mm. Handwerken VRIJDAG 24 JULI 1931 )VER OPVOEDING ONOPLETTENDHEID wat kunt ge U toch vaak boos maken kleine meisje, of uw wilde jongen, school zoo slecht oplet en daardoor einig leert. vat roept ge 'thun honderden malen ig toe, wanneer ze iets vergeten, wat hand laten vallen, of ergens tegen enlèt toch opl Léér toch uit je lcijken! i'at is dat. „Opletten?". Uit je oogen Zoo gemakkelijk? wij groote menschen het altijd zoo, goed, dat we de kinderen er zoo hard urven vallen, ails ze te kort schieten? (ijk naar wat je doet! Heb je gedach- wat je doet, en niet bij wat anders!" ■d maal per dag roepen we het uit. we kunnen het wel prachtig zeggen, 'ten het wel precies voor een an- voor ons zelf, wij groote menschen? wij het altijd zélf? dikwijls loopen we de trap op, en boven gekomen, onszelf even af, oest 'k ook weer halen? o, ja! i we nooit eens uit om onze vijf ihappen en komen terug met vier. En ,o ja, dat had ik er nog bij willen i, maar dat ben 'k vergeten". Hoe ivenkomt het ons. Voorat bij den dok- et u oolk", hoorde ik iemand eens aan mge man vragen, „zonder dat u eerst mij te vertetien, wat voor cijfers u op doge helbt, Romeinsohe of gewone, hoe er de zes bijv., denk daar eens aan", ander dacht na, peinsde toen werke- Dg even over de kwestie en gaf dan ra-oord: „Een gewone zes. Ik heb ge- cijfers gelóóf ik", volgde er toen irzelend achter. dacht Romeinsche", plaagde ik toen, beetje in de1 war te maken, t kon toch óók wel, ja, hij geloofde dat het Romeinsche waren". hernam de vrager kort, „fout is het Vant je hebt heelemaal geen zes op loge. Waar de zes moet staan heb je nuutcirkel". gaapte de ander, „maar ddt er, dat wist je wel! Toen je 't eerst Maar zoo'n duidelijke, volledige sliing heb jij nu van je horloge, dat je ischien duizenden malen, (toch met acht, nietwaar?) hebt bekeken. Ik maarniet eens vragen hoe de vier er 1 opstaat, in vier streepen of of een één streep er vóór. Het komt allebei naar niet velen zullen het van hun torloge weten, op de eerste vraag". p dat wist onze vriend heelemaal niet hend gaf hij 't spel gewonnen. rals straks zijn kleine jongen omt die 'n half pondje tabak voor aald heeft, en nu centen te weinig - niet meer precies weet wat hij mee- en wat het kost zal hij...... e mén zegt ge misschien maar aeders hebben meer geduld met kinde- tild w e r k e 1 ij k geduld en altijd? als onze kleine jongen dan eens een ik heeft, en wat breekt, of iets ver at we niet graag missen wilden, zul- 3 natuurlijk terechtwijzingen moe zijn maar zullen we denken aan al rigen tekortkomingen en het doen met ZOMER in de natuur evengoed netjes als ïn uw eigen huis. Is vaak opvallend, om nu het wooM lijk" maar liever niet in onze rubriek, iruiken hoe slordig, rommelig, eloos en.... onanenschlievend-roekeloos het b.v- bananenschillen betreft) vele gnette" huismoeders, die thuis geen raadje willen zien, en geen koekkrui- met rust kunnen laten zich ge- i wanneer ze eens een dagje buiten kan wezen dat menschen, die alleen aar soms eens voor „een dagje" erop n kunnen, en dan zelf niet veel ien, dan weggeworpen rammel overal zij loopen tenslotte gaan denken oo'n soort gelijkvloersche uitgedunde sbelt bij elk „natuurgezicht" hoort. laten dan anderen, die het geluk n, voortdurend tusschen luchten, bloe en boomen te leven, hen maar eens duidelijk vertellen, dat zij knoeiers 'an de grofste soort, omdat zij het lelijke, onschuldige en weerlooze offer, dat vóór hun bezoek „n a- schoon" kon heeten, gewetenloos ndelen en vermoorden met hun afgrij 5 rommel. arom leeren zij hun kinderen niet dat naar een bosch gaat om te wandelen, >m te snoepen, dat men om te gaan snoepen, beter thuis in de keuken t vuil neer te gooien, in het eigen rlje bij den aschbak kan gaan. Ga als ge uw eigen mooie land, waar ge lij en tevreden in woont nog wilt blij ïefhebben, ga dan maar nooit er wan- aan den avond van zoo'n „dagjesanen- -dag, want de aanblik is dan een 'n?, indien niet een ergernis, is oen troost, dat de menschen die in looi land wonen, het zes dagen in de oiogen bezitten en genieten, maar IPs kunnen zij er haast niet „buiten" alen, het doet tè zeer. komt het toch, dat lieden die er nog en heele tocht, vaak een tram- of spoor ronr over hebben om „buiten" te zijn, buiten" dan zoo ondankbaar, onvrien- om niet to zeggen schoftig, behan- alle kanten klaagt men er voort du iver, bosch na boseh moet voor de wandeling gesloten worden om Het lelijk misbruik dat van de vrijheid gemaakt-., en maar niets schijnt te het laatste en beste middel niet zijn, om, beginnend bii de kinderen Bfhten algemeen tot een betere opvoe- fe komen, die zich niet slechts bepaalt tot het gedrag binnenshuis of alleen tegen-' over kennissen, maar ook de houding bui tenshuis en tegenover totaal onbekenden zal corrigeeren. Reeds een poos geleden werd in „In en om de woning", een neutraal vrouwentijd schrift, door F. S. v. B. K. gewezen op het eigenaardig verschijnsel, dat menschen, die thuis geen wanordelijkheid zouden dulden, op straat, in park of plantsoen zoo geheel en al tegen hun eigen beleefdheidspiincipen handelen en alles maar 'angs den weg wer pen, dat ze kwijt willen zijn- Typisch, hoe de menschen tramkaartjes samen frommelen, ze weggooien in de tram en zich daar niet 't. geringste gemoeds bezwaar over maken, terwijl «e er thuis niet over zouden denken iets dergelijks te doen. In de kerk gaat 't met de plnalsbewijsjes niet veel anders. Ze blijven liggen of komen op den grond terecht. En dit zijn maar kleine prulletjes! Maar wandel na een mooien warmen Zondag eens langs 't strand! Je ziet haast geen zand meer door de meer dan merkwaardige „wegbe- dekking": kanienpapieren, zakjes, bananen schillen, sinaasappelresten, kapotte glazen, zuurtjesflesschen enz. wij willen niemand te kort doen boven alles natuurlijk de pelletjes van de nooit volprezen apen- nootjes. Wat is de oorzaak, vraagt de schrijfster zich af, dat overigens ordelijke, wellevende' menschen zóó handelen? Naar haar raeening „is het voor een groot deel onnadenkendheid, voor een ander deel aangeboren tuchteloosheid, maar in ieder geval een gebrek in de opvoeding, waardoor menschen, die het zeer kwalijk zouden ne men ,als men hen slordig noemde, buitens huis alle regels van orde en netheid over treden". De regels van orde en netheid! En van wellevendheid. Want met deze soort slordig heid, hinderen, we andere menschen in zeer hooge mate- We benemen 'n deel, niet eens zóó'n klein deel van hun genoegen door op deze gemakzuchtige wijze te werk to gaan; wc bederven door dien rommel het mooie in de natuur en benemen onze medemen- schen iets van hun vreugde om die gave schoonheid, die zij zoeken daarbuiten. Wi zondigen er door tegen de liefde, we rooven een beetje schoonheid weg uit het leven van onze evenmensch. „Wij kunnen", zoo vervolgt de schrijfster, „allen meehelpen aan een betere opvoeding van het publiek inzake ordelijkheid buitens huis. ^coierrst door ze'l het gou Is voor beeld io geven en geen gebruik ie tram kaartjes. (noch bananenschillen, noch apen- nootje^ i-sien) achteloos weg te werpen. Maar ook door er kinderen en jongelui op te wijTj-, dat men buitenshuis ook orde en zindelijkheid moet betrachten. Moeders, die met haar kinderen uit zijn, moeten zorgen, da! haar jongen? en meisjes papie ren, schil.en, notedoppen e.d. in papierbak ken dcnoT.eeren en zoo deze er niet zijn, de kleinen leeren om een kuiltje te maken in zand ot aarde en daar die resten in begraven- Wie s'ordig is builen, schiet nog te kort in gondii m-iaieron tegenover de gemeen schap" E.i in naastenliefde evenzeer, voegen wij .er bij. MODERN PATROON Het hier gegeven vierkante patroon kam voor vele doeleinden dienen. Ten eerste is •het geschokt voor een kussen, alsdan uit te oeren in applicatiewerk. Ook voor een vloer kleedje van het tricot-haakwerk, dat we on langs bescihreven (oude kousen been en). Men kan er dan de verschillende kleuren gelijk inwerken. Men trekke maar door onderstaan de figuur de diagonalen om het middelpunt te vinden, dan is gemakkelijk te zien, hoe ■moet worden gewerkt Een uitvoeriger ver klaring Mei-van te geven zou wel wat veel bespreking vragen, handige haaksters vim- Op een leuk kleine jongenspakje uit licht groene kunstzijde gemaakt, 'had men op het borstzakje zoo'n kleurige zijden vlinder ge naaid, en ihet stond allerliefst. Reeds een vorig jaar beschreef iik er een voorbeeld van hoe men heel aardig vlinders over een kin derjurkje verspreiden kan, toen waren het geborduurde en nu zou men op een derge lijke manier ook op een meisjesjurkje vlin ders en bloemen uit de sigarettendoozen kunnen verspreiden. Men is dan heed wat gauwer klaar dan met borduren. Ten overvloede geven we hier nog weer een ander borduurpatroontje van vlinders, dat ik onlangs tegen kwam en dat weer wat den het zoo wel, en anderen zouden het van een enkele beschrijving misschien toch Met kunnen nawerken, ad was die nog zoo uit voerig. Ook in kruissteek of als filethaakwerk lis het patroon uit te voeren, ails men maar steeds bedenkt dat bij een patroon als hier gegeven steeds de kleurschakeering hoofd zaak blijft. Wie het gemakkelijk wdl nawer ken op een bepaalde grootte die doet het best door eerst de verhouding van de ver schillende vierkanten ,en rechthoeken na te meten, dan zal het niet moeilijk vaidlen de teekenimg daarnaar op een stuk ruitjespa pier na te teekenen, vanwaar het dan ge makkelijker is na te werken. Men kan dam altijd van te voren de grootte uitrekenen. Zooals de teekenimg laat ziem wordt het werk uitgevoerd in drie, hoogstens vier kleu ren. De donkerste is hier zwart aam-gegeven, de lichtere met ruitjes gevuld, een nog lich ter tint is met streepjes goacreerd en het wit gelatene kan men met een neutrale kleur vullen, bijv. wit, naturel, lichtgrijs of wat bij de rest uitkomt VLINDERS Een paar maanden terug schreven wo luier over de toepassing van sigaretten-vlin ders en -bloemen op t-lieekleecren, en nu zag ik onlangs nog een aardige manier waarop die vlinders werden gebruikt, goed vooi de menschen, die er Ie weinig hebben voor een theekleed of reeds een exemplaar naar hun zin bezitten. anders is dan de modellen die ik inder tijd van een meisjesjurkje afteekende voor ons 'blad. JAPONGARNEERING Is het bovendeel vam een japon of blouse zóó onmogelijk, dat men er gjeem. kraag ot zaaiets meer langs maken kan, of is het Het aardige im de afbeelding is, de verde re versiering van een strikje van zwart bandtfluweel met langaf hangende ei noen, die door twee breede dwarse knoopsgaten an het gladstuk gaan. BABY-OVERGOOIER De baby-overgooier wordt een kleine 40 :.M. lang en heeft van boven onder de armpjes een wijdte van een kleine zestig c.M. Precies zijn de maten natuurlijk nooit op te geven, maar zooals hier zullen ze zé ker wel ruim genoeg zijn. Vele moeders houden er niet van de kleintjes zoo héél vroeg al aan te kleeden en truitjes zijn ook wel verreweg het gemakkelijkst. Ook kun de maten heter iets te wijd zijn, dan is het werk altijd wel een beetje in te rijgen later. Men moet echter, om zich niet te ver gissen ,het werii steeds goed gladgetrokken op het patroon leiggen bij het meten, want als men het er wat los en ruim op meet, kriigt men uitzakkend werk. Heeft men wol die z.g.n. „krimpvrij" is, wat in vele gevallen wdl zeggen: dat ze al lerongelukkigst rekt, in de wascli, dan neme men altijd liever nog iets minder dan de uitkomende maten. De pas wordt in ieder geval goed strak gemaakt in den Tunischen haaksteek vod- geus het hierbijgaande kind ppa troont je. Men zet een aantal k. steken op voor de breedte, een 6 d 30 c.M., en haakt dan Tu- Msehe steken tot een hoogte van 5 a 7 c.M. Op de gegeven afstanden (maak daarom zelf vduraf een eigen patroon nadat ge de hier genoemde maten aan het kindje ge meten hebt) begint ge de schoudertjes, die 8 a 10 c.M. lang zullen worden (enkel, want wat we hier als patroonteekening zien is van alles maar de helft). De schoudertjes warden boven op de armpjes gesloten met een knoopje en lusje of met gekleurde strik lintjes. Als men nu ook de tweede helft van de pas afgehaakt -heeft, naait men de zijnaa-djes -aan elkaar, en begint dan langs den onder rand van de pas het rokje, dat in schelp- steek gewerkt wordt.- Men 'begint gelijk te haken met "het-patroon: een vaste, drie stok jes, een vaste enz.„ waarbij echter af en toe een van de Tunische baaksteken zal moeten wórden overgeslagen, daar men an ders het rokje wat al te ruim aan de pas zou krijgen, liefst moet het geheel glad (maarnat uurlijk niet strak) er aan ko men. Al hakende rekt men de schelpen steeds grooter, zoodat het rokje toch vanzelf naar onderen wijder wordt Er wordt steeds bij eiken volgenden toer versprongen, dus de vaste boven de stokjes van den vorigen toer en het middelste stokje boven de vaste. De eerste tien toeren meerdert men nog niet, maar bij den elfden maakt men bij het middelste stokje er twee in één lus, zoo dat de schelpen verder vier stokjes heb ben. Zoo aclit toeren, in den negentienden meerdert men weer en werict dan verder -met schelpen van vijf stokjes, ,tot het rokje de vetrensohte lengte verkregen heeft. Ahs alles klaar is kunnen de ran dien omge haald warden mot- witte of gekleurde kunst zij, een enkele festonsteek (vam vaste ot afwisselende een halve en een heele vaste) staat haast nog fijner dan een puntje of scluul'pje. Haakt men om met gekleurd, bijv. wit of lila, ook lichtgroen staat eng lief, dan kan men de schouderstrikken in dezelfde kleur nemen. WELKE KLEUREN KIEZEN WE „Wat ze tegenwoordig al niet verzinnep, allemaal dingen waar je vroeger niet van hoorde', zoo zucht de ouderwetsche huis vrouw vaak; maar, al mag hierin wel eeni- pe waarheid schuilen, geheel gerechtvaar digd is die klacht toch niet. Immers, het is niet: „verzinnen" alleen, at de menschen doen, die telkens weer met wat nieuws aankomen, dat zij zoo pas hebben ontdekt. Ontdekt, juist, en dat is heel wat anders, dan dingen zitten verzin nen, daar kunnen de menschen toch zelf niets aan doen, wanneer opeens meestal door de een of andere toevalligheid vaalt bij proeven die men nam, om heel iets anders te bewijzen, een nieuwe waarheid blijkt, waarmee iets wat we tot nogtoe alle maal geloofden, zoomaar tot onzin wordt gestempeld. En nu kan men zich wel boos of stug van al die nieuwigheden afkeeren, maar meestal zal men zichzelf daarmeö tekort doen. Wat vandaag gewoon is, kan morgen al ver ouderd zijn, en wat heden nog iets geks (nieuws) wordt genoemd, kan overmorgen reeds als noodzakelijk gelden en wie 'er zich dan bij de eerste aanmelding stug van af gewend heeft, is voor hij het zelf weet, bij zijn tijd ten achter. Zoo is het tenminste met vele dingen gegaan en zoo zal het wel altijd in dé wereld blijven loopen. Zoo iets nieuws in tusschen bij ingewij den al weer gewoon is de ontdekking van den invloed van de verschillende kleuren op onze gemoedsstemming. Het is er mee, zooals het maandblad der huisvr. ver. zegt: we hebben het allen wel eens gehoord, dat kleuren van invloed zijn op ónze ge moedsstemming, maar wij gelooven er toch niet zoo sterk aan en in elk geval houden over het algemeen nog maar weinig rekening mede bij de aankleeding onzer kamers. Toch is in de moderne woning, evenals in de moderne kleeding harmonie an kleuren een eisch, die misschien wel oorkomt uit onze behoefte aan harmonie q onze onharmonische wereld. En niet al leen moeten wij dan zorgen, dat er harmo nie is van kleuren, maar wij moeten bij de keuze van de kleuren met de omgeving rekening houden, om de stemming te berel ken, die wij noodig hebben om te leven en te werken, met opgewektheid en met de in nerlijke harmonie, die al ons werk tot een kunstwerk maakt. Reeds Göthe besefte den invloed van de kleuren op de stemming. Hij zelde in „Sinn- lich-sittliche Wirkung der Farben": de kleuren van de pluszijde (de wanne kleu ren) geel, oranje en rood stemmen opwek kend, levendig, die van do minuszijde (kou de kleuren) blauw, roodblauw, violetta, brengen in een onrustige, gedrukte, weeke stemming. Daartusschen ligt het neutrale •n kalmeerende groen. Tegenwoordig hoorden wij wel andere op- attingen en het rood als te opwindend, het blauw als kalmeerend beschouwen. In elk geval kan het zijn nut hebben eenige alge- meene voorschriften toe te passen bij de keuze van de kleuren van behang en tapij ten en wandhekleeding in het algemeen. Zoo lezen wij hieromtrent in een Duitsch tijdschrift: „In slechtverlichte kamers mo gen slechts wanne kleuren worden toege past, in goed verlichte kamers kunnen rus tige tinten worden gekozen. Bij de keuze der kleuren moet men niet vergeten, dat de kleuren in de kamer donkerder schijnen dan in het volle daglicht. Tapijten zijn ook een goed middel slechte verhoudingen in de afmetingen te verbeteren. Door hun kleur kunnen wij de kamer grooter doen schijnen, maar ook klei ner en lager. Zoo lijkt een blauw gehouden kamer grooter dan zij werkelijk is. Daaren tegen laten rood en oranje de kamer klei ner schijnen". Over de kleuren zelf zegt hetzelfde blad nog dit: „Geel bezit iets vroolijks en maakt een warmen beliagelijken indruk; oranje werkt onrustig en kan slechts in bescheiden mate als contrastkleur worden toegepast; rood is, vooral als het donker is, plechtig en maakt een warmen indruk, terwijl zuiver blauw een onaangename gedrukte stem ming wekt. Groen schenkt rust en behage lijkheid en is daarom goed voor de woon- kamer; bruin doet warm aan cn maakt een degelijken vriendelijken indruk. Het kan samengaan mét blauw en gróen. Onze lezeressen, begrijpen natuurlijk wel, dat men deze dingen niet zóó behoeft op te vatten, dat men nu uitsluitend ééne kleur in bepaalde kamera zou moeten gebruiken, maar het zal allicht te doen zijn, om een enkele kleur te lntcn overwegen, en deze dan nog ip verschillende lichter en donker der tinten, naar de eene of andere bijkleur genuanceerd, te laten afwisselen. dom- een vergissing bij liet maken (of koo- pen) wel wat heel erg wijd uitgevallen, dain zou men dat tenslotte -nog kunnen verhelpen door er van effen zijde, lichter én kleur daai de japon, een glad stuk op te zetten diat in den rug rond, aan de voorkant in een punt wordt geknipt. Het best is dan wel, er met een een garnituurtje van te maken, door ook de manchetten van dezelfde stof te nemen. Die manchetten kan men, evenals het pladde-stuk, afwerken niet smalle biezen of festonsteken langs de randen, waarna men bovendien iets (bijv. een halven c.M.) van den rand af, nog een rijgsteek werkt met dezelfde kleur zijde van den buitenrand. HET NUT VAN TOMATEN Door de vitamine, welke zij bevatten, zijn tomaten tegenwoordig een zeer aanbevolen en zeer geliefd gerecht. Vele huisvrouwen en ook haar hulpen weten niet, dat het aanbeveling verdient in sausen en soepen van tomaten een kleine hoeveelheid suiker toe te voegen, waardoor de smaak worifi, veraangenaamd, volgens de H. R. Maar ook w-ardt nog te weinig partij getrokken van de kleur der tomaten voor versiering van schotels. Voor vleesschotels ziet men den tomaat minder als versiering dan op de hors d'oeuvreschaal. Vooral gepaneerde to maten, soms gevuld met gehakt en afwisse lend met met gehakt gevulde artisjokken vormen een keurige versiering van een vleesschotel. De uitgeholde tomaat, gevuld met kerry-rijst, groente-overschotten, cham pignons, etc., vormt een smakelijk lunch schoteltje, evenals trouwens spaghetti ot marcaroni met tomaten, hier nog altijd min der toegepast dan in Frankrijk, Zwitserland en Italië. Dat de tomaten uitstekend geschikt zijn voor magere soepen, begrijpt men oolk nog niet overal. Wel begint men bij ons iets meer aandacht te wijden aan de soepen zon der bouillon vervaardigd, maai" zij worden nog altijd te weinig gebruikt en juist de tomaten leenen zich uitstekend voor deze purée uit de gevulde tomaten verwerkt tot een smakelijke magere soep. Er bestaan boeken met tal van tomaten- recepten en gelukkig beginnen ze succes te hebben in ons land, maar nog steeds te wei nig. In ommeletles, bij roereieren, in aller lei sla, in sandwiches, en in tal van andere verwerkingen is de tomoat een even gezonde als smakelijke en decoratieve vrucht De huisvrouw boude er rekening mede en hren- ge in den tijd, dat de tomaten goedkoop zijn, het gerecht zooveel mogelijk op tafel, terwijl zij niet verzuime, ook tomaten nu ree en tomaten jam te maken voor den winter. PRACTISCHE WENKEN STROOHOEDEX ken men opknappen met tetra (buiten ken). Als men goedkoop wil werken, soms gelukt het prachtig met gewone brandspiri tus, maar natuurlijk is dit niet voor alle kleuren geschikt PEAU DE PèCHE kinderjasjes, jongensbrocken, ent., ook groo tere stukken, damesregenjassen enz., kan men zeer goed gewoon aan huis wasschen waarom deze stof voor kleeding zoo uiterst praktisch is. Mon gebruikt vet en lekker warm dus niet koud of al te lauw sop van goede huishoudzeep, wascht het stuk er flink in uit, knijpend, drukkend, des noods ook bij vlekken even tegen elkaar wrijvend, als het hroeJcjes betreft. Maar wringt alleen nooit. Goed naspoelen: eerst in warm, clan in koud water, cn nog eens. Pas als het spoelwater holder is, haalt men het uit en hangt het zonder ecnig knij pen of wringen kletsnat, omgekeerd op een droogrek hangen, broekjes kunnen ook aan knijpers, maar mantels niet over kleerhan gers, dat geeft moeten. Af en toe verhan gen en als het droog is flink borstelen met de vleug van de stof mee. Broekjes worden ook wel alleen met de hand gladgewreven en netjes in de vouw, onder zware druk (naaimachine) een nacht laten liggen. ZEEMLEER EN HANDSCHOENEN worden gewasschen in vet lauw zeepsop. Om ze zacht te laten blijven, worden er een paar druppels slaolie doorheen geklopt Men kan de handschoenen eerst een paa uur in het sop laten weeken eer men z< er in wascht gewoon tusschen de handen. Zoo noodig, bijv. wannoor er door huis- of machinewerk leelijke vlekken in zijn geeft men ze nog een tweede sop. Drukken en knijpen, maar niet wringen. Ook niet in water naspoelen. Zoo uit het sop (daarom mag dit niet al te vuil zijn) worden ze te drogen gehangen in den wind, niet bij kaehelwarmte. Het beste is, ze op spanners t zetten, handschconenvormen, en anders vult men ze op met een paar schoone doek jes en blaast vooraf de vingors bol. Na het zco vlug mogelijk drogen, worden ze goed gerekt ora ze weer soepel te krijgen. SPELDEWERK 's Morgens, in heur kuische kluize, met 'n witte pijpkornet, zat 'n zuster en heur lippen, prevelden een vroom gebed. Voor heur lag 'n speldewerk vol, stekkers, lijk 'n evenzwijn en de wind in *t open venster, speelde met de stropgordijn. Buiten, in de grijze verte, stond 'n schubbig kerkedak dat z'n scherpe tinne, hooge, boven de andere huizen stak. In de frtschgedauwde stilte, Wierd het oosten rozeklaar en 'n bende musschen tjilpten, op 'n groenen druivelaar. De eerste zonnestralen priemden langs den toren van de kerk en der zusters vlugge vingers draafden over 't speldewerk. OMER K. DE LAEY. HUISHOUDING EN KEUKEN EIEREN BEWAREN. Er zijn verschillende manieren, en ze zijn alle goed bruikbaar mils.... en dat blijft hel voor naamste: de eieren maar goed versch zijn wanneer ze ingelegd ■worden. Men heeft allerlei stoffen gebruikt, met behulp waarvan men ,de eieren trachtte te ren, schrijft „De Veldbode", maur de uitaten schijnt men nog te krijgen bewaring in koelhuizen, waarin de lucht een gepasten vochtigheddsgrsiad heeft. Dit ls echter niets voor den pnrtikulier. In -nder; >ek ingesteld dan slechte en kele exemplaren bederven. Indien do eieren evenwel van minder goede kwaliteit zijn, om dat ze reeds eenigen tijd bij normale tempc- - bewaard zijn. of all r' - ;rk rijgt z zijn >rjaar aangevoerd, van - welke 'a zomers Gedurende"hét verblijf ln koelhuizen wordt de luchtkamer der eieren wat grooter. terwijl het wit een lichtgele kleur verkrijgt. Het dooiervlies wordt minder sterk; doch scheiding van wit en dooier bleek mogelijk, ook nadat de eieren elf maanden bewaard waren. Verder, werd opgemerkt dat de eieren een elgenaar- dlgen bijsmaak krijgen, den „koelhui afmaak". Dit verschijnsel treedt op, nadat do eleven ongeveer zeven maanden bewaard zijn: de bijsmaak wordt daarna voortdur sj" kend. Waarschijnlijk de oorzaak in de opneming van den geul gevtng, die den invloed der emballage ondcr- Tot heden zijn voor den p&rtlkuMer nog al tijd de konaerveerntlddelen bij uitnemendheid: kalkmelk of k&lkwater en wuterglas. In kalk worden de edschalen dunner, en gewoonlijk kan men later het al wilt niet meer tot schuim kloppen. Maar het zoogenaamde „kalken" Ik bij. dat het mengsol een de staan. De zoogenaamde Keulsohe potten zijn hiervoor zeer geschikt. Aan de vloeistof kan een weinig keukenzout of wijnsteenzuur toe gevoegd worden. Ais door verdamping van vocht gevaar ontstaat, dat de bovenste eieren droog komen te liggen, moet water bijgevoegd Wil ln dan giet men op versch geblunch te kalk water, waarna men gerulmen tijd roert. Vervolgen* laat men allee een tijdlang rustig staan, opdat de niet opgeloste kolk kan bezinken. De hel dere vloeistof, die don bovenstaat, heet kalk- water. Hiermede handelt men ten opzichte van de eieren als boven voor de kalkmelk aan gegeven is. Men kan t overvloede een laagje olie op de vloeistof gieten, waardoor de damping van water uit '&t tegengegaan drogist dit aflevert, met 10 deelcn vater. Dit giet men op de eieren op deselfdo vijze als de ren. In oudere ie niet koel bot eren deringen Int. verdienen eieren van kippen, gehouden haan, de voorkeur. Men kan reeds nu inleggen, maar zij moeten ook daarna 'iet b»*it van r verelechte, voo, langoren tijd konserveeren. Men verge te ten slotte niet dat inen de gebruikte kalk of het gebruikte w .ter glas en den aankoop en de eventueele breuk der potten, alsmede de aan het tnlccgvti der eieren en het kontroleeren der Ingelogde eieren verbonden kosten lAtfT betaald moet Kruisbessen-schoteltje 500 gr. groene kruisbessen. S A 10 dunne sneetjes brood (zonder korzt). 60 gr. boter, 100 gr. suiker. 1 theelepeltje kaneel. Maak de ruurvast schoteltje een laagje lit met een gedeelte^van do gestoofde vnsch- door cifcnar ga alles verbruikt ls. Zorg dat de bovoru-to Inag uit brood beataat. log dit met den fccboterdoii ar boven en strooi or het laatste restje en kanaal over. Zet het schoteltje in n; laat het door en door warm worden knappend konstje kant i 'Aspic A la Ptincesse Maak van boter, bloem en bouillon een mooie zeer dikke saus; doe hierdoor 1/8 bllkju fijn gesneden champignons en wat citroensap. Laat dozo saus koud worden. Neem mooie plakjes gebraden varkenafHcan leg hierop wat van de gezeefden bouillon deau; fatsoeneet _J dikke saus on rol ze op Doe ln 1 L. helderen d.L. .-ïzljn en maak dit aan de kook. Neem 1 d.L van dit vocht af en doe daar 1 lood roode gelatine ln. Laat dit koud worden cn gebruik dit later voor garneering. In den overigen boulUon smedt men 8 lood geweekte gelatine. in, gladden vorm. b.v. een een weinig van deae gelei, ^•o. d-at de bodem net bedekt L; laat even be koelen en maak dan daarop een aardige gar neering van harde alaren, augurkjes, peter selie en truffels. Ala de gelei bijna koud en stijf Is, glot men er een walnJg gelei boven op. dat men ook eerst weer lnnt bekoeJen. Schik hierop de Vleesohrolletje i en vul den de overige gelei. De rolletjes moeten i hij niet stijf Tilzotta-rijst fltaliaansch recept) 1 vol kopje rijst, gehakt uitje. S d.L boull- kan men ook boullonblokjes ne- in ae co ter llcfu- bruinvoeg er de srewn.«=riien rijst bij en de kokende bouillon. Breng dit nan de kook. voeg er de tomatenpurd bij en laat ailss zachtjes gaar koken. Boor er. ala de rijot raar ts. da geraspte k.aaa door. doe het mengsel dan »n kleine pne tel potjes of l.opjes cn stort deae laf-r op een sdhaal. Rangeer de puddinkjes om vleeaoh heen of presenteer ze enkel met vlceacbjus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3