OP DEN GOEDEN WEG.
LEIDSCHE NEDERLANDSCH-
FABRIKAAT-WINKELWEEK.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1931
door W. TEN CATE BROUWER
i de ï'amer van Koophandel en Fabrieken 1
Wanneer hedenmiddag de Burgemeester
van de stad Leiden, Mr. A. v. d.
San de Bakhuyze'n, de Leidsche Win
kelweek opent, dan zal Z. Ed. Achtbare het
ijverige Bestuur van het Leidsche Winkel
week-Comité en het even voortvarende Be
stuur van de Afdeeling Leiden van de Ver-
eeniging „Het NedérlaiKlsch Fabrikaat" on
getwijfeld gelukwerischen met de juist in
deze tijden zoo dringend nóodige samenwer
king tusschen den Nederlandschen Midden
stand en den Nederlandschen Fabrikant,
Het is nu "ongeveer negen jaar geleden,
dat ondergeteekende bij de opening van een
Winkelweek in Leiden in de Stadsgehoor-
zaol den -winkeliers op het hart bond toch
zooveel mogelijk aan Nederlandsche produc
ten de voorkeur te geven. Wij leefden toen
in den na-oorlogstijd, 1918 lag nog maar
eenige jaren achter ons, door de inflatie in
Duitschlaüd en België stroomden geweldige
partijen-goederen uit Duitschland en België
ons land binneh, de Nederlandsche Fabri
kanten zagen zich zelfs hunne vaste klanten
ontvallen en vele van hen leden daardoor
onoverkomelijke verliezen. Het geld, dat ge
durende den oorlog verdiend en overge
spaard was, werd weder verloren en eenige
jaren later was de Nederlandsche Zaken
man er in doorsnee slechter aan toe, dan
voor den oorlog. De Overheid, die dit ont-
wrichtings-proces van de Nederlandsche Nij
verheid gadesloeg, meende dat men tegen
deze valuta-concurrentie niets moest doen en
verklaarde dat het kwaad maar moest uit
zieken.
Daarna kwamen weer andere tijden.
De Mark en de Franc werden gestabili
seerd en daarmede was aan de ongezonde
concurrentie een einde gekomen. De Neder
landsche Industrie zou nu weer een eerlijke
kans krijgen om zich er boven op te werken.
De outillage van vele fabrieken werd gemo
derniseerd, de verkoops-organisatie verbe
terd. Banken gaven vol vertrouwen de noo-
dige credieten. Reizigers trokken naar het
buitenland, agenten werdén aangesteld,
want men begreep dat een konkurrenz-
fahige productie slechts mogelijk was, wan
neer men in vol bedrijf kon werken. Het al-
zetgebied binnen onzejanqsgrenzcn was t$
klein, dus moest men verder van huis.
Maar helaas! De Nederlandsche fabrikant
stootte links en rechts zijn neus. De ons om
ringende landen, uitsluitend bedacht op
eigen voordeel en zich bewust van hunne
machtspositie, verhoogden hunne invoerrech
ten zoodanig, dat het Nederlandsche product
zich vrijwel de mogelijkheid ontnomen zag
'een goede kans te krijgen om te kunnen
wedijveren met het buitenlandsche fabri
kaat en weer stond de Nederlandsche Fabri
kant machteloos. Een beroep op de Regee
ring baatte niet en protesten van de Regee
ring bij de betrokken landen sorteerden geen
noemenswaardig; effect.
En wederom, raakte de Nederlandsche In
dustrie in de knel. En zoo geschiedde het,
dat Nederlandschefabrieken, belangrijke
bronnen voor onze Volkswelvaart, neven-
bedrijven openden aan de andere zijde van
onze grens om daar met vreemde arbeiders
de producten te nïaken, welke aan Holland-
sche volharding, Hollandschen speurzin en
Hollandse!) kapitaal hun roem te danken
hadden. Vanaf dien tijd begon langzaam
aan de Nederlandsche werkloosheid zich al
te teekenen.
Daarbij kwam dan nog cte voor onze Volks
welvaart zoo funeste voorkeur die vele Mid
denstandszaken voor het Buitenlandsche fa
brikaat hadden eri iedereen kan begrijpen,
dat voor het Nederlandsche Bedrijfsleven
een zware tijd moest aanbreken. De export
van Land- en Tuinb'ouw-Producten kwam
door de verhoogde invoerrechten in andere
landen eveneens geducht in de knel, waar
door de algemeene malaise nog aanzienlijk
vergroot werd.
En thans komt daar weer bij de revalori-
satie van het Engelsche Pond, waardoor de
Engelsche Industrie, althans in de naaste
tijden, voor ons een niet te overwinnen con
current is geworden. Zweden en Denemar
ken hebben het voorbeeld van Engeland ge
volgd en maken de moeilijkheden nog weer
grooter. En wanneer wij dan nog daarbij be
denken hoe wij in de laatste tien jaren fei
telijk regelmatig ons levenspeil hebben ver
hoogd, dat sociale hervormingen vaak door
gedreven zijn tegen het gezond verstand in,
dat het soms leek alsof de voornaamste zorg
van de Overheid was ervoor te waken, dat
er toch vooral niet téveel werd gearbeid, ja,
dan is het-diet te verwonderen, dat er een
crisis moest k.ofljen. Vooral als men daarbij
nog overweegt, clat in de laatste jaren elke
fabrikant er naar streefde om door verhoog
den omzet zijn Winstcijfer gelijk te houden,
waardoor de productie op geraffineerde
wijze tegen elke logica in werd opgevoerd,
totdat de markt overvoerd werd en de
groote prijsdaling kwant
Onder deze omstandigheden is het te be
grijpen, dat het Nederlandsche Fabrikaat en
de Middenstand elkaar tlians meer dan ooit
noodig hebben en samenwerken moeten om
de ontwrichting niet nog grooter te maken.
De Middenstand heeft hier een moreelen
plicht te vervullen. Duizenden Nederland
sche arbeiders zijn aan het werk te stellen,
wanneer de Nederlandsche Middenstand zijn
taak goed beseft.
Het hemd is nader dan de rok.
Zoo zullen wij dan thans het engelsche
laken voor jas, broek of vest moeten ver
vangen door het Lcidseh of Tilburgsch pro
duct, de fransche parfum van Coty, Piver
of Houbigant voor een product van Neder
landschen hodejii, ;de toiletzeep van buitcn-
landsche fabrieken voor het product van de
N.V. Sander's Zeepfabrieken te Leiden, de
bisquits van I-Iuntley en Palmers voor die
Nutricia of Verkade, het mosterdzuur
Cross Blackwell voor dat van de fir
ma Tieleman en Dros, het bevroren vlcosch
van Australië voor het versche Hollandsche
rundvleesch, de „Stetson"-hoed voor een
hoofddeksel van Hollandsch maaksel, buiten
landsch aardewerk en glaswerk voor dat van
De Leidsche
Winkelweek.
Hulde aan het Comité.
door Mr. A. J. ROMIJN
Aan Uw verzoek om bij den aanvang
van de Leidsche Winkelweek in Uw
blad een artikeltje te schrijven voldoe ik
gaarne, omdat mij dit een ongezochte ge
legenheid geeft hier in het openbaar mijn
hulde te betuigen aan het Comité dat in
zqo korten tijd en onder zoo moeilijke om
standigheden kans heeft gezien deze uit-
gen. Acht uur per dag werken is uitgesloten.
Maar er is meer noodig dan alleen wer
ken. Allereerst een grondige kennis van zijn
artikel en tevens een open oog voor die din
gen, die noodig zijn in het belang van het
publiek.
Een zakenman die artikelen aan de markt
brengt, welke niet in het belang van zijn
cliënten zijn, is iemand die zijn eigen zaak
afbreekt. Maar niet alleen dit; ook een arti
kel dat wel voor de één goed is, kan voor
een ander geheel ongeschikt zijn. De moei
lijkheid voor een verkooper zit juist hierin,
dat hij bij zijn cliënt datgene 'moet brengen,
dat juist voor hem is geëigend.
Van een verkooper wordt dus een psycho
logische kijk op zijn clienten en hun behoef
ten geëischt. Nu is het buitengewoon moei
lijk het alle menschen naar den zin te ma
ken, toch moet een verkooper zich dit tot
De entree van i
Hollandsche fabrieken. Verder Hollandsche
cement, Hollandsche schelpkalk, Holland
sche tegels op de bouwwerken. Het ijzer uit
de Nederlandsche Hoogovens op de Neder
landsche Constructie-werven enz. enz Nog
honderden voorbeelden zijn gemakkelijk te
noemen.
Och ja! Wanneer het ons allen ernst is
het product van eigen land de voorkeur te
geven, dan behoeft de werkloosheid in Ne
derland niet grooter te worden. De levendige
vraag naar Nederlandsche producten, welke
dan zal ontstaan, zal een stimulans zijn
voor het op peil houden van de capaciteit
van meerdere bedrijven.
Hoeveel goederen, die tot op dit oogenblik
geïmporteerd worden, kunnen hier niet wor
den gefabriceerdi. Alleen meerdere industri
alisatie zal den bevolkings-aanwas van Ne
derland op den duur arbeid kunnen ver
schaffen.
Kapitaal, vakkennis en ondernemingslust,
dit alles is in voldoende mate in ons land
aanwezig. Deze crisis zal leeren, dat wij in
liet waarachtige belang van het Nederland
sche Volk verplicht zijn serieus na te gaan,
welke goederen hier te fabriceeren zijn.
Nieuwe bedrijven moeten later, mede dank
zij de protectie van den Nederlandschen
Middenstand, opgericht worden, en wanneer
de Regeering het thans aangeboden ontwerp
Anti-Dumping-Wet" ongewijzigd in het
Staatsblad krijgt, zal deze wet er toe bijdra
gen, dat de levensvatbaarheid van nieuwe
bedrijven vergroot wordt De kans, die er tot
nog toe was, dat de Nederlandsche onder
nemer vermoord werd door den ver reiken-
den invloed van machtige buitenlandsche
concerns of kartels, bestaat dan niet meer.
Voorloopig moeten wij echter nog door
deze ernstige crisis heen. Moeilijke, zeer
moeilijke lijden wachten ons nog. Van ver
betering kan voorloopig nog geen sprake
zijn. Ons levenspeil zullen wij allen zonder
onderscheid moeten herzien.
De droom, dat men ondar.ks de algemeene
verarming, welke sinds den grooten wereld
oorlog plaats greep, royaler kon leven, dat
de weistandsgrens naar believen kon worden
opgevoerd, de arbeid willekeurig kon ver
kort, de uitgaven konden worden opge
schroefd, is voorbij. De komende tijden zul
len leeren, dat deze crisis een streep zal ha
len door vele wenschen en verlangens van
socialen en anderen aard. De crisis kan ech
ter verzacht worden, wanneer ieder zijn
plicht doet. In de eerste plaats is het ons
aller plicht ervoor te waken, dat de economi
sche ontreddering, geen moreele ontredde
ring te weeg brengt. Want hoe hoog de nood
ook stijgen moge, de eenheid van ons volk,
de erkenning van het wettig gezag, dit alles
zijn onmisbare waarden, benoodigd voor een
grondig herstel.
Nederlandsche producten moeten echter
thans onder alle omstandigheden de voor
keur hebben, zoowel bij het publiek als bij
den winkelier. Laten daarom de meer dan
1400 winkeliers in Leiden vanaf den dag van
heden weigeren te koopen elk product van
buitenlandschen oorsprong, wanneer het in
ons land in behoorlijke kwaliteit, tegen
malen prijs te koop is. Wanneer alle winke
liers dit Leidsche voorbeeld volgen, zal de
opleving in de Nederlandsche Nijverheid de
werkloosheid zeker doen verminderen.
Het is daarom, dat deze Winkelweek, die
vooral beoogt den band tusschen Midden
stand ep Nederlandse!» fabrikaat veel stevi
ger te maken, ons al l r sympathie verdient
gebreide organisatie voor elkaar te krijgen.
Als voorzitter van de Leidsche Middenstands
Centrale, onder wier auspiciën deze winkel
show wordt gehouden, heb ik zoo nu en dan
wat van de voorbereiding te zien en te
liooren gekregen en dit bevestigde slechts
mijn overtuiging dat de Middenstands-Cen
trale zeer verstandig had gehandeld met
voor dit jaar de Winkelweek Commis
sie van de vorige maal uit te noodigen
haar schouders onder dit werk te zetten. De
tijd was kort, de omstandigheden niet gun
stig, maar gelukkig de energie en de animo
zeer groot en wat vooral stimuleerend werk
te was de lust van de Leidsche winkeliers
n mee te doen.
Een opmerkelijk grooter aantal nog dan
het vorig jaar sloot zich aan, en het zoo
moeizame werk de menschen tot deelne
ming op te wekken, al hun bezwaren, hun
klachten, hun wenschen en hun stokpaard
jes aan te hooren en te bespreken kon voor
groot deel vervallen. Het bleek dat men
vertrouwen had in de organisatie; 't succes
het vorig jaar leefde nog in de her
innering en men was bereid om zijn deel
in de gemeenschappelijke lasten op zich te
nemen. Op een dergelijke gunstige voe
dingsbodem groeiden de plannen de energie
de activiteit van de Winkelweek-Com-
sie als kool. En voor die plannen, die
energie en activiteit mijn hulde'
De bestuurders van de middenstandsor
ganisaties weten nu ook wat ze te doen heb
ben. Al die problemen waar ze hun hoofd
er breken, als daar zijn, het sluitings
uur voor winkels, bedrijfsorganisaties, ar
beidstijd personeel, oneerlijke concurrentie,
collectieve reclame, teveel aan winkels,
etalagQ.verlichting,. te hooge advertentieprij-
en. slgcht bezochte vergaderingen en zoo
eel meer, waarover ze rnet hun leden zoo
gaarne eens zouden wllien praten en den
ken, doch waarmede men ze steevast alleen
laat zitten, dat moeten ze zelf maar uitdok
teren. De middenstanders, gelooven het wel
zullen het te zijner tijd wel merken, éls;
er nog wat van hooren. Maar wil men
hun belangstelling trekken, wil men hun
medewerking krijgen, organiseer dan een
winkelweek. Het zal de taak zijn van de
organisaties om deze goudader verder bloot
te leggen, om deze pctroleumbron met wijs
beleid en volgens de regelen van de kunst
aan te boren dat daar langs nieuwe
energie naar hen toestroomt en zij' zoo de
beschikking krijgen over nieuwe menschen,
nieuwe ideeën en nieuwe krachten om hun
onmisbare rol in het maatschappelijk leven
te spelen tot heil van het algemeen. De win
kelweken brengen dan meer gewin dan een
geslaagde winkelweek alleen.
Leiden, 30 September 1931.
Alphen a. d. Rijn,-Sept. '31.
De kunst van
het Winkelier-zijn.
En iets van de Winkelweek.
door J. PONTIER
Over zaken doen gesproken.
Het is wel merkwaardig in het leven;
in de volksmond heet het: achter een toon
bank staan is gemakkelijk genoeg en het
komt meermalen voor, dat als iemand niets
meer te doen heeft of niets meer kan doen,
hij nog goed genoeg is voor een winkel.
En toch: juist hij is voor een zaak het
minst geschikt
Winkelier zijn is een kunst, ik durf zeggen
een edele kunst. Wie die kunst beoefent
hoort in de eerste plaats op een hoog zede
lijk standpunt te staan, 'eerlijk te zijn en
i onvermoeibare energie aan den dag te leg
doel stellen. Onze cliënten zijn onze vrien
den en zou men voor zijn vriend niet alles
doen wat in zijn vermogen ligt
Zoo moeten ook onze cliënten dit beschou
wen; zij moeten wefen, dat wij klaar staan
om alle verlangde inlichtingen te verstrek
ken. Komt bij ons zien, hetzij in de winkel of
toonzaal. Als U een winkelier iets vraagt, is
U niet verplicht te koopen. U vraagt advies
en dat geeft een zakenman gaarne. Weest
dus niet verlegen!
Van Uw kant maakt het ons niet onnoo-
dig_ moeilijk, door onmogelijke vragen.
Vraagt wat redelijk is .en u ontvangt een
redelijk antwoord.
En nu de winkelweek. Deze is bedoelt om
meer contact te brengen tusschen cliënt en
winkelier. Men zegt zoo spoedig: „die geeft
ook niets cadeau", maar nu geven alle za
ken iets cadeau, en niet één geschenk, maar
wel drie geschenken.
En bovendien een zilver regen.
Veraart heeft geprobeerd regen te maken,
waar we intusschen van zelf al genoeg van
kregen, maar van een zilverregen zult u
nog wel niet te veel last hebben gehad.
Thans zal het gebeuren. Tweemaal zal er
een K, L. M. vliegveld boven Leiden en om
geving vliegen, hetwelk een regen van
waarde-bons over uw hoofden zal doen neder
dalen. U hebt ze maar voor het grijpen.
Koopt bij de deelnemers van de winkel
week.
Koopt Nederlandsch fabrikaat.
Koopt toch in den vreemde niet, wat het
eigen land u biedt.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
De economische crisis waarin ook ons land
is meegesleurd gaat eiken vaderlander ter
harte en wanneer er middelen zijn om de
noodtoestand te bestrijden met kans op
eenig succes dan zal ieder vaderlander deze
middelen aangrijpen. De bevordering van
den verkoop van Nederlandsch Fabrikaat is
zulk een middel bij uitstek. Nog altijd wordt
veel uit het buitenland betrokken dat even
goed en soms beter door Nederlandsche fa
brikanten wordt vervaardigd en dat is een
euvel dat wel eens met eten vinger mag
aangewezen worden.
Het is zoo klaar als glas: Doelmatige
propaganda voor het Nederlandsch Fabri
kaat zal de sociale lasten helpen verlichten,
de werkloosheid helpen verminderen en de
volkswelvaart doen toenemen.
De doelmatigheid van deze propaganda
behoeft niet aangetoond te worden. Niet
alleen wordt het publiek vermaand om eigen
industrie te bevoordeelen, maar bovendien
geeft ook de winkelier zich eens ter dege
rekenschap van wat er op de Nederlandsche
markt te verkrijgen is, hetgeen o\er 't al
gemeen nog maar al te weinig het geval is.
Het is te begrijpen dat de Vereeniging
„Nederl. Fabrikaat" dit oogenblikkelijk
heeft ingezien en dat zoowel het bestuur
van de afd. Leiden als het hoofdbestuur
van deze vereeniging spontaan royale mede
werking heeft toegezegd. De grootsche op
zet van deze Winkelweek die weer belang
rijk hooger vlucht neemt dan vorige jaren
is daaraan voor een groot gedeelte te dan
ken. De Vereeniging „Nederlandsch Fabri
kaat" heeft bovendien deze samenwerking
niet opgevat als een op zich zelf staand
geval, maar weleer als de grootsche inlui
tot een heele reeks van soortgelijke winkel
weken en daarom er voor zorg gedragen
dat de eerepoorten, de lichtzuilen enz. een
duurzaam karakter kregen, iets wat aan de
degelijkheid, de waarde en het aspect van
deze dingen ten goede zal komen.
De Leidenaars zullen de straat op moeten
en de inwoners van Leiden's omgeving zul
len naar de stad toe moeten, of zij willen
of niet. want er zullen overvloedige attrac
ties zijn. Aan de ingangen van.de stad zijn
eerepoorten opgericht, die des avonds ver
licht worden. Op de veeiïiarkt staat een
fraaie lichtzuil te schitteren. Verschillende
groote gebouwen, de Marekcrk, het Waag
gebouw, hei v. d. Werfstandbeeld, het stand
beeld op de Jan van Houtkade, de Laken
hal. de Lodewijkskerk zijn verlicht. Op het
emplacement van de N.Z.H.T.M.. dat keurig
versierd is, is eveneens een lichtzuil ver
rezen. Op de Kaasmarkt wordt door Neder
landsch Fabrikaat gedurende zes avonden
een filmvoorstelling gegeven.
Muziekcorpsen zullen door de straten
trekken om de feestelijkheid te verhoogen.
Nog meer? Ja zeker .we noemden de voor
naamste dingen nog niet. Tweemaal zal een
vliegtuig boven de stad circuleeren, om een
„zilyerregen" op de hoofden van de bur
gerij te doen Dedertlalen, waarvan we de
bijzonderheden tlians wel bekend achten.
En last not least is er de groote winkel
week-reclame die het vorig jaar zooveel op
gang heeft gemaakt: de beschikbaarstelling
door de deelnemende winkeliers van honder
den cadeaus voor de koopers, die voor elke
50 cents die zij besteden een bon ontvan
gen, die hen op die geschenken kans geeft.,
Er blijft dus geen oud wijf achter het
spinnewiel in deze roerige en bedrijvige
week, waarin de Leidsche middenstand
wapenschouw houdt.
Want dat is het toch tenslotte. De Leid
sche middenstand voert een hardnekkige
strijd om het bestaan en dit is de wapen
schouw en het is er een die bewondering
afdwingt. Het i6 er een die aantoont, dat
dat hij voor geen concurreerende steden
behoeft onder te doen.
Het gaat om gulden in het laatje. Goed.
Best. Maar het gaat daar niet alleen om.
Het gaat ook om de intense behartiging
van een stedelijk belang en bovendien is
het een manifestatie van eendracht, die van
harte toejuicht moet worden, een eendracht,
die noodzakelijk zal blijken te zijn voor
het sterk blijven van den middenstand, die
zulk een belangrijke plaats inneemt in het
maatschappelijk leven en zulk een belang
rijke rol speelt in het maatschappelijk pro
ces.
Wapenschouw van de
Leidsche Winkeliers.
De Nedcrlandsch-Fabrikaat-
Winkelweek.
War iedereen ervan moet weten.
Het doet weldadig aan in onzen som
beren tijd van economischen druk,
dat de Leidsche middenstand, die daar
zeker niet he>t minst onder lijdt, niet bij
de pakken neer gaat zitten maar integen
deel het publiek van Leiden en de verre
omgeving komt vereenen niet een vitaliteit
en een durf, die oprechte verwondering af
dwingt
De Nederlandsch-Fabrikaat-Winkelweek
is hedenmiddag in de foyer van de Stads
gehoorzaal geopend.
Het is ongetwijfeld de moeite waard om
hierbij eenige oogenblikken stil te staan
en daarbij van deze gelegenheid gebruik te
maken om onze lezers te vertellen wat zij
van deze Winkelweek weten moeten
De bijzondere aard van deze Winkelweek
die gehouden wordt onder het motto „Ne
derlandsch Fabrikaat", spruit niet enkel al
leen voort uit de toepassing van het spreek
woord, dat verandering van spijs doet
eten, maar vindt zijn oorzaak veel meer
in hoogere motieven. Het spreekt vanzelf
dat de middenstanders die in deze winkel
week samenwerken in de eerste plaats daar
mede op het oog hebben om reclame te
maken voor hun eigen stand, voor Leiden
als koopstad, voor Leiden als koopcentrum
van een welvarende streek maar dit neemt
niet weg, dat zij een sympathieke en toe
te juichen daad hebben verricht door de
Nederlandsche Industrie hierbij nauw tc
betrekken;
De officieele opening.
In de foyer van de Stadsgehoorzaal had
hedenmiddag te twee uur de officieele
opening plaats van de Leidsche Winkel
week 1931 door den burgemeester Mr. A.
v. d. Sande Bakhuyzen.
De Voorzitter van het Winkelweek-comité,
de heer J. M e ij e r s hield vooraf de vol
gende redevoering:
Rede van den heer Meijers.
Edelachtbare Heer Burgemeester,
Hooggeachte Heeren,
Dames en Heeren,
Het zij mij vergund U hier welkom te
heeten.
Laat mij dan eerst onzen dank uitspreken
aan U, Burgemeester, voor Uw welwillend
heid deze Winkelweek te willen openen;
Wij zijn overtuijfd, dat U ons hierdoor het
bewijs wilt geven van Uw sympathie voor
ons streven, en voor alles, wat de welvaart
en het aanzien van onze stad Leiden kan
verhoogen.
Verder is het mij aangenaam hier te
mogen begroeten de Hooggeachte Secretaris
onzer stad, Mr. Dr. van Strijen, de ge
achte heeren Wethouders, onze Stede
lijke P o 1 i t i e-autoritciten, en verder alle
gemeente-functionarissen, van wie wij in
de afgeloopen dagen zooveel medewerking
mochten ondervinden.
Waar de dagen in dezen tijd zoo geweldig
krimpen, hebben wij gevraagd en gekregen
de volle medewerking van de directie onzer
Stedelijke Lichtfabrieken, die gemeend heeft
aan zijn goede cliënten (waartoe de Winkel
stand toch wel behoort!,) een bijzondere
medewerking te kunnen verleenen, waar
voor ik U hierbij onzen dank zeg, en er
aan toe wil voegen, dat, wanneer volgend
jaar onze Stedelijke Lichtfabrieken de
geweldige Lichtbron van Rijnland haar
zilveren jubilé viert, U ook stellig op onze
volle medewerking kunt rekenen.
Groot genoegen doet ons de aanwezigheid
van den heer Ten Cate Brouwer, de
eminente voorzitter der Kamer van Koop
handel voor Rijnland, en Dr. K n i b b e, de
Secretaris der Kamer.
Deze Winkelweek 1931 hebben wij aan
gediend als de
dat wil zeggen, dat gedurende deze week
met alle middelen zal worden getracht, het
Nederl. Fabrikaat te propageeren en te in-
troduceeren.
Om dit op de meest juiste wijze te doen
hebben wij samenwerking gezocht met het
Instituut „Het Nederlandsch Fabri
kaat" welks Hoofdbestuur hier tot ons
groot genoegen tegenwoordig is, en welke
wij bij dezen onze bijzondere waardeering
betuigen voor dc medewerking van hen
ondervonden.
Wat dc heer Frentzen de vqprzitter
der afdeeling Leiden in samenwerking met
den secretaris dezer afdeeling Mr. Dr.
Knibbe gedurende de 3 voorbereidings-
weken gedaan hebben, kan ik hier onmo
gelijk aanstippen, doch ik hoop voor de
Vereeniging „Nederl. Fabrikaat", dat de
activiteit en de enorme moeite, welke deze
heeren zich voor de zaak hebben gegeven,
bij de Nederlandsche Fabrikanten evenveel
waardeering mag vinden als bij ons.
En tenslotte heet ik hier welkom de be
sturen der 3 Middenstands-organisaties, en
in het bijzonder den voorzitter der Midden
stands-Centrale, Mr. Romeyn, onze op
drachtgevers, en ik spreek hierbij de wensch
uit, dat Mr. Rome.vn, ondanks de vele werk
zaamheden, welke hem als Wethouder op
de schouders zullen worden gelegd de
Middenstandszaak niet zal vergeten.
Waar mij heden de eer te beiirt valt >vóór
de opening dezer Winkelweek een kort over
zicht over opzet en doel dezer actie te mo
gen geven, vraag ik hiervoor enkele minu
ten Uw aandacht.
Twee vragen zou ik hierbij wat nader
willen beschouwen:
Waarom een Winkelweek? eD
Waarom een „Nederlandsch Fabrikaat
Winkelweek?"
Het houden van een Winkelweek» is zelfs
voor vele winkeliers schijnbaar nog een
twijfelachtige zaak. Hoe dat mogelijk is.
is een werkelijk raadsel. Het is toch niets'
anders als een collectieve reclame waarbij
het beoogde doel zeker wordt beraikt en
met geringe kosten. Iedere individueele re
clame is veel kostbaarder en het succes
vaak twijfelachtig.
Zeker is dus een Winkelweek een groot
belang voor de Winkelstand, maar niet
minder voor Leiden als stad.
aanzien van Leiden als Centrum van
dc Rijn- en de Bollenstreek te verhoogen
fn de trek naar onze stad te vergrooten
is toch zeker oen belang voor ieder Leid»-
naar.
Ook voor de gebruikers is een Winkelweek
van belang. In zoo n week wordt niet al-
Meen hun belangstelling gewekt, maar oolc
alles in het werk gesteld om het nieuwste
en beste aan te bieden.
En de prijzen in Leiden zijn bekend en
erkend lager dan elders.
Wanneer er ondanks dit alles nog steeds
zoon groote trek is naar andere plaatsen
dan moeten er andere middelen zijn en ge
vonden worden om het koopen in. en de trek
naar Leiden aan te moedigen.
Een der voornaamste middelen hiertoe
lijkt ons, de aantrekkelijkheid onzer stad
te verhoogen.
Hiervoor hebben wij op de eerste plaats
de medewerking van ons Gemeentebestuur
noodig en wij willen daarom van deze ge
legenheid gebruik maken, om nog eens en
met groote nadruk, eenige onzes inziens
niet overdreven wenschen naar voren te
brongen.
der*1 binnenstad™' °P be,ere
de Haarlemmerstraat zeer mis-
aeeid. Wanneer de concessie der H. T. M
ftvvm°°,?®n is- is bet gewenscht dat de'
tram uit de Haarlemmerstraat verwijderd
wordt, of over enkel spoor wordt geleid
Vi ij vertrouwen, dnt dit herhaald verzoek
mede aanleiding mag zijn. dat deze zaak de
hebben van u- Mijne Heeren, zaJ
'^Vaaro?1 e«n Winkelweek met propaganda
\oor Nederlandsch Fabrikant?
Deze vraag hetcokent eigenlijk: Waarom
wonJen? pen' die in N«d«rl®nd tremaak»
Deze vraag zal ik als Nederlander niet
stellen cn mag door geon enkel onzer ge
steld worden.
Maar wel: Waarom tullen wij artikelen
koopen die niet in Nederland gemaakt zijn,
als ze hier even goed cn vaak beter té
krijgen zijn?
Vooral in deze tijd. nu onze goede wil
en royaal voorbeeld om buitenlandsche pro
ducten hier vrij entree tc geven wordt he
antwoord met de onvriendelijkheid om aan
onze Industrie bli de afzet hnrer producten
de grootste moeilijkheden in de weg te
loggen,, moet toch ieder Nederlander door
drongen zijn of worden, dat het niet alleen
een sympathieke daad is tegouovor onze