rernaal Vïri\4ndaciq MAANDAG 3 AUGUSlUS 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 HET BOUWEN VAN BRUGGEN OVER ONZE GROOTE RIVIEREN We zien in onzen tijd veel van de schoon heid uit vroeger tijden verdwijnen. Onze prachtige oude steden: Aimsterdiam, Delft, Middelburg, Dordrecht, Utrecht en zoovele van de kleinere Steden hebben in den loop der tijden veel van hun schoonheid prijs moeten geven. Telkens wordt er weer een stukje afgeknabbeld, een grachit gedempt, een gebouw gesloopt, een brug vernieuwd en hoewel veel behouden had kunnen blij ven, wanneer de wil er slechts geweest ware. kan het niet ontkend worden, dait ei gevallen eijn, waarin het noodzakelijk is bet oude stedenschoon op te offeren, omdat de eischen van 'dien nieuwen tijd onverbid delijk zijn. Waar wij in onzen tegenhvioordigen tijd zooveel moeten missen van landschaps-, ,van dorpen- en stedenschoon, dat onze voor ouders bezaten en hun bestaan vreugde volle maakte, is het oij'ZQ plicht te waken en toe te zien, dat ier nog "niet meer noode- loos worde bedorven en dat het nieuwe meit i de uiterste zorg worde gebouwd en aan hooge eischen voldoet. Onder de voornaamste bouwwerken ui' onzen tijd zijn wel de groote bruggen ovei onze rivieren te rekenen. En nu is het niel tegen te spreken, dat op dit gebied door het voorgeslacht en ook in dm t eg en woo r- digen tijd groote fouten zijn gemaakt. Over al waar de groote valewerkbruggen over de rivieren zijn gebouwd, storen deee in het landschap, is de schoonheid van ons onvol prezen polderland er door 'bedorven. Die brug te Sliedrechit, te Zaltbommel, te Kuilenburg, te Nijmegen, die over het Hol- landsch Diep en in mindere mate de Wil lemsbrug te Rotterdam, de brug te Roer mond, te Deventer en tal .van andere, al deze bruggen vormen een wanklank in hel landschap en hiet stadsbeeld en hoewel al les went, ook het leelijke, is het toch vooi* Oiet gevoelig ooig, belwiust of onbewust een ergernis en moeten we ons afvragen of dit niiert anders kan. Want we zijn niet klaar met de bewe I-telg, dat de constructie dezer bruggen zul ver logisch is, dat door vernuftige bereke ning de vormen en afmetingen zijn bepaald en dart een eerlijke ijzeren bouw zonder mooimakerij toch óok niet 1 eel ijk kan zijn, Dit is slechts tiein deele waar, maar voor den bouw der groote bruggen zijn verschil lende oplossingen en onder die oplossingen moeten er schoone, minder schoone cn ook leelijke zijn. Onder de laatste is de v'ak- werkbrag te rangschikken, die met haar storend, onrustig, brutaal lijnenspel het oog niet kan voldoen. Ook in het buitenland kent men 'die moeilijkheden en zijn er vele voorbeelden te noemen wam- de ijzeren vakwei-kibrug de romantische of naïeve schoonheid van stad en land heeft benadeeld. Neem slechts do vele bruggen over den Rijn in DuitsChland, 'de groote brug over de Firth of Forth bij Edinghurg enz., m>oar er zijn ook tal van steden en landschappen iwiaar groote brug gen, in de laatste decennia gebouwd', in technisch opzicht zeer verdienstelijk en uit een aestbetisch oogpunt in geen enkel' op zicht te verwerpen^ integendeel evenals de bruggen uiit Oudheid en Middeleeuwen een element van schoonheid vormen. Neem b.v. de beleende hangbrug over d'e Menaistreet vanaf Wales naar het eiland Anglesey in een prachtig berglandschap; de Brooklyn hangbrug te New-York, die met de "torenhuizen van Manhattan op den achtergrond een ongemeen boeiend stads beeld te zien geeft; de prachtige betonbrug- gen en de groote hangbrug in de stad Fri- bourg in Zwitserland; "talrijke hangbruggen in Frankrijk als die van Vinay over de Isère of de groote boogbrug in gewapend beton rte Plouigiastel bij Brest. Al deze brug gen zijn een verrijking van het landschaps beeld, terwijl ook in technisch opzicht naar "een economische oplossing is gestreefd: schoonheid en praktische zin gingen hier samen. Over den Don au zijn ook in de laatste jaren tal van bruggen gebouwd, vele in ge wapend beton, daaronder boogbruggen en rechte balkbruggen, die in,'schoonheid met de oude steen-en bruggen uit de Middel eeuwen wedijveren en deze zelfs overtreffen, wanrt bij de oude bruggen komt men veelal niet boven het schilderachtige uit door de kleine overspanningen waaraan uit gebrek aan technische kennis veel rte veel materiaal werd gebruikt, daarentegen bij de nieuwe re boogbruggen en rechte bruggen zege viert men over de moeilijkheden van de materie; er spreekt een beheersching in ze keren zin uit, te zien in schoone verhoudin gen en juiste afmertingen, waardoor men van de schilderachtigheid tot de schoonheid komt. In den laaitsten tijd bouwt men ook.balk bruggen, dus rechte bruggen <5.a. te Grosz-Mehring over den Donau van on geveer 70 M. spanning. Deze bruggen heb ben een groote bekoring, volkomen in har monie met het landschap of ook met het stadsbeeld, hoe gevoelig of intiem dit ook is, warut de betonbrug heeft de verdienste „oud rte worden", d.w.z. door verwering zich aan t© passen aan de omgeving. Kerknieuws. De groote hangbrug in de'stad Fribourg in Zwitserland, gebouwd in iSU door Ir. Chaley. Een eigenschap, die de ijzeren brug mist, omdat bij het ijzer verwering uitgesloten is. Wel kan ook hier de balkbrug of zooals men Inert noemt „de plaatijzeren burg" bedoeld wordit de Ibrug mat volle wanden in tegenstelling met de vakwerkibrug, die open wanden heeft veel betere oplossin gen geven, zooals het ontwerp voor de nieuwe brug over den Rijn te Baizel duide lijk toont. Een grooite bekoring gaat ook uit van de hangbrug. Een voordeel is, dat bij zeer groote span ningen deze brug een zeer economische op lossing geeft. Reeds iwierden in di't artikel enkele hangbruggen genoemd. Over den Rijn te Keulen zijn ook een "tweetal hang bruggen gebouwd. Hierbij valt op het verschil rtusschen dit systeem en de gewone vakwerkbrug. pa laatste stoort het stadsbeeld en past niert in hert landschap door de onrustige, verwar rende werking", door een geta'ek aan ryth- me; de eerste, de hangbrug, treft het oog door de rust, door het schoone rythme dor verticale staaldraden, waarmede het rijivlak opgehangen is aan de kabels, en de prach tige gebogen lijn, „de kettinglijn", waaron der de kabellS hangen. Vooral de hangbrug Keulen-Mülheim is vermeldenswaard, de andere hangbrug te Keulen, van Keulen naar Deuitz, van architect Peter Behrens, is j minder fraai dooi' enkele onlogische details. Wanneer de pilonen d. z. de hooge zui len waarover de kabels hangen bij de brug Keulen-Mühlheim in betón waren uit gevoerd en het rij vlak mat de zijd^lingscho vers tij vingsliggers eveneens, dan zou deze brug nog belangrijk aan schoonheid hebben gewonnen, "terwijl goed uitgevoerde beton- pilonen ook geen onderhoud vragen, in te*" genstelling mat ijzeren pilonen, die perio diek geschilderd moeten worden, wat door ALGEMEENE SYNODE DER NED. HERV. KERK ZESTIENDE ZITTING. Aan H.M. de Koningin-Moeder zal met het cog op haar geboortedag een telegram worden gezonden. De vergadering neemt kennis van de stuk ken betreffende drie Synodi contractae, die. haar arbeid hebben volbracht. Ie. Een besfuit in hooger beroep inzake een hooger beroep van een predikant van een besluit van liet Prov. Kerlkbest. van Friesland, waarbij het aangevochten besluit is vernietigd. 2e. Een besluit tot niet ontvankelijk ver klaren van een predikant inzake een hoogei beroep e^er uitspraak van het Prov. Kerk- bestuur van Friesland. 3e. Een besluit inzake hooger beroep van Friesland. 3e Een besluit inzake hooger beroep van oen besluit van het Class. Bestuur van praneker, goedgekeurd door bet Prov. Kerk- Friesi'and, ingesteld door lid maten en leden der Gemeente Wommels Hydaard, waarbij het besluit van het Class. Bestuur van Franeker vernietigd wordt. Twee eindredacties worden vastgesteld. Namens de commissie voor de considera tie rapporteert de beer Tammens over de voorgestelde invoegingen en wijzigingen, om in de Kerk voortaan ook vrouwen tot bet predikambt in zijn vollen ngtoete laten, en wei' alleen die $OM Nieuw fabrikaat Havana-binnengoei de stukken ter behandeling over een motie inzake den arbeid der Evangelische Maatschap pij, aangenomen door de Class. Vergadering Amersfoort. Overeenkomstig de conclusie wordt deze motie voor kennisneming aange- Dezelfde rapporteur ontvangt 't woord voor een rapport van dezelfde commissie over een beklag van het Class. Bestuur van Appin- gedaim over het schrijven der Alg. Syn. Com missie. De meerderheid oordeelt, dat er geen reden van beklag zijn, terwijl de minderheid gevoelen is, dat dit wef het geval is. Een parig wordt geconcludeerd, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Deze conclusie wordt aangenomen. De heer Brandligt rapporteert namens dezelfde commissie over een motie der Class. Vergadering van Dokkum, inzake contact tus- schen den Raad van beheer en de Vereeniging Kerkvoogdijen en den Bond van Ned. pre dikanten. Het rapport concludeert éénparig, zicfh in geval van bezwaren' tot de Synode te riahten, die dleae aan den Raad van Beheer overbrengt. Conform de conclusies van het •apport wordt besloten. De heer v. d. Veen rapporteert namens de commissie voor de stukken over een schrij ven van hert Class. Bestuur van Bommel be treffende de quotisatie tot het aanbrengen van wijzigingen hierin. De conclusie van het rap port luidt, het schrijven voor kennisgeving aan nemen. Aldus wordt besloten'. De President sluit met dankgebed. E I c h wat Wils J! DE GESCHIEDENIS VAN EEN SPROOKJE UIT HET SOCIALE LEVEN de groote hoogte belangrijke uitgaven vergt, j ongehuwde Op verschillende plaatsen langs dien Do- Deze voorstellen zijn in de Kerk over het nau heeft men, behalve de reecis genoemde algemeen ongunstig ontvangen; ook in de betonbrugigien, ook hangbruggen' gebouwd, zoo die te Paasau, die goed harmonieert met de intieme pracht van deze barokstad en aniet de romantische schoonheid der rivier. Ook te Budapest zijn de hangbruggen over den. Donau "bekend, die het stadsbeeld •van de rivier gezien niet bederven, maar verrijken. Wanneer we denken aan de bruggen uit vorige eeuwen: de bekende brug rte Toledo, in Spanje over de Taag, die een waardige ■toegang vormt tot deze stad vol oude Spaan- sche grootheid, de prachtige brag over de Moldaiu te Praag en de vele "treffend schoo ne bruggen uit de laatste jaren in berton, of di'0 als hangbrug zijn uitgevoerd, dan mogen, neen dan moeten we vragen om be tere ontwerpen voor de bragigien, die nu zullen worden gebouwd: ivoor de brug te Nijmegen, voor de brug te Arnhem, voor een brug over de Noord in vebband met den weg door de Alblasserwaard, voor de brug of bruggen over de Merwede en vooral ook voor een eventueel te bouwen brug over hert Hoilrtands oh Diop. Welk een schitterend effect zou dit ople veren, wanneer men het breede iwiater denkt overspannen door een reeks van'hangbrug gen verbonden door forsche kabels, steu nend op hooge pilonen! Laat men toch ook op andere plaatsen voor de groote spanningen de hangbrug kiezen. Voor de te bouwen brug te Nijme- genen die rte Arnhem, zou een handlbrug ook een zeer schoone oplossing\ zijn. Dan zou het stadsbeeld, zooals men te Nijmegen vreest, niet, ontsierd worden; integendeel, hert zou juist aan schoonheid winnen. Wat in het buitenland' gemaald kan wor den, kan ook hier gemaakt worden. Wij zijn "toch geen sukkels? Voor Keizersveer is het reeds te laat, daar 'heeft men weer een vakwerkbrug ge bouwd. Hopen we, dat op andere plaatsen een betere oplossing moge worden gevon den. PapeoDdrechJt, Juli '31. Ir. ARIE VISSER commissie bestaat verdeeldheid. Twee leden. bebbop princieele en praktische bezwaren. Vier leden zijn er in beginsel voor, om onge huwde vrouwen tot het predikambt in zijn vollen omvang toe te laten, maar met het oog op de ongunstige considieratiën der kerk maken zij bezwaar, deze voorstellen defini tief vast te stellen, liet éénparige advies van 't rapport strekt derhaïve tot afwijzing. De (Bond van Godsdienstonderwijzeressen in de Ned. Herv Kerk ondersteunt het voor stel om de vrouw tot het predikambt toe te laten. Prof. v. Rhijn en Prof v. Veldhuizen zijn vóór de conclusie evenals de geheele vergade ring behalve de Pres. en de heersen v. Oeve- ren en Winkel. Het voorstel is derhalve De heer Barbas rapporteert namens de commissie voor de nieuwe wetsvoorstellen over voorstellen der Class, vergaderingen van Nijmegen en Heerenveen tot wijziging van art. 17 v. h. Algemeen Reglement, opdat ook vrouwen als leden van den Kerkeraad be noembaar zijn. Vier leden der commissie zijn er voor, maar twee er tegen. Op grond der ongunstige ontvangst door de Kerk van de vrouw als predikant, adviseert de commissie eenparig tot verwerping van dit voorstel. Alclius wordt zonder .hoofdelijke stemming be sloten. De heer A d d i n k rapporteert namens de commissie voor de consideratien over de voor gestelde wijziging van art. 23 van bet Regle ment op de Vacatures bedoelende vooreerst vast te stellen, dat in geval van vervulling der predikbeurten in een) vacature, de bepaling van hert uur vam aanvang in geen geval door den Kerkeraad aan den Ring kan worden op ge legd; en voorts, dat de vacaturebeurten behoo- ren gehouden te worden in het kerkgebouw, waar de Gemeente pleegt samen te komen. Het rapport adviseert éénparig, behoudens een geringe redactie-wijziging, tot aanneming van dit voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt deze conclusie aangenomen!. Dr. Smit rapporteert namens de commissie 'STAKING BIJ RIJKSWERKVERSCHAFFING de Weilemanslanden tewerkgestelde werkloozen uit Almelo hebben het werk ge staakt. Een drietal was ontslagen nadat kwes- gerezen met de leiding over de loon regeling waarna ook de anderen het werk neerlegden. Het betreft hier Rij'kswerkverschaf fing. DE FEDERATIE VAN BOUWVAKARBEIDERS. Naar wij vernemen heeft een algemeene le denvergadering van Amstels Bouwvereeniging te Amsterdam besloten, dat de leden dier ver eeniging met ingang van 17 Augustus geen metselaars en opperlieden, die lid zijn van een der plaatselijke afdeelingen van de „Landelij ke Federatie van Bouwvakarbeiders in Neder land" of van die Federatie zelve, meer als werknemers op hun bouwwerken mogen toela ten, tenzij vóór dien datum de arbeidsconflic ten op bouwwerken van de leden van Amstels Bouwvereeniging voor naar het oordeel van het bestuur van de „Federatie" of leden daarvan aansprakelijk moet worden geacht, beëindigd Wetenschap. KANKER ONDERZOEK. Proeven op honderd patiënten te Londen. Naai; Reuter uit Londen meldt, zal dr. Piney, patholoog aan het kanker-hospitaal, de vol gende week een aanvang nemen met proeven van dr. Bendiens diagnose-methode op honderd patiënten van het kanker-hospitaal van Midd- Dr. Piney gelooft, dlat dr. Bendien hoopt, dat de Nederlandsche Regeering zijn serum zal patenteeren voor luj het bekend maakt, om te voofkomen, dat een of andere gewetenlooze firma dit zou doen, aldus zelfs dr. Bendien te beletten de methode toe te passen zonder er voor te betalen. DE ZIEKTE VAN THOMAS ALVA EDISON Het ergste wordt gevreesd. De grijze 84-jarige uitvinder Thomas Alva Edison's toestand is verslechterd. Hij ligt thans bewusteloos. Per vliegtuig zijn twee be kende doctoren naar zijn buiten te Westorange (New-Yersy) ontboden. In verband met den hoogen ouderdom wordt het ergste gevreesd. Leger en Vloot. DE SLAG BIJ DOGGERSBANK. Op 5 Augustus a.s. zal het 150 jaar gele den zijn, dat de slag bij Doggersbank gele verd werd tusschen Hollanders en Engelschen, het laatste gevecht van een Nederlandsche oorlogsvloot in open zee. Onder ons gezegd: 'k ben er nóg een lief hebber van. De avonturen van meneer Pim pelmans en kapitein Klakkebos heb ik met groote belangstelling gevolgd, en 'k ben erg benieuwd hoe 't verder met de leeuwenjacht zal gaan. Het „voorspel", dat we gehad heb ben, belooft inderdaad veel. Ook van „de gelaarsde kat" heb ik vaak hooren vertellen. En met groote belangstelling las ik dan ook in een oud tijdschrift de geschiedenis van dit bekende sprookje. 'k Geloof stellig, dat velen met mij wel iets meer willen weten van deze poes van inter nationale en eeuwenoude vermaardheid, en daarom neem 'k dit artikeltje hier over. In het jaar 1550 verscheen te Venetië een boek, dat evenveel opgang maakte als „De duizend en één nachtvertellingen". Het boek is onder den naam van „Tredici Piacevoli Notti", of „Dertien grappige nach telijke vertellingen" bekend. Het was door Straparola da Caravaggio geschreven. In het eerste verhaal deelt Straparola iets 'er een zeer slimme poes mede, doch deze had geen laarzen aan. Het speelt in Bohemen, en de jongste zoon ran een arm geworden molenaar vervult er genoemd. Evenals in het ons bekende sprookje noo- digt de kat den molenaar uit een bad te ne men en lekt hem, om haar groote liefde te toonen, zoolang, totdat hij geheel van vuil modder gereinigd is. De tweede maal, d"at „de kat" ten tooneele gevoerd werd, was in het jaar 1635. Het boek genoemd jaar geschreven, doch eerst in 1674 uitgegeven, had tot titel: „Gaglioso", tot schrijver een zekeren Basile en was te Na pels gedrukt. Evenals in het boek van Straparola had Basile de kat naam noch laarzen gegeven. In heiden komt ook geen wildeman voor. Het erhaal van Basile is vreemdsoortig en cy nisch; Gaglioso huwt door de slimheid zijner kat een schoone en rijke prinses. Uit dankbaarheid belooft de held van het verbaal zijn poes, dat, mocht zij eens ster ven, hij voor haar een gouden doos zou laten vervaardigen, om haar daarin te begraven en een prachtig gedenkteeken op het graf te plaatsen. Eenige dagen later houdt de kat zich alsof ze dood is en de ondankbare heer en meester geeft bevel het lijk uit het ven ster te werpen. De poes springt op en ver wijt haar doodelijk ontsteldien meester zijn pndank/baaibeid. Zij snelt weg en gaat ieder een in den omtrek het verleden van haar heer vertellen. Het boek door Straparola geschreven, werd in 1560 in het Fransch vertaald. Het droeg den naam van „Les Facecieuses Nuictz" en het is zoo goed als zeker, dat Charles Per- rault naar aanleiding van dit boek zijn wijd en zijd vermaarde sprookjes bij elkander heeft gekregen. De sprookjes van „Moeder de Gems" wer den een jaar later uitgegeven en men was algemeen van opinie, dat ze door P. Darman- court, zoon van Charles Perrault waren ge schreven. De waarheid was echter, dat Char les Perrault wel degelijk zelf de schrijver was, doch daar hij reeds acht-en-zestig jaren telde en als schrijver van vele wetenschap pelijke werken bekend was, zich schaamde zulke nietige verhalen onder zijn eigen naam uit te geven. De sombere lange novel len, de ernstige zedekundige boeken, welke tijdens de .regeering van Lodewijk XIV uit gegeven werden, maakten al spoedig plaats voor tooververhalen en sprookjes. Perrault had verscheidene navolgers als: de gravin d'Aulnoy, madame Murat en mademoiselle de la Force. Als de naam van Perrault genoemd wordt, dan is het niet in zijn kwaliteit van schrij ver van beroemde, historische werken, doch slechts van vervaardiger van die sprookjes, die nu nog als de verhalen van „Moeder de Gans" hekend zijn. Eenigen tijd geleden bracht één oorspron kelijk exemplaar van Perraul's verhalen op een verkooping te Parijs f 480 op. Het was opgedragen aan prinses Elizabeth Charlotte van Orleans. In het sprookje van Perrault komt voor het eerst een kat voor, die om laarzen en een zak vraagt; de schrijver heeft dit zeker gedaan om de poes meer menschelijk te ma ken. De wildeman, die hier ook voor het eerst ten tooneele komt, was er waarschijn- belangrijk te maken. De heer en meester van de kat wordt hier ook de markies van Cara genoemd. De moraal is in „de gelaarsde kat" ver te zoeken, want de twee helden, die in het verhaal optreden, zijn niets anders dan avonturiers van de "ergste soort. Toch lag 't niet in den aard van Perrault een oud sprookje in een nieuw kleed te steken zon der er een bedoeling mede te hebben. Ziet hier wat een Engelsch schrijver daarover „Naar mijn oordeel was de persoon van den markies de Carabas het beeld van den Franschen edelman d'Aubigny, die tijdens de regeering van Lodierwijk XIV de bezittin gen der Protestanten aanrandde, hetgeen in verband stond met de vervolgingen, welke genoemde secte op het eind der zestiende eeuw moest verduren. „Als dit waar is, dan stelt de kat bijgevolg de persoon van madame de Maintenon voor". Nog een lezing van de genoemde fabel dient hier vermeld te worden, namelijk een Duitsch tooneelstuk voor kinderen, getiteld: „Der gestiefèlte Kater". De vervaardiger, Ludwig Tieck, heeft het in drie acten geschreven en noemt de hoofd personen Gottlieb en Hinze. Hij blijft echter de traditie niet getrouw, doch voegt er vele dingen bij, die men in geen der vroeger ver melde verhalen gelezen had. In Engeland- is het als pantomime her haaldelijk omgevoerd, doch zoodanig met an dere sprookjes dooreen gehaspeld, dat men moeite had er „de gelaarsde kat" uit te her kennen. Zeer zeker zullen velen onzer lezers niet vermoed hebben, dat dit in onze dagen nog bekende sprookje op zulk een geschiedenis kan terugwijzen. KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT 43. Eindelijk viel de kapitein met 'n plof op den grond en keek beduusd om zich heen. Hij zart midden in een negerdorp, met. van kleigevormde hutten in den vorm van bijen korven. Boven elke hut was 'n schoonsteen- ga;t en in twee daarvan stonden de lieve neefjes op hun hoofd te spartelen. 44. Terwijl de twee jongens zich, zwart als roet, uit hun netelige positie bevrijdden, kwamen de venschrikte negers uit hun hut ten te voorschijn kruipen. Ze maakien aller lei rare geluiden en handbewegingen, maar kapitein Klakkebos begreep er geen jota van. (Wordt Woensdag vervolgd.) HOE DE REFORMATIE IN TWENTE WERD INGEVOERD TWENTE: LAND VAN ARBEID EN NATUURSCHOON Door Ds. A. H. HILBERS, Enschedé. De pastoors op de Classis. Op deze zelfde classicale vergadering moesten al de pastoors uit Twente verschij nen. Op aanschrijven van den Drost waren de pastoors van Delden, Almelo, Goor, Vrie- zenveen, Tubbergen, Ootimarsum, Borne, Rijssen, Weerselo en Haaksbergen tegenwoor dig. Die van Wierden, Diepenheim en Mar- kelo waren niet verschenen, terwijl Enschedé, Denekamp en Losser vacant waren. Aan hen allen werd opgelegd, om aan den Drost over te leveren de registers van alle kerkelijke goederen binnen drie dagen, en zulks op hun eed; dit zou aan hen, die niet aanwezig waren, medegedeeld worden. I-Iun werd tevens gevraagd, waar de gouden en zilveren vaten en alle andere kerkelijke in strumenten gebleven waren. Zoo hadden dus de geestelijken de kerke lijke goederen ten bate van de Gereformeerde godsdienst te stellen, terwijl de Drost daar voor had te zorgen. Ook moesten deze pastoors zich uitspreken aangaande hun leerstellige gevoelens, inzon derheid tegenover de Gereformeerde leer. Zoo verklaarde Johannes Holtman, pastoor van Almelo, dat hij de Gereformeerde christe- Het derde artikel werd opgenomen in ons blad van 30 Julij Oud-Deventer. Waaggebouw en gebouw „De Drie Haringen" lijlce religie in alles wilde aannemen. De pastoor van Delden weigerde dit cn moest zich daarom van alle kerkelijke dien- werd op zijn verzoek een maand bedenktijd gegeven, aan dien van Tubbergen, Frederik Schil thuys, drie weken, aan dien van Oot- marsum en Borne 'n maand, tevens aan den pastoor van Vriezenveen Grevelinckhoff, aan pastoor Gosev. kius Middendorp te Weerselo, David Bushoff van Goor en Johannes Meu ten van Haaksbergen. Deze allen beloofden zich rte houden aan de hier te voren ge noemde 14 Artikelen en nadere verklaring te zullen afleggen. Tot het jaar 1605 was op deze wijze de Classis Deventer ijverig werkzaam om den Gereformeerden Godsdienst in Twente te doen zegevieren. Gedurig werd er vergaderd, om pastoors naar hun gevoelens te onder zoeken en naar bevind van zaken öf toe te laten tot den dienst öf af te zetten. Ook zocht men van buiten af Gereformeer de predikanten alhier aan te stellen, terwijl men geenszins met het aanstellen van leeraren lichtvaardig wilde te werk gaan. De Classis besloot ten minste op 13 Sept. 1602 nog in hare vergadering, geen dienaars aan t 1 nemen, die de latijnsche taal niet zo machtig waren dat zij goede schrijvers in -li taal konden lezen, of zij moesten op andeie wijze over buitengewone gaven hebben te beschikken. Twente weder onder Spaansch Juk. Maar aan deze reformatie op het platte land kwam in genoemd jaar 1605 een einde- Het gelukte Spinola in dat jaar Oldenzaal voor de Spanjaarden te veroveren en een be zetting van 1000 man achter te laten. Daar mede was feitelijk Twente weer gebracht on der "het Spaansdïie juk. Twente moest volgens Spinola nu „in het burgerlijke der Spaensche kroone, ende in het kerkelijke den Roomschen Stoel ten meesten deele weder onderdaenigh zijn". Hierdoor namen de Gereformeerde predikan ten de vlucht. Gerhardus Lindenhovius, pre dikant te Haaksbergen en Chrïstophorus Hal- lein van Holten, gingen naar Deventer, waar zij tot hulppredikers werden aangesteld. De Katholieke geestelijkheid nam weer bezit van de pastorieën, kerken en kerkgoederen en door de onvermoeide zorgen en krachtige lei ding van den vicaris-generaal Philippus Re- venius herstelde zich de Roomsch Katholieke kerk in geheel Twente. Het Twaalfarige Bestand van 16091621 waarborgde haar vrijheid van religie overal waar bare gemeenten gevestigd waren, en in dat twaalftal jaren zijn aanhoudend tal van priesters, waaronder ook niet weinige Jesui- ten, met grooten ijver werkzaam geweest om het Katholieke geloof onder de bevolking te versterken en uit te breiden. Opnieuw omkeer. Echter kwam hier in een kentering in de laatste jaren van het Bestand. In 1619 juist in 'het beroemde Synode jaar (Dordtsche Sy node 16181619) kreeg Enschede Johannes Alkemade tot predikant, die straks toonde den Gereformeerden godsdienst van harte te zijn toegedaan. En toen Oldenzaal 10 Augus tus 1626 opnieuw door de Staatschen op de Spanjaarden veroverd werd en Twente even een; van Spaansche soldaten daardoor was lie- rijd ,werd onder leiding van Ridderschap en Steden van Overijsel de Hervormde Gods dienst ingevoerd. Aldus met Staatsmacht. Dit kon te meer, omdat de Hervormde Godsdienst, naar de vastgestelde leer, op de Synode van Dordt, als een officieels Staatsgodsdienst erkend werd. Zoo werd o.a. m 1616 in Overijsel reeds besloten, dart alle kosters, schoolmees ters, richters, schouten en onderrichters hervormd moesten zijn. Aan de Roomschen werd geen openbare godsdienstoefening gegund. Zij moesten dit „heimelijk" doen. Daar herinnert de z.g.n. Kroezeboom bij Tubbergen nog aan, waar men in alle stilte Roomsohe Gods dienstoefeningen hield. En traden zij wat vrijpostig op, dan verschenen er dreigende plakkaten, die echter nimmer metterdaad zijn uitgevoerd. De Roomschen werden echter van uit het naburige Westfalen en Munster in atte stilte krachtig gesteund, 't Was v.n.l. Bernard van Galen Bisschop van Munster, die hier voor al het mogelijke deed. Zoo plaatste hij bij de grenzen van Gelre, Zutphen en Over ijssel onderscheiden kapellen, waar de Roomschen van uit den Achterhoek Twente konden gaan. Ook onderhield bij missionarissen in vreemde plaatsen. Toen hij in 1665 en in 1672 met een leger in Twente viel, gaf hij al de kerken aan de Roomschen terug. Niet alleen Roomsch-Kartholieken, n ook Lutherschen en Doopsgezinden werden in het openhaar niet geduld. De laatstge noemden hadden van meetaf geweldig van de Roomsche Kerk te verduren gehad. Dit werd ook beter, toen Maurits in 1597 Twen', had bevrijd. Den Drost werd n.l. gelast de Doopsgezinden ongemoeid te laten. doel) hun godsdienstige samenkomsten te be letten, en dit „beletten" moet niet wnr den opgevat in den zin alsof zulk een bij eenkomst met de wapenen moest worden uiteengejaagd, gelijk weleer, maar een der daarvoor aangewezen overheidspersonen trok met eenige daartoe uitgelezen mannen j naar de plaats van samenkomst, waar dez- I' laatste zulk een drukte en zulk een lawaai maakten, dat de voorganger niet. kon wor de» verstaan, dit duurde zoo lang tot men uiteenging en daarmede was de bijeen-1 komst belet In later jaren worden zij heimelijk toe gelaten en mogen zij aan het einde der zeventiende eeuw huiskerken bouwen tot uitoefening van hun godsdienst De staatskerk heerscht. Zoo komen wij dus tot de conclusie, dat alhier in Twente de Gereformeerde Gods dienst tenslotte met do overheerschend® staatsmacht is ingevoerd. Niet dat hier de Roomsch-Katholieken om hun geloof vervolgd zijn geworden, gelijk zij weleer de protestanten hebben aangedaan, dat zij verre. De Protestant eer biedigt het geweten van een ieder. Maar met Staatshulp werden pastoors verdreven, de Roomsche kerkgebouwen in de handen der Hervormden gegeven en allen, die een officieele betrekking vervulden moesten de Hervormde leep belijden, terwijl alle andere godsdiensten zich in 't openbaar niet moch ten vertoon en. Het spreekt van zelf, dat op den duur, een zeer groot deel der bevolking tot deii Ger. Godsdienst overging. Immers zaten daar ten slotte alle voordeelen aan ver bonden? Maar of daardoor juist ook de Gerefor meerde religie tot de ziel van het volk in Twente is doorgedrongen valt zeer te be twijfelen. 'tWerd een met geweld opge legde belijdenis. Ook speelt hier wellicht hert volkskarakter een rol. Men gaat mee, omdat het nu eenmaal niet anders kan, maar in zijn hart blijft men wat men is. Zoo is immers de Sakser? Zoo kan men van de Overheid wel eischen, dat zij de Gereformeerde Godsdienst zal handhaven en alle ketterijen moeten weren en uit roeien", maar daarmede heeft men nog geen overtuigde Gereformeerde Christenen, die dat èn voor zichzelf, èn voor hun nage slacht' als eon heilig kostelijk goed acht--n. Dat werkt geen Overheid, maar alleen Gods Geest. Dit zal uit wat hierna volgt, duidelijk blijken. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5