(l.) HOTEL CREMERS
BINNENLAND.
DONDERDAG 23 JULI 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5
NAAR DE BALKAN
DIE
VAN EEN JONGE NATIE.
VOORUIT WIL
JOEGOSLAVIË
Speciale Correspondentie
II (Slot).
Wie naar Joego Slavie gaat, brengt na
tuurlijk ook een bezoek aan Sarajevo, dat
in bet hartje ligt van bet Mohammedaan-
sche gedeelte van het rijk.
Doch alvorens we daar iets van vertellen
is het misschien niet ondienstig, heel be
knopt even weer te geven, hoe het land
naar godsdienst en taal is onderverdeeld.
Er zijn in Joego Slavie ruim vijf en half
millioen Servisch orthodexen, ruim 46 pet.
der bevolking; 39 pet. is Katholiek. 11 pet.
Mohammedaansc.h, bijna 2 pet. Protestant
en tenslotte is er nog een handjevol Israëlie
ten (Spaansohé Joden) en Grieksch Ka
tholieken.
Naar de taal zou men de bevolking als
volgt kunnen verd'aelen:
Servisch of Kroatisoh bijna 9 millioen (74
pet.), Sloweensch 8.5 pet., Duitsch 4.3 pet.
Hongaarsch 3.9 pet., Arnoutsch 3.7 pet, en
tenslotte nog enkele procenten Turksch en
Roemeensch.
Met name in Bosnië en Zuid-Servie heeft
de Turksche invloed zich in de eeuwen van
overheersching terdege doen gelden. En van
lieverlede hebben er 'heel wat bewoners
den Islam aangenomen, ai was het oor
spronkelijk meestal een opportuniteits-
kwestie. Dat openbaart zich bijvoorbeeld
hierin, dat de meeste Servische Moham
medanen, die toch reeds van verre genera
ties terug d'en profeet volgen, nog steeds de
Koran niet kunnen lezen, terwijl het gebed
een formule voor hen is, waar ze den in
houd nauwelijks van verstaan kunnen. Er
rijn dan ook in Joego-Siavië buiten de ge
wone Moskeediensten, waar de zuiver
Turksche ritus gevolgd wordt., ook nog spe
ciale bijeenkomsten in de landstaal.
Anderzijds heeft de Islam deze menschen
in hun zeden een stempel opgelegd', dat hun
heden ten dage nog veel conservatiever doet
zijn, dan de Turken zelf.
In het rijk van de halve maan toch is de
sluier, bij decreet van den sultan, reeds
geruimen tijd afgeschaft Doch in Joego
slavië zal een vrouw niet gaarne tegen deze
zonde, zondigen. Zoo herinneren we ons,
ter gelegenheid van een autotocht ip de
omgeving van Sarajevo een tooneeltje
waarbij een bejaard gezinshoofd een stort
vloed van waarschijnlijk onheusche
woorden over de schuldige hoofden zijner
vrouwen deed losbarsten, omdat zij, geheel
door den veldarbeid
een luisterrijk raadhuis gebouwd, dat geheel
ip Turksch en stijl is opgetrokken.
In de zaal, waar de ongelukkige Ferdi
nand het laatst toefde, voor hij in de on
middellijke nabijheid op straat den dood
moest vinden, zijn we de gast geweest van
het gemeentebestuur.
En op het balkon, vanwaar men de brug
kan zien, waar Principe zijn daad vol
bracht, d'ie den wereldkrijg deed ontbran
den, hebben we de Tarska Kawa (Turk
sche koffie) gebruikt en geproefd van de
zoetigheid, die Indië-reizigers in de stad
Lesseps als Turksh Delight hebben
leeren kennen
Doch we moeten de reis voortzetten. Joe-
go-Slavië is zoo belangwekkend, dat men er
gemakkelijk een boek over zou kunnen
schrijven. En een dagbladartikel dwingt nu
Belgrado de hoofdstad des rijks!
Onwillekeurig koestert men van de stad,
aar de vorst zijn residentie heeft en de
regeering haar zetel, de hoogste verwach
tingen en zoo gezien, zal Belgrado of Beo-
grad in de landstaal niet meevallen.
Daarbij komt, dat er in Joego-Slavië een
algeheel gemis v'< waar te nemen aan be-
architecten en sted'ebouwkundigen.
eenmaal tot beknoptheid.
En ook dat laat zich eenigszins verstaan,
omdat het land op dit gebied nimmer een
eigen cultuur beeft bezeten. En men voelt,
ten opzichte van andere naties, waarschijn
lijk te nationalistisch, om de hulp van het
buitenland in te roepen.
Op dit terrein hebben wij bijvoorbeeld
met autoriteiten gesproken, clie zeer wel op
de hoogte waren van hetgeen in Duitsch
land en bij ons te lande, gepresteerd wordt
.en d'ie o,m. het werk van Berlage en Dudok
waarschijnlijk onheusche zeer goed kenden. Doch men denkt er niet
j- i; t, m een vreemdeling in huis te halen en
i moddert liever verder, om wellicht
- - genomen, j ^O0r schade en schande wijs te worden.
niet tijdig genoeg den sluier lieten vallen, j js te meer jammer, omdat er de laat-
om haar gelaat aan den profanen blik van ste jaren in Belgrado gebouwen zijn verre
een ongeloovige te onttrekken! zen, als paleizen.
Ook de wotning van een moslem is nog Doch zelfs een kolos als het nieuwe par
altij d zijn heiligdom, door geen vreemdeling j lement een belofte voor de verre toe
van het mannelijk geslacht te genaken. En komst, wanneer de d'ictatuur een einde ge-
Bazar te Sarajevo.
Joego-Slavië, waar men ook hoognoo-
dig tegenwoordig vlijtig arbeidt
volksgezondheid en hygiëne, is men nog
niet zoover, dat zelfs een geneesheer de
harem mag betreden. Vand'aar, dat zich
thans veel vrouwen op de studie der ge
neeskunde toeleggen.
Doch men gevoelt, dat we hier slechts
even aan de moeilijkheden tippen kunnen,
waarmede men in Joego-Slavië te kampen
heeft, om eenige eenheid in het Staatsbestel
te verkrijgen. Zoo zijn van oudsher de Is
lamieten polygaam en het laat zich begrij
pen, dat hi'er niet gemakkelijk aan te tornen
valt. Toch heeft men het reeds zoover ge
kregen, dat een Mohammedaan niet meer
dan vier vrouwen mag huwen en dan. nog
moet hij bij de echtverbintenis kunnen aan-
toonen, dat hij over de middelen beschikt,
zich ook een dergelijke luxe te kunnen per-
mitteeren!
Nu meene men niet, dat die harembe
woonsters een lui en gemakkelijk leventje
leiden. Integendeel. Naar men weet, is in
Bosnië en Servië voornamelijk de landbouw
het bestaansmiddel en het valt den vreem
deling onmiddellijk op, dat het doorgaans
de vrouwen zijn, die den akkeranbeid ver
richten of met zware lasten op het hoofd,
uren ver. ter markt gaan. Al willen we
hiermede geenszins beweren, dat de mannen
toekijken.
Sarajevo is overigens een merkwaardige
plaats, even interessant als schilderachtig
gelegen. Dat is juist het typische: in de
stad, met haar zes en negentig moskeeën,
haaf Carsija (bazar) en de handwerkswijk,
waar schoenlapper, koperslager en kleer
maker op echt Oostersche wijs hun bedrijf
uitoefenen, waant men zich geheel in d'e
Oriënt te zijn en wanneer men de stadsgren
zen nadert, zou men verwachten, de gouden
zandzee te aanschouwen, die zich tot den
einder voortzet, met als eenige afwisseling
misschien het silhouet van een rij kamee-
len. Hier niets van dat alles. Sarajevo ligt
in een heerlijk dal, dat door een frisschen
bergstroom, de Miljacko, wordt besproeid'.
Tegen de berghellingen vindt men weelde
rige akkers, die zich voortzetten tot de uit
gestrekte naaldwouden, welke Joego-Slavië
tot een der voorname houtleveranciers van
Europa hebben gemaakt.
Daar Sarajevo slechts voor een derde ge
deelte door Mohammedanen is bewoond', ldgt
het voor de hand, dat de stad ook een
Europeesohe wijk rijk is. En toch treft men
ook hier veel, dat aan Turkije herinnert
Zoo heeft men er nog kort yoor den oorlog
nomen heeft is een voorbeeld van stijl
loosheid en gebrek aan moderne visie, en
men kan gerust aannemen, dat er bij ons
een dertig jaar terug betere ontwerpen zijn
uitgevoerd.
Toch zijn er in de hoofdstad kunstsohat-
ten, die de moeite, waard zijn om te be
zichtigen: we doelen hier op de prachtige
verzameling van den nationalen beeldhou
wer Mcstrovic, in een oud Servisch paleis
ondergebracht. En daarnaast op de schilde
rijenverzamelingen, een, zij het voor dit
land, nog jonge kunst, die echter voor de
toekomst schoone beloften in zich houdt.
Zij tenslotte nog medegedeeld, dat er juist
onlangs een aanvang is gemaakt met den
bouw van een geweldige brug over d'e
Sa.ve, die de veihinding met het platteland
moet verbeteren Belgrado is van drie
zijden door het water van Save en Donau
omsloten en tevens de stad meer gele
genheid tot expansie biedt.
We kunpen onze reisindrukken niet be
ëindigen, alvorens nog een enkel woord ge
zegd te hebben over hetgeen we „d'e
Italiaansche kwestie" zouden noemen.
Wat toch is het geval? De eertijds bloeien
de havenplaats Fiume, de voormalige ha
ven van Hongarije, met een achterland,
waar zeshonderd duizend Joego-Slaven wo
nen, werd in 1919 plotseling aan Joego-
Slavië ontnomen, toen d'Annunzio er met
zijn krijgsbenden binnentrok en door haar
tot vrijhaven te verklaren, aan de bespre
kingen van Rapallo een even ongedacht als
ongewenscht eincfe maakte.
Zoo werden de bewoners van Istrië kalm-
weg onder het régime van den fascistischen
heilstaat gebracht. Doch wat erger is: de
hand van Mussolini drukt zwaar op deze
ballingen in eigen land. De Joego-Slavische
scholen verdwenen en maakten plaats voor
Italiaansche, zeker om de bevolking den
sleutel tot de vrijheid, voor de toekomst te
ontnemen. Dit is slechts één uiting van d'e
onwelwillendheid, die Italië voor het ver
overde gebied aan den dag legt. Men heeft
vele staaltjes medegedeeld en dat niet
overdreven wordt, blijkt wel hieruit, dat
onlangs de aartsbisschop van Zagreb in een
herderlijk sohrijven de Italiaansche houding
scherp heeft gecritiseerd.
Als men bedenkt, dat de grens van het
Italiaansch gebied, voor zoover het aan het
koninkrijk Joego-Slavië raakt, is afgepaald
met een draadversperring, die zooals we ons
dat uit den wereldoorlog herinneren, onder
hoogspanning staat, als we ons voor oogen
houden, dat men die grensscheiding zoo
star heeft doorgevoerd, dat de in kaart ge
brachte lijn, die toevalligerwijze een bede
huis halveerde, dwars door het schip van
de kapel is aangebracht, zoodat de eene
helft van het altaar Italiaansch en de an
dere helft Joego-Slavisch bezit is, waarom
men het gebouw maar heeft dichtgemet
seld dan kan men zich indenken, dat de
gemoederen verbitterd zijin. En dat,
vredelievend men in Joego-Slavië overigens
ook gestemd is, er maar weinig noodig
zijn, een conflict uit te lokken.
Al even merkwaardig is het in de stad
Fiume, waartegen de haven van Susalc is
aangebouwd, en waar de grensscheiding ge
vormd wordt door het. kanaal, waarvan de
bruggen het. klinkt haast ongelooflijk in
onzen tijd door grimmige schildwachten
worden bewaakt. De. Susaksche bakker moet
een pas bij zich hebben om zijn klanten in
Fiume van brood te voorzien, want inder
daad zijn de grenswachten zoo streng, dat
niemand zonder legitimatie de brug
seeren kan.
Mogen dit misschien nog dingen zijn, die
men overkomen kan, een veel grooter i
toestand is geschapen in het feit, dat
ruime, goed geoutilleerde haven van Fi
nog maar weinig scheepvaartverkeer heeft;
want ondanks de gi-oote subsidies, welke
Italië aan de scheepvaart verstrekt
noemde ons een bedrag van 147.7 dinar per
mijl kan het achterland van Fiume maar
weinig verkeer toch zich trekken. Terwijl
men in Susak koortsachtig aan havenaanleg
bezig is om de eischen van het vrij snel
wassende handelsverkeer het hoofd te bie
den.
In 1913, voor den oorlog dus, verscheep
ten Fiume en Susak samen 1.200.000 ton, in
1930 Susak alleen 716.000 ton. Terwijl Fiume
thans een omzet heeft, die nog geen veertig
percent bedraagt van betgeen er in de Joe
go-Slavische haven omgaat.
Nu weten we wel, dat voor ons, die met
de cijfers in bet Rotterdamsohe havenver-
keer vertrouwd zijn, een omzet van nog
geen millioen ton niet veel beteekent en
persoonlijk gelooven we dan ook niet, dat
Joego-Slavië als zeevoerende natie ooit veel
in de melk te brokkelen zal hebben. Doch
dat neemt niet weg, dat er daar aan die
sc.hooine Dalmatisohe kust dingen gebeurd
zijn, waar men vreemd van opkijkt.
Waarom Joego-Slavië als zeevarende mo
gendheid weinig toekomst heeft, al zijn de,
havens Susak, Sibanic, Split en Dubrovnic
gemakkelijk bereikbaar en vrij goed geoutil
leerd? Voornamelijk, omdat dc aan- en uit
voer uitsluitend per spoor mdet geschieden,
daar er geen waterwegen naar d'e kust zijn.
De staat geeft wel is waar aanzienlijke re
ductie op de vrachttarieven, doch men zal
moeten erkennen, dat dit geen gezonde basis
is voor de ontwikkeling van den handel.
In het gunstigste geval zal o.i. alleen het
stukgoederenvervoer eenige toekomst heb
ben. Overigens bepaalt de uitvoer zich voor
namelijk tot hout, cement en graan, terwijl
van de import kolen en ijzer mogen ge
noemd.
Wat zijn de bestaansmiddelen in Joego-
Slavië?
In de eerste plaats de landbouw, met
im'e groan, waarvoor bet steeds moeilijker
wordt een afzetgebied te vinden, nu Italië
zich meer en meer terugtrekt. Op het oogen-
blik zijn er onderhandelingen gaande met
Frankrijk om daarop het groote surplus af
te wentelen en zoo het werkelijk met de tol-
tussohen Oostenrijk en Duitschland
iets mocht worden, hoopt men op d'eze bei
de naties.
Het is hier echter niet de plaats op deze
belangrijke kwestie dieper in te gaan. Al is
het zeker, dat in een toekomst i- ruilver
keer met ons land het graan geen rol zal
spelen!
De landbouw wordt in Joego-Slavië nog
j uiterst primitieve manier uitgeoefend;
e hebben ploegen gezien van h'et jaar nul,
n het meer populair uit te drukken en van
den zegen van Amerikaansche en Duitsche
landbouwwerktuigen, die ook bij ons burger
recht hebben verkregen, weet men niets.
De loonen zijn laag 30 tot 35 dinar per
dag! En als men dan nagaat, dat de ge
schoolde vakarbeider een uurloon heeft van
812 dinar zal men niet kunnen ontken
nen, dat er in Joego-Slavië hij den land
bouw (niets nieuws onder de zon is en dat
elkaar op dat gebied eens kunnen toe
knikken.
Echter, er is wel iets anders, waarom we
het land benijden kunnen: werkeloosheid
praktisch onbekend. En als men een
maal zoover is, dat alle rijke bronnen, die
de jonge natie heeft, kunnen aangeboord,
zal men handen te kort komen.
Naast het graan dient de wijnbouw ge
noemd en het hout. Wie kent niet het Sla
vonisch eikenhout? Joego-Slavië telt niet
minder dan 347 groote en 2543 kleinere
houtzaagmolens met een gezamenlijke ca
paciteit van 15 millioen M3.
Vergeten, we niet de tabakscultuur, die
zich onder regie van de staat bevindt en
die naast h'et eigen land voornamelijk in
Tsecho-Slovakije en Polen haar afzet Jieeft
de leerindustrie, die echter niet in alle
behoeften voorziet ook al omdat 'n groot
deel van de grondstof uit de vreemde moet
worden aangevoerd'.
Met machines en textiel is het al evenzoo
geschapen, al is ook daar een stijgende lijn
goed waar te nemen.
We willen dit droge resumé niet besluiten,
alvorens nog even stil te staan bij den bo
demrijkdom van Joego-Slavië, die nog aan
het begin van exploitatie staat. Er wordt
gevonden (de cijfers tusschen haakjes ver
melden het productiekwantum in 1929):
ijzer (450.000 ton), steenkolen (40S.611 ton),
bruinkool (4.120.000 ton), asphalt, lood (van
de 23 mijnen zijn er slechts 5 in exploitatie
met een productie van 112.S09 ton), koper
(329.282 ton), zink, chroom cn bauxiet. Ten
slotte zijn. er verschillende minerale bron
nen, die een uitstekend tafelwater leveren,
zooals we op onze reis tot ons genoegen
mochten oonstateeren.
E en van de bruggen lusgfifien Susak en Fiume. Men ziet 'de Italiaansche carabineros
,.W" midden op het brugdek
DE MAN, DIE OVERAL
TOEGREEP
(Van onzen Duitsohen correspondent.)
Naitlhan SöderbLoi
Met de Zweedsche kerk, die haar hoogsten
ambtenaar in den dienst des Woords, met
het Zweedsche volk, dat een zijner grootste
mannen verliest, treurt de Evangelische
kerk der gansche wereld over het heengaan
van Söderblom.
De oecumenische beweging in 't algemeen
en naast Zweden heeft ook en vooral
Duitschland veel aan dezen vooraanstaan
den theoloog verloren. Hij was over de gan
sche wereld bekend en bemind door zijn toe
grijpen op ieder levensterrein. In dezen
aartsbisschop stak het type van den Noor-
weegschen Wickinger, die reeds als jonge
legatie-predikant de wereld intoog, reeds in
zijn jonge jaren aan meerdere buitenland-
sche universiteiten als professor beroepen
werd, om later met velerlei academische on
derscheidingen bedacht te worden. Daarbij
bleef hij een eenvoudig man, werkte hij door
dezen eenvoud op zijn omgeving, ook al
droeg hij niet dé mitra en het gouden bis-
schopskruis.
Hij beheerschte meerdere' vreemde talen
volkomen en dit stelde hem in staat, geheel
onvoorbereid bij kerkelijke conferenties aan
ieder debat deel te nemen.
Toen bij nog enkele weken geleden voor
het Duitsche radio-publiek een voordracht
hield, viel zijn uitstekend Duitsch iedereen
op. Hij hield deze voordracht vanuit zijn
studeerkamer in Upsala. Van hieruit werd
zij over de Oostzee doorgegeven naar Keulen
en van daaruit over gansch Duitschland.
Niet allen zullen wellicht geweten hebben,
dat het hier een spreker was, die aan de
universiteit Leipzig eenmaal doceerde ei
Duitsche taal beheerschte als zijn moeder
taal. In de aangrenzende woonkamer zat de
echtgenoote van Söderblom en een aantal
leden zijner zeer talrijke familie. Maar niet
langs clirecten weg luisterden zij naar hem.
In de woonkamer stond een radiotoestel,
dat liet gesproken woord over een afstand
van 4000 K.M. van Upsala via Keulen weer
naar Upsala terugbracht
Toen een jaar geleden aan Söderblom voor
zijn vredeswerk de Nobelprijs werd toege
kend, hoorde men voor de eerste maal in de
dertigjarige geschiedenis van deze hooge en
waardevolle onderscheiding geen enkel pro
test tegen de hem toegekende eer. Door zijn
streven naar verbroedering der volken be
reikte hij immers in menig opzicht meer
dan de vele conferenties der Europeesche
grootmogendheden ten gunste van de alge-
meene ontwapening! Het was hem in de eer
ste en laatste plaats om de „demobilisatie
der harten aller volken" te doen. Aan zijn
doortastendheid was 't toe te schrijven, dat
zes jaar geleden de groote conferentie voor
practisch Christendom in Stockholm gehou
den kon worden. Dit streven naar interna
tionale verbroedering vond ook in het Chris
telijk Nederland algemeene waardeering.
Zijn merkwaardig karakter ademde een
jmpulsieven geest. Hij boeide door zijn spon
taniteit, door een sterken zin voor humor,
welke ook bij officieele samenkomsten en
ernstige besprekingen plotseling tot uiting
kon komen. Op een kerkelijke conferentie
verraste hij zijn theologisch gehoor plotse
ling met de vraag, of zijn toehoorders eigen
lijk wel allen het tweede artikel van buiten
kenden? De geheele vergadering rees over
eind als op militair commando en bracht in
koor het tweede artikel!
Niet zelden is het voorgekomen, dat Söder-
blom tijdens een gesprek, tijdens een voor
dracht en zelfs wel gedurende zijn dienst in
de gemeente een lied aanhief, dat in zijn
uiteenzettingen paste en hoe gaarne werd
dan zulk een lied door allen meegezongen!
In de kleine universiteitsstad Upsala, waar
het anders in de zomermaanden, wanneer
de studenten met vacantia zijn, stil toegaat,
aaiden overal de vlaggen halfstok. In zijn
•erkltamer stond het stoffelijk overschot van
Nathan Söderblom opgebaard en tusschen
de witte lelies schitterde het gouden kruis
zijner kerkelijke waardigheid. In vollen
vrede is hij ontslapen, vol vertrouwen op de
eeuwigheid, waarvoor hij op deze aarde zijn
gansche leven zoo intensief werkte. Vooraf
gegaan door de studenten met de vlaggen
hunner corporaties bracht men het stoffelijk
r^chot naar den dom, waar voor het eerst
sedert eeuwen een kerkelijke vorst dicht bij
het altaar zou worden neergelegd. Ruim
2000 menschen vulden den statigen dom.
Onmiddellijk tegenover den katafalk had
Zweden's grijze koning Guustaaf plaats ge
nomen en men kon hem aanzien, hoe ook
'hij diep getroffen was door dit voor zijn
land en zijn kerk zoo zwaar wegend verlies.
In 's konings naaste omgeving had ook het
Zweedsche en het Noorweegsche kroonprin
selijk echtpaar plaats genomen, in gezel
schap van de Belgische kroonprinses.
Duitschland was vertegenwoordigd door den
•gezant von Rosenberg, den Saksischen bis
schop Ihmels, den nector der universiteit
Halle-Wittenherg, professor Aubin, voorts
door ds. Ohley als vertegenwoordiger van de
Gustaaf-Adolf-vereeniging en door ds. Kempf
voor de Lutherstad Wittenberg. Vele per
soonlijke vrienden uit Nederland en Duitsch
land waren naar Upsala gekomen, om Sö
derblom de laatste 'e$r te bewijzen. Van zijn
eigen gezin kon de zoon, die tijdens den oor
log als Duitsch officier dienst deed, uit
Amerika niet bijtijds zijn vaderland berei
ken.
Tot aan zijn levenseinde bleef Söderblom
in bescheiden man. Ieder woord van men-
schelijke waardeering en verheerlijking wil-
NIEUWBOUW 1930 Modern comfort
SCHITTERENDE LIGGING - VERANDA, TUIN, TERRAS
Pensionprijs 4.50 en 5.vanaf 25 Aug. 3.75 Vraagt Prospectus
Telefoon 51
de liij voorkomen. Daarom had hij een graf
rede nadrukkelijk verboden. Domprediker
Brilioth, zijn schoonzoon, sprak derhalve
niiet over den ontslapene, maar beperkte zich
tot 't voorlezen van enkele regels uit het
werk van Söderblom en hield zich voorts
streng aan de bijbelteksten, welke door Sö
derblom persoonlijk waren aangestreept Ook
werd een ked van Paul Gerhardt aangehe
ven, hetwelk eenmaal door Söderblom op
muziek werd gezet.
foen men aan Söderblom zijn laatste rust
plaats had gegeven naast den eersten Lu-
therschen keurvorst uit de Zweedsche mid
deleeuwen, Olaus Petri, werd door enkele
Zweedsche en buitenlandsche lioogwaardig-
heidsbekleeders nog een woord van afscheid
aan de geopende groevw gesproken.
Terzelfder ure woonde ik in Berlijn een
godsdienstoefening bij ter nagedachtenis van
Söderblom. Velen hadden zich naar de
Landhausstrasse begeven, om hierbij tegen
woordig te zijn. Naast de vertegenwoordi
gers der Wilhelmstrasse en der Zweedsche
kolonie te 'Berlijn zag men een opvallend
groot aantal vertegenwoordigers der Duit
sche kerken en der oecumenische beweging.
De gedachtenisrede werd gehouden door
den Zweedschen legatiepredikant Forell en
na hem sprak de Duitsche Oberkonsistorial-
rst d\ Scholz uit naam van de Evangelische
kerk. Hij herinnerde aan de groote verdien
sten van Söderblom door zijn liefdadigheids
werk tijdens en na den oorlog, aan het vele,
dat Söderblom deed, om het Zweedsche en
het Duitsche christenvolk nader tot elkaar
te brengen. Ook roemde hij het oecumeni
sche streven naar toenadering der volken,
zijn werk voor gerechtigheid, vrede en eens
gezindheid.
Als persoonlijk vriend van Söderblom
sprak dan nog de veelgenoemde rector der
Berlijnsche universiteit, prof. Deissmann,
die Söderblom teekende als een „denker en
kunstenaar, als een evangelische bisschop,
die wist, wat bidden en lijden beteekent".
Zijn heengaan beteekent niet slechts voor
Zweden, maar ook en vooral voor Duitsch
land een onoverzienbaar verlies. Moge het
werk van dezen ijverigen arbeider in den
wijngaard des Heeren blijven voortleven in
ons aller herinnering!
OFFICIEELE BERICHTEN
ONDERSCHEIDINGEN
(Bij Kon. besL is de bronzen eeremedaille
verbonden aan de (Orde van Oranje Nassau, toe
.gekend aan 'J. v. lianen, te Jutphaas.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN
In do week van 12 tot en met 18 Juli zijn
in ons land aangegeven 10 gevallen van buik
typhus, 9 van para-typhus, 139 van roodvonk
71 van diphtlierie, 1 an disenteria bacillaris, 3
van nekkramp, 1 geval van de ziekte van
Weil en 2 gevallen van encephalitis lethargica
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
RADIO-CENSlItlR.
De heer A1 b a r d a heeft aan den Minister
van Waterstaat o.m. gevraagd of deze, zoo
noodig in overleg met zijn ambtgenoot van
buitenlandsche zaken, bei'eid is mede te dee-
len, of aan het verbod van de uitzending van
de redevoering ter herdenking van Mateotti
misschien een wenk, in een of anderen vorm
van de zijde der Italiaansche regeering of
een harer vertegenwoordigers voorafgegaan
is, zoodat daarin een reden gezien kon wor
den om aan gevaar voor de veiligheid van
den staat te denken?
UITVOERING ZIEKTEWET.
De heer Van den Heuvel fteeft aan
den Minister van Arbeid gevraagd of deze
bereid is door een wijziging van art. 115 der
Ziektewet eiken twijfel buiten te sluiten
omtrent de aansprakelijkheid voor uitkeering
bij overgang van den werkgever tijdens den
uitkeeringsduur van ziekengeld naar een
ander lichaam ter uitvoering van de Ziekte
wet.
ONZE KOLEN IN FRANKRIJK.
De heer Hermans heeft aan den Minis
ter van Buitenlandsche Zaken gevraagd:
Kan de minister, nu vele tegenstrijdige
berichten hieromtrent aanleiding geven tot
groote ongerustheid onder de bevolking van
ons mijngebied en speciaal onder de mijn
werkers, mededeelen,
welke maatregelen de Fransche re gee ring
genomen heeft of voornemens is te nemen
met betrekking tot invoerbeperking van Ne-
derlandsche steenkolen:
of van de zijde der Nederlandsche regeering
pogingen in het werk zyn gesteld en, zoo
ja, welke? om deze maatregelen te voor
komen of althans te verzachten, en welke
isultaten hiermede zijn bereikt;
of de regeering van oordeel is, dat zij
voer zoover reeds door de Fransche regeering
voor onze mijnindustrie nadeelige maatrege
len genomen zijn hiertegen volkomen
machteloos staat?
Dc begrafenis van Aartsbisschop Nathan Söderblom. Links: 'de Koninklijke familie
Zweden in 't midden Koning Gustaaf) in den rouwstoet. Rechts: studenten van de
Universiteit te Upsala dragen den overleden Aartsbisschop grafwaarts
ROFFEL-RIJMEN
A.W.F.IDENBVRG
1861-1031
Ah wij Idenburg de wenschen
bieden van ons Christenvolk
Weten toe ons veler burgers
en ook veler rassen tolk.
Fiere strijder voor de rechten
van den mensch en van zijn God,
Is hij Nederland geworden
èn ons Insulinde, tot
De belijder, die ah leider
aan zijn Koning hulde biedt
En de aangeboren rechten
van den onderdaan ontziet.
Nevens geniale gaven
gaf hem God een gul gemoed
Bij een hart, dat door zijn eenvoud
elke loftoon zwijgen doet
Uit ons midden rijst de bede
dankend tot Gods Koningstroon:
Rechter van de gansche aarde,
geef hem straks de koningskroon,
Geef hem deel in d'overwinning
van Uw Koninklijken Zoon!
(Nadruk verboden.)
LEO LENS.
ANTWOORDEN VAN MINISTERS
WERKTIJDEN WINKELPERSONEEL.
Naar aanleiding van de vragen van den
heer Drop, betreffende het verlengen van
de werkweek van winkelpersoneel, zulks in
■verband met de vacanties, heeft de Minister
van Arbeid geantwoord, dat de afwezigheid
van een deel van het personeel, zelfs in be
drijven waar de vac an tie tot een gewoonte
of recht is geworden, een bijzondere omstan
digheid is, die bijzondere maatregelen kan
noodig maken.
Het voornaamste motief voor de regeling
bestond hierin, dat de gang van zaken in vele
ondernemingen zou worden ontwricht, wan
neer ook tijdens de afwezigheid van het
vacantie genietende personeel aan 't achter
blijvende gereduceenie personeel een halve
dag per week vrijaf moest worden gegeven.
De werkgeversvereenigingen konden zich
alle met de ontworpen regeling vereenigen.
ARBEID IN BROODBAKKERIJEN
VOORONTWERP VAN WET
Eerder aan den arbeid!
De Minister van Arbeid heeft by den Hoo-
gen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt een
voorontwerp van wet tot wijziging van de be
palingen der Arbeidswet 1919 betreffende den
arbeid in 'broodbakkerijen.
Aan een commissie uit deni Raad zak* worden
opgedragen omtrent dit voorontwerp prae-
advies uit te brengen.
De strekking van dit Voorontwerp is na art,
38 der Ahbeidswet 1919 een nieuw artikel in
te voegen, dat als volgt luidt:
Artikel 39. Indien zoowel vakvereenigingen
van werkgevers als van arbeiders in het brood
bakkersbedrijf van oordeel zijn, dat het ge-
wenscht is in alle broodbakker ij en in bepaalde
gemeenten of gedeelten van gemeenten het ver
richten van bakkersarbeid toe te staan ge
durende één uur vóór 't tijdstip, waarop inge
volge 't bepaalde in den aanhef en onder a en
b van art. 35, tweede lid, in artikel 35, vyfde
lid, en in den aanhef en onder a van artikel
36, derde lid, deze arbeid mag aanvangen, kan
onze (Ministers voorwaardelijk of onvoorwaar
delijk daartoe vergunning verleenen. De be
schikking, waarbij een zoodanige vergunning
wordt verleend, wordt afgekondigd in de
Staatscourant".
In zyn toelichting zegt de Minister van
Arbeid o.m., dat wyziging van het aanvangs-
uur ernstig aan de orde kwam, toen in Nov.
1929 in het bakkersbedrijf een codectieve ar
beidsovereenkomst tot stand kwam tusschen de
voornaamste organisaties van werkgevers en
werknemers.
De Centrale Bedryfscommissie, die by de
overeenkomst werd ingesteld, kwam spoedig
tot een besluit aangaande de vervroeging van
het aanvangsuur. Daarin was opgenomen een
verklaring van de arbeidersorganisaties, dat
„deze haar volle medewerking willen verlee
nen om de moeilijkheden van het ongelijke
aanvangsuur in het bedrijf op te heffen en
daartoe in die plaatsen, waar de codectieve
arbeidsovereenkomst van toepassing is ver
klaard, voor ondernemingen, waarop artikel 37
der Arbeidswet niet van toepassing is, te be
vorderen, dat voor een of meer personen een
uur vroeger aanvang van den arbeid wordt
toegestaan".
By deze gelegenheid heeft de Minister tevens
overwogen of het aanbeveling verdient de be
palingen der Arbeidswet in overeenstemming
te brengen met het ontwerp-verdrag van Ge
neve (1925) betreffende den nachtarbeid in
bakkeryen.
Het belang, dat Nederland zooveel mogelijk
door toetreding tot ontwerp-verdragen den
arbeid der internationale organisatie steunt,
onderschat de Minister niet, maar het dienen
daarvan zou hy in dit geval te duur geko.'ht
achten door een nieuwe en voor de behoeften
ons iland geheel onnoodige inbreuk op de
patroonsvrijheid te maken.
Hy vindt daarom geen aanleiding tot 't doen
m voorstellen ten einde de Arbeidswet in
overeenstemming te brengen met het ontwerp
verdrag en het ligt voorts in zyn voornemen
de noodige stappen te doen om tot intrekking
van het wetsontwerp houdende voorbehoud der
bevoegdheid van toetreding tot het wetsont
werp-verdrag te geraken.
DRANKWET-RAPPORTEURS
De afdeelingen der Eerste Kamer hebben
benoemd tot rapporteurs over het ontwerp-
Drankwet de heeren ter Haar, Koster, Steger,
Eeerkens Thyssen en Gelderman.