rernaal Vïri\4ndaciq
MAANDAG 3 AUGUSlUS 1931
TWEEDE BLAD PAG. 5
HET BOUWEN VAN BRUGGEN
OVER ONZE GROOTE RIVIEREN
We zien in onzen tijd veel van de schoon
heid uit vroeger tijden verdwijnen. Onze
prachtige oude steden: Aimsterdiam, Delft,
Middelburg, Dordrecht, Utrecht en zoovele
van de kleinere Steden hebben in den loop
der tijden veel van hun schoonheid prijs
moeten geven. Telkens wordt er weer een
stukje afgeknabbeld, een grachit gedempt,
een gebouw gesloopt, een brug vernieuwd
en hoewel veel behouden had kunnen blij
ven, wanneer de wil er slechts geweest
ware. kan het niet ontkend worden, dait ei
gevallen eijn, waarin het noodzakelijk is
bet oude stedenschoon op te offeren, omdat
de eischen van 'dien nieuwen tijd onverbid
delijk zijn.
Waar wij in onzen tegenhvioordigen tijd
zooveel moeten missen van landschaps-,
,van dorpen- en stedenschoon, dat onze voor
ouders bezaten en hun bestaan vreugde
volle maakte, is het oij'ZQ plicht te waken
en toe te zien, dat ier nog "niet meer noode-
loos worde bedorven en dat het nieuwe meit i
de uiterste zorg worde gebouwd en aan
hooge eischen voldoet.
Onder de voornaamste bouwwerken ui'
onzen tijd zijn wel de groote bruggen ovei
onze rivieren te rekenen. En nu is het niel
tegen te spreken, dat op dit gebied door
het voorgeslacht en ook in dm t eg en woo r-
digen tijd groote fouten zijn gemaakt. Over
al waar de groote valewerkbruggen over de
rivieren zijn gebouwd, storen deee in het
landschap, is de schoonheid van ons onvol
prezen polderland er door 'bedorven.
Die brug te Sliedrechit, te Zaltbommel, te
Kuilenburg, te Nijmegen, die over het Hol-
landsch Diep en in mindere mate de Wil
lemsbrug te Rotterdam, de brug te Roer
mond, te Deventer en tal .van andere, al
deze bruggen vormen een wanklank in hel
landschap en hiet stadsbeeld en hoewel al
les went, ook het leelijke, is het toch vooi*
Oiet gevoelig ooig, belwiust of onbewust een
ergernis en moeten we ons afvragen of dit
niiert anders kan.
Want we zijn niet klaar met de bewe
I-telg, dat de constructie dezer bruggen zul
ver logisch is, dat door vernuftige bereke
ning de vormen en afmetingen zijn bepaald
en dart een eerlijke ijzeren bouw zonder
mooimakerij toch óok niet 1 eel ijk kan zijn,
Dit is slechts tiein deele waar, maar voor
den bouw der groote bruggen zijn verschil
lende oplossingen en onder die oplossingen
moeten er schoone, minder schoone cn ook
leelijke zijn. Onder de laatste is de v'ak-
werkbrag te rangschikken, die met haar
storend, onrustig, brutaal lijnenspel het
oog niet kan voldoen.
Ook in het buitenland kent men 'die
moeilijkheden en zijn er vele voorbeelden
te noemen wam- de ijzeren vakwei-kibrug de
romantische of naïeve schoonheid van stad
en land heeft benadeeld. Neem slechts do
vele bruggen over den Rijn in DuitsChland,
'de groote brug over de Firth of Forth bij
Edinghurg enz., m>oar er zijn ook tal van
steden en landschappen iwiaar groote brug
gen, in de laatste decennia gebouwd', in
technisch opzicht zeer verdienstelijk en uit
een aestbetisch oogpunt in geen enkel' op
zicht te verwerpen^ integendeel evenals de
bruggen uiit Oudheid en Middeleeuwen een
element van schoonheid vormen.
Neem b.v. de beleende hangbrug over d'e
Menaistreet vanaf Wales naar het eiland
Anglesey in een prachtig berglandschap;
de Brooklyn hangbrug te New-York, die
met de "torenhuizen van Manhattan op den
achtergrond een ongemeen boeiend stads
beeld te zien geeft; de prachtige betonbrug-
gen en de groote hangbrug in de stad Fri-
bourg in Zwitserland; "talrijke hangbruggen
in Frankrijk als die van Vinay over de
Isère of de groote boogbrug in gewapend
beton rte Plouigiastel bij Brest. Al deze brug
gen zijn een verrijking van het landschaps
beeld, terwijl ook in technisch opzicht naar
"een economische oplossing is gestreefd:
schoonheid en praktische zin gingen hier
samen.
Over den Don au zijn ook in de laatste
jaren tal van bruggen gebouwd, vele in ge
wapend beton, daaronder boogbruggen en
rechte balkbruggen, die in,'schoonheid met
de oude steen-en bruggen uit de Middel
eeuwen wedijveren en deze zelfs overtreffen,
wanrt bij de oude bruggen komt men veelal
niet boven het schilderachtige uit door de
kleine overspanningen waaraan uit gebrek
aan technische kennis veel rte veel materiaal
werd gebruikt, daarentegen bij de nieuwe
re boogbruggen en rechte bruggen zege
viert men over de moeilijkheden van de
materie; er spreekt een beheersching in ze
keren zin uit, te zien in schoone verhoudin
gen en juiste afmertingen, waardoor men
van de schilderachtigheid tot de schoonheid
komt.
In den laaitsten tijd bouwt men ook.balk
bruggen, dus rechte bruggen <5.a. te
Grosz-Mehring over den Donau van on
geveer 70 M. spanning. Deze bruggen heb
ben een groote bekoring, volkomen in har
monie met het landschap of ook met het
stadsbeeld, hoe gevoelig of intiem dit ook
is, warut de betonbrug heeft de verdienste
„oud rte worden", d.w.z. door verwering zich
aan t© passen aan de omgeving.
Kerknieuws.
De groote hangbrug in de'stad Fribourg in Zwitserland, gebouwd in iSU door Ir. Chaley.
Een eigenschap, die de ijzeren brug mist,
omdat bij het ijzer verwering uitgesloten is.
Wel kan ook hier de balkbrug of zooals
men Inert noemt „de plaatijzeren burg"
bedoeld wordit de Ibrug mat volle wanden
in tegenstelling met de vakwerkibrug, die
open wanden heeft veel betere oplossin
gen geven, zooals het ontwerp voor de
nieuwe brug over den Rijn te Baizel duide
lijk toont.
Een grooite bekoring gaat ook uit van de
hangbrug.
Een voordeel is, dat bij zeer groote span
ningen deze brug een zeer economische op
lossing geeft. Reeds iwierden in di't artikel
enkele hangbruggen genoemd. Over den
Rijn te Keulen zijn ook een "tweetal hang
bruggen gebouwd.
Hierbij valt op het verschil rtusschen dit
systeem en de gewone vakwerkbrug. pa
laatste stoort het stadsbeeld en past niert in
hert landschap door de onrustige, verwar
rende werking", door een geta'ek aan ryth-
me; de eerste, de hangbrug, treft het oog
door de rust, door het schoone rythme dor
verticale staaldraden, waarmede het rijivlak
opgehangen is aan de kabels, en de prach
tige gebogen lijn, „de kettinglijn", waaron
der de kabellS hangen. Vooral de hangbrug
Keulen-Mülheim is vermeldenswaard, de
andere hangbrug te Keulen, van Keulen
naar Deuitz, van architect Peter Behrens, is j
minder fraai dooi' enkele onlogische details.
Wanneer de pilonen d. z. de hooge zui
len waarover de kabels hangen bij de
brug Keulen-Mühlheim in betón waren uit
gevoerd en het rij vlak mat de zijd^lingscho
vers tij vingsliggers eveneens, dan zou deze
brug nog belangrijk aan schoonheid hebben
gewonnen, "terwijl goed uitgevoerde beton-
pilonen ook geen onderhoud vragen, in te*"
genstelling mat ijzeren pilonen, die perio
diek geschilderd moeten worden, wat door
ALGEMEENE SYNODE DER
NED. HERV. KERK
ZESTIENDE ZITTING.
Aan H.M. de Koningin-Moeder zal met het
cog op haar geboortedag een telegram worden
gezonden.
De vergadering neemt kennis van de stuk
ken betreffende drie Synodi contractae, die.
haar arbeid hebben volbracht.
Ie. Een besfuit in hooger beroep inzake
een hooger beroep van een predikant van
een besluit van liet Prov. Kerlkbest. van
Friesland, waarbij het aangevochten besluit is
vernietigd.
2e. Een besluit tot niet ontvankelijk ver
klaren van een predikant inzake een hoogei
beroep e^er uitspraak van het Prov. Kerk-
bestuur van Friesland.
3e. Een besluit inzake hooger beroep van
Friesland.
3e Een besluit inzake hooger beroep van
oen besluit van het Class. Bestuur van
praneker, goedgekeurd door bet Prov. Kerk-
Friesi'and, ingesteld door lid
maten en leden der Gemeente Wommels
Hydaard, waarbij het besluit van het Class.
Bestuur van Franeker vernietigd wordt.
Twee eindredacties worden vastgesteld.
Namens de commissie voor de considera
tie rapporteert de beer Tammens over de
voorgestelde invoegingen en wijzigingen, om
in de Kerk voortaan ook vrouwen tot
bet predikambt in zijn vollen
ngtoete laten, en wei' alleen die
$OM
Nieuw fabrikaat
Havana-binnengoei
de stukken ter behandeling over een motie
inzake den arbeid der Evangelische Maatschap
pij, aangenomen door de Class. Vergadering
Amersfoort. Overeenkomstig de conclusie
wordt deze motie voor kennisneming aange-
Dezelfde rapporteur ontvangt 't woord voor
een rapport van dezelfde commissie over
een beklag van het Class. Bestuur van Appin-
gedaim over het schrijven der Alg. Syn. Com
missie. De meerderheid oordeelt, dat er geen
reden van beklag zijn, terwijl de minderheid
gevoelen is, dat dit wef het geval is. Een
parig wordt geconcludeerd, dit schrijven voor
kennisgeving aan te nemen. Deze conclusie
wordt aangenomen.
De heer Brandligt rapporteert namens
dezelfde commissie over een motie der Class.
Vergadering van Dokkum, inzake contact tus-
schen den Raad van beheer en de Vereeniging
Kerkvoogdijen en den Bond van Ned. pre
dikanten. Het rapport concludeert éénparig,
zicfh in geval van bezwaren' tot de Synode te
riahten, die dleae aan den Raad van Beheer
overbrengt. Conform de conclusies van het
•apport wordt besloten.
De heer v. d. Veen rapporteert namens
de commissie voor de stukken over een schrij
ven van hert Class. Bestuur van Bommel be
treffende de quotisatie tot het aanbrengen van
wijzigingen hierin. De conclusie van het rap
port luidt, het schrijven voor kennisgeving aan
nemen. Aldus wordt besloten'.
De President sluit met dankgebed.
E I c h wat Wils J!
DE GESCHIEDENIS VAN EEN SPROOKJE
UIT HET SOCIALE LEVEN
de groote hoogte belangrijke uitgaven vergt, j ongehuwde
Op verschillende plaatsen langs dien Do- Deze voorstellen zijn in de Kerk over het
nau heeft men, behalve de reecis genoemde algemeen ongunstig ontvangen; ook in de
betonbrugigien, ook hangbruggen' gebouwd,
zoo die te Paasau, die goed harmonieert met
de intieme pracht van deze barokstad en
aniet de romantische schoonheid der rivier.
Ook te Budapest zijn de hangbruggen
over den. Donau "bekend, die het stadsbeeld
•van de rivier gezien niet bederven, maar
verrijken.
Wanneer we denken aan de bruggen uit
vorige eeuwen: de bekende brug rte Toledo,
in Spanje over de Taag, die een waardige
■toegang vormt tot deze stad vol oude Spaan-
sche grootheid, de prachtige brag over de
Moldaiu te Praag en de vele "treffend schoo
ne bruggen uit de laatste jaren in berton,
of di'0 als hangbrug zijn uitgevoerd, dan
mogen, neen dan moeten we vragen om be
tere ontwerpen voor de bragigien, die nu
zullen worden gebouwd: ivoor de brug te
Nijmegen, voor de brug te Arnhem, voor
een brug over de Noord in vebband met den
weg door de Alblasserwaard, voor de brug
of bruggen over de Merwede en vooral ook
voor een eventueel te bouwen brug over
hert Hoilrtands oh Diop.
Welk een schitterend effect zou dit ople
veren, wanneer men het breede iwiater denkt
overspannen door een reeks van'hangbrug
gen verbonden door forsche kabels, steu
nend op hooge pilonen!
Laat men toch ook op andere plaatsen
voor de groote spanningen de hangbrug
kiezen. Voor de te bouwen brug te Nijme-
genen die rte Arnhem, zou een handlbrug
ook een zeer schoone oplossing\ zijn. Dan
zou het stadsbeeld, zooals men te Nijmegen
vreest, niet, ontsierd worden; integendeel,
hert zou juist aan schoonheid winnen.
Wat in het buitenland' gemaald kan wor
den, kan ook hier gemaakt worden. Wij zijn
"toch geen sukkels?
Voor Keizersveer is het reeds te laat,
daar 'heeft men weer een vakwerkbrug ge
bouwd. Hopen we, dat op andere plaatsen
een betere oplossing moge worden gevon
den.
PapeoDdrechJt, Juli '31.
Ir. ARIE VISSER
commissie bestaat verdeeldheid. Twee leden.
bebbop princieele en praktische bezwaren.
Vier leden zijn er in beginsel voor, om onge
huwde vrouwen tot het predikambt in zijn
vollen omvang toe te laten, maar met het
oog op de ongunstige considieratiën der kerk
maken zij bezwaar, deze voorstellen defini
tief vast te stellen, liet éénparige advies van 't
rapport strekt derhaïve tot afwijzing.
De (Bond van Godsdienstonderwijzeressen
in de Ned. Herv Kerk ondersteunt het voor
stel om de vrouw tot het predikambt toe te
laten.
Prof. v. Rhijn en Prof v. Veldhuizen zijn
vóór de conclusie evenals de geheele vergade
ring behalve de Pres. en de heersen v. Oeve-
ren en Winkel. Het voorstel is derhalve
De heer Barbas rapporteert namens de
commissie voor de nieuwe wetsvoorstellen
over voorstellen der Class, vergaderingen
van Nijmegen en Heerenveen tot wijziging
van art. 17 v. h. Algemeen Reglement, opdat
ook vrouwen als leden van den Kerkeraad be
noembaar zijn. Vier leden der commissie zijn
er voor, maar twee er tegen. Op grond der
ongunstige ontvangst door de Kerk van de
vrouw als predikant, adviseert de commissie
eenparig tot verwerping van dit voorstel.
Alclius wordt zonder .hoofdelijke stemming be
sloten.
De heer A d d i n k rapporteert namens de
commissie voor de consideratien over de voor
gestelde wijziging van art. 23 van bet Regle
ment op de Vacatures bedoelende vooreerst
vast te stellen, dat in geval van vervulling der
predikbeurten in een) vacature, de bepaling
van hert uur vam aanvang in geen geval door
den Kerkeraad aan den Ring kan worden op ge
legd; en voorts, dat de vacaturebeurten behoo-
ren gehouden te worden in het kerkgebouw,
waar de Gemeente pleegt samen te komen.
Het rapport adviseert éénparig, behoudens een
geringe redactie-wijziging, tot aanneming van
dit voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze
conclusie aangenomen!.
Dr. Smit rapporteert namens de commissie
'STAKING BIJ RIJKSWERKVERSCHAFFING
de Weilemanslanden tewerkgestelde
werkloozen uit Almelo hebben het werk ge
staakt. Een drietal was ontslagen nadat kwes-
gerezen met de leiding over de loon
regeling waarna ook de anderen het werk
neerlegden. Het betreft hier Rij'kswerkverschaf
fing.
DE FEDERATIE VAN
BOUWVAKARBEIDERS.
Naar wij vernemen heeft een algemeene le
denvergadering van Amstels Bouwvereeniging
te Amsterdam besloten, dat de leden dier ver
eeniging met ingang van 17 Augustus geen
metselaars en opperlieden, die lid zijn van een
der plaatselijke afdeelingen van de „Landelij
ke Federatie van Bouwvakarbeiders in Neder
land" of van die Federatie zelve, meer als
werknemers op hun bouwwerken mogen toela
ten, tenzij vóór dien datum de arbeidsconflic
ten op bouwwerken van de leden van Amstels
Bouwvereeniging voor naar het oordeel van het
bestuur van de „Federatie" of leden daarvan
aansprakelijk moet worden geacht, beëindigd
Wetenschap.
KANKER ONDERZOEK.
Proeven op honderd patiënten te Londen.
Naai; Reuter uit Londen meldt, zal dr. Piney,
patholoog aan het kanker-hospitaal, de vol
gende week een aanvang nemen met proeven
van dr. Bendiens diagnose-methode op honderd
patiënten van het kanker-hospitaal van Midd-
Dr. Piney gelooft, dlat dr. Bendien hoopt, dat
de Nederlandsche Regeering zijn serum zal
patenteeren voor luj het bekend maakt, om te
voofkomen, dat een of andere gewetenlooze
firma dit zou doen, aldus zelfs dr. Bendien te
beletten de methode toe te passen zonder er
voor te betalen.
DE ZIEKTE VAN THOMAS ALVA EDISON
Het ergste wordt gevreesd.
De grijze 84-jarige uitvinder Thomas Alva
Edison's toestand is verslechterd. Hij ligt
thans bewusteloos. Per vliegtuig zijn twee be
kende doctoren naar zijn buiten te Westorange
(New-Yersy) ontboden. In verband met den
hoogen ouderdom wordt het ergste gevreesd.
Leger en Vloot.
DE SLAG BIJ DOGGERSBANK.
Op 5 Augustus a.s. zal het 150 jaar gele
den zijn, dat de slag bij Doggersbank gele
verd werd tusschen Hollanders en Engelschen,
het laatste gevecht van een Nederlandsche
oorlogsvloot in open zee.
Onder ons gezegd: 'k ben er nóg een lief
hebber van. De avonturen van meneer Pim
pelmans en kapitein Klakkebos heb ik met
groote belangstelling gevolgd, en 'k ben erg
benieuwd hoe 't verder met de leeuwenjacht
zal gaan. Het „voorspel", dat we gehad heb
ben, belooft inderdaad veel.
Ook van „de gelaarsde kat" heb ik vaak
hooren vertellen.
En met groote belangstelling las ik dan
ook in een oud tijdschrift de geschiedenis
van dit bekende sprookje.
'k Geloof stellig, dat velen met mij wel iets
meer willen weten van deze poes van inter
nationale en eeuwenoude vermaardheid, en
daarom neem 'k dit artikeltje hier over.
In het jaar 1550 verscheen te Venetië een
boek, dat evenveel opgang maakte als „De
duizend en één nachtvertellingen".
Het boek is onder den naam van „Tredici
Piacevoli Notti", of „Dertien grappige nach
telijke vertellingen" bekend. Het was door
Straparola da Caravaggio geschreven.
In het eerste verhaal deelt Straparola iets
'er een zeer slimme poes mede, doch deze
had geen laarzen aan.
Het speelt in Bohemen, en de jongste zoon
ran een arm geworden molenaar vervult er
genoemd.
Evenals in het ons bekende sprookje noo-
digt de kat den molenaar uit een bad te ne
men en lekt hem, om haar groote liefde te
toonen, zoolang, totdat hij geheel van vuil
modder gereinigd is.
De tweede maal, d"at „de kat" ten tooneele
gevoerd werd, was in het jaar 1635. Het boek
genoemd jaar geschreven, doch eerst in
1674 uitgegeven, had tot titel: „Gaglioso", tot
schrijver een zekeren Basile en was te Na
pels gedrukt.
Evenals in het boek van Straparola had
Basile de kat naam noch laarzen gegeven.
In heiden komt ook geen wildeman voor. Het
erhaal van Basile is vreemdsoortig en cy
nisch; Gaglioso huwt door de slimheid zijner
kat een schoone en rijke prinses.
Uit dankbaarheid belooft de held van het
verbaal zijn poes, dat, mocht zij eens ster
ven, hij voor haar een gouden doos zou laten
vervaardigen, om haar daarin te begraven
en een prachtig gedenkteeken op het graf te
plaatsen. Eenige dagen later houdt de kat
zich alsof ze dood is en de ondankbare heer
en meester geeft bevel het lijk uit het ven
ster te werpen. De poes springt op en ver
wijt haar doodelijk ontsteldien meester zijn
pndank/baaibeid. Zij snelt weg en gaat ieder
een in den omtrek het verleden van haar
heer vertellen.
Het boek door Straparola geschreven, werd
in 1560 in het Fransch vertaald. Het droeg
den naam van „Les Facecieuses Nuictz" en
het is zoo goed als zeker, dat Charles Per-
rault naar aanleiding van dit boek zijn wijd
en zijd vermaarde sprookjes bij elkander
heeft gekregen.
De sprookjes van „Moeder de Gems" wer
den een jaar later uitgegeven en men was
algemeen van opinie, dat ze door P. Darman-
court, zoon van Charles Perrault waren ge
schreven. De waarheid was echter, dat Char
les Perrault wel degelijk zelf de schrijver
was, doch daar hij reeds acht-en-zestig jaren
telde en als schrijver van vele wetenschap
pelijke werken bekend was, zich schaamde
zulke nietige verhalen onder zijn eigen
naam uit te geven. De sombere lange novel
len, de ernstige zedekundige boeken, welke
tijdens de .regeering van Lodewijk XIV uit
gegeven werden, maakten al spoedig plaats
voor tooververhalen en sprookjes. Perrault
had verscheidene navolgers als: de gravin
d'Aulnoy, madame Murat en mademoiselle
de la Force.
Als de naam van Perrault genoemd wordt,
dan is het niet in zijn kwaliteit van schrij
ver van beroemde, historische werken, doch
slechts van vervaardiger van die sprookjes,
die nu nog als de verhalen van „Moeder de
Gans" hekend zijn.
Eenigen tijd geleden bracht één oorspron
kelijk exemplaar van Perraul's verhalen op
een verkooping te Parijs f 480 op. Het was
opgedragen aan prinses Elizabeth Charlotte
van Orleans.
In het sprookje van Perrault komt voor
het eerst een kat voor, die om laarzen en
een zak vraagt; de schrijver heeft dit zeker
gedaan om de poes meer menschelijk te ma
ken. De wildeman, die hier ook voor het
eerst ten tooneele komt, was er waarschijn-
belangrijk te maken. De heer en meester van
de kat wordt hier ook de markies van Cara
genoemd. De moraal is in „de gelaarsde
kat" ver te zoeken, want de twee helden,
die in het verhaal optreden, zijn niets anders
dan avonturiers van de "ergste soort. Toch
lag 't niet in den aard van Perrault een oud
sprookje in een nieuw kleed te steken zon
der er een bedoeling mede te hebben. Ziet
hier wat een Engelsch schrijver daarover
„Naar mijn oordeel was de persoon van
den markies de Carabas het beeld van den
Franschen edelman d'Aubigny, die tijdens
de regeering van Lodierwijk XIV de bezittin
gen der Protestanten aanrandde, hetgeen in
verband stond met de vervolgingen, welke
genoemde secte op het eind der zestiende
eeuw moest verduren.
„Als dit waar is, dan stelt de kat bijgevolg
de persoon van madame de Maintenon
voor".
Nog een lezing van de genoemde fabel
dient hier vermeld te worden, namelijk een
Duitsch tooneelstuk voor kinderen, getiteld:
„Der gestiefèlte Kater".
De vervaardiger, Ludwig Tieck, heeft het
in drie acten geschreven en noemt de hoofd
personen Gottlieb en Hinze. Hij blijft echter
de traditie niet getrouw, doch voegt er vele
dingen bij, die men in geen der vroeger ver
melde verhalen gelezen had.
In Engeland- is het als pantomime her
haaldelijk omgevoerd, doch zoodanig met an
dere sprookjes dooreen gehaspeld, dat men
moeite had er „de gelaarsde kat" uit te her
kennen.
Zeer zeker zullen velen onzer lezers niet
vermoed hebben, dat dit in onze dagen nog
bekende sprookje op zulk een geschiedenis
kan terugwijzen.
KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT
43. Eindelijk viel de kapitein met 'n plof
op den grond en keek beduusd om zich heen.
Hij zart midden in een negerdorp, met. van
kleigevormde hutten in den vorm van bijen
korven. Boven elke hut was 'n schoonsteen-
ga;t en in twee daarvan stonden de lieve
neefjes op hun hoofd te spartelen.
44. Terwijl de twee jongens zich, zwart
als roet, uit hun netelige positie bevrijdden,
kwamen de venschrikte negers uit hun hut
ten te voorschijn kruipen. Ze maakien aller
lei rare geluiden en handbewegingen, maar
kapitein Klakkebos begreep er geen jota van.
(Wordt Woensdag vervolgd.)
HOE DE REFORMATIE IN
TWENTE WERD INGEVOERD
TWENTE: LAND VAN ARBEID EN
NATUURSCHOON
Door Ds. A. H. HILBERS, Enschedé.
De pastoors op de Classis.
Op deze zelfde classicale vergadering
moesten al de pastoors uit Twente verschij
nen. Op aanschrijven van den Drost waren
de pastoors van Delden, Almelo, Goor, Vrie-
zenveen, Tubbergen, Ootimarsum, Borne,
Rijssen, Weerselo en Haaksbergen tegenwoor
dig. Die van Wierden, Diepenheim en Mar-
kelo waren niet verschenen, terwijl Enschedé,
Denekamp en Losser vacant waren.
Aan hen allen werd opgelegd, om aan den
Drost over te leveren de registers van alle
kerkelijke goederen binnen drie dagen, en
zulks op hun eed; dit zou aan hen, die niet
aanwezig waren, medegedeeld worden. I-Iun
werd tevens gevraagd, waar de gouden en
zilveren vaten en alle andere kerkelijke in
strumenten gebleven waren.
Zoo hadden dus de geestelijken de kerke
lijke goederen ten bate van de Gereformeerde
godsdienst te stellen, terwijl de Drost daar
voor had te zorgen.
Ook moesten deze pastoors zich uitspreken
aangaande hun leerstellige gevoelens, inzon
derheid tegenover de Gereformeerde leer.
Zoo verklaarde Johannes Holtman, pastoor
van Almelo, dat hij de Gereformeerde christe-
Het derde artikel werd opgenomen in
ons blad van 30 Julij
Oud-Deventer. Waaggebouw en gebouw „De Drie Haringen"
lijlce religie in alles wilde aannemen.
De pastoor van Delden weigerde dit cn
moest zich daarom van alle kerkelijke dien-
werd op zijn verzoek een maand bedenktijd
gegeven, aan dien van Tubbergen, Frederik
Schil thuys, drie weken, aan dien van Oot-
marsum en Borne 'n maand, tevens aan den
pastoor van Vriezenveen Grevelinckhoff, aan
pastoor Gosev. kius Middendorp te Weerselo,
David Bushoff van Goor en Johannes Meu
ten van Haaksbergen. Deze allen beloofden
zich rte houden aan de hier te voren ge
noemde 14 Artikelen en nadere verklaring
te zullen afleggen.
Tot het jaar 1605 was op deze wijze de
Classis Deventer ijverig werkzaam om den
Gereformeerden Godsdienst in Twente te
doen zegevieren. Gedurig werd er vergaderd,
om pastoors naar hun gevoelens te onder
zoeken en naar bevind van zaken öf toe te
laten tot den dienst öf af te zetten.
Ook zocht men van buiten af Gereformeer
de predikanten alhier aan te stellen, terwijl
men geenszins met het aanstellen van
leeraren lichtvaardig wilde te werk gaan. De
Classis besloot ten minste op 13 Sept. 1602 nog
in hare vergadering, geen dienaars aan t 1
nemen, die de latijnsche taal niet zo
machtig waren dat zij goede schrijvers in -li
taal konden lezen, of zij moesten op andeie
wijze over buitengewone gaven hebben te
beschikken.
Twente weder onder Spaansch Juk.
Maar aan deze reformatie op het platte
land kwam in genoemd jaar 1605 een einde-
Het gelukte Spinola in dat jaar Oldenzaal
voor de Spanjaarden te veroveren en een be
zetting van 1000 man achter te laten. Daar
mede was feitelijk Twente weer gebracht on
der "het Spaansdïie juk.
Twente moest volgens Spinola nu „in het
burgerlijke der Spaensche kroone, ende
in het kerkelijke den Roomschen Stoel
ten meesten deele weder onderdaenigh zijn".
Hierdoor namen de Gereformeerde predikan
ten de vlucht. Gerhardus Lindenhovius, pre
dikant te Haaksbergen en Chrïstophorus Hal-
lein van Holten, gingen naar Deventer, waar
zij tot hulppredikers werden aangesteld. De
Katholieke geestelijkheid nam weer bezit van
de pastorieën, kerken en kerkgoederen en
door de onvermoeide zorgen en krachtige lei
ding van den vicaris-generaal Philippus Re-
venius herstelde zich de Roomsch Katholieke
kerk in geheel Twente.
Het Twaalfarige Bestand van 16091621
waarborgde haar vrijheid van religie overal
waar bare gemeenten gevestigd waren, en in
dat twaalftal jaren zijn aanhoudend tal van
priesters, waaronder ook niet weinige Jesui-
ten, met grooten ijver werkzaam geweest om
het Katholieke geloof onder de bevolking te
versterken en uit te breiden.
Opnieuw omkeer.
Echter kwam hier in een kentering in de
laatste jaren van het Bestand. In 1619 juist
in 'het beroemde Synode jaar (Dordtsche Sy
node 16181619) kreeg Enschede Johannes
Alkemade tot predikant, die straks toonde
den Gereformeerden godsdienst van harte te
zijn toegedaan. En toen Oldenzaal 10 Augus
tus 1626 opnieuw door de Staatschen op de
Spanjaarden veroverd werd en Twente even
een; van Spaansche soldaten daardoor was
lie- rijd ,werd onder leiding van Ridderschap
en Steden van Overijsel de Hervormde Gods
dienst ingevoerd.
Aldus met Staatsmacht. Dit kon te meer,
omdat de Hervormde Godsdienst, naar de
vastgestelde leer, op de Synode van Dordt,
als een officieels Staatsgodsdienst erkend
werd. Zoo werd o.a. m 1616 in Overijsel
reeds besloten, dart alle kosters, schoolmees
ters, richters, schouten en onderrichters
hervormd moesten zijn.
Aan de Roomschen werd geen openbare
godsdienstoefening gegund. Zij moesten dit
„heimelijk" doen. Daar herinnert de z.g.n.
Kroezeboom bij Tubbergen nog aan,
waar men in alle stilte Roomsohe Gods
dienstoefeningen hield. En traden zij wat
vrijpostig op, dan verschenen er dreigende
plakkaten, die echter nimmer metterdaad
zijn uitgevoerd.
De Roomschen werden echter van uit het
naburige Westfalen en Munster in atte
stilte krachtig gesteund, 't Was v.n.l. Bernard
van Galen Bisschop van Munster, die hier
voor al het mogelijke deed. Zoo plaatste hij
bij de grenzen van Gelre, Zutphen en Over
ijssel onderscheiden kapellen, waar de
Roomschen van uit den Achterhoek
Twente konden gaan. Ook onderhield bij
missionarissen in vreemde plaatsen. Toen
hij in 1665 en in 1672 met een leger in
Twente viel, gaf hij al de kerken aan de
Roomschen terug.
Niet alleen Roomsch-Kartholieken, n
ook Lutherschen en Doopsgezinden werden
in het openhaar niet geduld. De laatstge
noemden hadden van meetaf geweldig van
de Roomsche Kerk te verduren gehad. Dit
werd ook beter, toen Maurits in 1597 Twen',
had bevrijd. Den Drost werd n.l. gelast de
Doopsgezinden ongemoeid te laten. doel)
hun godsdienstige samenkomsten te be
letten, en dit „beletten" moet niet wnr
den opgevat in den zin alsof zulk een bij
eenkomst met de wapenen moest worden
uiteengejaagd, gelijk weleer, maar een der
daarvoor aangewezen overheidspersonen
trok met eenige daartoe uitgelezen mannen
j naar de plaats van samenkomst, waar dez-
I' laatste zulk een drukte en zulk een lawaai
maakten, dat de voorganger niet. kon wor
de» verstaan, dit duurde zoo lang tot men
uiteenging en daarmede was de bijeen-1
komst belet
In later jaren worden zij heimelijk toe
gelaten en mogen zij aan het einde der
zeventiende eeuw huiskerken bouwen tot
uitoefening van hun godsdienst
De staatskerk heerscht.
Zoo komen wij dus tot de conclusie, dat
alhier in Twente de Gereformeerde Gods
dienst tenslotte met do overheerschend®
staatsmacht is ingevoerd.
Niet dat hier de Roomsch-Katholieken
om hun geloof vervolgd zijn geworden,
gelijk zij weleer de protestanten hebben
aangedaan, dat zij verre. De Protestant eer
biedigt het geweten van een ieder. Maar
met Staatshulp werden pastoors verdreven,
de Roomsche kerkgebouwen in de handen
der Hervormden gegeven en allen, die een
officieele betrekking vervulden moesten de
Hervormde leep belijden, terwijl alle andere
godsdiensten zich in 't openbaar niet moch
ten vertoon en.
Het spreekt van zelf, dat op den duur,
een zeer groot deel der bevolking tot deii
Ger. Godsdienst overging. Immers zaten
daar ten slotte alle voordeelen aan ver
bonden?
Maar of daardoor juist ook de Gerefor
meerde religie tot de ziel van het volk in
Twente is doorgedrongen valt zeer te be
twijfelen. 'tWerd een met geweld opge
legde belijdenis. Ook speelt hier wellicht
hert volkskarakter een rol. Men gaat mee,
omdat het nu eenmaal niet anders kan,
maar in zijn hart blijft men wat men is.
Zoo is immers de Sakser? Zoo kan men
van de Overheid wel eischen, dat zij de
Gereformeerde Godsdienst zal handhaven en
alle ketterijen moeten weren en uit
roeien", maar daarmede heeft men nog
geen overtuigde Gereformeerde Christenen,
die dat èn voor zichzelf, èn voor hun nage
slacht' als eon heilig kostelijk goed acht--n.
Dat werkt geen Overheid, maar alleen Gods
Geest.
Dit zal uit wat hierna volgt, duidelijk
blijken. (Wordt vervolgd)