mm.
Handwerken
VRIJDAG 24 JULI 1931
)VER OPVOEDING
ONOPLETTENDHEID
wat kunt ge U toch vaak boos maken
kleine meisje, of uw wilde jongen,
school zoo slecht oplet en daardoor
einig leert.
vat roept ge 'thun honderden malen
ig toe, wanneer ze iets vergeten, wat
hand laten vallen, of ergens tegen
enlèt toch opl Léér toch uit je
lcijken!
i'at is dat. „Opletten?". Uit je oogen
Zoo gemakkelijk?
wij groote menschen het altijd zoo,
goed, dat we de kinderen er zoo hard
urven vallen, ails ze te kort schieten?
(ijk naar wat je doet! Heb je gedach-
wat je doet, en niet bij wat anders!"
■d maal per dag roepen we het uit.
we kunnen het wel prachtig zeggen,
'ten het wel precies voor een an-
voor ons zelf, wij groote menschen?
wij het altijd zélf?
dikwijls loopen we de trap op, en
boven gekomen, onszelf even af,
oest 'k ook weer halen? o, ja!
i we nooit eens uit om onze vijf
ihappen en komen terug met vier. En
,o ja, dat had ik er nog bij willen
i, maar dat ben 'k vergeten". Hoe
ivenkomt het ons. Voorat bij den dok-
et u oolk", hoorde ik iemand eens aan
mge man vragen, „zonder dat u eerst
mij te vertetien, wat voor cijfers u op
doge helbt, Romeinsohe of gewone, hoe
er de zes bijv., denk daar eens aan",
ander dacht na, peinsde toen werke-
Dg even over de kwestie en gaf dan
ra-oord: „Een gewone zes. Ik heb ge-
cijfers gelóóf ik", volgde er toen
irzelend achter.
dacht Romeinsche", plaagde ik toen,
beetje in de1 war te maken,
t kon toch óók wel, ja, hij geloofde
dat het Romeinsche waren".
hernam de vrager kort, „fout is het
Vant je hebt heelemaal geen zes op
loge. Waar de zes moet staan heb je
nuutcirkel".
gaapte de ander, „maar ddt
er, dat wist je wel! Toen je 't eerst
Maar zoo'n duidelijke, volledige
sliing heb jij nu van je horloge, dat je
ischien duizenden malen, (toch met
acht, nietwaar?) hebt bekeken. Ik
maarniet eens vragen hoe de vier er
1 opstaat, in vier streepen of of een
één streep er vóór. Het komt allebei
naar niet velen zullen het van hun
torloge weten, op de eerste vraag".
p dat wist onze vriend heelemaal niet
hend gaf hij 't spel gewonnen.
rals straks zijn kleine jongen
omt die 'n half pondje tabak voor
aald heeft, en nu centen te weinig
- niet meer precies weet wat hij mee-
en wat het kost zal hij......
e mén zegt ge misschien maar
aeders hebben meer geduld met kinde-
tild w e r k e 1 ij k geduld en altijd?
als onze kleine jongen dan eens een
ik heeft, en wat breekt, of iets ver
at we niet graag missen wilden, zul-
3 natuurlijk terechtwijzingen moe
zijn maar zullen we denken aan al
rigen tekortkomingen en het doen met
ZOMER
in de natuur evengoed netjes als ïn
uw eigen huis.
Is vaak opvallend, om nu het wooM
lijk" maar liever niet in onze rubriek,
iruiken hoe slordig, rommelig,
eloos en.... onanenschlievend-roekeloos
het b.v- bananenschillen betreft) vele
gnette" huismoeders, die thuis geen
raadje willen zien, en geen koekkrui-
met rust kunnen laten zich ge-
i wanneer ze eens een dagje buiten
kan wezen dat menschen, die alleen
aar soms eens voor „een dagje" erop
n kunnen, en dan zelf niet veel
ien, dan weggeworpen rammel overal
zij loopen tenslotte gaan denken
oo'n soort gelijkvloersche uitgedunde
sbelt bij elk „natuurgezicht" hoort.
laten dan anderen, die het geluk
n, voortdurend tusschen luchten, bloe
en boomen te leven, hen maar eens
duidelijk vertellen, dat zij knoeiers
'an de grofste soort, omdat zij het
lelijke, onschuldige en weerlooze
offer, dat vóór hun bezoek „n a-
schoon" kon heeten, gewetenloos
ndelen en vermoorden met hun afgrij
5 rommel.
arom leeren zij hun kinderen niet dat
naar een bosch gaat om te wandelen,
>m te snoepen, dat men om te gaan
snoepen, beter thuis in de keuken
t vuil neer te gooien, in het eigen
rlje bij den aschbak kan gaan. Ga
als ge uw eigen mooie land, waar ge
lij en tevreden in woont nog wilt blij
ïefhebben, ga dan maar nooit er wan-
aan den avond van zoo'n „dagjesanen-
-dag, want de aanblik is dan een
'n?, indien niet een ergernis,
is oen troost, dat de menschen die in
looi land wonen, het zes dagen in de
oiogen bezitten en genieten, maar
IPs kunnen zij er haast niet „buiten"
alen, het doet tè zeer.
komt het toch, dat lieden die er nog
en heele tocht, vaak een tram- of spoor
ronr over hebben om „buiten" te zijn,
buiten" dan zoo ondankbaar, onvrien-
om niet to zeggen schoftig, behan-
alle kanten klaagt men er voort du
iver, bosch na boseh moet voor de
wandeling gesloten worden om Het
lelijk misbruik dat van de vrijheid
gemaakt-., en maar niets schijnt te
het laatste en beste middel niet
zijn, om, beginnend bii de kinderen
Bfhten algemeen tot een betere opvoe-
fe komen, die zich niet slechts bepaalt
tot het gedrag binnenshuis of alleen tegen-'
over kennissen, maar ook de houding bui
tenshuis en tegenover totaal onbekenden
zal corrigeeren.
Reeds een poos geleden werd in „In en
om de woning", een neutraal vrouwentijd
schrift, door F. S. v. B. K. gewezen op het
eigenaardig verschijnsel, dat menschen, die
thuis geen wanordelijkheid zouden dulden,
op straat, in park of plantsoen zoo geheel
en al tegen hun eigen beleefdheidspiincipen
handelen en alles maar 'angs den weg wer
pen, dat ze kwijt willen zijn-
Typisch, hoe de menschen tramkaartjes
samen frommelen, ze weggooien in de tram
en zich daar niet 't. geringste gemoeds
bezwaar over maken, terwijl «e er thuis niet
over zouden denken iets dergelijks te doen.
In de kerk gaat 't met de plnalsbewijsjes
niet veel anders. Ze blijven liggen of komen
op den grond terecht.
En dit zijn maar kleine prulletjes! Maar
wandel na een mooien warmen Zondag eens
langs 't strand! Je ziet haast geen zand meer
door de meer dan merkwaardige „wegbe-
dekking": kanienpapieren, zakjes, bananen
schillen, sinaasappelresten, kapotte glazen,
zuurtjesflesschen enz. wij willen niemand
te kort doen boven alles natuurlijk de
pelletjes van de nooit volprezen apen-
nootjes.
Wat is de oorzaak, vraagt de schrijfster
zich af, dat overigens ordelijke, wellevende'
menschen zóó handelen?
Naar haar raeening „is het voor een groot
deel onnadenkendheid, voor een ander deel
aangeboren tuchteloosheid, maar in ieder
geval een gebrek in de opvoeding, waardoor
menschen, die het zeer kwalijk zouden ne
men ,als men hen slordig noemde, buitens
huis alle regels van orde en netheid over
treden".
De regels van orde en netheid! En van
wellevendheid. Want met deze soort slordig
heid, hinderen, we andere menschen in zeer
hooge mate- We benemen 'n deel, niet eens
zóó'n klein deel van hun genoegen door op
deze gemakzuchtige wijze te werk to gaan;
wc bederven door dien rommel het mooie
in de natuur en benemen onze medemen-
schen iets van hun vreugde om die gave
schoonheid, die zij zoeken daarbuiten. Wi
zondigen er door tegen de liefde, we rooven
een beetje schoonheid weg uit het leven van
onze evenmensch.
„Wij kunnen", zoo vervolgt de schrijfster,
„allen meehelpen aan een betere opvoeding
van het publiek inzake ordelijkheid buitens
huis. ^coierrst door ze'l het gou Is voor
beeld io geven en geen gebruik ie tram
kaartjes. (noch bananenschillen, noch apen-
nootje^ i-sien) achteloos weg te werpen.
Maar ook door er kinderen en jongelui op
te wijTj-, dat men buitenshuis ook orde
en zindelijkheid moet betrachten. Moeders,
die met haar kinderen uit zijn, moeten
zorgen, da! haar jongen? en meisjes papie
ren, schil.en, notedoppen e.d. in papierbak
ken dcnoT.eeren en zoo deze er niet zijn, de
kleinen leeren om een kuiltje te maken in
zand ot aarde en daar die resten in
begraven-
Wie s'ordig is builen, schiet nog te kort
in gondii m-iaieron tegenover de gemeen
schap"
E.i in naastenliefde evenzeer, voegen wij
.er bij.
MODERN PATROON
Het hier gegeven vierkante patroon kam
voor vele doeleinden dienen. Ten eerste is
•het geschokt voor een kussen, alsdan uit te
oeren in applicatiewerk. Ook voor een vloer
kleedje van het tricot-haakwerk, dat we on
langs bescihreven (oude kousen been en). Men
kan er dan de verschillende kleuren gelijk
inwerken. Men trekke maar door onderstaan
de figuur de diagonalen om het middelpunt
te vinden, dan is gemakkelijk te zien, hoe
■moet worden gewerkt Een uitvoeriger ver
klaring Mei-van te geven zou wel wat veel
bespreking vragen, handige haaksters vim-
Op een leuk kleine jongenspakje uit licht
groene kunstzijde gemaakt, 'had men op het
borstzakje zoo'n kleurige zijden vlinder ge
naaid, en ihet stond allerliefst. Reeds een
vorig jaar beschreef iik er een voorbeeld van
hoe men heel aardig vlinders over een kin
derjurkje verspreiden kan, toen waren het
geborduurde en nu zou men op een derge
lijke manier ook op een meisjesjurkje vlin
ders en bloemen uit de sigarettendoozen
kunnen verspreiden. Men is dan heed wat
gauwer klaar dan met borduren.
Ten overvloede geven we hier nog weer
een ander borduurpatroontje van vlinders,
dat ik onlangs tegen kwam en dat weer wat
den het zoo wel, en anderen zouden het van
een enkele beschrijving misschien toch Met
kunnen nawerken, ad was die nog zoo uit
voerig.
Ook in kruissteek of als filethaakwerk
lis het patroon uit te voeren, ails men maar
steeds bedenkt dat bij een patroon als hier
gegeven steeds de kleurschakeering hoofd
zaak blijft. Wie het gemakkelijk wdl nawer
ken op een bepaalde grootte die doet het
best door eerst de verhouding van de ver
schillende vierkanten ,en rechthoeken na te
meten, dan zal het niet moeilijk vaidlen de
teekenimg daarnaar op een stuk ruitjespa
pier na te teekenen, vanwaar het dan ge
makkelijker is na te werken. Men kan dam
altijd van te voren de grootte uitrekenen.
Zooals de teekenimg laat ziem wordt het
werk uitgevoerd in drie, hoogstens vier kleu
ren. De donkerste is hier zwart aam-gegeven,
de lichtere met ruitjes gevuld, een nog lich
ter tint is met streepjes goacreerd en het wit
gelatene kan men met een neutrale kleur
vullen, bijv. wit, naturel, lichtgrijs of wat
bij de rest uitkomt
VLINDERS
Een paar maanden terug schreven wo
luier over de toepassing van sigaretten-vlin
ders en -bloemen op t-lieekleecren, en nu zag
ik onlangs nog een aardige manier waarop
die vlinders werden gebruikt, goed vooi
de menschen, die er Ie weinig hebben voor
een theekleed of reeds een exemplaar naar
hun zin bezitten.
anders is dan de modellen die ik inder
tijd van een meisjesjurkje afteekende voor
ons 'blad.
JAPONGARNEERING
Is het bovendeel vam een japon of blouse
zóó onmogelijk, dat men er gjeem. kraag ot
zaaiets meer langs maken kan, of is het
Het aardige im de afbeelding is, de verde
re versiering van een strikje van zwart
bandtfluweel met langaf hangende ei noen,
die door twee breede dwarse knoopsgaten
an het gladstuk gaan.
BABY-OVERGOOIER
De baby-overgooier wordt een kleine 40
:.M. lang en heeft van boven onder de
armpjes een wijdte van een kleine zestig
c.M. Precies zijn de maten natuurlijk nooit
op te geven, maar zooals hier zullen ze zé
ker wel ruim genoeg zijn. Vele moeders
houden er niet van de kleintjes zoo héél
vroeg al aan te kleeden en truitjes zijn ook
wel verreweg het gemakkelijkst. Ook kun
de maten heter iets te wijd zijn, dan is
het werk altijd wel een beetje in te rijgen
later. Men moet echter, om zich niet te ver
gissen ,het werii steeds goed gladgetrokken
op het patroon leiggen bij het meten, want
als men het er wat los en ruim op meet,
kriigt men uitzakkend werk.
Heeft men wol die z.g.n. „krimpvrij" is,
wat in vele gevallen wdl zeggen: dat ze al
lerongelukkigst rekt, in de wascli, dan
neme men altijd liever nog iets minder dan
de uitkomende maten.
De pas wordt in ieder geval goed strak
gemaakt in den Tunischen haaksteek vod-
geus het hierbijgaande kind ppa troont je.
Men zet een aantal k. steken op voor de
breedte, een 6 d 30 c.M., en haakt dan Tu-
Msehe steken tot een hoogte van 5 a 7 c.M.
Op de gegeven afstanden (maak daarom
zelf vduraf een eigen patroon nadat ge de
hier genoemde maten aan het kindje ge
meten hebt) begint ge de schoudertjes, die
8 a 10 c.M. lang zullen worden (enkel, want
wat we hier als patroonteekening zien is
van alles maar de helft). De schoudertjes
warden boven op de armpjes gesloten met
een knoopje en lusje of met gekleurde strik
lintjes.
Als men nu ook de tweede helft van de
pas afgehaakt -heeft, naait men de zijnaa-djes
-aan elkaar, en begint dan langs den onder
rand van de pas het rokje, dat in schelp-
steek gewerkt wordt.- Men 'begint gelijk te
haken met "het-patroon: een vaste, drie stok
jes, een vaste enz.„ waarbij echter af en
toe een van de Tunische baaksteken zal
moeten wórden overgeslagen, daar men an
ders het rokje wat al te ruim aan de pas
zou krijgen, liefst moet het geheel glad
(maarnat uurlijk niet strak) er aan ko
men.
Al hakende rekt men de schelpen steeds
grooter, zoodat het rokje toch vanzelf naar
onderen wijder wordt
Er wordt steeds bij eiken volgenden toer
versprongen, dus de vaste boven de stokjes
van den vorigen toer en het middelste stokje
boven de vaste.
De eerste tien toeren meerdert men nog
niet, maar bij den elfden maakt men bij
het middelste stokje er twee in één lus, zoo
dat de schelpen verder vier stokjes heb
ben. Zoo aclit toeren, in den negentienden
meerdert men weer en werict dan verder
-met schelpen van vijf stokjes, ,tot het rokje
de vetrensohte lengte verkregen heeft. Ahs
alles klaar is kunnen de ran dien omge
haald warden mot- witte of gekleurde kunst
zij, een enkele festonsteek (vam vaste ot
afwisselende een halve en een heele vaste)
staat haast nog fijner dan een puntje of
scluul'pje. Haakt men om met gekleurd,
bijv. wit of lila, ook lichtgroen staat eng
lief, dan kan men de schouderstrikken
in dezelfde kleur nemen.
WELKE KLEUREN KIEZEN WE
„Wat ze tegenwoordig al niet verzinnep,
allemaal dingen waar je vroeger niet van
hoorde', zoo zucht de ouderwetsche huis
vrouw vaak; maar, al mag hierin wel eeni-
pe waarheid schuilen, geheel gerechtvaar
digd is die klacht toch niet.
Immers, het is niet: „verzinnen" alleen,
at de menschen doen, die telkens weer
met wat nieuws aankomen, dat zij zoo pas
hebben ontdekt. Ontdekt, juist, en dat is
heel wat anders, dan dingen zitten verzin
nen, daar kunnen de menschen toch zelf
niets aan doen, wanneer opeens meestal
door de een of andere toevalligheid vaalt
bij proeven die men nam, om heel iets
anders te bewijzen, een nieuwe waarheid
blijkt, waarmee iets wat we tot nogtoe alle
maal geloofden, zoomaar tot onzin wordt
gestempeld.
En nu kan men zich wel boos of stug van
al die nieuwigheden afkeeren, maar meestal
zal men zichzelf daarmeö tekort doen. Wat
vandaag gewoon is, kan morgen al ver
ouderd zijn, en wat heden nog iets geks
(nieuws) wordt genoemd, kan overmorgen
reeds als noodzakelijk gelden en wie 'er
zich dan bij de eerste aanmelding stug van
af gewend heeft, is voor hij het zelf weet,
bij zijn tijd ten achter. Zoo is het tenminste
met vele dingen gegaan en zoo zal het wel
altijd in dé wereld blijven loopen.
Zoo iets nieuws in tusschen bij ingewij
den al weer gewoon is de ontdekking van
den invloed van de verschillende kleuren
op onze gemoedsstemming. Het is er
mee, zooals het maandblad der huisvr. ver.
zegt: we hebben het allen wel eens gehoord,
dat kleuren van invloed zijn op ónze ge
moedsstemming, maar wij gelooven er toch
niet zoo sterk aan en in elk geval houden
over het algemeen nog maar weinig
rekening mede bij de aankleeding onzer
kamers. Toch is in de moderne woning,
evenals in de moderne kleeding harmonie
an kleuren een eisch, die misschien wel
oorkomt uit onze behoefte aan harmonie
q onze onharmonische wereld. En niet al
leen moeten wij dan zorgen, dat er harmo
nie is van kleuren, maar wij moeten bij de
keuze van de kleuren met de omgeving
rekening houden, om de stemming te berel
ken, die wij noodig hebben om te leven en
te werken, met opgewektheid en met de in
nerlijke harmonie, die al ons werk tot een
kunstwerk maakt.
Reeds Göthe besefte den invloed van de
kleuren op de stemming. Hij zelde in „Sinn-
lich-sittliche Wirkung der Farben": de
kleuren van de pluszijde (de wanne kleu
ren) geel, oranje en rood stemmen opwek
kend, levendig, die van do minuszijde (kou
de kleuren) blauw, roodblauw, violetta,
brengen in een onrustige, gedrukte, weeke
stemming. Daartusschen ligt het neutrale
•n kalmeerende groen.
Tegenwoordig hoorden wij wel andere op-
attingen en het rood als te opwindend, het
blauw als kalmeerend beschouwen. In elk
geval kan het zijn nut hebben eenige alge-
meene voorschriften toe te passen bij de
keuze van de kleuren van behang en tapij
ten en wandhekleeding in het algemeen.
Zoo lezen wij hieromtrent in een Duitsch
tijdschrift: „In slechtverlichte kamers mo
gen slechts wanne kleuren worden toege
past, in goed verlichte kamers kunnen rus
tige tinten worden gekozen. Bij de keuze der
kleuren moet men niet vergeten, dat de
kleuren in de kamer donkerder schijnen
dan in het volle daglicht.
Tapijten zijn ook een goed middel
slechte verhoudingen in de afmetingen te
verbeteren. Door hun kleur kunnen wij de
kamer grooter doen schijnen, maar ook klei
ner en lager. Zoo lijkt een blauw gehouden
kamer grooter dan zij werkelijk is. Daaren
tegen laten rood en oranje de kamer klei
ner schijnen".
Over de kleuren zelf zegt hetzelfde blad
nog dit: „Geel bezit iets vroolijks en maakt
een warmen beliagelijken indruk; oranje
werkt onrustig en kan slechts in bescheiden
mate als contrastkleur worden toegepast;
rood is, vooral als het donker is, plechtig en
maakt een warmen indruk, terwijl zuiver
blauw een onaangename gedrukte stem
ming wekt. Groen schenkt rust en behage
lijkheid en is daarom goed voor de woon-
kamer; bruin doet warm aan cn maakt een
degelijken vriendelijken indruk. Het kan
samengaan mét blauw en gróen.
Onze lezeressen, begrijpen natuurlijk wel,
dat men deze dingen niet zóó behoeft op te
vatten, dat men nu uitsluitend ééne kleur
in bepaalde kamera zou moeten gebruiken,
maar het zal allicht te doen zijn, om een
enkele kleur te lntcn overwegen, en deze
dan nog ip verschillende lichter en donker
der tinten, naar de eene of andere bijkleur
genuanceerd, te laten afwisselen.
dom- een vergissing bij liet maken (of koo-
pen) wel wat heel erg wijd uitgevallen, dain
zou men dat tenslotte -nog kunnen verhelpen
door er van effen zijde, lichter én kleur daai
de japon, een glad stuk op te zetten diat in
den rug rond, aan de voorkant in een punt
wordt geknipt. Het best is dan wel, er met
een een garnituurtje van te maken, door ook
de manchetten van dezelfde stof te nemen.
Die manchetten kan men, evenals het
pladde-stuk, afwerken niet smalle biezen of
festonsteken langs de randen, waarna men
bovendien iets (bijv. een halven c.M.) van
den rand af, nog een rijgsteek werkt met
dezelfde kleur zijde van den buitenrand.
HET NUT VAN TOMATEN
Door de vitamine, welke zij bevatten, zijn
tomaten tegenwoordig een zeer aanbevolen
en zeer geliefd gerecht. Vele huisvrouwen
en ook haar hulpen weten niet, dat het
aanbeveling verdient in sausen en soepen
van tomaten een kleine hoeveelheid suiker
toe te voegen, waardoor de smaak worifi,
veraangenaamd, volgens de H. R. Maar ook
w-ardt nog te weinig partij getrokken van
de kleur der tomaten voor versiering van
schotels. Voor vleesschotels ziet men den
tomaat minder als versiering dan op de
hors d'oeuvreschaal. Vooral gepaneerde to
maten, soms gevuld met gehakt en afwisse
lend met met gehakt gevulde artisjokken
vormen een keurige versiering van een
vleesschotel. De uitgeholde tomaat, gevuld
met kerry-rijst, groente-overschotten, cham
pignons, etc., vormt een smakelijk lunch
schoteltje, evenals trouwens spaghetti ot
marcaroni met tomaten, hier nog altijd min
der toegepast dan in Frankrijk, Zwitserland
en Italië.
Dat de tomaten uitstekend geschikt zijn
voor magere soepen, begrijpt men oolk nog
niet overal. Wel begint men bij ons iets
meer aandacht te wijden aan de soepen zon
der bouillon vervaardigd, maai" zij worden
nog altijd te weinig gebruikt en juist de
tomaten leenen zich uitstekend voor deze
purée uit de gevulde tomaten verwerkt tot
een smakelijke magere soep.
Er bestaan boeken met tal van tomaten-
recepten en gelukkig beginnen ze succes te
hebben in ons land, maar nog steeds te wei
nig. In ommeletles, bij roereieren, in aller
lei sla, in sandwiches, en in tal van andere
verwerkingen is de tomoat een even gezonde
als smakelijke en decoratieve vrucht De
huisvrouw boude er rekening mede en hren-
ge in den tijd, dat de tomaten goedkoop
zijn, het gerecht zooveel mogelijk op tafel,
terwijl zij niet verzuime, ook tomaten nu ree
en tomaten jam te maken voor den winter.
PRACTISCHE WENKEN
STROOHOEDEX
ken men opknappen met tetra (buiten
ken). Als men goedkoop wil werken, soms
gelukt het prachtig met gewone brandspiri
tus, maar natuurlijk is dit niet voor alle
kleuren geschikt
PEAU DE PèCHE
kinderjasjes, jongensbrocken, ent., ook groo
tere stukken, damesregenjassen enz., kan
men zeer goed gewoon aan huis wasschen
waarom deze stof voor kleeding zoo uiterst
praktisch is. Mon gebruikt vet en lekker
warm dus niet koud of al te lauw sop
van goede huishoudzeep, wascht het stuk
er flink in uit, knijpend, drukkend, des
noods ook bij vlekken even tegen elkaar
wrijvend, als het hroeJcjes betreft. Maar
wringt alleen nooit. Goed naspoelen:
eerst in warm, clan in koud water, cn nog
eens. Pas als het spoelwater holder is, haalt
men het uit en hangt het zonder ecnig knij
pen of wringen kletsnat, omgekeerd op een
droogrek hangen, broekjes kunnen ook aan
knijpers, maar mantels niet over kleerhan
gers, dat geeft moeten. Af en toe verhan
gen en als het droog is flink borstelen met
de vleug van de stof mee. Broekjes worden
ook wel alleen met de hand gladgewreven
en netjes in de vouw, onder zware druk
(naaimachine) een nacht laten liggen.
ZEEMLEER EN HANDSCHOENEN
worden gewasschen in vet lauw zeepsop.
Om ze zacht te laten blijven, worden er een
paar druppels slaolie doorheen geklopt
Men kan de handschoenen eerst een paa
uur in het sop laten weeken eer men z<
er in wascht gewoon tusschen de handen.
Zoo noodig, bijv. wannoor er door huis- of
machinewerk leelijke vlekken in zijn
geeft men ze nog een tweede sop. Drukken
en knijpen, maar niet wringen. Ook niet in
water naspoelen. Zoo uit het sop (daarom
mag dit niet al te vuil zijn) worden ze te
drogen gehangen in den wind, niet bij
kaehelwarmte. Het beste is, ze op spanners
t zetten, handschconenvormen, en anders
vult men ze op met een paar schoone doek
jes en blaast vooraf de vingors bol. Na het
zco vlug mogelijk drogen, worden ze goed
gerekt ora ze weer soepel te krijgen.
SPELDEWERK
's Morgens, in heur kuische kluize,
met 'n witte pijpkornet,
zat 'n zuster en heur lippen,
prevelden een vroom gebed.
Voor heur lag 'n speldewerk vol,
stekkers, lijk 'n evenzwijn
en de wind in *t open venster,
speelde met de stropgordijn.
Buiten, in de grijze verte,
stond 'n schubbig kerkedak
dat z'n scherpe tinne, hooge,
boven de andere huizen stak.
In de frtschgedauwde stilte,
Wierd het oosten rozeklaar
en 'n bende musschen tjilpten,
op 'n groenen druivelaar.
De eerste zonnestralen priemden
langs den toren van de kerk
en der zusters vlugge vingers
draafden over 't speldewerk.
OMER K. DE LAEY.
HUISHOUDING EN KEUKEN
EIEREN BEWAREN.
Er zijn verschillende manieren,
en ze zijn alle goed bruikbaar
mils.... en dat blijft hel voor
naamste: de eieren maar goed
versch zijn wanneer ze ingelegd
■worden.
Men heeft allerlei stoffen gebruikt, met
behulp waarvan men ,de eieren trachtte te
ren, schrijft „De Veldbode", maur de
uitaten schijnt men nog te krijgen
bewaring in koelhuizen, waarin de
lucht een gepasten vochtigheddsgrsiad heeft.
Dit ls echter niets voor den pnrtikulier.
In
-nder;
>ek ingesteld
dan slechte en
kele exemplaren bederven. Indien do eieren
evenwel van minder goede kwaliteit zijn, om
dat ze reeds eenigen tijd bij normale tempc-
- bewaard zijn. of all r' -
;rk rijgt z
zijn
>rjaar aangevoerd, van
- welke 'a zomers
Gedurende"hét verblijf ln koelhuizen wordt
de luchtkamer der eieren wat grooter. terwijl
het wit een lichtgele kleur verkrijgt. Het
dooiervlies wordt minder sterk; doch scheiding
van wit en dooier bleek mogelijk, ook nadat
de eieren elf maanden bewaard waren. Verder,
werd opgemerkt dat de eieren een elgenaar-
dlgen bijsmaak krijgen, den „koelhui afmaak".
Dit verschijnsel treedt op, nadat do eleven
ongeveer zeven maanden bewaard zijn: de
bijsmaak wordt daarna voortdur sj"
kend. Waarschijnlijk
de oorzaak
in de opneming van den geul
gevtng, die den invloed der emballage ondcr-
Tot heden zijn voor den p&rtlkuMer nog al
tijd de konaerveerntlddelen bij uitnemendheid:
kalkmelk of k&lkwater en wuterglas. In kalk
worden de edschalen dunner, en gewoonlijk
kan men later het al wilt niet meer tot schuim
kloppen. Maar het zoogenaamde „kalken" Ik
bij. dat het mengsol een
de
staan. De zoogenaamde Keulsohe potten zijn
hiervoor zeer geschikt. Aan de vloeistof kan
een weinig keukenzout of wijnsteenzuur toe
gevoegd worden. Ais door verdamping van
vocht gevaar ontstaat, dat de bovenste eieren
droog komen te liggen, moet water bijgevoegd
Wil
ln
dan giet men op versch geblunch te kalk water,
waarna men gerulmen tijd roert. Vervolgen*
laat men allee een tijdlang rustig staan, opdat
de niet opgeloste kolk kan bezinken. De hel
dere vloeistof, die don bovenstaat, heet kalk-
water. Hiermede handelt men ten opzichte
van de eieren als boven voor de kalkmelk aan
gegeven is. Men kan t
overvloede een laagje
olie op de vloeistof gieten, waardoor de
damping van water uit
'&t tegengegaan
drogist dit aflevert, met 10 deelcn
vater. Dit giet men op de eieren op deselfdo
vijze als de
ren. In oudere
ie niet koel bot
eren deringen Int.
verdienen eieren van kippen, gehouden
haan, de voorkeur. Men kan reeds nu
inleggen, maar zij moeten ook daarna
'iet b»*it van r
verelechte, voo,
langoren tijd
konserveeren. Men verge te ten slotte niet dat
inen de gebruikte kalk of het gebruikte w .ter
glas en den aankoop en de eventueele breuk
der potten, alsmede de aan het tnlccgvti der
eieren en het kontroleeren der Ingelogde
eieren verbonden kosten lAtfT betaald moet
Kruisbessen-schoteltje
500 gr. groene kruisbessen. S A 10 dunne
sneetjes brood (zonder korzt). 60 gr. boter,
100 gr. suiker. 1 theelepeltje kaneel. Maak de
ruurvast schoteltje een laagje
lit met een gedeelte^van do gestoofde vnsch-
door cifcnar
ga
alles verbruikt ls. Zorg dat de bovoru-to Inag
uit brood beataat. log dit met den fccboterdoii
ar boven en strooi or het laatste restje
en kanaal over. Zet het schoteltje in
n; laat het door en door warm worden
knappend konstje
kant i
'Aspic A la Ptincesse
Maak van boter, bloem en bouillon een mooie
zeer dikke saus; doe hierdoor 1/8 bllkju fijn
gesneden champignons en wat citroensap. Laat
dozo saus koud worden.
Neem mooie plakjes gebraden varkenafHcan
leg hierop wat van de
gezeefden bouillon
deau; fatsoeneet _J
dikke saus on rol ze op
Doe ln 1 L. helderen
d.L. .-ïzljn en maak dit aan de kook. Neem 1
d.L van dit vocht af en doe daar 1 lood roode
gelatine ln. Laat dit koud worden cn gebruik
dit later voor garneering. In den overigen
boulUon smedt men 8 lood geweekte gelatine.
in, gladden vorm. b.v. een
een weinig van deae gelei,
^•o. d-at de bodem net bedekt L; laat even be
koelen en maak dan daarop een aardige gar
neering van harde alaren, augurkjes, peter
selie en truffels. Ala de gelei bijna koud en
stijf Is, glot men er een walnJg gelei boven
op. dat men ook eerst weer lnnt bekoeJen.
Schik hierop de Vleesohrolletje i en vul den
de overige gelei. De rolletjes moeten
i hij niet stijf
Tilzotta-rijst fltaliaansch recept)
1 vol kopje rijst, gehakt uitje. S d.L boull-
kan men ook boullonblokjes ne-
in ae co ter llcfu-
bruinvoeg er de srewn.«=riien rijst bij en de
kokende bouillon. Breng dit nan de kook. voeg
er de tomatenpurd bij en laat ailss zachtjes
gaar koken. Boor er. ala de rijot raar ts. da
geraspte k.aaa door. doe het mengsel dan »n
kleine pne tel potjes of l.opjes cn stort deae
laf-r op een sdhaal.
Rangeer de puddinkjes om vleeaoh heen of
presenteer ze enkel met vlceacbjus.