DINSDAG 7 JULI 1931 DERDE BLAD PAG. 9 BINNENLAND JAARUJKSCH UITSTAPJE NED. JOURNALISTENKRING NAAR DEN BOSCH EN OMGEVING Zaterdag heeft de Ned. Journalistenkring jn jaarlijksch uitstapje gehouden. Ditmaal aar de Brabamtsche hoofdstad en omge- Lng: Vught en Oistenvijk. Te 3 uur werd verzameld in de tweede las-wach'lkamer van het Bossche station, •aar het gezelschap van circa 100 dames i heeren welkom werd geheeten door den eer J. D. F. .stoor, hoofdredacteur van e Prov. Noord-urabantsche en 's Hertogen- ossche Courant, voorzitter der commissie an ontvangst Daarna begaven de deelnemers zich naar un hotels, om zich tegen 4 uur te veree igen op de Parade, waar de burgemeester an den Bosch, Mr. F. J. v. Lanschot, zijn asten opwachtte. Onder zijn leiding is aarna een langdurig bezoek gebracht aan e Kathedrale Basiliek van St. Jan, de rachtiige, laat-gothische kerk, die de glorie orrot van Brabant's hoofdstad. Bij het innenkexmen bespeelde de heer Alphons [osmans het groote orgel en daarna heeft e burgemeester aan het gezelschap op een ondwandeling uitvoerige inlichtingen ge- even omtrent de kerk, die aller diepe ne^ ■ondering wekte. De stadsbeiaardier, do eer A. van Balkom, bespeelde, toen he; ezelschap zich weer op de Parade .veree- igd liad, het carillon. Hierna wandelde men naar den Raads elder, waar de waard, de heer P. Hendrix, en journalisten een thee aanbood, die de Irabantsche gulheid in 'n keur van verver singen en versnaperingen demonstreerde. Vervolgens had op het Stadhuis de offi- ieele ontvangst plaats. In de prachtige Raadszaal sprak de bur- emeester een tintelend welkom; het was en en al geest en jovialiteit. Hij bracht namens het gemeentebestuur ulde aan de Nederlandsche journalisten, ie onze Nederlandsche journalistiek heb en gebracht op een hoog peil van degelijk- eid en betrouwbaarheid en vooral ook van nkreukbaarheid. De burgemeester wees in den loop van ijn rede op de toelating van den heer Van er Hout, secretaris van den Kring, tot pri aat-docent te Uitrecht, waarin hij een er- enning zag van 'de geheele journalistiek. De heer D. Hans, voorzitter van den fring, heeft de rede van den burgemees-tei eantwoord. Spr. dankte den burgemeester oor sijn woorden, wees op het nut van een oede samenwerking tusschen Overheid en 'ers en sprak de hoop uit, dat de stad on er leiding van burgemeester v. Lanschot ou blijven toenemen in welvaart en bloei. Hierna werden verversohingen aanigebo- >n en bezichtigde men het Stadhuis. Op- jieuw had de touf-gemeester een geweldig ucces door de wijze, waarop hij het gezel- chap inlichtte. De vroolijkheid was niet an de lucht. Het Stadhuis wekte daarbij Her bewondering. Evenals bij hét bezoek aan de St. Jan Leek de burgemeester bij dezen- rondgang en matador te zijn op het gebied der unstgeschiedenis. Stormenderhand verover- e hij aller bewondering en sympathie. Inmiddels had zich buiten op de Markt nder groote belangstelling der bevolking ,et bekende Koninklijk Muziekkorps der oormalige firma Goulmy en Baek opge teld onder leiding van zijn directeur, de reer Joh. Wie its. Toen de journalisten het ordes betraden, voerde hét korps ver- chillende nummers uit, besloten met het Velhelmus. Deze muzikale ovatie wrrd aan- ehoden door 'de vereeniging ,,'s-Hertogen- osch' Belang". Na afloop stelden B. en W. jö alle deelnemers zich achter het korps p en zoo werd de Nederlandsdhe Journa- isten Kring, terwijl duizenden zich langs» en weg bevonden en alle ramen en ven ters dicht bezet waren van menschen, met olie muziek naar het restaurant „Lo'hen- gebracht, waar het gemeentebestuur an Den Bosch een feestmaaltijd aanbood. De tafels en de lichtkronen in de zaal 'aren keurig versierd. Op het menu had lerman Moerkerk de koppen van vele be ende journalisten geteekend en ook de luziekoptocht van 's middags had hij bij oorbaat reeds in beeld gebracht. Aan tafel heerschte een opgewekte geest, lij herhaling bleek daarvan bij de gehou- en tafelspeeches. De burgemeester toonde ich daarbij een volmaakt gastheer. Na afloop van den maaltijd begaf het ge elschap zich in autobussen naar 't hotel De IJzeren Man" te Vughti, waar het ge meentebestuur van Vught een avondfeest anbood. Tegen het einde van den maaltijd was jor ons het uur van heengaan gekomen Den volgenden dag waren de journalisten e gasten van het gemeentebestuur van is'terwijk. De dag werd tusschen de ven en doorgebracht Op het water voor het café dreven ver- iohte bootjes rond. Het was een feeëriek ezicht We kunnen daarvan niet vertellen,,maar it mogen we wel zeggen, dat Den Bosch ioh, met de anderen, schitterend gehou- en hééft De Brabantaohe hoofdstad, met haar in- iressante geschiedenis en ontwikkeling, ok op het gebied van de kunst, mag er "in. Op gelukkig geleide wijze dntwikkelt zij zich, dank zij mede de stuwkracht van burgemeester Van Lanschot Daarvan te hebben kunnen kennis ne men, achten we een voorrecht. Den Bosch toont mee vooraan te willen staan in de ontwikkeling van ons nationale leven. Dat Vught en Oisterwijk tal van heer lijke plekjes bieden voor den vacantie- ganger was niet onbekend. Er is thans weer eens opnieuw de aandacht op gevestigd. Ten slotte zij nog vermeld, dat de meer dan 100-jarige Bossche Koekzaak van de firma J. A. Suys voor een alleraardigste attentie voor de dames zorgde, terwijl de firma Azijnman, sigarenfabrikante, een geu rig geschenk voor de heeren disponibel OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon. besluit is toegekend, bij bevorde ring, de gouden eeremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau, aan J. C. Boo- gaars. te Rotterdam; is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau G. Wolzak Ilzn. te Haarlem, en is toegekend de aan de Orde van Oranje Nassau verbonden eere medaille, in zilver, aan J. W. van Beurden te Botterdam. DIPLOMATIE. De nieuwe marine:attaché van de Ameri- kaanschc legatie te 's-Gravenhage, kapt. ter zee John Holmes Magruder, is te den Haag aangekomen en heeft zijn intrek voorloopig genomen in het hotel De Witte Brug. CONSULAIRE DIENST. Bij Kon. besluit is de heer H. W. Chr. Tietje erkend en toegelaten als consul- generaal der Dominicaanscihe Republiek te Amsterdam. Bij Kon. besl. is Mr. H. G. van Oven, consul-generaal der Nederlanden te Calcutta, op verzoek eervol teruggeroepen en is hq als consul-generaal der Nederlanden voor den tyd van een jaar ter beschikking gesteld, buiten bezwaar van 's lands schatkist. De ■waarneming van het consulaat-generaal te Calcutta is opgedragen aan den heer J. J. Ooyevaar, vice-consul der Nederlanden aldaar De consul-generaal der Nederlanden te Parijs, de heer L. Droogleever Fortuyn, is met een verlof van drie weken van zijn post vertrokken. De consul der Nederlanden, de heer G. M. Byvank, treedt op als waarne mend consul-generaal. AUDIËNTIES. De gewone audiëntie van den Minister Van Koloniën zal op Vrijdagen 10 en 17 Juli niet plaats hebben. VRAGEN VAN KAMERLEDEN BEBOUWING VAN DEN HOLTERBERG De gemeenteraad van Hoiliten heeft on langs besloten bebouwdtnig van den Haller heilig toe te staan en reeds is een begin van uitvoering aan dit besluit gegeven. Het Eeiste Kanaerliid Palaik heeft niu aan den mliniistetr van Blnmenlanidsohe Zeken gevraagd of -deze niiet van meeninig is, dat dientengevolge een zeer eöhioon natuur monument zal verforen gaan. Zoo ja, dan vraagt die heer Paliak of de rniiniister dan bereid de die noocliige maat regelen te nieimien om het behoud van ddt natuurmonument ih angeedbaniden staat te verzekeren. GEREF. EMIGRATIE-VEREEN. De landbouwkolonie Los Pinos. De Secretaris van de Geref. Emigratie-Ver- eeniging, Stationsplein 9b, Rotterdam, deelt ons mede, dat er een proef zal worden ge nomen met een Nederlandsche nederzetting te Los Pinos, in Argentinië. De kolonie ligt op c.a. 2 K.M. afstand van het spoorwegstation Pinos, in het Departe ment Balcarce van de provincie Buenos Ai res, ongeveer 400 K.M. ten Zuiden van Bue nos Aires, de hoofdstad van Argentinië. Zij bestaat uit 10 bedrijven van c.a. 30 H.A. elk, welke te zamen met een 80 H.A. groote mo delboerderij een aaneengesloten geheel vor: In Argentinië vindt men tot nu toe in hoofdzaak slechts groote extensief gedreven landbouwbedrijven, welke zich op een en kel product (bijv. tarwe) of veehouderij toe leggen. De Argentijnsche maatschappij, welke dit j kolonisatieproject heeft opgezet wil een aan vang maken met kleine gemengde bedrij- I ven, op intensieve wijze te exploiteeren door kundige Hollandsche boerengezinnen en de- de hun geheel vreemde omgeving de modelboerderij, aan het hoofd steld zullen worden een Hollandsche Land bouwingenieur met Hollandschen assistent. In aanmerking komen alleen werkelijk er varen landbouwers, welke hun vak ver staan. Onder geen voorwaarden personen van ander beroep, welke maar eens enkele jaren in den landbouw zijn geweest. Ver- eischt is kennis van veehouderij en van tuin bouw (bij voorkeur ook van fruitteelt). Te Pinos bestaan twee lagere scholen, waar het onderwijs in de Spaansche taal geschiedt. De bevolking is Katholiek en Ka tholieke kolonisten vinden een kerk in het Rtadje Balcarce, ongeveer 12 K.M. van Pinos verwijderd. De kolonisatiemaatschappij heeft toegezegd'voor de stichting van een Katholieke kapel te Pinos zelf zorg te zul len dragen, indien de kolonie bezet zou wor den door Katholieke Hollandsche kolonis ten. Te San Cayeton, 150 K.M. ten Zuiden van de kolonie, is reeds een Gereformeerde Ne derlandsche nederzetting, welke sedert kort een eigen Hollandschen Gereformeerden Predikant heeft gekregen. Mochten zich te Pinos Gereformeerde kolonisten nederzetten, i dan zal deze Predikant bereid zijn ook de Balcarce kolonie te bedienen. Wat dokter, apotheker en hospitaal be treft, dit alles vindt men te Balcarce. Voorts worden aan de kolonisten de noo- dige werktuigen verschaft. Al het bovenstaande is inbegrepen bij den koopprijs der bedrijven welke 48.0U0 -pesos bedraagt. Een peso is in normale tijden on geveer f 1.05 thans staat de peso echter tus schen 75 en 80 cent. Wat nu de regeling der betaling van don koopprijs betreft, deze is. als volgt: Nadat in de eerste jaren 10 pCt. van den koopprijs is betaald, gedurende welke jaren geenerlei interent jn rekening wordt gebracht betaalt de kolonist het eerste jaar nadat hij den eigendom verwierf in het geheel-niets, het tweede erf het derde jaar alleen rente (8 pCL 's jaars):, terwijl hij daarna de nog te betalen 43.200 pesos voldoet door, nevens de interest over het bestaande bedrag, 7 jaar lang telkens 864 pesos en daarna 15 jaar lang telkens 2456.80 pesos te betalen. Het staat den kolonisten ten allen tijde vrij om hun betalingen te vervroegen en te ver- hoogen, teneinde hun eigendom spoediger ge heel onbezwaard te bezitten. Van het eerste jaar af wordt van de op brengst der bedrijven, welke in rekening courant moet worden gestort, 200 pesos per volwassen persoon per jaar afgezonderd. Hiervan wordt 'n reservefonds gevormd tot 'n maximum van 3000 pesos per gezin. Dit re servefonds is bestemd om te zorgen, dat ko lonisten -welke genoodzaakt zijn zouden naar het vaderland terug te keeren, in ieder geval voldoende geld hebben voor de te rugreis. Wanneer de geheele koopprijs is betaald, worden deze gelden, welke tot dien on een bank gedeponeerd bleven, den kolo nisten uitbetaald. Kolonisten moeten in het bezit zijn van voldoende geld voor den overtocht. Deze kost per persoon f 260 tot f520 naar ge-lang van de klasse waarin zij wenschen te rei zen. Kinderen van 6 tot en met 11 jaar be talen halve, kinderen van 2 tot en met 5 jaar een kwart passage. Het is natuurlijk wel gewenscht, dat men na betaling van zijn passage nog over eenig geld beschikt (minstens enkele honderden guldens). SYNDICAAT LUCHTVERBINDING MET INDIE DE RAMP TE PARIJS Wat voor opbouw noodig Is. Naar wij vernemen van den voorzitter van het nationaal comité voor den weder opbouw van de Nederlandsche Afdeeling op de Int. Kol. Tentoonstelling te Parijs, is er in kas een bedrag van twee ton, dat voor de exploitatie noodig was, en dat vermeer derd moet worden met de assurantie-uit- keering, plus de reeds ontvangen giften tot een bedrag van f50.000. Dit zal voldoende zijn om drie zalen te bouwen, en sober in te richten. Maar voor eenige uitbreiding van dit noodgebouw, vóór waardige inrichting en versiering zal geen geld aanwezig zijn. Indien het teïitoonstel- lingsbestuur het aanbod der Fransche regee ring om drie millioen francs te schenken, had aanvaard, zou het over voldoende fi nanciën beschikt hebben. Doch het achtte het meer in overeenstemming met onze na tionale waardigheid zoo wij den herbouw geheel uit eigen middelen bekostigen. Indien dit geschiedt, zal dank zij de me dewerking van onze kunstenaars en van verschillende inzenders, Nederland opnieuw een paviljoen kunnen bouwen, dat gezien mag worden. INTERN. LANDBOUW INSTITUUT SPREEKUUR Dr. J. J. L. VAN RIJN. De wnd. directeur-generaal van den Land bouw ibrepgit ter kennis van belanghebben den, dat Dr. J. J. L. van Rijn, lid van het Permanent Comité van 't Internationaal Landbouw-Insti'tuut te Rome, voor hen zal zijn te spreken te Wageningen in het hotel „De Wereld", op Vrijdag 17 Juli a.s., des morgens van 10 tot 12 uur, en te 's-Graven hage in een lokaliteit van het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, Binnenhof, 19. op Maandag 20 Juli a.s., des namiddags van halfdrie tot vier uur. Een vertegenwoordiger van het Persbu reau Vaz-Dias had een onderhoud met den heer G. B. J. Sorgdrager, inspecteur van de Maatschappij Nederland", die met Ka pitein H. G. J. ter Marsch den jongsten tocht van de Zeppelin naar IJsland mee- maakte namens het Syndicaat voor de i Luchtverbinding met Inidië. De heer Sorgdrager wenschte op zijn rap port, dat hij aan het syndicaat zal uitbren- gen in geen enkel opzicht vooruit te loopen, j wel achtte hij de exploitatie van een lucht- i schipverbinding met Indië duur en zoo j voegde hij er bij er is niemand die op hel I oogenblik kan zeggen „we gaan het doen" of „we gaan het niet doen". De studie van dit onderwerp verkeert daarvoor nog veeJ j te veel in het beginstadium. I Vastomlijnde plannen heeft het syndicaat I nog niet. Natuurlijk zal moeten worden be- I studeerd, welk soort havens, vaste of drij vende, zullen dienen te worden ingericht j Op den Bodensee is indertijd een proef ge- I nomen met een drij venden hal, doch deze Iwas te lastig; in den oorlogstijd stond een J draaibare hal op het land. Maar dit heeft weer financieele bezwaren. Of dr. Eckener eerstdaags Holland voor besprekingen zal bezoeken, kon onze zegs man niet mededeélen. Het schip zal in de eerstvolgende maanden een groot aantal toch ten met passagiers maken. Een daarvan zal zioh waarschijnlijk uitstrekken tot Brazi- lië. Vol trots vertelde de heer Sorgdrager ten slotte nog, dat hij zelf aan het roer had ge staan maar het ging hem nog niet zoo erg glad af, „ik voel mij beter thuis op de brug van een mailboot, waar ik 28 jaar mijn j post heb gehad als stuurman en kapitein, in dienst van de Maatschappij Nederland" 1 Met nadruk wees onze zegsman er nog maals op. dat hij dentocht had gemaakt om indrukken op te doen, op plannen en j cijfers, wenschte hij niet vooruit te loopen. HET GROOTSTE SCHIP TER WERELD IN AANBOUW De 73.000 ton groote stoomer van de Cunard-lijn tn aanbouw te Clydebank Schotland Deze oceaan-stoomer wordt 340 meter lang. w a t CLAUDIUS CIVILUS (Ingezonden door P. M.). Een tijdje geleden, toen de Friezen en Ka- niuefaten In ons land waren komen wonen en de „Vatehieren in hun afgezakte boorn- - tammen de Kijn af waren komen hol len', en de bevolkingsregisters en afdeelin- gen Vreemdelingenverkeer overwerk handen gekregen, woonde er hier in de buurt een man, die zich boven de anderen onderschei den had. Dat kwam, omdat hij zoc lichaam had en zeer sterk was. Deze eigenschappen had hij verkregen, doordat hij veel deed aan wors.elen, fietsen en gymnastiek. Op zekeren dag was hij een nieuwe motor fiets, die hij op afbetaling had gekocht, aan het probeeren. Daar was hij al een aardig-tijdje mee be zig, toen hij eenige Batavieren tegenkwam. „Hei daar!", riepen dezen,, „wil.jij .wel eens afs.appen?". „Natuurlijk", zei Claudius, en hij stopte subiet. „Wat moet jullie van me?", vroeg hij. „Dat zullen we je zoo straks wel vertel len", zei een van hen, „maarrever tel ons eens hoe het hier heet". „Dat is gauw genoeg verteld", zei Glau- dius. „Hier ben je op de Wageningsche berg en als je goed kijkt zie je in de verte de 10- ren van Rotterdam, 't Is juist half tien, merk ilk". „Nou zeg, jij hebt ook goede oogen", zei een van de troep, die door een verrekijker gluurde. „Ik zie niet eens een toren, laat staan een wijzerplaat". „Heb je /het ook in de gaten", antwoordde Claudius, „dat komt omdat Rotterdam nog niet bestaat en de klokken worden ook pas later uitgevonden. Maar, propos, wat moe ten jullie nou?". „Wel", zei een Batavier, die een wit vest aan had, „we zoeken een nieuwen hoofd- „Nou, om die te vinden is geen kunst", zei Claudius, ,,'t Beste zal zijn als jullie een ad vertentie in één der groote dagbladen zet". „Welke krant dunkt U het beste?", vroeg een der Batavieren, die een hoogen hoed op had. „Laat eens kijken", zei Claudius. „Ik zon zoo zeggen, probeer 't eens met een Koe- riertje in „De Rotterdammer". „Wat zegt U nu?", riepen de Batavieren uit, „daar hebben wij nooit van gehoord" „Tja", zei Claudius, „dat komt ahveer, doordat de boekdrukkunst en de coüranten pas later uitgevonden zullen worden". „Zoudt U geen zin hebben om hoofdman bij ons te warden?", vroeg de Batavier met het witte vest. „Zin, zin heb ik wel, maar wat verdien ik er mee?". „Nu, laten we zeggen zes gulden per „Best, goed, top, in orde, aangenomen zei Claudius. Na deze redenaties brachten de Bataven Claudaus Civnus naar hun kamp. Claudius huutxie een bovenhuis en in het j pakhuis daaronder begon hij een zaakje in underdeeien van geweren, rijwielen en auto mobielen. Aldus begon hij de Batavieren te regeeren. Hij verdiende er gued zijn brood mee, n.aar jammer genoeg, sukkelde hij met zijn mid dageten. üp zekeren dag, toen hij rustig voor zijn raam een cigarette zat te rooken, zag hij in de verte een stofwolk naderen. „Kijk eens, vrouw, wie zouden daar aan komen zetten?" „Dat moeten bepaald de Romeinen zijn," zei z'n vrouw, terwijl ze èen kop thee voor hem klaar zette. „Dan moet ik er subiet heen," zei Clau dius, terwijl hij van zijn stoel opsprong. „Drink eerst je thee uit," zei z n vrouw, maar Claudius was al weg, greep zijn auto en stoof de Romeinen tegemoet. „Zeg eens, Claudius Civilus!" riep een wachter, „niet zoo hard rijden hier, be grepen?" In een oogwenk was Claudius bij de Ro meinen aangekomen. „Hei daarï" riep hij, „wat moet jullie hier en waar is je hoofdman?" „Die ben ik!" riep er een, die op een wit paard zat „Mag ik me even voorstellen. Mijn naam is Julius Caesar." „Aangenaam, ik heet Clgudius Civilus." „Zoo," zei de ander, „dan is u zeker een zoon van den ouden Civilus. Was die niet indertijd portier aan een theater te Rome?" „Dat zal mijn zuster zijn geweest," ant woordde Claudius, „want mijn vader was vroeger chauffeur op een taxi-auto in Veen- huizen. Maar wat zoekt u hier eigenlijk?", „O," zei Julius Caesar, „we zijn bezig het Romeinsche rijk een beetje te vergrooten en we hadden er graag 't land der Batavie ren bij." „Dat kan," zei Claudius, „als u maar lang genoeg wacht." Hij draaide gauw zijn auto om en vertok. Hierna begonnén de Bataven en Romei nen elkaar te beoorlogen, maar 't duurde niet lang, want Julius Caesar zei tot Clau dius Civilus: „Man, maak je niet dik, dun is de mode, en laten we goede vrienden „We zullen gezamenlijk een kopje koffie drinken en een bondgenootschap sluiten." „Dat doe ik met je," antwoordde Clau dius en hij dacht bij zichzelf: die zit Van toen af aan dateert het bondgenoot schap der Bataven en Romeinen. WIJZIGING PENSIOENWET VAN HET SPOORWEGPERSONEEL De directie van de Nederlandsche Spoor wegen zal hij de regeering aanhangig mai ken een voorstel tot wijziging van de Pen sioenwet voor Spoorwegambtenaren, waar door het mogelijk zal worden gemaakt dat personeel, dat wegens invaliditeit is afge keurd en gepensionneerd, bij mogelijk ta ter herstel weer in de vroeger bekleede functie wordt benoemd. Met de Commissie van Bijstand voor het Pensioenfonds zal over dit voorstel nog overleg worden gepleegd. INVALIDITEITS-COOPERATIE Uitvoering der Ziektewet. Wij ontvingen een circulaire, gericht aan de besturen van instellingen van weldadig heid en maatschappelijk nut, waarin deze besturen erop worden opmerkzaam ge maakt, dat door den algemeenen maatregel van bestuur van 23 Januari jl. ook alle ver- eenigingen, inrichtingen en stichtingen -on der de Ziektewet vallen. Deze circulaire welke de handteekening draagt van Dr. J. Th. de Visser, Mr. J. B. Kan, Dr. A. A. M, P. Kooien, Mevr. M. G. Muller-Lulofs, Jhr. Mr. D. R. de Marees van Swinderen, Mr. H. de Bie, Mr. W. J. Baron van Lynden, Mr. A. de Graaf, Mr. M. J. A. Moltzer, Dr. A. P. .van Rijn, A. J. da Costa en J. A. van Zutphen, wijst er op, dat de Regeering aan Instellingen van Weldadig heid en daarmede door haar gelijk te stel len instellingen van Maatschappelijk Nut de gelegenheid geeft om vrijgesteld te wor den van de wet door zioh aan te sluiten bij een organisatie speciaal voor zoodanige Instellingen opgericht. Tot nu toe bestaat in Nederland slechts één onderlinge organisatie, in den. geest van den Algemeenen Maatregel van Bestuur, namelijk de „Invaliditeits-Coöperatie" wier reglement door de Kroon op 7 Mei jl. is goedgekeurd. De onderteekenaans willen alle Instellin- Radio Nieuws. lezing. 8.159.45 Morg-enconcert 10.30 Tüdselr sein. 11—12 Harmonlumbeepelli llng doo M. F. Jurjaanz te Hilversum. Zang: van NeerdenOngers. sopraan. 12la.so isra- mofoonplaten-half uurtje. 12.30 TUdsein. 12.30—3 Middag-concert: H. Hermann, viool. f. v. d. Hurk fluit K. F. BorgerB, oello. Mej. Lulse Lauen- roth, plano en harmonium. 2 Tijdsein. 2.—2.30 Gramofoon. 2.30—3 Lezen van Chr. Lectuur door mej. M. Wentl 34.30 Concert: Br» stel. Plano. 4.301.45 Qramofcx zorging van den zender. 5 Tijdsein. 5—6 Kinder uurtje te leiden door Mevr. G. Kraan—v. d. Vlaardingen. Begeleiding: de j te Amersfo allerlei. 7 Tijdsein. 7- J. Luddlng te Utrecht, eenlglng ter bevordering de Jungent Ross*>". Onderwerp: de roos door de eeuwen heer foon. 8 Tijdsein. 8—10.45 het NCRV klein orkest, onder van den Hurk. 89 Orkest. Dr. J. Riemens. Ned. Herv. Predikant te Lelden Onderwerp: ..Vreugde en Leed in verband met catechisatie" 9.3010.45 Orkest 10—10.10 Pers berichten van Vaz Dias. 10.45—11.30 Gramofoon HILVERSUM (1875 M.) VARA. 6.457 en 7.307.45 Ochtendgymnastiek. S Tödaein. 8-01 Gramofoon. 9.30 Orgelspel. VPRO. 10 Morgen- RA. 10.15 Onze keuken. 11 Uramo- Radlo-Volks-Unlversiteit 11,35 Gra- 12 Tijdsein. 12.01 Politieberichten. 12,15 Middagconcert. 1.16 Onderbreking voor verzor ging van den zender. 2.15 Cooperatiekwartlertje 2,30 Kindermatlnée 3.30 Maak het zelf. Cursu! heer de va tenteelt „ni 7.308 Gramo- Wijding, va: foon. 11.05 I 6.01 Vooravond-Concert 7 Radio-Volks-Un slteit 7.80 Politieberichten 7.46 Toespraak Tödsein. 8.01 Optreden van Kees Pruis. Concert. 9 T •olg concert. 9,30 To( de VARA. 9.10 van Vaz Dlas. 10.10 Vervolg Concert 10.80 Ver volg optreden van Kees Pruis. 11 Vervolg en ■lot Concert. 11.30 Gramofoon. 12 Tijdsein en gen van Weldadigheid opwekken aanslui ting bij de „Invaliditeits-Cooperatie" in ernstige overweging te neinm. Het Bestuur der Iavaliditeits Coöperatie is gevestigd .tiouwst-nai 7, Den Haag. )E STER VAN HALALAT verhaal alt den tijd der Babylonische ballingschap HOOFDSTUK XIV Avonturen Toen Adhiiiramu tthuiis kwaim, veaigat hij en baid te nomen; zelfs dadht bij er nnet ain, dat hij eedieirt zijn vertrek bij Martiinu *>g niiiets gegeten had; maar den eersten laaf, dien hij ontmoette, vroeg hij: „Waar joinge meester?" was een uur geleden hij bem, toen hij lij bevat wijn te brengen. Hij lag op zijin iistbed en diroetg mij op, hem niet te 6to- en; hij was vermoeid." „Verzoek hem, niettegenstaande zijai ver ïioeidibeiid, bij mij te karnen." „Ik zat het wagen, beer!" „Suikkafl sprong variheai-gid op, toen hij oorde, dat Aölwiraanu teruggekeerd was; ij had doodsangsten uitgestaan en vrees dat de Sippaaaner zidh verdronken had •innen enkeile oogenblikken was hij in irmi's vertrek, waar hij dien gast Irak op een neer zag loopen. „Viueiid, vriend, wat beib i'k gister een aget om u uitgestaan. Wij wasten niet, rat. er van u geworden was!" „Ik was bij oneen vroegeren ieera-ar Mar- „Om zijn voorspellingen omtrent uw lot i vernemen?" „Gij hebt bet geraden „Em is bet iets goeds of kwaads, wat hij in.die stenren las?" „Het kan van beiden zijn. Hij begreep, dat ik aan eén keerpunt stornd en dat er verandering zou komen. Het gesternte stond boven ITalMat, de ©tod der vreemdelingen. En iuister nu eens! Toen Lk op mijn weg bet Jodenilcwairtier daartirak, merkte ik, dat Taimairit, die zoon van den Opperhofmees- „En werd dius een vijand von den Tamoiniit. Dat is een ongelukkige wending." „Meeir nog! Ik zag in dat ©dhoone kind een tweede Tana, even lieflijk ails deze," „Dat is beter nieuws dan bet vorige. Zei ilk niet, dat in Balbylons tuinen menige groeit, aQ beet ze dan ook niet Tana?" „Maar ik wil Tavat niet ontrouw wouden. Zij zaïl niet kunnen zeggen, dat Adhiramu gelijkt op een pailm, diie dooi- den wind heen en weer bewogen wordt." „Dat is ook ndiet noodlig. Bemin aldooa j uw Tana, maar versmaad daarom andrae scboone bloemen niet W'e is deze eohuone Jodin?" I „Dat w i Menduk of Na,bu of een Babylans." Dan is bet waarlijk een toer, haar op te sparen. De woningen den- Joden zijn voor ons zoo goed ais gesloten." „Maar ik ken de sbraat, en het meisje zail well miet zoo heel ven- daar vandaan wanen." „Laten wij morgen een en ander bespre ken. Vergeet thans niet, dat ge vermoeid zijt. Ik zail Geron roepen; gij moet een bad nemen. Kom dan bij mij terug: wij willen 'Ids Achd- ramu, hoe dlikwijis deze hem ook vroeg, ndiets verraden. Op zekeren avond trad Sukkal lachend in AoMramu's vertrek en deelde den vriend, dlie weer van dag bot dag zwaar- rd, mede, dat een bericht voor bem zag zijn vriend verbaasd aan. 'Sukkaö glomla^dhte eigenaar dig. „Laat hem komen! Wat zou hij verian- gen?" De eenste gedachte van den Sipparaner wa6, dat de bode met het Joodsclie meisje in betrekking stond. Zou het de vader zijn, I diie hier kwam om hem te bedanken? Maar I het kind kon onmogelijk weten, wie hij j Intusscben werd een oud man binnen- gelaten. Zijn hoofd was gebogen en over de borst golfde een sneeuwwitte baard Hij had een zwaar pak op den rag. Aohiiramu begreep niiet, gebeuren. Sukkall gaf den Jood een teeken: de man legde bet pak neer, nam de muts van het hoofd, bond een koord los, waa rdoor de sneeuwwitte baard op den grond viel. en j - Géron, die Syrische slaaf, stond voor den jongen man. „Géron, wat moet deze vermomming be- - teekenen?" „Zij opendie mij de deuren van de wo- I nomgen in de Jodenetad." nu moest „Mijn zuster bracht ons op dat plan," sprak Sukkal. „En wat nieuws brengt ge one? Hebt ge haar gezien?" „La-at tóe, beer, dat ik een en ander ver haal! Ik nam uw slaven mee, die de koets droegen, toen gij in de Jodenwijk waart, en deze onderrichtten mij omtrent den weg, welke bet meisje insloeg. Nu begon ik in het eerste huis om den hoek mijn waren aan te bi-eden. In het pak, dat daar bigt, zijn vensohói]-lende stoffen, armbanden, haai naalden kortom, ailües wat meisjes be lang inboezemt. Van een handelsman uit Sidon koopt men gaarne en zonder vrees bedrogen te worden; hij komt uit, het land, dat den Joden vroeger zijn waren ten ver koop aanbood. De meisjes kwamen en beza gen stoffen en sieraden. En omdat ik niet duur was, verkocht ik nog a-1 veel. Maar nergens bemerkte ik een meisje, dat ook metar eenagszins op Tavat-Hnsina geleek. Ge moet weten beer, dat ik bij onze komst te Sippara, Tana nauwkeurig gadiegeslagen heb. Allieen in één huis had men mij den toegang geweigerd. Een oude, brommdge man kwam bij d-e deu-r en riep el aan stonds, toen hij mij met zoo'n groot pak zag: „Niet noodig! Ga maar. verder!" „Die zal Mier allken wonen,daoht ik, „want bij zulk een ouden brombeer kan een jong meisje h-et mist uithouden" Maar vreemd, st-eöds dacht ik aan diie woning. \ls het meisje daa.r tooh eens was! Dat d-e ouda mij voor de tweede ma ail zou afwijzen, was stellig te verwaohten. Ik ging naar zijn buurman en vroeg, wie in het hu-is woonde. F«n 't was maar goed, dat ik zulks gevraagd helv w\w' juist daar, waar die na-re Jood woont, is hi-'-t metis j'" te vinden, dat gij zoekt Toen ik n-og thuis was, verhaalde een Griek mij eens, dat een afschuwelijke draak ik geloof, dat hij bet beest Mino taur us noemde eigens in een hol een meisje van buitengewone ©oh-ootnbeLd be waakte. Aan dien draak dacht ik, toen ik den oud eaan de d-eur van zijn huis zag". Hebt ge dan het meisje gezien?" vroeg Aohiiramu. i „De oude wilde het niet toestaan; maar i er is geen twijfel aan, dat zij het is. Gij, heer, zult allicht gemakkelijker toegang tot due wonting verkrijgen. De eigenaar is een koopman en het meisje de dochter zijns breeders. Doe of gij verlangt va-n Abinoém den koopman, zaken voor uw huis aan te schaffen; dan zult gij, indien bet geluk u gunstig is, weiikicht de nioht kunnen zien.' „O, gij slimme Géron! Wat moet ik u geven, otm uw volharding te beloonen?" „Heer, zend Géron een volgende maal weder eigens heen, aJs gij anders niemand vindt, dien gij kunt vertrouwen!" „Wat za.1 ik mu doen, Sukkal?" „Mogen naar de Jodenwijk gaan, zoo gij het lieve kind gaarne ziet!" „Ge twijfelt er aan? Moet ik u zeggen, dat met eiken dag haar beeld diteper in druk in mijn ziel maakt? Tana is voor mij verlorendat begrijp ik maar ail te goed. Alleen dot Jodenkimïd kon mij wellicht dat I worden, wat de andere mij tevoren is ge- Het was een straat kn de stad de«r vreem „Heer, diif huis is het!" sprak Geron, een der ©te-ven. dii-e de draagkoets hielden, waar in Aoh-iraimu gezeten was, en wees op een d-eur non de rechterzijde. Tarugzaam zetten beide dragers haar neer; maar nog vóör zij den grend raakte, was Achiiramu reeds uit de koets gesprongen. Hij was heden zorgvuldig gekleed en zijn haar verspreidde een geur van welriekend© oliën. Hij liep naai' die d-eur en klopte aan. Geen geluid was dear binnen hoorbaar. Hij klopte nogmaals en weer bleef het still. Toen beproefde hij de deur te openen; zij was niet gesloten. Adhiramu trad binnen. Voor hem lag een kleine bad, waarin twee 'deu- i ren. Hij liep op goed geluk naar een dier deunen. Ni-ets verhinderde hem binnen te gaanwant zij was niet gesloten. Maar het vertrek was leeg. Ook het andere; een der de, dat daaraan grensde, eveneens. Het hui6 soheen uitgestorven en toch moest iemand aanwezig zijn; and-ere zou mon och zeker de etraatd-eur gesloten hebben. Eindelijk wend een gedruisoh van voet etappen hoorbaar en vóór Aohiiramu nog j kon ond-erechsiden, waar' hij het geluid hoorde, ging de tegenoverstaand© deur open en hetzelfde mesije, dat hij op de straat met de twee Babylondfire gezien had, stond voor hem. Men kon zien, dat zij hevig schrok, toen zij (Jen jongen man bemerkte; maar de sohri-k veramdVindte in blijdschap, toen zij hem herkende. Een dankbire blik uit haar oogen was het toon voor zijn hulpvaardig heid. I „Is dit huis niet hot eigendom van een I koopman, Abinoëm genaamd?" begon Aohi- ramu, die zijn rol zoo goed mogelijk tracht- te te spelen Hij bediende zioh van de Chaj- deeuwsche taal, welke, wegens haar irroote overeenkomst met de Svrische, door de lo- iten verstaan en dikwijls ook gesproken 'Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9