BINNENLAND. WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 HET RECHT DER CHR. LEESZAAL NED. VEREEN. VAN OUD-MILITAIREN „Tolle et lege!". Neem en lees! Deze paar ^voorden, die een zestien eeuwen geleden in iallen eeuvoud, al spelend, werden uitgespro ken, en op den zaoliten adem van den wind onder Itaiiaanschen hemel voortgedragen naar een aangrenzenden tuin, kregen voor een daar worstelend menschenkind bijzon dere beduidenis. Zij werden oorzaak, dat de keer in den levensgang van den wijsgeer en levensproever, straks eén van de heroën der oud-christelijke wereld, bevestigd werd en zich voortspoedde naar den tijd, waarin zijn wereldberoemde werken: de Confessiones en De Civitate Dei, geboren werden. Augusti nus heelt dat „Tolle et lege" nooit vergeten. Rijker van inhoud echter werd het „neem en lees" in den loop der volgende eeuwen. En sedert de uitvinding der boekdrukkunst, idie stap- ten hemel en die stap ter hel, en nog meer sedert de ingenieuze vondsten der techniek, nu de motoren gonzen en de per sen onafgebroken klepperen, wordt in dc .wereld de onontkoombare roep gehoord: „Tolle et lege". Moge al het trilbeeld veler oogen bekoren en harten in beweging brengen, moge de gesproken woorden van redenaars en zan gers door mysterieuze golvingen vlak bij ons worden gebracht, en ons ontroeren, nim mer zal wel het gedrukte woord, dat vast heid geeft en beklijft» ontbeerd kunnen jvorden. Wèl mindert misschien onder de massa het getal der evenwiehtigen, die rustige uren zoeken om in boek ot tijdschrift geeste lijk genot en kennisvermeerdering op te doen, toch zullen na het heete jachten van het arbeids- en genotsleven er velen zijn, die gevoelen, hoe het „neem en lees" niet zon der groot e schade verwaarloosd wordt „Tolle et lege" is ook de roep die, zij het niet luidruchtig, toch sterk aandringend uit gaat van onze Openb. Leeszalen en bibliothe ken. Zij zijn in ons gemeenschapsleven ge komen om boeken, tijdschriften en couran ten op gemakkelijke wijze onder de men- Êschen te brengen. Zij zijn wel genoemd gees telijke restaurants, waar spijs is van alle gading en waar ieder bestellen kan om naar zijn wenschen te worden bediend. „De lees zaal is een instituut -dat aan de vrije druk pers een verlengstuk geeft". (Dr. A. Kuy- per Sr.). De leeszaal doet de drinkzaal concurren tie aan. Een gezellige, goed verlichte instel ling kan aan de leegloopenden in den avond een attractie bieden, die hen uit verkeerd milieu houdt De leeszaal kan verder som migen afhouden in zulke uitleen-bibliothe ken te komen, waar men voor rendabiliteit speculeert op de verkeerde zijde van zekere hartstochten. Maar veel meer waar de meeste onzer medemenschen niet in de gelegenheid zijn zich een bibliotheek van eenige betee kenis aan te schaffen, ze geen Naohslagbtl- cher bezitten om eens iets na te kijken: ze vastzitten wanneer ze in gesprek en orga nisatieleven geen geschriften kunnen raad plegen, daar komt de Openbare Leeszaal en Bibliotheek om voorziening te treffen op wel zeer gemakkelijke wijze. Behoeven wij verder nog op het noodige en nuttige van deze moderne inrichtingen te wijzen? Dan, waarom naast de neutrale instellin gen nog Christelijke Openbare Leeszalen en Bibliotheken opgericht? Het heen eenig» jaren geduurd eer men voor de noodzaak van 'aparte instituten het inzicht begon te krij gen. Wel had reeds met vooruitzienden blik een twintig jaren geleden Dr. Kuyper in „de Standaard" er over geschreven, maar eerst langzamerhand kreeg men oog voor de Waarheid van zijn betoog. Zooeven noemden wij met de bekende uit drukking de uitvinding der boekdrukkunst: „een stap ten hemel en een stap ter hel". De strijd der geesten wordt hierdoor open baar, en in druk vastgelegd. Maar oefent ook invloed! Bij de ook door ons aanvaarde vrijheid van drukpers komt tweeërlei we reld op den lezer aan. In hoofdzaak tweeer lei overtuiging, de Christelijke en de niet- Christelijke, het leven waarin de waarheid in beginsel overwon, en het leven waarin de leugen heerscht. Nu is het ver vai om bevreesd te zijn, dat de waarheid zou ondergaan. Wij gelooven aan haar victorie! Niet gelooven kunnen wij echter aan dien zegepraal in ieder mensch, omdat Schrift en ervaring ons onomstootelijk leeren, dat de leugen een mensch dikwijls al te gemak CALVINISTISCHE STUDENTEN BEWEGING Zaterdag IS Sept. O.S. hoopt de Kedert. Vereen, van Oud-militairen „Het Vaderland Getrouw" in gebouw „Amicitiate Ben Haag haar 30-jarig bestaan te vieren. Dien avond zal de Vereeniging een portret worden aangeboden van het thans zittend bestuur geschilderd door den 'heer P. Schouten Jr., benevens den eere-voorzüter zijn beeltenis den zelfden schilder. Bovenstaande foto stelt het huidige bestuur voor met den schilder, den heer P. Schouten. kelijk omstrikt en naar beneden voert. te groepen van ons volk minstens op voet En zijn 'er, die in de wassende stroomen I van gelijkheid te behandelen. Met beschei- van lectuur tegen een verkeerde richting in i denheid, maar toch ook in de overtuiging kunnen zwemmen, de groote massa gaai van ons recht, vragen wU van de Regeering- mede door den geweldigen invloed van hetdoe ook hier wat Uw hand vindt om te gedrukte woord (in hoe fijnen vorm soms VEERTIENDE CONGRES TE LUNTEREN REFERATEN VAN DE HEBBEN SCHOUTEN, Ds. WOELDERINK EN Dr. KOLFHAUS TWEEDE DAG. Het was gisteren voor de congresgangers een zware dag. Maar tevens een dag die de groote meerderheid van hen zeer veel heeft gegeven. De heer J. Schouten heeft gespro ken en de wijde en ontzaglijke beteekenis van het Calvinisme heeft gisteren wel hijzonder schoon en rijk geschitterd, zoodat ook van dien dag mag worden verwacht, dat hij voor velen een vruchtbare zal blijken. Nadat de congresdag was begonnen met het zingen van Ps. 99 1, het lezen van Jes. 59, waarna nog Ps. 130 4 werd aangeheven, ontving de heer J. Schouten van Rotter dam het woord voor zijn referaat: De sociaal-economische crisis. Spr. wijst op de groote uitgebreidheid het aan de orde gestelde onderwerp, en handelt dan eerst de economische crisis, hij omschrijft als de huidige diep ingrijpende verstoring in het economische leven met alle daaruit voortvloeiende gevolgen voor maat schappij en individu. Zulk een crisis kan ont staan onder invloed van een ingrijpende ge beurtenis, b.v. een oorlog of een misgewas van een belangrijk product, enz., of kan het gevolg zijn van de overschrijding van het hoogtepunt der conjunctuur. Crises als de laatstbedoelde keeren periodiek terug. In onze huidige crisis werken factoren van beide. gegoten, met wat psychologisch inzicht gedrongen!) ter hellevaart. Dat mogen wij niet tolereeren! Zeker, wij weten, dat over het algemeen de leeftijdsgrens van achttien jaar in de Openbare Leeszalen en Bibliotheken wordt gesteld. Maai- ieder zal toegeven, dat de mee ning als zou een leeftijdsgrens alleen vol doende zijn om de 6.L kwade invloed van verschillende lectuur en litteratuur te we ren, absurd is. Wat ik als gif zie, wat ik als gevaarlijk beschouw geef ik niet aan een ieder in handen. Dat zou immers op dit ter rein kunnen beteekenen geestelijke moord, en zedelijke doodslag. Hier past geen ontwa pening! Niet de pornografie en schunnige lectuur alleen, die terecht uit allo Openbare Bk bliotheken geweerd worden, zijn voor velen vergif. Ook zijn dat de boeken met aanran ding van de groote zedelijke normen van het Christendom, met de bestrijding van zijn geestelijke waarden, met de „Umwer- tung aller Werte" op religieus-ethisch ter rein, met de heftige aanvallen van anti- maatschappelijke stroomingen, boeken die een neutrale leeszaal niet kan en niet mag weren, die zij móét geven aan allen, die boven de leeftijdsgrens van achttien jaar ko men vragen. Dit alles is naar onze overtui ging voor de ware opvoeding van ons Chris tenvolk uiterst gevaarlijk. Daar zijn er die immuun voor deze infectie moeten zijn of worden krachtens hun tegenwoordige of toekomstig leiderschap. Maar dat van ai onze menschen te eischen is veel te veel gevraagd,-is ook met eenigen juisten kijk op de menschen evident onjuist. Wij durven en mogen niet zeggen: „ver vloekt is de schare die de'wet niet kent". Wij zijn in deze kolossalen tijd, waarin de heksenketel ziedt en bruist, met ontferming bewogen, en willen niet, dat de schare zich, naar onze overtuiging, den dood leest! Uit die overtuiging worden zoo ook voor en na Christelijke leeszalen opgericht. Voor die overtuiging vragen wij respect. En waar Rijk, Provincie en Gemeenten neutrale leeszalen subsidieeren, en zeirs krachtens de bestaande regeling ook aan R.K. instellingen steun verbenen, Gaar is het meer dan tijd dat zij niet onrecht blijven' doen, en Openbare, Protestantsch-ChristeliJ- ke Leeszalen, die aan zekere voorwaarden wat personeel, technische methode, en een belangrijke contingent voorstanders betreft, voldoen, op gelijke voet gaan behandelen. En als dan de stoffelijke nood der tijden dringt om de subsidies niet al te zeer te ver- hoogen, laat men dan de nu uitgetrokken sommen naar billijkheid verdeelen, opdat recht gedaan worde aan ons Protestantsch Christelijk volksdeel! Nu men eenmaal 't pad der subsidieering is opgegaan, weigere men niet de drie groo- doen ,en doe haastelijk recht! Dordrecht. BROUWER. FEEST TE HARDERWIJK HET 700-JARIG BESTAAN GEVIERD Het zeven-eeuwen-fcest van Harderwijk, tot het welslagen waarvan heel de burgerij in actie is gekomen, wordt wel gevierd on der de meest eigenaardige omstandigheden. Aan de eene zijde de groote zorg over het verlies van de visscherij, die het gevolg zal zijn van de afsluiting der Zuiderzee, doch aan den anderen kant een sterk op levend vreemdelingen-verkeer. Harderwijk is de laatste drie, vier jaar „ontdekt". De kostelijke ligging van de plaats, met een begrenzing van zee, bosch, hei en wei, heeft dé aandacht getrokken in wijden kring. De ondernemende burgerij heeft zoodanige communicatiemiddelen te water in exploi tatie genomen, dat bijv. een bootreis vanuit Amsterdam tevens een pleizierreis is. In die omstandigheden viert Harderwijk feest, en wie haar in do dagen van S1'2 September bezoekt zal zich verbazen over den feesttooi van de oude veste. Op de markt als middelpunt deed het Gemeentebestuur niet minder dan vier poor ten verrijzen, die toegang geven tot de uit- loopende straten. De straten zelf zijn rijk versierd; niet alleen de hoofdstraten, maar ook alle kleinere straten, tot de armste toe deden spontaan mee. De visscherswijk is wonderlijk mooi getooid met visscherij- attributen, waarvan ook op de historische vischmarkt met op den achtergrond de be roemde vischpoort, een tentoonstelling is in gericht Daar kan de bezoeker een gebak ken bot consumeeren dat voor zijn oogen wordt gebakken. Dinsdagmorgen is het feest ingezet met een plechtige herdenkingsdienst in de Ned. Herv. Kerk, waar als sprekers optraden de predikanten der Herv. Geref. Gemeente. De groote dag is heden: een historische optocht .voorstellende het bezoek van Erf stadhouder Prins Willem V aan Harderwijk op 23 September 1776. De uitnemende voor bereiding van dezen optocht spant de ver wachting hoog. De tweede groote dag is Zaterdag 12 Sep tember: de vlootrevue van de geheele vis- schersvloot, admiraalzeilen en zeilwedstrij den. Hiervoor wordt een druk bezoek ver wacht van vreemde vaartuigen die lig plaats kunnen nemen ten oosten van de lijn Badhuistweede baak Vaargeul. heeft zich toch vooral ontwikkeld uit de oorlogsliquidatie. Spr. wijst speciaal er op. dat in de oorlog het productie-apparaat voornamelijk in dienst werd gesteld van de eischen van den oorlog en daartoe snel gera tionaliseerd werd. Intusschen moesten de volkshuishoudingen zich gewennen aan ontbe ring en Ersatz, en verarmden intusschen zeer Na de vervulling van de aldus leeggehaalde volkshuishouding bleek het productie-appa raat te groot voor de aanwezige vraag. Bo vendien was het verbruik afgenomen ondei invloed van de algemeene verarming door oorlog, de revolutie in Rusland, de troe belen in China enz., en zeer bijzonder ook door het verloop van de zilvermarkt, vooral in landen met de zilverstandaard. De overproductie werd voorts nog bevor derd door hyperprotectionisme. De economische crisis openbaart zich nu vooral in een.bange werkloosheid, de onwil en onmacht om internationaal saimen te werken en in de totale ontwrichting van het geheele sociale en politieke leven. Spr. wees vooral op de sociale crisis, met de groeiende haat tegen 't zg. kapitalistische systeem. Volgens Spr. bestaat zulk een „kapitalistisch systeem'' niet en is het ook onbestaanbaar. Nauwkeurige studie toont voorts aan, dat de grondideeën van onze huidige maatsohap- pij altijd aanwezig zyn geweest. De tegenwoordige mentaliteit is nu bij zeer velen: deze maatschappij heeft fiasco geleden en nu is men bereid zich aan allerlei proef nemingen te wagen. Deze mentaliteit noemt Spr. gevaarlijk, misdadig, onwaar, voor een Christen ongeoorloofd. Wij moeten leven uit het geloof, dus niet wanhopig den. God regeert met volstrekte zeggenschap. Alles is in Zijn hand. Het is niet i de Calvinisten d e verdedigers zym huidige maatschappelijke systeem. Wij zien in alles de zonde, de groote onvolmaaktheid, maar ook het goede door Gods genade daarin gelegd. Wij aanvaarden niet critiekloos het historisch gewordene, maar reformeerend. Discussie. Aan de nu volgende discussie werd door velen deelgenomen, o.a. door prof. Gerbrandy van Amsterdam en prof de Savornin Lohman van Utrecht. Deze bespreking, onderbroken door een pauze voor het middagmaal strekte zich uit tot ver in den middag. De avondtoespraak werd gisteren gehouden door D s. J. G. W o e 1 d e r i n k van Vrees wijk over: Het Verbond in het leven van den Christen. Spr. begint met er op te wijzen, dat als zondaar Christus Jezus omhelst als zijn Hei land, het niet te verwonderen is, als op dat oogenblik de beteekenis van Verbond en Kerk hem ontgaat. De individualistische en onker kelijke geest des tijds bevorderen echter vaak deze eenzijdigheid. Daarom is het noodig, dat ieder Christen zich bezinne op de plaats, die het verbond in het leven des geloofs inneemt. Langs welken weg komt Gods genade in J y r\ S~if AT AAL) Christus Jezus tot ons? Op die vraag wordt Zj \JKJ iV /i/ll tweeërlei antwoord gegeven, le. het antwoord van hen, die hier voor het verbond geen plaats hebben, wijl, gelijk nog onlangs de Synode der Geref. Gemeenten heeft vastge steld, dit reeds in de eeuwigheid met de uit verkorenen is opgericht. Gods genade daalt hier onmiddellijk van den hemel neer; recht om Gods beloften te omhelzen heeft niemand, die niet door bijzondere openbaring van den hemel daartoe het recht ontvangt. 2e. Van vasten weg, waarlangs Gods genade tot alle Christenen en tot een ieder in het bij zonder komt, spreken zoowel Remonstrant als Contra-Remonstrant. De Remonstrant zoekt deze vaste weg in een evolutionistische beschouwing van liet geestelijk leven. Een bepaalde ontwikkelingshoogte waarborgt Gods genade; immers Gods beloften worden aan het geloof gedaan. De Geref. Christen laat Gods beloften aan het geloof voorafgaan om door het geloof omhelsd te werden. Ze zijn onvoorwaardelijk, wijl uit Gods vrijmachtig welbehagen opkomend gelijk heel het verbond. In wezen zijn verbond en evangelie één. Daarom spreekt de Heidelbergsche Catechis mus van de belofte des evangelies in van de belofte des verbonds. Over deze uitdrukking „belofte des gelies" handelt spr. uitvoerig om aan te toonen, dat de beteekenis van het verbond op den achtergrond is gekomen, wyl verband tusschen verbond en evangelie heeft doorgesneden. Er is echter geen evangelie dan hetwelk opkomt uit het verbond, dat God me-. Abraham en zyn zaad heeft opgericht. Chris tus Jezus met de genade, die in Hem is, wordt ons alleen geschonken in de belofte des evangelies of des verbonds; Hy kan alleen worden aangenomen door de geloovige om helzing dier belofte. Zoo blijkt het verbond van centrale beteekenis te zijn voor het leven des geloofs; in de verbondsbetrekking tusschen God en Zijn Kerk, door het geloof aanvaard en wederkeerig geworden, hebben we het wezen der Chr. religie te zien. Spr. eindigt met er op te wyzen, dat de continuïteit van het verbond grondslag is van de continuïteit van het geloof, grondslag mede van de con tinuïteit van het aardsche en het hemelsche leven van den Christen. Het leven in ver bondsbetrekking met God door het geloof draagt het eeuwige leven in zich. ROFFEL-RIJMEN Erivasseris een fraaie aap Die uit Oostinje kwam En met z'n baas de groote reis Naar Holland ondernam. Hij vond in Alphen aan den Rijn Een prima, hospita, En aapte, daarvoor was hij aap, De mensch in alles na: Sloot men hem op, dan brak hij uit, Zooals de mensch dat doet Die lak heeft aan het lastige Verschil van kwaad en goed. Op avontuur in 't avonduur Kreeg onze boomaap kou, En dacht (waarschijnlijk)lag ik maar In 't bedje bij de vrouw! Een open raam werd hem te sterk: Toen hij een bed zag staan Is-ie, door weemoed overmand, De krullen ingegaan. Bewoonstervan geen aap beimist, Begeerig naar de slaap, Schrok, toen ze 't donzig dek opsloeg Zich nagenoeg een aap; Ze gilde, daarvoor was ze vrouw, Dc Alphenaars bijeen, Terwijl de aap per buurtverkeer Weer in een boom verdween En heel een bange halve nacht Bleef Alphen uit z'n slaap Voor één ontsnapte-snotaap-van- Ee n-slaperige-aap. (Nadruk verboden.) LEO LENS. DERDE DAG. Voor heden staat voor de morgenvergade- ring op het program een rede van D r. W. Kolfhaus van Vlotho (Duitschland) over: De hedendaagsche religieuse crisis welke rede in "het Duitsch werd uitgesproken. De spreker wenscht niet te handelen over „religieus" in 't algemeen, maar beperkt zich tot de Protestantsche religie. Het begrip „crisis" wordt bepaald in dier voege, dat het de ure der beslissing beteekent en wel eener beslissing over leven en dood, dus niet in den trant van Spengler, die de ontbinding reeds voor onherstelbaar houdt. Het gevoel voor een keerpunt der tyden ge plaatst te zyn, bespeurt men in alle Kerken Het eerste gedeelte van het referaat poogt de tegenwoordige situatie der religie verschillende Kerken en de gevolgen te kenmerken, die de ont binding van het religieus levensgevoel op alle terreinen des levens na zich sleept, vooral met beroep op de beschrijving van het bur gerlijke en kerkelijke milieu door erkende romanciers in Holland, Engeland, Duitsch land en Noord-Amerika. Voorts is antwoord te zoeken op de vraag uit welke oorzaken de hedendaagsche crisis te verklaren is, of wy te maken hebben met een plotselinge breuke in het leven der cultuur volkeren of met een langzamerhand zich voor bereidende ontwikkeling. Aangetoond wordt hoe reeds in de dagen der reformatie de hu manistische, tegen Gods scuvereiniteit in- HERDENKINGSKAPEL VOOR ERZBERGER 0Op de plaats waar tien jaar geleden de volken te teekenen Duitsche rijksminister Matthias Erzberger vermoord werd, te Griesbach in het Schwarz- wald, wordt 20 September een herdenkings kapel ingewijd. cenige middel blijft de nieuwe en verdiepte bezinning op Gods openbaring, m.a.w. de ver nieuwing van theologie en prediking, die ten allen tijde aan de opleving der Kerken en volkeren voorafgaat. Een Kerk, die op hooger bevel handelt en een duidelijke, bepaalde boodschap brengt, wordt ook gehoord en daar mee is het doode punt overwonnen. De Kerk mag alsdan weer, immers met vrees voor HHP... eigen ontrouw, toch in zwakheid juichen en gaande strooming woelde, die thans alle dijken j hopen. dreigt te doorbreken. IZoover komen zijn, indien niet de Kerken zelf deuren geopend hadden voor het den mensch vergodende humanisme. Daarmee staan wy voor de laatste vraag: I „J? >ctaof er nnrr Ho aanstaand Een indruk. Tot nu toe mag liet congres naar wensch verloopen. En geen wonder. Een groep van deskundige mannen, voor- taand in den strijd voor het Calvinisme verschillend levensterrein; een groote - groep van studenten, wier begeerte het is ten tegeluk ons bennnerendat de chnste- steeds di door te drfagen de beginse- ltlke religie nooit door vijanden van buiter. I len van hrt Calvinisme, om daarvan straks tot vertwyfeling gebracht kan worden. De op hun „rschillende posten de beiielde dra- crisis onzer religie ontstaat daardoor, dat in gers en standvastige verdedigers te zyn; zie eigjpn boezem beginselen zich ontwikkelen, I daar de fact0ren noodig voor het slagen van welke onder Gods leiding en aan Hem onder- een congres als dit. En deze factoren zijn alle worpen de kracht van het Christendom zyn, aanwezig-. En het programma staat wel zeer van Gods autoriteit echter losgeraakt de crisis naaw jn contact met onzen tijd. Moest mer. der Kerk en der religie veroopaken. Der- al vaak beweren (en niet altijd ten onrechte) halve is het niet mogelijk, de crisis der religie dat de studentenwereld buiten het leven te overwinnen door philosophie of psychologie staat, van dit studentencongres kan dit ze en andere menschelyke hulpmiddelen .Het I ker niet worden gezegd. INDRUKKEN UIT EGYPTE VI Hoewel bij het mohammedanisme ook sekten voorkomen, is het hierdoor ontstane verschil in belijden niet bijzonder groot. Dit wil ook weer niet zeggen, dat het mo hammedanisme als religie zóó sterk is, dat economische tegenstellingen erdoor wor den overbrugd. In den groot en wereldoor log stond Turkije naast Duitschland. En waren er heel wat, die profeteerden, dat Engeland nu zijn mohammedaanschc bezit tingen wel kon afschrijven. Heel kalm vocht do islam-belijder in het entente leger tegen zijn geloofsgenoot, die de zijde der centralen had gekozen. Precies als bij de volken, welke zich christelijk noemen. Het protes tantsche Pruisen tegen het protestantsche Dc zoogenaamde blauwe moskee te Kairo, pizt mlnaretm Engeland; het roomsdhe Oostenrijk tegen het roomsche Frankrijk. Trouwens, onder de mohammedanen on derling, heeft het zwaard altijd een groote rol gespeeld. Er zijn misschien méér sultans vermoord of afgezet, dan rustig aan hun eind gekomen. Echte Nero-figuren kwamen ei onder voor. Eén, En-Nasir, liet al zijn emirs, men zegt 400, op een gastmaal noodigen, en ze dan dooden. Slechts een enkele gunsteling bleef in het leven. Als hoofdambtenaren, 't' was ongeveer 1300 na Christus, stelde hij toen vele Christenen aan. Voor de Christenen werd een afzonderlijke kleeding voorge schreven. namelijk een donkerblauw kleed. Dit wordt thans onder de Koptische Chris tenen nog wel gedragen. Een zijner opvolgers vond weer wat an ders uit voor de Christenen. Zij moesten altijd op straat een houten kruis van vijf pond zwaar aan den hals dragen. De Joden daarentegen werden uitgedoscht in een geel kleed met een groote, zwarte kogel aan den hals. De voornaamste plichten van een moham medaan zijn een vijftal. Het geloof naar de letter in den Koran; het dagelijksch ge bed; het geven van aalmoezen; het vasten in de maand Ramodan, en de tocht een maal in het leven naar Mekka. De Koran wordt door de geestelijken on derwezen op de scholen, en in de moskee voorgelezen aan de mannen. De vrouwen mogen de moskee niet betreden. Dit ligt weer geheel in de lijn. De vrouw is een in elk opzicht achteruitgezet schepsel. Bij liet huwelijk wordt naar haar eigen mee ning niet gevraagd. Den bruidegom heeft zij meestal nooit gezien. Tot voor eenige jaren werden meisjes van 12 of 13 jaar al vaak uitgehuwelijkt De wet laat nu niet meer toe, dat dit vóór het zestiende jaar geschiedt De Koran veroorlooft den man hoogstens vier vrouwen te houden. Economische rede nen laten zulks echter niet vaak toe. In Turkije is dit thans verboden. Dc harem bewoonsters werden zonder vakbekwaam heid plotseling op ide markt gesmeten. Ten gevolge daarvan heeft in sommige steden van Klein-Azië en Syrië de prostitutie zich sterk ontwikkeld. Bij de bewoners van het land is de schei ding tusschen mannen en vrouwen niet zoo opvallend groot Men werkt naast elkaar op het land en men ziet ze ook wel samen wan delen. Zóó zeer is het stelsel echter door gedrongen, dat zelfs de grafkelders in Mohammedaansche vrouwen. Als men aan de witte gewaden ziet, zijn dit Arabische. aparte ruimten voor mannen en vrouwen zijn gescheiden. In Kaïro wemelt het van moskeeën. Elke sultan wilde zijn naam verbinden aan mins tens één gebouw. Er zijn schitterende ge bouwen onder. Vele zijn voor een deel op gebouwd van wat aangesleept is van de oud-Egyptische cultuurmonumenten: pira miden, grafkelders en beelden. Het bezichtigen der moskeeën is nu voor den vreemdeling toegestaan. Er is zelfs een soort zaakje van gemaakt. Bij de hotelpor tiers zijn kaartjes te verkrijgen. Het gebouw zelf mag slechts betreden worden met ongeschoeide voeten. „Trek uwe schoenen uit van uwe voeten, want de plaats, waar gij op staat, is heilig". Nu is er op gevonden, dat aan de poort mannen zitten met groote hoeveelheden sandalen. Voor elke maat zijn er bij. Kosten één piaster. O wee, als bij het slof fen door de moskee een sandaal los gaat Snel vliegt er een wachter op los. Kosten weer één piaster. Zitplaatsen komen in het in den schemer gehouden gebouw niet .voor. Alles staat om de preekstoel. Een nis wijst de richting aan, waar Mekka is gelegen. Bij het bid den wendt de mohammedaan zich altijd naar Mekka, gelijk de oostersche Jood dit doet ten opzichte van Jeruzalem. In de woestijn wondt van deze gewoonte even min afgeweken. Op bepaalde uren van den dag wordt de mohammedaan tot het gebed opgeroepen. Op den bovensten omgang van den minaret, verschijnt dan een geestelijke met zijn ho ren en doet den roep weerklinken, die het sein geeft. „Allah is de Hoogste; ik gelooi, dat er geen God is buiten Allah. Ik geloof, dat Mohammed de Profeet van Allah is; komt tot het gebed; komt tot het heil; Allah is de hoogste; er is geen God buiten Allah." Als de oproep weerklinkt, valt de geloo vige op den grond. Op straat is dit een won derlijk gezicht, als men voor de eerste maal hier getuige van is. Vóór het groote gebed in de moskee die nen voeten en handen gewasschen. Wasch- bekkens bevinden zich op het moskeeplein. Ook in de woestijn wordt aan dit voor schrift streng de hand gehouden, Zand .ver vangt hier dan het water. De verplichte aalmoezen komen niet al leen de armen ten goede, maar dienen ook om den ganschen eeredienst te verzorgen. Dit schijnt niet al te vlot te loopen, want de regeering heeft het onderhoud van vele moskeeën op zich genomen. Tot den eere dienst behooren de stichtingen, waar de aanstaande geestelijken hun opleiding ont vangen. De voornaamste daarvan is de zoo genaamde Universiteit te Kaïro- Een bezoek aan deze universiteit is buitengewoon in teressant. Zij is gevestigd in de moskee El Azhar, een gebouw uit de tiende eeuw. De oplei dingsschool is bijna even oud. De naam uni versiteit klinkt in onze ooren wat groot scheeps, ofschoon de studietijd lang genoeg is. Deze is maar liefst zeventien jaar. Doch het onderricht schijnt niet veel uit te gaan boven dat van een mulo-school ten onzent, indien dit al gehaald wordt. Een wandeling door het gebouw tijdens de lessen is toegestaan, mits de studie niet wordt gestoord. De leerlingen zitten allen met gekruiste beenen om den professor, die dezelfde houding heeft aangenomen. De pro fessor leest enkele zinnen vóór, en de leer lingen herhalen ze. Daarbij maken ze met hun bovenlichamen wiegelende bewegingen, om het opnemen te vergemakkelijken. Aan de wandelaars stoort men zich niet. In den bloeitijd waren er ongeveer 15.000 studen ten, thans nog zesduidend met ruim twee honderd professoren. Natuurlijk allo van het mannelijk geslacht. De studenten komen uit alle mohamme- daansche streken van Azië en Afrika. Stu-* die en levensonderhoud wordt gratis ver strekt door religieuse stichtingen. Overigens doen deze studenten ook al niet onder voor hun collega's in de wes- tersche landen. Toen de regeering zich pas naar hun zin wat te veel met het onderwijs bemoeide, gingen ze staken. Berlijn en Leu ven zouden het hun niet kunnen verbe- Na afloop van den veeljarigen cursus worden -de geslaagden verspreid over de islamitische gebieden en krijgen óf moskee dienst te verrichten, óf gaan het klooster in. V stond in ons blad van 5 September. De universiteit te KaïroMen ziet hier op voorplein talrijke studenten op den groid bitten te studecren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5