(l.) HOTEL CREMERS BINNENLAND. DONDERDAG 23 JULI 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 NAAR DE BALKAN DIE VAN EEN JONGE NATIE. VOORUIT WIL JOEGOSLAVIË Speciale Correspondentie II (Slot). Wie naar Joego Slavie gaat, brengt na tuurlijk ook een bezoek aan Sarajevo, dat in bet hartje ligt van bet Mohammedaan- sche gedeelte van het rijk. Doch alvorens we daar iets van vertellen is het misschien niet ondienstig, heel be knopt even weer te geven, hoe het land naar godsdienst en taal is onderverdeeld. Er zijn in Joego Slavie ruim vijf en half millioen Servisch orthodexen, ruim 46 pet. der bevolking; 39 pet. is Katholiek. 11 pet. Mohammedaansc.h, bijna 2 pet. Protestant en tenslotte is er nog een handjevol Israëlie ten (Spaansohé Joden) en Grieksch Ka tholieken. Naar de taal zou men de bevolking als volgt kunnen verd'aelen: Servisch of Kroatisoh bijna 9 millioen (74 pet.), Sloweensch 8.5 pet., Duitsch 4.3 pet. Hongaarsch 3.9 pet., Arnoutsch 3.7 pet, en tenslotte nog enkele procenten Turksch en Roemeensch. Met name in Bosnië en Zuid-Servie heeft de Turksche invloed zich in de eeuwen van overheersching terdege doen gelden. En van lieverlede hebben er 'heel wat bewoners den Islam aangenomen, ai was het oor spronkelijk meestal een opportuniteits- kwestie. Dat openbaart zich bijvoorbeeld hierin, dat de meeste Servische Moham medanen, die toch reeds van verre genera ties terug d'en profeet volgen, nog steeds de Koran niet kunnen lezen, terwijl het gebed een formule voor hen is, waar ze den in houd nauwelijks van verstaan kunnen. Er rijn dan ook in Joego-Siavië buiten de ge wone Moskeediensten, waar de zuiver Turksche ritus gevolgd wordt., ook nog spe ciale bijeenkomsten in de landstaal. Anderzijds heeft de Islam deze menschen in hun zeden een stempel opgelegd', dat hun heden ten dage nog veel conservatiever doet zijn, dan de Turken zelf. In het rijk van de halve maan toch is de sluier, bij decreet van den sultan, reeds geruimen tijd afgeschaft Doch in Joego slavië zal een vrouw niet gaarne tegen deze zonde, zondigen. Zoo herinneren we ons, ter gelegenheid van een autotocht ip de omgeving van Sarajevo een tooneeltje waarbij een bejaard gezinshoofd een stort vloed van waarschijnlijk onheusche woorden over de schuldige hoofden zijner vrouwen deed losbarsten, omdat zij, geheel door den veldarbeid een luisterrijk raadhuis gebouwd, dat geheel ip Turksch en stijl is opgetrokken. In de zaal, waar de ongelukkige Ferdi nand het laatst toefde, voor hij in de on middellijke nabijheid op straat den dood moest vinden, zijn we de gast geweest van het gemeentebestuur. En op het balkon, vanwaar men de brug kan zien, waar Principe zijn daad vol bracht, d'ie den wereldkrijg deed ontbran den, hebben we de Tarska Kawa (Turk sche koffie) gebruikt en geproefd van de zoetigheid, die Indië-reizigers in de stad Lesseps als Turksh Delight hebben leeren kennen Doch we moeten de reis voortzetten. Joe- go-Slavië is zoo belangwekkend, dat men er gemakkelijk een boek over zou kunnen schrijven. En een dagbladartikel dwingt nu Belgrado de hoofdstad des rijks! Onwillekeurig koestert men van de stad, aar de vorst zijn residentie heeft en de regeering haar zetel, de hoogste verwach tingen en zoo gezien, zal Belgrado of Beo- grad in de landstaal niet meevallen. Daarbij komt, dat er in Joego-Slavië een algeheel gemis v'&lt waar te nemen aan be- architecten en sted'ebouwkundigen. eenmaal tot beknoptheid. En ook dat laat zich eenigszins verstaan, omdat het land op dit gebied nimmer een eigen cultuur beeft bezeten. En men voelt, ten opzichte van andere naties, waarschijn lijk te nationalistisch, om de hulp van het buitenland in te roepen. Op dit terrein hebben wij bijvoorbeeld met autoriteiten gesproken, clie zeer wel op de hoogte waren van hetgeen in Duitsch land en bij ons te lande, gepresteerd wordt .en d'ie o,m. het werk van Berlage en Dudok waarschijnlijk onheusche zeer goed kenden. Doch men denkt er niet j- i; t, m een vreemdeling in huis te halen en i moddert liever verder, om wellicht - - genomen, j ^O0r schade en schande wijs te worden. niet tijdig genoeg den sluier lieten vallen, j js te meer jammer, omdat er de laat- om haar gelaat aan den profanen blik van ste jaren in Belgrado gebouwen zijn verre een ongeloovige te onttrekken! zen, als paleizen. Ook de wotning van een moslem is nog Doch zelfs een kolos als het nieuwe par altij d zijn heiligdom, door geen vreemdeling j lement een belofte voor de verre toe van het mannelijk geslacht te genaken. En komst, wanneer de d'ictatuur een einde ge- Bazar te Sarajevo. Joego-Slavië, waar men ook hoognoo- dig tegenwoordig vlijtig arbeidt volksgezondheid en hygiëne, is men nog niet zoover, dat zelfs een geneesheer de harem mag betreden. Vand'aar, dat zich thans veel vrouwen op de studie der ge neeskunde toeleggen. Doch men gevoelt, dat we hier slechts even aan de moeilijkheden tippen kunnen, waarmede men in Joego-Slavië te kampen heeft, om eenige eenheid in het Staatsbestel te verkrijgen. Zoo zijn van oudsher de Is lamieten polygaam en het laat zich begrij pen, dat hi'er niet gemakkelijk aan te tornen valt. Toch heeft men het reeds zoover ge kregen, dat een Mohammedaan niet meer dan vier vrouwen mag huwen en dan. nog moet hij bij de echtverbintenis kunnen aan- toonen, dat hij over de middelen beschikt, zich ook een dergelijke luxe te kunnen per- mitteeren! Nu meene men niet, dat die harembe woonsters een lui en gemakkelijk leventje leiden. Integendeel. Naar men weet, is in Bosnië en Servië voornamelijk de landbouw het bestaansmiddel en het valt den vreem deling onmiddellijk op, dat het doorgaans de vrouwen zijn, die den akkeranbeid ver richten of met zware lasten op het hoofd, uren ver. ter markt gaan. Al willen we hiermede geenszins beweren, dat de mannen toekijken. Sarajevo is overigens een merkwaardige plaats, even interessant als schilderachtig gelegen. Dat is juist het typische: in de stad, met haar zes en negentig moskeeën, haaf Carsija (bazar) en de handwerkswijk, waar schoenlapper, koperslager en kleer maker op echt Oostersche wijs hun bedrijf uitoefenen, waant men zich geheel in d'e Oriënt te zijn en wanneer men de stadsgren zen nadert, zou men verwachten, de gouden zandzee te aanschouwen, die zich tot den einder voortzet, met als eenige afwisseling misschien het silhouet van een rij kamee- len. Hier niets van dat alles. Sarajevo ligt in een heerlijk dal, dat door een frisschen bergstroom, de Miljacko, wordt besproeid'. Tegen de berghellingen vindt men weelde rige akkers, die zich voortzetten tot de uit gestrekte naaldwouden, welke Joego-Slavië tot een der voorname houtleveranciers van Europa hebben gemaakt. Daar Sarajevo slechts voor een derde ge deelte door Mohammedanen is bewoond', ldgt het voor de hand, dat de stad ook een Europeesohe wijk rijk is. En toch treft men ook hier veel, dat aan Turkije herinnert Zoo heeft men er nog kort yoor den oorlog nomen heeft is een voorbeeld van stijl loosheid en gebrek aan moderne visie, en men kan gerust aannemen, dat er bij ons een dertig jaar terug betere ontwerpen zijn uitgevoerd. Toch zijn er in de hoofdstad kunstsohat- ten, die de moeite, waard zijn om te be zichtigen: we doelen hier op de prachtige verzameling van den nationalen beeldhou wer Mcstrovic, in een oud Servisch paleis ondergebracht. En daarnaast op de schilde rijenverzamelingen, een, zij het voor dit land, nog jonge kunst, die echter voor de toekomst schoone beloften in zich houdt. Zij tenslotte nog medegedeeld, dat er juist onlangs een aanvang is gemaakt met den bouw van een geweldige brug over d'e Sa.ve, die de veihinding met het platteland moet verbeteren Belgrado is van drie zijden door het water van Save en Donau omsloten en tevens de stad meer gele genheid tot expansie biedt. We kunpen onze reisindrukken niet be ëindigen, alvorens nog een enkel woord ge zegd te hebben over hetgeen we „d'e Italiaansche kwestie" zouden noemen. Wat toch is het geval? De eertijds bloeien de havenplaats Fiume, de voormalige ha ven van Hongarije, met een achterland, waar zeshonderd duizend Joego-Slaven wo nen, werd in 1919 plotseling aan Joego- Slavië ontnomen, toen d'Annunzio er met zijn krijgsbenden binnentrok en door haar tot vrijhaven te verklaren, aan de bespre kingen van Rapallo een even ongedacht als ongewenscht eincfe maakte. Zoo werden de bewoners van Istrië kalm- weg onder het régime van den fascistischen heilstaat gebracht. Doch wat erger is: de hand van Mussolini drukt zwaar op deze ballingen in eigen land. De Joego-Slavische scholen verdwenen en maakten plaats voor Italiaansche, zeker om de bevolking den sleutel tot de vrijheid, voor de toekomst te ontnemen. Dit is slechts één uiting van d'e onwelwillendheid, die Italië voor het ver overde gebied aan den dag legt. Men heeft vele staaltjes medegedeeld en dat niet overdreven wordt, blijkt wel hieruit, dat onlangs de aartsbisschop van Zagreb in een herderlijk sohrijven de Italiaansche houding scherp heeft gecritiseerd. Als men bedenkt, dat de grens van het Italiaansch gebied, voor zoover het aan het koninkrijk Joego-Slavië raakt, is afgepaald met een draadversperring, die zooals we ons dat uit den wereldoorlog herinneren, onder hoogspanning staat, als we ons voor oogen houden, dat men die grensscheiding zoo star heeft doorgevoerd, dat de in kaart ge brachte lijn, die toevalligerwijze een bede huis halveerde, dwars door het schip van de kapel is aangebracht, zoodat de eene helft van het altaar Italiaansch en de an dere helft Joego-Slavisch bezit is, waarom men het gebouw maar heeft dichtgemet seld dan kan men zich indenken, dat de gemoederen verbitterd zijin. En dat, vredelievend men in Joego-Slavië overigens ook gestemd is, er maar weinig noodig zijn, een conflict uit te lokken. Al even merkwaardig is het in de stad Fiume, waartegen de haven van Susalc is aangebouwd, en waar de grensscheiding ge vormd wordt door het. kanaal, waarvan de bruggen het. klinkt haast ongelooflijk in onzen tijd door grimmige schildwachten worden bewaakt. De. Susaksche bakker moet een pas bij zich hebben om zijn klanten in Fiume van brood te voorzien, want inder daad zijn de grenswachten zoo streng, dat niemand zonder legitimatie de brug seeren kan. Mogen dit misschien nog dingen zijn, die men overkomen kan, een veel grooter i toestand is geschapen in het feit, dat ruime, goed geoutilleerde haven van Fi nog maar weinig scheepvaartverkeer heeft; want ondanks de gi-oote subsidies, welke Italië aan de scheepvaart verstrekt noemde ons een bedrag van 147.7 dinar per mijl kan het achterland van Fiume maar weinig verkeer toch zich trekken. Terwijl men in Susak koortsachtig aan havenaanleg bezig is om de eischen van het vrij snel wassende handelsverkeer het hoofd te bie den. In 1913, voor den oorlog dus, verscheep ten Fiume en Susak samen 1.200.000 ton, in 1930 Susak alleen 716.000 ton. Terwijl Fiume thans een omzet heeft, die nog geen veertig percent bedraagt van betgeen er in de Joe go-Slavische haven omgaat. Nu weten we wel, dat voor ons, die met de cijfers in bet Rotterdamsohe havenver- keer vertrouwd zijn, een omzet van nog geen millioen ton niet veel beteekent en persoonlijk gelooven we dan ook niet, dat Joego-Slavië als zeevoerende natie ooit veel in de melk te brokkelen zal hebben. Doch dat neemt niet weg, dat er daar aan die sc.hooine Dalmatisohe kust dingen gebeurd zijn, waar men vreemd van opkijkt. Waarom Joego-Slavië als zeevarende mo gendheid weinig toekomst heeft, al zijn de, havens Susak, Sibanic, Split en Dubrovnic gemakkelijk bereikbaar en vrij goed geoutil leerd? Voornamelijk, omdat dc aan- en uit voer uitsluitend per spoor mdet geschieden, daar er geen waterwegen naar d'e kust zijn. De staat geeft wel is waar aanzienlijke re ductie op de vrachttarieven, doch men zal moeten erkennen, dat dit geen gezonde basis is voor de ontwikkeling van den handel. In het gunstigste geval zal o.i. alleen het stukgoederenvervoer eenige toekomst heb ben. Overigens bepaalt de uitvoer zich voor namelijk tot hout, cement en graan, terwijl van de import kolen en ijzer mogen ge noemd. Wat zijn de bestaansmiddelen in Joego- Slavië? In de eerste plaats de landbouw, met im'e groan, waarvoor bet steeds moeilijker wordt een afzetgebied te vinden, nu Italië zich meer en meer terugtrekt. Op het oogen- blik zijn er onderhandelingen gaande met Frankrijk om daarop het groote surplus af te wentelen en zoo het werkelijk met de tol- tussohen Oostenrijk en Duitschland iets mocht worden, hoopt men op d'eze bei de naties. Het is hier echter niet de plaats op deze belangrijke kwestie dieper in te gaan. Al is het zeker, dat in een toekomst i- ruilver keer met ons land het graan geen rol zal spelen! De landbouw wordt in Joego-Slavië nog j uiterst primitieve manier uitgeoefend; e hebben ploegen gezien van h'et jaar nul, n het meer populair uit te drukken en van den zegen van Amerikaansche en Duitsche landbouwwerktuigen, die ook bij ons burger recht hebben verkregen, weet men niets. De loonen zijn laag 30 tot 35 dinar per dag! En als men dan nagaat, dat de ge schoolde vakarbeider een uurloon heeft van 812 dinar zal men niet kunnen ontken nen, dat er in Joego-Slavië hij den land bouw (niets nieuws onder de zon is en dat elkaar op dat gebied eens kunnen toe knikken. Echter, er is wel iets anders, waarom we het land benijden kunnen: werkeloosheid praktisch onbekend. En als men een maal zoover is, dat alle rijke bronnen, die de jonge natie heeft, kunnen aangeboord, zal men handen te kort komen. Naast het graan dient de wijnbouw ge noemd en het hout. Wie kent niet het Sla vonisch eikenhout? Joego-Slavië telt niet minder dan 347 groote en 2543 kleinere houtzaagmolens met een gezamenlijke ca paciteit van 15 millioen M3. Vergeten, we niet de tabakscultuur, die zich onder regie van de staat bevindt en die naast h'et eigen land voornamelijk in Tsecho-Slovakije en Polen haar afzet Jieeft de leerindustrie, die echter niet in alle behoeften voorziet ook al omdat 'n groot deel van de grondstof uit de vreemde moet worden aangevoerd'. Met machines en textiel is het al evenzoo geschapen, al is ook daar een stijgende lijn goed waar te nemen. We willen dit droge resumé niet besluiten, alvorens nog even stil te staan bij den bo demrijkdom van Joego-Slavië, die nog aan het begin van exploitatie staat. Er wordt gevonden (de cijfers tusschen haakjes ver melden het productiekwantum in 1929): ijzer (450.000 ton), steenkolen (40S.611 ton), bruinkool (4.120.000 ton), asphalt, lood (van de 23 mijnen zijn er slechts 5 in exploitatie met een productie van 112.S09 ton), koper (329.282 ton), zink, chroom cn bauxiet. Ten slotte zijn. er verschillende minerale bron nen, die een uitstekend tafelwater leveren, zooals we op onze reis tot ons genoegen mochten oonstateeren. E en van de bruggen lusgfifien Susak en Fiume. Men ziet 'de Italiaansche carabineros ,.W" midden op het brugdek DE MAN, DIE OVERAL TOEGREEP (Van onzen Duitsohen correspondent.) Naitlhan SöderbLoi Met de Zweedsche kerk, die haar hoogsten ambtenaar in den dienst des Woords, met het Zweedsche volk, dat een zijner grootste mannen verliest, treurt de Evangelische kerk der gansche wereld over het heengaan van Söderblom. De oecumenische beweging in 't algemeen en naast Zweden heeft ook en vooral Duitschland veel aan dezen vooraanstaan den theoloog verloren. Hij was over de gan sche wereld bekend en bemind door zijn toe grijpen op ieder levensterrein. In dezen aartsbisschop stak het type van den Noor- weegschen Wickinger, die reeds als jonge legatie-predikant de wereld intoog, reeds in zijn jonge jaren aan meerdere buitenland- sche universiteiten als professor beroepen werd, om later met velerlei academische on derscheidingen bedacht te worden. Daarbij bleef hij een eenvoudig man, werkte hij door dezen eenvoud op zijn omgeving, ook al droeg hij niet dé mitra en het gouden bis- schopskruis. Hij beheerschte meerdere' vreemde talen volkomen en dit stelde hem in staat, geheel onvoorbereid bij kerkelijke conferenties aan ieder debat deel te nemen. Toen bij nog enkele weken geleden voor het Duitsche radio-publiek een voordracht hield, viel zijn uitstekend Duitsch iedereen op. Hij hield deze voordracht vanuit zijn studeerkamer in Upsala. Van hieruit werd zij over de Oostzee doorgegeven naar Keulen en van daaruit over gansch Duitschland. Niet allen zullen wellicht geweten hebben, dat het hier een spreker was, die aan de universiteit Leipzig eenmaal doceerde ei Duitsche taal beheerschte als zijn moeder taal. In de aangrenzende woonkamer zat de echtgenoote van Söderblom en een aantal leden zijner zeer talrijke familie. Maar niet langs clirecten weg luisterden zij naar hem. In de woonkamer stond een radiotoestel, dat liet gesproken woord over een afstand van 4000 K.M. van Upsala via Keulen weer naar Upsala terugbracht Toen een jaar geleden aan Söderblom voor zijn vredeswerk de Nobelprijs werd toege kend, hoorde men voor de eerste maal in de dertigjarige geschiedenis van deze hooge en waardevolle onderscheiding geen enkel pro test tegen de hem toegekende eer. Door zijn streven naar verbroedering der volken be reikte hij immers in menig opzicht meer dan de vele conferenties der Europeesche grootmogendheden ten gunste van de alge- meene ontwapening! Het was hem in de eer ste en laatste plaats om de „demobilisatie der harten aller volken" te doen. Aan zijn doortastendheid was 't toe te schrijven, dat zes jaar geleden de groote conferentie voor practisch Christendom in Stockholm gehou den kon worden. Dit streven naar interna tionale verbroedering vond ook in het Chris telijk Nederland algemeene waardeering. Zijn merkwaardig karakter ademde een jmpulsieven geest. Hij boeide door zijn spon taniteit, door een sterken zin voor humor, welke ook bij officieele samenkomsten en ernstige besprekingen plotseling tot uiting kon komen. Op een kerkelijke conferentie verraste hij zijn theologisch gehoor plotse ling met de vraag, of zijn toehoorders eigen lijk wel allen het tweede artikel van buiten kenden? De geheele vergadering rees over eind als op militair commando en bracht in koor het tweede artikel! Niet zelden is het voorgekomen, dat Söder- blom tijdens een gesprek, tijdens een voor dracht en zelfs wel gedurende zijn dienst in de gemeente een lied aanhief, dat in zijn uiteenzettingen paste en hoe gaarne werd dan zulk een lied door allen meegezongen! In de kleine universiteitsstad Upsala, waar het anders in de zomermaanden, wanneer de studenten met vacantia zijn, stil toegaat, aaiden overal de vlaggen halfstok. In zijn •erkltamer stond het stoffelijk overschot van Nathan Söderblom opgebaard en tusschen de witte lelies schitterde het gouden kruis zijner kerkelijke waardigheid. In vollen vrede is hij ontslapen, vol vertrouwen op de eeuwigheid, waarvoor hij op deze aarde zijn gansche leven zoo intensief werkte. Vooraf gegaan door de studenten met de vlaggen hunner corporaties bracht men het stoffelijk r^chot naar den dom, waar voor het eerst sedert eeuwen een kerkelijke vorst dicht bij het altaar zou worden neergelegd. Ruim 2000 menschen vulden den statigen dom. Onmiddellijk tegenover den katafalk had Zweden's grijze koning Guustaaf plaats ge nomen en men kon hem aanzien, hoe ook 'hij diep getroffen was door dit voor zijn land en zijn kerk zoo zwaar wegend verlies. In 's konings naaste omgeving had ook het Zweedsche en het Noorweegsche kroonprin selijk echtpaar plaats genomen, in gezel schap van de Belgische kroonprinses. Duitschland was vertegenwoordigd door den •gezant von Rosenberg, den Saksischen bis schop Ihmels, den nector der universiteit Halle-Wittenherg, professor Aubin, voorts door ds. Ohley als vertegenwoordiger van de Gustaaf-Adolf-vereeniging en door ds. Kempf voor de Lutherstad Wittenberg. Vele per soonlijke vrienden uit Nederland en Duitsch land waren naar Upsala gekomen, om Sö derblom de laatste 'e$r te bewijzen. Van zijn eigen gezin kon de zoon, die tijdens den oor log als Duitsch officier dienst deed, uit Amerika niet bijtijds zijn vaderland berei ken. Tot aan zijn levenseinde bleef Söderblom in bescheiden man. Ieder woord van men- schelijke waardeering en verheerlijking wil- NIEUWBOUW 1930 Modern comfort SCHITTERENDE LIGGING - VERANDA, TUIN, TERRAS Pensionprijs 4.50 en 5.vanaf 25 Aug. 3.75 Vraagt Prospectus Telefoon 51 de liij voorkomen. Daarom had hij een graf rede nadrukkelijk verboden. Domprediker Brilioth, zijn schoonzoon, sprak derhalve niiet over den ontslapene, maar beperkte zich tot 't voorlezen van enkele regels uit het werk van Söderblom en hield zich voorts streng aan de bijbelteksten, welke door Sö derblom persoonlijk waren aangestreept Ook werd een ked van Paul Gerhardt aangehe ven, hetwelk eenmaal door Söderblom op muziek werd gezet. foen men aan Söderblom zijn laatste rust plaats had gegeven naast den eersten Lu- therschen keurvorst uit de Zweedsche mid deleeuwen, Olaus Petri, werd door enkele Zweedsche en buitenlandsche lioogwaardig- heidsbekleeders nog een woord van afscheid aan de geopende groevw gesproken. Terzelfder ure woonde ik in Berlijn een godsdienstoefening bij ter nagedachtenis van Söderblom. Velen hadden zich naar de Landhausstrasse begeven, om hierbij tegen woordig te zijn. Naast de vertegenwoordi gers der Wilhelmstrasse en der Zweedsche kolonie te 'Berlijn zag men een opvallend groot aantal vertegenwoordigers der Duit sche kerken en der oecumenische beweging. De gedachtenisrede werd gehouden door den Zweedschen legatiepredikant Forell en na hem sprak de Duitsche Oberkonsistorial- rst d\ Scholz uit naam van de Evangelische kerk. Hij herinnerde aan de groote verdien sten van Söderblom door zijn liefdadigheids werk tijdens en na den oorlog, aan het vele, dat Söderblom deed, om het Zweedsche en het Duitsche christenvolk nader tot elkaar te brengen. Ook roemde hij het oecumeni sche streven naar toenadering der volken, zijn werk voor gerechtigheid, vrede en eens gezindheid. Als persoonlijk vriend van Söderblom sprak dan nog de veelgenoemde rector der Berlijnsche universiteit, prof. Deissmann, die Söderblom teekende als een „denker en kunstenaar, als een evangelische bisschop, die wist, wat bidden en lijden beteekent". Zijn heengaan beteekent niet slechts voor Zweden, maar ook en vooral voor Duitsch land een onoverzienbaar verlies. Moge het werk van dezen ijverigen arbeider in den wijngaard des Heeren blijven voortleven in ons aller herinnering! OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN (Bij Kon. besL is de bronzen eeremedaille verbonden aan de (Orde van Oranje Nassau, toe .gekend aan 'J. v. lianen, te Jutphaas. BESMETTELIJKE ZIEKTEN In do week van 12 tot en met 18 Juli zijn in ons land aangegeven 10 gevallen van buik typhus, 9 van para-typhus, 139 van roodvonk 71 van diphtlierie, 1 an disenteria bacillaris, 3 van nekkramp, 1 geval van de ziekte van Weil en 2 gevallen van encephalitis lethargica VRAGEN VAN KAMERLEDEN RADIO-CENSlItlR. De heer A1 b a r d a heeft aan den Minister van Waterstaat o.m. gevraagd of deze, zoo noodig in overleg met zijn ambtgenoot van buitenlandsche zaken, bei'eid is mede te dee- len, of aan het verbod van de uitzending van de redevoering ter herdenking van Mateotti misschien een wenk, in een of anderen vorm van de zijde der Italiaansche regeering of een harer vertegenwoordigers voorafgegaan is, zoodat daarin een reden gezien kon wor den om aan gevaar voor de veiligheid van den staat te denken? UITVOERING ZIEKTEWET. De heer Van den Heuvel fteeft aan den Minister van Arbeid gevraagd of deze bereid is door een wijziging van art. 115 der Ziektewet eiken twijfel buiten te sluiten omtrent de aansprakelijkheid voor uitkeering bij overgang van den werkgever tijdens den uitkeeringsduur van ziekengeld naar een ander lichaam ter uitvoering van de Ziekte wet. ONZE KOLEN IN FRANKRIJK. De heer Hermans heeft aan den Minis ter van Buitenlandsche Zaken gevraagd: Kan de minister, nu vele tegenstrijdige berichten hieromtrent aanleiding geven tot groote ongerustheid onder de bevolking van ons mijngebied en speciaal onder de mijn werkers, mededeelen, welke maatregelen de Fransche re gee ring genomen heeft of voornemens is te nemen met betrekking tot invoerbeperking van Ne- derlandsche steenkolen: of van de zijde der Nederlandsche regeering pogingen in het werk zyn gesteld en, zoo ja, welke? om deze maatregelen te voor komen of althans te verzachten, en welke isultaten hiermede zijn bereikt; of de regeering van oordeel is, dat zij voer zoover reeds door de Fransche regeering voor onze mijnindustrie nadeelige maatrege len genomen zijn hiertegen volkomen machteloos staat? Dc begrafenis van Aartsbisschop Nathan Söderblom. Links: 'de Koninklijke familie Zweden in 't midden Koning Gustaaf) in den rouwstoet. Rechts: studenten van de Universiteit te Upsala dragen den overleden Aartsbisschop grafwaarts ROFFEL-RIJMEN A.W.F.IDENBVRG 1861-1031 Ah wij Idenburg de wenschen bieden van ons Christenvolk Weten toe ons veler burgers en ook veler rassen tolk. Fiere strijder voor de rechten van den mensch en van zijn God, Is hij Nederland geworden èn ons Insulinde, tot De belijder, die ah leider aan zijn Koning hulde biedt En de aangeboren rechten van den onderdaan ontziet. Nevens geniale gaven gaf hem God een gul gemoed Bij een hart, dat door zijn eenvoud elke loftoon zwijgen doet Uit ons midden rijst de bede dankend tot Gods Koningstroon: Rechter van de gansche aarde, geef hem straks de koningskroon, Geef hem deel in d'overwinning van Uw Koninklijken Zoon! (Nadruk verboden.) LEO LENS. ANTWOORDEN VAN MINISTERS WERKTIJDEN WINKELPERSONEEL. Naar aanleiding van de vragen van den heer Drop, betreffende het verlengen van de werkweek van winkelpersoneel, zulks in ■verband met de vacanties, heeft de Minister van Arbeid geantwoord, dat de afwezigheid van een deel van het personeel, zelfs in be drijven waar de vac an tie tot een gewoonte of recht is geworden, een bijzondere omstan digheid is, die bijzondere maatregelen kan noodig maken. Het voornaamste motief voor de regeling bestond hierin, dat de gang van zaken in vele ondernemingen zou worden ontwricht, wan neer ook tijdens de afwezigheid van het vacantie genietende personeel aan 't achter blijvende gereduceenie personeel een halve dag per week vrijaf moest worden gegeven. De werkgeversvereenigingen konden zich alle met de ontworpen regeling vereenigen. ARBEID IN BROODBAKKERIJEN VOORONTWERP VAN WET Eerder aan den arbeid! De Minister van Arbeid heeft by den Hoo- gen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt een voorontwerp van wet tot wijziging van de be palingen der Arbeidswet 1919 betreffende den arbeid in 'broodbakkerijen. Aan een commissie uit deni Raad zak* worden opgedragen omtrent dit voorontwerp prae- advies uit te brengen. De strekking van dit Voorontwerp is na art, 38 der Ahbeidswet 1919 een nieuw artikel in te voegen, dat als volgt luidt: Artikel 39. Indien zoowel vakvereenigingen van werkgevers als van arbeiders in het brood bakkersbedrijf van oordeel zijn, dat het ge- wenscht is in alle broodbakker ij en in bepaalde gemeenten of gedeelten van gemeenten het ver richten van bakkersarbeid toe te staan ge durende één uur vóór 't tijdstip, waarop inge volge 't bepaalde in den aanhef en onder a en b van art. 35, tweede lid, in artikel 35, vyfde lid, en in den aanhef en onder a van artikel 36, derde lid, deze arbeid mag aanvangen, kan onze (Ministers voorwaardelijk of onvoorwaar delijk daartoe vergunning verleenen. De be schikking, waarbij een zoodanige vergunning wordt verleend, wordt afgekondigd in de Staatscourant". In zyn toelichting zegt de Minister van Arbeid o.m., dat wyziging van het aanvangs- uur ernstig aan de orde kwam, toen in Nov. 1929 in het bakkersbedrijf een codectieve ar beidsovereenkomst tot stand kwam tusschen de voornaamste organisaties van werkgevers en werknemers. De Centrale Bedryfscommissie, die by de overeenkomst werd ingesteld, kwam spoedig tot een besluit aangaande de vervroeging van het aanvangsuur. Daarin was opgenomen een verklaring van de arbeidersorganisaties, dat „deze haar volle medewerking willen verlee nen om de moeilijkheden van het ongelijke aanvangsuur in het bedrijf op te heffen en daartoe in die plaatsen, waar de codectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is ver klaard, voor ondernemingen, waarop artikel 37 der Arbeidswet niet van toepassing is, te be vorderen, dat voor een of meer personen een uur vroeger aanvang van den arbeid wordt toegestaan". By deze gelegenheid heeft de Minister tevens overwogen of het aanbeveling verdient de be palingen der Arbeidswet in overeenstemming te brengen met het ontwerp-verdrag van Ge neve (1925) betreffende den nachtarbeid in bakkeryen. Het belang, dat Nederland zooveel mogelijk door toetreding tot ontwerp-verdragen den arbeid der internationale organisatie steunt, onderschat de Minister niet, maar het dienen daarvan zou hy in dit geval te duur geko.'ht achten door een nieuwe en voor de behoeften ons iland geheel onnoodige inbreuk op de patroonsvrijheid te maken. Hy vindt daarom geen aanleiding tot 't doen m voorstellen ten einde de Arbeidswet in overeenstemming te brengen met het ontwerp verdrag en het ligt voorts in zyn voornemen de noodige stappen te doen om tot intrekking van het wetsontwerp houdende voorbehoud der bevoegdheid van toetreding tot het wetsont werp-verdrag te geraken. DRANKWET-RAPPORTEURS De afdeelingen der Eerste Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over het ontwerp- Drankwet de heeren ter Haar, Koster, Steger, Eeerkens Thyssen en Gelderman.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5