er een die bewondering afdwingt. Het i6 er een die aantoont, dat dat hij voor geen concurreerende steden behoeft onder te doen. Het gaat om gulden in het laatje. Goed. Best. Maar het gaat daar niet alleen om. Het gaat ook om de intense behartiging van een stedelijk belang en bovendien is het een manifestatie van eendracht, die van harte toejuicht moet worden, een eendracht, die noodzakelijk zal blijken te zijn voor het sterk blijven van den middenstand, die zulk een belangrijke plaats inneemt in het maatschappelijk leven en zulk een belang rijke rol speelt in het maatschappelijk pro ces. Wapenschouw van de Leidsche Winkeliers. De Nedcrlandsch-Fabrikaat- Winkelweek. War iedereen ervan moet weten. Het doet weldadig aan in onzen som beren tijd van economischen druk, dat de Leidsche middenstand, die daar zeker niet he>t minst onder lijdt, niet bij de pakken neer gaat zitten maar integen deel het publiek van Leiden en de verre omgeving komt vereenen niet een vitaliteit en een durf, die oprechte verwondering af dwingt De Nederlandsch-Fabrikaat-Winkelweek is hedenmiddag in de foyer van de Stads gehoorzaal geopend. Het is ongetwijfeld de moeite waard om hierbij eenige oogenblikken stil te staan en daarbij van deze gelegenheid gebruik te maken om onze lezers te vertellen wat zij van deze Winkelweek weten moeten De bijzondere aard van deze Winkelweek die gehouden wordt onder het motto „Ne derlandsch Fabrikaat", spruit niet enkel al leen voort uit de toepassing van het spreek woord, dat verandering van spijs doet eten, maar vindt zijn oorzaak veel meer in hoogere motieven. Het spreekt vanzelf dat de middenstanders die in deze winkel week samenwerken in de eerste plaats daar mede op het oog hebben om reclame te maken voor hun eigen stand, voor Leiden als koopstad, voor Leiden als koopcentrum van een welvarende streek maar dit neemt niet weg, dat zij een sympathieke en toe te juichen daad hebben verricht door de Nederlandsche Industrie hierbij nauw tc betrekken; De officieele opening. In de foyer van de Stadsgehoorzaal had hedenmiddag te twee uur de officieele opening plaats van de Leidsche Winkel week 1931 door den burgemeester Mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen. De Voorzitter van het Winkelweek-comité, de heer J. M e ij e r s hield vooraf de vol gende redevoering: Rede van den heer Meijers. Edelachtbare Heer Burgemeester, Hooggeachte Heeren, Dames en Heeren, Het zij mij vergund U hier welkom te heeten. Laat mij dan eerst onzen dank uitspreken aan U, Burgemeester, voor Uw welwillend heid deze Winkelweek te willen openen; Wij zijn overtuijfd, dat U ons hierdoor het bewijs wilt geven van Uw sympathie voor ons streven, en voor alles, wat de welvaart en het aanzien van onze stad Leiden kan verhoogen. Verder is het mij aangenaam hier te mogen begroeten de Hooggeachte Secretaris onzer stad, Mr. Dr. van Strijen, de ge achte heeren Wethouders, onze Stede lijke P o 1 i t i e-autoritciten, en verder alle gemeente-functionarissen, van wie wij in de afgeloopen dagen zooveel medewerking mochten ondervinden. Waar de dagen in dezen tijd zoo geweldig krimpen, hebben wij gevraagd en gekregen de volle medewerking van de directie onzer Stedelijke Lichtfabrieken, die gemeend heeft aan zijn goede cliënten (waartoe de Winkel stand toch wel behoort!,) een bijzondere medewerking te kunnen verleenen, waar voor ik U hierbij onzen dank zeg, en er aan toe wil voegen, dat, wanneer volgend jaar onze Stedelijke Lichtfabrieken de geweldige Lichtbron van Rijnland haar zilveren jubilé viert, U ook stellig op onze volle medewerking kunt rekenen. Groot genoegen doet ons de aanwezigheid van den heer Ten Cate Brouwer, de eminente voorzitter der Kamer van Koop handel voor Rijnland, en Dr. K n i b b e, de Secretaris der Kamer. Deze Winkelweek 1931 hebben wij aan gediend als de dat wil zeggen, dat gedurende deze week met alle middelen zal worden getracht, het Nederl. Fabrikaat te propageeren en te in- troduceeren. Om dit op de meest juiste wijze te doen hebben wij samenwerking gezocht met het Instituut „Het Nederlandsch Fabri kaat" welks Hoofdbestuur hier tot ons groot genoegen tegenwoordig is, en welke wij bij dezen onze bijzondere waardeering betuigen voor dc medewerking van hen ondervonden. Wat dc heer Frentzen de vqprzitter der afdeeling Leiden in samenwerking met den secretaris dezer afdeeling Mr. Dr. Knibbe gedurende de 3 voorbereidings- weken gedaan hebben, kan ik hier onmo gelijk aanstippen, doch ik hoop voor de Vereeniging „Nederl. Fabrikaat", dat de activiteit en de enorme moeite, welke deze heeren zich voor de zaak hebben gegeven, bij de Nederlandsche Fabrikanten evenveel waardeering mag vinden als bij ons. En tenslotte heet ik hier welkom de be sturen der 3 Middenstands-organisaties, en in het bijzonder den voorzitter der Midden stands-Centrale, Mr. Romeyn, onze op drachtgevers, en ik spreek hierbij de wensch uit, dat Mr. Rome.vn, ondanks de vele werk zaamheden, welke hem als Wethouder op de schouders zullen worden gelegd de Middenstandszaak niet zal vergeten. Waar mij heden de eer te beiirt valt >vóór de opening dezer Winkelweek een kort over zicht over opzet en doel dezer actie te mo gen geven, vraag ik hiervoor enkele minu ten Uw aandacht. Twee vragen zou ik hierbij wat nader willen beschouwen: Waarom een Winkelweek? eD Waarom een „Nederlandsch Fabrikaat Winkelweek?" Het houden van een Winkelweek» is zelfs voor vele winkeliers schijnbaar nog een twijfelachtige zaak. Hoe dat mogelijk is. is een werkelijk raadsel. Het is toch niets' anders als een collectieve reclame waarbij het beoogde doel zeker wordt beraikt en met geringe kosten. Iedere individueele re clame is veel kostbaarder en het succes vaak twijfelachtig. Zeker is dus een Winkelweek een groot belang voor de Winkelstand, maar niet minder voor Leiden als stad. aanzien van Leiden als Centrum van dc Rijn- en de Bollenstreek te verhoogen fn de trek naar onze stad te vergrooten is toch zeker oen belang voor ieder Leid»- naar. Ook voor de gebruikers is een Winkelweek van belang. In zoo n week wordt niet al- Meen hun belangstelling gewekt, maar oolc alles in het werk gesteld om het nieuwste en beste aan te bieden. En de prijzen in Leiden zijn bekend en erkend lager dan elders. Wanneer er ondanks dit alles nog steeds zoon groote trek is naar andere plaatsen dan moeten er andere middelen zijn en ge vonden worden om het koopen in. en de trek naar Leiden aan te moedigen. Een der voornaamste middelen hiertoe lijkt ons, de aantrekkelijkheid onzer stad te verhoogen. Hiervoor hebben wij op de eerste plaats de medewerking van ons Gemeentebestuur noodig en wij willen daarom van deze ge legenheid gebruik maken, om nog eens en met groote nadruk, eenige onzes inziens niet overdreven wenschen naar voren te brongen. der*1 binnenstad™' °P be,ere de Haarlemmerstraat zeer mis- aeeid. Wanneer de concessie der H. T. M ftvvm°°,?®n is- is bet gewenscht dat de' tram uit de Haarlemmerstraat verwijderd wordt, of over enkel spoor wordt geleid Vi ij vertrouwen, dnt dit herhaald verzoek mede aanleiding mag zijn. dat deze zaak de hebben van u- Mijne Heeren, zaJ '^Vaaro?1 e«n Winkelweek met propaganda \oor Nederlandsch Fabrikant? Deze vraag hetcokent eigenlijk: Waarom wonJen? pen' die in N«d«rl®nd tremaak» Deze vraag zal ik als Nederlander niet stellen cn mag door geon enkel onzer ge steld worden. Maar wel: Waarom tullen wij artikelen koopen die niet in Nederland gemaakt zijn, als ze hier even goed cn vaak beter té krijgen zijn? Vooral in deze tijd. nu onze goede wil en royaal voorbeeld om buitenlandsche pro ducten hier vrij entree tc geven wordt he antwoord met de onvriendelijkheid om aan onze Industrie bli de afzet hnrer producten de grootste moeilijkheden in de weg te loggen,, moet toch ieder Nederlander door drongen zijn of worden, dat het niet alleen een sympathieke daad is tegouovor onze

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13