STATEN-GENERAAL
BINNENLAND.
Kerknieuws.
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1931
TWEEDE BLAD PAG. 5
Gedurende eenige jaren verscheen ons Zondagsblad in zijn
tegenwoordige uitvoering. Dit was voor de christelijke
■pers wat nieuws. Een nieuwe schrede werd gezet op
den weg, waardoor het dagblad meer gezinsorgaan zon
kunnen worden.
Onze lezers toonden er zich zeer voldaan over. In den
loop der jaren is er heel wat in ten beste gegeven aan
de onderscheiden leden van het gezin. De inhoud van
zulk een bijvoegsel moet met overleg worden vastgesteld.
Het is niet ter onzer beoordeelingof wij daarin altijd
geslaagd zijn. Wenken der lezers werden altijd gaarne
beluisterd en wij trokken er ons profijt ook wel uit.
Nu kan een dagblad niet zijn richtlijnen eens voor altijd
trekken. De taak, welke het zich ziet opgelegd, als
instrument ter vólksleiding en volksontwikkeling moet,
al naar de omstandigheden, anders worden uitgeoefend.
Daarbij moet er ook een opklimming zijn tot hooger basis
van ontwikkeling.
Het komt ons voordat wij thans dit laatste zeer duidelijk
hebben te doen.
Zeer vele van de eigenaardigheden van ons blad zijn
zoo langzamerhand door anderen overgenomen. Thans
wordt ons Zondagsblad ongeveer nagevolgd.
Zulke armoede van geest op het breede terrein van het
cultuurleven zint ons niet.
Wij hébben daarom besloten ons Zondagsblad een algeheele
wijziging te doen ondergaan. Het zal op geheel andere
leest worden geschoeid, zoowél redactioneel als technisch.
Toch zal er nauwkeurig op worden gelet, dat het niet
boven het bevattingsvermogen van den doorsnêe-lezer
uitgaat, maar ook dat bevattingsvermogen is gélukkig
elastisch genoeg om den sprong omhoog mede te maken.
Verschillende vooraanstaande letterkundigen uit onzen
christelijken kring zullen aan de samenstelling deelnemen.
Ons plan is alzoo half December het nieuwe Zondagsblad
aan De NIEUWE LEIDSCHE COURANT toe te voegen.
DE DIRECTIE.
VEREENIGDE VERGADERING
DER KAMERS
OPENING DER GEWONE ZITTING
De heer Mr. TV. L. Baron de Vos van
Steen wijk, die het voorzitterschap be
kleedt, opent, nadat de leden der Staten-
Generaal zich in de Ridderzaal op het Bui
tenhof vereenigd hebben, des namiddags te
half een uur de vergadering en doet den
griffier van de Eerste Kamer voorlezen een
Koninklijk besluit van 5 September 1931 no.
17, houdende zijn benoeming tot Voorzitter
van de Eerste Kamer gedurende de zitting,
welke heden zal aanvangen.)
De Voorzitter benoemt een commis
sie, die Hare Majesteit in het gebouw zal
ontvangen en uitleiden.
De Ministers, hoofden van ministneele
Departementen, en de leden van den Raad
van State vereenigen zich te èèn uur des
namiddags mede in de Ridderzaal.
H. M. de Koningin, vergezeld
yan Z. K. H. den Prins der Neder
landen, Hertog van Mecklenburg
e n v a n H. K. H. Prinses Juliana,
kort daarna in de Ridderzaal aangekomen,
wordt door de Commissie in de vergadering
binnengeleid, neemt plaats op den troon en
houdt de elders in dit nummer opgenomen
Troonrede.
Na bet uitspreken veriaat de Koninklijke
Familie de Ridderzaal.
De Voorzitter sluit, nadat de Comnus-
Sie In de zaal is teruggekeerd, de vereenigde
.vergadering.
DE POLITIEKE PLECHTIGHEID
Wederom heeft hedenmiddag de traditio
neels plechtigheid plaats gehad van de
opening van het nieuwe parlementaire zit
tingjaar door de Koningin.
In tegenstelling met verleden jaar woonde
H M. de Koningin-Moeder de plechtigheid
ditmaal niet bij. Overigens was de Ko
ninklijke stoet op dezelfde wijze samen0e-
steld als ten vorige jare, toen zij voor
het eerst na zestien jaren weder de vroegere
uitgebreidheid verkregen had.
In de stad.
Reeds in den vroegen morgen was het
in de stad zeer druk. Vele particuliere wo
ningen, vooral die. gelegen langs den weg
dien de stoet zou volgen, hadden de \lag-
uitgestoken. Oudergewoonte trok het publiek
waaronder zich als steeds zeer velen van
buiten bevonden, in de eerste plaats naai
de omgeving van het paleis in het Noora-
einde om daar den stoet te zien afrijden
en naar het Binnenhof om daar de aan
komst gade te slaan van de vele genoodigde
dames en heeren in fraaie toiletten, schit
terende ambtscostuums en uniformen, die
zich naar de Ridderzaal begaven, waar
straks de eigenlijke openingsplechtigheid
zou worden voltrokken.
De kijklustige menigte bij het paleis kon
de Koninklijke Familie reeds even vóór een
uur hartelijk toejuichen, toen deze per auto
van het Huis ten Bosch, waar zij verblijft,
kwam aanrijden. Voorts viel daar de aan
komst gade te slaan van
de eerewacht
van de jagers, een compagnie van honderd
man, die zioli onder bevel van een kapitein
met het vaandel van het regiment en met.
de Koninklijke Militaire Kapel onder lei
ding van kapitein C. L. Walther Boer, ter
weerszijden van liet paleis opstelden om
daar de Koninklijke Familie bij het vertrek
ken van den stoet de militaire eerbewijzen
te betoonen. Bij deze eerewacht bevond zich
de commandant van het regiment jagers
met zijn adjudant.
Daar kwamen ook tegen het uur van
vertrek de detachementen cavalerie aan,
aangewezen om den stoet te openen en te
sluiten, alsmede de officieren der land
macht van het Militaire Huis der Koningin,
allen te paard, wien onmiddellijk achter
het Koninklijk statierijtuig een plaats in
den stoet was aangewezen. Eindelijk stelde
het aanrijden van de galakoetsen en de
prachtige gouden koets voor de Koninklijke
Familie bestemd, de menigte schadeloos
voor het wachten op het klokje van één,
het officieele vertrekuur.
Toen dit uur was aangebroken vormde
de stoet, die onder algemeene leiding stond
van den eersten stalmeester van H. M. de
Koningin, R. F. C. Baron Bentinck, zich als
volgt:
Een detachement van 74 ruiters van het
2e regiment huzaren, onder bevel van den
ritmeester, met den standaard van bet re
giment en het muziekkorps der huzaren,
dat gedurende den tocht gezellige muziek
ten gehoore bracht, opende den stoet. De
regimentscommandant en zijn adjudant re
den met dit detachement mede. Hierop volg
de onmiddellijk in gala-liverij een rijkneoht-
majoor en 2 rijknechts te paard.
Daarachter kwam de eerste der met 2
paarden bespannen gala-koetsen, waarin de
kamerheer-ceremoniemeester der Koningin,
R. A. baron van HardenibroekVan Harden-
broek, gezeten was.
Naast elk portier ging één lakei.
Nu volgde een tweetal galakoetsen waar
in 8 kameattieeren volgens rang van benoe
ming gezeten waren, terwijl naast elk por
tier twee lakeien gingen. In de eerste dezer
koetsen, de tweede in den stoet, zaten de
dienstdoende kamerheer Jhr. A. G. Sickin
ghe, de kamerheeren in buitengewonon
dienst Mr. W. J. baron van Lynden, Dir.
H. J. Repeteer van Driel en Mr. J. C. Baron
Baud, dienstdoende ter beschikking van H.
K. H. Prinses Juliana.
In de volgende, derde galakoets, hadden
plaats genomen de kamerheeren in buiten-
gewonen dienst C. W. F. P. baron Swesrts
le Landas Wyborgh, Mr. G. C. D. K. baron
an Hardenbroek van Bergambacht, Mr. S.
W. B. graaf van Limburg Stirum en W. H.
baron Ta ets van Amerongcn van Wouden
berg.
In de vierde galakoets volgden de groot-
officieren luitenant-generaal Jhr. C. L. van
Suchtelen van de Haare en Jhr. V. E. A.
Boreel, opperhofmaarschalk.
Het vijfde- rijtuig verleende plaat6 aan
den grootofficier G. Ch. baron Snouckaert
van Sdhaubuirg.
In de zesde galakoets waren gezeten 1e
groot-meesteres mevrouw G. C. gravin van
Lynden van Sandenberg, geboren barones
Van Nagell en de dienstdoende dame du
palaiss mevrouw H. Snouck Hurgronje, ge
boren jonkvrouw© Van Tets.
In een zevende gaterijtuig volgde de opper
ceremoniemeester J. H- F. graaf Du Mon-
ceau. Naast elk portier van al deze rijtui
gen gingen twee lakeien.
Nadat al deze galakoetsen waren weg
gereden, kwam
het groote momeat.
Daar reed het met 8 paarden bespannen,
Koninklijk statierijtuig, de Gouden Koets
voor. Op dat oogenblik gaf de militair, die-
bij een der vleugels van het paleis gepos
teerd 6tond, door het opsteken van een stoi^
met een oranjevlaggetje, het sein, op de
zelfde wijze doorgegeven aan vele anderen
tot de aan het Malieveld opgestelde mili
tairen, dat het eerste der minuutechotcn uit
de daar opgestelde artilleriebatterij van vier
vuurmonden moest worden afgegeven.
Terwijl het eerste kanonschot door de
lucht .daverde presenteerde de eere-wacht
het geweer en werd door de Koninklijke
Militaire Kapel, zacht en plechtig het Oude
Wilhelmus aangeheven. Onder het gejubel
der menigte, dat het kanongebulder over
stemde. stegen H. M. de Koningin, Z. K. H.
de Prins en Prinses Juliana in de Gouden
Koets, die zich daarop statig in beweging
zette.
De stoet.
Naast elk der S paarden, waarmede de
koets bespannen was ging een koetsier en
aan elke zijde van de koets liepen 4 lakeien.
Alle vorstelijke personen waren getooid
met het lint van het Grootkruis van den
Nederlandschen Leeuw.
Ter rechterzijde van de Statiekoets reed
te paai'i de Chef van het Militaire Huis dei-
Koningin, gep. vice-admiraal F. Bauduin,
ter linkerzijde de gouverneur der Kon.
Residentie luitenant-generaal E. F. Insinger,
commandant van het veldleger. Beiden re
den een weinig achter het portier.
Achter de Gouden Koets reden te paard
twee aan twee de adjudanten in buiten-
gewonen dienst, gep. luit-generaal jhr. E.
J. M. Wittert, gep. luit.-generaal van het
Nederl.-Ind. Leger K. F. E. Gerth van Wijk,
.reserve luitenant generaal J. H. Borel, gep.
generaalmajoor H. G. Rambonnet, reserve
luitenant-kolonel W. G. van Hoogenhuijze,
de adjudanten in gewonen dienst luitenant
kolonel Jhr. W. Laman Trip, de adjudant
van Z. H. den Prins, luit.-kolonel, Jhr. C.
M. Storm van 's-Gravesande, luitenant-kolo
nel Jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet,
kapitein van het Ned.Ind. Leger C. O. van
Resteren en de ordonnance officieren, rit
meester I. L. D. baron Sirtema van Grove-
stins, eerste luitenant jhr. C. E. J. M. Ver
hei jen en le luitenant R. Römer.
Achter dezen ruiterstoet sloot een detache
ment van 74 manschappen van het 2e regi
men huzaren den schitterenden stoet
Onder voortdurende toejuichingen van de
aan weerszijde van den door militairen van
verschillende corpsen afgezetten weg, op-
opeengehoopte menschenmenigte reed de
stoet door de Heulstr., over het Schelpenpad
van het Lange Voorhout en langs den Kor
ten Vijverberg naar het Binnenhof.
Bij
aankomst aan de Grafelijke Zalen,
welker peristyle overhuifd was met het
breede roodflutveelen baldakijn met gou
den franjes, vond de Koninklijke Familie te
Harer begroeting bij de Ridderzaal opgesteld
een eerewacht ter sterkte van 94 man, met
vaandel en muziekkorps, onder bevel van
een kapitein, welke eerewacht een afdee-
ling vormde van de Koloniale Reserve, wier
commandant de luit.-kolonel van het N. I.
leger, J. J. Barendsen met zijn adjudant,
zich bij de eerewacht bevond.
Ook hier werd het Oude Wilhelmus aan
geheven en onder de tonen van dit volks
lied besteeg de Koningin, gevolgd door den
Prins en de Prinses, de treden, die naar
den ingang der Ridderzaal leiden, terwijl
de vaandeldrager zijn vaandel diep deed
neigen.
Alvorens de zaal te betreden, werd de
Koningin boven op het bordes begroet door
Hare adjudanten der zeemacht in buiten
gewonen dienst, gep. vic'e-admiraal titulair
C. C. Zegers Rijser, gep. schout bij nacht
Jhr. J. F. C v. Mühlen, gep. vice-admiraal
titulair J. J. Rambonnet, vice-admiraal Jhr.
G. L. Sohorer, alsmede door de adjudanten
der zeemacht in gewonen dienst luit ter
zee le klasse N. A. Rost van Tonningen, en
den adjudant van Z. K. H. den Prins luit
ter zee le klasse J. W. Termijtelen.
Daarna betraden de vorstelijke personen
de zaal, aan den ingang ontvangen door de
gemengde commissie van in- en uitgeleide
uit de Eerste en Tweede Kamer, die, voor
afgegaan door den kamerheer-ceremonie
meester, de 8 kamerheeren, de .groot-officie
ren en den opperceremoniemeester de Ko
ningin. den Prins en de Prinses naar de
3 voor hen bestemde troonzetels, geleidde,
onmiddellijk gevolgd door de grootmeesteres
de dienstdoende Dame du Palais, den chef
van het Militaire Huis, den gouverneur der
Koninklijke Residentie, den eersten stal
meester en de officieren van het Militaire
Huis der Koningin, die in den stoet hadden
medegereden of zich onder de peristyle ter
begroeting bevonden.
Rechts van de Koningin nam de Prins,
links van Haar Prinses Juliana plaats, ter
wijl de leden van het gevolg de hun in het
officieeel programma aangewezen plaats
achter en ter zijde van den troon innamen.
Onmiddellijk daarop nam de Koningin het
woord tot het uitspreken van de Troonrede.
Ruim half twee nadat de plechtigheid in
de zaal was beëindigd, werd met hetzelfde
eerbetoon door de eerewacht
de terugtocht
naar het Koninklijk Paleis langs denzelfden
weg ondernomen, waarbij de vorstelijke per
sonen opnieuw overal door de ontelbare
mensohenmassa geestdriftig werden toege
juicht, Op het Binnenhof namen talrijke
kijklustigen achter de vensters van de Re-
geeringsgebouwen het kleurige schouwspel
van aankomst en. vertrek van den stoet
Volgens traditie hadden de leden van het
corps diplomatiqué met hun dames, die de
plechtige opening van de plechtigheid in
de zaal hadden bijgewoond, zich bij het
vertrek van den stoet opgesteld nabij de
middelste poort van het Binnenhof om daar
de Koninklijke familie bij het voorbijrijden
met diepe buigingen een eerbiedigen groet
te brengen.
Aan het paleis werd de Koninklijke Fa
milie met dezelfde militaire eerbewijzen
ontvangen als bij het vertrek.
HET PETITIONNEMENT
De delegatie van de Vereen. „De Neder-
landsche Dagbladpers", die hedenmorgen
naar Genève vertrok, om daar het petition
nement voor Internationale Ontwapening
aan te bieden aan den President van de
Assemblée van den Volkenbond, bestaat uit
de heeren: J. W. Henny, voorzitter N. D. P.,
Mr. W. G. J. Veenhoven, secretaris N. D. P.
en Robert Peereboom, voorzitter Petitionne-
mentscommissie.
HALVE EEUW IN STAATSDIENST
EEN ZELDZAAM JUBILEUM.
Het behoort ongetwijfeld tot de grooto
zeldzaamheden, dat een ambtenaar, die nog
in actieven dienst is, terug kan zien op een
vijftigjarigen loopbaan. Tot de zeer weini
gen ,die zich op een dergelijk uniek feit mo
gen beroemen, behoort de heer F. M. Roete-
rihk, referendaris bij de Rijksverzekerings
bank te Amsterdam, die heden den dag
herdenkt, dat hij een halve eeuw geleden
in 's Rijks dienst is getreden.
Niet alleen in ambtenaarskringen doch ook
ver daar buiten is de heer Roeterink een
bekend en graag geziene persoonlijkheid.
Ofschoon het in zijn bedoeling ligt om de
zen dag onopgemerkt te laten voorbijgaan,
zullen zijn vrienden en kennisen het hom
op dezen gedenkwaardigen dag zeker niet
aan belangstelling laten ontbreken.
AUTOMOBIEL-EXPERTS
De algemeene vergadering van het Neder-
landsch Instituut van Automobiel- en Mo
tor-Experts zal worden gehouden op Zater
dag 26 September as., des middags 14 uur,
te Utrecht, in hotel „Terminus".
Na de afhandelingen der agendapunten
zullen o.m. de volgende onderwerpen wor
den ingeleid: ..Opdrachtgeven", door den
heer J. C. Kromwijk, van Rotterdam";
„Waardebepaling van automobielen", door
den heer C. K. H. van der Burg, van Am
sterdam; „Schadevaststelling aan automo
bielen aan de hand van verzekeringsvoor-
waarden, moeilijkheden daaraan verbonden
en cischen, gesteld aan heeren experts",
door den lieer J. C. Beuks, van Amsterdam.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Ernst, J. C. Terlouw te
Kamperveen. Te Urk (toez.), C. A. Ling-
beek. lid der Tweede Kamer, te Voorthuizen.
Te Giethoorn, cand. J. W. van Petegem te
Dinxperlo.
Aangenomen: Naar Roermond, A.
Keers te Breskens.
Bedankt: Voor Nieuw-Lekkerland, J. H.
Koster te Montfoort. Voor Workum, Dr. A.
Steenbeek te Surhuizum.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Pijnacker-Nootdorp, cand.
M. Heuzexeldt te Rotterdam. Te Slie-
drecht, J. W. Esselink te Doorn. Te Ouds
hoorn (gem. Alphei, a. d. Rijn), G. C.
Berkouwer te Oudehome. Te Ierseke, H.
Smit te Rottevalle. Te Bellingwolde en
Nieuweschans, cand. H. Bouma te Haren.
Te Stadskanaal, J. H. A. Bosch te Alphen
a. d. Rijn. Te Opende (Gr.), cand. J. G.
Adema te Leeuwarden. Te Bolsward, J. H.
Donner Jzn. te Broek op Langendijk. Te
Smilde, D. van Enk te Zweeloo.
GEREF. GEMEENTEN
Drietal: Te Den Haag, M. Heijkoop te
"Utrecht, R. Kok te Veenendaal en J. R. van
Oordt te Zeist.
CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST.
Door de Classis Amsterdam der Geref.
Kerken is na praeparatoir examen beroepbaar
vei klaard de heer J. J. Verleur, Kruger-
straat 12III te Amsterdam (Oost), Theoi.
cand. aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Door het Prov. Kerkbestuur van Over
ijssel is tot de Evangeliebediening in de Ned.
Hervormde Kerk toegelaten de heer A. d e
M e ij e r e, Biltstraat 53bis te Utrecht,
Theol. cand. aan de Rijksuniversiteit aldaar.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
Ds. W. J. van El den, overgekomen van
Aalsmeer, werd Zondagavond bij de Ned.
Herv. Gemeente van Haarlem bevestigd door
Ds. G. J. Waardenburg, aldaar, die tot tekst
had 1 Cor. 15 57, 58. Aan het einde werd
den bevestigde toegezongen Gezang 216 3.
Woensdagavond heeft in de Groote Kerk de
intrede plaats.
Ds. J. GOMMER
Morgen viert de nestor der Aaltensche
Geref. predikanten, Ds. J. Gommer, zijn
70sten verjaardag, een feit, dat in verband
met de ziekte van den jubilaris, op zeer
sobere wijze zal worden herdacht
Jan Gommer werd op 16 September 1861
geboren te Schoonebeek (Dr.) waar zijn
vader landbouwer was. Oorspronkelijk lag
't niet in de bedoeling den jongen Gommer
voor het predikambt op te leiden, waarom
hij werkzaam werd op de boerderij van zijn
vader. Een geestelijken omkeer in zijn leven
werd echter aanleiding, dat hij besloot het
werk in het ouderlijk huis vaarwel te zeg
gen en zich te gaan bekwamen voor den
dienst des Woords. Alzoo kwam hij op zijn
23steu verjaardag 16 September ISSi aan
de Theol. School te Kampen, waar hij zijn
opleiding genoot In dezen tiid had vooral
de bekende predikant uit de toenmalige
Chr. Geref. Kerk, Ds. J. Kok, zeer veel
invloed op hem. In zijn, ter gelegenheid
van zijn zilveren ambtsjubileum uitgegeven
gedachtenispreek, gewaagt de jubilaris daar
van persoonlijk met een enkel woord.
Student Gommer was in den studenten
kring een zeer geziene persoonlijkheid, het
-geen blijkt, uit het feih, dat het 'studenten-
„F.Q.I." hem tot rector koos. Het candidaats-
examen in de Theologie werd door hem
met goed gevolg afgelegd in Juni 1891,
waarop het beroep naar de Kerk van Grijps
kerke (Z.) volgde. Hier deed hij op 22 Nov.
1891, als eerste predikant zijn intrede, nadat
ae Kerk nog slechts enkele jaren te voren
tot openbaring gekomen was. sprekende
over den tekst: „Ik heb niet voorgenomen
iets te weten onder U, dan Jezus Christus
en dien gekruisigd".
Acht jaar was Ds. Gommer in zijn eerste
gemeente werkzaam, toen het beroep naar
de Geref. Kerk van Aalten A tot hem kwam
en wend aangenomen. Hij werd hier den
8sten Aug. 1899 bevestigd door zijn collega
van Kerk B, Ds. A. van Dijken, later te
Amsterdam.
Te Aalten ligt ongetwijfeld het belang
rijkste stuk van Ds. G.'s levenswerk. Hij is
daar een bekend en geacht man, die zijn
weg in stilte wandelt. Man van weinig zeg
gen, doch groote zeggingskracht, van voor
zichtig beleid en onkreukbare trouw. Zijn
meeste kracht heeft hij op het kerkelijk
terrein ontwikkeld. In bijzonderheid dient
te worden vermeld zijn ijveren voor de
ineensmelting van de beide kerkegroepen
A en B. Mede door zijn werk kwam dit
dan ook in 1913 tot stand, tot steeds voort
durende verheuging van de beide partijen.
Dan wist hij steeds een woord op zijn pas
te spreken, waarbij hij een groote beschei
denheid aan den dag legde. Ook in de
classis Zutphen was hij in dit opzicht een
bekende.
Heden ten dage vervult hij nog, ondanks
zijn hoogen leeftijd, verschillende deputaat
schappen, als voor de kerkvisitatie, voor voor
bereiding van examina en voor approbatie
van attesten en beroepingen.
Zijn bescheidenheid verhinderde evenwel
niet, dat bij in het plaatselijk verecnigings
leven een breede plaats heeft ingenomen.
In den eersten tijd van zijn verblijf ln
Aalten, werkte hij mede aan de politieke
actie en was als zoodanig jaren voorzitter
van de plaatselijke A.R. kiesvereeniging. Tal
van malen was hij spreker of feestredenaar
bij gebeurtenissen dp het gebied van de
jeugdverenigingen of presideerde uitvoerin
gen van zang of muziek. In dit alles wordt
de jubilaris zeer gewaardeerd. Hij mag dan
ook bij zijn 70sten verjaardag op een wel
besteed leven terugzien.
Ds. Gommer heeft nu tegen 1 Dec. emeri
taat aangevraagd. Wegens ziekte deed hii
zijn werk sinds eenigen tijd op halve kracht
en moest het preeken in den laatsten tijd
weer geheel staken. Na zijn emeritaat blij ft
hij te Aalten wonen.
Ds. N. VAN DER SNOEK.
Ds. N. van der Snoek, predikant der Ned.
Hervormde Gemeente te Veenendaal, hoopt
Woensdag 7 October a.s. zyn zilveren ambts-
feest te vieren.
Was hij onlangs ernstig ongesteld, thans
mag en kan hij weer tweemaal per Zondag in
den predikdienst voorgaan zonder dat hem dit
buitengewoon vermoeit. Hij kan al zijn gewo-
'i arbeid als voorheen weer verrichten.
Ds. van der Snoek werd 26 Maart 1878 te
Abcoude geboren en studeerde aan de Rijks
universiteit te Utrecht. Na door het Prov
Kerkbestuur van Noord-Holland tot de Evan
geliebediening in de Ned. Hervormde Kerk
toegelaten te zyn, deed hy 7 October 1906 te
Brnkel intrede.
Van den aanvang van zyn ambtelyken
arl-eid af, heeft Ds. van der Snoek de Gere
formeerde beginselen voorgestaan. Zijn be
sliste Gereformeerde prediking was en is ge
liefd en gezocht.
In 1909 verbond Ds. van der Snoek zich aan
zijn tweede Gemeente, n.l. Ooster-Nijkerk
(Fr.), in 1911 aan de Gemeente van Vlaar-
dingen, in 1915 aan die van Am ei de, in 1918
aan die van Zetten, in 1921 aan die van
Kralingen (Rotterdam) en sinds 25 Maart
1928 dient hij de Gemeente van Veenendaal.
Ds. van der Snoek werd gekozen in h
Classicaal Bestuur van Wijk en is voorts
quaestor van den Ring Rhenen.
Sinds yele jaren maakt hij deel uit van het
Hoofdbestuur van den Geref. Bond tot ver
breiding en verdediging van de Waarheid in
ds Ned. Hervormde (Geref.) Kerk en zit hy
in de redactie van het weekblad „De Waar
heidsvriend".
PREEKVERZOEKEN PER ADVERTENTIE.
Ds. H. W. Laman in de „Bazuin" en Ds.
W W. Meijnen in de „Dordrechtsche Kerk
bode" gaven onlangs in sterke bewoordingen
iiun afkeuring te kennen over de „preekver-
zceken per advertentie".
Laatstgenoemde sprak van een „minder
waardige methode", die te meer in het oog
springt daar in de advertentie „de naam der
Kerk niet wordt genoemd en men zich dus ae
mogelijkheid heeft geschapen, om uit de in
gekomen aanbiedingen een keuze te doen,
zonder ter verantwoording te kunnen worden
geroepen".
Dr. H. Kaajan schrijft in de „Utrechtsche
Kerkbode": „Ook ons stuit het tegen de borst,
dat men op boven-gesignaleerde wijze in dé
behoefte aan dienst des Woords tracht te
Ds. W. H. Bouwman denkt er eveneens zoo
over. Hy zegt in de „Leidsche Kerkbode" nog:
„Wij hebben (in het weergegeven bericht)
onderstreept de woorden, dat (in de adver
tentie) de naam van de Kerk niet wordt ge
noemd. Want dat lijkt ons het meest afkeu
renswaardige. Dat een Kerk, die met noodi-
gingen niet kon slagen, voor welke ook geen
enkele candidaat op den bepaalden Zendag
beschikbaar bleek, ten slotte, als het kort
dag is geworden, per advertentie vraagt,
dat kunnen we plaatsen. Maar dan open
KERKINSTITUEERING.
De Classis Den Haag der Geref. Kerken
benoemde een commissie om haar op de e.v.
vergadering van advies te dienen in betrek
king tot eventueele Kerkinstitueering in het
Laakkwartier tusschen Den Haag en
Ryswyk.
Te Lichtenvoorde (by Groenlo), waar de
bevolking byna geheel roomsch-katholiek is,
zyn 18 Gereformeerde gezinnen, die 93 zielen
tellen. Men wil daar, wyl er binnenkort de
kolenmijnen in exploitatie genomen zullen
worden, bijtijds een eigen kerkgebouw heb
ben. Tegenwoordig wordt eiken Zondagavond
in een gymnastieklokaal vergaderd. Op andere
uren is geen lokaliteit verkrijgbaar. Er wordt
nu steun gevraagd voor de stichting van een
eigen gebouwtje, dat tevens als Zondagsschool
vn vergaderplaats voor de rijpere jeugd kan
dienst doen. Ds. W. E. Gerritsma, van Aalten,
beveelt dien steun aan.
VERKIEZINGEN.
Te Enschedé zyn in de Ned. Hen*. Ge
meente by de stemming voor gemachtigden tot
het Kiescollege de vrijzinnige candidaten geko
zen met 2S17 stemmen tegen 1745 op de recht-
zinnigen. Bij de vorige verkiezing was de ver
houding 2810 tegen 1829.
AFGESCHEIDENEN EN ZALIGHEID.
Kunnen de Afgescheidenen zalig worden?
Een vreemde vraag.
Dr. J. H. Gunning J.Hzn. vertelt in „Pniël"
het volgende geval:
„Een niet onverma3rd leeraar der Ned.
Hen*. Kerk, Synodaal Kohlbruggiaan in hart
e« nieren, verklaarde mij eens op myn ont
hutste vraag: „maar beste kerel, je gelooft
toch wel, dat ook Afgescheidenen zalig kun
nen worden met rustige verzekerdheid:
„nou, maar dan zullen zy toch éérst him
zonde tegenover de Hervormde Kerk moeten
hebben leeren inzien!"
ONGEWENSCHTE GASTEN.
De Amerikaansche „Wachter" meldt: De
Sovjet-autoriteiten hebben in een heele rij ge
vallen in den laatsten tijd aan Amerikaansche
geestelijken van Protestantsche belijdenis, die
als toeristen de door de Sovjet-regeering geor
ganiseerde reizen meemaken willen, den toe
gang tot Rusland geweigerd. De reisbureaux
in ons land hebben nu bericht gehad, dat de
deelneming van geestelijken aan deze reizen
„voorshands" niet gewenscht wordt.
VOORLEZER.
In het Hebreeuwsch protocolboek van 1773
der Synagoge te Nijmegen komt, tengevolge
van ernstige klachten, die bij den Kerkeraad
waren ingekomen inzake sedert geruimen tyd
voorkomende wanordelijkheden tengevolge van
het optreden van den voorlezer, een instructie
voor, waaraan het volgende ontleend is:
De voorlezer zal minstens een kwartier voor
den gewonen tijd by het ochtend- en avond
gebed in de synagoge zijn, op boete voor iedere
overtreding van een schelling. Hij moet op één
plaats staan of zitten en niet op het voorlezers
gestoelte rondloopen, op boete van een halven
schelling voor iedere overtreding; hy zal van
den aanvang tot het einde van den ochtend
dienst woord voor woord bidden, en voor het
geval, dat hjj de woorden inslikt, zal hy voor
iederen keer twee schelling boete betalen; on
der het gebed en het lezen uit de wetsrol zal
de voorlezer niet snuiven, op een boete voor
elke overtreding van een halven schelling.
ROFFEL-RIJMEN.
BE EEJSEOORN
Een kantonrechter heeft een auto
mobilist. die een hoorn met drie
tonen gebruikte,
melodieus
ééntonige
Als j' een Fordje of een auto
Of een tweewielmotor rijdt
Doet de Wet je alles laten
Wat de veiligheid bestrijdt;
Wat de veiligheid kan dienen
Laat dezelfde Wet je doen
En je moet gehoorzaam wezen,
Als dat kan met goed fatsoen.
Ieder knalpotje op wielen,
Dat de straat en ons beroert,
Heeft te zorgen, dat z'n horen
Een eentonig toontje voert.
Honderden eentonigheden
Vormen 't martiale koor
Dat verdierlijkte geluiden
Schroeft in ons beproefd gehoor.
En nu is een hoorn geboren
Die drie tonen in zich heeft
En een zeer bepaald gezellig
Automelodietje geeft.
Mag niet! zeit de jurisdictie
Zorg dat je eentonig loeit!
Zulke nieuwigheden dienen
Kort en bondig uitgeroeid!
Toen ik dat in de courant las
Lichtt' ik eventjes m'n pet-
Uit spontane, diepe eerbied
Voor de soepelheid der Wet.
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
ZENDING
Het zilveren Zendingsconsu
laat. In een besloten samenkomst van het
Ned. Bijbelgenootschap werd gisteren het 25-
jarig bestaan van het Zendingsconsulaat her
dacht. De vergadering werd gepresideerd door
Jhr. H. J. Quarles van Ufford, die,
nadat D r. K. J. B r o u w e r in gebed was
voorgegaan, een woord van welkom sprak.
ln het bijzonder heette Spr. de heeren Van
Boetzelaer van Dubbeldam, Crommelin, Schep
per en Slotemaker de Bruine welkom.
Ingekomen was een schrijven van Dr. Joh.
Warneck, zendeling der Rynsche Zending op
Sumatra, met verlof in Duitschland, die zyn
gelukwenschen overbracht en uitsprak hoezeer
het Consulaat ook door de Duitsche Zending
gewaardeerd wordt.
De eerste spreker in deze herdenkingssa
menkomst was Dr. C. W. Th. Baron van
Boetzelaer van Dubbeldam, die 25
jaar geleden als eerste Zendingsconsul naar
Indië uitging. Onvergetelijk zijn de herinne
ringen aan de afvaardiging op 5 September
1906. Spr. denkt terug aan de woorden, die
toen werden uitgesproken door de heeren E.
Heldring, voorzitter van het Ned. By beige-
nootschap; Prof. Valeton, Dr. Gunning e.a.
Spr. bracht dank aan de achtereenvolgende
voorzitters van het Bijbelgenootschap. Terug
ziende op de 25 jaar wordt men vervuld van
dankbaarheid voor het feit, dat het Ned. Bij
belgenootschap zich achter het consulaat heeft
willen stellen. Spr. denkt met dankbaarheid
terug aan veler hulp. Inzonderheid noemde
hij den heer Lambach, directeur der Pakketv.-
Mij.; en ook dien van den heer Colyn, die in
die dagen de rechterhand was van den Gou-
verneur-GeneraM Van Heutz en de Buitenge
westen reisde. Spr. herdacht, hoe de achter
eenvolgende Gouverneur-Generaal met sympa
thie het Zendingsconsulaat begroetten en steun
verleenden.
Daarna sprak de heer D. Crommelin,
die van 19111913 waarnemend en van 1919
1927 Zendingsconsul is geweeet. Hij wilde da
aandacht vestigen op den groei en de ontwik
keling, die in het Consulaat zijn aan te wijzen.
Prof. D r. J. M. J. Schepper, hoog
leeraar aan de Rechtshoogeschool te Batavia,
met verlof hier te lande, zei slechts enkele
jaren, 19161922, het consulaat te hebben
mogen dienen, daarna de Zending in Neder
land, maar sedert nam zyn levensweg een an
dere richting. Hy had aanvankelijk niet het
plan om in de georganiseerde Zending een
plaats in te nemen Dat hii, daartoe aange
zocht, dien stap gedaan heeft, heeft hem nooit
gespeten. In het Consulaat kwam hy met het
internationale leven in aanraking. Zyn indruk
ken van hot Consulaat vat hy samen met de
woorden: striid, vrede, vertrouwen.
Dr. N. A. C. Slotemaker de Bruine,
Zendingsconsul met verlof, was zich ervan be
wust, hier tusschen verleden en toekomst te
staan. Hij dankt inzonderheid den heer Van
Wijk, die al die jaren secretaris van het Ned.
Bijbelgenootschap is geweest en steeds den
schakel vormde tusschen het Bestuur en de
Consuls. Spr. verblijdt er zich over, dat hii
in 1929 Dr. van Randwyck naast zich kreeg:
de eerste drie jaren waren zeer zwaar. Er is
nu gemeenschappeliik overleg en er is meer
tyd voor studie. De grondstee, de algemeene
structuur, de verhoading met de zendelingen
en de besturen mogen alle zoo blijven als ze
De heer LJ.vanWij k. deelde ten besluite
nog een en ander mee omtrent de voorgeschie
denis van het Consulaat.
BEZOEK DER INDISCHE PRINSEN
De drie Indische prinsen, welke momenteel hier te lande vertoeven, brachten dezer
dagen een bezoek aan H. Af. de Koningin op Huis ten Bosch. Zii werden begeleid door
Baron Nagel.