VarA^ndaa
3
Het Communisme in de Practijk
WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. S
(Nadruk verboden).
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
Op liet sociaal economisch congres tp
Amsterdam heeft de leider der Russische
delegatie, de heer Ossinski, een vraag tc
beantwoorden gekregen, of het rantsoen,
dat op bonnen verkregen kan worden in
Rusland tegen gereduceerde prijzen, vol
doende is voor het noodzakelijke levenson
derhoud, of wel dat de arbeiders gedwon
gen waren ni et-ge rantsoeneerde, z.g. „vrije"
producten te koopen tegen de daarvoor gel
dende fantastische prijzen, die wel 5 tot 10
maal zoo hoog zijn als de prijzen, die voer
de rantsoenen berekend worden. Het ant-
•d luidde beslist en categorisch: Het
rantsoen is voldoende, temninste dit jaar.
.Verleden jaar misschien nog niet, nu wel.
Wij citoeren in het volgende punt 10 van
'de beslissing van het centrale comité van
de communistische partij te Moskou van
15 Augustus jl. over de kolenproductie. Het
is dus een zeer recente beeslissing van een
lichaam, dat geen propaganda tegen de
sawjeits zal maken. Dit punt luidt:
Het volkscommissariaat van voedsel
voorziening moet in 10 dagen tijds uit
werken en aan den raad van volkscom
missarissen voorlogen maatregelen ter
versterking van de voorziening met le
vensmiddelen en industrie-producten van
de arbeiders en het technische personeel
der koolmijnen, eoowel door vergrooting
van het rantsoen der arbeiders zelf, als in
het bijzonder door vergrooting van het
rantsoen hunner gezinsleden, waarbij de
versterkte voorziening van levensmidde
len en producten met 1 September in moet
gaan.
Blijkbaar rekenen vertegenwoordigers der
sowjets in het buitenland erop, dat men
daar hun publicaties niet al te nauwkeurig
leest, daar zij toch anders wel wat voorzich
tiger zouden zijn met hun categorische ver
klaringen. Op het bovenvermelde congres
was hun speculatie eqn juiste, want nie
mand heeft hen op de volkomen leugenach
tigheid van hun bewering gewezen.
DE OOGST IN DE SOWJET-UNIE.
Het laatste overzicht van het volkscom
missariaat van landbouw over den gang
van het oogsten geeft geen optimistischer
kijk op de toestanden. Op 20 Aug. was 75
procent der te velde staande gewassen ge
oogst Echter heeft men hef. in vele gebieden
ibij oogsten moeten laten, omdat de taak te
zwaar was, en had niet eens tijd het graan
in schoven te zetten, doch heeft het, als ge
maaid gras, op het veld moeten laten lig
gen. Ook voor den nieHandbouwer zal het
wel duidelijk zijn, dat zulks verlies van na
genoeg alle graankorrels beteek ent, vooral
wanneer zooals bet geval is fregen op
het afgesneden graan valt. Ongeveer een
derde van al het graan bevindt zich in dien
precairen toestand, in Turkestan zelfs meer
dan de helft. De organisatoren, opgehitst
door de instructie® en bedreigingen uit Mos
kou, willen" blijkbaar in ieder geval het ge
was, dat te velde staat, oogsten en hebben
alle krachten daaraan gezet. Het opbinden
in de schoven en de verdere bewerking moe-
1 ten dan maar geschieden als het oogsten
afgeloopen is. Een riskante geschiedenis,
die door eventueele grillenvan het weer
noodlottige gevolgen kan hebben. Slechts
louter geluk kan hier de sowjets helpen.
Een controle-commissie, die de uitgifte
'der staatsleeningen in Nizni-Nowgorod en
omstr en heeft nagegaan, heeft daarbij in
derdaad weinig verheffende feiten gecon
stateerd. Allereerst kwam aan het licht, dat
de elkaar snel opvolgende campagnes voor
steeds nieuwe staatsleeningen veelal slechts
paipieren resulaiten Lebben. De mcnschen
schrijven wel in, liefst met heeie collectie
ven tegelijk, maar betalen gedeeltelijk nooit.
Dientengevolge liggen heele pakken obli;
gatics, die formeel geplaatst zijn, zooals zij
rekomen zijn in de pakhuizen van de staats-
ank.
Aan de andere kar.t echter kom-t het ook
vaak voor, dat de inteekenaars wel betaald
hebben, maar hun obligaties toch nooit krij
gen. Slordigheid en gedeeltelijk kwade trouw
spelen daarbij een rol. Hetzelfde is hj' ge
val met de obligatie®, die door de houders
bij de bank in bewaring zijn gegeven.
De staatsleeningen zijn n.l. in de sowjet-
unie bijna zonder uitzondering met een lo
terij verbonden, die elke 3 of 4V maanden
plaats vindt. Op de uitgelote obligaties val
len dan, natuurlijk voor een klein gedeelte,
verschillende prijzen. Een gedeelte van het
bankpersoneel heeft liu van de slordigheid
geprofiteerd en de prijzen, die op verschil
lende obligaties waren gevallen, in eigen
zak gestoken. Niet allen hebben dat gedaan
en zij, die zich hiermee bezig hebben ge
houden, konden de gelegenheid niet ten
volle benutten, wegens de chaotische toe
standen. Ook zij konden ge.en overzicht krij
gen van alle obligaties, die in het bankkan
toor aanwezig waren.
Tenslotte heeft de commissie beslist, dat
de leiders der diverse t\ankafdeelingen be
rispt zullen worden, en dat die onderge
schikten, die voor den chaos direct verant
woordelijk zijn, door de justitie ter verant
woording zullen worden geroepen.
Wanneer er bij de banken al een derge
lijke janboel heerscht in de administratie,
bij de lichamen dus, waar het boekhoud
kundig apparaat he>t hoogst ontwikkeld is
en men met de beste krach en werkt, kan
men zich eenigszins een denkbeeld vox-men
van den toestand, waarin zich de admini
stratie op de boerenbedrijven bevindt. Wat
hebben bij zulke toestanden cijfei-s van ds
sowjet-aivtoriieiten nog eigenlijk te betee-
ltenen?
PLAN EN WERKELIJKHEID.
De sowjet-propaganda is gabaseerd op de
plancijfei-s. Zij overbluffen ieder, of trachten
het te doen, door steeds weer naar voren
te 'brengen welke reusachtige uitbreidingen
zij van plan zijn door te voeren, wat er al
lemaal op papier staat. Maar laten wij nu
eens naar de uitvoering kijken. Dat geeft
eveneens een typeerend beeld. Prof. Broets-
koes wijst er in de Roel zeer terecht op, dat
men deze zaak van sowjet-zijde in den laat-
sten tijd hoe langer hoe meer bemoeilijkt,
doordat haast geen statistisch materiaal
meer wordt gepubliceerd en men slechts
zoo nu en dan tusschen de bombarie van
propaganda en leuzen een paar getallen
vindt, die eenig licht werpen op hetgeen in
werkelijkheid geschiedt.
Zoo hebben wij eenige cijfers over de me
tallurgie. die niet minder daji ontstellend
zijn. Officieel wordt vermeld, dat de pro
ductie van gietijzer, staal en walsijzer in
de eerste helft van 1931 slechts ongeveer 60
procent van de geplande productie bedroeg.
Als men nu weet, dat volgens het plan de
gietijzerproductie die jaar 160 procent van
1930 moest bedragen, volgt daaruit, dat in
werkelijkheid deze op een ongeveer gelijk
peil is gebleven. (Met de juiste cijfers bere
kend is de vermindering 1,3 procent). Voor
staal was de toename op 42 procent gepro
jecteerd, zoodat in wei-kelijklieid slechts 87
procent van de hoeveelheid in 6 maanden
van 1930 geproduceerd is, voor walsijzer
moest de toename bijna 30 procent bedra
gen en is in werkelijkheid de achterstand
31 procent, is slechts iets meer dan twee
derden van de hoeveelheid van verleden
jaar geproduceerd.
Niettegenstaande de honderden millioenen
roebels, die de sowjet-regeering aan uitbrei
dingen heeft besteed, wordt er dit jaar in
de fundamenteele industrie belangrijk min
der voortgebracht dan verleden jaar. Dit
kan niet anders dan de allertreurigste ge
volgen hebben voor de uitvoering der plan
nen over de geheele lijn, en de komende
maanden zullen het bewijs daarvoor bren
gen door een onvermijdelijke inkrimping
der activiteit, op elk gebied. Men bedenke
slechts, dat de sowjet-unie geen enkele re
serve heeft en dus eenvoudig niet in staat
zaJl zijn aan de verdere industrie en voor
de bouwwerken Ihet benoodigde ijizer te leve
ren. En waar niet is, daar heeft zelfs de
G. P. Oe. zijn recht verloren.
ZEEUWSCHE MEISJES OP DE FIETS
ORDE VAN ZAKEN
Kunst en Letteren.
MONUMENT VOOR
WIJLEN J. HAMDORFF.
In hotel Hamidorff te Laren is door het
Werkcomité voor Stichting van een monu
ment voor wdjlen J. Hamdorff vergaderd.
Besloten werd om in overleg met het
Gemeentebestuur een monument te plaatsen
in de naaste omgeving van woning en hotel
van den overledene.
De heer Wouter Hamdorff heeft zijn wel
willende medewerking verleend. Hij zal een
ontwerp voor dit monument maken. Dit zal
t.z.t. worden geexposeqrd, waarna met de
inzameling, van de voor het monument be
noodigde gelden, zal worden begonnen.
SIR THOMAS HALL CAINE f
Op 78-jarigen ouderdom is de bekende
Engelsche schrijver Sir Thomas Henry Hall
Caine overleden. Geboren in 1853 te Run
corn, werd hij architect, maar wijdde zich
spoedig aan de letterkunde en woonde op
't eiland Man, waar hij lid van het parle
ment is geweest en een deel van zijn jeugd
had doorgebracht.
Van zijn talrijke romans, waarvan ettel-
lijke ook in het Ncdexlandlsoh zijn vertaald
noemen we: The White Prophet, The Pro
digal Son, The Bondman, The Woman Thou
Gavest me.
BELGISCHE KUNST TE AMSTERDAM
De heer Petitjean, Belgisch minister van
kunsten en wetenschappen, zal Zaterdag de
opening van de tentoonstelling van Belgische
kunst in het Stedelijk Museum te Amster
dam bijwonen .Hij zal vergezeld zijn van
den directeur-generaal Lambotte en den
kunstschilder Opsomer, dii-ecteur van het
Hooger Instituut van Schoone Kunsten te
Antwerpen.
.(Van onzen Duitschen correspondent).
Albert Grzesinski, de socialistische hoofd
commissaris der Berlijnsche politie was van
meening, dat orde van zaken bij ons, bui-
tenlanusehe journalisten, nogal te wenschen
overlaat. Derhalve liet hij ons door bemid
deling van het ministerie van buitenland-
sche zaken naar de Wilhemstrasse com-
mandeeren. Niet in de gezellige bovenzalen,
waar de tafeltjes hij dergelijke samenkom
sten keurig gedekt staan en de waardige
lakeien uit den keizerlijken tijd ons correct
bedienen maar in de kale benedenruimte
werden we aan een lange, ongedekte tafel
ontvangen. We waren om 5 uur ontboden,
maar pas na half zes verscheen Herr Polizei-
prasident in gezelschap van den Presse-
Chef, Herrn Zechlin- Die keek eenigszins
verlegen, want hij scheen evenmin als wij
precies te weten- wat er eigenlijk gaande
was.
In tegenstelling tot zijn vrij plotseling
spoorloos verdwenen voorganger en partij
genoot Zörgiebel, een statige, representatieve
verschijning, is Grzesinski het breedge
bouwde, onaanzienlijke mannetje gebleven,
dat we al eerder in deze functie en tusschen
door ook als minister van binnenlandsche
zaken voor Pruisen meemaakten. Het heeft
geen doel, oude koeien uit de siloot tc halen,
maar 's mans ontijdig heengaan in deze
hooge functie was geen compliment voor het
prestige van den Pruisischen staat. Braun
en Severing schijnen er anders over te den
ken. Toen de hetze tegen Grzesinski en
diens particulier leven was afgeflauwd,
haalden ze hem weer te voorschijn en met
den vice-president Weiss zetelt hij thans
opnieuw aan den Alexanderplatz.
Een vreemdsoortige ontvangst-
Herr Polizeipriisident Grzesinski excuseer
de zich voor zijn telaatkomen en sprak er
zijn verbazing over uit- dat zoovele vrouwe
lijke en mannelijke vertegenwoordigers der
buitenlandsche pers zoo accuraat op tijd
waren verschenen. Als nieuwste nieuwtje
vertelde hij ons, dat hij persoonlijk geen
enkele vreemde taal beheerscht, zoodat hij
de berichtenin buitenlandsche bladen
hoogstens in Duitsche vertaling onder de
oogen krijgt. Wij keken elkaar even var
baasd en verlagen aan, want van iemand n
zoo hooge en verantwoordelijke positie
hadden we iets beters verwacht. Het hangl
dus van den vertaler af, of Gizesinski, dc
berichten in don oorspronkelijk bedoelden
vorm in zi. h opneem4 Bcnciiten u»t m
tweede hand verliezen gauw aan be-
teekenis. Van een blaadje papier wer
den ons eenige in het Duitsch ver
taalde berichltn uit buitenlandsche bladen
voorgelezen, welke een storm van hilari
teit verwekten onder dê deskundigen. Ber
lijn werd op één lijn geplaatst met Chicago-
beschreven als het tooneel van moord en
doodslag, alls de onveiligste wereldstad van
Europa. Dat kittelde onze nieuwsgierigheid
en wij vroegen op den man af, in welke
bladen zulke sensationeele berichten waren
opgenomen Dienaangaande verstrekte
Grzesinski ons liever geen informatie. Wilde
hij onze aanwezige collega's niet blamee-
ren of had hij angst, den titel der betrokken
organen verkeerd uit te spreken? Voor jour
nalisten, die graag gauw en precies op ce
hoogte der gebeurtenissen willen zijn, ver
wees hij naar zijn pers-chef, die links van
hem gezeten was. Nu willde echter het booze
loecval, dat eenige journalisten dezen hea,4
reeds eerder, maar zonder eenig resultaat
om informatie hadden verzocht- Zoodoende
sloeg het Berlijnsche Polizeipr&sidium deze
namiddag in de Wilhelmstrasse geen schil
terend figuur. Ik merkte al gauw, dat hnr
niet veel te halen viel en slikte de vele
vragen, welke ik op 't hart had, liever in.
Toch zou het van algemeen belang zij
geweest, wanneer wij ons bij deze origineele
samenkomst niet tot bijkomstigheden
perkt hadden. Er zijn veie vragen, welke
dringend op een afdoend antwoord wachteu,
oor vallen en feiten, onder wier verloop het
prestige der Berlijnsche politie te lij dan
lieeft. Omtrent de gebeurtenissen aan den
Bülowplatz denken wij heel anders dan
Grzesinski en wij achten het hoogst bede i-
kelij'\/t'at alsr.cg de aiooicrvxa'nrs der
schupo-officiercn niet vastgesteld tn gea.--
resttcid konden worden. Wij achten het
allerminst onbelangrijk, wanneer over eei
\ulKS\vijk van Gross-Berlin de slaat va
beleg wordt uitgesproken en zouden graag
weien, wat ae ontiuiming van hel Karl
Liebknecht-huis voor materiaal heeft opge
leverd- Het bestormen van bankfilialen pij
klaarlichten dag en het ontsnappen cle;
brutale roovers beschouwen wij wel degel .1;
als een publiek gevaar en wanneer ondanks
enorm hooge belooning de daders nog nut
geknipt konden worden- dan vragen wij
af, of de politie de situatie werkelijk nog
beheerscht?
Met de communisten en de nationaal
socialisten nam Grzesinski een loopje. Vo
gens hem beschikken zij noch over het geid
noch over de wapenen, om een revoluiie-
in-miniatuur door te zetten.
Grzesinski plaatst zich hier met zijn ziens
wijze pal tegenover den rijkskanselier I r
Bruning, die luist dizer dagen een wintei
voorspelde, zooals we dien in Europa neg
nimmer beleeft hebben. Biüning beschouv>t
zeven millioen arbeidsloozen allerminst als
een quantité nteligeable.
Tijdens het volksreferendum hebben
\an dichtbij het doen en laten der radica'en
van links en reciits gaopgesiagen. In
dagen van politieke spann'ng hebben wij de
politie in haar door kisten d hei d bewondem
Wij onderschatten de grc< te moeilijk! eden
met en zijn ons klaar bewust, welke hooge
-•is' iien aan iet Berlijnsche politiecorps
worden gesteld. Ik wandelde mee met de
duizenden- die aan de beide slachtofL
van den Bülowplatz de laatste, welverdien
eer bewezen. Voor mij een reden terne»:,
om den ernst der situatie niet te onder
schatten.
Vragen die gaan rijzen.
Hoe denkt Grzesinski bijvooibeeld ovei
het voorgevallene in de Motzstrasse, waar
nationaal-sociulisten een geestverwant, dim
ze per ongeluk voor een communist hielden
zoo geslagen hebben, dat hij in een zieken
huis opgenomen moest worden? Is het de
politie bekend, dat zulke Storm-Afdeelingen
cie'r Hitlerianen overal in Berlijn zetelen?
Weet zij- dat de bovenste étage Motzstra»
6 bij Frau von Schroder tot een kazern i
is ingericht, waar de S. A. knapen gekleed
en gevoed woiden? Weet zij, dat er in Be-
lijn nog minstens 10S zulke S- A. Heinio
bestaan? Kent zij Hednes, bergman en Ero-t
als de leiders dezer organisatie? Heeft .ij
zich afgevraagd, waar deze vechtlustigen
het geld voor de huur en hun dagelijks .li
onderhoud vandaan halen? Wie betaal i
■elefoon, licht en vuur? Wie honoreert d-
in iedere geïmproviseerde kazerne dien-
doenden kok? Volgt zij het patrouilleeren
dezer stormtroepen, het aanvallen van com
munisten of rijksbanier? Kent zij de pai
ticuliere kazerne der Hitlerianen in de
I.ützowstrasse 93- waar Storm 15 zetel k
Hier zetelen Sombroth, Kosmoll, beiden al
straatridders genoegzaam bekend. De koL'
heet er Rudi, maar hij kookt zoo voortrol -
teiijk, dat hij door zijn kameraden
„Lieschen" genoemd wordt In naüionaal-
socialistisehe kringen is dc goede cuisine in
de Lützowstrasse algemeen bekend en alle
vluchtelingen uit de provincie spoeden zich
begrijpelijkerwijze hierheen. Is het Grzesins
ki bekend, dat in zulke kazernes schie
oefeningen gehouden worden op de poi
tretten van Severing en den Polizeiprasi-
dent? Bleef hem wellicht verborgen heï
inrichten van particuliere -klinieken voor
gewonde vechtersbazen? In de Baerw&ld
strasse 3S is zulk een ziekenhuis, waar elf
bedden steeds gereed staan. Dr. Döppner e
wat Wils.
DE DOODENTORENS VAN BOMBAY
De bekende Engel&che prediker Spur-
geon verhaalde eens de volgende geschie
denis, die hem door een zendeling werd
Door de Paireen, een secte in Inidië, wordt
een soort van torens gebruikt om zioh van
hun dooden te ontdoen. Hun gevoelen is,
dat de aarde niet mag bezoedeld worden
door het doode lichaam der menschen, en
daarom begraven zij hen niet, gelijk dit bij
ons geschiedt, maar zij leggen de lijken op
die torens, opdat zij daar door de gieren
en andere roofvogels zouiden worden ver
slonden.
Deze torens zijn rond, niet hoog, en van
boven vlalk, omgeveetr ais een half afge
broken molen.
Boven op het dak zijn drie kringen; de
eerste is bestemd om er de lijken van man-
te plaatsen, de tweede is voor vrouwen
en de dierdie voor kinderen.
Wanneer iemand sterft, wordt hij op een
ijzeren draagbaar gelegd, en door daarvoor
bestemde personen daarheen gedragen, ter
wijl er een stoet rouwklagers medegaat,
die één troep uitmaken, "door onderling
witte doeken aan de einden vast te houden.
Den toren bereikt hebbende, blijven de
vrienden beneden op eenigen afstand 6taan
Het lijk wordt op het vlak gebracht, en op
een verhevenheid geplaatst, geheel ont
kleed.
Ondertusedhen zit een menigte gulzige
roofvogels, voornamelijk gieren, te wach
ten. In de rondte op de muren, en in hoo
rnen ziet men hen gretig den nieuwen buit
beloeren, en ails de dragers vertrokken zijn,
hebben zij in enkele uren bet li-ohaam tot
een geraamte afgekloven.
In acht af tien dagen tijd zijn gewoonlijk
de beenderen geheel uitgedroogd. Alsdan
worden ze met tangen weggehaald, en in
een diepen put geworpen, die zich onder in
den toren bevindt
De regen heeft vrijen toegang, en vult
somtijds dien put Door lange buizen laat
men dat water weer wegioopen, doch men
draagt zorg, dat er geen menschelijke over
blijfselen medegaan, als dat water weer de
aarde bereikt of daarin opgenomen wordt
opdat er in geen geval verontreiniging
plaats hebben kan.
Nu gebeurde bet eens, dat er een zoo
danige „begrafenis" plaats had, die veel
opzien in de stad Bombay verwekte.
Een aanzienlijk man was, zoo men meen
de, gestorven, en zijn lichaam werd op de
gebruikelijke wijze naar den toren gebracht
en daar n-edergelegd.
De vrienden en rouwklagers vertrokken,
en de roofvogels kwamen aanzetten, om
het lichaam te verscheuren.
Hun scherpe bekken en nagels drongen
in zijn vleesch en deden hem, daar hij niet
werkelijk gestorven, maar slechts schijn
dood was, ontwaken. Tot zijn ontzetting
zag de ongelukkige, dat hij zich op den
toren des doods bevond, en omringd was
door hongerige roofvogels.
Dat was voorwaar een vreesedijke toe-
Met al de kracht der wanhoop sloeg hij
de monstere van zich af, en het gelukte
hem, naar heneden te komen, en te ont
vluchten, hoewel hij menigmaal in gevaar
was, den hals te breken. I-lij kwam nu in
veiligheid en buiten het bereik der roof
vogels; maar wat nu te doen?
Hij vluchtte natuurlijk naar zijn huis»
Doch toen zijn vrouw en kinderen hem za
gen, schreeuwden en gilden zij van angst,
meenende dat het zijn geest was, en niets
kon hen overtuigen, dat hij werkelijk nog
In zijn nood liep hij ijlings naar een zen
dingshuis in zijn nabijheid, waar hij vrien
del ijk opgenomen, onmiddellijk van klee-
ren voorzien, en zóó verpleegd werd, dat
hij spoedig in staat was, zijn huisgezin
weder op te zoeken.
Doch nu was "t weer 't zelfde geval De
zijnen en4 ook zijn vrienden wilden niets
van hem waten. Hij was doo-d, zeiden zij,
want zij hadden zelf zijn begrafenis bijge-
Toen hij zag, dat niets hen overtuigen
kon, verlangde hij tenminste een deel van
zijn eigendom im bezit te hebben, om in
zijn behoeften te kunnen voorzien.
„Neen," zeiden ze. ,gij zijt dood, en een
geest heeft geen geld noodig."
Hij begaf zich nu naar den rechter, doch
kon geen gelijk krijgen. Zijn familie hield
vol: hij was dood, en had dus nergens meer
aanspraak op.
Toen keerde hij weer naar het zendings
buis terug, en is later nog tot het Christen
dom bekeerd.
Een vreeselijks ge'-eurtenis als hierboven
beschreven zal in onzen tijd wel haast rniet
meer kunnen plaats hebben.
Maar nog weten onze zendelingen te ver
halen van den angst der heidenen voor
den dood en van hun vaak- zonderlinge
manieren om zich te beschermen tegen de
geesten aan gestorvenen.
Alleen het Evangelie kan hier verande
ring brengen. En dankbaar mag worden
gewezen op de vele heilzame venanderin-
gen, die het reode onder vele volkeren
heeft gebracht
diens afgestudeerde vrouw behandelen gra
tis hun bloedende geestverwanten en zorgen
dat de politie ze niet in handen krijgt- Wie
betaalt het onderhoud van zulke zieken
huisjes of moeten wij ze beschouwen als
een speculatie op het komende derde rijk?
Is het Grzesinski nog een geheim, clat
14 September voor het begin van Hitler's
glorie werd vastgesteld?
Het geval-Dubral.
Aan den Alex schijnt men de handen vol
te hebben met ander werk. De Berlijnsche
bladen staan vol van het geval-Dubral, een
Rriminalkommissar, die in de wijk Kreuz-
berg werkzaam was en thans wegens frau
duleuze zaken gearresteerd moest worden.
Dubral was vroeger grenscommissaris in
het oosten van Duitschland. In deze functie
kwamen reeds ongeregeldheden voor en
werd hij wegens berooving van vrijheid
aangeklaagd, maar later uit gebrek aan
bewijzen vrijgelaten. November 1923 moest
Dubral voor den officier van justitie in
Guben verschijnen- daar hij beschuldigd
werd, menschen zonder pas over de grens
geholpen te hebben- Ook zou hij met wis
sels en deviesen gespeculeerd hebben. Na
een strijd van drie jaar wist hij zich te
rehabiliteeren en door de waardevolle be
middeling van een sedertdien overleden
diplomaat kwam hij toen naar Berlijn op
het Polizeiprasidium aan den Alexander
platz. Hier schijnt hij duistere zaken met
speelclubs begonnen te hebben. Kwamen in
zijn revier zulke verboucn speelgelegen-
heden aan 't licht dan liet Dubral tegen be
hoorlijke vergoeding het schriftelijk mate
riaal verdwijnen en de zaak bleef zweven.
Men liet hem geruimen tijd controleeren en
schijnt thans positief bewijsmateriaal ver
zameld te hebben over zijn practijken- Men
hield zich bezig met zijn particulier leven
en stelde vast, dat hij aan de Kaiserallee ver
boven zijn stand leefde, gescheiden van
vrouw en kinderen. Dubral schijnt lont ge
roken te hebben- want pas na lang zoe
ken kon hij in de Linienstrasse ten huize
van kennissen gepakt worden. Zijn 42-jarige
vrouw, Erna Dubral, dit vernemende, tracht
te een ontijdig einde aan haar leven te
maken. Kennissen vonden haar en haar
15-jarigen zoon in de Berlinerstrasse in
Tempelhof in bewusteloozen toestand. Toen
meti haar weer tot bewustzijn bracht, smeek
Radio Nieuws.
10.15 Gramofoon. 10.1
te leiden door D-s. J. v. d. Wou de. Gei
1H.V.) te Hilversum. 10.45—11 Gramofoon.
Huishoudschool
3.45 Vrouwenhalfuurtje. Leidster: Mevr. J.
2. v Amstel—van Löbcn Seis. Spreekster: MeJ.
Tüd-seln. 45
Zickenuurtje, te lelden door Ds. H. C. Zwahler
Evang. Lutli. Pred. te Den Haag. Muzikale
medewerking verleenen; J. H. Smit Duyzent-
kunst. bariton, H. Smit Duyzentkunst, harmo-
mumbegeleiding. 5 Tijdsein. 55.45 Cursus han
denarbeid voor onze jeugd, door den heer H. J.
groote zaal van bet Concertgebouw te Amster
dam. ter gelegenheid van het veertigjarig be
slaan van de Nederlandsche Organisten-Vereen,
onder auspiciën van de Amsterdameche Kunst
kring „Voor Allen". Mevr. Jo Vincent, sopraan.
C. de Wolf. orgeL Utrechtsch Stedelijk Orkest,
onder leiding van Evert Cornelia 10.30—10.40
Persberichten van Vaz Dlaa 10.4011.30 Gra-
KRO. 8—9,15 Morgenconcert. 1111.30 Gra
mofoon. 11.3013 Godsdienstig halfuurtje. 13
Tödseln. 12.0112.15 Politieberichten. 12.15
1,15 Lunchconcert. 1.452 Gramofoon.
HILVERSUM (1875 M.) AVRO. 8 Tijdsein. 8.01
10 Gramofoon. 1010.15 Morgenwijding. 10.15
—10.30 Gramofoon. 10.30—11 Spreekster. 11—
12 Solisten-concert. 12 Tijdsein. 12.01—2 Orkest
22.30 Modepraatje. 2.303 Rustpoos voor het
verzorgen van den zender. 31 Kwartet. 45
Zlekenuur. 56.30 Het Omroeporkest. 6.307
Sportpraatje. 77.30 Omroeporkest. 7.308
Spreekster. 8 Tijdsein. 8,01—9.15 Strökorkeat.
9.15—9.30 Gramofoon. 9.3010 Strijkorkest. 10
10.15 Nieuwsberichten van Vaz Dlos. 10.1511.15
Muzl
Sluiting.
Utrecht. 11.1512 Gramofoo:
te zij haar kennissen- haar te laten sterven,
daar zij van haar man geenerlei hulp meer
kon venvachten. Men bracht moeder en
zoon onder bewaking naar een ziekenhuis.
Valt uit al deze feiten niet af te leiden,
dat de orde van zaken bij de schupo nog
veel te wenschen overlaat en zou liet niet
beter zijn, wanneer 1-Ierr Grze&inski hieraan
zijn volle aandacht ging wijden?
FEUILLETON
DESTERVANHALALAT
Een verhaal nit den tijd der Babylonische
ballingschap
(55
I Ook in Babyion vernam men de gevangen
neming des konings. De troepen door de vij-
1 anden op de vlucht gedreven, trokken op
Babyion los.
Het volk schreef de rampspoedige krijg
toe aan 's konings verachting der goden. Den
nieuwen koning bleef deze verachting niet
verborgen. Hij besloot dan ook de fout, door
zijn vader begaan, te herstellen en noodigde
daarom de priesters, die naar andere stre
ken getogen waren, uit, naar de hoofdstad te
rug te keeren. Een schitterend feest zou dan
den nieuwen heerscher de gunst der goden
verzekeren.
Haastig moest aam '6 konings verlengen
voldaan worden, opdat de priestens nog
vóór de komst der Perzen in de stad zou
den zijn.
Een edict verkondigde aan Babylon6 be
woner s, welke gunsten de koning zijn volk
wilde bewijzen.
„Bel&azar, koming van Babylon, de vro
me en godvreezende heerscher, de vereer
der der goden, verkondigt zijn volk:
Toen Nebukadnezar, de groote koning,
mijn grootvader, over Babyion heerechte,
bouwde hij de vervallen tempels der goden
weder cp en verleende ze nieuwen glans.
Mardoik en Naibu richtte hij een nieuwen
tempel op; d-e Bit-Zidia, de onvergankelijke
tempel, is door hem yam den grond af op
gebouwd; hij sierde het heilig dooi op met
zilver, m&t goud, met kostbare steenen, met
cederihout. In de Bit-saggatu, den grooten
tempel des hemels en der aarde, de woon
stede van Mardoik, den Opperheer der go
den, overtrok hij met zuiver goud het hei
ligdom, den troon der heerlijkheid. 'Dat
huis, de grondsteen van hemel en aarde,
Babels eerste huis, heeft hij hernieuwd en
voleindigd. Met platen van aUbast versierde
fcjj den top. Den tempel der zeven lichten,
Boreippa's voornaamste gebouw, heeft hij
voltooid en met een spits gekroond. Dit en
nog veel meer deed Nebukadnezar, mijn
grootvader, en Bay lom werd de vreugde, de
wellust der goden. Maar andere tijden kwa
men; de goden verlieten Babylon en wanen
vertoornd. Toen nu Mardoik, de groote heer,
mij, Belsaear tot koning verhief, beval hij
mij de heiligdommen der goden wederom
hun vorig aanzien te geven. Nabu, die de
heerschappij over hemel en aarde voert, gaf
mij wijsheid, opdat ik de goden weer terug
zou brengen in hunne woningen en het
land Akkad en Sumir, dat jaren treurde,
wederom het vreugdefeest der hemelsche
vorsten kon vieren. De goden zullen met
welgevallen op Babylons bewoner neer
zien en den koning langdurige heerschappij
de onderwerping van alle oproerigen en de
overwinning op de vijanden verleenen!"
Maar vóór het mogelijk was 's konings
verlangen te vervullen, waren de vlugge
ruitere van Cyrus Babylon reeds genaderd,
en zoo moest de bezorgde stad zonder de
verheven bescheimere de 6trijd voor de on
afhankelijkheid beginnen.
Talrijker weiden de troepen, door Cyrus
naar de reusachtige stad gezonden, en èpoe
dig was Babylon van alle zijden ingesloten.
Nog was Cyrus niet g&komep. Men hoor
de, diat de vlucht van Babylons koning hem
in de omstreken van Erech zoekende vexnd
Enkele da>gen later vernam men in de
stad een gerucht, dat de koning gestorven
was. Bij de bestorming van het paleis van
dien gouverneur, onder aanvoering van Cy
rus, hadden de Perzen al die bewoners, waar
onider Nabunahid, gedood. Belsazar was bij
gevolg alleeriheereoher geworden.
Nitokris vernam zonder veel droefheid die
tijding van Nabunaihids dood. Zij kon de
vernederingen niet vergeten, haar van de
zijde des konings aangedaan. Ja., een hei
melijke blijdschap sprak uit de trotsche
trekken, toen zij vernam, op welk een
schandelijke wijze haar gemaal het leven
verloren had.
„Dat is de dag," sprak zij tot haar ldeve-
lings-slavin, „waarop Lk zoo lang gewacht
heb. Gij moet mij nog in dit uur naar ze
ker oord vergezellen. Geef onmiddellijk be
vel, het lichtste rijtuig en de snelste rossen
voor te brengen."
„Waarheen voert de tocht, o koningin?"
„Naar den koningsburg!"
Spoedig stond het rijtuig voor de poort
Nitokris en de slavin 6te>tren in en in woes
te vaart holden de paarden langs Babylons
straten.
De koningeburg was spoedig zichtbaar.
Nog een oogenblik en d-3 vleugeldeuren
werden beo eidwillig geopend voor de ko
ningin. i
Razu, de opzichter van den harem, hoor
de vreemd op. dat de koningin, die na haar
terugkeer in Babylon zorgvuldig dit paleis
vermeden had. hem verlangde te. spreken. 1
Nog meei steeg zijn verbazing, toen hetj
eerste bevel uit haar mond hem gebood
twee scherprechtere te laten roepen.
Een oogenblik later wachtten deze man
nen op een bevel der vorstin* Op een wenk
vam Nitokris volgden de echerpreohtere
De trotsche vrouw ldep door verschillen
de kamers en gangen.
Een stevige dieur verhinderde den toe
gang tot de vertrekken, welke Tavat-IIa-
sina bewoonde.
„Maek opèn!" beval de koningin een der
eunuchen, die daar de wacht hield.
Lislima, de slavin, 6tond in den hof, v\aar
de koningin verecheen. Zij geloofde, niet
veel goeds te mogen verwachten, bij hei
zien der gevreesde voretin. Haastig snelde
zij naar de tegenoverstaande poort.
Nitokris volgde het meisje zoo snel haar
voeten haar konden dragen. Nauwelijks
had Lislima haar meesteres bekend ge
maakt, met hetgeen zij gezien had, toen de
gemalin van Nabunahid haar met oogen
gloeiende van haat en wraakzucht, aanzag.
Zwijgend stonden de twee vrouwen, die
elKnder zoo diep verachtten en zoo vrees i-
!;jk haatten, tegenover elkander.
Eindelijk verbrak Nitokris het stilzwij
gen.
„Hebt gij gehoord, dat Nabunahid dool
is? Gestorven als een slaaf?"
Tavat-Hasina, die nu eerst het einde des
konines vernam, 6taarde de koningin als
een wezenlooze aan. Zij begreep maar al te
goed. wat dit voor de trotsche vijan-din be-
teekende.
Nitokris bemerkte tot haar vreugde den
angst, welke uit Tavatö blikken sprak.
„Dit bericht doet u schrikken, niet wear?
Ja, lief kind, gij hebt ook rsdoc csn tr rid
deren!"
Maar al6 Nitokris meende, dat deze woor
den den angst vermeerderden, bedroog zij
zich. Zij brachten juist het tegenovergestel
de teweeg. Trotsch keek Ta vat, die nog altijd
zweeg, die vijandin in de oogen.
Door dit stilzwijgen nog meer opgewon
den, vervolgde Nitokris op scherpen toon:
„Verstaat ge mij? Met Nabunahid volt ook
de boeleereter van haar aangematigde hoog
te. De troon van Babyion duldt het ellen-
diige schepsel, dat den zetel bezoedelde,
niet langer. Begrijpt gij dat?"
Tavat bleef zwijgen.
Zich zelve nauwelijks meer meester, stak
Nitokris het hoofd vooruit, zoodat haar hee-
te adem het gelaat dor zwijgende Odalisk.»
beroerde.
„Ik zie. dat de angst u belet te spreken.
Zoo is hot! Zoo is het! En waarlijk er be
staat reden voor. Want d-it uur is bestemd,
om u te toonen. hoezeer de dochter Ncbu-
kodnezare leed, toen Sippara's broedsel den
konin-rsburg verontreinigde. In het pileis,
dat mijn vader bouwde, was ik een ver
achte, vergetene en de Odaliske van het
bidruti zag mij spottend na. en fluisterde:
„Zie, dat is Nebpkadnezar's trotsche kind!
Zoo diep heeft de dochter ven een der onder
danen de koninklijke vorstin vernederd.
En ik, ik weende van woede en verliet
mijn vertrekken bijna nooit Immers, ik
was onmachtig tegenover Nabunahid! Er
bleef mij niets over d,vr. geduldig den dac
der wraak af te wachten. En thans is het
oogenblik daar. Machtig, «16 de wateren
van den Eupbraat, stroomt de haat door
het blo^d, en gij, gij zult in dien vloed ver
gaan!"
JJoe vt :-*tT '■Vwat-Hasina
eindelijk, „maar weet, dat uw wraak een
onschuldige treft. Ik kwam niet vrijwillig,
evenmin in dezen koningsburg als in Ba
byion. Zij, die mij aan Achirantu's zijde
wegrukten, en hier mijn liefde en hoop be
groeven, zij zijn de schuldigen. Tuchtig
hen!"
„Zij volbrachten, wat plicht hen gebood.
Gij hebt u uw schoonheid op slinksche wij
ze ten nutte gemaakt; met duizend dradeu
der list hebt gij het hart de6 konings om
wonden en, om zijn hartstochten te ont
vlammen, huichelde gij een langdurige on-
verechilligheid. En de koning, de waan
zinnige nar, begreep niet, dat men hem be
droog. En om uw liefde te koopen, verstiet
hij de dochter eens konings. Ja, meer nog,
u. de nederige, de nederige, hoort gij?
plaatste hij aan zijn zijde. Uw list was uw
misdaad en uw schoonheid uw zonde!"
Tavat hoorde al deze beschuldigingen
kalm apn.
„Ik begrijp u," antwoordde zij. „Koel uw
wraak op mij, wie niemand thans be-
schermL Kaal uw wraak op mij, maar maak
het kort!"
..Meent gij dan. dat Nitokris zich met één
enkel uur de droefheid van zoovele dagen
laat betalen" Ik heb iets andere bedecht!"
Zij gaf een wenk aan dt twee gevreesde
man non.
Toen de scherprechtere op Tavat toetra
den. verb'eekte zij en trad achteruit. Maar
twee ruwe handen grepen haar vast en een
oogenh'i'k later lag de zwakke vrouw, niet-
tegenstnnde zij heftig weerstand bood, .»p
den grond. Op een wenk der koningsdoch
ter werd zij met gebonden handen en voe
ten op een divan gelegd.
'Word* -vvelgdO