'j Het Communisme in de Practijk \/an\an^ a a< VRIJDAG 10 JULI 1931 DERDE BLAD PAG. 9 (Nadruk verboden) B, Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen KOERSVERANDERING? Het is steeds buitengewoon moeilijk zich een objectief beeld te vormen van de ge beurtenissen en toestanden in de sowjet- unie, als meii geen andere gegevens heeft dan de officieele publicaties. Immers, daarin wordt op de meest-hardnekkige en luidruch tige manier, met massa's onsamenhangende feiten, getracht de' indruk j té wekken also! alles verloopt naar .den .wensch der regee ring. Bij de beoordeeling van het geheel moet men de officieele gegevens critiscli bestudeeren en aanvullen met materiaal, dat op andere plaatsen fvórtit gepubliceerd. Des te verheugender is hét, voor den schrijver, wanneer dan plotseling uit een officieele regeeringsmededeeiing blijkt, dat hij groo- tendeels juist is geweest in zijn beoordee lingen en zich door de Officieele voorstelling niet heeft laten verblinden. Zultk een officieele, mededeeling hebben we in een rede van Stalin, dezer dagen te Mos kou gehouden. Tot nu zijn allleen uittreksels uit die rede bekend, dje d.e groote telegraaf- agentschappen naar het Westen hebben ge seind. We moeten dus eenige dagen wach ten voor we precies weten, wat de machtig ste man in de sowjet-unie heeft verklaard Aan den anderen kapt'geven de telegram men reeds zooveel, clat men in groote lijnen kan verklaren voor een nieuwe koerswijzi ging te staan. Natuurlijk zal Stalin dit wel nriet zoo ver klaard hebben. Wij kennen het liédje wel zoo'n beetje, dat ginds gezongen wordt. Even als het vorige jaar, toen Stalin terugschrok voor den vloedgolf van gedwongen collec tivisatie in het landbouwbedrijf, zal het ook nu weer heeten, dat, de lagere instanties de richtlijnen uit het centrum verkeerd hebben begrepen en ten uitvoer gebracht, dat do fout. niet ligt bij de onfeilbare partijleiding Maar het komt er slechts op aan, wat men thans voorschrijft, niet hoe men die zwen king tracht goed te praten en te verklaren. De Izwestia van 29 Juni bevat teen hoofd artikel, dat blijkbaar is gebaseerd op de nieuwe opvattingen van de communistische leiding. Daarin heet het, na de noodige strijkages voor de successen van den socia- listischen opbouw, dat de toename van do industrie verre ten achter blijft bij de cijfers van het jaarprogramma. Daaraan moet een einde komen door betere organisatie van den arbeid. De gelijkheid in loon moet nu eindelijk ophouden, er moet differentiatie van loonen komen, zoodat'ieder, er zooyeel mogelijk persoonlijk belang bij heeft goed en veel werk te verrichten. De ontbrekende arbeiders moeten gezocht en gevonden in de kolchozen en bij de kleine boeren, daar moet worden nagegaan welke krachten ge mist kunnen worden en op deze moet be slag gelegd worden voor de industrie. Ook de vróuwen en kinderen' der arbeiders moe ten in veel grooter getale dan tot nu toe aan het werk gezet worden. De geheele leiding van het economische leven moet grondig worden gereorganiseerd. gelijk zonder een verklaring van BteJin toch reeds iedere paar maanden gesfchiMt? het „leiden in het algemeen", met. de nietszeggende frasen van de sowj et-termino logie over zich inspannen, zijn aandacht vestigeno.enz. moet plaats maken voor een 'concretêneiding ter plaatse. De machines moeten aan één enkelen ar beider of aan één bepaalde groep worden toevertrouwd, die verantwoordelijk zijn voor goede werken ervan. Dit moet worden door gevoerd tot ieder instrument, hoe klein oók. .Voor zoover de continue-arbeidsweek en het meerploegenstelsel met de daaraan verbon den wisseling van arbeidskrachten dit mo gelijk maakt, dient dit stelsel gereorgani seerd te worden. De intellectueeien mogen niet meer wor den behandeld als „ontsnapte misdadigers", zoo staat het er letterlijk, maar men moet hen in de gelegenheid stellen voor de?so\v- jet-bedrijven te werken en te toonen, dat zij aan de zijde der regeering staan. In dezen trant schrijft het officieele re- geeringsorgaan, en geeft daarbij een slecht voorbeeld. Waait het doet precies datgene, wat het aan anderen verbiedt, het schermt met algemeene frasen zonder in het alge meen mede te deelen, wat er nu eigenlijk moet gebeuren. Dit alles is echter van minder, belang. D hoofdzaak ligt in de erkenning, dat er iets gebeuren moet, dat het misloopt. Voor den- gene, die eenigszins vertrouwd is met de gebeurtenissen en de litteratuur der Russi sche revolutie klinken al deze frasen be kend. Het is een herhaling, zonder eenige wijziging, van hetgeen 7 en 8 jaar geleden geschreven werd na de invoering der nieuwe economische politiek. Het is een bewijs, dat de politiek der laatste jaren, ondanks alle ontkenningen, een terugval was in de zon den van het oorlogscommunisme, waarvan men nu ten tweede male wil terugkeeren. Of men het kan is echter een andere vraag Want het doorvoeren van de wijzigingen, die in vage termen worden aangegeven, zoi teekenen de vernietiging van een groot deel der instellingen, die de sowjets hebben op gebouwd en die door hen zijn voorgesteld juist als de essentieele bijzonderheden van het communisme. Men bedenke slechts wat deze omkeer voor; het platteland zou beteekenen. De sowj et-pers heeft dezer dagen juist voor de eelste maal' de aandacht erop gevestigd, dat'het stukloon in de kolchozen niet' vol doende ver doorgevoerd wordt. Het lïield op bij de brigade; neen," riepen de heeren, er moet'stukloon voor ieder individu worden doorgevoei'd. Hoe dat mogelijk is bij een be drijf, waar in groepen wordt gewerkt, dat laten de betweters in het midden. Maar in ieder geval is het dadelijk, dat zonder al de omhaal van arbeidsboekjes, van normen, van laken, én brigadiersen. zonder „socia- listisclien wedijver." in het vroegere klein- boerenbedrijf aan deze Voorwaarde precies werd voldaan, beter dan het nu ooit te ad- ministreeren valt. ,Want. in lïet particuliere boerenbedrijf werd zoowel de hoeveelheid als; de kwaliteit van den verrichten arbeid auto matisch beloond, doordat de boer niet meer an zijn akker haalde als hij erop gezaaid ad. Met allen omhaal, met de dwang en tyrannie, met de moorden en verbanningen met den roof van huizen, goederen en inven taris heeft men dus bereikt, dat men op het platteland een stelsel wil invoeren, dat in ■ele opzichten het oude, individueele boe- enue drijf tot voorbeeld nemen kon. En is er werkelijk gebrek aan arbeids krachten, vraagt men zich af. Dezer dagen meldden wij nog, hoe arbeiders uit de centra naai het platteland-gezonden wórden als dwarskijkers, telkens weer nieuwe groepen. Zoo neemt men de noodrige krachten van. de industrie-weg, plaatst ze in nutt.eloaze,baan tjes in lietdorp, en zoekt dan latei" Weer in de dorpen, of daar geen hand'en te vinden zijn om het tekort in de industrie aan te vullen. Zooais het daarbij in het klein toe gaat, zoo gaat het overal in de sowj ét-unie het groot. Er is gebrek aan arbeidskrach ten, omdat er millipenen aan nuttigen arbeid onttrokken worden om papieren bezigheid 'eriïehten in de als paddestoelen zoo tal rijke, groo'.bndeels volstrekt overbodige en zelfs schadelijke organisaties, waarvan geeii mensch weet, wat ze eigenlijk doen. Omdat j een arbeidersbevolking van 14 millioen zeker 5 of 6 millioen menschen parasiteeren, die zich bezig houden met het bekladden van papier én grootendeels in onze verhou dingen als halve analfabeten zouden te boek staan. Dat zijn de „leiders" .ter plaatse. Al de ophef over den' „s< jialistischen- wed- ver" en de prachtige resült'aten ervan blijkt thans humbug te zijn, evenals zulks 10 jaar geleden het-geval was, toen- de- communis tische Zaterdagen dé wereld zoudenhervor Geen v dijver op grond van sociale -gevoelens, om nuttig werkzaam- te zijn, maar wedijver om'het hoogste loon te halen, dat wordt nu communistische wijsheid, ook in theorie. In de' praktijk _is het- natuurlijk nooit anders ceweest. De socialistische wed ijver heeft precies dezelfde kenmerken als het Taylor-stelsel in zijn verst doorgevoer- •dfiu..yor>pUi^B^ia%lt een arbeider een zeei -hób^ -nóiïrv-aiéi'slochts met de uitersto in spanning en voor de 1 asten te bereiken is, dan werd de basis van het stukloon belang rijk verhoogd- en steeg, zijn verdienste plot seling geweldig. In de- communistische re publiek wordt hij,tot oedarnik bevorderd, er het resultaat' is precies hetzelfde; flij wordt in alle opzichten boven zijn mede-arbeiders bevoordeeld wat voedsel, kleeding en ancle- verzorging betreft. Intiisschén is "men nog- niet- verder dan hervormingen op" papier; hervormingen, die men x-eeds herhaaldelijk heeft aangekondigd maar nooit ten uitvoer heeft gebracht. En het is de vraag, of deze regeering in staat is ook maar voor een deel uitvoering té géven aan deze plannen; Lenin erkende indertijd openlijk voor de catastrofe te staan en het roer om" te gooien. Stalin niet, die beweert in dezelfde lijn van vroeger door te. gaan, maar zich aan tê passen aan liet„groei proces". Van Lenin's nieuwe economische politiek was een der- onverbiddelijke gevol gen, dat de particulieren meer bewegings vrijheid kregen eri de macht, der Tsclieka werd ingekuot. Een combinatie van de - aan gekondigde hervormingen en de oppermacht der G.P.Oe. van thans is-in ieder geval on mogelijk. En daar zondersiyrt het Jicglo schijn gebouw van collectivisatie als een kaartenhuis ineen. GEREF. LANDDAG TE NIJVERDAL Uitgaande van de Gewestelijke Geref. Jongelingen- en Meisjesvereenigingen wordt op 8 Aug. a.s. te N ij v er d a 1 een Landdag gehouden. De leiding is opgedragen aan Ds. Joh. Jansen van Wierden. Als sprekers hopen op te treden Ds. D, D ij k van Groningen en Ds. J. B. v. d. S ij s van Steemvijlcj. HET DUITSCHE CHEQUERS (Van onzen Duitschen correspondent). In het Noord-Oosten van Berlijn, aan den V.'frbellinsee, zullen rijkskanselier Briining de Pruisische minister-president Braun dezer dagen met hun Engelsche gasten Mac Donald en Henderson hun week-end slijten. In de stilte der Schorfheide, in het eenvou dige jachtslot Hubertusstock zal een intieme gedachtenwisseling plaats vinden, welke als n logische voortzetting van Chequers be- houwd en begroet mag worden. Het zeer bescheiden Haus Hubertusstock slot kan men 't eigenlijk niet noemen is sedert de omwenteling eigendom van den Pruisiischen staat geworden. Een vergelij king met Chequers kan het niet doorstaan. Men moet met een eetkamer, een rookkamer een breede veranda tevreden zijn. Het groote voordeel is de stille omgeving. Het is te hopen, dat déze niet verstoord wordt door de nieuwsgierigheid der Berlijnsche bevolking, die dol is op uitstapjes naar de omgeving der rijkshoofdstad. Hubertusstock werd 1849 door koning Friedrich Wilhelm IV gebouwd. In de buurt staat een blokhuisje, dat enkele jaren gele den voor Hindenburg werd neergezet. De rijkspresident brengt hier ook nu nog vaak dicht bij 't water in de stilte der Schorfheide een paar jachtuurtjes door. Deze heide is het grootste natuureigendoin van Pruisen en Duitschland en omvat 370 K.M2. Mocht het sobere jachtslot een (teleurstelling voor de Engelsche gasten zijn, dan zal dit gevoel van teleurstelling weldra wijken bij het aanschou wen der schoone omgeving. Nog heerlijker dan de Werbellinsee is het machtige omlig gende woudgebied, dat onder den naam Schorfheide bekend staat. Men kan hier urenlang door het bosch ronddwalen zonder eenig levend wezen te ontmoeten. Men wan delt langs boomen, die minstens 500 jaar oud moeten zijn; ze hebben waarschijnlijk de markgraven van Brandenburg in de 13e eeuw onder hun kronen zien jagen. De houtvester schat het aantal herten in ze boschirijke omgeving op 5000. Menig gewei siert de wanden van Hubertusstock. Sommige dragen de initialen van keizer Wilhelm II, die hier menige groote jacht organiseerde. Wanneer hier het oog der En gelsche gasten op vallen mocht, dan zullen zij onwillekeurig denken aan de groote moeite, welke het herstel van vroegere fou ten .met zich mede brengt. Twee eenvoudige Engelsche staatslieden, afkomstig uit de heffe des volks, zitten hier in een jacht huisje. dat eertijds volgens de traditie het Huis Hohenzollern door. alle kroonprinsen ook door den laatste als lieflijk verblijf ior 'de wittebroodsweken wei'd gekozen. Op het g-rasveld voor de entree ontdekt men jn gebedzuiltje uit steen, een curiosum, dat men gewoonlijk slechts in katholieke om geving te zien krijgt. Het draagt een portret van den Heiligen Hubertus. Friedrich Wil helm IV liet het er 1847 plaatsen, want vooi de regenten van het Brandenburgsche land was de Schorfheide vanouds een bemind jachtterrein. De oorspronkelijke naam van het jachthuis luidde „Jagdschloss am Huber tusstock". In zijn oorspronkelijken vorm zag het ei nog eenvoudiger uit dan thans. Het leek op een Zwitsersch huisje met vooruitstekend dak en met een balkon, dat om het heele huis heen loopt. Pas 1892 werd ér een vleu gel bijgebouwd, met een kelderruimte, welke als 'keuken dienst moest doen. Het bovenste gedeelte >verd met hout bekleed en het heel maakt een vriendelijken indruk. De ruimten, waar de Duitsche en de Engelsche staatslieden zullen samenkomen, liggen par te rrein dp zen aangebouwden vleugel. Men is vfcfba&sd over de ruimte der verschillende vertrekken, daar men zulks In een jacht huisje niet verwacht. De bovenverdieping is voor het onderbrengen der gasten uitnemend geöchikt. Voor den laatsten keizer en diens gemalin werden meerdere vertrekken inge richt tot slaap-, lrleed-, bad-, woon- en werk kamer. In de groote eetkamer beneden ligt een rood tapijt en zijn ook de zware meube len donkerrood bekleed. In den aangrenzenden salon noodigen gemakkelijke zetels uit tot kalm confereeren. De sierlijke glaskroon wordt in meerdere spiegels weerkaatst. Toen Hubertusstock in verval geraakte, besloot de Pruisische regeering het te laten restaiureeren. Onnoodige luxe werd hierbij vermeden. In den rechtervleugel beneden werd op initiatief van den 88-jarigen bosch inspecteur Hösel een alleraardigst jacht- museum ingericht, een verzameling, welke ook voor ons leeken van groote bekoring blijkt. Wij hopen voor Duitschland, dat de be f kingen op het Duitsche Chequers van positief gevolg zullen zijn en dat inmiddels ook door Frankrijk het voorstel van Hoover in vollen omvang aanvaard zal worden. VIJF-EN-TWINTIGSTE NEDERLANDSCHE JAARBEURS Tengevolge van het groote aantal inschrij vingen voor deelneming aan de najaars- beurs 1931 heeft de raad van beheer moeten besluiten aan deelnemers, wier stands gen zijn op een der verdiepingen van de jaarbeursgebouwen, geen grootere ruimte be schikbaar te stellen, dan door hen op de vo rige jaarbeurs was ingenomen. Uitbreiding van expositieruimte op de verdiepingen zal eerst kunnen plaats hebben bij de voorjaars- beurs 1932, zoodra het derde, in aanbouw zijnde, jaarbeursgebouw in gebruik zal wor den genomen. Schoolnieuws. CHRISTEN GYMNASIASTEN BOND. De Christen Gymnasiasten Bond hoopt dit jaar zijn derde lustrum feestelijk te vieren, en wel op de zomerconferentie, die 1318 Juli a.s. te Lunteren zal worden gehouden. Dat belooft dus was bijzonders<op Lunteren's hei. Ter gelegenheid van dit feit is de Juni- aflevering van het orgaan gepromoveerd tot lustrumnummer. Het heeft een resjjctabele ang van bijna 70 blz. en bevat hoofdzake lijk bijdragen van rectoren en leeraren en audö, GBers over de beteekenis van den Bond en met. herinneringen aan menig mo ment uit „de historie", de herleving op 't papier waard. Mede zorgen enkele kamp- en reüniefoto's voor de stemming. RAPPORT-COMMISSIE-RUTGERS. Naar aanleiding van bovengenoemd rap port richtte de Schoolraad zich met een request tot den Minister van Onderwijs, waarin hij als zijn meening uitspreekt, dat de algemeene grondslagen der onderwys- wetgeving, ter handhaving van „de vrijheid der school als taak der ouders", veelszins radicaal zouden moeten worden gewijzigd, in tegenstelling met de meening van genoemde commissie, dat „de grondslagen van bestaande stelsel moeten behouden blyi De Schoolraad zag in het rapport zeer veel wenschen verwezenlijkt, maar meende toch, dat, ook by handhaving van z.i. onjuiste grondslagen het recht van het bijzonder onderwijs principieel nog meer tot uiting kan worden gebracht. Bij de verschillende wetsartikelen worden dan opmerkingen ge- 'aatst, waarvan we enkele kort weergeven. Tegemoetkoming in de kosten van vei acht men onder zekere omstandigheden ook billijk voor ulo-leerlingen. De getallen 12 8 in art. 14 lid 3, zijn naar de meening vj requestrant te laag. Zeer wenschelijk zou het z.i. zijn het vak lichamelijke oefening facul tatief te stellen, waarbij hij voorts gerekend wil zien met gemoedsbezwaren. Van de vast stelling van een leeftijd voor toelating tot een school voor ulo. vreest hij minder ge- wenschte gevolgen. De Schoolraad acht voorts de invoering van de 45-leerlingen- schaal in hooge mate ongewenscht. Verder behooren z.i. voor de openbare ulo-scholen terzake van het leerlingental dezelfde i ,-eischen te gelden als voor gelijksoor tige bijzondere scholen. Wat betreft liet buitengewoon l.o. wordt o.to. de meening uitgesproken, dat de mini ma in art. 70 octies te hoog zijn en acht men de wensch gegrond, dat de centrale scholen uitsluitend worden gesubsidieerd door het Rijk. Voorts acht de Schoolraad dat in bepaalde omstandigheden het inrichten van z.g.n. bijklassen gewenscht kan zijn. Wat betreft het onderwijs aan schippers kinderen, acht requestrant o.'m. gewenscht in art. 71ter, de getallen 40 en 30 te verlagen resp. tot 30 en 20 en in art. 71 sexies lid 2, de getallen 60 en 45 tot 45 en 30. De stichtingsgetallen voor ulo-scholen met benedenbouw worden voor bepaalde gevallen te hoog geacht. Een der meest dringende eischen van den Schoolraad is een verruiming van de vrijheid van het bijzonder onderwijs inzake de samen stelling van het leerplan, wat met de bepa lingen der grondwet niet behoeft in strijd te komen. Het toezicht op leerplan en lesrooster worde dan opgedragen aan „eigen inspectie". Ook worden eenige wenschen kenbaar ge maakt inzake commissie van beroep. De Schoolraad betreurt het tenslotte, dat de Staatscommissie niet heeft voorgesteld het eigen schooltoezicht, ingesteld door de organisaties van het bijzonder onderwijs, te erkennen en daaraan een eigéfi uitvoerende taak toe te wijzen. Ingrijpende wetswijziging zou hiervoor z.i. niet noodig zijn. PHIUPSSCHOLEN TE EINDHOVEN. Het beroep door den Raad der gemeente Eindhoven bij de Kroon ingediend tegen het besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant van 7 Januari 1931, waarbij werd bepaald, dat de gemeente verplicht was, medewer king te veiTeenen tot de stichting (inclusief aanschaffing van schoolmeubelen en leermid delen) van twee 7-klassige bijzondere! scho len voor gewoon lager onderwijs aan do Apeldoornstraat en aan de Pieter Bothstraai te Eindhoven ten beho'eve van de Philips' Vei'eeniging voor Onderwijs exr Volksontwik keling aldaar, is ongegrond verklaard. wat Wils. DE STROOM DER ELLENDIGEN ren geleden las ik eens een boek over Ruelamd. De titel ben ik vergeten en ook dien naam van den schrijver. Maar altijd is me bij gebleven een hoofd stuk getiteld: „I>e stroom dei* eflileindigen." Daarin werd 'n schrille teek-ening gegeven in verschdillende persotnen, drie veroordeeld waren de a-eet van hun laven in Siberië door - brengen. Ik moest aam dit bijna vergeten boek weer denken, toen i!k dezer da-gen in een oud num mer van „Huilp voor Onbaburisdcn", orgaan van de Vei-eenri-grimg van dien naam, een sdh-etsje las onder 't opschrift „Het voile Ik neem ei" dri-t van over: Wie des avonds zoo'n g-roep wa-chtendten aan de poort zriet, woxxlt dadelijk getroffen door liet heterogene ervan. Het zijn met echt „vogels van diivense pluimage". Zeetr zeker behoort el-echts een kleine miin- dehhedid tot de eigenlijke „zwervers", men- idhien, die men zoo op het oog al kan clas- seeren onder de a- en antisocialen en waar aan zélfte een leek kan zien, dat er wiet zoo hieea veel aan te helpen rolt. Dit soort, vagebonden kan men ze zond-er fneei" noemen, kient men dadelijk alleen a-1 aan de manier, waarop ze staan, zitten of tegen een muur leunen. Het zij-n wemksolvu- wen-uri-t-overtuagu'iïg, die zich in d-e sfeer van vuil en gome misère, waarin zij leven, thuis voelen als eien vds-dh in het water. Die men zou kunnen reolasseeiren en dfie na zeer kor- ten tijd-, uri-t een soort heimwee, weer zou den terugvallen tot hun vroegere l-evens- ZooaOs wij oeridlen, er zijn er Slechts weini gen va-n. dat soort, -drie naar het asytl komen en dat zijn dan meestal nog niet eens de „echten". „Waarom helpt ge ook deze h-ulp-onwaar- dliigen?" zou men kunnen vragen. Ons ant woord hierop zou oók ate vraag kunnen lui d-en: „Zijn het dan geen menschen?" Zulk een groep wachtenden is bont van sameneteililing! Er is een overgroot d-eel ver rassend fatsoenlijke elementen onder, zoowei] naar kleedling als naar uriteriijk. Menschen, ran wie men ziah met verbazing zou af vragen: hoe komen ze hier? Natuurlijk is er ook de man, wiens vrijwel eenige ba- schutting zijn lang mi-et tochtvrij pak is en wiens bloote enkels bij eriken stap, dien hij zet, boven zijn scheef getrapte echoenen ko men uitgluaren. Dan is er ook de jonge, bl-eeke lummel met het Lonrbrozo-type wiens onverwoest bare bran-ie een kind is va-n zijn achterlijk denken en geestelijke vormeloosheid. Ze zijn er a-lleniaail, de ma-n, drie het bord-je „drank orgel" niet behoeft om zijn kwaal te doen kennen, d-e man vol betoogd-rang, drie zwaar staat te red-eneeren en de zwijgzame, die ge duldig toeluistert. Het is eigenaardig, hoe d-s elilenide schijnt te assimileeren en hoe groot het aanpassingsvermogen is, waar over wij blijken t-e beschikken. Er heerecht een soort geest van broeder lijke belangstelling onder ail drie toch zoo uit eenloopend-e elemen-ten, die elkaar vandaag hier vinden om misschien morgen voor goed uiteen te gaan. De armoede is de band, die hen bindt, drie hen tot onderling begrijpen voert en raak tot uitingen, drie ontdaan van bun ruwen bolster, d-u-iden op een onge dachte fijngevoeligheid. Allen 6taan ze bij eilkaar als een groote familie on van aa-npasei-n-g gesproken, valt het telkens weer op hoe het „betere genre" lieden, dii-e tooh, hetgeen zij doormaken als een bange nachtmerrie moeten voelen, zich naar het uiterlijke ail-tha-ns leei-en schrikken in hun toestand en nriet aa-n de uiterste neer- s- chtigheid ten prooi schijnen, die men toch bij hen zou verwachten. Maa-r d-ikwijUe treft men er wel eens aan, die afgezonderd van de anderen, stil en ia zlóh zelf gekeerd voor zich uit staan te sta ren. Dat zijn er dan, met wier gemoedsge-> steldlheid men diiep medelijden moet hebben, dat zijn er, drie hun misère, dli-e het hope- looze va-n h-un toestand op dat eigen oogen- bl-ik diep en fél voelen sah-rijnen. Die a-ls een afgrond voor zich zien gapen h-et 60imbera noodlot, dia-t hen dwingt een zwerverstoe- vlucht te beschouwen als een begeerens- waardliig d-oeil, ails iets waarop dat oogenbiik h-u-n hei-1 va-n afhangt. Zoo iemand-, driie daar stil voor zich uit- tuu-rt, ha-ailt zich misschien gelukkiger uren voor den geest, uren, toen hij nog nriet de paria, d-e uitgestootene en verlatene was, doch toen toen hij nog een teh-uris en een bestaan had en vrouw en k-iinderen weü'1-icht, en toen hij veile kleine levensvreugden was gaan beschouwen a-ls een mini-mum van wat hem toekwam Zoo'n schetsje móet tooh immers ontroe- Di-e stroom dier «llendrigen golft vlak langs ome heen. Dat waren wellicht eens menschen zoo-, ais ik en gij Wie zaïl zeggen hoe vele „verüoren zonen" er ziidh onder bevinden? Maar ook koevellen van deze „vermoeiden, en belasten" wellM-cfht nimmer de uitn-oo-. diging hoorden: „Komt tot. Mij!" Zoo'n schetsje maakt stil en ernstig. Maarspore 't ook tot helpen en redden aan! Radio Nieuws. Gemengd Nieuws. DOOR EEN KOE GEDOOD Een 65-j'arige veehouder op het eiland Ame land werd by het melken zoodanig door een koe tegen den onderbuik getrapt, dat de man aan de gevolgen is overleden. BRAND DOOR HEMELVUUR Door den bliksem is een boerderij van E., te Vlagtwedde (Gr.) getroffen en totaal af gebrand. Verzekering dekt de schade. Te Overschild (Gr.) is de boerdery van gebr. Maas totaal door het vuur vernield. EEN ZELDZAME VANGST Een visscher te Wyhe (Ov.) ving in een zyner netten een schildpad van flinke afme ting. Zaterdag 11 Juli. HUIZEN (298.8 M.) KRO. 8—9.15 Morgencon cert. 9.5010.30 Internationale motorrenjjen 10.30—11.30 Go-amofoo-n. 11.30—12 Godsdienctisr halfuurtje. 12 Tjjdsejn. 12—12.30 Einde van dé morgenraces te Asse-n. 12,302 Lunchconcert. 2 2.20 Gramofoon. 2,20—3 Start van-de middag- races te Assen met 2 ronden. 3—4.30 Kinder uurtje. 4,304,40 Verzorging van den zender, 4,405,15 Einde van de middagraces te Assen. 5.15—6 Concert. 6—6.15 Sportpraatje. 6,15—6,35 Journalistiek weekoverzicht. 6.35—7.15 Vervolg 7,157.45 Spreker. 7,458 Gramofoon. Plm. 9.30 Nieuwsber. HILVERSUM (1875 M.) VARA. 6 45—7 en 7,30 —7.45 Ochtendgymnastiek. 8 Tijdsein. 8.01 Gra mofoon. VPRO. 10 Morgenwijding. VARA 10.15 Uitzending voor de arbeiders in de Contii Bedrijven. 11.30 Muziek. 12 Einde program (late deel). AVRO 12 Tijdsein. 12,15—2 Kw ■5 05 'Radio-Volks- 5 TUdseln. 5.01 Gra Universiteit. 5,35 Concert. 5.55 SDAP.-Kwartier- tje. 6.10 Vervolg concert. 6.25 Causerie. 6.45 Literair halfuurtje. 7,16 Gramofoon. 7,30 Politie berichten. 7,45 Gramofoon. 7,50 Varia. 8 Tijdsein 8.01 Zomeravond-Programma. 8.25 Bestuursme- dedeelingen. 8.40 Vervolg Zatardagavond-pro- Dr H.ISANNING'S SUPP05IT0RIA (Zetpillen UQen aambeien) 1.75 per doosje van 12 stuk». KAPITEIN KLAKKEBOS OP OE LEEUWENJACHT 23. Onwetend van het onheil, dat hij had gesticht, zette kapitein Klakkebos zijn schietoefeningen voort. Behalve koeien, was er achter 't struikgewas een boerderij. De boer lag lekker lui in zijn hangmat, terwijl zijn vrouw de groote wasch deed. Het was een liefelijk, vredig tooneeltje. 24. Ach, hoe wreed werd de rust ver stoord! Ecu der kogels van kapitein Klak kebos trof precies het touw, waarmede het hoofdeinde van de hangmat vastgemaakt was, en welke ijselijke gevolgen dat had, kun je hierboven op het plaatje zien. (Wordt Maandag vervolgd.) FEUILLETON DE STER VAN HALALAT Een verhaal uit den tijd der Babylonische ballingschap Maar vóór dit kon gebeuren, opende men ha-ar lainigz-aam. Sidderend 6-to-ncl Ablnoëm .voor dien zoon ran -don machtigen perfect. „Ge h-ebt. din uw huis de dochter uws broe- deuis"! epra'k Tamarit haastig. „Bet is zoo!" „Nabumrihriicl, do k-oning weneólvt na-air tie zien! B-uiten s-taat die draagkoets gereed', welllk-e haar naar het palerie zal brengen." „ITeit zij '.vienre van mij, clat jik mijns broa dens dodhteir afeta." „Het zaïl -mi-et in uw na-cleeil zijn. Nabun-a- hriid bóloont overvloedig, waar men hem ge hoorzaamt. E-e-r en rijkdommen wachten u, öte den koning het rneieje bevalt." „Ik ben maar een a-nme Jood, doch ver lang g-een rijkdommen welke ik bekom, dóór het kind af te staan; Respha is mij dienbaar geworden, sedert zij in mijn huls rartoeft. A-binoëm kan zonder haar niet meer leven!" „Het zal u berouwen-, zoo gij ons w streeft. Nabunafai-d ris nriet ge-wend, 'dat 'men zijn verlangen niet voldoet." „Da.n zellfe, wanneer ik '6 ko-nings gram schap wek, ja, al kost. het mij ook liet le ven, ik kan het kind nriei laten gaan. Ver- lang die helft van mijn vermogen, doch ont neem Abinoèm zijn Respha niet." „T.ant het meisje zelve beslissen. Waar ds zij? Breng mij tot haar!" .Abi-n-oëm aarzelde;, toen greep Tamarit hem bij den arm en trók hem mee naar binnen. Zij kwamen in e-cn kamer. Een der -genen, diie Tamarit in de straat gevolgd waren, kwam ook i-n het vertrek. ,Uw dienaar hale het kind-. Gij blijft h-ierl" - Kort daarop verschenen Selllari en Respha 1-Iét. meisje was waikker en had alles ge hoorei, wat oom en de vreemdeling zeilden Sidderend van angst wierp zij een echu- vyen blik op Befliibmi's zoon, Deze verklaar de haar de reden zijn-er kornet en bad en smeekte het .meisje hem te volgen. Resphia sprak geen woord; stom- stond zij daar, de oogen nu- eens' srneekend op Abrimoëm ge richt, dlain weer vol angst clen vireemdeflrihg aanziende. Spreek, Respha, wilt gij nriet. irn het-heei lijk' schoone paljieie deè vorsten wonen?" „Laat mij hiér bij mijn oom!" antwoord de zij sm-eekende-, en wierp zich op de knieën. „Gij ziet," sprak Abinioëm toornig, „dal zij niet verlangt, dit. hu-ife te verlaten. Laat haar dus hier! De koning heeft, vele vrou wen, schooner dam Respha. Wij hebben al leen deze." „Gij wriilt haar dus niet vrij willig a-fstaan? Goed, ge zult oniderv-ianden wélke gevolgen uw weigering hieeft. Wij moeten echter tot elikcn prijs 's ko-nl-ngs bevel opvolgen. W-e? ons, zoo wij zondier het meisje voor Na-bu- -nahid verschenen." „Blijf!" sprak hij vérvolgens tot den ma-n, die met hem hier gekomen was. Deze haalde on-dier zijn kleed een kort, blinkend zwaard te voorschijn. Tamarit ging naar buiten om den derden man te halen. L „Vooruit, zonder geweld maken we ons -niet va-n dat schoone kind meester. Draag gij' haar ain die koets." De mam 1-iet dien draagstoel staan en Rep achter .Taimaaut het huis in; maar on gemerkt volgdten drie andere personen. En toen Bélibmi's zoon zi-ch omkeerde, ten einde nog enkele bevelen te geven, za-g hij vreemd ojj; wamt die draie amidleren kendo hij niet, .,Wat moet. dat?" riep hij half toornig, half verschrikt. Eén der mannen deed een stap voor waarts en sprak op kaïlmen toon: „Zoon v-qn B-eêbnii, verwijder u van hier en raak het meisje nriet aan; want men heeft mij opgedragen over haar te waken." Tamarit stoof op. „Driie élllend-iige Sipparameir heeft ufliiieden gezomdien, niet waar? Ma ar hij zal de Jodin niet hebben, Maakt, dat ge do straat be reikt!" Tegelijk haalde hij een kort zwaard onder dien man-teil te voorschijn. Maar diedrie oppaesens waren eveneens gewa-pen-d. Tamarit bemerkte irn zij-n gramschap nauwelijks, dat de tegenstanders grooteJr rim aantal waren; hij zwaaide het wapen boven zijn hoofd en wierp zich op die drie mannen. Een ontzettend geschreeuw en ge kletter van zwaarden blonk door de g-aaig. De zoon d-ee opperhofmeesters was een stoutmoedig strijder en geoefend im de ham teering ran het zwaard. V-eosóhrikt zagen d'e Joden het gevecht aam. Respha greep den arm haais broeders. Plotseling li-et Tamarit het zwèard zim- kon. Een zwaardslag had den arm ge kwetst. Dat oogenbli'k maakte de andere z-icli ten nutte, om hem neer tc werpen en te binden. Ook d-e metgezel van den jon gen Babyloniër ver-weerde zich niet lang ei ,Wa-t moeten wij thans met dien indrin ger aanvangen?" vroeg de ecme. „Zal ik hem do rest geven?" „Neen, Geron. We zetten hem i-n de koets en dragen hem naar onze wijk; in liet huife vam den gouvern-eur zijn vertrekken ge noeg, waar wij hiem en zijn helpers er bij, zoo mietjes kunnen bewaren, dat Belibni zij-n Jöief zoontje nooit weer te zien krijgt." Geron eohudid-e het hoofd'. „Meent gij, dat de heer zoo onverstandig Hl handelen? De slaven zijn niet allemaal zoo stilzwijgend a-ls gij en ik en die daa-r; menig dienaar zou a-llioht lust gevoelen, dón gouverneur Balibni's mannen op don hals te zenden. Ik zou hem li-ever heele- maal uit don weg ruimen. Ilij heeft liet mee-r dam verdiend." „Weet ge ook, of het don heer gewenscht voorkomt? Laat hij beslissen!" „Nu ook goed'! Waar brengen wij don on ruststoker echter zoolang?" „De Jood zail hier of daar wiefl een ver borgen hoekje hebben, waar we keni kun nen opsluiten." En zioh tot Ablnoëm wen dendie, zeddie hij: „Gij moet hem ergens ver stoppen." De aangesprokene had vaoi schrik bijna do lamp laten vallen. Hij stond daar ale versteend. „Vrees niiets," zei Geron. „Ge weet allicht niiet, wat d:it hater aillemaal te beteekenen had. Ge zult het vernemen. Wij handelen volgens een bevel van onzen heer, die Res pha zeer genegen is en besloten heeft, haar tegen w-ien ook te bescherenen. Hij ver moedde, wat Tamarit van zins was en ge bood ons, het hu-is nacht en dag te bewa ken. Dat is gebeurd, en zooals gij bemerk', mijn meester heeft zich in dit geva-1 met vergist." „Maar zullen ze morgen n-iiet komen cn het huis doorzoeken en den zoon Beldbni's vindlen en dan Ablnoëm ge van-gen wegvoe ren?" sprak de grijsaard angstig. „Wie will den knaap hier zoeken?" „De konimig en de opzichter van het bid- ruti en de anderen, drie hem zonden, 0111 Respha te hallen." Geron glimlachte. „Tamarit! Ja wel. Die zal voor 's konin-gs biidruti zorgen! Dat is wa-arlijk al te mooi! Heeft hij u dat wijsgemaakt? In heel Ba byion is, behalve u, niemand, drie zulks ge looft!" Tegelijk wierp hij een oogopslag op den gevangene. „Ditmaal vergist ge u echter, mijn vriend!" bromde Taimarit. Een den' bedde andleren ha-d den gewon den arm intusschen verbonden en sprak nu „Ik geloof ook niiet, da-t de een of ander van Ta-ma rits voornemen iets afweet; maar i-k kan zeer goed begrijpen, dat Abi-noëm er niet op gesteld is, het jongmensch in zijn woning op te sluiten. Wellicht is er een bet-ere plaats in die nabijheid. De Jood dacli-t na. „Ik weet iets," zei hij. „Hier naast, in het hu-is va-n Jeseeis kunt ge hem brengen. Deze woning was" vroeger mijn eigendon, en d-e tegenwoordige bezitter is mij nog iets schuldig. Mij ter wUfte za-1 hij niet durven weigeren!" Een paar minuten later was Belibni's zoon goed en w-el opgeborgen. Sa led had liet eerst niet willen hebben; maar Abi- noëra beloofde, dankbaar te zijn; overigons wilde hij. zoodira het eerste gevaar voorbij was. don gevangene -in zijn eigen hu ie ond er dak brengen. Den -volgenden dag vischte een boot een draagkoets uit den Euphraat op, welke her kend werd als liet eigendom van Tamarit. De jonge Babyloniër was echter nergens te vinden. Velen veraioediden, dat men hem met draagstoel incluis i-n den vloed gew o- - pen had. Daa-r hij als een eerste avontu rier bekend stond, verwonderde het nria- mand. dat brij zulk een dood gevonden had, Belibni was ontsteld, toen men hem deze tijding bracht. De aaidare zoo hard-vochtigï man wa6 diep terneergeslagen; want Ta marit was zij-n eenig k-i-nd. Omt-rent de vaixlw ijn-img van den jongen man vernam men allerlei geruchten; maar iets stelligs wist mlaman-d te vertéllen. En aan Hariailat, de etad der vreemdelingen, dacht voorktopig Belibni noch iemand an- HOOFDSTUK XV Gaddis volbrengt zijn zending Gadd-ie had nog altijd nriet gedaan, wat hij den stervenden Mosol'lam beloofde. Toch log de echuild niet aan hem. Hij hari Abi- noëm verteld, wat hij wiet en naar Zei-u- babel gevraagd; maar de koopman had hen» ten stirengste verboden dien man op te zoe ken. De jongeling vroeg waarom hij dan den wensch eens stervenden niet mocht raid-oen. Abinoèm gaf een bits antwoord en legvl-e hem het stilzwijgen op. Gaddte dacht onophoudelijk aan zijn be lofte on voort-du rond verw eet hij zich, dat hij den dooden Moeollam onrecht aandeed. Hij herinnerde zich meermalen don goewior» jongeling aa-n het pa-leis. naar hij meende, de eeiiigsfe peisoon in Babylon, die te ver trouwen was. (Wordl venolQti4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9