X^nVancJaa
3
WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5
Kerknieuws.
NED. HERV. KERK
epen Te Linschoten (bij Woerden),
H. J G van Voorthuizen te Lage Vuursche.
Te Heteren (toez.), J H Koster te Mont-
>ort. Te Nieuw-iBeerta, D. B. Kagenaar te
- Te Bergschenihoek, J Ronge te Hoog-
lokland.
genomen: Naar Oud- en Nieuw-
astel. Ohr. Broekhuizen te Oostrum.
Bedankt: Voor St. Philipsland, O. J.
in Rootselaar te Poortvliet. Voor Terhor-
J. van Rijs te Tjerk-werd.
GEREF .KERKEN
Beroepen: Te Zalfc-Boramel, cand. G. J.
oytema te Franeker. Te Boombergum,
nd. D. van der Wielen te Bengum. Te
rkshom (als hulppred.), cand. H M Matter
Amsterdam
CHR. GEREF. KERK
'Aangenomen Naar Rijnsburg, cand.
de Jong te Vlaardingen.
Bedankt: Voor 's-Gravenhage-W., Delft,
mhem, Harderwijk, |Middelhamis, Nieuw-
Urk, cand. N. de Jong te Vlaardin-
BEROEPBAAR.
Ds. J. D. van der Velden schrijft in de
j-alingsche Kerkbode"
Wie stelt beroepbaar? De classis, waar
Candidaait in de Theologie zijn praepara-
ir examen doet. of stelt de candidaat zich
roepbaar?
Al geschiedt hiet, zeker met het oog op de
Ie candidaten tot den Heiligen Dienst en
weinige kleine Kerken, die beroepen
nnen, niet zooveel meer, dat men zich
Et beroepbaar stelt, toch geschiedt het in
iele gevallen. Maar laat men dan de
lede 'terminologie gebruiken 'b.v., dat men
gewichtige redenen alsnog geen roeping
ar eenige kerk in overweging kan nemen
Irger wordt het, wanneer, zooalls we in
onzer kerkelijke bladen lezen, een can-
laat meldt, dat hij nog niet beroep-'
l r is, maai- intusschen gaarne bereio 1
Zondags de Kerken te dienen.
)e classis heeft hem na afgelegd examen
roep baar gesiteld, de vergunning vei
nd om te staan naar den dienst des
»rds en de persoon in quaesiie meldt
et beroepbaar te zijn. Hoe hebben
het nu?.
ZELDZAAM
i-jarige Ds. Chr. Broekhuizen,
dikant der Ned. Hervormde Gemeente te
tram bjj Dokkum, die 37 jaren deze Ge-
ente gediend heeft, nam nog een beroep
r Oud- en Nieuw-Gastel (N.-B.) aan.
CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST
land. H. v. den Brink, die een beroep
de Geref Kerk van Soerabaja (Java) voor
missionairen arbeid te Makassar (Celebes)
ft aangenomen, zal' zich nog gedurende IVz
hier te lande door studie voorbereiden
het komende werk. Hij houdt thans ver
te IZeist, v. Stolberglaan 10 en is bereid
Zondags de Geref. Kerken hier te lande
lienen.
DE NED HERV. KERK VERLATEN
elijk reeds in ons verslag van de Jaarver-
iring der Vereenaging van Protesteerende
cvoogdüjen medegedeeld werd, heeft Prof.
k J. van Apeldoorn, hoogleeraar in de
lisdie Faculteit aan de Gemeentelijke Uni
dteit van Amsterdam de Ned. Herv. Kerk
m.
Hervormd Weekblad „De Gereformeer-
schrijft naar aanleiding van dezen
„Het separatistisch, particularistisch
de beweging der „protesteeren-
ordt door dezen overgang van hun
tot de gesepareerde kerken wel dui-
lenbaar. Hij blijkt een leidsman tot
ALGEMEENE SYNODE DER
NED. HERV. KERK
18de Zitting.
Van H. M. de Koningin-Moeder is ingeko
men een dankbetuiging voor de gelukwen-
schen op 2 Augustus.
In behandeling wordt genomen een be
zwaarschrift van lidmaten der gemeente
Stolwijk tegen de door het Prov. Kerkbe
stuur van Zuid-Holland wat des Kerkeraads
is, benoemde Kerkeraadsleden.
Aan het Prov. Kerkbestuur van Zuid-
Holland zal over de zaken te Stolwijk
schrijven worden gericht.
De Algemeene Synode der Ned. Herv.
Kerk, kennis genomen hebbende van het feit,
dat het Class. Bestuur van Gouda zijn taak
als doende wat des Kerkeraads is te Stolwijk,
zonder wettige reden heeft neergelegd, en
het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland
zonder het Class. Bestuur van Gouda tot zijn
plicht te brengen, in diens plaats is getreden,
dat ook dit Bestuur dreigt met heengaan er
daardoor ook zijn plicht zoude verzaken;
dat door deze handelingen de geheele wet
telijk voorgeschreven gang van bestuur er
rechtspraak is verstoord;
van oordeel, dat de Alg. Synode als hoog
ste rechtsprekende en besturende macht de
zaak heeft terug te brengen waar zij thuis
behoort en eerst dan, als dit mislukt, de zaak
zelf ter hand te nemen heeft;
dat derhalve de besluiten van het Prov.
Kerkbestuur van Zuid-Holland in dezen be-
hooren te niet gedaan en aan het Class.
Bestuur van Gouda wordt opgedragen,
Stolwijk met bekwamen spoed te doen wat
des Kerkeraads is;
t, dat vóór 1 Oct. bij de Algem.
Syn. Commissie bericht moet worden inge
zonden, dat en op welke wijze het Class.
Bestuur van Gouda aan deze opdracht ge
volg heeft gegeven.
Een besluit tot uitloting eener Synodus
Contracta inzake de predikant van Stolwijk
wordt ingetrokken.
Vier verschillende eindredacties worden
istgesteld.
Dr. L. Lasonder, archivaris der Ned. Herv.
Kerk, heeft verslag omtrent de kerke
lijke archieven over 1930 uitgebracht.
Melding wordt gemaakt van de subsidie
aanvrage aan den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, waarop de be
schikking wordt afgewacht. In afwachting hier
van is elke bijdrage der kerk welkom.
Gewezen wordt op het feit, dat de Classis
Breda voor inventarisatie van het archief de
kosten over de gemeenten omsloeg. Gevraagd
wordt of dit niet tot algemeenen regel kan
worden gemaakt door in het Regl. op de
Kosten bepalingen op te nemen voor een
quotum ten behoeve van archief-doeleinden.
De financiën lieten niet toe naast den
archivaris een volle archiefkracht aan te
stellen. Twee halve krachten, een ambtenaar
van het Rijksarchief en een binder stonden
de archivaris ter zijde. Behalve archief-
ambtenaren verleenden sommige predikanten
hun steun. Geopperd wordt de gedachte, de
a.s. predikanten bij him opleiding archiva-
risch te onderleggen. Het bewaren der ar
chieven wordt verbeterd in meerdere plaat
sen, ook de materieele toestand er van. De
inveptarisüftie heeft voortgang. Verschillen
de bescheiden, in de archieven berustend,
werden uitgegeven.
Prof. Eehof te Leiden trof in het oudste
Kerkboek van hem bijzonderheden over den
oudsten predikant van Noord-Amerika, Jonas
Michaëlius, en publiceerde deze als aanvulling
op zijn groote boek over deze figuur iri liet
Ned. Archief voor Kerkgeschiedenis, waarin
onlangs ook voorkwam een uitvoerige studie
van Dr. Ernst Beins over „Die Wirtschafts-
ethik der Calvinistischen Kirche der Nieder-
lande 1565-1650", waarvoor als eenige niet
gedrukte bron rijkelijk gebruik gemaakt is
van de oudste aktenboeken der gemeente
Amsterdam.
De gezant van Zuid-Afrika hier te lande,
de heer Dan. J. de Villiers, verzocht inlich
tingen over stukken in de Kerkelijke archie
ven aangaande de betrekkingen tusschen de
Kaapsche Kerk en de Classis van Amster
dam na 1803, die konden worden verstrekt.
Het rapport geeft geen aanleiding tot be
sluiten en wordt met dank aangenomen.
Namens de commissie voor de eonsideratiën
rapporteert de heer Wolffensperger
over een wijziging van art 3* van het Alg.
Regl. en van art. 2 van het Regl. op de
VACANTIECURSUS BINNENVAARTSCHOLEN
Gistermorgen is aan boord van hel ins Iructievaar tuig Prins Hendrik"'de vacantiecursus
voor directeuren en leeraren der Binnenvaartschalen van het Onderwijsfonds voor de
Scheepvaart begonnen. Voor het vertrek uit Amsterdam werd eerst een bezoek gebracht
aan KromhouVs Motorenf'abrieken, die onder deskundige leiding werden bezichtigd. De
heer D. Goedkoop, directeur der KromhouVs fabrieken (derde van heer van rechts)
demonstreerde een machine. Tweede persoon van links is de heer de Jong. directeur
van het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart te Amsterdam.
benoeming van ouderlingen en diakenen
de beroeping van predikanten, bedoelende, dé
termijn om het stemrecht te verkrijgen, van
één jaar te brengen op zes maanden.
Het advies van het rapport wil den termijn
tot 5 maanden verkorten om mogelijk te
maken, dat wie met Paschen belijdenis doet,
of 1 Mei verhuist, 31 Oct. op de kiezerslijst
gebracht wordt. Eén lid der commissie wil
de wijziging niet aanbrengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de wij-
ging vastgesteld, om aan de eindstemming
der kerk te worden onderworpen.
r. Smit rapporteert namens de com-
ie ten dezen over de afschriften van vel
schillende besluiten, uitspraken en beslissin-
;en van besturen en één staat van kosten.
De hec-r Eilerts de Haan rapporteert
lamens de commissie voor de nieuwe wets-
oorstellen over een voorstel van Ds. H. J. O.
Pierson te Ressen tot wijziging van art. 1
Syn. Regl. voor de kerkeraden, waardoor dit
artikel beter te overzien wordt en een nood
zakelijke aanvulling wordt aangebracht.
Het rauport heeft het geheele artikel, dat
eroudend en niet overzichtelijk is, gewij
zigd. De vergadering wenscht opname van,;'n
alinea, dat de Class. Besturen en de Prov.
Kerkbesturen doende wat desKerkeraads is,
niet binnen de grenzen der gemeente behoe-
te vergaderen.
AFSCHEID, BEVESTIGING EN INTREDE
Ds. Tli. B. W. G. Gramberg, die'als
zendeling-leeraar naar Malang (Oost-Java)
gaat, hoopt Zondagavond 18 October a.s. van
de Hersteld Evangelische Luthersche Ge
meente te Zwolle afscheid te nemen.
Ds L. M. J. S. H e rf k e n s, gekomen yan
Delfzijl, werd Zondag j.l. by de Ned. Herv.
Evangelisatie te Assen, bevestigd door Ds.
AL J. A. Bouwens, van Wagenborgen, die
tot Tekst had Ef. 5:1 en 2. Des avonds
deed Ds Herfken» intrede en had tot tekst
2 Cor. 5 19 en 20. Gewezen werd op voor
recht en roeping van prediker en Gemeente.
De nieuwe Dredikant-voopganger werd toe
gesproken door Ds. A. I. Kan Toegezongen
werd Gezang 215 5. Een zangkoor zong
eenige liederen. De kapel was overvol.
Cand. A. de Willigen, van Utrech^
werd Zondagmorgen jl. bevestigd als predi-
et tO-jarig "bestaan van 'de Christelijke School te Strijen (Z.-H.'j werd Dinsdag op luisterrijke wijze herdacht. Wij geven hier
p overzichtsfoto van de leerlingen; het schoolbestuur en aanwezige autoriteiten. Aan de tafel zittend van links naar rechts de
teren J. Groeneweg, J. Hoogvliet, Ds. L. J. S. Croesaz, L. Reidijk, vice-voorzitter; J. C. Diepenhorst, voorzitter; H. Broere, secretaris:
tan der, Kaa, penningmeester; P_. Quartel en B. G. Riedé. Daarachter staande de lieer J. Overweg, hoofd der school en het
onderwijzend personeel.
kant der Ned. Herv. Gemeente te Heinkens-
zand door Prof. Dr. A. van Veldhuizen, van
Groningen, die 1 Cor. 3 9a tot tekst had. Ds.
van Willigen hield des namiddags een intree-
predikatie over Hebr. 12 2a. De jonge leeraar
werd aan het einde bij toespraak verwelkomd
door deni consulent, Ds P. L. D. J. van Oeve-
ren, van Nisse en verschillende ambtsbroeders
van elders. Toegezongen werd Gez. 224 1 en 5
Ds. N. VAN DER SNOEK
jMlen' 'meldt ons, dat Ds. N. van der Snoek,
predikant der Ned. Herv. Gemeente te Vee-
nendaal, a.s. Zondag in het kerkgebouw aan
de Markt aldaar na zijn ongesteldheid weder
voor 't eerst den kerkdienst hoopt te leiden.
GEREF. KERK VAN MAASTRICHT
Voor hen, die hun vacantie in het Zuiden
doorbrengen-, deelt de Geref. Kerk van Maas
tricht mede, dat haar diensten, welke gehou
den worden in het kerkgebouw aan het Ster-
teplein, resp. aanvangen te 10 en 5 uur.
HET VOTUM
Te iBorne besloot de Kerkeraad van de va
cante Geref. Kerk aan de Classis Deventer te
vragen of een dienstdoend ouderling de gods
dienstoefening mag aanvangen met het votum
De Classis gaf op die vraag een bevestigend
antwoord.
ROME OP SOEMBA.
Ds. P. J. Larubooy, werkzaam in de Geref.
Zending op Soetniba, schrijft in een brief
over den arbeid aldaar o.m. heit volgende.
„In Melölo is nogal e<enige roering ge
weest door liet gedrag vaar ccui familie,
waarvan heit hoofd vroeger ouderling is ge
welf, Zijn zoon was onderwijzer. Daar de
ze ebtiler nogal hardhandig optrad en de
school tijdens zijn afwezigheid daar reeds
tweemaal afbrandde, plaatste ik hem, te
vens met het oog op zijn gezondheid, over
naar een school in de bergen. Maar dat wil
de hij niet. Hij eischite zijn oude plaats te
rug. Daar hij ondanks bedenktijd, hem ge
geven, bleef weigeren, moest ik hem ont
slaan.
Daarop begon hij te dreigen, dat als ik
hem zijn plaats niet terug gaf, hij Roomseh
zou worden. Ik heb hem geroepen en ern
stig gepraat, en hem gevraagd, of hij
Roomsch werd uit overtuiging. „Neen", zei
hij, „ik weet wel, dat dat niet goed is, maar
ik wil toch, behalve als u mij een plaats
geeft, die ik zelf wil".
Ik moest hem antwoorden, dat iemand,
die zoo los aan zijn geloof hangt, dat hij
tegen zijn geweten in Roomsch wil worden,
niet te gebruiken iwias in onze Zending.
Waarop hij Giidh dan ook in verbinding
stélde met den pastoor en nu onderwijzer
wordt bij den pastoor.
Zoo ziet u, dat ook in Oost-Soenvba dui
delijk merkbaar is de slechte invloed, die
er uitgaat van de vestiging! van de Roorn-
sche Zending. Als men vermaand wordt of
(bestraft wegens het een of ander, dan is het
al gauw: „dan ga ik maar naai' den
pastoor", die iedereen graag ontvangt en
maar inschrijft in zijn lijstje namen.
Toch mogen we niet toegeven en dan
maar slapper tucht oefenen, want dan zou
het "gevaar nog grooter zijn dan het gevaar
van de Roomsche missie".
RECHTZAKEN
HOOGE RAAD
an Lier.
te Haarlem
'aardi°lük,3Sw
Both, die door .de Riecht-
,ald OP 11 Augii!
wat Wils.
HET GEBED VAN MOEDER
In „die Verenigde Kerkblad van die Ned.
Geref. Kerke in Suid-Afrika" vond ik on
der 't opschrift „Na tien jaar" een aan
grijpend verhaal.
Aanvankelijk was mijn plan 't in onze
spelling over te brengen, maar veel van t
naief-sohoane, dat 't Afrikaansch ken
merkt, zou daardoor verloren gaan.
Met een beetje goeden wi'l kan trouwens
de eenvoudigste lezer 't vodgen.
Met die toeslaan van 'n gevangenisdeur
agber hom, is John McLéllan vir 'n tientall
jaire uit sy omgewing verdiwyn. Weer klank
die deur agber hom toe op 'n eekeme oggend
maar nou is prisoavier No. 5599 'n wye man
V-ir tien lange ja re was daar net een
stukkle blouilug eigbaar bo oor die oefen
plaats van die gevangenis; dieithalwe staar
hy nou byna verblind naar die hémel bo
hom, en die omneetlike ruipate in die lief
lik e oggenidllug, gee hom vreemde gewaar-
worddngs. Soos iemand in 'n da-oom aatn-
skou hv die groene velde, die boorde met
bl easels, en die voëlgesang wek in sy ei el
'n ongekende stryd.
Die jare in die gevangenis was vir hom
eindeloos gewees3,652 dae en elke dag 'n
jaar gölyk! Bitterheid ontstem ev gemoed
hy die herinnering aan sy geleden smart e.
Nou val hom te binne die waarskuwende
woorde deur die hoof van die. gevangenis
aan hom gerig die aamd voor sy vrylating:
„McLéllan, móre is jy weer 'n vrye man.
Vir een van jou leeft yd, slegs 30 jaar, het
jy 'n lange gevangenisstraf ondergaan, wat
met 3 jaar verminder gewond is, weene jou
goeie gedrag. Pas tog op dat jy nie weer
hier te lande kom nie. En nog meer, ver
geet jou drome van wraak teen '11 mens
dom waf jy meen jou met otnreg behandöl
li-et, en onfihou jou straf was verdiend.
Dank God, dat jy niet tien jaar gelede tot
die dood veroordeeld was, wat sek-er sou
gebeur het, as die koe él 'n bietje meer
-linke gegaan het, terwyi jy beeig was
die bank te beroof."
Hy sidder by die herinnering, maar
meteens hoor hy weer die hoofskout die
vraag doen: „MoLeflllan, het jy 'n moeder?"
„Dit gaan jou niet aan nie," snou hy sy
ondarvraer toe, „maar as jy wil weet, ek
het een gëhad wat altyd gepreek en gebid
het; of sy nog leef of dood is, kan ek nie
sè nie."
Met 'n knik vervolg die ekout: „Ek word
nou al oud, en gedurende die laatste 30
jaar het ek met die sliegiste misdadigere te
doen gehad. Bk weet heelwat van gevange-
niiölewe en dae gevolge daarvan op die
menslik-e karakters. Ek het jou egter nou-
keurig gadefgeölaan en het gevind dat daar
tussen jou en die gewone misdadigere 'n
verekiil bestaan, en daardüe verskil het jy
te danike aan die gebede van jou moeder."
In ddie gees gaan McLel/kun tien jaar te
rug, toe hy laas 6y moeder gesien het, net
na sy vonnis, en hy hoor haar sè onder
hete trane: „My seam, ek sal nooit ophou
om w jou te bid nie. Dié Heer hef jou
Lief John, en Hy sail jou moeder haar ge-
bede verhoor, en vir jou tot berou bring."
voel nou so verlate en eensaam. Wie
sal nou vir hom bid, as sy moeder n-ie
meer leef nie!
Wat 6é die Bybel van „Sonde soos ekar-
laken," en van ,'n jonge man wat naar "n
ver land gereis het?" Fdoue herinnerings
van ey kinder jare in die Sondagskool kom.
terug. Diep ongelukkig stap hy en nadink
en selfs die vareekering dat hy vry is,
bring hom geen vreugde meer nie.
Enige minute voor die vertrek van die
trein op Portsvüloetasie klim hy by die
rooksalon wat leeg was, in, gevolg deur sy
kwellen-de gedagtes, en si-t in die voort
snellende trein, onhewus van sy omgewing
Toevallig sien hy iets agber een van die
kussinge op die bank lè. Toe hy dit optel,
word sy aam-dag meteens deur die opskrif
getref, „Sl-egte Me nee, Juis die Soort wat
God red." Hy lees die traktaatjie met gre-
„Deu-r dié sien op die Kruis i6 daar lewe
en heil,
Is daar lewe vir u en vir my,
Sien gelowig op Ham, word behoue en
leef,
Want verlossing bied Jeeus u vry."
Die geweee misdadiger kniel met 'n ant-
roerde gemoed daar neer, en na 'n worste
ling gee hy homself onvoorwaardélik aan
die Heer oor; die eware las van skuld-
gevoal val weg, en 'n stille vrede neem
besit van sy hart.
By diie elasie »aangekom, vervat hy sy,
reis te voet, en nou net met die een oog-I
meuk om sy moeder te vind, met die ster
ke begeerte om haan- t.-e vertel diat haar ge-
bede vir hom verhoor is
Naby die en-d van sy reis, nad-er hy 'n
giroot gebou, maar voor hy die poort be
reik, sak hy neer in 'n flóute van hongec
1 vermoeienis.
Toe hy weer bykom bevind hy hom in 'n
nette kamer. Die verpleegster was gereed
met ebe, en Dr. Forbes en sv dogtertjie
Peggy 6laan by sy bed.
Toe hy beter voél wou hy vertrek, en be
dank die vriend-e wat so goed vir hom was
'bare ha-rtli-k. Juist toe hoor hulle 'n vroue-
gende woorde:
stem in 'n naburige kamer 6ing die vol-
Kon ek jou sien, my liewe 6eun,
So ekoon as in jare voorheen.
„Wie sing daar?" roep hy uit.
Die verpleegster antwoord: „Dit is 'n ou
Mev. McLéllan, wat drie jaar gelede hier-
hen gekom het met 'n gebroke hart, oor 'n
eeun wat 'n misdaad begaan het."'
Met die woord „Moed.r!" op sy lippe,
struikel dae jongman die kamer binnen, en
vad op sy km-eë langs die bed, waarop 'n
ou moediertji-e, met gerimpelde gesig, sit
te sing. „Moeder, ben jy my nie? Jou af-
gecliwaadde eeun het teruggèkom. God het
jou gebede verhoor."
Met 'n gesig stralende van vréugde
steek sy haar arms uit en omhels hom
met d-ie woorde: „John, my eeun, my eeun!"
Radio Nieuws.
Donderdag 6 Augustus,
HUIZEN (298.8 M.) NCRV 10 Tijdsein. 1010.15
Zang door het NCRV. Dameskoor. 10.1510.45
Korte ziekendienst te leiden door Ds. H. C. v.
d. Brink. Geref. Pred. (H.V te Amersfoort.
10.4511 Zang door het NCRV. Dameskoor.
2 Tijdsein. 23.15 Gramofoon. 3.153.45 Vrou-
wennalfuurtje. Leidster: Mevr. J C. van Amstel
—van Löben Seis. Spreker: Ds. H. C. J. Hoger-
eell, te Den Haag. Onderwerp: „Waarom zwakke
kinderen naar Christelijke
3.45—
in. 4—5 Kleker
zender.
door Ds. K. de Bel. Ned.i Ui
Muzikale medewerking verleenen; J. H. Smit
Duyzentkunst. bariton en harmonium. H. Smit
Duyzentkun-st, hurmoniumbegeleidLng;. 5 Tijdsein
D—5.30 Gramofoon. 5.30—6.3u Cello-recital door
Ludwig Werner. Aan den vleugel: Mevr. Helene
WernerStuiver. (1.30ü.45 Gramofoon. C.457
Cursus Knippen en Stofversieren, te geven door
het Instituut ENSA1D, Tolsteegsingel 54. to
Utrecht. 7 Tijdsein. 7—7.30 Vragenhalfuurtje.
Gemengd Solisten Kw
eert. 30.20—10.30
10.30—11.30 Gramofoon.
KRO. 8—9.15 Morgenconcert, i
mofoon. 11.30—12 Godsdienstig H:
12.15 Pollieberichten. 12.151.45 Lunc'm
1—11.30 Gra-
HILVERSUM (1875 M.) AVRO. 8 Tijdsein. 8.01
—10 Gramofoon. 10—10.15 Morgenwijding. 10.15
—10.30 Gramofoon. 10.30—11 Lezing. 11—1
Lezing. 11.15 Gramofoon. 1.152 Van Dük's
Origineele Volendammers. 2—2,30 Reislezing.
2.30—3 Rustpoos voor verzorging van den zender
3—4 Gramofoon. 4—5 Ziekenuur. 5—5.30 Gramo
foon. 5.30—C Lezing. C.30—7 Orkest. 7.308
Lszing. S Tijdsein. 8.01—9.15 Orkest. 9.1Ó—9.45
Muziek. 9.4510,30 Orkest. 10.3010.45 Nieuws
berichten van Vaz Dias. 10.45—12 Gramofoon.
ROFFEL-RIJMEN
FIETSPLAA1JE.
Denk om je belastingplaatje,
Of nog beter: denk maar niet;
Zorg, dat je elk rijdend rijioiel
Van zoo'n kopert je voorziet.
Ijverige ambtenaren
Van de Nederlandsche Staat
Stellen als het moet en 't moet nu.
Zich verdekt op langs de straat,
Kijken met bezorgde blikken
Iedre kale stuurstang aan,
Om elk ongemerkte zwijn aan
De f iscale haak te slaan.
Praat niet van: ik ben 't vergeten,
Of: 't zit in een ander pak;
De belasting en de ambtnaar
Heeft aan zulke praatjes lak.
Wie klaarblijkelijk kan bewijzen
Dat belasting is betaald,
Wordt niet tot z'n bloote schande
Van z'n kale fiets gehaald,
Hoeft geen boete te betalen,
Ziet z'n fiets zich niet ontroofd,
Wordt, alleen al om z'n blikje,
Op z'n eerewoord geloofd.
Voor tweehonderdvijftig centen
Ben je voor het heele jaar
Met je fiets, met je geweten,
Met de fietsenfiscus klaar.
(Nadruk verboden)
LEO LENS.
FEUILLETON
STER VAN HALALAT
verhaal uit den tijd der Babylonische
ballingschap
(40
?en dén avond van denzelfden dag
Respha's veadavijnihg in Haüalat be-
De Oudste herinnerd-e zi-ch, dat dien
oen vreemdeling bij hem geweest was,
omtrent een Joodedh meifeje een en nn-
wiet. Men zocht den jongen man. Ni-e-
d had hem echter meer gezien.
vat-Hasina was zinneloos van woede
mart. Lislima doirfdé haar m-et te na-
n. De overige slavinnen sidderden,
vaak zij bij hun meesteres geanepen
en.
ilnma ha,d ad het m-ogetj-ke gedaan om
oningin in het onzekere te laten aaai-
<le het lot van dien Sipparaner. Maar
't ha-d zoo etelil'iig verlangd alles te ver-
•n, diat zij einclölijk niet langer daia-fde
;en. Een vloed vaai scheldwoorden en
'ijtimgen was de dank wélke zij in-
dte. .Bovendien had de koningin haar
de kamer gejaagd.
n volgenden morgen beval zij een &la-
Lielirna andermaal te roepen,
ij hebt de zaak eer verergerd dan ver
d. Maar uw hoofd bergt menig goed
Denk na, of er niet iemand ie, die
jkan helpen!"
goede meesteresl Er zijn in Bahil vele
niann -n, die de booze geesten uit
'aniu's hoofd kunnen verbannen.1*
„Z-ou het mogelijk zijn?"
„WélLiicht niet zoo spoedig als gij wenscht
maar als we eeniige weken verder zijn, za!
men stellig veribeteaong bespeuren. In
tusschen zad de wraak met haar zoeten
troost u diie dagen verkorten."
„Wa-aak! Over de Jodin?" Ja, gij hebt ge
lijk! Ik zou baair kunaien dooden."
„Gij hebt haai- in uw macht. Maar meer
nog! Gij moet niet een enkel meisje niet
tevreden zijn! Allies, wat Jood is, moet met
baar getuchtigd worden! Gij hebt iminera
macht! Ga naar den koning! Een lief ge
laat, een hartstochtelijken bLi'k uit uw
oogen, en ©like weneoh van uw lippen is ver
vuflid voor de dag van morgen aanbreekt.
Honderd Joodsche jongelingen voor Achi-
ramu!"
„Men kleede mij zoo schoon als mogelijk
is. Verstaat ge? Nabunahid zad mij dezen
avond nog in de hangende tuinen zien."
„Verlaat u op mij, vorstin! De koning zal
u dezen avond niets kunnen weigeren."
HOOFDSTUK XXV
Babyion en zijn goden
De godsdienst dea' Babydioniërs en Assy-
riëre was een volstrekt uitwendige. Een
veredeling dea- ziel werd do-or die eereddenst
van meneoh-en, wier hoofddoel het was, de
zinnen te etreelen, niet beoogd, was er in
elk geval niet mee verbonden. Te dien tijde
moest bij de Chaldeeën tevens het meer
zuivere zedelijkheidsgevoel dalen en daar
om is het niet van belang ontbloot te ver
nemen, dat de nieuwste ontdekkingen ons
leeren, wat Babyloniëre eeuwen voor d3
regearing van Nabunahid met beitel en stift
op steen verkondigden:
„Gij zult het bloed yan uwen naaste niet
vergieten; gij zult des naasten vrouw niet
naderen; gij zult uwen naaste niet van zijn
kleed beroo'vcn," wetten, geldig voor die
heide nsohe volken, voor de Joden en tot op
onze dagen en zoolaaig de wereld bestaan
zal voor de Christenen.
Alles wait op godsvereering betrekking
had, werd in Nabunahids tijden echter be
steed aan uiterlijk praalvertoon. Vooral
onider Nebukadnezaa' weren véle vervallen
tempels hersteld en nieuwe opgericht; ook
werden de godsdienstige feesten met meer
luister gevierd. En het volk was met hart
en ziel aan deze praal en pronk, aan dat
uiterlijk vertoon, gehecht.
Nabunahid, die niet zoo handelde als
•zijn groote voorganger, geraakte daarom
bij het volk al spoedig in minachting.
Zijn afkeer jegens onikele, vooral de aan
zienlijkste en oudste priesterkasten van
Babiil, was gegrond op de waarneming, dat
hun invloed ten-gevolge de eer en voor
rechten, welke Nebukaidneaar hen schonk,
zoo groot wend-, dat het in het belang dea
voreten geraden scheen hieraan paal en
peak te stellen.
Natuurlijk ondervond hij hierin van den
beginne af veel tegenstand bij Nitokris, de
dochter van Neb^kadneaair, zijn gemalin. Zij
was op en top die dochter vaai dien groote 11
teanpelibouwer en vomid steurn bij haar zoon
Bélsa-za-r, dli-e wiël in sommige opzichten
den grootvadea' geleek, doch dien6 werk
kracht miste.
Maar al wa6 de koning jegens Bahylons
goden niet zoo vrijgevig, toch bracht hij
veel ten offer aan tempels en priesters on
andere plaatsen van het groote rijk, hoofd
zakelijk met hét d'-oefl, in die priesters een
tegenwicht tegen de overmacht der Baby
lonische te bezitten. Zoo bad bij te Ereöb
of Urluiöh, in het Zuidelijk g.-d-eélte van Ba-
byiloai-ië, de ovérohde stad vaai Sin, den
maaugodi, een heiligdom opgericht, dat, bij
de aanstaaaiid-e voltooiing in pracht on
luistea- gerust met de tempels der hoofd
stad kon vergeleken worden.
Toen enkele jairen geleden met het groot-
eche work begonnen werd, was dé koning
met een schitterend gevolg in Erech ver
schenen, om daarbij tegenwoordig te zijn.
Luisterrijke feeeten had de stad gezien, hei-
denkende -haar vorstelijk en oorepmng wamt
gelijk Babel, Akkod en Kalaoh had zij haar
opkomst te danken aan Nimrod, den zoon
van Kusoh. en.was dus een der eerwaar
digste stéden des rijks.
In elk der vier hoeken der fundamenten
was een oorkonde gemetseld in een cylin-
Qérvörmi'g stuk uitgebrande klei, waarin
de koninklijke bouwmeeeteas de geschiede
nis van de stichting en haaa- toewijding
aan de goden pleegden neer te leggen. Bij
den herbouw van een verwoesten tempel
begon men eeret met de werkzaamheden
alls de oorspronkelijke oorkonde gevonden
was, alsdan zeker zijnde, dat men op een
oude traditie steunde.
Deze oorkonde van den tempel va-n Sin,
welker ontdekking menige duistere plaats
in de Babylonische geschiedenis ophelderde
en diaairom van zeer véél waarde bleek,
luidde alls volgt:
„Na-bunuihid, koning van Babylon, we
deroprichter vaai da Bit-eaggatü en Bit-
si-da, aanbidder dér groote goden ben ik
Het pal-eis van koning Ramsid-i, ge
naamd de tempelkoren van den grooten
boom, w elke zich in de stad Ur bevindt,
welken (tempel) Ligbagas, een koning
uit de oudste dagen wel begonnen, maar
met voltooid beeft, terwijl zijn zoon Ugi
het dak aanbracht, ds bier. In de in
scripties van Ligbagas heb ik dii-t gelezen
Deze toren was in mijne dagen geheel
veaidwenen. Op de ou-de grondslagen,
welke Ligbagas en llgi, zijn zoon, ge
legd h-ebben, overeenkomstig den ouden
van aardiliais en tegelsteen, ben ik eene
beo-oprichting begonnen. Den god Sin,
het hoofd der goden des hemels en der
aarde, den koning der goden boven de
goden, cLie in den grooten hemel wonen,
den heer dezes tempels van den grooten
boom in de stad Ur, mijnen heer, van
den grond af heb Ik hem den tempel op
gebouwd van nieuws ai.
O Sins hoofd der goden, koning der
goden d-66 hemels en der aarde en dér
goden boven de goden, die in den groo
ten hemel wonen, in dezen tempel, wel
ken gij blijde binnengaat, in deze heili
ge ruimte van Bit-saggatu en Bit-sidn
en in den tempel van den grooten boom,
welke de woningen uwer verhevene god
liéid zijn, zullen mijne lippen uwen lof
verkondigen
Bevestig de vrees voor uwe verhevene
godheid in de harten barer bewoners,
opdat zij ge n misslagen begaan tegen
uwe groote majesteit, teneinde buame
fundamenten vast zijn ails die hemel! Mij
zellf, NabunaOvid, koning van Babyion,
in d'e vrees mwor godheid bewaar mij
Mijnen leeftijd, verleng ze gedurende
veflé degen in overvloed en die van Bel-
sazar, mijn eerstgeborene zoon, voort
gekomen van mij! De vrees voor uw ver
heven godheid, ba\éstiig ze in zijn hart,
opdat hij niet kan vallen in de zonde,
en dat zijn roem van duur zij!"
De bouw van den tempel was reedB zeer
ver gevorderd. De voltooiing was aanstaan
de; mqar daan-voor waren nog belangrijke
eommon gelde noodiig. Het goud voor de
beklleeding van dien eigenlijken tem pél, als
mede voor d'e zware offertafels en altaren
en eindelijk voor het afgodsbeeld met zijn
reusachtige afmetingen kon slechts gevon
den worden, als men de schatten uit andere
tempels voorat van de hoofdstad nam;
want de veldtocht tégen Kurusch, den
zoon van den koning der Perzen, en ook
dae tegen de oproerige provincies hadden
de géktmidtteflen des konings aanzienlijk
verminderd. Een verordening des konings
voor ad de priesters van Babyion moest de
verlangde bijdaage aan Erech verschaffen.
Maar nu stak een storm op zoo hevig,
a-Ie de koning noch zijn raadslieden kon
den verwachten.
en Zuiden van den koningsbung stond
Babels schoonste tempel, „Esogitla", het
heiligdom van den etsxfagod Bel-Marduk.
Ook zijn rijkdommen, de kostbare offer-
gaven, wlke in de schatkamers opgehoopt
lagen, zouden gedeeltelijk naar Erech ge
zonden wonden. De priesters vergaten niet
te zongen, dat deze aanstaande berooving
aan het vollik bekend gemaakt werd.
Stiroomon volks kwamen schreeuwend en
tie re nil bij het heiligdom. Spoedig was de
tempel door ren golvende massa omringd.
Gren enkele priester vertoonde zich. Hun
verstand gebood hun zich terug to houden;
zoo zij deze volksoploopen goedkeurclcn,
gaven zij wellicht al de schatten d-re tpm.
pels prijs en hoogst waarscb ij-ril ijk zou de
koninklijke gramschap hun hoofden trcf-
Wordt vervolgd)