r
N DEBAT OVER 'T HUIDIGE
PRODUCTIE-SYSTEEM
MAANDAG 27 rJULI 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5
I.
is een merkwaardige gedachtenwisse-
gevoerd over de tegenwoordige pro
ie-wijze tusschen twee vooraanstaanden
Christelijk-sociale beweging, de hee-
H. Amelink en C. SmeenL De
Amelink weet er geen weg meer mee,
k in alle eeuwen zulke stemmen zijn be-
erd geworden, en gelijk! eigenlijk elk
[-voelend mensch in zijn Sturm- und
ïgperiode heen en weer geslingerd wordt
noemden pas nog eens in een ander ver
Enka, de bekende Christen-socialiste
vóór een kwart eeuw. Wat is er in haar
iok niet menigvuldig over dit vraag-
geredeneerd en wat komen ons do
linken dan weer bekend voor.
is een debat tusschen de heeren Ame-
en Smeenk waard beluisterd te wor-
Beiden aldoor aan het stud'eeren. De
dote misschien wat impulsief zoo nu en
in zijn woordkeuze. De laatste vasthou-
luwfl# als een dog en verbazing Wekkend
den schat van economische kennis,
hij in een half menschenleven .ver-
ade rd heeft.
De heer Amelink schijnt de hui-
öEn dige productiewijze te veroordeelen
De Gids van 18 Juni lezen wij:
De economische crisis, met haar ïnil-
K. mienen van werkloozen, minstens 100 mil-
tsmatL menschen, die van weridoozenuitkee-
et eefg of steun moeten leven, blijft aanhou-
rcrscht, n0g geen enkel lichtpunt doet zich
8 5 ®n' ons voor, dat wijst op betere tijden öïb
st all«ijj|eil aanbreken.
IJillioenen van menschen hebben aan ai-
flei tekort. Zij leven in sobere vaak zelfs
jr slechte levensomstandigheden. En tege-
;ertijd wordt het productie-apparaat inge-
stilgelegd, Worden1 maatregelen
raamd om de productie te beperken. Dat
ijnt het middel te zijn, om de tegenwoor-
e productiewijze weer op gang te krijgen.
S echter scherper veroordeeling van de
dige, de z.g. kapitalistische, productie-
e mogelijk? Dat zulke maatregelen on-
deze omstandigheden worden genomen,
.ijst, dat deze productiewijze niet inge-
d is op het eigenlijk doel, nl. te voorzien
behoeften der geheele menschelijke
ïenleving. Als God ons zegent met over-
edige oogsten, als het productie-apparaat
ianig is geperfectioneerd, dat overvloe-
kan voorzien worden in deze behoeften,
zou een oorzaak van vreugde moeten
j. Ruim kan dan voorzien worden in dat-
ie wat de menschheid noodig heeft. Tal-
velen, die nog maar heel matig worden
zorgd, kunnen het nu beter krijgen.
neen, zoo is het niet .Deze samen-
ng, die op het gewin is ingesteld, kan
n winst meer maken. En daarom, er is
n sprake van dat er vreugde is om de
iheid der productie, waardoor er meer te
deelen is; neen, al is er zelfs in werke-
heid nog tekort, al zijn er nog millioenen
menschen die in armoede leven, de pro-
,ie moet worden beperkt. Internationaal
den daarvoor zelfs maatregelen beraamd
De heer Smeenk vraagt nadere
uiteenzetting.
itrimonium bevatte 'daarop volgend
el:
De huidige „kapitalistische" productiewijze
flus te veroordeelen. Wij verkeeren ii
kenleving, die op het gewin is „inges
die, nu zij geen „winst" meer kan maken,
productie beperkt.
Pat beteekenit dit alles? Wat wil D
jd s Moeten wij aansturen op 'n dndere
uiotiewijize? Op welke daft? Op de
alistische? Zaii men dan varkens blij-
j fokken en vetmesten, óók indien de
r als vergoeding na zijn werk niet de
Idige artikelen kan verkrijgen?
tfen biedt thans goed spek aan tegen 15
it het pond. Bij zekere hoeveelheid wordt
reductie gegeven. Toch wordt het niet
DE BANDOENGSCHE 'JAARBEURS
Het Nederlandsche paviljoen op de laatst
gehouden Ban'doengsohe Jaarbeurs heeft bij
de talrijke bezoekers sterk de aandacht ge
trokken.
6 Juli werd de Bandoengsohe Jaabbeurs
bezocht door een Engelsche handelsdelegatie,
welke in het bijzonder getroffen was door
den inhoud van bet Nederlandsche paviljoen.
Als bewijs, dat over belangstelling van het
publiek niet te klagen was, kan er op wor
den gewezen, dat o.a. de inzending schoenen,
waavan de prijzen bijzonder scherp concur-
reerend waren gesteld, groote daadwerkelijke
belangstelling trok en, wanneer verkoop ter
plaatse mogelijk was geweest, zouden heel
wat Nederlandsche schoenen zijn verkocht.
De Nederlandsche gecondenseerde melk
werd zoo uitstekend bevonden, dat tientallen
kisten dadelijk zouden kunnen zijn verkocht
als die in voorraad waren geweest.
De ervaring, die bij deze laatste Jaarbeurs
is, dat, indien de Nederlandsche industrie
haar prijzen zeer scherp kan stellen en in
het begin een flinke reclame wordt gemaakt,
op het oogenblik in Indië veel succes is
bereiken, omdat de superieure kwaliteit
Indië toch gewaardeed wordt tegenover
buitenlandsohe merken.
gekocht. Gezien den prijs van de varkens, is
de varkensmesterij niet loonend meer. Er is
niet alleen van geen „winst" meer sprake,
er wordt zelfs op toegelegd. Wie kan dat
volhouden? Het spreekt wel vanzelf, dat de
productie van een artikel beperkt wordt,
wanneer de vraag vermindert en er geen af
nemers zijn, die het willen of kunnen koo-
pen tegen een redelijken prijs, waarin min
stens verdisconteerd zijn de voortbrengings-
kosten.
En zooals het met de varkens ten onzent
gaat, zoo gaat het met verschillende land-
bouwartikelen. Als gevolg daarvan zijn na
tuurlijk ook diverse industrieele voorfcbren-
selen slechts in beperkte mate af te zetten.
De boer, die voor zijn varkens, zijn bieten en j
zijn eieren slechts een lagen prijs ontvangt, j
die de voortbrengingskosten niet dekt, kan j
zich geen radio aanschaffen of zich luxu-
euzer inrichten.
Hoe een socialistische samenleving er uit
zou zien, weten wij niet. Maar wij vermoeden j
zoo, dat men ook dan de bedrijfsleiders en
de arbeiders, die een of ander product ver-
vaardigen, in den een of anderen vorm een
vergoeding voor hun arbeid zal geven. Wie j
schoenen maakt, zal brood, kleeding enz., in j
ruil voor zijn arbeid moeten ontvangen. De I
verbruikers van schoenen zullen dat op de
een of andere wijze moeten vergoeden. Ook
zullen zy hun deel moeten bijdragen in de
kosten van de machines, die bij het vervaar- j
digen van de schoenen gebezigd worden, in j
de bouwkosten en het onderhoud van het fa- j
brieksgebouw, waarin de schoenen vervaar-
digd worden, in de vergoeding, die de distri-
buant, laat het zijn de bediende in een ge- j
meentewinkel, ontvangt. Moeten de schoenen
naar elders worden vervoerd, dan komt er
nog bij een deel der vergoedingen, die aan
metaalbewerkers, spoorwegarbeiders, enz.
uitgekeerd worden voor het maken van spoor
wegmateriaal, het besturen en geleiden van
transportmiddelen.
Voor „niets" kan men ook onder het „so
cialisme" geen schoenen geven. In don
„prijs" moet ook dan „winst", in Jen een of
anderen vorm, verdisconteerd worden. Er
moet immers ook onder het socialisme gere
serveerd en nieuw kapitaal gevormd worden
Willen de menschen geen schoenen dragen,
of hebben zij, door welke omstandigheden
ook, zelf geen door anderen begeerde pro
ducten voortgebracht, dan kunnen ook onder
het socialisme geen schoenen voor niets ge
leverd worden aan wie wel „behoefte'' aan
I laarzen heeft.
Heel de tegenstelling, die men maakt tus
schen productie om „winst" en voortbren
ging om in de „behoeften'» te voorzien, is
o.i. by dieper nadenken geen oogenblik houd
baar. Als er onder het socialisme geen
„winst" is te behalen, vergoeding produc-
tiekosten, plus reserve en kapitaalsvorming!
kan de productie van een artikel evenmin
worden volgehouden als thans. Of wel, men
moet de verliezen van het eene artikel weten
te dekken uit de winsten van een ander.
Maar dat is volstrekt niet altijd mogelijk.
Laten de calculaties te wenschen over, dan
loopt het ook onder het socialisme mis.
Wij gelooven trouwens geen oogenblik dat 't
goed zal loopen. Om allerlei redenen niet, die
wij reeds meermalen hebben uiteengezet.
Thans zijn er ongetwijfeld menschen, die
aan veel behoefte hebben, maar die slechts
weinig kunnen besteden. Men denlce aan de
millioenen in China, in Rusland, op den Bal
kan, ja waar al niet. Ook onze eigen platte
landsbevolking heeft aan veel behoefte. Wil
len nu onze arbeiders in West- en Midden-
Europa voor niets, of althans voor heel wei
nig gaan werken, ten einde in de behoeften
van deze milloenen te voorzien? Wij betwij
felen 't. Mag men van van de ondernemers
eischen, dat zij het ondernemersloon (winst)
ten volle prijs geven?
Hoe komt het, dat de wereld zoo verarmd
is? Door den oorlog, door de revoluties,
door velerlei verdwazing. De oorzaak schuilt
zoo meenden wij tot dusver, zeker niet in
het „ingesteld" zijn van onze samenleving
op „gewin". Trouwens, wie heeft haar daar
op „ingesteld"?
Intusschen interesseert ons zeer de vraag,
wat het orgaan van de Christelijke Vakbe
weging nu eigenlijk wil?
Hebben wij ons steeds vergist bij onze
afwijking van de socialistische denkbeelden
Moet de huidige productiewijze werkelijk
veroordeeld worden? Indien 'De Gids niet
voor het socialisme kiest, wèl tegen het „ka
pitalisme", voortbrenging door particuliere
ondernemers voor de markt, dan zouden wij
gaarne iets meer concreet vernemen, welke
organisatie van de voortbrenging De Gids
mogelijk en beter acht? Natuurlijk kan het
antwoord niet zijn: organisatie van de pro
ducenten (arbeiders en werkgevers), be
drijfsorganisatie, enz. Immers daarbij blijft
de productie met „winstoogmerken". Daarbij
blijft ook het feit bestaan, dat de varkens
mesterij wordt beperkt, waneer de prijs niet
meer loonend is, ook al zijn er mischien
ergens op de wereld nog vele menschen, die
wel spek zullen willen eten.
Wij zouden gaarne van het hoofdorgaan
der Christelijke Vakbeweging iets naders
vernemen. Hebben wij tot dusver een gansch
verkeerd standpunt ingenomen? Moeten wij
„de tegenwoordige productiewijze" ook prin
cipieel gaan bestrijden? Zoo ja, voor welke
dndere productiewijze behooren wij dan te
Ijveren? En is het gevolg van die andere
productiewijze wellicht ook, dat allerlei po
litieke en nationalistische factoren, die thans
invloed ten kwade uitoefenen, uitgeschakeld
worden
Waar zijn voorts de menschen, die deze
andere productiewijze tot stand kunnen
brengen en de productie beter kunnen lei
den dan tot dusver geschiedde? Zullen zij
ook nooit meer feil gaan of in hun werk
gestoord worden, bijv. door een oorlog?
Hebben wij tot dusver te gering gedacht
van het menschelijk kunnen? Is het gelijk
toch eenigermate aan den kant onzer tegen
standers, waarvan wij meenden, dat zij met
Schrift en Historie niet rekenden?
Indien De Gids ons hier ten gids wil zijn,
willen wij hem daarvoor reeds bij voorbaat
dank betuigen. Wy willen .zoo gaarne de
leiding van onze Christelijke Vakbe
weging steunen en volgen. Maar nu begrij
pen wij niet goed meer, waarheen wij moe
ten koersen.
De heer Amelink verklaart zich
nader, doch heeft geen nieuwe
maatschappij-organisatie kant en
klaar.
De Gids repliceerde in het nummër van
Juli aldus:
Onze lezers zullen, gelijk wy, met be
langstelling de opmerkingen van Patrimo
nium hebben gelezen.
Maar zij zuiilen ook, gelijk wij, vragen:
wat helpt ons al dat negatieve afbreken
van Patrimonium?
Wordt ook maar iets weerlegd van het
geen wij schreven Volstrekt niet. Er wor
den wat vragen gesteld en wat bewering-en
geplaatst. Maar de feiten1, dat millioenen
van menschen in sobere, vaak zelfs zeer
slechte omstandigheden leven en tegelij
kertijd het productie-apparaat wordt inge
krompen, internationaal maatregelen wor
den beraamd om de productie te beperken,
die feiten kan Patrimonium natuurlijk niet
ontkennen.
Op zichzelf is dat toch iets onzinnigs.
Millioenen hebben! gebrek. Er moet ge
werkt, geproduceerd worden, om in de be
hoeften der menschen te voorzien.
jMaar in plaats van meer te producee-
ren, wordt de productie ingekrompen.
Patrimonium verdedigt dat zelfs.
En het meent heel dit vraagstuk te kun
nen afdoen, met den boer gelijk te geven,
die, als het spek 15 cent het poind kost, geen
varkens meer mest.
Het wil ons echter voorkomen, dat daar
mede bet vraagstuk allerminst is afgedaan.
Inderdaad kan men den boer, wanneer de
varkensmestery niet meer ïoonend is, het
allerminst kwalijk nemen, dat hij daarmede
ophoudt.
Maar wij vragen: mogen wij als christe
nen ons er daarmee afmaken? Mogen wij
als God ons zeigent met overvloedige oog
sten, als het productie-apparaat dusdanig
is uitgebouwd eni geperfectionneerd, dat
ruim en overvloedig in de behoeften der
menschen zou kunnen worden voorzien,
vrede mee hebben, dat ondanks dat, mil
lioenen van menschen in ellendige omstan
digheden bi'yven leven?
En moigen wy er vrede mee hebben, dat
in plaats van dat de menschheid zich
toeleggen op vergrooting der productie,
om in staat te zijn, de groeiende bevolking
der wereld van voldoende veibruiksgoede-
ren te voorzien, de productie wordt inge
krompen
Patrimonium vraagt ons nu wat wij
eigenlijk willen. Het wil gaarne van ons
iets meer concreet vernemen', welke orga
nisatie der voortbrenging wy mogelijk en
beter achten.
,Op die vraag moeten wij vooralsnog het
antwoord schuldig blijven. Wij hebben
geen nieuwe maatschappij-organisatie kant
en klaar op onze schrijftafel staan.
Onze grief is echter, dat dit vraagstuk
in den christelijken kring zelfs niet bestaat.
Onze grief is, dat als men op feiten wijst,
als waarop wij in ons vorig en dit artikel
gewezèn hebben:, feiten, die fouten zyn,
men er zich in onzen kring afmaakt met
argumenten, als deze: de boer heeft gelijk,
dat hij, als het spek 15 cent het pond kost,
geen varkens meer mest.
Wy meenen, dat het plicht is deze feiten
als fouten te erkennen en ook te erkennen,
dat wij ai's christenen den plicht hebben
met elkaar te zoeken naar middelen en
wegen, om tot een betere maatschappelijke
organisatie te komen. Een maatschappe
lijke organisatie, die zoodanig is ingesteld,
dat voorkomen wordt, dat b.v. wanneer
God ons zegent met rijke oogsten, dit niet
met vreeze en beving behoeft te worden
aangezien en dat daarna middelen en wegen
beraamd worden tot beperking en dat ter
wijl millioenen van menschen nog in kom
mervolle omstandigheden leven.
Wanneer maar eens begonnen werd met
te erkennen, dat er wat hapert, en dan
door de christenen, onder biddend opzien
tot God, gezocht werd, naar een weg ter
ontkoming, dan zou deze naar onze over
tuiging ook gevondien worden.
(Wordt vervolgd)
VREESELIJKE TREINBOTSING
VOORKOMEN
OP DEN MOERDIJKBRUG
Onderzoek naar de oorzaak
Toen Donderdagmorgen pl.m. 10 uur met
een vaart van SO K.M. de Parijsche D trein
de 1475 M. lange Moerdijksche spoorbrug
iwas opgereden kwam terzelfder tijd .de
sneltrein uit Dordrecht de spoorbrug oprij
den; er dreigde een ontzettende spoorweg
ramp. Gelukkig was op de brug aanwezig
de spoorwegbeambte Corn. v. Leest van
Moerdijk die belast was met de veiligheid
van de aldaar werkende telegraafbeambten
die, het gevaar ziende, oogenblikkelijk met
een roode vlag zwaaiende, de bedienende
machinisten opmerkzaam maakten op het
ontzettende geivaar. De machinist der Pa
rijsche trein begon met het geven van
noodsignalen en bracht niet de westing-
houserem de trein tot staan. Gelukkig be
merkte de machinist van de uit Dordrecht
op de brug gekomen 'trein ook het groote
gevaar en stopte onmiddellijk. Door net
piket der Ned. Spoorwegen uit Utrecht
Zaterdagmorgen een officieel onderzoek
ingesteld wie hier de schuldige is. De blok-
wach'ter van Willemsdorp heeft verklaard
dat de ui't Dordrecht gekomen trein de
voorrang moest hebben en de blokwachter
ZwaluNve de Parijsche sneltrein op het
kruispunt voor de brug voor het signaal
had moeten doen stilhouden om de uiit
Dordrecht komende trein eerst te doen
passeeren.
Anderen beweren dat de machinist van
de sneltrein uit de richting Dordrecht met
toestemming van de aan Willemsdorp
dienst doende chef door een onveilig brug-
signaal de brug is opgereden omdat zooals
voorschrift was, de Parijsche trein voor het
signaal aan de zijde van Zwaluwe had
moeten worden stilgehouden.
Volgens de „Tel." zou een voorloopige
uitslag van het onderzoek aanwijzen, dat
op het station Willemsdorp onbewust een
fout is gemaakt. Men merkte wel, dat er
iets niet heelemaal in den haak was, maar
men meende, met een storing in de blok-
toestellen te doen te hebben. Hoewel dit
niet het geval was, deed men wat in der-
ROFFELRIJMEN
'T IS VANDAAG
't Is vandaag-de-dag de dar/
Van goedkoope treinen,
Van vacantieprijzen op
Lucht- en waterlijnen;
't Is de dag ven sport en spel.
En van potverteren,
Dag van wederkeerigheid
In 't elkaar traicteeren;
't Is vandaag goedkoop tarief,
Voor de apenkooien
Kun je voor een prikje je
Opvoeding voltooien;
't Is de dag van stof en stank,
Razende geruchten,
Van getoeter en gejank
En benzineluchten;
't Is de dag van jachten op
Opgepompte wielen
Morgen staan de kranten vol
Over hen die vielen.
't Is vandaag de vrije dag
Van het vrij geweten;
't Is vandaag ('t was gisteren)
Zondag, moet je weten.
(Nadruk verboden). LEO LENS.
Huiduitslag
Wasch de aangedane plaatsen met warm
water en Purolzeep, droog daarna voorzich
tig af, doe er dan wat Purol op en strooi
daar overheen nog wat Purolpoeder. Her
haal dit eiken dag, zoolang het noodig is.
gelijke omstandigheden regel is. n.m. den
trein door een onveilig signaal vertrek-,
ken. Hiertoe mag echter niet zonder het
treffen van bepaalde voorzorgsmaatregelen
worden overgegaan. Zoo dient het personeel
van den trein, die van de andere richting
verwacht wordt, zoo spoedig mogelijk op de
hoogte van 't gerval te worden gebracht. Dit
nu, wat telefonisch behoort te geschieden,
is hier nagelaten. Wel nam de hoofdcon-
ductenr op de locomotief plaats om de
baan te verkennen. Toen hij nemde had do
Parijsche trein gelukkig ook reeds zijn
vaart tot een minimum terug gebracht.
Het onderzoek wordt voortgezet, zoodat
deze lezing nog eenig voorbehoud behoeft.
Bij mist ware de ramp niet te overzien
geweest. Moge de oplettendheid van de
nog jonge beambte van Leest die nog kort
bij de Ned. Spoorwegen in dienst is met
een eervolle vermelding worden beloond.
ONRUST IN CHILI
Te Santiago is het tot bloedige botsingen gekomen tusschen politie en demonstranten.
Vele personen zijn gedood, talrijke anderen gewond. President del Campo (inzet) vaar
digde een proclamatie uit, waarin hij mededeelde, dat hij weigert te capituleeren.
JE DE REFORMATIE IN
VENTE WERD INGEVOERD
ENTE: LAND VAN ARBEID EN
NATUURSCHOON
Ds. A. H. HILBERS, Enschedé.
ii *y
li' zoover ons bekend is zijn dit de
en die in Twente om hun geloof den
ilaarsd'ood ondergingen w
ti door dit gewelddadig optreden, werd
olk zeer terughoude,nd in de uiting van
skwesties. In 't openbaar zweeg men
er. Doch achter gesloten deuren wer-
de geschriften van Luther gelezen en
vertrouwelijke familiekringen werden
timelijk besproken. Voor den vorm
r bleef men Roomsch, want men kon
rs niet anders?
Maurits In Twente.
de veelbewogen jaren na 1568, toen het
b Nederland onder leiding van de door-
ige Oranje's den vrijheidsoorlog tegen
lachtige tyrannieke Spanje was be
en, werden in den achterhoek Twente
inkclijk rustige jaren doorleefd,
de plaatsen Enschede, Oldenzaal en in
•uitsehe Lingen lagen Spaansche troe-
die voortdurend het platteland onvei-
laakten door hun roof- en strooptoch-
bevolking leed er geweldig onder. Wat
Baten aan voedsel en vee werd' den
n telkens ontstolen, terwijl het niet
i voorkwam, dat de huizen in brand
ken werden.
zulk optreden mede afkeer tegen de
asche macht verwekte en tevens tegen
oomsche Kerk, laat zich verstaan. Bo
en gaf het onzedelijk gedrag der
ters, die in concubinaat leefden aan
weidenkenden groote ergenis. Dit alles
te dus mede, dat v'elen zich afkeerden
de Roomsche Kerk en de Luthersche
aanhingen.
Het eerste artikel werd opgenomen in
van 18 Juli»
Pnns Maurits, 'de bevrijder van Twente.
Echter, hoe zou in Twente de vrijheid nog
verkregen worden?
Het jaar 1597 brak aan.
Voor het naar vrijheid worstelend Neder
land zou dit een heilrijk en voor den groo-
ten Oranjezoon Prins Maurits zou het een
roemrijk jaar worden door Gods goedheid.
In het vroege voorjaar versloeg Stadhou
der Maurits met zijn ruiterbende binnen
enkele uren de sterke Spaansche troepen
macht van Varax bij Turnhout.
Wat was dit een blijde tijding, toen het
i ons land bekend werd.
Wie moest Maurits bekwaamheden als
veldheer niet erkennen? Maar in hetzelfde
jaar zou hij nog grooter overwinningen be
vechten.. fl
Terwijl Kardinaal Albreeht gedwongen
werd zijn troepen naar het zuiden te trek
ken, kwam Maurits in het veld, om een
krijgstocht in het Oosten des land's te on
dernemen en het vrij te maken van het
Spaansche juk.
Met een leger van 7000 man voetvolk en
1200 ruiters, voorzien van welbediend ge
schut, sloeg' hij met Willem Lodewijk den
lOden Augustus een beleg voor Rijnberck,
een sterke plaats aan den Rijn in het
Reulsche.
Door zijn snel, krachtig optreden had hij
deze versterkte en belangrijke plaats bin
nen 10 dagen ingenomen. Hierdoor had hij
den vijand den pas over den Rijn afgesne
den. Veilig kon hij nu noordwaarts het
Graafschap Zutphen en daarna Twente in
trekken.
't Werd een ware zegetocht. Binnen drie
maanden tij ds had hij Meurs, Grol, Brede-
voort, Enschede, Oldenzaal, Ootmarsum en
Lingen aan de Spaansche handen ontrukt
en onder het bestuur der Hollandsohe Sta
ten gebracht.
Niet onaardig is het te vernemen hoe
Enschede van de Spaansche macht bevrijd
werd.
Den lSden October naderde Maurits met
zijn lieger deze stad. 't Was hem bekend,
dat er geen sterke troepenmacht lag. De
stad stond' onder bevel van Luitenant Groot
en sergeant de Vasques.
Prins Maurits eischte, dat de stad zich
zou overgeven. Hij wees op zijn talrijk leger
op de verovering der andere steden en op
de sterkte van zijn geschut. Daar kon men
zich van komen overtuigen.
De stad zond de genoemde officieren met
Jonker Pieter van der Does om Maurits'
veldgeschut te bezien. En dit had mede tot
gevolg, dat de stad besloot zjch op eervolle
voorwaarden over te geven.
Den volgenden dag was Enschede van het
Spaansche juk bevrijd en trok Maurits'reeds
op naar Oldenzaal, dat hij eveneens bezette.
Twente bevrijd.
Zoo was Twente bevrijd.
En de beroemde historie-schrijver Dr.
Fruin schrijft d'aarvan: „Onuitsprekelijk
was de vreugde over zooveel onverwachten
voorspoed. Het platteland van Zutphen en
Twente, van Drente en Ommelanden was
in dezen eenen veldtocht voor goed verlost.
Die streken jarenlang door den krijg ver
treden, hadden voortaan slechts den mati
gen druk der oorlogsbelasting; vrij van
plundering en brandschatting, konden zij
zich bijna in het genot van den vrede wa-
De edelman in zijn slot, de boer in zijn
stulp mochten met vrouw en kinderen weer
onbekommerd voortleven en gerust op het
platteland vertoonen, zonder gevaar te loo
pen van opgelicht of mishandeld te worden."
Ja, onuitsprekelijk was d'e vreugde over
Maurits' zegetocht, door Twente. Dat bewijst
de historieschrijver uit dien tijd, die deze
geschiedenis eindigt met de heerlijke betui
ging: God de Heere, die alles regiert ende
weet hoe ende wanneer hij zal te hulpe comen
ende beschermen, die sy geleooft en ge-
danckf't
Wilt heden, nu treden voor God d'en Heere,
Hem boven al loven van herten seer,
End' maken groot syns lieven naemens eere,
Die daer nu onsen vyand slaet ter neer..
Ter eeren ons Heeren, wilt al u dagen,
Dit wonder byzonder gedencken toch.
Maekt u o mensch! voor God steeds wel te
dragen
Doet yder recht en waoht u voor bedrog.
Bid, waket en maket dat g'in bekoring
End' 't quade met schade toch niet en valt
Uw vroomheyt brengt de vijand tot
verstoring,
Al waer zijn ryck noch eens soo sterek
be wait.
Dit alles teekent den geest, die onze va
deren in dien tijd bezielde.
Aan God alleen de glorie!
Nu brak de reformatie door.
Deze bevrijding van Spanje's macht had
mede tot vrucht, dat nu metterdaad het
werk van de reformatie der kerk met
kracht in Twente kon ter handgenomen
worden.
Zooals wij reeds weten, waren zeer velen
de Luthersche leer toegedaan en in hun
hart protestant Maar uit vreeze voor moei
ten en vervolging of ook omdat men nu
eenmaal niet wat anders kon hooren, ging
men bij zijn pastoor ter kerk.
Dat dit den pastoor wel bekend was, blijkt
wel uit Pastoor Walter Bruns van Enschede.
Bruns ging op den kansel geweldig tegen
zijn leden te keer en schold! hen voor
„ketters".
Dit verdroot kerkmeesters ker-
spelluiden zoodanig, dat zij met den
Staatschen Rechter Rouckema vergaderden
om te beraadslagen welke maatregelen ge
nomen moesten worden om aan dat schel
den een einde te maken. Besloten werd. dat
Kerkmeester Avermaat den pastoor van d'e
kansel zou verwijderen, wanneer hij zulk
weer mocht doen. Dit heeft hij ook vol
bracht.
Bij een zijner predikaties, waarin hij weer
heftige uitvallen tegen de ketters deed,
werd pastoor Bruns door kerkmeester
Avermaat van den kansel gehaald. Dit
teekeinde dus metterdaad dat het volk de
nieuwe leer was toegedaan.
Nu echter de kerk reformeert zou wor
den, geschiedde dit niet in Lutherschen zin
en voor de Augburgsche confessie, maar
naar Calvijn in Gereformeerden zin.
Dit lag voor de hand. In de bevrijde Ne
derlandsche provincies, had de kerk bij
haar reformaties de Gereformeerde Belijde
nis aanvaard. De welbekende 37 Art. der
Ned. Geloofsbelijdenis, opgesteld door Guido
de Bres was op de onderscheidene Synodes
van 1568, 1571, 1574, 1581, 15S6 bindend ver
klaard. Toen dan ook de Synode van
Overijsel de reformatie op het platteland
zocht door te voeren en dit in het bijzonder
aan de Classis Deventer opdroeg, werd dit
van meet af in Gereformeerden zin gedaan.
Dat hier in Twente de Gereformeerde
leer geheel onbekend was. behoeven wij in
geen enkel, opzicht aan te nemen.
Want behalve, dat de Nederlandsche ge
westen deze leer ten volle beleden, was zij
ook van af 1587 de officieele leer van het
Graafschap Bentheim. Was in 1544 door
Graaf Arnold I de Luthersche leer bij de
creet ingevoerd, zijn kleinzoon Arnold II,
was overtuigd Calvinist en voerde met
krachtigen steun van een hofprediker, Jo-
han Kemmener, op kalme, overtuigende
wijze de Gereformeerde belijdenis in bij de
Kerk van Bentheim. Onmiskenbaar droeg
men daar evenzeer in Twente kennis van.
Echter beweert men, dat d'e Twentenaar
voor zichzelf meer van de Luthersche dan
van de Calvinistische hield. Naar zijn ka
rakter als oud-Sakser eischte hij niet alleen
voor zichzelf in goeden zin vrijheid voor
denken en doen op, maar gunde die vrij
heid ook aan ieder ander, zoodat hij elke
vreemde inmenging in geloofszaken veroor
deelde. Nu kenmerkte de Luthersche leer
zich door groote verdraagzaamheid jegens
anderen, zegt men. Het moet erkend, dat
deze in veel opzichten lang zoo scherp be-
lijnd zich niet stelde tegenover Rome als
de leer van Calvijn.
Luther ging uit van het standpunt, dat
alles wat niet rechtstreeks in de Heilige
Schrift verboden wordt, behouden kan
blijven, te mijl Calvijn stelde, dat alles wat
alleen in Gods Woord geboden wordt in
de Kerk mocht gevonden worden. Daarom
bleef de Luthersche nog veel van den
Roomschen eeredienst behouden, wat de
Gereformeerden geheel verwierpen. Zoo
vond men nog jaren aaneen het Roomsche
altaar in d'e Luthersche kerken.
Toen in Bentheim de Gereformeerde leer
in 15S7 was aangenomen, verdwenen ook
daar de altaren uit de kerken. Ijn Bentheim
zelf 15 April 1592, te Nordhom en Schüt-
torf en Gronau reeds in 1588.
Niet Luther, maar Calvijn
Gelijk wij zeiden, moest dus onder lei
ding van de Classis Deventer in Twente de
reformatie doorgevoerd worden. De Classis
v.n.l. bestaande uit den predikant met den
kerkeraad van de gemeente Deventer liet
zich niet onbetuigd. Met behulp van de
regeering der stad, werd aan den Staatschen
Drost van Twente, Johan van Voorst, opge
dragen om zooveel mogelijk de hervorming
in Twente te bevorderen. Deze zond daarop
den 22sten Jan. 1598 het volgende antwoord
dat ons den algemeenen toestand van
Twente wel eenigszins doet kennen.
Hij schrijft aldus: „Op UEd. jongstleden
aan mij gericht schrijven zal tot „guedtlich"
antwoord dienen, dat ik de placcaten, die
nende tot reformatie der kerken, overal voor
lacht dagen gezonden heb en ook zeker weet,
dat zij, zijn aangeplakt, weshalve ik UEd.
bericht en ook volkomen vertrouw, dat de
priesters geen dienst meer doen zullen,
aangezien ik voor zeker hoor, dat zij hun
afscheid van de gemeente hebben genomen,
zoodat hierin geen zwarigheid is.
Doch ik bevind, dat de regeeringen van de
stedekens als ook de kerspel luiden, vreezen-
de, gelijk zijopenlijk zeggen, voor de we
derkomst van d'en vijand, er niet toe te be
wegen zijn voor de altaren te doen afbreken,
al is het ook, dat ik hun dit op arbitrale
straf heb gelast; welke straf, zij verklaren
liever te willen betalen, dan ze zelf af tc
breken, mede omdat zij geen metselaren
hebben, die dat doen of de kerken bevloe
ren kunnen. Doch ik heb die van Borne en
Delden daartoe bewogen, dat zij metselaars
van Gildehuis hebben ontboden.
Die van Rijssen hebben mij verzocht, dat
ik eenigen uit uw stad op kosten van de pa
rochie zou ontbiedenterwijl ik ver
zeker, dat ik niet nalaten zal door het in
vorderen der boeten en andere bekwame
middelen te zorgen, dat de kosten zoo spoe
dig als maar eenigszins doenlijk is, gezui
verd worden, al is het ook, dat ik onder ver
betering versta, dat dit niet mijn roeping,
maar die der respectieve rechters is."
Het moet erkend worden, dat uit dit schrij
ven niet blijkt, dat onder de Twentenaren
een groote ijvergeest voor reformatie der
kerk heerschte. Juist het tegendeel. F.en
beeldenstorm zou hier niet opstaan. Van
menschen, die liever de opgelegde boeten
aan den Drost betaalden, dan door metse
laars de Roomsche altaren uit de kerk laten
wegbreken, heeft man dit niet te verwach
ten.