VarA^ndaa 3 Het Communisme in de Practijk WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. S (Nadruk verboden). Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen Op liet sociaal economisch congres tp Amsterdam heeft de leider der Russische delegatie, de heer Ossinski, een vraag tc beantwoorden gekregen, of het rantsoen, dat op bonnen verkregen kan worden in Rusland tegen gereduceerde prijzen, vol doende is voor het noodzakelijke levenson derhoud, of wel dat de arbeiders gedwon gen waren ni et-ge rantsoeneerde, z.g. „vrije" producten te koopen tegen de daarvoor gel dende fantastische prijzen, die wel 5 tot 10 maal zoo hoog zijn als de prijzen, die voer de rantsoenen berekend worden. Het ant- •d luidde beslist en categorisch: Het rantsoen is voldoende, temninste dit jaar. .Verleden jaar misschien nog niet, nu wel. Wij citoeren in het volgende punt 10 van 'de beslissing van het centrale comité van de communistische partij te Moskou van 15 Augustus jl. over de kolenproductie. Het is dus een zeer recente beeslissing van een lichaam, dat geen propaganda tegen de sawjeits zal maken. Dit punt luidt: Het volkscommissariaat van voedsel voorziening moet in 10 dagen tijds uit werken en aan den raad van volkscom missarissen voorlogen maatregelen ter versterking van de voorziening met le vensmiddelen en industrie-producten van de arbeiders en het technische personeel der koolmijnen, eoowel door vergrooting van het rantsoen der arbeiders zelf, als in het bijzonder door vergrooting van het rantsoen hunner gezinsleden, waarbij de versterkte voorziening van levensmidde len en producten met 1 September in moet gaan. Blijkbaar rekenen vertegenwoordigers der sowjets in het buitenland erop, dat men daar hun publicaties niet al te nauwkeurig leest, daar zij toch anders wel wat voorzich tiger zouden zijn met hun categorische ver klaringen. Op het bovenvermelde congres was hun speculatie eqn juiste, want nie mand heeft hen op de volkomen leugenach tigheid van hun bewering gewezen. DE OOGST IN DE SOWJET-UNIE. Het laatste overzicht van het volkscom missariaat van landbouw over den gang van het oogsten geeft geen optimistischer kijk op de toestanden. Op 20 Aug. was 75 procent der te velde staande gewassen ge oogst Echter heeft men hef. in vele gebieden ibij oogsten moeten laten, omdat de taak te zwaar was, en had niet eens tijd het graan in schoven te zetten, doch heeft het, als ge maaid gras, op het veld moeten laten lig gen. Ook voor den nieHandbouwer zal het wel duidelijk zijn, dat zulks verlies van na genoeg alle graankorrels beteek ent, vooral wanneer zooals bet geval is fregen op het afgesneden graan valt. Ongeveer een derde van al het graan bevindt zich in dien precairen toestand, in Turkestan zelfs meer dan de helft. De organisatoren, opgehitst door de instructie® en bedreigingen uit Mos kou, willen" blijkbaar in ieder geval het ge was, dat te velde staat, oogsten en hebben alle krachten daaraan gezet. Het opbinden in de schoven en de verdere bewerking moe- 1 ten dan maar geschieden als het oogsten afgeloopen is. Een riskante geschiedenis, die door eventueele grillenvan het weer noodlottige gevolgen kan hebben. Slechts louter geluk kan hier de sowjets helpen. Een controle-commissie, die de uitgifte 'der staatsleeningen in Nizni-Nowgorod en omstr en heeft nagegaan, heeft daarbij in derdaad weinig verheffende feiten gecon stateerd. Allereerst kwam aan het licht, dat de elkaar snel opvolgende campagnes voor steeds nieuwe staatsleeningen veelal slechts paipieren resulaiten Lebben. De mcnschen schrijven wel in, liefst met heeie collectie ven tegelijk, maar betalen gedeeltelijk nooit. Dientengevolge liggen heele pakken obli; gatics, die formeel geplaatst zijn, zooals zij rekomen zijn in de pakhuizen van de staats- ank. Aan de andere kar.t echter kom-t het ook vaak voor, dat de inteekenaars wel betaald hebben, maar hun obligaties toch nooit krij gen. Slordigheid en gedeeltelijk kwade trouw spelen daarbij een rol. Hetzelfde is hj' ge val met de obligatie®, die door de houders bij de bank in bewaring zijn gegeven. De staatsleeningen zijn n.l. in de sowjet- unie bijna zonder uitzondering met een lo terij verbonden, die elke 3 of 4V maanden plaats vindt. Op de uitgelote obligaties val len dan, natuurlijk voor een klein gedeelte, verschillende prijzen. Een gedeelte van het bankpersoneel heeft liu van de slordigheid geprofiteerd en de prijzen, die op verschil lende obligaties waren gevallen, in eigen zak gestoken. Niet allen hebben dat gedaan en zij, die zich hiermee bezig hebben ge houden, konden de gelegenheid niet ten volle benutten, wegens de chaotische toe standen. Ook zij konden ge.en overzicht krij gen van alle obligaties, die in het bankkan toor aanwezig waren. Tenslotte heeft de commissie beslist, dat de leiders der diverse t\ankafdeelingen be rispt zullen worden, en dat die onderge schikten, die voor den chaos direct verant woordelijk zijn, door de justitie ter verant woording zullen worden geroepen. Wanneer er bij de banken al een derge lijke janboel heerscht in de administratie, bij de lichamen dus, waar het boekhoud kundig apparaat he>t hoogst ontwikkeld is en men met de beste krach en werkt, kan men zich eenigszins een denkbeeld vox-men van den toestand, waarin zich de admini stratie op de boerenbedrijven bevindt. Wat hebben bij zulke toestanden cijfei-s van ds sowjet-aivtoriieiten nog eigenlijk te betee- ltenen? PLAN EN WERKELIJKHEID. De sowjet-propaganda is gabaseerd op de plancijfei-s. Zij overbluffen ieder, of trachten het te doen, door steeds weer naar voren te 'brengen welke reusachtige uitbreidingen zij van plan zijn door te voeren, wat er al lemaal op papier staat. Maar laten wij nu eens naar de uitvoering kijken. Dat geeft eveneens een typeerend beeld. Prof. Broets- koes wijst er in de Roel zeer terecht op, dat men deze zaak van sowjet-zijde in den laat- sten tijd hoe langer hoe meer bemoeilijkt, doordat haast geen statistisch materiaal meer wordt gepubliceerd en men slechts zoo nu en dan tusschen de bombarie van propaganda en leuzen een paar getallen vindt, die eenig licht werpen op hetgeen in werkelijkheid geschiedt. Zoo hebben wij eenige cijfers over de me tallurgie. die niet minder daji ontstellend zijn. Officieel wordt vermeld, dat de pro ductie van gietijzer, staal en walsijzer in de eerste helft van 1931 slechts ongeveer 60 procent van de geplande productie bedroeg. Als men nu weet, dat volgens het plan de gietijzerproductie die jaar 160 procent van 1930 moest bedragen, volgt daaruit, dat in werkelijkheid deze op een ongeveer gelijk peil is gebleven. (Met de juiste cijfers bere kend is de vermindering 1,3 procent). Voor staal was de toename op 42 procent gepro jecteerd, zoodat in wei-kelijklieid slechts 87 procent van de hoeveelheid in 6 maanden van 1930 geproduceerd is, voor walsijzer moest de toename bijna 30 procent bedra gen en is in werkelijkheid de achterstand 31 procent, is slechts iets meer dan twee derden van de hoeveelheid van verleden jaar geproduceerd. Niettegenstaande de honderden millioenen roebels, die de sowjet-regeering aan uitbrei dingen heeft besteed, wordt er dit jaar in de fundamenteele industrie belangrijk min der voortgebracht dan verleden jaar. Dit kan niet anders dan de allertreurigste ge volgen hebben voor de uitvoering der plan nen over de geheele lijn, en de komende maanden zullen het bewijs daarvoor bren gen door een onvermijdelijke inkrimping der activiteit, op elk gebied. Men bedenke slechts, dat de sowjet-unie geen enkele re serve heeft en dus eenvoudig niet in staat zaJl zijn aan de verdere industrie en voor de bouwwerken Ihet benoodigde ijizer te leve ren. En waar niet is, daar heeft zelfs de G. P. Oe. zijn recht verloren. ZEEUWSCHE MEISJES OP DE FIETS ORDE VAN ZAKEN Kunst en Letteren. MONUMENT VOOR WIJLEN J. HAMDORFF. In hotel Hamidorff te Laren is door het Werkcomité voor Stichting van een monu ment voor wdjlen J. Hamdorff vergaderd. Besloten werd om in overleg met het Gemeentebestuur een monument te plaatsen in de naaste omgeving van woning en hotel van den overledene. De heer Wouter Hamdorff heeft zijn wel willende medewerking verleend. Hij zal een ontwerp voor dit monument maken. Dit zal t.z.t. worden geexposeqrd, waarna met de inzameling, van de voor het monument be noodigde gelden, zal worden begonnen. SIR THOMAS HALL CAINE f Op 78-jarigen ouderdom is de bekende Engelsche schrijver Sir Thomas Henry Hall Caine overleden. Geboren in 1853 te Run corn, werd hij architect, maar wijdde zich spoedig aan de letterkunde en woonde op 't eiland Man, waar hij lid van het parle ment is geweest en een deel van zijn jeugd had doorgebracht. Van zijn talrijke romans, waarvan ettel- lijke ook in het Ncdexlandlsoh zijn vertaald noemen we: The White Prophet, The Pro digal Son, The Bondman, The Woman Thou Gavest me. BELGISCHE KUNST TE AMSTERDAM De heer Petitjean, Belgisch minister van kunsten en wetenschappen, zal Zaterdag de opening van de tentoonstelling van Belgische kunst in het Stedelijk Museum te Amster dam bijwonen .Hij zal vergezeld zijn van den directeur-generaal Lambotte en den kunstschilder Opsomer, dii-ecteur van het Hooger Instituut van Schoone Kunsten te Antwerpen. .(Van onzen Duitschen correspondent). Albert Grzesinski, de socialistische hoofd commissaris der Berlijnsche politie was van meening, dat orde van zaken bij ons, bui- tenlanusehe journalisten, nogal te wenschen overlaat. Derhalve liet hij ons door bemid deling van het ministerie van buitenland- sche zaken naar de Wilhemstrasse com- mandeeren. Niet in de gezellige bovenzalen, waar de tafeltjes hij dergelijke samenkom sten keurig gedekt staan en de waardige lakeien uit den keizerlijken tijd ons correct bedienen maar in de kale benedenruimte werden we aan een lange, ongedekte tafel ontvangen. We waren om 5 uur ontboden, maar pas na half zes verscheen Herr Polizei- prasident in gezelschap van den Presse- Chef, Herrn Zechlin- Die keek eenigszins verlegen, want hij scheen evenmin als wij precies te weten- wat er eigenlijk gaande was. In tegenstelling tot zijn vrij plotseling spoorloos verdwenen voorganger en partij genoot Zörgiebel, een statige, representatieve verschijning, is Grzesinski het breedge bouwde, onaanzienlijke mannetje gebleven, dat we al eerder in deze functie en tusschen door ook als minister van binnenlandsche zaken voor Pruisen meemaakten. Het heeft geen doel, oude koeien uit de siloot tc halen, maar 's mans ontijdig heengaan in deze hooge functie was geen compliment voor het prestige van den Pruisischen staat. Braun en Severing schijnen er anders over te den ken. Toen de hetze tegen Grzesinski en diens particulier leven was afgeflauwd, haalden ze hem weer te voorschijn en met den vice-president Weiss zetelt hij thans opnieuw aan den Alexanderplatz. Een vreemdsoortige ontvangst- Herr Polizeipriisident Grzesinski excuseer de zich voor zijn telaatkomen en sprak er zijn verbazing over uit- dat zoovele vrouwe lijke en mannelijke vertegenwoordigers der buitenlandsche pers zoo accuraat op tijd waren verschenen. Als nieuwste nieuwtje vertelde hij ons, dat hij persoonlijk geen enkele vreemde taal beheerscht, zoodat hij de berichtenin buitenlandsche bladen hoogstens in Duitsche vertaling onder de oogen krijgt. Wij keken elkaar even var baasd en verlagen aan, want van iemand n zoo hooge en verantwoordelijke positie hadden we iets beters verwacht. Het hangl dus van den vertaler af, of Gizesinski, dc berichten in don oorspronkelijk bedoelden vorm in zi. h opneem4 Bcnciiten u»t m tweede hand verliezen gauw aan be- teekenis. Van een blaadje papier wer den ons eenige in het Duitsch ver taalde berichltn uit buitenlandsche bladen voorgelezen, welke een storm van hilari teit verwekten onder dê deskundigen. Ber lijn werd op één lijn geplaatst met Chicago- beschreven als het tooneel van moord en doodslag, alls de onveiligste wereldstad van Europa. Dat kittelde onze nieuwsgierigheid en wij vroegen op den man af, in welke bladen zulke sensationeele berichten waren opgenomen Dienaangaande verstrekte Grzesinski ons liever geen informatie. Wilde hij onze aanwezige collega's niet blamee- ren of had hij angst, den titel der betrokken organen verkeerd uit te spreken? Voor jour nalisten, die graag gauw en precies op ce hoogte der gebeurtenissen willen zijn, ver wees hij naar zijn pers-chef, die links van hem gezeten was. Nu willde echter het booze loecval, dat eenige journalisten dezen hea,4 reeds eerder, maar zonder eenig resultaat om informatie hadden verzocht- Zoodoende sloeg het Berlijnsche Polizeipr&sidium deze namiddag in de Wilhelmstrasse geen schil terend figuur. Ik merkte al gauw, dat hnr niet veel te halen viel en slikte de vele vragen, welke ik op 't hart had, liever in. Toch zou het van algemeen belang zij geweest, wanneer wij ons bij deze origineele samenkomst niet tot bijkomstigheden perkt hadden. Er zijn veie vragen, welke dringend op een afdoend antwoord wachteu, oor vallen en feiten, onder wier verloop het prestige der Berlijnsche politie te lij dan lieeft. Omtrent de gebeurtenissen aan den Bülowplatz denken wij heel anders dan Grzesinski en wij achten het hoogst bede i- kelij'\/t'at alsr.cg de aiooicrvxa'nrs der schupo-officiercn niet vastgesteld tn gea.-- resttcid konden worden. Wij achten het allerminst onbelangrijk, wanneer over eei \ulKS\vijk van Gross-Berlin de slaat va beleg wordt uitgesproken en zouden graag weien, wat ae ontiuiming van hel Karl Liebknecht-huis voor materiaal heeft opge leverd- Het bestormen van bankfilialen pij klaarlichten dag en het ontsnappen cle; brutale roovers beschouwen wij wel degel .1; als een publiek gevaar en wanneer ondanks enorm hooge belooning de daders nog nut geknipt konden worden- dan vragen wij af, of de politie de situatie werkelijk nog beheerscht? Met de communisten en de nationaal socialisten nam Grzesinski een loopje. Vo gens hem beschikken zij noch over het geid noch over de wapenen, om een revoluiie- in-miniatuur door te zetten. Grzesinski plaatst zich hier met zijn ziens wijze pal tegenover den rijkskanselier I r Bruning, die luist dizer dagen een wintei voorspelde, zooals we dien in Europa neg nimmer beleeft hebben. Biüning beschouv>t zeven millioen arbeidsloozen allerminst als een quantité nteligeable. Tijdens het volksreferendum hebben \an dichtbij het doen en laten der radica'en van links en reciits gaopgesiagen. In dagen van politieke spann'ng hebben wij de politie in haar door kisten d hei d bewondem Wij onderschatten de grc< te moeilijk! eden met en zijn ons klaar bewust, welke hooge -•is' iien aan iet Berlijnsche politiecorps worden gesteld. Ik wandelde mee met de duizenden- die aan de beide slachtofL van den Bülowplatz de laatste, welverdien eer bewezen. Voor mij een reden terne»:, om den ernst der situatie niet te onder schatten. Vragen die gaan rijzen. Hoe denkt Grzesinski bijvooibeeld ovei het voorgevallene in de Motzstrasse, waar nationaal-sociulisten een geestverwant, dim ze per ongeluk voor een communist hielden zoo geslagen hebben, dat hij in een zieken huis opgenomen moest worden? Is het de politie bekend, dat zulke Storm-Afdeelingen cie'r Hitlerianen overal in Berlijn zetelen? Weet zij- dat de bovenste étage Motzstra» 6 bij Frau von Schroder tot een kazern i is ingericht, waar de S. A. knapen gekleed en gevoed woiden? Weet zij, dat er in Be- lijn nog minstens 10S zulke S- A. Heinio bestaan? Kent zij Hednes, bergman en Ero-t als de leiders dezer organisatie? Heeft .ij zich afgevraagd, waar deze vechtlustigen het geld voor de huur en hun dagelijks .li onderhoud vandaan halen? Wie betaal i ■elefoon, licht en vuur? Wie honoreert d- in iedere geïmproviseerde kazerne dien- doenden kok? Volgt zij het patrouilleeren dezer stormtroepen, het aanvallen van com munisten of rijksbanier? Kent zij de pai ticuliere kazerne der Hitlerianen in de I.ützowstrasse 93- waar Storm 15 zetel k Hier zetelen Sombroth, Kosmoll, beiden al straatridders genoegzaam bekend. De koL' heet er Rudi, maar hij kookt zoo voortrol - teiijk, dat hij door zijn kameraden „Lieschen" genoemd wordt In naüionaal- socialistisehe kringen is dc goede cuisine in de Lützowstrasse algemeen bekend en alle vluchtelingen uit de provincie spoeden zich begrijpelijkerwijze hierheen. Is het Grzesins ki bekend, dat in zulke kazernes schie oefeningen gehouden worden op de poi tretten van Severing en den Polizeiprasi- dent? Bleef hem wellicht verborgen heï inrichten van particuliere -klinieken voor gewonde vechtersbazen? In de Baerw&ld strasse 3S is zulk een ziekenhuis, waar elf bedden steeds gereed staan. Dr. Döppner e wat Wils. DE DOODENTORENS VAN BOMBAY De bekende Engel&che prediker Spur- geon verhaalde eens de volgende geschie denis, die hem door een zendeling werd Door de Paireen, een secte in Inidië, wordt een soort van torens gebruikt om zioh van hun dooden te ontdoen. Hun gevoelen is, dat de aarde niet mag bezoedeld worden door het doode lichaam der menschen, en daarom begraven zij hen niet, gelijk dit bij ons geschiedt, maar zij leggen de lijken op die torens, opdat zij daar door de gieren en andere roofvogels zouiden worden ver slonden. Deze torens zijn rond, niet hoog, en van boven vlalk, omgeveetr ais een half afge broken molen. Boven op het dak zijn drie kringen; de eerste is bestemd om er de lijken van man- te plaatsen, de tweede is voor vrouwen en de dierdie voor kinderen. Wanneer iemand sterft, wordt hij op een ijzeren draagbaar gelegd, en door daarvoor bestemde personen daarheen gedragen, ter wijl er een stoet rouwklagers medegaat, die één troep uitmaken, "door onderling witte doeken aan de einden vast te houden. Den toren bereikt hebbende, blijven de vrienden beneden op eenigen afstand 6taan Het lijk wordt op het vlak gebracht, en op een verhevenheid geplaatst, geheel ont kleed. Ondertusedhen zit een menigte gulzige roofvogels, voornamelijk gieren, te wach ten. In de rondte op de muren, en in hoo rnen ziet men hen gretig den nieuwen buit beloeren, en ails de dragers vertrokken zijn, hebben zij in enkele uren bet li-ohaam tot een geraamte afgekloven. In acht af tien dagen tijd zijn gewoonlijk de beenderen geheel uitgedroogd. Alsdan worden ze met tangen weggehaald, en in een diepen put geworpen, die zich onder in den toren bevindt De regen heeft vrijen toegang, en vult somtijds dien put Door lange buizen laat men dat water weer wegioopen, doch men draagt zorg, dat er geen menschelijke over blijfselen medegaan, als dat water weer de aarde bereikt of daarin opgenomen wordt opdat er in geen geval verontreiniging plaats hebben kan. Nu gebeurde bet eens, dat er een zoo danige „begrafenis" plaats had, die veel opzien in de stad Bombay verwekte. Een aanzienlijk man was, zoo men meen de, gestorven, en zijn lichaam werd op de gebruikelijke wijze naar den toren gebracht en daar n-edergelegd. De vrienden en rouwklagers vertrokken, en de roofvogels kwamen aanzetten, om het lichaam te verscheuren. Hun scherpe bekken en nagels drongen in zijn vleesch en deden hem, daar hij niet werkelijk gestorven, maar slechts schijn dood was, ontwaken. Tot zijn ontzetting zag de ongelukkige, dat hij zich op den toren des doods bevond, en omringd was door hongerige roofvogels. Dat was voorwaar een vreesedijke toe- Met al de kracht der wanhoop sloeg hij de monstere van zich af, en het gelukte hem, naar heneden te komen, en te ont vluchten, hoewel hij menigmaal in gevaar was, den hals te breken. I-lij kwam nu in veiligheid en buiten het bereik der roof vogels; maar wat nu te doen? Hij vluchtte natuurlijk naar zijn huis» Doch toen zijn vrouw en kinderen hem za gen, schreeuwden en gilden zij van angst, meenende dat het zijn geest was, en niets kon hen overtuigen, dat hij werkelijk nog In zijn nood liep hij ijlings naar een zen dingshuis in zijn nabijheid, waar hij vrien del ijk opgenomen, onmiddellijk van klee- ren voorzien, en zóó verpleegd werd, dat hij spoedig in staat was, zijn huisgezin weder op te zoeken. Doch nu was "t weer 't zelfde geval De zijnen en4 ook zijn vrienden wilden niets van hem waten. Hij was doo-d, zeiden zij, want zij hadden zelf zijn begrafenis bijge- Toen hij zag, dat niets hen overtuigen kon, verlangde hij tenminste een deel van zijn eigendom im bezit te hebben, om in zijn behoeften te kunnen voorzien. „Neen," zeiden ze. ,gij zijt dood, en een geest heeft geen geld noodig." Hij begaf zich nu naar den rechter, doch kon geen gelijk krijgen. Zijn familie hield vol: hij was dood, en had dus nergens meer aanspraak op. Toen keerde hij weer naar het zendings buis terug, en is later nog tot het Christen dom bekeerd. Een vreeselijks ge'-eurtenis als hierboven beschreven zal in onzen tijd wel haast rniet meer kunnen plaats hebben. Maar nog weten onze zendelingen te ver halen van den angst der heidenen voor den dood en van hun vaak- zonderlinge manieren om zich te beschermen tegen de geesten aan gestorvenen. Alleen het Evangelie kan hier verande ring brengen. En dankbaar mag worden gewezen op de vele heilzame venanderin- gen, die het reode onder vele volkeren heeft gebracht diens afgestudeerde vrouw behandelen gra tis hun bloedende geestverwanten en zorgen dat de politie ze niet in handen krijgt- Wie betaalt het onderhoud van zulke zieken huisjes of moeten wij ze beschouwen als een speculatie op het komende derde rijk? Is het Grzesinski nog een geheim, clat 14 September voor het begin van Hitler's glorie werd vastgesteld? Het geval-Dubral. Aan den Alex schijnt men de handen vol te hebben met ander werk. De Berlijnsche bladen staan vol van het geval-Dubral, een Rriminalkommissar, die in de wijk Kreuz- berg werkzaam was en thans wegens frau duleuze zaken gearresteerd moest worden. Dubral was vroeger grenscommissaris in het oosten van Duitschland. In deze functie kwamen reeds ongeregeldheden voor en werd hij wegens berooving van vrijheid aangeklaagd, maar later uit gebrek aan bewijzen vrijgelaten. November 1923 moest Dubral voor den officier van justitie in Guben verschijnen- daar hij beschuldigd werd, menschen zonder pas over de grens geholpen te hebben- Ook zou hij met wis sels en deviesen gespeculeerd hebben. Na een strijd van drie jaar wist hij zich te rehabiliteeren en door de waardevolle be middeling van een sedertdien overleden diplomaat kwam hij toen naar Berlijn op het Polizeiprasidium aan den Alexander platz. Hier schijnt hij duistere zaken met speelclubs begonnen te hebben. Kwamen in zijn revier zulke verboucn speelgelegen- heden aan 't licht dan liet Dubral tegen be hoorlijke vergoeding het schriftelijk mate riaal verdwijnen en de zaak bleef zweven. Men liet hem geruimen tijd controleeren en schijnt thans positief bewijsmateriaal ver zameld te hebben over zijn practijken- Men hield zich bezig met zijn particulier leven en stelde vast, dat hij aan de Kaiserallee ver boven zijn stand leefde, gescheiden van vrouw en kinderen. Dubral schijnt lont ge roken te hebben- want pas na lang zoe ken kon hij in de Linienstrasse ten huize van kennissen gepakt worden. Zijn 42-jarige vrouw, Erna Dubral, dit vernemende, tracht te een ontijdig einde aan haar leven te maken. Kennissen vonden haar en haar 15-jarigen zoon in de Berlinerstrasse in Tempelhof in bewusteloozen toestand. Toen meti haar weer tot bewustzijn bracht, smeek Radio Nieuws. 10.15 Gramofoon. 10.1 te leiden door D-s. J. v. d. Wou de. Gei 1H.V.) te Hilversum. 10.45—11 Gramofoon. Huishoudschool 3.45 Vrouwenhalfuurtje. Leidster: Mevr. J. 2. v Amstel—van Löbcn Seis. Spreekster: MeJ. Tüd-seln. 45 Zickenuurtje, te lelden door Ds. H. C. Zwahler Evang. Lutli. Pred. te Den Haag. Muzikale medewerking verleenen; J. H. Smit Duyzent- kunst. bariton, H. Smit Duyzentkunst, harmo- mumbegeleiding. 5 Tijdsein. 55.45 Cursus han denarbeid voor onze jeugd, door den heer H. J. groote zaal van bet Concertgebouw te Amster dam. ter gelegenheid van het veertigjarig be slaan van de Nederlandsche Organisten-Vereen, onder auspiciën van de Amsterdameche Kunst kring „Voor Allen". Mevr. Jo Vincent, sopraan. C. de Wolf. orgeL Utrechtsch Stedelijk Orkest, onder leiding van Evert Cornelia 10.30—10.40 Persberichten van Vaz Dlaa 10.4011.30 Gra- KRO. 8—9,15 Morgenconcert. 1111.30 Gra mofoon. 11.3013 Godsdienstig halfuurtje. 13 Tödseln. 12.0112.15 Politieberichten. 12.15 1,15 Lunchconcert. 1.452 Gramofoon. HILVERSUM (1875 M.) AVRO. 8 Tijdsein. 8.01 10 Gramofoon. 1010.15 Morgenwijding. 10.15 —10.30 Gramofoon. 10.30—11 Spreekster. 11— 12 Solisten-concert. 12 Tijdsein. 12.01—2 Orkest 22.30 Modepraatje. 2.303 Rustpoos voor het verzorgen van den zender. 31 Kwartet. 45 Zlekenuur. 56.30 Het Omroeporkest. 6.307 Sportpraatje. 77.30 Omroeporkest. 7.308 Spreekster. 8 Tijdsein. 8,01—9.15 Strökorkeat. 9.15—9.30 Gramofoon. 9.3010 Strijkorkest. 10 10.15 Nieuwsberichten van Vaz Dlos. 10.1511.15 Muzl Sluiting. Utrecht. 11.1512 Gramofoo: te zij haar kennissen- haar te laten sterven, daar zij van haar man geenerlei hulp meer kon venvachten. Men bracht moeder en zoon onder bewaking naar een ziekenhuis. Valt uit al deze feiten niet af te leiden, dat de orde van zaken bij de schupo nog veel te wenschen overlaat en zou liet niet beter zijn, wanneer 1-Ierr Grze&inski hieraan zijn volle aandacht ging wijden? FEUILLETON DESTERVANHALALAT Een verhaal nit den tijd der Babylonische ballingschap (55 I Ook in Babyion vernam men de gevangen neming des konings. De troepen door de vij- 1 anden op de vlucht gedreven, trokken op Babyion los. Het volk schreef de rampspoedige krijg toe aan 's konings verachting der goden. Den nieuwen koning bleef deze verachting niet verborgen. Hij besloot dan ook de fout, door zijn vader begaan, te herstellen en noodigde daarom de priesters, die naar andere stre ken getogen waren, uit, naar de hoofdstad te rug te keeren. Een schitterend feest zou dan den nieuwen heerscher de gunst der goden verzekeren. Haastig moest aam '6 konings verlengen voldaan worden, opdat de priestens nog vóór de komst der Perzen in de stad zou den zijn. Een edict verkondigde aan Babylon6 be woner s, welke gunsten de koning zijn volk wilde bewijzen. „Bel&azar, koming van Babylon, de vro me en godvreezende heerscher, de vereer der der goden, verkondigt zijn volk: Toen Nebukadnezar, de groote koning, mijn grootvader, over Babyion heerechte, bouwde hij de vervallen tempels der goden weder cp en verleende ze nieuwen glans. Mardoik en Naibu richtte hij een nieuwen tempel op; d-e Bit-Zidia, de onvergankelijke tempel, is door hem yam den grond af op gebouwd; hij sierde het heilig dooi op met zilver, m&t goud, met kostbare steenen, met cederihout. In de Bit-saggatu, den grooten tempel des hemels en der aarde, de woon stede van Mardoik, den Opperheer der go den, overtrok hij met zuiver goud het hei ligdom, den troon der heerlijkheid. 'Dat huis, de grondsteen van hemel en aarde, Babels eerste huis, heeft hij hernieuwd en voleindigd. Met platen van aUbast versierde fcjj den top. Den tempel der zeven lichten, Boreippa's voornaamste gebouw, heeft hij voltooid en met een spits gekroond. Dit en nog veel meer deed Nebukadnezar, mijn grootvader, en Bay lom werd de vreugde, de wellust der goden. Maar andere tijden kwa men; de goden verlieten Babylon en wanen vertoornd. Toen nu Mardoik, de groote heer, mij, Belsaear tot koning verhief, beval hij mij de heiligdommen der goden wederom hun vorig aanzien te geven. Nabu, die de heerschappij over hemel en aarde voert, gaf mij wijsheid, opdat ik de goden weer terug zou brengen in hunne woningen en het land Akkad en Sumir, dat jaren treurde, wederom het vreugdefeest der hemelsche vorsten kon vieren. De goden zullen met welgevallen op Babylons bewoner neer zien en den koning langdurige heerschappij de onderwerping van alle oproerigen en de overwinning op de vijanden verleenen!" Maar vóór het mogelijk was 's konings verlangen te vervullen, waren de vlugge ruitere van Cyrus Babylon reeds genaderd, en zoo moest de bezorgde stad zonder de verheven bescheimere de 6trijd voor de on afhankelijkheid beginnen. Talrijker weiden de troepen, door Cyrus naar de reusachtige stad gezonden, en èpoe dig was Babylon van alle zijden ingesloten. Nog was Cyrus niet g&komep. Men hoor de, diat de vlucht van Babylons koning hem in de omstreken van Erech zoekende vexnd Enkele da>gen later vernam men in de stad een gerucht, dat de koning gestorven was. Bij de bestorming van het paleis van dien gouverneur, onder aanvoering van Cy rus, hadden de Perzen al die bewoners, waar onider Nabunahid, gedood. Belsazar was bij gevolg alleeriheereoher geworden. Nitokris vernam zonder veel droefheid die tijding van Nabunaihids dood. Zij kon de vernederingen niet vergeten, haar van de zijde des konings aangedaan. Ja., een hei melijke blijdschap sprak uit de trotsche trekken, toen zij vernam, op welk een schandelijke wijze haar gemaal het leven verloren had. „Dat is de dag," sprak zij tot haar ldeve- lings-slavin, „waarop Lk zoo lang gewacht heb. Gij moet mij nog in dit uur naar ze ker oord vergezellen. Geef onmiddellijk be vel, het lichtste rijtuig en de snelste rossen voor te brengen." „Waarheen voert de tocht, o koningin?" „Naar den koningsburg!" Spoedig stond het rijtuig voor de poort Nitokris en de slavin 6te>tren in en in woes te vaart holden de paarden langs Babylons straten. De koningeburg was spoedig zichtbaar. Nog een oogenblik en d-3 vleugeldeuren werden beo eidwillig geopend voor de ko ningin. i Razu, de opzichter van den harem, hoor de vreemd op. dat de koningin, die na haar terugkeer in Babylon zorgvuldig dit paleis vermeden had. hem verlangde te. spreken. 1 Nog meei steeg zijn verbazing, toen hetj eerste bevel uit haar mond hem gebood twee scherprechtere te laten roepen. Een oogenblik later wachtten deze man nen op een bevel der vorstin* Op een wenk vam Nitokris volgden de echerpreohtere De trotsche vrouw ldep door verschillen de kamers en gangen. Een stevige dieur verhinderde den toe gang tot de vertrekken, welke Tavat-IIa- sina bewoonde. „Maek opèn!" beval de koningin een der eunuchen, die daar de wacht hield. Lislima, de slavin, 6tond in den hof, v\aar de koningin verecheen. Zij geloofde, niet veel goeds te mogen verwachten, bij hei zien der gevreesde voretin. Haastig snelde zij naar de tegenoverstaande poort. Nitokris volgde het meisje zoo snel haar voeten haar konden dragen. Nauwelijks had Lislima haar meesteres bekend ge maakt, met hetgeen zij gezien had, toen de gemalin van Nabunahid haar met oogen gloeiende van haat en wraakzucht, aanzag. Zwijgend stonden de twee vrouwen, die elKnder zoo diep verachtten en zoo vrees i- !;jk haatten, tegenover elkander. Eindelijk verbrak Nitokris het stilzwij gen. „Hebt gij gehoord, dat Nabunahid dool is? Gestorven als een slaaf?" Tavat-Hasina, die nu eerst het einde des konines vernam, 6taarde de koningin als een wezenlooze aan. Zij begreep maar al te goed. wat dit voor de trotsche vijan-din be- teekende. Nitokris bemerkte tot haar vreugde den angst, welke uit Tavatö blikken sprak. „Dit bericht doet u schrikken, niet wear? Ja, lief kind, gij hebt ook rsdoc csn tr rid deren!" Maar al6 Nitokris meende, dat deze woor den den angst vermeerderden, bedroog zij zich. Zij brachten juist het tegenovergestel de teweeg. Trotsch keek Ta vat, die nog altijd zweeg, die vijandin in de oogen. Door dit stilzwijgen nog meer opgewon den, vervolgde Nitokris op scherpen toon: „Verstaat ge mij? Met Nabunahid volt ook de boeleereter van haar aangematigde hoog te. De troon van Babyion duldt het ellen- diige schepsel, dat den zetel bezoedelde, niet langer. Begrijpt gij dat?" Tavat bleef zwijgen. Zich zelve nauwelijks meer meester, stak Nitokris het hoofd vooruit, zoodat haar hee- te adem het gelaat dor zwijgende Odalisk.» beroerde. „Ik zie. dat de angst u belet te spreken. Zoo is hot! Zoo is het! En waarlijk er be staat reden voor. Want d-it uur is bestemd, om u te toonen. hoezeer de dochter Ncbu- kodnezare leed, toen Sippara's broedsel den konin-rsburg verontreinigde. In het pileis, dat mijn vader bouwde, was ik een ver achte, vergetene en de Odaliske van het bidruti zag mij spottend na. en fluisterde: „Zie, dat is Nebpkadnezar's trotsche kind! Zoo diep heeft de dochter ven een der onder danen de koninklijke vorstin vernederd. En ik, ik weende van woede en verliet mijn vertrekken bijna nooit Immers, ik was onmachtig tegenover Nabunahid! Er bleef mij niets over d,vr. geduldig den dac der wraak af te wachten. En thans is het oogenblik daar. Machtig, «16 de wateren van den Eupbraat, stroomt de haat door het blo^d, en gij, gij zult in dien vloed ver gaan!" JJoe vt :-*tT '■Vwat-Hasina eindelijk, „maar weet, dat uw wraak een onschuldige treft. Ik kwam niet vrijwillig, evenmin in dezen koningsburg als in Ba byion. Zij, die mij aan Achirantu's zijde wegrukten, en hier mijn liefde en hoop be groeven, zij zijn de schuldigen. Tuchtig hen!" „Zij volbrachten, wat plicht hen gebood. Gij hebt u uw schoonheid op slinksche wij ze ten nutte gemaakt; met duizend dradeu der list hebt gij het hart de6 konings om wonden en, om zijn hartstochten te ont vlammen, huichelde gij een langdurige on- verechilligheid. En de koning, de waan zinnige nar, begreep niet, dat men hem be droog. En om uw liefde te koopen, verstiet hij de dochter eens konings. Ja, meer nog, u. de nederige, de nederige, hoort gij? plaatste hij aan zijn zijde. Uw list was uw misdaad en uw schoonheid uw zonde!" Tavat hoorde al deze beschuldigingen kalm apn. „Ik begrijp u," antwoordde zij. „Koel uw wraak op mij, wie niemand thans be- schermL Kaal uw wraak op mij, maar maak het kort!" ..Meent gij dan. dat Nitokris zich met één enkel uur de droefheid van zoovele dagen laat betalen" Ik heb iets andere bedecht!" Zij gaf een wenk aan dt twee gevreesde man non. Toen de scherprechtere op Tavat toetra den. verb'eekte zij en trad achteruit. Maar twee ruwe handen grepen haar vast en een oogenh'i'k later lag de zwakke vrouw, niet- tegenstnnde zij heftig weerstand bood, .»p den grond. Op een wenk der koningsdoch ter werd zij met gebonden handen en voe ten op een divan gelegd. 'Word* -vvelgdO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9