fer ik VrouW)
Schoolherinneringen
Handwerken
f7v\r
JT
VRIJDAG 17 JULI 1931
book in een schoollokaal
ik het zelf helaas omdat geen
a ibr het zegt ik ben een specialiste in
ljkaoh el-stoken
8 heb ik geleerd in den distributie-tijd,
a 4 we van alles door elkaar brandden,
a £en nat hout, uit-elkaar-vallende-tur-
n if slechte eierkolen, en verder alles wat
a kaar krijgen kon. Dikwijls vond je's mor
8 4 als je vóór negenen je lokaal inkwam,
a Tvuur al reeds uitgegaan. Vaak ook lieb
Tjen heelen schooldag de kachel zachtjes
behouden alleen van wat m'n kleuters
12frantenpapieren hadden meegebracht:
"?[jes hout, stukken briketten enz., waar
de dan zelf wat stukgetrapte leege kis-
48J gebroken leienlijsten enz. vaegden.
ükar toch moet ik bekennen dat ook ik
yfdan eens in een wanhopigen rooktoe-
~5jd gezeten heb, al scheen het bij mij ook
6&6tal gauwer op te klaren (in letterlijken
231 dan bij de anderen. (Zoodat ik den
iqn van kachel-specialist in dien tijd wel
tsculijk verdiend heb).
to je je kinderen nu maar aan sohrn-
t werk zetten, en zelf, al zwijgend Je
uitsluit end met de kachel bemoeien
dat ging natuurlijk niet al tij d, vaak
6t je praten, en dan waren er velen
p *iia minder dan een half uur het reeds
f de keel kregen dat ze niet meer
5 ijen spreken van heeschheid. Dan liet
id de kachel maar uitmaken en bleef ver
in de kou, of als er dat nog was,
ïtte men met zijn heele klas naar een
lokaal, soms naar gang en kleedka-
of tijdens de vertelvakken vroeg
met zijn heele klas logies bij een ander
lan alle kinderen liet inschuiven. Zoo
ig werden wat kleine bankjes bijgezet,
er ook een paar op omgekeerde prul-
:sten en dan was men weer voor een
of half uur gered, in welke tijd in het
ldi°fe lokaal de kachel dan weer kon óan-
adiofi tgaan, al naar het monster zelf ver-
JOM
fby dien tijd nu gebeurde het dat op een
:he4~~ het was bar koud buiten mijn col-
adio uit de andere eerste, we hebben een
jye°feelsohool", een armen-afdeeling die in
pdere helft van ons gebouw huist ai
heelen morgen van den aanvang af, in
verstikkenden rook gezeten had.
chetn morgen had ik weer 't geluk, dat
ias 1 kachel niet rookte, hoewel bij mij
■e.6krW de halve pijp „eruit geschoten"
nalen aan 'n ijzerdraadje balanceerende
Brij We hadden nl. dien winter een nieu-
aaa1fnid gehad „en dit had 'r nog niet da-
us i zoo den slag van", zeiden we, .geen
iennis", durfde er één zelfs beweren.
ja, er zijn nog meer dingen in de we-
ïp t die geleerd en gewend moeten worden
't a b c en stilzitten alleen. Als je
d jaar of wat in ons vak bent, zou je er
v jnwillekeurig haast toe komen te gaan
R&ven in elk gerval te doen alsóf
srtrir niets meer en hoogers bestaat >p de
e^n<3d, niets méér geleerd behoeft te wor-
mkudan wat onze schoolleerstof uiit-
kt,
I dan kun Je soms zoo wonderlijk nuch-
Jewaar worden, zélfs in de school, dat
eïpg zoo oneindig véél daar buiten be-
gebJ De vakkennis van dien smid had ten
i vake met de logica-sommen, de jaartallen
trckppdrijk&kunde van ons lagere schoolon-
uwefjs net zooveel te maken als met
t piiallen bijv., nee veel minder nog.
lr *jar nu 't „verhaal" verder. Die gerookte
en ga kwam na 'n half uurtje met 't zeer
[rend verzoek, haar voor 't verdere van
Namorgen mét haar heele kudde te huis-
in mijn niet-rook-lokaal. Mijn kleu
k oiBchoven in, drie-in-een-bank en 'n paar
reisiten later kwam ze, keurig ordelijk, zoo
je heelemaal i s, in statigen optocht
Jullen met haar vijftig. Nóg 's inschuiven,
'n bankje neerzetten, ddar 'n stoel,
was Kees. Och in een warme stal gaan
;e schapen veel.
ir m'n collega, behalve gerookt, óók
d® verkouden, en dientengevolge heesoh
^Ia<11 spraken we af, dat ik maar praten zou
de honderd.
.vas met de mijnen aan het bordlezen
ist, en liet ze dat nu nog eens samen
Dén 'n paar alléén-lezen.
'eft t 'n ongeloovig gezicht, als we meestal
we houden ze eigenlijk altijd zoo'n
a re» beetje voor den gek, de kleuters, dat
ledejp ze nu eenmaal, vroeg ik aan m'n
7en!n' of van hen óók wel een het zou
ien.
lar toen haalden de leukerdjes mij er
d- 8l. geen één gaf antwoord, hoewel ik
ür KL^at iu'st een zeer knappe klas was.
[ie is wel de knapste van allemaal bij
I?" vroeg ik, zoo onpaedagogisch mo
to^, maar ik wou de gerookte juf niet
n d praten.
pvaije vingertjes wezen naar één, niemand
Izichzelf, en dat vond ik aardig, hoe-
Duir- de ééne leek me twijfelachtig: taai,
va4erd ventje, met wel levendige kijkers,
roi$ v°oral geen „denkersoogen".
pm maar 's hier", vroeg ik, en toen
Ik m'n collega, van den uitverkorene,
tórzelend naderkwam, naar mij kijken,
'n gezicht, of ik in den modder ge-
I had! M'n vermoeden bevestigd zag ik.
rater k*n{* stond 'r bij met 'n verslagen
Vzondaars-gezicht, alsof hij vooruit be-
randi dat 't op 'n openlijk schandaal zou
tebpen als hij daar voor de honderd kin-
ratef lezen moest, bij die vreemde juf.
[Het zieltje! Nee, iik wou geen beul
indejen ik vroeg:
t m%n jjj we] op je hoofd staan en op je
ten loopen?"
[st een heel nuchter gezicht, „dan hou
®nBJ beenen vast, vooruit maar!" zei ik.
Mk.rn waa 'r dadelijk voor te vinden,
irM*'n handen vallen, en gooide omhoog
«nUMisevoe'cn, waar de groezelige teenen
5 w de regeeringssajet heengluurden, ik
°J ze") en vlug scharrelde hij zoo door
pspad, de juf 'r achter.
[onze kleuters hadden pret, en de ge-
te palinkjes vooral ('t was de armen-
®ling die ik te gast had) hielden hun
ere distributiebuikjes vast, zooals het
Pkwoord zegt.
p (jPteb 'r nóg 'n paar laten handenloopen,
F ra afloop (och wie zegt er nu, dat
endpf exprjs stijve, dikke propjes zal
pen hebben en wat zou dat dan nóg?)
fen we samen uitgemaakt, dat de eer
ste het bést van éllemaal op z"n handen
loopen kon.
En alvast ééne morgen heeft jogêie zich
'n bads, zich gelukkig gevoeld in de school.
De heele geschiedenis heeft misschien
wel vijf minuten geduurd. Ja, die vijf ml
nuten zijn verknoeid tenminste
dddraan besteed. Toen 3ingon we
weer met lezen verder, maar 't joggie z'n
beurt zijn we door zijn glorie per ongeluk
vergeten.
„O zeg", fluisterpraatte m'n collega, die
intussohen uitgerookt was, later, „wat 'n
invallen kan jij toch hebben, 'k dacht dat
'k me blauw lachte".
Ik had 't gezien, en wist niets beters op
fce merken, dan dat blauwlachen stellig
zeer voordeelig voor de spijsvertering is, en
dat ze 't maar heel vaak moest kunnen
doen. Maar haar omstandigheden waren er
toen niet naar. Zijn onze omstandigheden
er dikwijls naar, dat we ons blauwlachen
kunnen?, en zou 't daarom heusch zoo ver
werpelijk zijn 'n enkele maal 's een om
standigheid te scheppen, zélfs in ae
school, die tot flink lachen aanspoort?
Maar ik ken collega's genoeg, die het zonde
vinden, en tijd-verknoeien.
In elk geval geloof ik dat zoo'n grapje
veel onschuldiger is dan 't bespottelijk ma
ken, dat 'k zoo vaak gehoord en gezien heb,
dat men 'n kind in zoo'n geval aeea.
Als later m'n oogen zoo wel 's langs de
sportrubrieken in onze groote bladen gin
gen, en 'k las van Carpentier e.a., heb 'k
nog wel 's aan m'n „inval" van toen ge
dacht.
Zoo'n bokser, die (hoevéél ook weer?
enfin, i k kan 't in geen jaren vergaren)
verdient met ééne stoot ik wéét 't niet,
maar zou 't niet kunnen zijn dat dat er
óók zoo een was geweest, die in zijn eerste
leerjaar maar niet dadelijk de leeskunst
had weten meester te worden? Ik kan me
voorstellen, hoe zoo iemand dan nü zou
kunnen praten over de juffrouw, die vroe
ger den gek met hem stak omdat ie niet
leeren kon. Hoe die soms gekscherend zou
zeggen: ,,'k wou 'k het wijf "s m'n knokken
kon laten voelen nou".
Nu en i k wil niet in mijn grijze oudheid
hebben te sidderen voor de eventueele we
reldkampioen die misschien uit m ij n klas
groeien kan, en die nil maar geen lezen
leeren kan. En daarom tracht ik in de ho-
pelooze gevallen me ten slotte maar tel
kens weer te herinneren, dat er in 't loven
nog meer bestaat dan 't a.bc.
Dit gevalletje beschreef lk kort
oorlog en gebeurde In den ergsti
tributle-töd Het la opgenomen
serie onderwUzeressen-brleven.
Je kunt Je handen wasschen
FILETPATRONEN
Hoawefl we reeds massa's filet-patronen
(meest om uit te voeren in haakwerk)
hebben gegeven en dus eerst meenden niet
te hoeven voldoen aan de vraag, meer spe
ciaal voor theekleed in doorstopwerk,
zoo achten we ons nu toch weer gelukkig,
er een te hebben gevonden, dat wel bij velen
in den smaak zal vallen, niet het minst om
zijn eenvoud.
Wat we hier laten zien is een rand met
de hoek er bij, dus alles wat men noodig
heeft. Men telt van de hoek uit naar het
midden van de rand, maar aanbeveling ver
dient het, om op het ongeknipte kleed te
gaan werken, zoodat men met de volgende
hoek weer mooi uitkomt en dan liever een
reepje van de stof te moeten afknippen, dan
leelijk aanpassende randen te krijgen. Als de
rand gestopt is, kan men een breede zoom
aan het kleed gaan maken, reken er dus
mee, die breedte vooruit af te tellen.
Men kan het werk natuurlijk uitvoeren
lar verkiezing, maar in plaats van de
eigenlijke figuur het witte bloemenmotief
alleen door te stoppen zou men ook, zoo
als hier is aangegeven, juist het fond
hier zwart kunnen doorstappen, zoodat
door het overblijvende deel het patroon uit
komen moet Dat is weer eens iets anders,
al zal het wellicht minder levendig aandoen.
NOG WAT FANTASIE SCHORTJES
Vorige maand schreef een lezeres weer
eens, over de aardige schortmodelletjes, die
we voor en na hier al eens gaven.
En omdat lang niet al onze lezeressen ge
regeld alle vrouwenbladen zullen bewaren,
(hoewel, als ik zoq de brieven waarin het
me verteld wordt, eens naga, dan zijn het
V
er toch wel héél wat), maar ook omdat men
in deze juist altijd graag veel keus heeft
zoodat 'n beetje verscheidenheid goed te
pas komen kan, heb ik gedacht er goed
aan te doen, nog maar eens een paar model
letjes te bespreken.
Juist in onzen tijd-nu een massa moeders
uit kringen die het vroeger niet zonder de
hulp van'n dienstbode deden, zelf voor haar
huishouden of tenminste voor middagmalen
zorgen, en er daarbij toch niet altijd zoo
ongezellur v erkachtig wiiien uitzien e's men
doet met de meeste mouwschorten of keuken-
jassen, komen de/.e soort van luchtige
schortjes goed van pas.
En verder natuurlijk ook voor de vele
dames die als vrijgezelliinnen op kamers
wonen en daar, vooral ingeval van collega-
bezoeken, nogal eens zelf wat lekkers wil
len klaarmaken, is een luchtig, snel af te
gooien schortje, maar dat de japonnen voor
spatjes van slagroom of mayonaisse bescher
men kan van onberekenbare nuttigheid.
Daarom geven we nu nog een paar van
die echt fleurige schortjes, waarmee men
gerust even mee om een hoekje voor den^
dag komen kan. z
Het eerste werd gemaakt uit een (natuur
lijk waschechte) stof met een zeer groot
bloem patroon, het groote patroon met ge
durfde kleuren, zooals we zien bij Oostcr-
sche stoffen.
Men neemt een vierkant van ongeveer een
meter of iets jniuiler m afmetingen, knipt
•ft zijkanten m. boven net midden, en
gaat dan m rende lijn v-iiiaaar naai boven
tot een punt dat op ongeveer van de
(halve) breedte ligt.
Men vouwt de lap dus overlangs doormid
den voor het knippen. Puecieser kunnen we
het niet aangeven, daar liet veel beter is, het
patroon eerst te knippen (van papier of ou»l
katoen) naar het bei taalde figuur. We zien
hieronder nog twee kleinere afbeeldingen
waaruit het patroon duidelijk blijkt, ook hoe
de schort er uitziet, als men ze van effen
stof maakt.
Voor de schouderbandjes kan men zoowel
lint in een aardig-afstekende kleur nemen,
als een dubbel biesje van hetgeen langs de
bovenkanten wordt weggeknipt.
Wat in de taillehjii onder de knip breeder
is, wordt verwerkt in een paar plooien, die
men onder liet zij-naadje wegwerkt
Moch het met het patroon mooier uitko
men men zou immers een afgepast vier
kant met een vierkant patroon voor het
schort kunnen gebruiken dan zou men
ook langs de taillelijn dwars kunnen door
knippen en een borststukje maken van de
twee bovenhoeken, die men dan met een
middennaad verbindt
ANDER SCHORTJE
Een zeer aardig modelletje, dat fijn kan
staan op een eenvoudig japonnetje, kan men
makèn van effen voilestof, (allicht hebt ge
nog een lap wit over, clie ge zelf dan blauw
of lila kunt kleuren) zien we hieronder
Men beeft noodig een lap van ongeveer
1 M. in het vierkant. Als men ze ervoor
hoopt, is het aardiger gekeurd te nemen dan
wit. Voilestof is wel dun maar juist de
plooien houden goed spatten tegen en
paald ails werkschort zijn deze mo
delletjes nu eenmaal niet bedoeld. Verder
gebruikt men nog 2^ meter smal kant er
2 meter satijnen lint.
De lap stof wordt in de breedte, iets hoo-
ger dan op de helft, dwars doorgeknipt, en
van onder in een punt geknipt. Deze helft
is het rokstuk en wordt over de heele breed
te geplooid.
Van de bovenbreedte gebruikt men slechts
een vierkant voor borststukje. Dit wordt aan
3 zijden afgezet met kant, terwijl het lint
over de schouders gaat en op de hoeken van
het borststukje wordt gehecht met een paar
lussen.
Men kan naar verkiezing het lint rond
langs den nek laten gaan of gekruist over
den rug. met knoopen op de zijkanten van
het schortje.
UIT DEN OUDEN TIJD
Het verlangen om er mooi en aantrekke
lijk uit te zien, een zachte huid, een mooie
teint, een rimpelloos en jong gezicht te heb
ben dat zich in den laatsten tijd vooral
openbaart door het veelvuldig gebruik van
schoonheidsmiddelen is echter geen ver
schijnsel van den modernen tijd. De vrou
wen uit de oudheid hebben aan het schoon-
heid3vraagstuk veel meer aandacht besteed
dan wij. Wel haalden ze haar middeltjes
niet in parfumerie-zaken, maar ze kenden
vele kruiden en aftreksels van bloemen en
planten, die het gewenschte resultaat ga
ven.
Ook de moderne vrouw behoeft geen l:rul
denkenster te zijn om verschillende van
haar schoonheidsmiddeltjes zelf te kunnen
bereiden.
Daar zijn om eens een algemeen voorbeeld
te noemen in de eerste plaats de verschillen
de bloedzuiverende groenten, die op het
lichaam en op den teint zoo gunstig inwer
ken. Sommige van deze groenten kunnen
ook uitwendig gebruikt worden, zooals b.v.
het sap van de waterkers. Dit moet een uit
stekend middael zijn om den haargroei te
versterken, 't Houdt den haar uitval tegen
en maakt het haar dik en glanzend. Het
honing vermengd geneest dit sap van huid
uitslag en maakt de huid satijnig zacht.
Knoflook heeft een onaangenamen, door
dringenden geur, dien vele menschen niet
verdragen kunnen. Misschien gaat ge gun
stiger over deze plant oordeelen, wanneer
ge haar goede eigenschappen kent Wie knof
look eet, krijgt n.l. frissche roode lippen en
schitterende oogen. In oude tijden gaf men
knoflook aan menschen, die uitgeput wa
ren door bloedarmoede.
Het schijnt, dat vele patricische vrouwen
uit de oudheid haar groote lichaamsschoon
heid dankten aan het dagelijksch gebruik
van prei en knoflook.
Een uitstekend middel om de huid blank
en zacht te maken en rimpels tegen te
gaan, is een aftreksel van de kervelplant.
Laat men gedroogde vijgen gedurende 24
uur in water aftrekken, zoo heeft men een
waschwater, dat eveneens als schoonheids
middel dienst kan doen.
Als men het maar allemaal gelooven
wil. Ge ziet er echter wel uit, dat de dwaas
heid der schoonheidsmiddeltjes zoo oud is
als de wereld.
VERVEN MET THEE
ToevaliLig vernam ik van iemand ('t was
gelukkig fhiet 'n lezeres van onze rubriek)
d'ne het theeverven had wiillen toepassen op
grijze kousen en een leelijk onooglijk resul
taat kreeg. Me diunikt: dat is toch wal van
zelfsprekend. Maar voor lezeressen diie mis-
eohiien geen „erg" in deze diingen hebben,
wol i/k hier toch nog even waarschuwen.
Natuurlijk is Cheeaftreksel geen „sterke"
verf. Men gebruikt het in 't algemeen
slechts voor gordijnen. Zijn beige kousen
te ticht geworden, dan kan men ze met
thee dieper tinten. Ook heb ik een lezeres
(Hie een paar witte kousen had. die ze
toch heelemaal niet zoo gebruikte en waar
ze Liefst geen kosten aan besteed-de, gera
den, het eens te probeeren met een paar
maa.1 na elkaar un afgekookt thee-water,
omdat ddt rwete kost Maar ik zou nooit
beweren, dat ze eir donkerbruin van kunnen
worden.
In 't algemeen kunnen we zeggen dat
verven 'met slappe verf (als thee en koffie
zijn) alleen goed gel-ukken zal, als men
blyft in dezelfde tin-t Dus heel lioht brume
of heiige (alleen geel- of bru-in-beige, geen
grijs-beige of rose-beige) ken men er ge
schikt mee dieper tinten. Wil men li elite
grijze kousen donkerder hebben dan neme
men grijze verf of verft donker bruin.
Het verven in geheel andere kleur (van
grijs op bruin, van bruin op blauw) ge
lukt alleen dan als de grondkleur licht,
en de nieuwe kleur donker is Dit geldt
even-goed bij chemische wasscherijen. In T
algemeen zal men n-i-et een donkerbruine
japon lila kunnen laten verven, een marine
blauwe niet lichtrood enz.
Daarentegen: wiil men een hla kinder
jurkje wat donkerd-er hebben, dan slaagt
men daar vaak in, door eenvou-dtig een
beetje paarse inikt of ook een paar in koud
water opgel-oste stuikjes pa ais potlood door
't waschwater te doen. Ik heb wed witte
kinderjurkjes en dames japonnetjes een
keurig mooi rose zien krijgen dooreen
kl-eim stukje rood haarlint even in het 6op
te leggen (in het tweedie sop, niet in het
spoelwater!)
In al deze gevallen moet men er echter
steeds aan denken, dat nooit vaste deelen
van de kleurstof mee in het verf water mo
gen komen. Wie bijv. een stukje lint, of een
kjean schrapoeltje potlood of wat dik van
koffie (of een blaadje the) mee in het verf-
water laat koinen zij het te verven kleed ine
stuk, heeft alle ka-ns om leelijke vlekken
te krijgen, wat een onnoodig en vervelend
diubbel-werk geeft
En dan krijgen d-e redacties van de vra-
genrubrieken (iik moet bekennen dat ik
voor mij hiervan tenminste geen last heb)
onverdiende standjes van de lezeressen, om
dat hun raad slecht is uitgekomen.
Dus waansohuw ik maar liever vooraf.
Di-t wordt nu een „leng verhaal" over een
kl-e:nagheid, maar het kan, hoop ik, vele
ongelukken voorkomen.
Het is dus zaak aille verfstof zoowel
thee en koffie, al6 saffraan inktpotlood,
gekleurd lint (van een aleur dde afgeeft, dus
dat ouderwetsche goed'koope goed) vooraf
in water aJ te trekken en dit vóór het ge
bruik goed te zeven, dus met een netel-
d-oek6ch lapje over de zeef of in de trech
ter, waardoor men de vloeistof in de wasch-
tedil giet
Ook zorge men er voor, het kleedingstuk
-ni-et gewrongen in het bad te leggen, zoo
dat het eene deel meer geraakt wordt dan
het and-ere. Dus ook ni-et aldoor still laten
Liggen dat het onidenst-e onder blijft, neen,
met een stokoje ik gebruik voor zooi-ets
altijd de steel van een versleten pollepel of
de stok van een afgesleten wasohkwaet,
want gewone stokjes hebben scherpe ka-n
ten en beschadiigen of als het thee is,
met de handen, moet men het kleediing-
stu-k geregeld verleggen of door de verf
heen en weer halen.
Ten slotte nog iets ver:
OUDE THEEVLEKKEN,
die men, hetzij door gehrudik, bijv. in thee-
of tafelkleeden, hetzij door vroeger verren,
j bijv. bij kousen of gordijnen, die men later
eens anders kleuren wit, of ook door
kesrd verven heeft gekregen, en nu wil
wegmaken.
In de gewonie wasch worden zulke vlok
ken gewoon m-et het sop en eventueel nog
wat nahl-eeken in bleekwater, wed ver
dreven.
Maar wanneer de vleikken oud zijn, en
vooral waar het stof en geldt, die men niet
als wit taielgoed kan bleeken, dan wordt
het geval lastiger.
Men kan dan altijd eerst probeeren, hoe
ver men komt met kokend water, dat men
er gewoon doorheen giet, terwijl die stof met
de vlekken strak gespannen Ligt boren een
kom of schaad. Wat er dan nog ven c
blijft, wrijft men weg met alcohol, op een
watje of k-l-ein doekje.
Het wrijven met benzine (gevaarlijk ook!)
of fcetra, helpt niet toot thee vleikken,
omdat h-et hier geen vet ge/ldt.
Het is bekend, dat Paus Gregorius 111 het
eten van paardenvleesch verbood, niet om
dat het vleesch schadelijk voor de gezond
heid was, maar omdat hij zoo meende eeu
wapen te hebben tegen de door hem ver
foeide offermaaltijden. Nadat de geloovigen
op deze wijze waren -gewend aan het ver
smaden van paardenvleesch, schijnt het
groote moeite te kosten, het gebruik van
dit uitstekende voedingsmiddel weer in
gang te doen vinden. Ook zal de kwaliteit
de paarden, die geslacht werden, wol
eenigen grond gegeven hebben voor
dien afkeer.
Niet alleen in ons land gaat men inzien,
dat het versmaden van paardenvleesch
dom is, maar ook in het buitenl°nd. Men
ons daar zelfs al vele jaren \oor. Wat
zegt u wel van een aantal van 142 paar
den, die in één week aan het Amst**-
damsche abattoir werden geslacht?
Het stille huiselijk geluk is daarom het
edelste, omdat men het onafgebroken kan
genieten, luidruchtig genoegen is slechts
een vreemde gast, geen blijvende huisvriend.
HET GEBRUIK VAN PAARDE-
VLEESCH
Eenigen tijd geleden is een recepten
boekje uitgegeven, uitsluitend voor
schillende bereidingswijzen van paarde-
vleesch, hetzij gebakken, gebraden, of ge
stoofd genuttigd. In de voorrede daarvan
vertelt Mevrouw Lotgering Hillebrand ojn
het volgende-
Paardenvleesch heeft een eigen
smaak, een beetje zoetig, vinden de mees
ten. Dat behoeft ge^n bezwaar te ziin
het met smaak te eten. Houdt men niet
van den zoeten smaak, dan kan men die bij
de bereiding heel goed camoufleeren
De voedingswaarde van paardenvleesch
staat minstens gelijk met die van ander
vleesch
.Een voordeel van het getbruik van
paardenvleesch is. dat het vooral voor soen
en voor bouillon zoo bijzonder geschikt
Deze bijzondere geschiktheid dankt het aan
de aanwezigheid van geurige stoffen, die
juist bij paardenvleesch in grooto mate aan
wezig zijn
Paardenvleesch is een prachtig ma
teriaal om soep van te maken, maar go«>i
het afeetrokken vleesch niet weg. zoónu
de afgetrokken theebladeren. Maak er
liever nog haché van, een rijst-met-kerry-
schotel, of, in den zomer, een sla.
Wat nu is de reden, dat in vele landen
een tegenzin bestaat tegen het eten van
paardenvleesch? Het is immers gecond
vleesch, goed van kwaliteit, smakelijk en
niet duur. Er zijn geleerden, die zich daar
over wel eens hebben uitgesproken. De mee
ning van één hunner: Th. Weijl, is. dat die af
keer op 'n heel eigenaardige manier en zeer
ten onrechte is ontstaan. De Germanen aten
gaarne paardenvleesch. Zij beschouwden
het paard als een edel dier. dat zij hunne
Goden offerden, bij de regelmatig terug
komende «offerranden, die dan gewoonlijk
werden gevolgd door offermaaltijden
waarbij een deel van het paardenoffer were
verorberd. Deze offermaaltijden, waarbij
zeker wel eens ruw kon toegaan, waren
een doorn in het oog van de missionaris
sen. die de heidenen den Chr. godsdienst
wilden brengen. Zij trachtten de-re heiden
srhe gebruiken uit te roeien en verboden
daarom eerst de offers en daarmee de offer
maaltijden.
Correspondentie.
Aan Mw. b. Uw brief heb ik enkele we
ken laten liggen mei de gedachte u eens
persoonlijk terug te zullen schrijven, maar
ik vrees nu, dat u dan misschien nog zoo
lang zou moeten wachten
Wat kunt u gezellig en uitstekend brie
ven schrijven. Werkelijk bijzonder! D«
heele familie leeft nu voor me en 't is als
of ik dat kindertalletje zie rondloopen. Ge
loof maar: als u dat zoo schrijft, dat u bij
't lezen van onze rubriek vaak 't gevoel
hebt of u me al jaren kent en dat u, ook
„bij het terechtzetten van de verschillende
dames" (u zégt dat nu zoo, maar geloof
me: de bedoeling is dan niet, om die da
mes terecht te zetten, maar alleen om onze
correspondentie-rubriek na elke ontsporing
weer in de rails terug te brengen), dat u
dan van de redactrice houden moet, ook al
hebt u ze nog nooit geziengeloof maar,
dat zulke dingen meestal wederkeerig zijn.
Zoo ken ik nu al een massa lezeressen, van
wie ik echt houd zonder ze ooit gezien te
hebben, en wie zal zeggen dat dit de minst
echte genegenheid is? Toen ik uw uitvoe
rige beschrijving las (Uisschen haakjes: wat
ziet u uw eigen kinderen goed, met al hun
gebreken en eigenaardigheden, en wat kunt
u ze juist en scherp teekenen met die en
kele zinnen een gave hoor! zoowel
uiterlijk als naar het karakter zie ik ze
voor me)wel toen ging 't mij als u en
ik dacht zoo: wat een schattig stel is dat,
en vond het ook heelemaal niet gek, maar
juist heel aardig zooals u eindigde: met
een zoentje van de peuters".
Wat hebt u al veel ondervonden en wat
droeg u het flink, ja dat vind ik toch
heusch, ondanks alles, en het mooist vond
ik deze diepe waarheid, dat u schrijven
kunt: „het voornaamste is, dat hei me dich
ter bracht tot Jezus". Ja, dat is het voor
naamste, en trachi bij alle zorgen d i e
waarheid maar altijd te blijven vast
houden.
Ik ben er heusch klein onder geworden
toen u schreef: mag ik nog eens met m'n
zwarigheden komen, want u weet zooveel
meer dan ikzelf ben ik daar allerminst
van overtuigd, dat ik zooveel meer weet,
natuurlijk mag u steeds ten allen tijde
schrijven en zal ik steeds gaarne een en al
gehoor zijn.
Ik kan niet anders dan u groot gelijk
geven als u de zaak aanhoudt, zoolang er
ook maar even een bestaan in is, zelts al
is het dan wat zwaar werk voor een vrouw.
Geldtekort is ten allen tijde het aller
zwaarst, veel en veel erger dan hard wer
ken, en iets nieuws beginnen in dezen
tijd nu zelfs geroutineerden in hun bedrij
ven verliezendat zou roekeloos wagen
zijn. U zit in elk geval in een branche, die
aan het opkomen is, vind ik.
Toch zag ik aan het slot van uw ge-
zellig-lange brief, en dan hoop ik dat u
dat ook zelf nog maar steeds meer mag voe
len: dat u nog zoo heel rijk is. Want al is
het veel, machtig veel, wat u verloor aan
een man, die zoo goed en sterk van Gods
vertrouwen was, het is ook machtig veel
wat u hebt overgehouden met zulke goede
herinneringen. Dat is toch heerlijk.
Wat de opvoeding der kinderen betreft.,
daarover een volgende keer onder „Gerezen
vragen", omdat dit meer een kwestie is
van algemeenen aard. Goed?
Alleen nu nog dit: brutalen zijn wel vaak
de lastigsten, maar lang niet altijd de slecht
sten, en heel vaak zijn ze de trouwhartig-
sten.
HUISHOUDING EN KEUKEN
RECEPTEN
VLÏÏESCHTAART VAN OV3IÏGC3CHOTEN
VLEESCH.
Voor dezen schotel kan men alle restanten
vleesch gebruiken. !uaak het vleesch fijn met
1 ons schoudernam of bacon en 1 uitje. Kruid
vervolgens naar smnak met wat nood en koks-
krulden. Kook 2 d.L. bouillon of water mot
iteen scheut azijn
:lten. Doe
sen dij aen oouiuon. Bei ex
omgespoelden vo
'lijfjes citroen
orslchtig de vleeschmassi
>elen. Stort den vorm op een schoted
deoen mot eitjes, haxd el, augurken i
VRUCHTENBOWL I
fijn moeien en met 1) L. koud water en het
gezeefde citroensap 2 A S uur laten staan on
der af en toe roeren. Het vocht door een haren
zeef gieten en de vruchten hierbij maar heel
weinig uitdrukken, om het vocht helder te
houden. De suiker met L. van dit vocht een
kwartiertje laten koken, zoo noodig afschul-
Jam bij brood gebruiker
BESSENBOWL MET IJS OP GLAZEN
2 pond bessen, drie lopelsarrowroot of maï
zena. zes lepels suiker, stukjes Ijs. De bessen
afrlssen. schoonwassehen kneuzen en het sap
door een zeef drukken. Dit sap opkoken met
de drie lepels aangemaakte arrowroot of maï
zena. laten koken, tot allee er doorschijnend
't Regent, 'l regent,
't dondert rondom mij;
bliksemflitsen
flikkeren rondom mij;
hagelvlagen
vlagen rondom mij;
't breken beken
water rondom mij!
GUI DO GEZELLE.