STATEN-GENERAAL BINNENLAND. Kerknieuws. DINSDAG 15 SEPTEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 Gedurende eenige jaren verscheen ons Zondagsblad in zijn tegenwoordige uitvoering. Dit was voor de christelijke ■pers wat nieuws. Een nieuwe schrede werd gezet op den weg, waardoor het dagblad meer gezinsorgaan zon kunnen worden. Onze lezers toonden er zich zeer voldaan over. In den loop der jaren is er heel wat in ten beste gegeven aan de onderscheiden leden van het gezin. De inhoud van zulk een bijvoegsel moet met overleg worden vastgesteld. Het is niet ter onzer beoordeelingof wij daarin altijd geslaagd zijn. Wenken der lezers werden altijd gaarne beluisterd en wij trokken er ons profijt ook wel uit. Nu kan een dagblad niet zijn richtlijnen eens voor altijd trekken. De taak, welke het zich ziet opgelegd, als instrument ter vólksleiding en volksontwikkeling moet, al naar de omstandigheden, anders worden uitgeoefend. Daarbij moet er ook een opklimming zijn tot hooger basis van ontwikkeling. Het komt ons voordat wij thans dit laatste zeer duidelijk hebben te doen. Zeer vele van de eigenaardigheden van ons blad zijn zoo langzamerhand door anderen overgenomen. Thans wordt ons Zondagsblad ongeveer nagevolgd. Zulke armoede van geest op het breede terrein van het cultuurleven zint ons niet. Wij hébben daarom besloten ons Zondagsblad een algeheele wijziging te doen ondergaan. Het zal op geheel andere leest worden geschoeid, zoowél redactioneel als technisch. Toch zal er nauwkeurig op worden gelet, dat het niet boven het bevattingsvermogen van den doorsnêe-lezer uitgaat, maar ook dat bevattingsvermogen is gélukkig elastisch genoeg om den sprong omhoog mede te maken. Verschillende vooraanstaande letterkundigen uit onzen christelijken kring zullen aan de samenstelling deelnemen. Ons plan is alzoo half December het nieuwe Zondagsblad aan De NIEUWE LEIDSCHE COURANT toe te voegen. DE DIRECTIE. VEREENIGDE VERGADERING DER KAMERS OPENING DER GEWONE ZITTING De heer Mr. TV. L. Baron de Vos van Steen wijk, die het voorzitterschap be kleedt, opent, nadat de leden der Staten- Generaal zich in de Ridderzaal op het Bui tenhof vereenigd hebben, des namiddags te half een uur de vergadering en doet den griffier van de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk besluit van 5 September 1931 no. 17, houdende zijn benoeming tot Voorzitter van de Eerste Kamer gedurende de zitting, welke heden zal aanvangen.) De Voorzitter benoemt een commis sie, die Hare Majesteit in het gebouw zal ontvangen en uitleiden. De Ministers, hoofden van ministneele Departementen, en de leden van den Raad van State vereenigen zich te èèn uur des namiddags mede in de Ridderzaal. H. M. de Koningin, vergezeld yan Z. K. H. den Prins der Neder landen, Hertog van Mecklenburg e n v a n H. K. H. Prinses Juliana, kort daarna in de Ridderzaal aangekomen, wordt door de Commissie in de vergadering binnengeleid, neemt plaats op den troon en houdt de elders in dit nummer opgenomen Troonrede. Na bet uitspreken veriaat de Koninklijke Familie de Ridderzaal. De Voorzitter sluit, nadat de Comnus- Sie In de zaal is teruggekeerd, de vereenigde .vergadering. DE POLITIEKE PLECHTIGHEID Wederom heeft hedenmiddag de traditio neels plechtigheid plaats gehad van de opening van het nieuwe parlementaire zit tingjaar door de Koningin. In tegenstelling met verleden jaar woonde H M. de Koningin-Moeder de plechtigheid ditmaal niet bij. Overigens was de Ko ninklijke stoet op dezelfde wijze samen0e- steld als ten vorige jare, toen zij voor het eerst na zestien jaren weder de vroegere uitgebreidheid verkregen had. In de stad. Reeds in den vroegen morgen was het in de stad zeer druk. Vele particuliere wo ningen, vooral die. gelegen langs den weg dien de stoet zou volgen, hadden de \lag- uitgestoken. Oudergewoonte trok het publiek waaronder zich als steeds zeer velen van buiten bevonden, in de eerste plaats naai de omgeving van het paleis in het Noora- einde om daar den stoet te zien afrijden en naar het Binnenhof om daar de aan komst gade te slaan van de vele genoodigde dames en heeren in fraaie toiletten, schit terende ambtscostuums en uniformen, die zich naar de Ridderzaal begaven, waar straks de eigenlijke openingsplechtigheid zou worden voltrokken. De kijklustige menigte bij het paleis kon de Koninklijke Familie reeds even vóór een uur hartelijk toejuichen, toen deze per auto van het Huis ten Bosch, waar zij verblijft, kwam aanrijden. Voorts viel daar de aan komst gade te slaan van de eerewacht van de jagers, een compagnie van honderd man, die zioli onder bevel van een kapitein met het vaandel van het regiment en met. de Koninklijke Militaire Kapel onder lei ding van kapitein C. L. Walther Boer, ter weerszijden van liet paleis opstelden om daar de Koninklijke Familie bij het vertrek ken van den stoet de militaire eerbewijzen te betoonen. Bij deze eerewacht bevond zich de commandant van het regiment jagers met zijn adjudant. Daar kwamen ook tegen het uur van vertrek de detachementen cavalerie aan, aangewezen om den stoet te openen en te sluiten, alsmede de officieren der land macht van het Militaire Huis der Koningin, allen te paard, wien onmiddellijk achter het Koninklijk statierijtuig een plaats in den stoet was aangewezen. Eindelijk stelde het aanrijden van de galakoetsen en de prachtige gouden koets voor de Koninklijke Familie bestemd, de menigte schadeloos voor het wachten op het klokje van één, het officieele vertrekuur. Toen dit uur was aangebroken vormde de stoet, die onder algemeene leiding stond van den eersten stalmeester van H. M. de Koningin, R. F. C. Baron Bentinck, zich als volgt: Een detachement van 74 ruiters van het 2e regiment huzaren, onder bevel van den ritmeester, met den standaard van bet re giment en het muziekkorps der huzaren, dat gedurende den tocht gezellige muziek ten gehoore bracht, opende den stoet. De regimentscommandant en zijn adjudant re den met dit detachement mede. Hierop volg de onmiddellijk in gala-liverij een rijkneoht- majoor en 2 rijknechts te paard. Daarachter kwam de eerste der met 2 paarden bespannen gala-koetsen, waarin de kamerheer-ceremoniemeester der Koningin, R. A. baron van HardenibroekVan Harden- broek, gezeten was. Naast elk portier ging één lakei. Nu volgde een tweetal galakoetsen waar in 8 kameattieeren volgens rang van benoe ming gezeten waren, terwijl naast elk por tier twee lakeien gingen. In de eerste dezer koetsen, de tweede in den stoet, zaten de dienstdoende kamerheer Jhr. A. G. Sickin ghe, de kamerheeren in buitengewonon dienst Mr. W. J. baron van Lynden, Dir. H. J. Repeteer van Driel en Mr. J. C. Baron Baud, dienstdoende ter beschikking van H. K. H. Prinses Juliana. In de volgende, derde galakoets, hadden plaats genomen de kamerheeren in buiten- gewonen dienst C. W. F. P. baron Swesrts le Landas Wyborgh, Mr. G. C. D. K. baron an Hardenbroek van Bergambacht, Mr. S. W. B. graaf van Limburg Stirum en W. H. baron Ta ets van Amerongcn van Wouden berg. In de vierde galakoets volgden de groot- officieren luitenant-generaal Jhr. C. L. van Suchtelen van de Haare en Jhr. V. E. A. Boreel, opperhofmaarschalk. Het vijfde- rijtuig verleende plaat6 aan den grootofficier G. Ch. baron Snouckaert van Sdhaubuirg. In de zesde galakoets waren gezeten 1e groot-meesteres mevrouw G. C. gravin van Lynden van Sandenberg, geboren barones Van Nagell en de dienstdoende dame du palaiss mevrouw H. Snouck Hurgronje, ge boren jonkvrouw© Van Tets. In een zevende gaterijtuig volgde de opper ceremoniemeester J. H- F. graaf Du Mon- ceau. Naast elk portier van al deze rijtui gen gingen twee lakeien. Nadat al deze galakoetsen waren weg gereden, kwam het groote momeat. Daar reed het met 8 paarden bespannen, Koninklijk statierijtuig, de Gouden Koets voor. Op dat oogenblik gaf de militair, die- bij een der vleugels van het paleis gepos teerd 6tond, door het opsteken van een stoi^ met een oranjevlaggetje, het sein, op de zelfde wijze doorgegeven aan vele anderen tot de aan het Malieveld opgestelde mili tairen, dat het eerste der minuutechotcn uit de daar opgestelde artilleriebatterij van vier vuurmonden moest worden afgegeven. Terwijl het eerste kanonschot door de lucht .daverde presenteerde de eere-wacht het geweer en werd door de Koninklijke Militaire Kapel, zacht en plechtig het Oude Wilhelmus aangeheven. Onder het gejubel der menigte, dat het kanongebulder over stemde. stegen H. M. de Koningin, Z. K. H. de Prins en Prinses Juliana in de Gouden Koets, die zich daarop statig in beweging zette. De stoet. Naast elk der S paarden, waarmede de koets bespannen was ging een koetsier en aan elke zijde van de koets liepen 4 lakeien. Alle vorstelijke personen waren getooid met het lint van het Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. Ter rechterzijde van de Statiekoets reed te paai'i de Chef van het Militaire Huis dei- Koningin, gep. vice-admiraal F. Bauduin, ter linkerzijde de gouverneur der Kon. Residentie luitenant-generaal E. F. Insinger, commandant van het veldleger. Beiden re den een weinig achter het portier. Achter de Gouden Koets reden te paard twee aan twee de adjudanten in buiten- gewonen dienst, gep. luit-generaal jhr. E. J. M. Wittert, gep. luit.-generaal van het Nederl.-Ind. Leger K. F. E. Gerth van Wijk, .reserve luitenant generaal J. H. Borel, gep. generaalmajoor H. G. Rambonnet, reserve luitenant-kolonel W. G. van Hoogenhuijze, de adjudanten in gewonen dienst luitenant kolonel Jhr. W. Laman Trip, de adjudant van Z. H. den Prins, luit.-kolonel, Jhr. C. M. Storm van 's-Gravesande, luitenant-kolo nel Jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, kapitein van het Ned.Ind. Leger C. O. van Resteren en de ordonnance officieren, rit meester I. L. D. baron Sirtema van Grove- stins, eerste luitenant jhr. C. E. J. M. Ver hei jen en le luitenant R. Römer. Achter dezen ruiterstoet sloot een detache ment van 74 manschappen van het 2e regi men huzaren den schitterenden stoet Onder voortdurende toejuichingen van de aan weerszijde van den door militairen van verschillende corpsen afgezetten weg, op- opeengehoopte menschenmenigte reed de stoet door de Heulstr., over het Schelpenpad van het Lange Voorhout en langs den Kor ten Vijverberg naar het Binnenhof. Bij aankomst aan de Grafelijke Zalen, welker peristyle overhuifd was met het breede roodflutveelen baldakijn met gou den franjes, vond de Koninklijke Familie te Harer begroeting bij de Ridderzaal opgesteld een eerewacht ter sterkte van 94 man, met vaandel en muziekkorps, onder bevel van een kapitein, welke eerewacht een afdee- ling vormde van de Koloniale Reserve, wier commandant de luit.-kolonel van het N. I. leger, J. J. Barendsen met zijn adjudant, zich bij de eerewacht bevond. Ook hier werd het Oude Wilhelmus aan geheven en onder de tonen van dit volks lied besteeg de Koningin, gevolgd door den Prins en de Prinses, de treden, die naar den ingang der Ridderzaal leiden, terwijl de vaandeldrager zijn vaandel diep deed neigen. Alvorens de zaal te betreden, werd de Koningin boven op het bordes begroet door Hare adjudanten der zeemacht in buiten gewonen dienst, gep. vic'e-admiraal titulair C. C. Zegers Rijser, gep. schout bij nacht Jhr. J. F. C v. Mühlen, gep. vice-admiraal titulair J. J. Rambonnet, vice-admiraal Jhr. G. L. Sohorer, alsmede door de adjudanten der zeemacht in gewonen dienst luit ter zee le klasse N. A. Rost van Tonningen, en den adjudant van Z. K. H. den Prins luit ter zee le klasse J. W. Termijtelen. Daarna betraden de vorstelijke personen de zaal, aan den ingang ontvangen door de gemengde commissie van in- en uitgeleide uit de Eerste en Tweede Kamer, die, voor afgegaan door den kamerheer-ceremonie meester, de 8 kamerheeren, de .groot-officie ren en den opperceremoniemeester de Ko ningin. den Prins en de Prinses naar de 3 voor hen bestemde troonzetels, geleidde, onmiddellijk gevolgd door de grootmeesteres de dienstdoende Dame du Palais, den chef van het Militaire Huis, den gouverneur der Koninklijke Residentie, den eersten stal meester en de officieren van het Militaire Huis der Koningin, die in den stoet hadden medegereden of zich onder de peristyle ter begroeting bevonden. Rechts van de Koningin nam de Prins, links van Haar Prinses Juliana plaats, ter wijl de leden van het gevolg de hun in het officieeel programma aangewezen plaats achter en ter zijde van den troon innamen. Onmiddellijk daarop nam de Koningin het woord tot het uitspreken van de Troonrede. Ruim half twee nadat de plechtigheid in de zaal was beëindigd, werd met hetzelfde eerbetoon door de eerewacht de terugtocht naar het Koninklijk Paleis langs denzelfden weg ondernomen, waarbij de vorstelijke per sonen opnieuw overal door de ontelbare mensohenmassa geestdriftig werden toege juicht, Op het Binnenhof namen talrijke kijklustigen achter de vensters van de Re- geeringsgebouwen het kleurige schouwspel van aankomst en. vertrek van den stoet Volgens traditie hadden de leden van het corps diplomatiqué met hun dames, die de plechtige opening van de plechtigheid in de zaal hadden bijgewoond, zich bij het vertrek van den stoet opgesteld nabij de middelste poort van het Binnenhof om daar de Koninklijke familie bij het voorbijrijden met diepe buigingen een eerbiedigen groet te brengen. Aan het paleis werd de Koninklijke Fa milie met dezelfde militaire eerbewijzen ontvangen als bij het vertrek. HET PETITIONNEMENT De delegatie van de Vereen. „De Neder- landsche Dagbladpers", die hedenmorgen naar Genève vertrok, om daar het petition nement voor Internationale Ontwapening aan te bieden aan den President van de Assemblée van den Volkenbond, bestaat uit de heeren: J. W. Henny, voorzitter N. D. P., Mr. W. G. J. Veenhoven, secretaris N. D. P. en Robert Peereboom, voorzitter Petitionne- mentscommissie. HALVE EEUW IN STAATSDIENST EEN ZELDZAAM JUBILEUM. Het behoort ongetwijfeld tot de grooto zeldzaamheden, dat een ambtenaar, die nog in actieven dienst is, terug kan zien op een vijftigjarigen loopbaan. Tot de zeer weini gen ,die zich op een dergelijk uniek feit mo gen beroemen, behoort de heer F. M. Roete- rihk, referendaris bij de Rijksverzekerings bank te Amsterdam, die heden den dag herdenkt, dat hij een halve eeuw geleden in 's Rijks dienst is getreden. Niet alleen in ambtenaarskringen doch ook ver daar buiten is de heer Roeterink een bekend en graag geziene persoonlijkheid. Ofschoon het in zijn bedoeling ligt om de zen dag onopgemerkt te laten voorbijgaan, zullen zijn vrienden en kennisen het hom op dezen gedenkwaardigen dag zeker niet aan belangstelling laten ontbreken. AUTOMOBIEL-EXPERTS De algemeene vergadering van het Neder- landsch Instituut van Automobiel- en Mo tor-Experts zal worden gehouden op Zater dag 26 September as., des middags 14 uur, te Utrecht, in hotel „Terminus". Na de afhandelingen der agendapunten zullen o.m. de volgende onderwerpen wor den ingeleid: ..Opdrachtgeven", door den heer J. C. Kromwijk, van Rotterdam"; „Waardebepaling van automobielen", door den heer C. K. H. van der Burg, van Am sterdam; „Schadevaststelling aan automo bielen aan de hand van verzekeringsvoor- waarden, moeilijkheden daaraan verbonden en cischen, gesteld aan heeren experts", door den lieer J. C. Beuks, van Amsterdam. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Ernst, J. C. Terlouw te Kamperveen. Te Urk (toez.), C. A. Ling- beek. lid der Tweede Kamer, te Voorthuizen. Te Giethoorn, cand. J. W. van Petegem te Dinxperlo. Aangenomen: Naar Roermond, A. Keers te Breskens. Bedankt: Voor Nieuw-Lekkerland, J. H. Koster te Montfoort. Voor Workum, Dr. A. Steenbeek te Surhuizum. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Pijnacker-Nootdorp, cand. M. Heuzexeldt te Rotterdam. Te Slie- drecht, J. W. Esselink te Doorn. Te Ouds hoorn (gem. Alphei, a. d. Rijn), G. C. Berkouwer te Oudehome. Te Ierseke, H. Smit te Rottevalle. Te Bellingwolde en Nieuweschans, cand. H. Bouma te Haren. Te Stadskanaal, J. H. A. Bosch te Alphen a. d. Rijn. Te Opende (Gr.), cand. J. G. Adema te Leeuwarden. Te Bolsward, J. H. Donner Jzn. te Broek op Langendijk. Te Smilde, D. van Enk te Zweeloo. GEREF. GEMEENTEN Drietal: Te Den Haag, M. Heijkoop te "Utrecht, R. Kok te Veenendaal en J. R. van Oordt te Zeist. CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST. Door de Classis Amsterdam der Geref. Kerken is na praeparatoir examen beroepbaar vei klaard de heer J. J. Verleur, Kruger- straat 12III te Amsterdam (Oost), Theoi. cand. aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Door het Prov. Kerkbestuur van Over ijssel is tot de Evangeliebediening in de Ned. Hervormde Kerk toegelaten de heer A. d e M e ij e r e, Biltstraat 53bis te Utrecht, Theol. cand. aan de Rijksuniversiteit aldaar. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. Ds. W. J. van El den, overgekomen van Aalsmeer, werd Zondagavond bij de Ned. Herv. Gemeente van Haarlem bevestigd door Ds. G. J. Waardenburg, aldaar, die tot tekst had 1 Cor. 15 57, 58. Aan het einde werd den bevestigde toegezongen Gezang 216 3. Woensdagavond heeft in de Groote Kerk de intrede plaats. Ds. J. GOMMER Morgen viert de nestor der Aaltensche Geref. predikanten, Ds. J. Gommer, zijn 70sten verjaardag, een feit, dat in verband met de ziekte van den jubilaris, op zeer sobere wijze zal worden herdacht Jan Gommer werd op 16 September 1861 geboren te Schoonebeek (Dr.) waar zijn vader landbouwer was. Oorspronkelijk lag 't niet in de bedoeling den jongen Gommer voor het predikambt op te leiden, waarom hij werkzaam werd op de boerderij van zijn vader. Een geestelijken omkeer in zijn leven werd echter aanleiding, dat hij besloot het werk in het ouderlijk huis vaarwel te zeg gen en zich te gaan bekwamen voor den dienst des Woords. Alzoo kwam hij op zijn 23steu verjaardag 16 September ISSi aan de Theol. School te Kampen, waar hij zijn opleiding genoot In dezen tiid had vooral de bekende predikant uit de toenmalige Chr. Geref. Kerk, Ds. J. Kok, zeer veel invloed op hem. In zijn, ter gelegenheid van zijn zilveren ambtsjubileum uitgegeven gedachtenispreek, gewaagt de jubilaris daar van persoonlijk met een enkel woord. Student Gommer was in den studenten kring een zeer geziene persoonlijkheid, het -geen blijkt, uit het feih, dat het 'studenten- „F.Q.I." hem tot rector koos. Het candidaats- examen in de Theologie werd door hem met goed gevolg afgelegd in Juni 1891, waarop het beroep naar de Kerk van Grijps kerke (Z.) volgde. Hier deed hij op 22 Nov. 1891, als eerste predikant zijn intrede, nadat ae Kerk nog slechts enkele jaren te voren tot openbaring gekomen was. sprekende over den tekst: „Ik heb niet voorgenomen iets te weten onder U, dan Jezus Christus en dien gekruisigd". Acht jaar was Ds. Gommer in zijn eerste gemeente werkzaam, toen het beroep naar de Geref. Kerk van Aalten A tot hem kwam en wend aangenomen. Hij werd hier den 8sten Aug. 1899 bevestigd door zijn collega van Kerk B, Ds. A. van Dijken, later te Amsterdam. Te Aalten ligt ongetwijfeld het belang rijkste stuk van Ds. G.'s levenswerk. Hij is daar een bekend en geacht man, die zijn weg in stilte wandelt. Man van weinig zeg gen, doch groote zeggingskracht, van voor zichtig beleid en onkreukbare trouw. Zijn meeste kracht heeft hij op het kerkelijk terrein ontwikkeld. In bijzonderheid dient te worden vermeld zijn ijveren voor de ineensmelting van de beide kerkegroepen A en B. Mede door zijn werk kwam dit dan ook in 1913 tot stand, tot steeds voort durende verheuging van de beide partijen. Dan wist hij steeds een woord op zijn pas te spreken, waarbij hij een groote beschei denheid aan den dag legde. Ook in de classis Zutphen was hij in dit opzicht een bekende. Heden ten dage vervult hij nog, ondanks zijn hoogen leeftijd, verschillende deputaat schappen, als voor de kerkvisitatie, voor voor bereiding van examina en voor approbatie van attesten en beroepingen. Zijn bescheidenheid verhinderde evenwel niet, dat bij in het plaatselijk verecnigings leven een breede plaats heeft ingenomen. In den eersten tijd van zijn verblijf ln Aalten, werkte hij mede aan de politieke actie en was als zoodanig jaren voorzitter van de plaatselijke A.R. kiesvereeniging. Tal van malen was hij spreker of feestredenaar bij gebeurtenissen dp het gebied van de jeugdverenigingen of presideerde uitvoerin gen van zang of muziek. In dit alles wordt de jubilaris zeer gewaardeerd. Hij mag dan ook bij zijn 70sten verjaardag op een wel besteed leven terugzien. Ds. Gommer heeft nu tegen 1 Dec. emeri taat aangevraagd. Wegens ziekte deed hii zijn werk sinds eenigen tijd op halve kracht en moest het preeken in den laatsten tijd weer geheel staken. Na zijn emeritaat blij ft hij te Aalten wonen. Ds. N. VAN DER SNOEK. Ds. N. van der Snoek, predikant der Ned. Hervormde Gemeente te Veenendaal, hoopt Woensdag 7 October a.s. zyn zilveren ambts- feest te vieren. Was hij onlangs ernstig ongesteld, thans mag en kan hij weer tweemaal per Zondag in den predikdienst voorgaan zonder dat hem dit buitengewoon vermoeit. Hij kan al zijn gewo- 'i arbeid als voorheen weer verrichten. Ds. van der Snoek werd 26 Maart 1878 te Abcoude geboren en studeerde aan de Rijks universiteit te Utrecht. Na door het Prov Kerkbestuur van Noord-Holland tot de Evan geliebediening in de Ned. Hervormde Kerk toegelaten te zyn, deed hy 7 October 1906 te Brnkel intrede. Van den aanvang van zyn ambtelyken arl-eid af, heeft Ds. van der Snoek de Gere formeerde beginselen voorgestaan. Zijn be sliste Gereformeerde prediking was en is ge liefd en gezocht. In 1909 verbond Ds. van der Snoek zich aan zijn tweede Gemeente, n.l. Ooster-Nijkerk (Fr.), in 1911 aan de Gemeente van Vlaar- dingen, in 1915 aan die van Am ei de, in 1918 aan die van Zetten, in 1921 aan die van Kralingen (Rotterdam) en sinds 25 Maart 1928 dient hij de Gemeente van Veenendaal. Ds. van der Snoek werd gekozen in h Classicaal Bestuur van Wijk en is voorts quaestor van den Ring Rhenen. Sinds yele jaren maakt hij deel uit van het Hoofdbestuur van den Geref. Bond tot ver breiding en verdediging van de Waarheid in ds Ned. Hervormde (Geref.) Kerk en zit hy in de redactie van het weekblad „De Waar heidsvriend". PREEKVERZOEKEN PER ADVERTENTIE. Ds. H. W. Laman in de „Bazuin" en Ds. W W. Meijnen in de „Dordrechtsche Kerk bode" gaven onlangs in sterke bewoordingen iiun afkeuring te kennen over de „preekver- zceken per advertentie". Laatstgenoemde sprak van een „minder waardige methode", die te meer in het oog springt daar in de advertentie „de naam der Kerk niet wordt genoemd en men zich dus ae mogelijkheid heeft geschapen, om uit de in gekomen aanbiedingen een keuze te doen, zonder ter verantwoording te kunnen worden geroepen". Dr. H. Kaajan schrijft in de „Utrechtsche Kerkbode": „Ook ons stuit het tegen de borst, dat men op boven-gesignaleerde wijze in dé behoefte aan dienst des Woords tracht te Ds. W. H. Bouwman denkt er eveneens zoo over. Hy zegt in de „Leidsche Kerkbode" nog: „Wij hebben (in het weergegeven bericht) onderstreept de woorden, dat (in de adver tentie) de naam van de Kerk niet wordt ge noemd. Want dat lijkt ons het meest afkeu renswaardige. Dat een Kerk, die met noodi- gingen niet kon slagen, voor welke ook geen enkele candidaat op den bepaalden Zendag beschikbaar bleek, ten slotte, als het kort dag is geworden, per advertentie vraagt, dat kunnen we plaatsen. Maar dan open KERKINSTITUEERING. De Classis Den Haag der Geref. Kerken benoemde een commissie om haar op de e.v. vergadering van advies te dienen in betrek king tot eventueele Kerkinstitueering in het Laakkwartier tusschen Den Haag en Ryswyk. Te Lichtenvoorde (by Groenlo), waar de bevolking byna geheel roomsch-katholiek is, zyn 18 Gereformeerde gezinnen, die 93 zielen tellen. Men wil daar, wyl er binnenkort de kolenmijnen in exploitatie genomen zullen worden, bijtijds een eigen kerkgebouw heb ben. Tegenwoordig wordt eiken Zondagavond in een gymnastieklokaal vergaderd. Op andere uren is geen lokaliteit verkrijgbaar. Er wordt nu steun gevraagd voor de stichting van een eigen gebouwtje, dat tevens als Zondagsschool vn vergaderplaats voor de rijpere jeugd kan dienst doen. Ds. W. E. Gerritsma, van Aalten, beveelt dien steun aan. VERKIEZINGEN. Te Enschedé zyn in de Ned. Hen*. Ge meente by de stemming voor gemachtigden tot het Kiescollege de vrijzinnige candidaten geko zen met 2S17 stemmen tegen 1745 op de recht- zinnigen. Bij de vorige verkiezing was de ver houding 2810 tegen 1829. AFGESCHEIDENEN EN ZALIGHEID. Kunnen de Afgescheidenen zalig worden? Een vreemde vraag. Dr. J. H. Gunning J.Hzn. vertelt in „Pniël" het volgende geval: „Een niet onverma3rd leeraar der Ned. Hen*. Kerk, Synodaal Kohlbruggiaan in hart e« nieren, verklaarde mij eens op myn ont hutste vraag: „maar beste kerel, je gelooft toch wel, dat ook Afgescheidenen zalig kun nen worden met rustige verzekerdheid: „nou, maar dan zullen zy toch éérst him zonde tegenover de Hervormde Kerk moeten hebben leeren inzien!" ONGEWENSCHTE GASTEN. De Amerikaansche „Wachter" meldt: De Sovjet-autoriteiten hebben in een heele rij ge vallen in den laatsten tijd aan Amerikaansche geestelijken van Protestantsche belijdenis, die als toeristen de door de Sovjet-regeering geor ganiseerde reizen meemaken willen, den toe gang tot Rusland geweigerd. De reisbureaux in ons land hebben nu bericht gehad, dat de deelneming van geestelijken aan deze reizen „voorshands" niet gewenscht wordt. VOORLEZER. In het Hebreeuwsch protocolboek van 1773 der Synagoge te Nijmegen komt, tengevolge van ernstige klachten, die bij den Kerkeraad waren ingekomen inzake sedert geruimen tyd voorkomende wanordelijkheden tengevolge van het optreden van den voorlezer, een instructie voor, waaraan het volgende ontleend is: De voorlezer zal minstens een kwartier voor den gewonen tijd by het ochtend- en avond gebed in de synagoge zijn, op boete voor iedere overtreding van een schelling. Hij moet op één plaats staan of zitten en niet op het voorlezers gestoelte rondloopen, op boete van een halven schelling voor iedere overtreding; hy zal van den aanvang tot het einde van den ochtend dienst woord voor woord bidden, en voor het geval, dat hjj de woorden inslikt, zal hy voor iederen keer twee schelling boete betalen; on der het gebed en het lezen uit de wetsrol zal de voorlezer niet snuiven, op een boete voor elke overtreding van een halven schelling. ROFFEL-RIJMEN. BE EEJSEOORN Een kantonrechter heeft een auto mobilist. die een hoorn met drie tonen gebruikte, melodieus ééntonige Als j' een Fordje of een auto Of een tweewielmotor rijdt Doet de Wet je alles laten Wat de veiligheid bestrijdt; Wat de veiligheid kan dienen Laat dezelfde Wet je doen En je moet gehoorzaam wezen, Als dat kan met goed fatsoen. Ieder knalpotje op wielen, Dat de straat en ons beroert, Heeft te zorgen, dat z'n horen Een eentonig toontje voert. Honderden eentonigheden Vormen 't martiale koor Dat verdierlijkte geluiden Schroeft in ons beproefd gehoor. En nu is een hoorn geboren Die drie tonen in zich heeft En een zeer bepaald gezellig Automelodietje geeft. Mag niet! zeit de jurisdictie Zorg dat je eentonig loeit! Zulke nieuwigheden dienen Kort en bondig uitgeroeid! Toen ik dat in de courant las Lichtt' ik eventjes m'n pet- Uit spontane, diepe eerbied Voor de soepelheid der Wet. (Nadruk verboden.) LEO LENS. ZENDING Het zilveren Zendingsconsu laat. In een besloten samenkomst van het Ned. Bijbelgenootschap werd gisteren het 25- jarig bestaan van het Zendingsconsulaat her dacht. De vergadering werd gepresideerd door Jhr. H. J. Quarles van Ufford, die, nadat D r. K. J. B r o u w e r in gebed was voorgegaan, een woord van welkom sprak. ln het bijzonder heette Spr. de heeren Van Boetzelaer van Dubbeldam, Crommelin, Schep per en Slotemaker de Bruine welkom. Ingekomen was een schrijven van Dr. Joh. Warneck, zendeling der Rynsche Zending op Sumatra, met verlof in Duitschland, die zyn gelukwenschen overbracht en uitsprak hoezeer het Consulaat ook door de Duitsche Zending gewaardeerd wordt. De eerste spreker in deze herdenkingssa menkomst was Dr. C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam, die 25 jaar geleden als eerste Zendingsconsul naar Indië uitging. Onvergetelijk zijn de herinne ringen aan de afvaardiging op 5 September 1906. Spr. denkt terug aan de woorden, die toen werden uitgesproken door de heeren E. Heldring, voorzitter van het Ned. By beige- nootschap; Prof. Valeton, Dr. Gunning e.a. Spr. bracht dank aan de achtereenvolgende voorzitters van het Bijbelgenootschap. Terug ziende op de 25 jaar wordt men vervuld van dankbaarheid voor het feit, dat het Ned. Bij belgenootschap zich achter het consulaat heeft willen stellen. Spr. denkt met dankbaarheid terug aan veler hulp. Inzonderheid noemde hij den heer Lambach, directeur der Pakketv.- Mij.; en ook dien van den heer Colyn, die in die dagen de rechterhand was van den Gou- verneur-GeneraM Van Heutz en de Buitenge westen reisde. Spr. herdacht, hoe de achter eenvolgende Gouverneur-Generaal met sympa thie het Zendingsconsulaat begroetten en steun verleenden. Daarna sprak de heer D. Crommelin, die van 19111913 waarnemend en van 1919 1927 Zendingsconsul is geweeet. Hij wilde da aandacht vestigen op den groei en de ontwik keling, die in het Consulaat zijn aan te wijzen. Prof. D r. J. M. J. Schepper, hoog leeraar aan de Rechtshoogeschool te Batavia, met verlof hier te lande, zei slechts enkele jaren, 19161922, het consulaat te hebben mogen dienen, daarna de Zending in Neder land, maar sedert nam zyn levensweg een an dere richting. Hy had aanvankelijk niet het plan om in de georganiseerde Zending een plaats in te nemen Dat hii, daartoe aange zocht, dien stap gedaan heeft, heeft hem nooit gespeten. In het Consulaat kwam hy met het internationale leven in aanraking. Zyn indruk ken van hot Consulaat vat hy samen met de woorden: striid, vrede, vertrouwen. Dr. N. A. C. Slotemaker de Bruine, Zendingsconsul met verlof, was zich ervan be wust, hier tusschen verleden en toekomst te staan. Hij dankt inzonderheid den heer Van Wijk, die al die jaren secretaris van het Ned. Bijbelgenootschap is geweest en steeds den schakel vormde tusschen het Bestuur en de Consuls. Spr. verblijdt er zich over, dat hii in 1929 Dr. van Randwyck naast zich kreeg: de eerste drie jaren waren zeer zwaar. Er is nu gemeenschappeliik overleg en er is meer tyd voor studie. De grondstee, de algemeene structuur, de verhoading met de zendelingen en de besturen mogen alle zoo blijven als ze De heer LJ.vanWij k. deelde ten besluite nog een en ander mee omtrent de voorgeschie denis van het Consulaat. BEZOEK DER INDISCHE PRINSEN De drie Indische prinsen, welke momenteel hier te lande vertoeven, brachten dezer dagen een bezoek aan H. Af. de Koningin op Huis ten Bosch. Zii werden begeleid door Baron Nagel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5