BINNENLAND.
WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1931
TWEEDE BLAD PAG. 5
HET RECHT
DER CHR. LEESZAAL
NED. VEREEN. VAN OUD-MILITAIREN
„Tolle et lege!". Neem en lees! Deze paar
^voorden, die een zestien eeuwen geleden in
iallen eeuvoud, al spelend, werden uitgespro
ken, en op den zaoliten adem van den wind
onder Itaiiaanschen hemel voortgedragen
naar een aangrenzenden tuin, kregen voor
een daar worstelend menschenkind bijzon
dere beduidenis. Zij werden oorzaak, dat de
keer in den levensgang van den wijsgeer en
levensproever, straks eén van de heroën der
oud-christelijke wereld, bevestigd werd en
zich voortspoedde naar den tijd, waarin zijn
wereldberoemde werken: de Confessiones en
De Civitate Dei, geboren werden. Augusti
nus heelt dat „Tolle et lege" nooit vergeten.
Rijker van inhoud echter werd het „neem
en lees" in den loop der volgende eeuwen.
En sedert de uitvinding der boekdrukkunst,
idie stap- ten hemel en die stap ter hel, en
nog meer sedert de ingenieuze vondsten der
techniek, nu de motoren gonzen en de per
sen onafgebroken klepperen, wordt in dc
.wereld de onontkoombare roep gehoord:
„Tolle et lege".
Moge al het trilbeeld veler oogen bekoren
en harten in beweging brengen, moge de
gesproken woorden van redenaars en zan
gers door mysterieuze golvingen vlak bij
ons worden gebracht, en ons ontroeren, nim
mer zal wel het gedrukte woord, dat vast
heid geeft en beklijft» ontbeerd kunnen
jvorden.
Wèl mindert misschien onder de massa
het getal der evenwiehtigen, die rustige
uren zoeken om in boek ot tijdschrift geeste
lijk genot en kennisvermeerdering op te
doen, toch zullen na het heete jachten van
het arbeids- en genotsleven er velen zijn, die
gevoelen, hoe het „neem en lees" niet zon
der groot e schade verwaarloosd wordt
„Tolle et lege" is ook de roep die, zij het
niet luidruchtig, toch sterk aandringend uit
gaat van onze Openb. Leeszalen en bibliothe
ken. Zij zijn in ons gemeenschapsleven ge
komen om boeken, tijdschriften en couran
ten op gemakkelijke wijze onder de men-
Êschen te brengen. Zij zijn wel genoemd gees
telijke restaurants, waar spijs is van alle
gading en waar ieder bestellen kan om naar
zijn wenschen te worden bediend. „De lees
zaal is een instituut -dat aan de vrije druk
pers een verlengstuk geeft". (Dr. A. Kuy-
per Sr.).
De leeszaal doet de drinkzaal concurren
tie aan. Een gezellige, goed verlichte instel
ling kan aan de leegloopenden in den avond
een attractie bieden, die hen uit verkeerd
milieu houdt De leeszaal kan verder som
migen afhouden in zulke uitleen-bibliothe
ken te komen, waar men voor rendabiliteit
speculeert op de verkeerde zijde van zekere
hartstochten. Maar veel meer waar de meeste
onzer medemenschen niet in de gelegenheid
zijn zich een bibliotheek van eenige betee
kenis aan te schaffen, ze geen Naohslagbtl-
cher bezitten om eens iets na te kijken: ze
vastzitten wanneer ze in gesprek en orga
nisatieleven geen geschriften kunnen raad
plegen, daar komt de Openbare Leeszaal en
Bibliotheek om voorziening te treffen op
wel zeer gemakkelijke wijze.
Behoeven wij verder nog op het noodige
en nuttige van deze moderne inrichtingen
te wijzen?
Dan, waarom naast de neutrale instellin
gen nog Christelijke Openbare Leeszalen en
Bibliotheken opgericht? Het heen eenig»
jaren geduurd eer men voor de noodzaak van
'aparte instituten het inzicht begon te krij
gen. Wel had reeds met vooruitzienden blik
een twintig jaren geleden Dr. Kuyper in
„de Standaard" er over geschreven, maar
eerst langzamerhand kreeg men oog voor de
Waarheid van zijn betoog.
Zooeven noemden wij met de bekende uit
drukking de uitvinding der boekdrukkunst:
„een stap ten hemel en een stap ter hel".
De strijd der geesten wordt hierdoor open
baar, en in druk vastgelegd. Maar oefent
ook invloed! Bij de ook door ons aanvaarde
vrijheid van drukpers komt tweeërlei we
reld op den lezer aan. In hoofdzaak tweeer
lei overtuiging, de Christelijke en de niet-
Christelijke, het leven waarin de waarheid
in beginsel overwon, en het leven waarin
de leugen heerscht. Nu is het ver vai
om bevreesd te zijn, dat de waarheid zou
ondergaan. Wij gelooven aan haar victorie!
Niet gelooven kunnen wij echter aan dien
zegepraal in ieder mensch, omdat Schrift
en ervaring ons onomstootelijk leeren, dat
de leugen een mensch dikwijls al te gemak
CALVINISTISCHE
STUDENTEN BEWEGING
Zaterdag IS Sept. O.S. hoopt de Kedert. Vereen, van Oud-militairen „Het Vaderland
Getrouw" in gebouw „Amicitiate Ben Haag haar 30-jarig bestaan te vieren. Dien
avond zal de Vereeniging een portret worden aangeboden van het thans zittend bestuur
geschilderd door den 'heer P. Schouten Jr., benevens den eere-voorzüter zijn beeltenis
den zelfden schilder. Bovenstaande foto stelt het huidige bestuur voor met den
schilder, den heer P. Schouten.
kelijk omstrikt en naar beneden voert. te groepen van ons volk minstens op voet
En zijn 'er, die in de wassende stroomen I van gelijkheid te behandelen. Met beschei-
van lectuur tegen een verkeerde richting in i denheid, maar toch ook in de overtuiging
kunnen zwemmen, de groote massa gaai van ons recht, vragen wU van de Regeering-
mede door den geweldigen invloed van hetdoe ook hier wat Uw hand vindt om te
gedrukte woord (in hoe fijnen vorm soms
VEERTIENDE CONGRES
TE LUNTEREN
REFERATEN VAN DE HEBBEN
SCHOUTEN, Ds. WOELDERINK EN
Dr. KOLFHAUS
TWEEDE DAG.
Het was gisteren voor de congresgangers
een zware dag. Maar tevens een dag die de
groote meerderheid van hen zeer veel heeft
gegeven. De heer J. Schouten heeft gespro
ken en de wijde en ontzaglijke beteekenis van
het Calvinisme heeft gisteren wel hijzonder
schoon en rijk geschitterd, zoodat ook van dien
dag mag worden verwacht, dat hij voor velen
een vruchtbare zal blijken.
Nadat de congresdag was begonnen met het
zingen van Ps. 99 1, het lezen van Jes. 59,
waarna nog Ps. 130 4 werd aangeheven,
ontving de heer J. Schouten van Rotter
dam het woord voor zijn referaat:
De sociaal-economische crisis.
Spr. wijst op de groote uitgebreidheid
het aan de orde gestelde onderwerp, en
handelt dan eerst de economische crisis,
hij omschrijft als de huidige diep ingrijpende
verstoring in het economische leven met alle
daaruit voortvloeiende gevolgen voor maat
schappij en individu. Zulk een crisis kan ont
staan onder invloed van een ingrijpende ge
beurtenis, b.v. een oorlog of een misgewas
van een belangrijk product, enz., of kan het
gevolg zijn van de overschrijding van het
hoogtepunt der conjunctuur. Crises als de
laatstbedoelde keeren periodiek terug. In onze
huidige crisis werken factoren van beide.
gegoten, met wat psychologisch inzicht
gedrongen!) ter hellevaart.
Dat mogen wij niet tolereeren!
Zeker, wij weten, dat over het algemeen
de leeftijdsgrens van achttien jaar in de
Openbare Leeszalen en Bibliotheken wordt
gesteld. Maai- ieder zal toegeven, dat de mee
ning als zou een leeftijdsgrens alleen vol
doende zijn om de 6.L kwade invloed van
verschillende lectuur en litteratuur te we
ren, absurd is. Wat ik als gif zie, wat ik als
gevaarlijk beschouw geef ik niet aan een
ieder in handen. Dat zou immers op dit ter
rein kunnen beteekenen geestelijke moord,
en zedelijke doodslag. Hier past geen ontwa
pening!
Niet de pornografie en schunnige lectuur
alleen, die terecht uit allo Openbare Bk
bliotheken geweerd worden, zijn voor velen
vergif. Ook zijn dat de boeken met aanran
ding van de groote zedelijke normen van
het Christendom, met de bestrijding van
zijn geestelijke waarden, met de „Umwer-
tung aller Werte" op religieus-ethisch ter
rein, met de heftige aanvallen van anti-
maatschappelijke stroomingen, boeken die
een neutrale leeszaal niet kan en niet mag
weren, die zij móét geven aan allen, die
boven de leeftijdsgrens van achttien jaar ko
men vragen. Dit alles is naar onze overtui
ging voor de ware opvoeding van ons Chris
tenvolk uiterst gevaarlijk. Daar zijn er die
immuun voor deze infectie moeten zijn of
worden krachtens hun tegenwoordige of
toekomstig leiderschap. Maar dat van ai
onze menschen te eischen is veel te veel
gevraagd,-is ook met eenigen juisten kijk
op de menschen evident onjuist.
Wij durven en mogen niet zeggen: „ver
vloekt is de schare die de'wet niet kent".
Wij zijn in deze kolossalen tijd, waarin de
heksenketel ziedt en bruist, met ontferming
bewogen, en willen niet, dat de schare zich,
naar onze overtuiging, den dood leest!
Uit die overtuiging worden zoo ook voor
en na Christelijke leeszalen opgericht.
Voor die overtuiging vragen wij respect.
En waar Rijk, Provincie en Gemeenten
neutrale leeszalen subsidieeren, en zeirs
krachtens de bestaande regeling ook aan
R.K. instellingen steun verbenen, Gaar is
het meer dan tijd dat zij niet onrecht blijven'
doen, en Openbare, Protestantsch-ChristeliJ-
ke Leeszalen, die aan zekere voorwaarden
wat personeel, technische methode, en een
belangrijke contingent voorstanders betreft,
voldoen, op gelijke voet gaan behandelen.
En als dan de stoffelijke nood der tijden
dringt om de subsidies niet al te zeer te ver-
hoogen, laat men dan de nu uitgetrokken
sommen naar billijkheid verdeelen, opdat
recht gedaan worde aan ons Protestantsch
Christelijk volksdeel!
Nu men eenmaal 't pad der subsidieering
is opgegaan, weigere men niet de drie groo-
doen ,en doe haastelijk recht!
Dordrecht. BROUWER.
FEEST TE HARDERWIJK
HET 700-JARIG BESTAAN GEVIERD
Het zeven-eeuwen-fcest van Harderwijk,
tot het welslagen waarvan heel de burgerij
in actie is gekomen, wordt wel gevierd on
der de meest eigenaardige omstandigheden.
Aan de eene zijde de groote zorg over
het verlies van de visscherij, die het gevolg
zal zijn van de afsluiting der Zuiderzee,
doch aan den anderen kant een sterk op
levend vreemdelingen-verkeer. Harderwijk
is de laatste drie, vier jaar „ontdekt". De
kostelijke ligging van de plaats, met een
begrenzing van zee, bosch, hei en wei, heeft
dé aandacht getrokken in wijden kring. De
ondernemende burgerij heeft zoodanige
communicatiemiddelen te water in exploi
tatie genomen, dat bijv. een bootreis vanuit
Amsterdam tevens een pleizierreis is.
In die omstandigheden viert Harderwijk
feest, en wie haar in do dagen van S1'2
September bezoekt zal zich verbazen over
den feesttooi van de oude veste.
Op de markt als middelpunt deed het
Gemeentebestuur niet minder dan vier poor
ten verrijzen, die toegang geven tot de uit-
loopende straten. De straten zelf zijn rijk
versierd; niet alleen de hoofdstraten, maar
ook alle kleinere straten, tot de armste toe
deden spontaan mee. De visscherswijk is
wonderlijk mooi getooid met visscherij-
attributen, waarvan ook op de historische
vischmarkt met op den achtergrond de be
roemde vischpoort, een tentoonstelling is in
gericht Daar kan de bezoeker een gebak
ken bot consumeeren dat voor zijn oogen
wordt gebakken. Dinsdagmorgen is het feest
ingezet met een plechtige herdenkingsdienst
in de Ned. Herv. Kerk, waar als sprekers
optraden de predikanten der Herv. Geref.
Gemeente.
De groote dag is heden: een historische
optocht .voorstellende het bezoek van Erf
stadhouder Prins Willem V aan Harderwijk
op 23 September 1776. De uitnemende voor
bereiding van dezen optocht spant de ver
wachting hoog.
De tweede groote dag is Zaterdag 12 Sep
tember: de vlootrevue van de geheele vis-
schersvloot, admiraalzeilen en zeilwedstrij
den. Hiervoor wordt een druk bezoek ver
wacht van vreemde vaartuigen die lig
plaats kunnen nemen ten oosten van de
lijn Badhuistweede baak Vaargeul.
heeft zich toch vooral ontwikkeld
uit de oorlogsliquidatie. Spr. wijst speciaal er
op. dat in de oorlog het productie-apparaat
voornamelijk in dienst werd gesteld van de
eischen van den oorlog en daartoe snel gera
tionaliseerd werd. Intusschen moesten de
volkshuishoudingen zich gewennen aan ontbe
ring en Ersatz, en verarmden intusschen zeer
Na de vervulling van de aldus leeggehaalde
volkshuishouding bleek het productie-appa
raat te groot voor de aanwezige vraag. Bo
vendien was het verbruik afgenomen ondei
invloed van de algemeene verarming door
oorlog, de revolutie in Rusland, de troe
belen in China enz., en zeer bijzonder ook
door het verloop van de zilvermarkt, vooral
in landen met de zilverstandaard.
De overproductie werd voorts nog bevor
derd door hyperprotectionisme.
De economische crisis openbaart zich nu
vooral in een.bange werkloosheid, de onwil en
onmacht om internationaal saimen te werken
en in de totale ontwrichting van het geheele
sociale en politieke leven. Spr. wees vooral
op de sociale crisis, met de groeiende haat
tegen 't zg. kapitalistische systeem. Volgens
Spr. bestaat zulk een „kapitalistisch systeem''
niet en is het ook onbestaanbaar.
Nauwkeurige studie toont voorts aan, dat
de grondideeën van onze huidige maatsohap-
pij altijd aanwezig zyn geweest.
De tegenwoordige mentaliteit is nu bij zeer
velen: deze maatschappij heeft fiasco geleden
en nu is men bereid zich aan allerlei proef
nemingen te wagen. Deze mentaliteit noemt
Spr. gevaarlijk, misdadig, onwaar,
voor een Christen ongeoorloofd. Wij moeten
leven uit het geloof, dus niet wanhopig
den. God regeert met volstrekte zeggenschap.
Alles is in Zijn hand. Het is niet i
de Calvinisten d e verdedigers zym
huidige maatschappelijke systeem. Wij zien
in alles de zonde, de groote onvolmaaktheid,
maar ook het goede door Gods genade daarin
gelegd. Wij aanvaarden niet critiekloos het
historisch gewordene, maar reformeerend.
Discussie.
Aan de nu volgende discussie werd door
velen deelgenomen, o.a. door prof. Gerbrandy
van Amsterdam en prof de Savornin Lohman
van Utrecht. Deze bespreking, onderbroken
door een pauze voor het middagmaal strekte
zich uit tot ver in den middag.
De avondtoespraak werd gisteren gehouden
door D s. J. G. W o e 1 d e r i n k van Vrees
wijk over:
Het Verbond in het leven van
den Christen.
Spr. begint met er op te wijzen, dat als
zondaar Christus Jezus omhelst als zijn Hei
land, het niet te verwonderen is, als op dat
oogenblik de beteekenis van Verbond en Kerk
hem ontgaat. De individualistische en onker
kelijke geest des tijds bevorderen echter vaak
deze eenzijdigheid. Daarom is het noodig, dat
ieder Christen zich bezinne op de plaats, die
het verbond in het leven des geloofs inneemt.
Langs welken weg komt Gods genade in J y r\ S~if AT AAL)
Christus Jezus tot ons? Op die vraag wordt Zj \JKJ iV /i/ll
tweeërlei antwoord gegeven, le. het antwoord
van hen, die hier voor het verbond geen
plaats hebben, wijl, gelijk nog onlangs de
Synode der Geref. Gemeenten heeft vastge
steld, dit reeds in de eeuwigheid met de uit
verkorenen is opgericht. Gods genade daalt
hier onmiddellijk van den hemel neer; recht
om Gods beloften te omhelzen heeft niemand,
die niet door bijzondere openbaring van den
hemel daartoe het recht ontvangt. 2e. Van
vasten weg, waarlangs Gods genade tot
alle Christenen en tot een ieder in het bij
zonder komt, spreken zoowel Remonstrant
als Contra-Remonstrant. De Remonstrant
zoekt deze vaste weg in een evolutionistische
beschouwing van liet geestelijk leven. Een
bepaalde ontwikkelingshoogte waarborgt Gods
genade; immers Gods beloften worden aan
het geloof gedaan. De Geref. Christen laat
Gods beloften aan het geloof voorafgaan om
door het geloof omhelsd te werden. Ze zijn
onvoorwaardelijk, wijl uit Gods vrijmachtig
welbehagen opkomend gelijk heel het verbond.
In wezen zijn verbond en evangelie één.
Daarom spreekt de Heidelbergsche Catechis
mus van de belofte des evangelies in
van de belofte des verbonds.
Over deze uitdrukking „belofte des
gelies" handelt spr. uitvoerig om aan te
toonen, dat de beteekenis van het verbond op
den achtergrond is gekomen, wyl
verband tusschen verbond en evangelie heeft
doorgesneden. Er is echter geen evangelie dan
hetwelk opkomt uit het verbond, dat God me-.
Abraham en zyn zaad heeft opgericht. Chris
tus Jezus met de genade, die in Hem is,
wordt ons alleen geschonken in de belofte des
evangelies of des verbonds; Hy kan alleen
worden aangenomen door de geloovige om
helzing dier belofte. Zoo blijkt het verbond
van centrale beteekenis te zijn voor het leven
des geloofs; in de verbondsbetrekking tusschen
God en Zijn Kerk, door het geloof aanvaard
en wederkeerig geworden, hebben we het
wezen der Chr. religie te zien. Spr. eindigt
met er op te wyzen, dat de continuïteit van
het verbond grondslag is van de continuïteit
van het geloof, grondslag mede van de con
tinuïteit van het aardsche en het hemelsche
leven van den Christen. Het leven in ver
bondsbetrekking met God door het geloof
draagt het eeuwige leven in zich.
ROFFEL-RIJMEN
Erivasseris een fraaie aap
Die uit Oostinje kwam
En met z'n baas de groote reis
Naar Holland ondernam.
Hij vond in Alphen aan den Rijn
Een prima, hospita,
En aapte, daarvoor was hij aap,
De mensch in alles na:
Sloot men hem op, dan brak hij uit,
Zooals de mensch dat doet
Die lak heeft aan het lastige
Verschil van kwaad en goed.
Op avontuur in 't avonduur
Kreeg onze boomaap kou,
En dacht (waarschijnlijk)lag ik maar
In 't bedje bij de vrouw!
Een open raam werd hem te sterk:
Toen hij een bed zag staan
Is-ie, door weemoed overmand,
De krullen ingegaan.
Bewoonstervan geen aap beimist,
Begeerig naar de slaap,
Schrok, toen ze 't donzig dek opsloeg
Zich nagenoeg een aap;
Ze gilde, daarvoor was ze vrouw,
Dc Alphenaars bijeen,
Terwijl de aap per buurtverkeer
Weer in een boom verdween
En heel een bange halve nacht
Bleef Alphen uit z'n slaap
Voor één ontsnapte-snotaap-van-
Ee n-slaperige-aap.
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
DERDE DAG.
Voor heden staat voor de morgenvergade-
ring op het program een rede van D r. W.
Kolfhaus van Vlotho (Duitschland) over:
De hedendaagsche religieuse crisis
welke rede in "het Duitsch werd uitgesproken.
De spreker wenscht niet te handelen over
„religieus" in 't algemeen, maar beperkt zich
tot de Protestantsche religie. Het begrip
„crisis" wordt bepaald in dier voege, dat het
de ure der beslissing beteekent en wel eener
beslissing over leven en dood, dus niet in den
trant van Spengler, die de ontbinding reeds
voor onherstelbaar houdt.
Het gevoel voor een keerpunt der tyden ge
plaatst te zyn, bespeurt men in alle Kerken
Het eerste gedeelte van het referaat poogt
de tegenwoordige situatie der religie
verschillende Kerken
en de gevolgen te kenmerken, die de ont
binding van het religieus levensgevoel op alle
terreinen des levens na zich sleept, vooral
met beroep op de beschrijving van het bur
gerlijke en kerkelijke milieu door erkende
romanciers in Holland, Engeland, Duitsch
land en Noord-Amerika.
Voorts is antwoord te zoeken op de vraag
uit welke oorzaken de hedendaagsche crisis te
verklaren is, of wy te maken hebben met een
plotselinge breuke in het leven der cultuur
volkeren of met een langzamerhand zich voor
bereidende ontwikkeling. Aangetoond wordt
hoe reeds in de dagen der reformatie de hu
manistische, tegen Gods scuvereiniteit in-
HERDENKINGSKAPEL VOOR
ERZBERGER
0Op de plaats waar tien jaar geleden de
volken te teekenen Duitsche rijksminister Matthias Erzberger
vermoord werd, te Griesbach in het Schwarz-
wald, wordt 20 September een herdenkings
kapel ingewijd.
cenige middel blijft de nieuwe en verdiepte
bezinning op Gods openbaring, m.a.w. de ver
nieuwing van theologie en prediking, die ten
allen tijde aan de opleving der Kerken en
volkeren voorafgaat. Een Kerk, die op hooger
bevel handelt en een duidelijke, bepaalde
boodschap brengt, wordt ook gehoord en daar
mee is het doode punt overwonnen. De Kerk
mag alsdan weer, immers met vrees voor
HHP... eigen ontrouw, toch in zwakheid juichen en
gaande strooming woelde, die thans alle dijken j hopen.
dreigt te doorbreken. IZoover
komen zijn, indien niet de Kerken zelf
deuren geopend hadden voor het den mensch
vergodende humanisme.
Daarmee staan wy voor de laatste vraag: I „J?
>ctaof er nnrr Ho aanstaand
Een indruk.
Tot nu toe mag liet congres naar wensch
verloopen. En geen wonder.
Een groep van deskundige mannen, voor-
taand in den strijd voor het Calvinisme
verschillend levensterrein; een groote
- groep van studenten, wier begeerte het is
ten tegeluk ons bennnerendat de chnste- steeds di door te drfagen de beginse-
ltlke religie nooit door vijanden van buiter. I len van hrt Calvinisme, om daarvan straks
tot vertwyfeling gebracht kan worden. De op hun „rschillende posten de beiielde dra-
crisis onzer religie ontstaat daardoor, dat in gers en standvastige verdedigers te zyn; zie
eigjpn boezem beginselen zich ontwikkelen, I daar de fact0ren noodig voor het slagen van
welke onder Gods leiding en aan Hem onder- een congres als dit. En deze factoren zijn alle
worpen de kracht van het Christendom zyn, aanwezig-. En het programma staat wel zeer
van Gods autoriteit echter losgeraakt de crisis naaw jn contact met onzen tijd. Moest mer.
der Kerk en der religie veroopaken. Der- al vaak beweren (en niet altijd ten onrechte)
halve is het niet mogelijk, de crisis der religie dat de studentenwereld buiten het leven
te overwinnen door philosophie of psychologie staat, van dit studentencongres kan dit ze
en andere menschelyke hulpmiddelen .Het I ker niet worden gezegd.
INDRUKKEN UIT EGYPTE
VI
Hoewel bij het mohammedanisme ook
sekten voorkomen, is het hierdoor ontstane
verschil in belijden niet bijzonder groot.
Dit wil ook weer niet zeggen, dat het mo
hammedanisme als religie zóó sterk is,
dat economische tegenstellingen erdoor wor
den overbrugd. In den groot en wereldoor
log stond Turkije naast Duitschland. En
waren er heel wat, die profeteerden, dat
Engeland nu zijn mohammedaanschc bezit
tingen wel kon afschrijven. Heel kalm vocht
do islam-belijder in het entente leger tegen
zijn geloofsgenoot, die de zijde der centralen
had gekozen. Precies als bij de volken,
welke zich christelijk noemen. Het protes
tantsche Pruisen tegen het protestantsche
Dc zoogenaamde blauwe moskee te Kairo,
pizt mlnaretm
Engeland; het roomsdhe Oostenrijk tegen
het roomsche Frankrijk.
Trouwens, onder de mohammedanen on
derling, heeft het zwaard altijd een groote
rol gespeeld. Er zijn misschien méér sultans
vermoord of afgezet, dan rustig aan hun
eind gekomen. Echte Nero-figuren kwamen
ei onder voor.
Eén, En-Nasir, liet al zijn emirs, men zegt
400, op een gastmaal noodigen, en ze dan
dooden. Slechts een enkele gunsteling bleef
in het leven. Als hoofdambtenaren, 't' was
ongeveer 1300 na Christus, stelde hij toen
vele Christenen aan. Voor de Christenen
werd een afzonderlijke kleeding voorge
schreven. namelijk een donkerblauw kleed.
Dit wordt thans onder de Koptische Chris
tenen nog wel gedragen.
Een zijner opvolgers vond weer wat an
ders uit voor de Christenen. Zij moesten
altijd op straat een houten kruis van vijf
pond zwaar aan den hals dragen. De Joden
daarentegen werden uitgedoscht in een geel
kleed met een groote, zwarte kogel aan den
hals.
De voornaamste plichten van een moham
medaan zijn een vijftal. Het geloof naar
de letter in den Koran; het dagelijksch ge
bed; het geven van aalmoezen; het vasten
in de maand Ramodan, en de tocht een
maal in het leven naar Mekka.
De Koran wordt door de geestelijken on
derwezen op de scholen, en in de moskee
voorgelezen aan de mannen. De vrouwen
mogen de moskee niet betreden. Dit ligt
weer geheel in de lijn. De vrouw is een
in elk opzicht achteruitgezet schepsel. Bij
liet huwelijk wordt naar haar eigen mee
ning niet gevraagd. Den bruidegom heeft
zij meestal nooit gezien. Tot voor eenige
jaren werden meisjes van 12 of 13 jaar al
vaak uitgehuwelijkt De wet laat nu niet
meer toe, dat dit vóór het zestiende jaar
geschiedt
De Koran veroorlooft den man hoogstens
vier vrouwen te houden. Economische rede
nen laten zulks echter niet vaak toe. In
Turkije is dit thans verboden. Dc harem
bewoonsters werden zonder vakbekwaam
heid plotseling op ide markt gesmeten. Ten
gevolge daarvan heeft in sommige steden
van Klein-Azië en Syrië de prostitutie zich
sterk ontwikkeld.
Bij de bewoners van het land is de schei
ding tusschen mannen en vrouwen niet zoo
opvallend groot Men werkt naast elkaar op
het land en men ziet ze ook wel samen wan
delen. Zóó zeer is het stelsel echter door
gedrongen, dat zelfs de grafkelders in
Mohammedaansche vrouwen. Als men aan de witte gewaden ziet, zijn dit Arabische.
aparte ruimten voor mannen en vrouwen
zijn gescheiden.
In Kaïro wemelt het van moskeeën. Elke
sultan wilde zijn naam verbinden aan mins
tens één gebouw. Er zijn schitterende ge
bouwen onder. Vele zijn voor een deel op
gebouwd van wat aangesleept is van de
oud-Egyptische cultuurmonumenten: pira
miden, grafkelders en beelden.
Het bezichtigen der moskeeën is nu voor
den vreemdeling toegestaan. Er is zelfs een
soort zaakje van gemaakt. Bij de hotelpor
tiers zijn kaartjes te verkrijgen.
Het gebouw zelf mag slechts betreden
worden met ongeschoeide voeten. „Trek
uwe schoenen uit van uwe voeten, want de
plaats, waar gij op staat, is heilig".
Nu is er op gevonden, dat aan de poort
mannen zitten met groote hoeveelheden
sandalen. Voor elke maat zijn er bij.
Kosten één piaster. O wee, als bij het slof
fen door de moskee een sandaal los gaat
Snel vliegt er een wachter op los. Kosten
weer één piaster.
Zitplaatsen komen in het in den schemer
gehouden gebouw niet .voor. Alles staat om
de preekstoel. Een nis wijst de richting
aan, waar Mekka is gelegen. Bij het bid
den wendt de mohammedaan zich altijd
naar Mekka, gelijk de oostersche Jood dit
doet ten opzichte van Jeruzalem. In de
woestijn wondt van deze gewoonte even
min afgeweken.
Op bepaalde uren van den dag wordt de
mohammedaan tot het gebed opgeroepen. Op
den bovensten omgang van den minaret,
verschijnt dan een geestelijke met zijn ho
ren en doet den roep weerklinken, die het
sein geeft. „Allah is de Hoogste; ik gelooi,
dat er geen God is buiten Allah. Ik geloof,
dat Mohammed de Profeet van Allah is;
komt tot het gebed; komt tot het heil; Allah
is de hoogste; er is geen God buiten Allah."
Als de oproep weerklinkt, valt de geloo
vige op den grond. Op straat is dit een won
derlijk gezicht, als men voor de eerste maal
hier getuige van is.
Vóór het groote gebed in de moskee die
nen voeten en handen gewasschen. Wasch-
bekkens bevinden zich op het moskeeplein.
Ook in de woestijn wordt aan dit voor
schrift streng de hand gehouden, Zand .ver
vangt hier dan het water.
De verplichte aalmoezen komen niet al
leen de armen ten goede, maar dienen ook
om den ganschen eeredienst te verzorgen.
Dit schijnt niet al te vlot te loopen, want
de regeering heeft het onderhoud van vele
moskeeën op zich genomen. Tot den eere
dienst behooren de stichtingen, waar de
aanstaande geestelijken hun opleiding ont
vangen. De voornaamste daarvan is de zoo
genaamde Universiteit te Kaïro- Een bezoek
aan deze universiteit is buitengewoon in
teressant.
Zij is gevestigd in de moskee El Azhar,
een gebouw uit de tiende eeuw. De oplei
dingsschool is bijna even oud. De naam uni
versiteit klinkt in onze ooren wat groot
scheeps, ofschoon de studietijd lang genoeg
is. Deze is maar liefst zeventien jaar.
Doch het onderricht schijnt niet veel uit
te gaan boven dat van een mulo-school ten
onzent, indien dit al gehaald wordt.
Een wandeling door het gebouw tijdens
de lessen is toegestaan, mits de studie niet
wordt gestoord. De leerlingen zitten allen
met gekruiste beenen om den professor, die
dezelfde houding heeft aangenomen. De pro
fessor leest enkele zinnen vóór, en de leer
lingen herhalen ze. Daarbij maken ze met
hun bovenlichamen wiegelende bewegingen,
om het opnemen te vergemakkelijken. Aan
de wandelaars stoort men zich niet. In den
bloeitijd waren er ongeveer 15.000 studen
ten, thans nog zesduidend met ruim twee
honderd professoren. Natuurlijk allo van
het mannelijk geslacht.
De studenten komen uit alle mohamme-
daansche streken van Azië en Afrika. Stu-*
die en levensonderhoud wordt gratis ver
strekt door religieuse stichtingen.
Overigens doen deze studenten ook al
niet onder voor hun collega's in de wes-
tersche landen. Toen de regeering zich pas
naar hun zin wat te veel met het onderwijs
bemoeide, gingen ze staken. Berlijn en Leu
ven zouden het hun niet kunnen verbe-
Na afloop van den veeljarigen cursus
worden -de geslaagden verspreid over de
islamitische gebieden en krijgen óf moskee
dienst te verrichten, óf gaan het klooster
in.
V stond in ons blad van 5 September.
De universiteit te KaïroMen ziet hier op voorplein talrijke studenten op den groid
bitten te studecren.