Christ. Werkgeversvereeniging
DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5
Congres (e Rotterdam
Rede van Prof. Dr. Z. W. Sneller over
„Het Moderne Imperialisme"
TALKIJKE TOESPRAKEN EN
GELUK WENSCHEN
GietermiRln? om lm If .irie Is de vergade-
ring van de Chr. Werkgevers-vereeniging,
■welke te Rotterdam in de receptie-zaal van
het Sociëteitsgebouw in de Diergaarde werd
gehouden, voortgezet. O.m. deden nu van
hun belangstelling blijken de Burgemeester
van Rotterdam, Mr. P. Droogleever-For-
tuyn, de voorzitter van de Kamer van Koop
handel, do heer W. A. Engelbrecht en de
Tweede Kamerleden, de heeren H. W. Tila-
nus, van den Haag, Dr. W. H. Lovink, van
Alfen a. d. Rijn en J. Bakker, van Menaldum.
De voorzitter heeft hen allen, alsmede Prof.
Dr. Z. W. Sneller, van Rotterdam, hartelijk
welkom geheeten en daarbij nog eens breed
voerig gewezen op de taak en het doel van
de Chr. Werkgeversvereeniging.
Daarna werd onmiddellijk het woord ver
leend aan Prof. Dr. Z. W. Sneller, Hoog
leeraar aan de Nederl. Handelshoogeschool
te Rotterdam, om te spreken over:
„Het Moderne Imperi-iisme".
Spr. vangt zijn rede aan met te betoogen,
dat hgt woord imperialisme een slagwoord
is van den laatsten tijd. Met het kapitalisme
heeft het dit gemeen, dat feitelijk niemand
recht weet, wat we er onder verstaan: zoo
veel economen, zooveel definities! Vanzelf
sprekend zijn daarom deze begrippen niet
duidelijk en scherp te omschrijven.
Pro/. Dr. Z. W. SNELLER
Teruggaande tot den ouden Romeinschen
tijd, herinnert Spr. aan het „imperium" en
den „imperator" en op grond daarvan kan
feitelijk elk imperialisme genoemd worden:
het streven naar het vestigen van een we
reldrijk. Doch daarbij kan het niet blijven,
omdat elke vestiging streeft naar bevesti
ging. Anderzijds vindt men naast dit streven
naar vestiging en bevestiging een andere
kracht, die in opkomend imperialisme gaat
werken. We zien dat reeds in het Romein-
sche rijk, waar izeer sterk de expansie-drang
gaat werken, gevolgd door een zucht naar
lijk veelal voerde tot oorlogen. In die oude
tijden is echter dit het merkwaardige, dat
imperialisme daar niet voortkomt uit econo
mische beweegredenen, doch uit godsdien
stige. (Arabische volk).
Spr. schetst vervolgens, dat er vele soor
ten van imperialismen zich in den loop der
geschiedenis hebben voorgedaan, doch hij
wil zich speciaal beperken tot dat van den
laatsten tijd: het moderne imperialisme; dus
zooals zich dat in de laatste en voorlaatste
phase heeft voorgedaan.
Bij goede beschouwing ziet men dan, dat
dit modern imperialisme zich hierdoor ken
merkt, doordat het de expansie-zucht doet
zien van een Westersch rijk, dat zijn invloed
uitbreidt over een cultureel en politiek lager
staand gebied. Onderscheiden moeten daar
bij worden de koloniale expansiedrang van
de 17e eeuw en die van de 19e eeuw. De eer
ste is een vorm van het commercieele kapi-
talism, de tweede van het industrieele kapi
talisme.
Heel uitvoerig zet Spr. dan het verband
tusschen deze beide tijdperken uiteen. Het
eerste wordt gekenmerkt door het Mercanti
lisme ,dat wel een band wil leggen tusschen
koloniën en moederland, doch alles ten bate
van het laatste. Dat vooral zet zijn stempel
op de" 17e eeuwsche koloniale politiek. Zoo
was het toendertijd met alle groote wes-
tersche staten. Dooh dan komt in de 18de en
19de eeuw de industrieele „revolutie", te be
ginnen met Engeland. De groeiende groot
industrie gaat zijn macht uitstrekken over
de koloniale gebieden. Daarbij was van liet
moderne imperialisme geen sprake. Integen
deel. Aanvankelijk is juist, en vooral in
Engeland, de tendenz groot om de koloniën
los te maken van het moederland. Wanneer
de .grenzen over de geheele wereld maar
openstonden en er vrije handel was, dan
achtte men politieke overheersching van
nul en geenerlei watfrde. Dat duurde tot
18S0. Daarna kwam de keer. Dan begint het
moderne imoerialisme. Dan voltrekt zich een
merkwaardige verandering. De vrijhandel
heeft een einde genomen en de protectie be
gint. De tariefmuren beginnen op te rijzen.
Vooral op 't vasteland! Alom gaat men
trachten koloniën te veroveren.
En Engeland slaat de schrik om 't hart.
Dan komt het Britsch imperialisme, een
nieuwe phase in het moderne imperialisme
en als tegenslag op het aloude liberalisme,
heffen de conservatieven de leuze aan: Moe
derland en koloniën moeten nauw aaneen
gesloten worden. Dan komen we in nieuwen
vorm terecht in het in de 17e eeuw gehul
digde Mercantilisme (neo-Mercantilismc).
Speciaal valt bij Engeland na 1S80 de nadruk
op het bevestigen van het wereldrijk. Doch
't kon niet anders of dat moest een terug
slag uitwerken op de mogendheden van het
vasteland. Daar begint de expansiedrang te
werken. Wat is 't gevolg? Duitschland wil
wel, doch heeft geen succes.
Frankrijk is hyper-gelukkig en bouwt een
geweldig koloniaal rijk op.
Na 1900 komt een nieuwe wending, door
dat het verschijnsel zich voordoet, dat in
de moederlanden het kapitaal zich ophoop
te en geen rendabel emplooi kon vinden.
Gevolg was sterke kapitaals-export, in te
genstelling met de vroegere goederen-export.
Bij dit alles voegt Spr. nog een korte waar
deering van het moderne imperialisme en
vestigt daarbij speciaal de aandacht op een
onlangs verschenen dissertatie van den heer
Lohuis over: „Het koloniale vraagstuk in
Zuid-Oost-Azie". Deze schetst in dit werk,
dat er een tweetal industrieele gordels om de
aarde loopen, een Noordelijke en een Zuide-
ke. De Noordelijke is aangetast door de tro
pische, omdat langzamerhand de vroegere
agrarische gebieden meer geïndustrialiseerd
worden. In dat tropisch gebied ontstaat dus
productie voor het Noorden. 3pr. „vijst op de
onmisbaarheid zoowel van het industrieele
Noorden als het agrarische Zuiden. Wan
neer één van beide niet goed meer werkt,
zou dat groote verwarring veroorzaken. En
daarom kan die economisch onmisbare,
doch nog onrijpe wereld niet aan zichzelf
worden overgelaten. De machthebbers uit
't Noorden moeten daar politieke en econo
mische organisatie brengen. Er is een door
de natuur zelf gelegde band en die mag
niet worden verbroken. Daarom is de kolo
niale tentoonstelling te Parijs meer dan een
bloote manifestatie van het moderne impe
rialisme. Daar ziet men ook de taak die het
Noorden heeft ten opzichte van de koloniën,
welke vooral bestaat in het bewustmaken,
het opvoeden tot zelfstandigheid van. het ko
loniale rijk (luid applaus).
Discussie.
Na deze rede werd de discussie openge
steld, zoowel op het referaat van den heer
F. J. G. Furda, van Groningen, die ge
sproken had over de huidige werkloosheid
in de morgenuren, en op dat van Prof. Dr.
Z. W. Sneller.
Als eerste spreker betoogt de heer A. Borst
Pzn.; van Rotterdam, dat bij de oplossing
van het werkloosheidsvraagstuk nog te
veel gemist wordt de moed der onpopulari
teit, nationaal zoowel als internationaal.
Wanneer die in Gods kracht wordt aan
vaard, dan kan er nog wel iets tot stand
worden gebracht. Spreker schetst ver
volgens de verhouding tusschen de
productieve en afgeleide inkomens voor
en na den oorlog, en wijst op den ach
teruitgang van het nationaal inkomen
in den huidigen tijd door vermeerdering dei
afgeleide vermogens. Komende tot 't vraag
stuk der loonsverlaging zegt Spr., dat dit
zeer moeilijk is. Zoowel de patroons als ar
beiders hebben in deizen tijd een reform ee-
rende taak en zullen hebben te streven
naar oplossing van het werkloosheidsvraag
stuk. Sterkere samenwerking is daarom
heel noodig. In dit verband betreurt Spr.
het, dat er in deze vergadering geen afge
vaardigde van het C. N. V. aanwezig is.
Bij het licht van Gods Woord zal naar de
juiste weg gezamenlijk moeten worden ge
zocht. Meer contact met onze Chr. arbei
ders is daartoe noodig.
Do heer S. W o u d a, van Utrecht, kan
zich in verschillende opzichten niet met den
referent vereendgen, o. m. ten aanzien van
de verhooging der invoerrechten. Deze kan
in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn om
te voorkomen dat industrieën door buiten-
landsche concurrentie in den grond worden
geboord. Dat belet ons toch niet met hart
en ziel vrijhandelaren te zijn! Voorts is Spr.
van meening, dat meer sparen ook niet de
juiste remedie is om uit de moeilijkheden
te komen. Het menschdom kan t e voor
zichtig worden. Gevolg: onderconsumptie!
wat natuurlijk ook weer funest werkt.
Ten slotte vraagt Spr. naar de meening
an den referent omtrent loonsverlaging ol
erkoiting werkweek.
De heer C. D u b b e 1 d, van Rotterdam,
zet in een uitvoerig betoog uileen, dat al
leen verkorting van den werktijd het werk
loosheidsvraagstuk kan oplossen, speciaal
verband met de moeilijkheden in de
Rotterdamsche haven.
De heer J. H. van L o n k h u ij z e n, van
Zeist, richt een vraag tot Prof. Dr. Z. W.
Sneller in verband met de toekomst van
Ned. Indië, speciaal betreffende het tijdstip,
waarop onze koloniën zoowel politiek als
economisch zelfstandig zullen zijn.
De heer M. J. C. B e s s e 1 a a r, van Rot
terdam, meent, dat vóór alles de eerste oor
zaak van de huidige crisis moet worden
gezocht in het verlaten van God en Zijn
Woord. De gevolgen van een bepaald
systeem werken eerst nu uit.
De heer A. van Haeringen, van Den
Haag, betoogt, dat ook de kwestie van ver
trouwen zulk een belangrijke rol is. Ook
de Chr. werkgevers moeten vertrouwen in
boezemen. Spr. gelooft niet, dat loonsver
laging in 't algemeen zal medewerken tot
oplossing van deze crisis. Hetzelfde geldt
voor versobering. Laten gezamenlijk de
middelen gezocht worden naar verbetering.
En vooral late men de kerk ongemoeid met
betrekking tot sociale en maatschappelijke
kwesties.
De heer F. J. G. Furda kan zich met
de opmerkingen van den heer A. Borst ver
eenigen. Wat de verhooging der invoerrech
ten betreft, bescherming is verkeerd, omdat
dit noodwendig de levensstandaard duurder
maakt. De prijzen zullen juist in neerwaart-
sche richting moeten gaan, gepaard met ver
sobering, wil er verbetering komen.
Nogmaals verdedigt Spr. de voordeelen
van het sparen. Tegen verkorting der werk
week zijn wettelijk groote bezwaren aan
te voeren, uitgezonderd het geval, dat de
arbeiders deze zelf aanbieden.
Ten aanzien van den heer Dubbeld zet
Spr. uiteen, dat rationalisatie wel degelijk
goed kan werken, getuige de Rotterdamsche
haven. Spr. gelooft niet, dat een verkorting
de werkweek de werkloosheid zal doen
afnemen. Juist het tegenovergestelde zal
beter werken. Ten slotte zegt Spr. dat de
kerk ook bij de maatschappelijke vragen
van haar belangstelling moet doen blijken
en voorlichting geven.
Prof. Dr. Z. W. Sneller, zich tot den
heer J. H. v. Lonkhuyzen richtend, wil zich
t. a. v. zijn vraag niet aan een voorspelling
wagen. Wel staat vast dat eens de politieke
zelfstandigheid der koloniën er zal zijn. Spr.
hoopt, dat de leiding van het moederland
daarin zoodanig zal zijn, dat zoowel kolo
niën als moederland in federatief verband
zullen samenwerken. Economisch is het
vraagstuk moeilijker omdat naast de poli
tieke en agrarische waarschijnlijk ook de
industrieele ontwikkeling zal komen.
Zal het Westen, speciaal ons land, daar
van schade ondervinden? Dat ligt ar aan.
Twente met zijn textiel-industrie zou b.v.
goed doen het bedrijf naar Indië over te
plaatsen. Maar weerloosheid van onze zijde
behoeft dat niet te beteekenen. Er is immers
industrie van meerdere en mindere intellec-
tueele capaciteit. Daarom zou de oplossing
hierin gevonden moeten worden, dat de
Westersche superioriteit boven de koloniën
zou blijven bestaan door verscherping van
het intellect en toepassing van die weten
schap op het bedrijf, iets waaraan de be
woner van Indië niet gemakkelijk zal toe
komen. Spr. ziet daarom de toekomst van
Europa nog niet hopeloos in. (Applaus).
De voorzitter bracht na de beantwoording
der vragen beide sprekers hartelijk dank
voor het verrichte werk.
Vervolgens wordt medegedeeld, dat het
C. N. V. tot deze jaarvergadering niet was
uitgenoodigd in overleg met den secretaris
van het C. N. V., zulks in verband met het
feit, dat de vereeniging de huishoudelijke
vergadering alleen voor leden openstelt. Het
C. N. V. wenschte echter toelating tot de ge
heele vergadering, en nam, toen dit niet kon
worden ingewilligd, de uitnoodiging niet
aan, hetgeen het Bestuur zeer betreurens
waardig vond.
Felicitaties.
De heer W. A. Engelbrecht heeft daar
na de vergadering namens de Kamer van
Koophandel van Rotterdam toegesproken.
Hij bracht dank voor de uitnoodiging en
sprak woorden van hulde en waardeering
voor het streven der vereeniging. De K. v.
K. beseft de moeilijkheden van de werk
gevers in dezen tijd en wenscht hen succes
toe in hun moeilijken arbeid en zorgvolle
toekomst, die te wachten staat.
De heer H. W. T i 1 a n u s bracht namens
de C. H.-Kamerfractie dank voor de uitnoo
diging en sprak eveneens kortelings over
de groote moeilijkheden van dezen tijd.
De vergadering werd daarna na het zin
gen van Ps. 86 6 met dankgebed beëindigd.
Na afloop van deze middagvergadering
heeft het gezelschap een tocht per auto naar
het vliegveld Waalhaven gemaakt Om
zeven uur volgde een gemeenschappelijk
diner in de groote diner-zaal van het Soci-
icitsgebouw der Rotterdamsche Diergaarde.
Als tafelpresident fungeerde de heer H.
Diemer van Rotterdam. Deze heeft bij
den aanvang na het gebruikelijke begin een
kort woord gesproken, mede naar aanlei
ding van de ernstige hedendaagsche toe
standen in het bedrijfsleven en de Troon-
VERSCHENEN
HET HUIS
„DE GOUDEN EL"
DOOR GERA KRAANv. d. BURG
Prijs 1.90 Stempelband 2.75
U kunt natuurlijk niet alle boeken lezen.
Maar als er eens iets heel bijzonders,
iets buil.ngewoons ve.schijnt, dan moet
u dat boek toch lezen.
„DE GOUDEN EL"
Daarom: gg Dn; LEEST n WEL
In eiken boekhandel verkrijgbaar.
J. H. KOK KAMPEN
VRIJE UNIVERSITEIT
TE AMSTERDAM
Woensdagmiddag had in het Gebouw voor
den Werkenden Stand te Amsterdam de open
bare zitting plaats van den Senaat der Vrije
Universiteit, waarin de rector Prof. Dr. H-
II. Kuyper, na vermelding van de lotgevallen
der Universiteit over het afgeloopen jaar,
zyn ambt overdroeg aan Prof. Dr. H. Dooye-
veerd.
Het gouden feest.
De aftredende Rector Magnificus begon zijn
ede met eerst te herinneren aan het gouden
jubileum 20 October en volgende dagen door
de Universiteit gevierd. Spreker wees op de
hoofdmomenten van dien feestdag Genoemd
rede van H. M. de Koningin. Spr. stelde voor
allereerst een dronk te ledigen op het wel
zijn van onze Landsvrouwe, waaraan enthou
siast gevolg werd gegeven. Spontaan zang
men daarna het aloude Wilhelmus.
In den loop van den avond zijn voorts nog
tusschen de verschillende gerechten door
diverse hartelijke en waardeerende woorden
gesproken.
De heer H. Diemer, van Rotterdam,
achtte het een groot voorrecht thans voor
de derde maal in de geschiedenis der ver
eeniging, als tafelpresident te fungeeren.
Voor het eerst gebeurde dit in 1921, daarna
in 1926 (aan boord van de Tjerimai), en nu
weer in de Diergaarde. Speciaal vestigt spr.
de aandacht op dezen donkeren tijd van
zeer zware depressie. De maatschappij zoekt
zich een nieuwe basis van prijzen, en dit
verschijnsel houdt in, dat een nieuwe struc
tuur der maatschappij op komst is. 't Is
niet de eerste maal dat dit gebeurt. Na de
Napoleontische oorlogen en na de Fransch-
Duitsche oorlog zien we hetzelfde. In beide
genoemde gevallen duurde het tientallen
jaren voor de inzinking ten einde was. De
huidige crisis is ongetwijfeld een gevolg van
de groote wereldbrand van 1914'18. 't Is
allerwege overproductie, waar men van
hoort. Hoe wordt nu de menschelijke wijs
heid beschaamd door de wijsheid van God.
Spr. wijst er dan op hoe het gebleken is
in deze 10 jaren, dat de Chr. Werkgevers
organisatie een recht van bestaan heeft
en welk een belangrijke taak zij vervulde in
het maatschappelijk leven. Boven alles moe
ten we er echter op bedacht zijn, dat allen
zwakke menschen zijn, en dat buigen voor
Gods Woord noodzakelijk is. De beginselen,
in dat Woord vervat, moeten ook de kracht
van den Chr. ondernemer uitmaken, willen
zij getrouw bevonden worden in de taak,
die hen is opgelegd.
We gaan een tijd tegemoet, die teigelijk
donker en interessant is. Mogen wij, aldus
Spr., getrouw bevonden worden en de taak
volibrengen die ons op de schouders wordt
gelegd, n.l. om het leger van den arbeid te
brengen in de veilige haven van de nieuwe
maatschappij, die bezig is te groeien. En
mogen wij als officieren van dat leger daar
bij leiding geven door een eendrachtige
Christelijke Werkgevers-organisatie.
Verdere toespraken.
D r. W. H. Lovink bracht namens de
C.-H. Kamerfractie woorden van hartelij-
ken dank en verheugde er zich in, deze in
teressante vergadering te hebben meege
maakt Hij uitte den wensch, dat de veree
niging mocht voortgaan op den ingeslagen
weg en dat eij daarbij het oog gericht
mocht houden op den God, die alle dingen
leidt en bestuurt.
De tafelpresident bracht den spreker
na deze toespraak hartelijke woorden van
dank voor zijn goede wenschen. De Chr.-
historische fractie is te dezen altijd zeer
trouw. Spr. is anti-revolutionair, maar zijn
fractie is vaak verhinderd. Daarom, aldus
de heer Diemer tot Dr. Lovink: Gij beweegt
mij bijna Christeüjk-historisch te worden,
maar dit zou wat groote moeilijkheden ge
en, laten wij daarom de allerbeste vrien
den blijven.
Dr. Lovink zeide daarop dat hij een man
als den heer Diemer gaarne zou willen
ontvangen in zijn partij, maar was zoo
ook al tevreden.
Na dit geestige steekspel wees de heer Th.
d. Bom, van Amsterdam, als voorzitter
op zijn moeilijke taak.
Voor alles was 't bij al zijn arbeid de be
doeling geweest, iets van het Chr. beginsel
ook op deze wijze uit te dragen. Spr. ziet
in de aan hem verleende Koninklijke onder
scheiding mede een erkenning van het ve
le, dat door de Vereeniging op maatschap
pelijk gebied is gepresteerd.
Mr. H. H. S t e n e k e r, van Amsterdam,
onderstreept nog eens uitvoerig hetgeen
door den voorzitter der Vereeniging is op
gemerkt en wees op de verdiensten, die de
voorzitter als zoodanig in het belang der
Vereeniging had verricht. Hij wekte voorts
allen op open oog te hebben voor de rea
liteit der dingen en sprak de hoop uit, dat
Vereeniging nog lange jaren mocht pro-
fiteeren van datgene, wat God in den beer
F. L. v. d. Bom aan de organisatie heeft
gegeven.
Prof. Dr. Z. W. Sneller, die ook nog
het woord voerde, schetste in 't kort dc
beteekenis van de band tusschen de histo
rie en bedrijf. Het laatste is niet goed zan
der het eerste te kennen, omdat er een wis
selwerking is. De historie heeft waarde
voor het bedrijf, doch omgekeerd heeft het
bedrijf waarde voor de historie. In dien zin
is Spr. dankbaar deze vergadering bij te
hebben mogen wonen. Spr. uitte zijn beste
wenschen voor de toekomst der Vereeni
ging.
Tenslotte werd nog een eeer geestige
speech geleverd door Mr. H. v. Hae
gen, van Rotterdam terwijl ook
speechten de heeren S. o u d a, van
Utrecht, A. van Haeringen, van Den
Haag, J. H. Landwehr, van Rotterdam,
M. J. C. B e s s e 1 a a r Jr., van Rotterdam,
en A. Borst Pzn., van Rotterdam. Deze
laatste heeft als voorzitter van de Rege-
lings-commisie nog eens optimistische klan
ken laten hooren en daarbij gewezen op de
standvastigheid en volharding van Rotter
dam als stad in den loop der jaren.
Spreker's wensch was tenslotte,
alle werkgevers in de toekomst
mochten toonen groote karakter-vastheid en
hoop op de toekomst. Allien hebben in lv
Chr. organisatie een taak om mede te wi
ken, dat alom in den lande de Vereeniging
steeds meer worde erkend als ééne. die in
het maatschappelijke leven niet meer kan
worden gemist.
Hiermede was ook deze prettige, intieme,
gezllige avond weer ten einde.
De heer H. Diemer beëindigde den
avond op de gebruikelijke wijze, waarna
men weer voor een jaar uit elkander ging.
Een foto van de deelnemers aan het te Rotterdam gehouden Congres van de Chr. Werkgeversvereeniging. In het midden de
voorzitter, de heer F. L. van der Bom, link s van hem de spreker op de middagverga dcring Prof. Dr. Z. W. Sneller
Schoolnieuws.
R. K. HANDELSHOOGESCHOOL
TE TILBURG.
De rector-magnificus zal Maandag 21
September a.s. verslag uitbrengen over het
afgeloopen jaar en het rectoraat overdra
gen aan Prof. Mr. E. Gimbrère.
ROFFEL-RIJMEN.
KROON
REDELOOSHEID
werden de eeredoctoraten verleend aan
heer H. Colijn in de juridische en aan Prof.
Dr J. Sebestyen en Ds. D. Bakker en Ds. J. C.
Rullmann in de Theologische Faculteit. De
uitslag van den litterairen wedstrijd
aanleiding van dit jubileum uitgeschreven,
werd meegedeeld; de gouden medaille kon
geen der deelnemers worden toegekend, maar
;en eervolle vermelding aan den heer A.
Tjoelker, hoofd der Chr. School te Surhuister-
veen, zuster Agnes Dicker, doctoranda aan
de Keizer Karei Universiteit, en den heer J.
L. Elferink, student in de klassieke letteren
de Gemeentelijke Universiteit. In de
officiëele receptie, die daarna volgde, spraje
Prof. Backer, Rector aan de Groningsche Uni-
■ersiteit, namens de gezamenlijke Universi
teiten en Hoogescholen en overhandigde de
Rectoren de keurig gecalligrafeerde geluk-
wenschen; de woorden van hulde en waar
deering daarin aan onze Universiteit gewijd,
maakten deze documenten tot een der schoon
ste herinneringen aan ons jubileum. Zeer
gewaardeerd werd ook, dat de Prot. Theol.
Fac. te Budapest als afgevaardigde zond Prof.
Sebestyen; dat uit Zuid-Afrika als vertegen
woordiger van de Zuid-Af rik aansche Calvi
nisten optraden de hoogleeraren Besselaar en
Stoker en namens de Gereformeerden in
Duitschland Pastor Kolfhaus en Pastor Klug-
kist Hessen. Ook van de zijde der Regeering
in ons land ontbrak de belangstelling en
waardeering niet. Een drietal Ministers, de
Minister van Onderwijs, van Justitie en van
Binnenlandsche Zaken, namen aan de samen
komsten deel. H. M. de Koningin verleende
aan den Rector der Universiteit het Comman
deurschap in de Orde van Oranje Nassau;
aan den penningmeester Mr. G. H. A. Gros
heide, het ridderkruis in de orde van den
Nederlandschen Leeuw en aan den amanuensis
Faber het ridderkruis in de orde van
Oranje Nassau, terwijl Z. K. H. de Prins der
Nederlanden aan den feestmaaltijd deelnam.
De Senaat had bij dit jubileum een feest
bundel in het licht gegeven met wetenschap
pelijke opstellen door verschillende professo-
en Directeuren zorgden voor een Gedenk
boek en Geschiedenis der Universiteit door
Dr. Rullmann geschreven.
Inzonderheid gedacht de Rector de groote
belangstelling, de wanne geestdrift en de
offervaardigheid van ons Gereformoerde volk,
in die dagen getoond. Hadden Directeuren als
feestgave drie ton gevraagd, de feestgave
bedroeg meer dan vijf ton. Ons jubileum,
aldus spr., toonde wel aan, hoe diepe wortelen
onze Universiteit in ons volksleven geslagen
had. Daaraan, hoopte de Rector, kan de Uni
versiteit nieuwe kracht ontleenen, om met
Gods hulp haar arbeid voort te zetten.
Daarna overgaande tot de fata academica in
engeren zin, vermelde de Rector, dat in het
ccilege van Directeuren in plaats v:
lteeren Grosheide en Wolzak, die aan de
beurt van aftreding waren, door de Jaarver
gadering benoemd werden de heeren Mr. H.
Byleveld en Mr. A. J. L. van Beeck Calkoen.
Nieuwe hoogleeraren.
Het aantal professoren nam met een viertal
toe. 26 Sept. hield Prof. Mr. Gerbrandy zyn
inaugureele oratie; 2 October Prof. Dr. Sizoo
en 10 October Prof. Dr. I. F. Koksma en
Prof. Dr. M. van Haaften als buitengewoon
hoogleeraar. Aangezien het door de H.-O.-wet
ivereischte getal hoogleeraren voor de wis-
en natuurkundige faculteit daarmede vervuld
was, kon nu 20 October de Wis- en Natuur
kundige Faculteit geconstitueerd worden. De
Commissie van Toezicht volgens Art. 201
H.-O.-wet bleef ongewijzigd. Onder de depu-
taten van het verband tusschen de Gerefor
meerde Kerken en de Theologische Facul
teiten trad wel wijziging op, daar de Gene
rale Synode te Arnhem als nieuwe Deputaten
in plaats van den overleden Ds. J. H. Land
wehr en van Dr. K. Dijk benoemde Ds. J. J
Miedema en Dr. J. Th ijs.
Voorts wees de Rector nog op het nieuwe
paedologische instituut onder leiding var
Prof. Waterink en Prof. van der Horst, tot
stand gekomen in het vroegere laboratorium
van Prof. Buitendijk; op de lezingen door het
Csivynfonds georganiseerd, waarbij optraden
Prof. J. Bohatie uit Weenen en Prof. A.
Lecerf uit Parijs; op den socialen dag door ae
studenten gehouden, waar als sprekers optra
den de heer J. Schouten, Mr. N. Stufkens
Ds. S. G. de Graaf; op de overbrenging i
het Bilderdijkmuseum naar het gebouw der
Vrye Universiteit en op de wetenschappelijke
samenkomst dit jaar weer te Groningen ge
houden.
Studenten.
Hierna komende op de studenten deelde hy
mede, dat hy dit jaar voor het eerst had inge
schreven 93 studenten (53 in de Theologie,
17 voor de Rechten, 16 voor de Letteren, 6
voor de Wis- en Natuurkunde, 1 voor de
Medische Faculteit) wat 't hoogste aantal
was dusver bereikt. Gerecenseerd werden
490 studenten (waaronder 24 dames). Voorts
gaf hij een nauwkeurige opgave van het
aantal promoties en examens in elke faculteit
afgelegd.
Aanleiding tot tuchtoefening was er dit
jaar niet geweest. De verhouding met de
I studentenwereld was zeer aangenaam, zooals
I ook daaruit bleek, dat bij het jubileum he»
studentencorps als geschenk had aangeboden
leen nieuw ameublement voor de Senaatszaal.
Waar zijn ze gebleven
de heerlijke dagen
Toen alles zoo goed was
en zoo liberaal,
En toen van de tafel
des eersten ministers
Een troonrede viel
in de bloemrijkste taal!
Waar zijn ze gebleven
de heerlijke dagen
Toen Éénheid regeerde,
geen tweespalt bestond;
Toen melkblanke handen
de minderheid drukten
In 't stof met de neus
op der vaderen grond!
Eilacie, begraven
in witkalken graven
Rust 't wonderproduct
van het redebeleid;
Vergeten is 't achtbaar
regentencollege
Zoo machtig in
troonrederedelijkheid!
Wat is het nu somber
en stil in de Staten;
Wat is zoo een troonrede
karig en koud!
Dat komt van de splijtzucht,
die kloven blijft kloven
En onliberale
regeerders vertrouwt.
Wat let ons de crisis,
ons, kroost der regenten!
Wat let ons de werkman,
verkommerd en krom!
Wat let ons de school
waar de splijtzwam gekweekt
Wij zijn liberaalwordt!,
en daar gaat het maar om.
(Nadruk verboden.) LEO LENS
Voorts werd nog meegedeeld, dat Prof. Dr.
Aalders by het jubileeren van de Vereeniging
Verpleging van Achterlijke en Idiote
Kinderen, waarvan hy voorzitter is, benoemd
werd door de Regeering tot Ridder in da
Orde van den Nederlandschen Leeuw, Prof.
Dr. V. H. Rutgers, voorzitter der commissie
tot herziening der L. O.-wet 1920, tot Com
mandeur in de orde van Oranje-Nassau.
Na dank gebracht te hebben aan het Locaal
Comité te Amsterdam, aan het bureel der
Vrye Universiteit en inzonderheid aan den
ab-actis Prof. Vollenhoven, voor de toewijding
steun hem geschonken by de dubbel moei
lijke taak, die dit jaar op hem rustte, droeg
daarna het Rectoraat over aan Prof. Dr.
Dooyeweerd, door Directeuren hiertoe
aangewezen.
Dr. S. ERIN GA.
Het bestuur van de Stichting School voor
Taal- en Letterkunde te Den Haag, heeft be
noemd tot docent in het Fransch Dr. S,
Erin ga, leeraar aan de Chr. H.B.S. met 5-
jarigen cursus te Rotterdam.
NIJVERHEIDSSCHOOL VOOR MEISJES.
TeZalti-Bommel heeft gistermiddag iü
tegenwoordigheid van het Gemeentebestuur
en andere genoodigden de officieele opening
plaats gehad van de Nijverheidsschool voor
meisjes. De presidente, mevr. Cambier van
Nooten, hield de openingsrede, waarna on
der meer de Burgemeester en het Bestuur
der Ambachtsschool het woord voerden. De
cursus begint met 90 leerlingen en wordt
voorloopig gehouden in enkele daarvoor in
gerichte lokalen van de Openbare Lagere
School.
HOOFDBENOEMINGEN.
Moercapelle, J. Kattenberg, hoofd tg
Eorssele.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN.
Oapelle, N.-Br. (Nieuwstraat, hoofd M«
C. Rijken), mej. C. J. Ringers te Oud-Beyer-
Mi ddelstum (U.L.O.-School, hoofd W,
Wagenaar), H. Heys, hoofd te Tweede-
Exloërmond.
Lemmer (U.L.O.-School), B. JL Derks té
UI rum. Aang.
P. VAN DER PLOEG.
De-heer P. van der Ploeg, hoofd der Chr.
Nat. School te Wirdum, hoopt 1 April 1932
wegens het bereiken van den pensioenge
rechtigden leeftijd het onderwijs te verlaten
EXAMENS
ACADEMISCHE EXAMENS
i Natuurkunde, i
geschieden bij i
„slön, do hoeren Pre
Utrecht. Pre
nd.ex.. de heet
uin.
EXAMENS-NATUURKUNDE
De mondelinge examens M.O. In Natuur
kunde, Scheikunde, en- In September-December
a.s.. voorzoover openbaar, worden gehouden:
Aate K3 (Natuurkunde. Scheikunde. Oosmo-
graphie) te Den Haag op 21. 22. L'S en 29 Ort.J
Akte K4 (Delfstof-, Aard-, Plant- en Dier
kunde) te Amsterdam op 2S—30 September. 5—7
en 1214 October; te Utrecht op 9—11 Novem
ber en 1418 December, en te Delden on 30
November. 1 en 2 December.
EXAMENS RADEN VAN ARBEID
UTRECHT. IS Sept. Qeal. voor het diplom®
en A. Scherphuis, allen te Groningen.
EXAMENS-MACHINIST
DEN HAAG. 16 Sept. Goal, voor diplom
de heeren W. F. SchrelJ te Nleuw-Lekkei
en A. Egmond te Hello.
Land- en Tuinbouw.
DE TILBURGSCHE BIJENMARKT
..19 Jf.