'j Het Communisme in de Practijk
\/an\an^ a a<
VRIJDAG 10 JULI 1931
DERDE BLAD PAG. 9
(Nadruk verboden)
B,
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
KOERSVERANDERING?
Het is steeds buitengewoon moeilijk zich
een objectief beeld te vormen van de ge
beurtenissen en toestanden in de sowjet-
unie, als meii geen andere gegevens heeft
dan de officieele publicaties. Immers, daarin
wordt op de meest-hardnekkige en luidruch
tige manier, met massa's onsamenhangende
feiten, getracht de' indruk j té wekken also!
alles verloopt naar .den .wensch der regee
ring. Bij de beoordeeling van het geheel
moet men de officieele gegevens critiscli
bestudeeren en aanvullen met materiaal, dat
op andere plaatsen fvórtit gepubliceerd. Des
te verheugender is hét, voor den schrijver,
wanneer dan plotseling uit een officieele
regeeringsmededeeiing blijkt, dat hij groo-
tendeels juist is geweest in zijn beoordee
lingen en zich door de Officieele voorstelling
niet heeft laten verblinden.
Zultk een officieele, mededeeling hebben we
in een rede van Stalin, dezer dagen te Mos
kou gehouden. Tot nu zijn allleen uittreksels
uit die rede bekend, dje d.e groote telegraaf-
agentschappen naar het Westen hebben ge
seind. We moeten dus eenige dagen wach
ten voor we precies weten, wat de machtig
ste man in de sowjet-unie heeft verklaard
Aan den anderen kapt'geven de telegram
men reeds zooveel, clat men in groote lijnen
kan verklaren voor een nieuwe koerswijzi
ging te staan.
Natuurlijk zal Stalin dit wel nriet zoo ver
klaard hebben. Wij kennen het liédje wel
zoo'n beetje, dat ginds gezongen wordt. Even
als het vorige jaar, toen Stalin terugschrok
voor den vloedgolf van gedwongen collec
tivisatie in het landbouwbedrijf, zal het ook
nu weer heeten, dat, de lagere instanties de
richtlijnen uit het centrum verkeerd hebben
begrepen en ten uitvoer gebracht, dat do
fout. niet ligt bij de onfeilbare partijleiding
Maar het komt er slechts op aan, wat men
thans voorschrijft, niet hoe men die zwen
king tracht goed te praten en te verklaren.
De Izwestia van 29 Juni bevat teen hoofd
artikel, dat blijkbaar is gebaseerd op de
nieuwe opvattingen van de communistische
leiding. Daarin heet het, na de noodige
strijkages voor de successen van den socia-
listischen opbouw, dat de toename van do
industrie verre ten achter blijft bij de cijfers
van het jaarprogramma. Daaraan moet een
einde komen door betere organisatie van
den arbeid. De gelijkheid in loon moet nu
eindelijk ophouden, er moet differentiatie
van loonen komen, zoodat'ieder, er zooyeel
mogelijk persoonlijk belang bij heeft goed
en veel werk te verrichten. De ontbrekende
arbeiders moeten gezocht en gevonden in
de kolchozen en bij de kleine boeren, daar
moet worden nagegaan welke krachten ge
mist kunnen worden en op deze moet be
slag gelegd worden voor de industrie. Ook
de vróuwen en kinderen' der arbeiders moe
ten in veel grooter getale dan tot nu toe
aan het werk gezet worden.
De geheele leiding van het economische
leven moet grondig worden gereorganiseerd.
gelijk zonder een verklaring van BteJin
toch reeds iedere paar maanden gesfchiMt?
het „leiden in het algemeen", met. de
nietszeggende frasen van de sowj et-termino
logie over zich inspannen, zijn aandacht
vestigeno.enz. moet plaats maken voor een
'concretêneiding ter plaatse.
De machines moeten aan één enkelen ar
beider of aan één bepaalde groep worden
toevertrouwd, die verantwoordelijk zijn voor
goede werken ervan. Dit moet worden door
gevoerd tot ieder instrument, hoe klein oók.
.Voor zoover de continue-arbeidsweek en het
meerploegenstelsel met de daaraan verbon
den wisseling van arbeidskrachten dit mo
gelijk maakt, dient dit stelsel gereorgani
seerd te worden.
De intellectueeien mogen niet meer wor
den behandeld als „ontsnapte misdadigers",
zoo staat het er letterlijk, maar men moet
hen in de gelegenheid stellen voor de?so\v-
jet-bedrijven te werken en te toonen, dat zij
aan de zijde der regeering staan.
In dezen trant schrijft het officieele re-
geeringsorgaan, en geeft daarbij een slecht
voorbeeld. Waait het doet precies datgene,
wat het aan anderen verbiedt, het schermt
met algemeene frasen zonder in het alge
meen mede te deelen, wat er nu eigenlijk
moet gebeuren.
Dit alles is echter van minder, belang. D
hoofdzaak ligt in de erkenning, dat er iets
gebeuren moet, dat het misloopt. Voor den-
gene, die eenigszins vertrouwd is met de
gebeurtenissen en de litteratuur der Russi
sche revolutie klinken al deze frasen be
kend. Het is een herhaling, zonder eenige
wijziging, van hetgeen 7 en 8 jaar geleden
geschreven werd na de invoering der nieuwe
economische politiek. Het is een bewijs, dat
de politiek der laatste jaren, ondanks alle
ontkenningen, een terugval was in de zon
den van het oorlogscommunisme, waarvan
men nu ten tweede male wil terugkeeren.
Of men het kan is echter een andere vraag
Want het doorvoeren van de wijzigingen, die
in vage termen worden aangegeven, zoi
teekenen de vernietiging van een groot deel
der instellingen, die de sowjets hebben op
gebouwd en die door hen zijn voorgesteld
juist als de essentieele bijzonderheden van
het communisme.
Men bedenke slechts wat deze omkeer
voor; het platteland zou beteekenen. De
sowj et-pers heeft dezer dagen juist voor de
eelste maal' de aandacht erop gevestigd,
dat'het stukloon in de kolchozen niet' vol
doende ver doorgevoerd wordt. Het lïield op
bij de brigade; neen," riepen de heeren, er
moet'stukloon voor ieder individu worden
doorgevoei'd. Hoe dat mogelijk is bij een be
drijf, waar in groepen wordt gewerkt, dat
laten de betweters in het midden. Maar in
ieder geval is het dadelijk, dat zonder al de
omhaal van arbeidsboekjes, van normen,
van laken, én brigadiersen. zonder „socia-
listisclien wedijver." in het vroegere klein-
boerenbedrijf aan deze Voorwaarde precies
werd voldaan, beter dan het nu ooit te ad-
ministreeren valt. ,Want. in lïet particuliere
boerenbedrijf werd zoowel de hoeveelheid als;
de kwaliteit van den verrichten arbeid auto
matisch beloond, doordat de boer niet meer
an zijn akker haalde als hij erop gezaaid
ad. Met allen omhaal, met de dwang en
tyrannie, met de moorden en verbanningen
met den roof van huizen, goederen en inven
taris heeft men dus bereikt, dat men op het
platteland een stelsel wil invoeren, dat in
■ele opzichten het oude, individueele boe-
enue drijf tot voorbeeld nemen kon.
En is er werkelijk gebrek aan arbeids
krachten, vraagt men zich af. Dezer dagen
meldden wij nog, hoe arbeiders uit de centra
naai het platteland-gezonden wórden als
dwarskijkers, telkens weer nieuwe groepen.
Zoo neemt men de noodrige krachten van. de
industrie-weg, plaatst ze in nutt.eloaze,baan
tjes in lietdorp, en zoekt dan latei" Weer in
de dorpen, of daar geen hand'en te vinden
zijn om het tekort in de industrie aan te
vullen. Zooais het daarbij in het klein toe
gaat, zoo gaat het overal in de sowj ét-unie
het groot. Er is gebrek aan arbeidskrach
ten, omdat er millipenen aan nuttigen arbeid
onttrokken worden om papieren bezigheid
'eriïehten in de als paddestoelen zoo tal
rijke, groo'.bndeels volstrekt overbodige en
zelfs schadelijke organisaties, waarvan geeii
mensch weet, wat ze eigenlijk doen. Omdat
j een arbeidersbevolking van 14 millioen
zeker 5 of 6 millioen menschen parasiteeren,
die zich bezig houden met het bekladden
van papier én grootendeels in onze verhou
dingen als halve analfabeten zouden te boek
staan. Dat zijn de „leiders" .ter plaatse.
Al de ophef over den' „s< jialistischen- wed-
ver" en de prachtige resült'aten ervan blijkt
thans humbug te zijn, evenals zulks 10 jaar
geleden het-geval was, toen- de- communis
tische Zaterdagen dé wereld zoudenhervor
Geen v dijver op grond van sociale
-gevoelens, om nuttig werkzaam- te zijn, maar
wedijver om'het hoogste loon te halen, dat
wordt nu communistische wijsheid, ook in
theorie. In de' praktijk _is het- natuurlijk
nooit anders ceweest. De socialistische wed
ijver heeft precies dezelfde kenmerken als
het Taylor-stelsel in zijn verst doorgevoer-
•dfiu..yor>pUi^B^ia%lt een arbeider een zeei
-hób^ -nóiïrv-aiéi'slochts met de uitersto in
spanning en voor de 1 asten te bereiken is,
dan werd de basis van het stukloon belang
rijk verhoogd- en steeg, zijn verdienste plot
seling geweldig. In de- communistische re
publiek wordt hij,tot oedarnik bevorderd, er
het resultaat' is precies hetzelfde; flij wordt
in alle opzichten boven zijn mede-arbeiders
bevoordeeld wat voedsel, kleeding en ancle-
verzorging betreft.
Intiisschén is "men nog- niet- verder dan
hervormingen op" papier; hervormingen, die
men x-eeds herhaaldelijk heeft aangekondigd
maar nooit ten uitvoer heeft gebracht. En
het is de vraag, of deze regeering in staat is
ook maar voor een deel uitvoering té géven
aan deze plannen; Lenin erkende indertijd
openlijk voor de catastrofe te staan en het
roer om" te gooien. Stalin niet, die beweert
in dezelfde lijn van vroeger door te. gaan,
maar zich aan tê passen aan liet„groei
proces". Van Lenin's nieuwe economische
politiek was een der- onverbiddelijke gevol
gen, dat de particulieren meer bewegings
vrijheid kregen eri de macht, der Tsclieka
werd ingekuot. Een combinatie van de - aan
gekondigde hervormingen en de oppermacht
der G.P.Oe. van thans is-in ieder geval on
mogelijk. En daar zondersiyrt het Jicglo
schijn gebouw van collectivisatie als een
kaartenhuis ineen.
GEREF. LANDDAG TE NIJVERDAL
Uitgaande van de Gewestelijke Geref.
Jongelingen- en Meisjesvereenigingen wordt
op 8 Aug. a.s. te N ij v er d a 1 een Landdag
gehouden.
De leiding is opgedragen aan Ds. Joh.
Jansen van Wierden.
Als sprekers hopen op te treden Ds. D,
D ij k van Groningen en Ds. J. B. v. d. S ij s
van Steemvijlcj.
HET DUITSCHE CHEQUERS
(Van onzen Duitschen correspondent).
In het Noord-Oosten van Berlijn, aan den
V.'frbellinsee, zullen rijkskanselier Briining
de Pruisische minister-president Braun
dezer dagen met hun Engelsche gasten Mac
Donald en Henderson hun week-end slijten.
In de stilte der Schorfheide, in het eenvou
dige jachtslot Hubertusstock zal een intieme
gedachtenwisseling plaats vinden, welke als
n logische voortzetting van Chequers be-
houwd en begroet mag worden.
Het zeer bescheiden Haus Hubertusstock
slot kan men 't eigenlijk niet noemen is
sedert de omwenteling eigendom van den
Pruisiischen staat geworden. Een vergelij
king met Chequers kan het niet doorstaan.
Men moet met een eetkamer, een rookkamer
een breede veranda tevreden zijn. Het
groote voordeel is de stille omgeving. Het
is te hopen, dat déze niet verstoord wordt
door de nieuwsgierigheid der Berlijnsche
bevolking, die dol is op uitstapjes naar de
omgeving der rijkshoofdstad.
Hubertusstock werd 1849 door koning
Friedrich Wilhelm IV gebouwd. In de buurt
staat een blokhuisje, dat enkele jaren gele
den voor Hindenburg werd neergezet. De
rijkspresident brengt hier ook nu nog vaak
dicht bij 't water in de stilte der Schorfheide
een paar jachtuurtjes door. Deze heide is het
grootste natuureigendoin van Pruisen en
Duitschland en omvat 370 K.M2. Mocht het
sobere jachtslot een (teleurstelling voor de
Engelsche gasten zijn, dan zal dit gevoel van
teleurstelling weldra wijken bij het aanschou
wen der schoone omgeving. Nog heerlijker
dan de Werbellinsee is het machtige omlig
gende woudgebied, dat onder den naam
Schorfheide bekend staat. Men kan hier
urenlang door het bosch ronddwalen zonder
eenig levend wezen te ontmoeten. Men wan
delt langs boomen, die minstens 500 jaar oud
moeten zijn; ze hebben waarschijnlijk de
markgraven van Brandenburg in de 13e eeuw
onder hun kronen zien jagen.
De houtvester schat het aantal herten in
ze boschirijke omgeving op 5000. Menig
gewei siert de wanden van Hubertusstock.
Sommige dragen de initialen van keizer
Wilhelm II, die hier menige groote jacht
organiseerde. Wanneer hier het oog der En
gelsche gasten op vallen mocht, dan zullen
zij onwillekeurig denken aan de groote
moeite, welke het herstel van vroegere fou
ten .met zich mede brengt. Twee eenvoudige
Engelsche staatslieden, afkomstig uit de
heffe des volks, zitten hier in een jacht
huisje. dat eertijds volgens de traditie
het Huis Hohenzollern door. alle kroonprinsen
ook door den laatste als lieflijk verblijf
ior 'de wittebroodsweken wei'd gekozen.
Op het g-rasveld voor de entree ontdekt men
jn gebedzuiltje uit steen, een curiosum,
dat men gewoonlijk slechts in katholieke om
geving te zien krijgt. Het draagt een portret
van den Heiligen Hubertus. Friedrich Wil
helm IV liet het er 1847 plaatsen, want vooi
de regenten van het Brandenburgsche land
was de Schorfheide vanouds een bemind
jachtterrein. De oorspronkelijke naam van
het jachthuis luidde „Jagdschloss am Huber
tusstock".
In zijn oorspronkelijken vorm zag het ei
nog eenvoudiger uit dan thans. Het leek op
een Zwitsersch huisje met vooruitstekend
dak en met een balkon, dat om het heele
huis heen loopt. Pas 1892 werd ér een vleu
gel bijgebouwd, met een kelderruimte, welke
als 'keuken dienst moest doen. Het bovenste
gedeelte >verd met hout bekleed en het
heel maakt een vriendelijken indruk. De
ruimten, waar de Duitsche en de Engelsche
staatslieden zullen samenkomen, liggen par
te rrein dp zen aangebouwden vleugel. Men is
vfcfba&sd over de ruimte der verschillende
vertrekken, daar men zulks In een jacht
huisje niet verwacht. De bovenverdieping is
voor het onderbrengen der gasten uitnemend
geöchikt. Voor den laatsten keizer en diens
gemalin werden meerdere vertrekken inge
richt tot slaap-, lrleed-, bad-, woon- en werk
kamer. In de groote eetkamer beneden ligt
een rood tapijt en zijn ook de zware meube
len donkerrood bekleed. In den aangrenzenden
salon noodigen gemakkelijke zetels uit tot
kalm confereeren. De sierlijke glaskroon
wordt in meerdere spiegels weerkaatst.
Toen Hubertusstock in verval geraakte,
besloot de Pruisische regeering het te laten
restaiureeren. Onnoodige luxe werd hierbij
vermeden. In den rechtervleugel beneden
werd op initiatief van den 88-jarigen bosch
inspecteur Hösel een alleraardigst jacht-
museum ingericht, een verzameling, welke
ook voor ons leeken van groote bekoring
blijkt.
Wij hopen voor Duitschland, dat de be f
kingen op het Duitsche Chequers van positief
gevolg zullen zijn en dat inmiddels ook door
Frankrijk het voorstel van Hoover in vollen
omvang aanvaard zal worden.
VIJF-EN-TWINTIGSTE
NEDERLANDSCHE JAARBEURS
Tengevolge van het groote aantal inschrij
vingen voor deelneming aan de najaars-
beurs 1931 heeft de raad van beheer moeten
besluiten aan deelnemers, wier stands
gen zijn op een der verdiepingen van de
jaarbeursgebouwen, geen grootere ruimte be
schikbaar te stellen, dan door hen op de vo
rige jaarbeurs was ingenomen. Uitbreiding
van expositieruimte op de verdiepingen zal
eerst kunnen plaats hebben bij de voorjaars-
beurs 1932, zoodra het derde, in aanbouw
zijnde, jaarbeursgebouw in gebruik zal wor
den genomen.
Schoolnieuws.
CHRISTEN GYMNASIASTEN BOND.
De Christen Gymnasiasten Bond hoopt dit
jaar zijn derde lustrum feestelijk te vieren,
en wel op de zomerconferentie, die 1318
Juli a.s. te Lunteren zal worden gehouden.
Dat belooft dus was bijzonders<op Lunteren's
hei. Ter gelegenheid van dit feit is de Juni-
aflevering van het orgaan gepromoveerd tot
lustrumnummer. Het heeft een resjjctabele
ang van bijna 70 blz. en bevat hoofdzake
lijk bijdragen van rectoren en leeraren en
audö, GBers over de beteekenis van den
Bond en met. herinneringen aan menig mo
ment uit „de historie", de herleving op 't
papier waard. Mede zorgen enkele kamp- en
reüniefoto's voor de stemming.
RAPPORT-COMMISSIE-RUTGERS.
Naar aanleiding van bovengenoemd rap
port richtte de Schoolraad zich met een
request tot den Minister van Onderwijs,
waarin hij als zijn meening uitspreekt, dat
de algemeene grondslagen der onderwys-
wetgeving, ter handhaving van „de vrijheid
der school als taak der ouders", veelszins
radicaal zouden moeten worden gewijzigd, in
tegenstelling met de meening van genoemde
commissie, dat „de grondslagen van
bestaande stelsel moeten behouden blyi
De Schoolraad zag in het rapport zeer veel
wenschen verwezenlijkt, maar meende toch,
dat, ook by handhaving van z.i. onjuiste
grondslagen het recht van het bijzonder
onderwijs principieel nog meer tot uiting
kan worden gebracht. Bij de verschillende
wetsartikelen worden dan opmerkingen ge-
'aatst, waarvan we enkele kort weergeven.
Tegemoetkoming in de kosten van vei
acht men onder zekere omstandigheden ook
billijk voor ulo-leerlingen. De getallen 12
8 in art. 14 lid 3, zijn naar de meening vj
requestrant te laag. Zeer wenschelijk zou het
z.i. zijn het vak lichamelijke oefening facul
tatief te stellen, waarbij hij voorts gerekend
wil zien met gemoedsbezwaren. Van de vast
stelling van een leeftijd voor toelating tot
een school voor ulo. vreest hij minder ge-
wenschte gevolgen. De Schoolraad acht
voorts de invoering van de 45-leerlingen-
schaal in hooge mate ongewenscht. Verder
behooren z.i. voor de openbare ulo-scholen
terzake van het leerlingental dezelfde i
,-eischen te gelden als voor gelijksoor
tige bijzondere scholen.
Wat betreft liet buitengewoon l.o. wordt
o.to. de meening uitgesproken, dat de mini
ma in art. 70 octies te hoog zijn en acht
men de wensch gegrond, dat de centrale
scholen uitsluitend worden gesubsidieerd
door het Rijk. Voorts acht de Schoolraad dat
in bepaalde omstandigheden het inrichten
van z.g.n. bijklassen gewenscht kan zijn.
Wat betreft het onderwijs aan schippers
kinderen, acht requestrant o.'m. gewenscht in
art. 71ter, de getallen 40 en 30 te verlagen
resp. tot 30 en 20 en in art. 71 sexies lid 2,
de getallen 60 en 45 tot 45 en 30.
De stichtingsgetallen voor ulo-scholen met
benedenbouw worden voor bepaalde gevallen
te hoog geacht.
Een der meest dringende eischen van den
Schoolraad is een verruiming van de vrijheid
van het bijzonder onderwijs inzake de samen
stelling van het leerplan, wat met de bepa
lingen der grondwet niet behoeft in strijd te
komen. Het toezicht op leerplan en lesrooster
worde dan opgedragen aan „eigen inspectie".
Ook worden eenige wenschen kenbaar ge
maakt inzake commissie van beroep.
De Schoolraad betreurt het tenslotte, dat
de Staatscommissie niet heeft voorgesteld
het eigen schooltoezicht, ingesteld door de
organisaties van het bijzonder onderwijs, te
erkennen en daaraan een eigéfi uitvoerende
taak toe te wijzen. Ingrijpende wetswijziging
zou hiervoor z.i. niet noodig zijn.
PHIUPSSCHOLEN TE EINDHOVEN.
Het beroep door den Raad der gemeente
Eindhoven bij de Kroon ingediend tegen het
besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant
van 7 Januari 1931, waarbij werd bepaald,
dat de gemeente verplicht was, medewer
king te veiTeenen tot de stichting (inclusief
aanschaffing van schoolmeubelen en leermid
delen) van twee 7-klassige bijzondere! scho
len voor gewoon lager onderwijs aan do
Apeldoornstraat en aan de Pieter Bothstraai
te Eindhoven ten beho'eve van de Philips'
Vei'eeniging voor Onderwijs exr Volksontwik
keling aldaar, is ongegrond verklaard.
wat Wils.
DE STROOM DER ELLENDIGEN
ren geleden las ik eens een boek over
Ruelamd. De titel ben ik vergeten en ook
dien naam van den schrijver.
Maar altijd is me bij gebleven een hoofd
stuk getiteld: „I>e stroom dei* eflileindigen."
Daarin werd 'n schrille teek-ening gegeven
in verschdillende persotnen, drie veroordeeld
waren de a-eet van hun laven in Siberië door
- brengen.
Ik moest aam dit bijna vergeten boek weer
denken, toen i!k dezer da-gen in een oud num
mer van „Huilp voor Onbaburisdcn", orgaan
van de Vei-eenri-grimg van dien naam, een
sdh-etsje las onder 't opschrift „Het voile
Ik neem ei" dri-t van over:
Wie des avonds zoo'n g-roep wa-chtendten
aan de poort zriet, woxxlt dadelijk getroffen
door liet heterogene ervan. Het zijn met
echt „vogels van diivense pluimage".
Zeetr zeker behoort el-echts een kleine miin-
dehhedid tot de eigenlijke „zwervers", men-
idhien, die men zoo op het oog al kan clas-
seeren onder de a- en antisocialen en waar
aan zélfte een leek kan zien, dat er wiet zoo
hieea veel aan te helpen rolt.
Dit soort, vagebonden kan men ze zond-er
fneei" noemen, kient men dadelijk alleen a-1
aan de manier, waarop ze staan, zitten of
tegen een muur leunen. Het zij-n wemksolvu-
wen-uri-t-overtuagu'iïg, die zich in d-e sfeer van
vuil en gome misère, waarin zij leven, thuis
voelen als eien vds-dh in het water. Die men
zou kunnen reolasseeiren en dfie na zeer kor-
ten tijd-, uri-t een soort heimwee, weer zou
den terugvallen tot hun vroegere l-evens-
ZooaOs wij oeridlen, er zijn er Slechts weini
gen va-n. dat soort, -drie naar het asytl komen
en dat zijn dan meestal nog niet eens de
„echten".
„Waarom helpt ge ook deze h-ulp-onwaar-
dliigen?" zou men kunnen vragen. Ons ant
woord hierop zou oók ate vraag kunnen lui
d-en: „Zijn het dan geen menschen?"
Zulk een groep wachtenden is bont van
sameneteililing! Er is een overgroot d-eel ver
rassend fatsoenlijke elementen onder, zoowei]
naar kleedling als naar uriteriijk. Menschen,
ran wie men ziah met verbazing zou af
vragen: hoe komen ze hier? Natuurlijk is
er ook de man, wiens vrijwel eenige ba-
schutting zijn lang mi-et tochtvrij pak is en
wiens bloote enkels bij eriken stap, dien hij
zet, boven zijn scheef getrapte echoenen ko
men uitgluaren.
Dan is er ook de jonge, bl-eeke lummel
met het Lonrbrozo-type wiens onverwoest
bare bran-ie een kind is va-n zijn achterlijk
denken en geestelijke vormeloosheid. Ze zijn
er a-lleniaail, de ma-n, drie het bord-je „drank
orgel" niet behoeft om zijn kwaal te doen
kennen, d-e man vol betoogd-rang, drie zwaar
staat te red-eneeren en de zwijgzame, die ge
duldig toeluistert. Het is eigenaardig, hoe
d-s elilenide schijnt te assimileeren en hoe
groot het aanpassingsvermogen is, waar
over wij blijken t-e beschikken.
Er heerecht een soort geest van broeder
lijke belangstelling onder ail drie toch zoo uit
eenloopend-e elemen-ten, die elkaar vandaag
hier vinden om misschien morgen voor goed
uiteen te gaan. De armoede is de band, die
hen bindt, drie hen tot onderling begrijpen
voert en raak tot uitingen, drie ontdaan van
bun ruwen bolster, d-u-iden op een onge
dachte fijngevoeligheid.
Allen 6taan ze bij eilkaar als een groote
familie on van aa-npasei-n-g gesproken, valt
het telkens weer op hoe het „betere genre"
lieden, dii-e tooh, hetgeen zij doormaken als
een bange nachtmerrie moeten voelen, zich
naar het uiterlijke ail-tha-ns leei-en schrikken
in hun toestand en nriet aa-n de uiterste neer-
s- chtigheid ten prooi schijnen, die men
toch bij hen zou verwachten.
Maa-r d-ikwijUe treft men er wel eens aan,
die afgezonderd van de anderen, stil en ia
zlóh zelf gekeerd voor zich uit staan te sta
ren. Dat zijn er dan, met wier gemoedsge->
steldlheid men diiep medelijden moet hebben,
dat zijn er, drie hun misère, dli-e het hope-
looze va-n h-un toestand op dat eigen oogen-
bl-ik diep en fél voelen sah-rijnen. Die a-ls een
afgrond voor zich zien gapen h-et 60imbera
noodlot, dia-t hen dwingt een zwerverstoe-
vlucht te beschouwen als een begeerens-
waardliig d-oeil, ails iets waarop dat oogenbiik
h-u-n hei-1 va-n afhangt.
Zoo iemand-, driie daar stil voor zich uit-
tuu-rt, ha-ailt zich misschien gelukkiger uren
voor den geest, uren, toen hij nog nriet de
paria, d-e uitgestootene en verlatene was,
doch toen toen hij nog een teh-uris en een
bestaan had en vrouw en k-iinderen weü'1-icht,
en toen hij veile kleine levensvreugden was
gaan beschouwen a-ls een mini-mum van wat
hem toekwam
Zoo'n schetsje móet tooh immers ontroe-
Di-e stroom dier «llendrigen golft vlak langs
ome heen.
Dat waren wellicht eens menschen zoo-,
ais ik en gij
Wie zaïl zeggen hoe vele „verüoren zonen"
er ziidh onder bevinden?
Maar ook koevellen van deze „vermoeiden,
en belasten" wellM-cfht nimmer de uitn-oo-.
diging hoorden: „Komt tot. Mij!"
Zoo'n schetsje maakt stil en ernstig.
Maarspore 't ook tot helpen en
redden aan!
Radio Nieuws.
Gemengd Nieuws.
DOOR EEN KOE GEDOOD
Een 65-j'arige veehouder op het eiland Ame
land werd by het melken zoodanig door een
koe tegen den onderbuik getrapt, dat de man
aan de gevolgen is overleden.
BRAND DOOR HEMELVUUR
Door den bliksem is een boerderij van E.,
te Vlagtwedde (Gr.) getroffen en totaal af
gebrand. Verzekering dekt de schade.
Te Overschild (Gr.) is de boerdery van
gebr. Maas totaal door het vuur vernield.
EEN ZELDZAME VANGST
Een visscher te Wyhe (Ov.) ving in een
zyner netten een schildpad van flinke afme
ting.
Zaterdag 11 Juli.
HUIZEN (298.8 M.) KRO. 8—9.15 Morgencon
cert. 9.5010.30 Internationale motorrenjjen
10.30—11.30 Go-amofoo-n. 11.30—12 Godsdienctisr
halfuurtje. 12 Tjjdsejn. 12—12.30 Einde van dé
morgenraces te Asse-n. 12,302 Lunchconcert. 2
2.20 Gramofoon. 2,20—3 Start van-de middag-
races te Assen met 2 ronden. 3—4.30 Kinder
uurtje. 4,304,40 Verzorging van den zender,
4,405,15 Einde van de middagraces te Assen.
5.15—6 Concert. 6—6.15 Sportpraatje. 6,15—6,35
Journalistiek weekoverzicht. 6.35—7.15 Vervolg
7,157.45 Spreker. 7,458 Gramofoon.
Plm. 9.30 Nieuwsber.
HILVERSUM (1875 M.) VARA. 6 45—7 en 7,30
—7.45 Ochtendgymnastiek. 8 Tijdsein. 8.01 Gra
mofoon. VPRO. 10 Morgenwijding. VARA 10.15
Uitzending voor de arbeiders in de Contii
Bedrijven. 11.30 Muziek. 12 Einde program
(late deel). AVRO 12 Tijdsein. 12,15—2 Kw
■5 05 'Radio-Volks-
5 TUdseln. 5.01 Gra
Universiteit. 5,35 Concert. 5.55 SDAP.-Kwartier-
tje. 6.10 Vervolg concert. 6.25 Causerie. 6.45
Literair halfuurtje. 7,16 Gramofoon. 7,30 Politie
berichten. 7,45 Gramofoon. 7,50 Varia. 8 Tijdsein
8.01 Zomeravond-Programma. 8.25 Bestuursme-
dedeelingen. 8.40 Vervolg Zatardagavond-pro-
Dr H.ISANNING'S
SUPP05IT0RIA
(Zetpillen UQen aambeien)
1.75 per doosje van 12 stuk».
KAPITEIN KLAKKEBOS OP OE LEEUWENJACHT
23. Onwetend van het onheil, dat hij
had gesticht, zette kapitein Klakkebos zijn
schietoefeningen voort. Behalve koeien, was
er achter 't struikgewas een boerderij. De
boer lag lekker lui in zijn hangmat, terwijl
zijn vrouw de groote wasch deed. Het was
een liefelijk, vredig tooneeltje.
24. Ach, hoe wreed werd de rust ver
stoord! Ecu der kogels van kapitein Klak
kebos trof precies het touw, waarmede het
hoofdeinde van de hangmat vastgemaakt
was, en welke ijselijke gevolgen dat had,
kun je hierboven op het plaatje zien.
(Wordt Maandag vervolgd.)
FEUILLETON
DE STER VAN HALALAT
Een verhaal uit den tijd der Babylonische
ballingschap
Maar vóór dit kon gebeuren, opende men
ha-ar lainigz-aam. Sidderend 6-to-ncl Ablnoëm
.voor dien zoon ran -don machtigen perfect.
„Ge h-ebt. din uw huis de dochter uws broe-
deuis"! epra'k Tamarit haastig.
„Bet is zoo!"
„Nabumrihriicl, do k-oning weneólvt na-air tie
zien! B-uiten s-taat die draagkoets gereed',
welllk-e haar naar het palerie zal brengen."
„ITeit zij '.vienre van mij, clat jik mijns broa
dens dodhteir afeta."
„Het zaïl -mi-et in uw na-cleeil zijn. Nabun-a-
hriid bóloont overvloedig, waar men hem ge
hoorzaamt. E-e-r en rijkdommen wachten u,
öte den koning het rneieje bevalt."
„Ik ben maar een a-nme Jood, doch ver
lang g-een rijkdommen welke ik bekom,
dóór het kind af te staan; Respha is mij
dienbaar geworden, sedert zij in mijn huls
rartoeft. A-binoëm kan zonder haar niet
meer leven!"
„Het zal u berouwen-, zoo gij ons w
streeft. Nabunafai-d ris nriet ge-wend, 'dat 'men
zijn verlangen niet voldoet."
„Da.n zellfe, wanneer ik '6 ko-nings gram
schap wek, ja, al kost. het mij ook liet le
ven, ik kan het kind nriei laten gaan. Ver-
lang die helft van mijn vermogen, doch ont
neem Abinoèm zijn Respha niet."
„T.ant het meisje zelve beslissen. Waar
ds zij? Breng mij tot haar!"
.Abi-n-oëm aarzelde;, toen greep Tamarit
hem bij den arm en trók hem mee naar
binnen. Zij kwamen in e-cn kamer. Een der
-genen, diie Tamarit in de straat gevolgd
waren, kwam ook i-n het vertrek.
,Uw dienaar hale het kind-. Gij blijft
h-ierl" -
Kort daarop verschenen Selllari en Respha
1-Iét. meisje was waikker en had alles ge
hoorei, wat oom en de vreemdeling zeilden
Sidderend van angst wierp zij een echu-
vyen blik op Befliibmi's zoon, Deze verklaar
de haar de reden zijn-er kornet en bad en
smeekte het .meisje hem te volgen. Resphia
sprak geen woord; stom- stond zij daar, de
oogen nu- eens' srneekend op Abrimoëm ge
richt, dlain weer vol angst clen vireemdeflrihg
aanziende.
Spreek, Respha, wilt gij nriet. irn het-heei
lijk' schoone paljieie deè vorsten wonen?"
„Laat mij hiér bij mijn oom!" antwoord
de zij sm-eekende-, en wierp zich op de
knieën.
„Gij ziet," sprak Abinioëm toornig, „dal
zij niet verlangt, dit. hu-ife te verlaten. Laat
haar dus hier! De koning heeft, vele vrou
wen, schooner dam Respha. Wij hebben al
leen deze."
„Gij wriilt haar dus niet vrij willig a-fstaan?
Goed, ge zult oniderv-ianden wélke gevolgen
uw weigering hieeft. Wij moeten echter tot
elikcn prijs 's ko-nl-ngs bevel opvolgen. W-e?
ons, zoo wij zondier het meisje voor Na-bu-
-nahid verschenen."
„Blijf!" sprak hij vérvolgens tot den ma-n,
die met hem hier gekomen was.
Deze haalde on-dier zijn kleed een kort,
blinkend zwaard te voorschijn.
Tamarit ging naar buiten om den derden
man te halen.
L „Vooruit, zonder geweld maken we ons
-niet va-n dat schoone kind meester. Draag
gij' haar ain die koets."
De mam 1-iet dien draagstoel staan en
Rep achter .Taimaaut het huis in; maar on
gemerkt volgdten drie andere personen. En
toen Bélibmi's zoon zi-ch omkeerde, ten
einde nog enkele bevelen te geven, za-g hij
vreemd ojj; wamt die draie amidleren kendo
hij niet,
.,Wat moet. dat?" riep hij half toornig,
half verschrikt.
Eén der mannen deed een stap voor
waarts en sprak op kaïlmen toon: „Zoon
v-qn B-eêbnii, verwijder u van hier en raak
het meisje nriet aan; want men heeft mij
opgedragen over haar te waken."
Tamarit stoof op.
„Driie élllend-iige Sipparameir heeft ufliiieden
gezomdien, niet waar? Ma ar hij zal de Jodin
niet hebben, Maakt, dat ge do straat be
reikt!" Tegelijk haalde hij een kort zwaard
onder dien man-teil te voorschijn.
Maar diedrie oppaesens waren eveneens
gewa-pen-d.
Tamarit bemerkte irn zij-n gramschap
nauwelijks, dat de tegenstanders grooteJr
rim aantal waren; hij zwaaide het wapen
boven zijn hoofd en wierp zich op die drie
mannen. Een ontzettend geschreeuw en ge
kletter van zwaarden blonk door de g-aaig.
De zoon d-ee opperhofmeesters was een
stoutmoedig strijder en geoefend im de ham
teering ran het zwaard. V-eosóhrikt zagen
d'e Joden het gevecht aam. Respha greep
den arm haais broeders.
Plotseling li-et Tamarit het zwèard zim-
kon. Een zwaardslag had den arm ge
kwetst. Dat oogenbli'k maakte de andere
z-icli ten nutte, om hem neer tc werpen en
te binden. Ook d-e metgezel van den jon
gen Babyloniër ver-weerde zich niet lang ei
,Wa-t moeten wij thans met dien indrin
ger aanvangen?" vroeg de ecme. „Zal ik
hem do rest geven?"
„Neen, Geron. We zetten hem i-n de koets
en dragen hem naar onze wijk; in liet huife
vam den gouvern-eur zijn vertrekken ge
noeg, waar wij hiem en zijn helpers er bij,
zoo mietjes kunnen bewaren, dat Belibni
zij-n Jöief zoontje nooit weer te zien krijgt."
Geron eohudid-e het hoofd'.
„Meent gij, dat de heer zoo onverstandig
Hl handelen? De slaven zijn niet allemaal
zoo stilzwijgend a-ls gij en ik en die daa-r;
menig dienaar zou a-llioht lust gevoelen,
dón gouverneur Balibni's mannen op don
hals te zenden. Ik zou hem li-ever heele-
maal uit don weg ruimen. Ilij heeft liet
mee-r dam verdiend."
„Weet ge ook, of het don heer gewenscht
voorkomt? Laat hij beslissen!"
„Nu ook goed'! Waar brengen wij don on
ruststoker echter zoolang?"
„De Jood zail hier of daar wiefl een ver
borgen hoekje hebben, waar we keni kun
nen opsluiten." En zioh tot Ablnoëm wen
dendie, zeddie hij: „Gij moet hem ergens ver
stoppen."
De aangesprokene had vaoi schrik bijna
do lamp laten vallen. Hij stond daar ale
versteend.
„Vrees niiets," zei Geron. „Ge weet allicht
niiet, wat d:it hater aillemaal te beteekenen
had. Ge zult het vernemen. Wij handelen
volgens een bevel van onzen heer, die Res
pha zeer genegen is en besloten heeft, haar
tegen w-ien ook te bescherenen. Hij ver
moedde, wat Tamarit van zins was en ge
bood ons, het hu-is nacht en dag te bewa
ken. Dat is gebeurd, en zooals gij bemerk',
mijn meester heeft zich in dit geva-1 met
vergist."
„Maar zullen ze morgen n-iiet komen cn
het huis doorzoeken en den zoon Beldbni's
vindlen en dan Ablnoëm ge van-gen wegvoe
ren?" sprak de grijsaard angstig.
„Wie will den knaap hier zoeken?"
„De konimig en de opzichter van het bid-
ruti en de anderen, drie hem zonden, 0111
Respha te hallen."
Geron glimlachte.
„Tamarit! Ja wel. Die zal voor 's konin-gs
biidruti zorgen! Dat is wa-arlijk al te mooi!
Heeft hij u dat wijsgemaakt? In heel Ba
byion is, behalve u, niemand, drie zulks ge
looft!"
Tegelijk wierp hij een oogopslag op den
gevangene.
„Ditmaal vergist ge u echter, mijn
vriend!" bromde Taimarit.
Een den' bedde andleren ha-d den gewon
den arm intusschen verbonden en sprak nu
„Ik geloof ook niiet, da-t de een of ander
van Ta-ma rits voornemen iets afweet; maar
i-k kan zeer goed begrijpen, dat Abi-noëm
er niet op gesteld is, het jongmensch in
zijn woning op te sluiten. Wellicht is er
een bet-ere plaats in die nabijheid.
De Jood dacli-t na.
„Ik weet iets," zei hij. „Hier naast, in
het hu-is va-n Jeseeis kunt ge hem brengen.
Deze woning was" vroeger mijn eigendon,
en d-e tegenwoordige bezitter is mij nog iets
schuldig. Mij ter wUfte za-1 hij niet durven
weigeren!"
Een paar minuten later was Belibni's
zoon goed en w-el opgeborgen. Sa led had
liet eerst niet willen hebben; maar Abi-
noëra beloofde, dankbaar te zijn; overigons
wilde hij. zoodira het eerste gevaar voorbij
was. don gevangene -in zijn eigen hu ie ond er
dak brengen.
Den -volgenden dag vischte een boot een
draagkoets uit den Euphraat op, welke her
kend werd als liet eigendom van Tamarit.
De jonge Babyloniër was echter nergens te
vinden. Velen veraioediden, dat men hem
met draagstoel incluis i-n den vloed gew o- -
pen had. Daa-r hij als een eerste avontu
rier bekend stond, verwonderde het nria-
mand. dat brij zulk een dood gevonden had,
Belibni was ontsteld, toen men hem deze
tijding bracht. De aaidare zoo hard-vochtigï
man wa6 diep terneergeslagen; want Ta
marit was zij-n eenig k-i-nd.
Omt-rent de vaixlw ijn-img van den jongen
man vernam men allerlei geruchten; maar
iets stelligs wist mlaman-d te vertéllen. En
aan Hariailat, de etad der vreemdelingen,
dacht voorktopig Belibni noch iemand an-
HOOFDSTUK XV
Gaddis volbrengt zijn zending
Gadd-ie had nog altijd nriet gedaan, wat
hij den stervenden Mosol'lam beloofde. Toch
log de echuild niet aan hem. Hij hari Abi-
noëm verteld, wat hij wiet en naar Zei-u-
babel gevraagd; maar de koopman had hen»
ten stirengste verboden dien man op te zoe
ken. De jongeling vroeg waarom hij dan
den wensch eens stervenden niet mocht
raid-oen. Abinoèm gaf een bits antwoord
en legvl-e hem het stilzwijgen op.
Gaddte dacht onophoudelijk aan zijn be
lofte on voort-du rond verw eet hij zich, dat
hij den dooden Moeollam onrecht aandeed.
Hij herinnerde zich meermalen don goewior»
jongeling aa-n het pa-leis. naar hij meende,
de eeiiigsfe peisoon in Babylon, die te ver
trouwen was.
(Wordl venolQti4