Iter ëeVpauW}
Handwerken
GEHAAKT BEDDEKLEEDJE
leer dan eens hebben we er hier al eens
gewezen, wat eën goed gebruik men op'
e verschillende manieren kan maken van
Ibeeneinden van oude kousen,
lehalve het gebruik in de keuken als
itslappen (en dat is wel het allerlaatste)
linen ze ook en eerst dienen om
iy-dorectoirtjes, frokjes of kousjes te ma-
I, poppekleertjes, kindermutsen, enz. enz.,
I is te veel om het nu nog eens allemaal
jherhalen.
Jaar iets geheel nieuws, waar we het nog
fit over gehad hebben, maar wat de men
len die zuinig van aard en tot bewaren
ieigd nu met groote vreugde zal doen
iken aan hun doozen, manden of kisten
met oude-kousen-beenen, dat is, wat we
hieronder eens zullen gaan beschrijven,
let best is als men de kousen hoofdzake-
in twee, hoogstens drie of vier kleuren
jdt, bijv. zwart en één of twee lichtere
uren. Allicht is daar met zelf bijverven
t aan te doen, wanneer men bijv. de beige
uren bijéén neemt (de lichtere wat blj-
uren) en verdere meer afwijkende kleu-
i verft in zwart of donkerbruin, paars kan
t al. Als men maar bedenken wil, dat het
•ven in het algemeen maar lukt, wanneer
n van lichtere naar donkerder kleuren
trgaat.
ferder kan men van alles door elkaar ge
liken als maar 'n beetje kleur-bij-kleur
jft. Dat wil zeggen, dat men in de groep
art bijvoorbeeld, zoowel zij, katoen als
II, alles doorelkaar opmaken kan, als het
ar zwart is.
let eerste werk is nu te zorgen voor een
isachtig dikke houten haakpen, zoo een
men gebruikt voor Smyrnawol.
>Ju worden de kousen doorgeknipt in ree-
ii zoo lang als maar kan, dus van de boord
gaat men door de wreef van de voet heen,
Es wat niet heelemaal versleten ol gestopt
neemt men er bij. De reepen worden 2
I c.M. breed geknipt, voor rafelen boeft
in niet bang te zijn.
uen kan nu öf de einden van dezelfde
iur allemaal aan elkaar knoopen en op
1 kluwen winden, öf men naait ze even
it een groote vlugge steek de einden een
linig over elkaar laten vaJlen. Het laatste
Ivoordeeliger, het eerste wordt mooier
rk, want men laat dan bij het haken
|eds alle knoopen. aan den onderkant val*
ifen zet nu enkelè kettingsteken op én
akt die eerst tot een klein rondje, gaat
h verder, steeds rond (in een spiraal) ha
ll met vastentoeren. We hebben dit werk
i paar weken geleden uitvoeriger besohre-
a bij de zonnebloem, daarbij ging ook een
kening, zoodat we meenen nu zonder af-
ïlding te kunnen volstaan. Men zie maar
ar het binnendeel van de zonnebloem.
d, met eerst enkele toeren in één kleur te
men, daarna in een anderen, kan men
epen maken naar verkiezang. Ook bij de
ffia-tafelmatjes hebben we hetzelfde al ge
il. -
Hen moet dus maar steeds „op het gevoel
jaande" meerderen, juist zooveel dat men
i plat rond krijgt zonder hobbels en door-
ipend met vaste hand haken, zoodat het
rk niet los en slap wordt,
üoede kleuren zijn: zwart en beige zoo
odig met bruin er bij. Oof: paars met grijs
(en) lila Maar dan moet men verven,
int lila kousen hebben we niet
•let spreekt wel haast vanzelf, dat men
it juist in cirkels behoeft te werken, maar
n ovaal of rechthoek kan maken. Voor de
itste begint men al in de tweede toer met
t zetten van de hoeken, door daar drie vas-
i in één steek te werken.
Dp alle manieren 't zij men een ovaal
rechthoek maakt, in het laatste geval kan
t matje ook dienen bijv. voor serredeuren,
zal men er niet bepaald een salon mee
nkleeden het moet worden gevoerd
ft een stevig linnen, dat men aan de ran-
n met kleermakersgaren vastnaait
fVie meent geen kousen genoeg te hebben
|i het toch alvast eens kunnen beginnen,
zijn dan netjes bewaard en men ziet al-
st wat het worden kan en gaat dan oude
üsen opsparen.
Ook oude tricot van Öirectoirs, onder
jurken enz. zal wellicht kunnen dienen.
Het effect moet zoo zijn, dat niemand, diie
het niet weet, op het idee zou komen, waar
het kleedje van gemaakt is.
HAAKWERK
Breed eritre-deux
Eenigen tijd geleden werd hier weer eens
gevraagd naar een haakpatroon, dat men
voor sprei zou kunnen gebruiken. Een ander
wilde even later graag iets hebben voor
sloopen.
We zijn zoo gelukkig hier nu een duide
lijke afbeelding te kunnen geven van een
haakpatroon, dat zeker wel voor beide en
nog verscheidene andere doeleinden zal
kunnen dienen, natuurlijk in het eene geval
met dik breikatoen uitgevoerd en in het an
dere met haakgaren of kunstzijde.
Het sierlijke patroon, dat we hierboven nu
zien afgebeeld, heeft twee rechte kanten,
maar voor wie eenig slag van haken heeft,
moet het niet moeilijk zijn er ook een rand
van te maken, voor het geval dat men de ree
pen voor sprei of bedlakens wil gebruiken
en er dan een bijpassende rand aan wil ma
ken.
We meenen dat dit nu niet verder zal hoe
ven' te worden ultgeteekend, want zoowel als
men het eigenlijke entre-de<ux kan verbree-
den door er aan de kanten open hokjes bij
te werken, of „netwerk" van: een stokje, 3
losse 1 vaste, 3 losse, 1 stokje enz. (nog ééns
of tweemaal herhalen als men wil) zoo is
het ook mogelijk, door de bloemmotieven
niet in de breedte maar in de lengte te wer
ken, d.w.z. dat de bloemen naar een zijkant
gericht staan (men zou dus de vierkante
werkteekening die hieronder staat, aan den
rechterkant moeten beginnen inplaats
aan den onderrand en de toeren a wars
ken) een rand te maken waarna men dan
later natuurlijk langs heel den buitenrand
moet gaan mert een smalle schulp- of plcot-
rand, die in een of twee lengtetoeren wordt
gewerkt. Ook zou men het tusschenzetsel m
denzelfden stand kunnen werken, als hier
"gegévëa wordt en dan alleen aan één kant
zeg bijv. rechts op de teekening, de zijkant
wat uitschulpen, door daar de toeren steeds
meerderend, telkens een hokje langer te ha
ken tot waar dé punt van het ruitfiguurtje
het dichtst bij den kant komt; daarna weer
minderend, aan dezelfde kant, totdat men
komt bij de inham tusschen twee bloemmo
tieven.
Wie het uit deze beschrijving niet kan be
grijpen, kan het beter maar niet onderne
men en zal veel wijzer doen een smal neu
traal, d.wjs. op alles-passend schulprandje er
om te haken. Ojn kleedjes, die niet gehaakt
zijn, werkt men toch ook wel van die neu
trale randjes. We gaven daarvan alreeds ve
le voorbeelden, zoodat daar nu geen behoefte
aan zal zijn.
Nu volgfl hier dus nog alleen de beschrij
ving van het entre-deux, dat men geheel van
de werkteekening kan nahakeu, toer na toer,
als men even weet: men zet op 118 losse en
begint (aan den onderrand) met B stokjes
(op de werkteekening is ieder staand streep
je een stokje, verdor beduiden de zwM*te
pun/ten een stokje met twee losse, een stokje
enz., lange dwarse strepen beteekenen vijf
losse (met een stokje) terwijl tenslotte wat
In de teekening op de letter M lijkt, gewerkt
wordt als volgt: een stokje, 3 losse, een vas
te, 3e losse, 'n stokje). Dit is dus hetzelfde
als het „netwerk", waarover we het straks
hadden. Komt daar dan weer zoo'n M naast,
dan wordt het laatste stokje niet weer her
haald, maar is gelijk het begin van het vol
gend hokje.
Met even uitkijken sal ieder het nu heel
gemakkelijk kunnen vinden, hoop ik.
VOOR JONGE MEISJES
laten we hier nog weer een aardig Ideetje
zien, om van een oude japon, een jumpermo-
del of met bijgebruik van een oude Jumper,
nog een aardig sportief pakje te maken.
De jumper of oude japon verwerkt men
tot een open jasje, waarop men een paar
zakken zet en waarbij, een sjaal van hetzelf-
gemaakt wordt, die men óf geheel los erop
kan, of in het ruggedeelte aan den
halsband bij wijze van kraag op het jasje
hechten.
Een bijbehoorend mutsje zullen velen wel
naar het model van een ander kunnen ma
ken, maar ze staan lang niet iedereen.
Bijgaande afbeelding geven we nu hoofd
zakelijk om de gameering te laten zien,
van ook nog detailteekening hieronder
Men spant langs de randen een dubbele
dikke draad van wol of zijde, die overspan
nen wordt door kruissteekjes, niet vlak naast
elkaar maar op afstanden liggende.
Voor de zakjes, de sjaaleinden, eventueel
ook op het mutsje, komen dan nog kleine
ersieringen: een applicatie van twee drie-
loekjes, half over elkaar, die met een
staand randje aan den groot en dwareband
verbonden worden.
Verder maakt dé teekening het alles wel
duidelijk.
WATERPROOF MAKEN
Jansen mantels of hoeden
Daar dit een kwestie is, waar telkens en
telkens wéér naar gevraagd wordt, terwijl
het uit de correspondentie-rubriek zoo las
tig terug te vinden is, zullen we het nu
eens heel duidelijk en uitvoerig behandelen
en ook hier goed apart zetten, dan kan
men het artikeltje uitknippen. Tevens be
handelen we dan de moeilijkheid van de
genen die het middel toepasten en vlekjes
zagen ontstaan.
Het waterproof-maken past men toe op
jassen en mantels, zoowel als op vilten
hoeden, al zal men in het laatste geval na
tuurlijk niet zijn nieuwste exemplaar ge
bruiken.
Vooraf diene het volgende: men kan de
werking (om de loodoplossfng) niet in
een zinken teil of emmer uitvoeren, dus
steen of geëmailleerd! Ook moet mer
oplossing een vollen dag van te v
klaarmaken en kan men de jas of mantel
die gewasschen en gedroogd móet zijn vóór
het prepareeren, pas persen als deze totaal
droog is en daar dit drogen zonder eenig
wringen, knijipen of drukken moet geschie
den (kletsnat hangt men het kleedingsstuk
op) rekene men ook daarvoor minstens een
dag. Verder ook een dag voor het blijven
staan in het lood- en aluinbed.
Er kan dus volstrekt nooit kwestie zijn
van: morgen heb ik een regenjas noodig,
wacht, dan zal ik vandaag mijn mantel pre
pareeren. In geen geval wachte men dus
tot de regentijd er weer is, wat ook het
buiten drogen onmogelijk maakt, maar re
kene ook in drogen tijd erop, aat de be
werking over minstens een dag of drie, vier
moet loopen. Maar daarbij dient dan ook
weer niet vergeten te worden, dat het
den naar een chemische wasscherij meestal
een nog langer termijn vergt.
En nu de bewerking:
Los op: 2 ons aluin in ruim een liter
warm water en: 2 ons loodacetaat e
eens in ruim een liter warm water.
Deze twee lost men afzonderlijk op, maar
als de stoffen opgelost en de vloeistoffen
afgekoeld zijn; voegt men ze te samen, waar
bij gerust nog een klein beetje water voor
„omspoelen" gevoegd mag worden.
En dan laat men het mengsel een heel
etmaal rustig staan. Den volgenden dag giet
men die vloeistof, ze zevende door een doek,
voorzichtig over in den emmer of teil, die
men gebruiken zal. Laat van het bezinksel
vooral niets meekomen (anders nóg eens
zeven) Want wanneer er van die vaste stof
in hét Bad komt, zal men kleine vlekjes ln
het kleedingsstuk vinden. Het „onderste
dik" houde men dus achter bij het over
gieten.
Deze goed-geoeefde vloeistof, geheel Vrij
van vaste bestanddeelen, "kan men nu ver
dunnen met 5 liter koud water. Voor een
hoed of voor een kinderjasjé zal men dus
wel met de helft der hoeveelheid prepara
ten {een ons van elk) kunnen volstaan en
dan met 2Vfc liter water verdunnen.
Het kleedingstuk, dart men tevoren, (dus
daarmee beginnen voor men met het oplos
sen begint), goed heeft gewasschen er
droogd, wordt nu eerst even door lauw
water gehaald, en dan in het gereedge
maakte waterproofbad gezet Af en toe
wordt het daarin eens verlegd of geheel
omgekeerd (zorg dat het een beetje ruim
ligt en de teil of emmer dus niet te klein
is) en in het geheel laat men het er onge
veer 24 uur in staan, vooral niet langer, dus
niet vergeten!
Daarna wordt het zonder eenig „knijpen
of drukken" (dat zou immers barsten geven
in de „laag") er uitgehaald en breeduit o
een rek gehangen, waar men het ook af
toe wat op verleggen kan. Pas als het
heel droog is, kan men het oppersen.
UAPONGARNEERING
h.en ongemeens manier om een eenvoudig
glad japonnetje zouder kraag, of waarvan
men de kraag zou moeten vernieuwen, en
wat ook niet alleen voor jonge dametjes
geschikt is, kan men toepassen, als men in
het bezit is van een eindje franje, dat men
er natuurlijk ook voor koopen kan. Als men
maar "zorgt een beetje „soort bij .soort" te
blijven, dus b.v. niet: wollen franje op een
DE EERSTE SCHOOLDAG
Op een Septembermorgen staan
de moeders, en ze zien
hoe blij hun kinderen, babies nog,
Voor 't eerst in 't leven gaan;
Ze laten kleine handjes los
en blijven eenzaam staan.
Zóó kort, zoo snel de tijd voorbif*
toen moeder alles was;
Aan de open deuren, overal,
stil peinzend toeven zij,
en wuiven lachend nog 'n groet
en voelen zich niet blij
0 God, omsluit met teederheid
in uw meelijdend Hart
de vrouwen, die in angst en zorg
vandaag hebben geschreid
om 't kind, dat wegging uit hun huis
en hart, vol dartelheid.
Och Heer, Gij weet dit leven is zwaar
voor ieder moederhart;
Ze zegt het niemand dan aan u,
en daarom: Kom tot haar.
En blijf bij ieder kind dat gdét......
Behoed hen voor gevaar.
(K. V.) Vrij naar 't Engelsch
van G. Crowell.
zijden japon, omgekeerd kan eëfder.
Men werkt den hals af met een breede
platfte bies of een sjaalkraag. Wat men ook
neemt, men zorgt voor'n paar flinke lange
uiteinden die in de punt van de V-vormige
halsuitsnijding bij elkaar genomen worden
en zet langs de ondereinden een paar reep
jes, franje. Ook de mouw voorziet men van
een paar reepjes franje, boven elkaar opga
stikt.
NOG EENS: BABYVOEDING IN
HET TWEEDE JAAR
Door een abuis dat ik zelf niet begrijp,
heb ik vorige week, toen het ging over de
voeding van het kindje in het tweede Jaar,
het stuk over de periode van twaalf tot acht
tien maanden eruit laten laten vallen en be
gon bij de achttien (de voeding van het
kindje ln hert eerste jaar werd reeds vroeger
besproken).
Om het verzuim te herstellen, laat ik nu
hier ook nog even volgen wat over de vos
ding van de twaalf tot achttien maanden
door bekende specialisten, kinderdokters
wordt voorgeschreven.
Bij Prof. Dr. de Lange vinden ws:
„Vleesch laat ik liefst niet geven, voor het
kind ongeveer 1*4 jaar oud Is; wil men het
eerder geven, dan kan men het fijn maken
in "een vleeschmolen en dan mengen door
soep of purée.
Het verdient aanbeveling, den hoofdmaal
tijd midden op den dag fe stellen.
Geen wijn, geen bier, geen zoogenaamd ver
sterkende Tokayer, evenmin specerijen. Ook
oppassen met snoeperijen; een stukje goede
chocolade na het elen is geoorloofd.
Bij Jcinderen, ouder dan 9 maanden, moet
de hoeveelheid melk niet moer bedragen dan
y2 L. daags, (als drinken); het overige voed
sel wordt gegeven in den vorm van purée,
gestoofde groenten, pap en gestoofde vruch
ten. Wij zeggen dit nog eens uitdrukkelijk,
omdat de bloedarmoede, die men zoo dik
wijls ziet op 't einde van het eerste levens
jaar, veroorzaakt wordt door het te veel aan
melk. (Het ^Ind. Blz. 154).
Een ander bekend specialist, Dr. v. d.
Stempel, schrijft:
Van de 12de tot de 18de levensmaand:
„lste maaltijd, 7 a 8 uur "s morgens, één
beschuit of een sneetje brood van den vori-
gen dag, met boter, daarbij een glas melk.
Het brood mag in de melk geweekt, doch als
het kind tanden heeft, is het beter het voed
sel te laten kauwen en de melk afzonderlijk
te geven;
2de maaltijd: om 10 uur een gtas melk of
der cacao, daarbij een beschuit of sneetje
brood met boter;
3e maaltijd: om 1 uur 's middags bijv. pud
ding of bouillon met een bes buitje of sneed-
je brood;
4de maaltijd: om 5 uur, gelijk aan den
tweed - ^wisselend met bovenstaand dieet
kan r. ook geven;
lstc maaltijd: om 7 4 8 uur eer gekookt «1,
een boterham met boter en een
2de maaltijd: om 10 uru een g' - o*
cacaomelk met een sneetje brood - - -ter.
3de maaltijd: om 1 uur een 1. - nt oi
eetje brood, gedoopt in melk of fZ"t der-
lijk;
4de maaltijd: om 5 uur drie aardappelen,
goed fijn gemaakt met wat vleef ".nt, daar
bij een weinig geraspt vleesch en één glas
melk.
i 5 6 uur 's middags heeft een kind
niets meer noodig, en hoe vroeger het gaat
rusten, hoe beter. Bij zwakke kinderen kan
desnoods 's avonds om 10 uur nog een wei
nig melk gegeven worden, bij gezonde kin
deren is dit overbodig.
Bij zwakke kinderen geven men in plaats
van aardappelen enz., liever arrowroot, griea
meel of appelmoes.
Wordt het kind "s morgens vroeg wakker,
dan moet zijn ontbijt gereed staan; het Is af
te keuren, het kind nog een uur of langer te
laten vasten.
Voor vele kinderen tusschen de 12 en 18
maanden, die gewend zijn, groote maaltijden
te gebruiken, is het beter, maar driemaal
per dag t§ eten, bijv.:
lste maaltijd: S uur 's morgens: een halve
kan melk, met den een of anderen meel koet;
2de maaltijd;-! uur: een ei, vermengd met
een eetlepel tarwebloem en een eetlepel ha
vermout, daarbij een halve kan melk.
De havermout en de bloem worden met 4
eetlepels koud water aangemengd, tot het
een papje is, daarna wordt het goedgeklopte
ei er doorheen gemengd, daarbij roert men
de kokende melk ,en dit mengsel moet blij
ven opkoken, tot het dik is.
3de maaltijd: 5 i 6 uur, mag gelijk zijn
aan den eersten
Indien het kind vroeg in den morgen of
's avonds om 10 uur nog iets noodig heeft,
dan is een glas melk met een beschuit ruim
voldoende.
In het algemeen moeten we ook dringend
aanraden, bij kinderen beneden den leeftijd
van twee jaar, nu en dan wat versche vruch
ten sappen toe te dienen. Ongegist druiven
sap, bessensap, citroensap, sinaasappelsap,
gestoofde vruchten o.m. appelmoes, abriko
ren, enz., zijn werkelijke voedingsmiddelen,
die het ontstaan van Engelsche ziekte en
andere aandoeningen tegen gaan: ze werken
versterkend op het beenderenstelsel.
VERBETERING
Even 'eén paar zertfoutjes achterhalen,
die, hoewel niet van ernstigen aard zijnde,
toch leelijke kleine vlekjes maakten.
In ons vorig nummer staat ln de corr.-
rulbriek „de vragen die ik in 't algemeen
„bestudeerde", wal wel erg gewichtig
klinkt, maar natuurlijk had -daar gestaan:
„beantwoordde".
In het nr. van voor 14 dagen midden le
kolom, laart de zetter mij alwéér zeggen:
„Mensöh, men moet terwijl ik dat
nooit zeg of schnjf, maar wel: „Heuech.
men moet er tegen kunnen".
In de corresp.-rubriek aldaar lezen we
van „gevaarlijke" regenjasseh, die echter
maar .gewasschen" regenjassen waren, dus
heel wat onschuldiger.
b breiden
RECEPTEN
VERSCHILLENDE 9CHOTEM. T_
VAN OVERGESCHOTEN VLTESCH
VLEESCHSCHOTELTJ E
Als men een smakelijk Tleeschschoteltje van
reetjes wil maken neme men 300 gram vleesch
resten, 200 pram oud brood. 3 d.L melk. 3 eie
ren, 50 gram boter zout, peper, nootmuskaat.
Hat vleesch fijn hakken of malen, het brood
weeken ln de warme melk. het vleeöcrt» toeroe
pen en de peemolten boter en alles op fle
smaak afmaken met zout. peper -
kaat. Het menpsel verroenpen r
ANDER RECEPT VOOR OVERGESCHOTEN
bodem met e<
len: le« hier
»en stukje
of boter en strooi er ei
Lep hierop een
nip bloem
schouderham of baoon, dan
leden aardappelen: hierop het ln ne<tte
peschoten vleesch, dan
i 1 aapje
plakken ge<meder
weer een laagje sohijfjes appelen.
schouderham of bacon en ten slotte weer eei
1 aapje aardappelen. Giet hierover ongeveer
d.L bruin van Jus: lep op de aardappelai
stukjes vet of boter en ret den schotel eei
uurtje ln den oven.
^ver onze
correspondentie-rubriek
Zooals ik de vorige week reeds schreef,
lien we deze maand een slot maken aan
afhandeling van de achtergebleven vra-
nbrieven en beginnen met een nieuwe
Beling.
we zullen dan gevolg geven aan een reeds
oeger hier uitgesproken voornemen, en
i brieven splitsen. Als vanzelf zal het
in uitgesloten moeten worden, dat nog
leven in aanmerking komen, die van tien
l twintig vragen in één brief (ook nog
boter getallen kwamen voor!), durfden
[vatten. Hoogstens kan men verschillende
pgen op afzonderlijke velletjes schrijven
die in één envelop verzenden. Maar daar
'er nog nader op een andere plaats van
ize pagina
Nu wilde ik er hier slechts dit van zeggen;
It het in liet algemeen juist die ve«d-
kchcnde brieven zijn geweest, die onze
(rrespondentierubriek zoo zeer en zoo on
nodig ophielden, terwijl de soort brieven
e juist meer in den aard lagen van de
i oeling, zooals we die bij den aanvang
in dit werk uitspraken, steeds meer op
in achtergrond raakten, eensdeels omdat
e schrijfsters gewoonlijk bescheiden op-
erkten, dat zij geen haast met het ant-
i»rd hadden, anderdeels doordat die brie-
In onwillekeurig een meer uitvoerige be
bouwing vereischten.
Juist deze brieven bevatten meestal
fvestie's die bij meerderen tegelijk op-
izen, en die daarom van minstens even
ringend, en zeker meer vitaal belang zijn
in de zuiver-praktische vragen over huis.
feuken cn kleeding.
[Gewoonlijk zijn het brieven van heel jon-
fe mcnschen die worstelen met levenspro
blemen en die meest uit angst dat hun
„geval" zal worden herkend, of ook, omdat
zij gelooven, dat het zoo heel bijzondere en
op-zichzelf-staande ervaringen en gevoelens
zijn, waarmee zij tobben, haast altijd .om
een particuliere beantwoording vragen.
Dit nu is om verschillende redenen meest
al niet te doen. Alle redactie's willen hier
in vrij blijven en weigeren zich in deze door
lezeressen te laten voorschrijven.
Ten eerste is er het t ij d sbezwaar. Dat
kan men dadelijk en vanzelf begrijpen, of
men kan het ten eenemale niet begrijpen,
ook niet na ellenlange verklaring. Dus daar
praten we maar niet langer over.
Ten tweede; en dat is voor mij een nog
veel ernstiger bezwaar: wanneer we zulke
brieven persoonlijk gaan beantwoorden, woi
den we ook persoonlijk opgevat, kunnen
kwetsen waar we het allerminst bedoelen,
omdat we geen oogenblik een persoon yjjör
ons zien, of denken zoorals die i s, ja meestal
zullen we onder het schrijven heelemaal
geen persoon zien- Verder kunnen we, ook
al is onze beschouwing in het algemeen
juist en waar, maar voor dat bijzondere ge
val nét niet passend, zoo licht mistasten,
en zouden zoo besluiten bewerkon, of al
thans beïnvloeden, waarvoor we toch eigen
lijk geen verantwoording kunnen dragen.
Nu kan men in deze dingen wel gemak
kelijk zijn en zeggen: wat niet weet, wat niet
deert, en als je in den blinde slaat, zie je
zelf niet, waar het terecht komt maar ik
ben niet van dat gevoelen. Ik geloof dat
ieder mensch wel degelijk door alle leed en
kwaad, dat hij in de wereld sticht, hetzij
bedoeld, hetzij in zorgeloosheid een schuld
op zich laadt, die vroeg of laat van zijn
eigen hand zal worden opgeëischt.
Daarom hen ik altijd wat huiverig om in
bepaalde gevallen van beslissend advies te
dienen.
Er rijn mcnschen die het van haar redac
trice 2ouden willen laten afhangen of zij
zuiden trouwen of niet, of zij dezen man
zullen nemen of een andere, (die een ander
ambt oi positie bekleedt, méér weet ik dan
niet), of zij in betrekking (en welke dan),
zullen gaan of thuisblijven, of zij haar
dochters voor dit zullen laten opleiden, of
voor dat.
Denk u eens een oogenblik in, dat zoo'd
kind dén later haar beroep zal verfoeien en
zeggen: ja, ik had zelf heel wat anders wil
len worden en dat zou ook wed gebeurd zijn
als die eigenwijze redactie van een vrou
wenrubriek indertijd maar niet aan m'n
moeder had geschreven...
Geven wij nu echter hier een meer al-
gemeene beschouwing over het bepaalde ge
val waar do menschen mee zitten laten
wij er van verschillende kanten, ook
vooral van den kant drie Juist duister is
voor de vragende wat licht over vallen,
c.an is dat eigenlijk wel alles wat we kun
nen doen en dan blijven de beslissingen
voor de verantwoording van de menschen
zelf. Maar, dat hopen we tenminste dan
zijn die beslissingen, door onze uiteenzetting
en belichting, een beetje minder moeilijk ge
worden.
Eon heel enkele lezeres ls dan ook wel eens
zoo verstandig geweest om te vragen, niet
of ik wil beslissen, maar of ik in de krant
eens een beschouwing wil geven over de
kwestie (meest van opvoedkundigen aard)
In het vervolg zullen we dus geregeld
zulke brieven wat meer artikelsgewijs be
handelen. We doen dat dan zóó-, dat de
vraagsters niet to herkennen zijn, zetten dus
geen (of andere) naamletters men kan
natuurlijk een schuilnaam opgeven bij de
vraag en veranderen zoo noodig soms een
ietsje in de besproken situatie. Maar aan
den anderen kont hopen we dan ook te
zorgen, dat de vragende of zoekende wel zelf
het geval herkennen kan, opdat zij niet na
maanden nog vragen: waar blijft mijn ant
woord toch zonder te hebben gezien, dat
het alreeds behandeld ls. Dit gebeurde na
melijk wel eens, wanneer we vraagkwestie's
gewoon door onze artikelen heel behandeld
hadden.
We stellen ons wei wat voor van deze
nieüwe regeling. Er zijn zoovele jonge meis
jes die tol ben met kwesties waar de ouders
zoo totaal vreemd en onwetend tegenover
staan, dat zij zeggen: ik kan er tegen moe
der niet over beginnen zolfs.
Er zijn vele moeders, ook onder onze leze
ressen en ook zelf onder de briefschrijfsters
eoms, die er in de verste verte geen lv>-sef
van hebben hoe groot en alzijdig de verlok
kingen en verleidingen rijn, waar haar |on-
ge meisjes in het werkleven op winkel, kan
toor en soms zelfs school, soms aan bloot
staan, wé4r de eigenlijke gevaren liggen
Zij zien ze niet waar ze zijn, en zoeken ze
vaak daar, waar ze juist niet liggen.
En dan schijnen er nog te zijn, die vol
strekt niet beseffen, dat ouders die tegen
woordig haar meisjes slechts laten opleiden
voor een bepaald beroep ook al is dit
nog zoo loonend haar met een schromelijk
tekort het leven insturen, wanneer zij haar
niets, letterlijk niets, van huiselijke handig
heid weten bij te brengen. Want dat kan
later een groote belemmering blijken voor
het rinden van het diepe stille levensgeluk,
dat in dit rijke leven vooral tegenwoordig
ook voor de ongehuwde vrouw bereikbaar is
Aan den anderen kant, en dot is haast nog
erger, zvjn er moeders die gelooven dat het
ook in onzen tijd nog voldoende is, wanneer
zij haar dochters alleen maar voor het hu
welijk opleiden, alsof dit het eenige levens
doel en levensgeluk kan zijn, en alsof daar
vast op te rekenen valt.
Wat heb ik het vaak aandoenlijk gevon
den om jonge meisjes, die niet zóó afhan
kelijk van aard waren om de ouders maar
in alles voor haar te laten denken n be
slissen, maar toch ook weer niet voldoende
met mijn moeder kan ik heelemaali niet
praten, die begrijpt nooit iets van me!"
Hert is in dat verband gezien, dan ook
voor vele jonge meisjes in onzen tijd zoo
echt jammer, dat haar moeders, die vroeger
alleen njaar thuis of althans in huishou
delijke h strekkingen gebleven zijn er zoo
heelemar geen idee van lebben wat het
werkleven buitenshuis voor menig jong
en ouder meisje bete «ik ent, ook lichame
lijk! En zoo heb ik ook meer dan eens ern
stige jonge meisjes, dde van harte hot goede
vulden betrachten, maar nog niet den weg
kenden ln het praktische leven, die niet
altijd Juist wisten te kiezen in zaken van
omgang en vriendschap, met een zekere
jaüouzie hooren praten over derden, andore
jonge meisjes, die met haar moeders wel
konden gedeneeren over haar werk- en stu
dieplannen.
Nu zal ik de laatste nog niet willen zyn,
om te beweren dat men altijd prerfes het
zelfde vroeger ervaren moet hebben, om er
ooit te kunnen i nkomen. Maar er schijnt hij
vele moeders te bestaan een soort o n w i
om uit het eigen gedochtenlcven uit te
treden en te komen in dat van andereu.,
zelfs en -juist als die anderen haar eigen
opgroeiende kinderen zijn. Het is som- alsof
zij haar kinderen het volwassen-worden ver
wijten, hert is «vaak ook, waalmeer do-zo
kinderen spreken over plannen of moeilijk
heden, zooals alle andore jongelui ze «rok
hebben (pf zien) dat de ouders het gevoel
hebben of alleen hun eigen kinderen zoo
„eigengereid" zijn, en die van andoren niet
En daarom lijkt het hen dan beter, er niet
te veel notitie van te nemen.
Het harde werkleven, dot door de vele
klotne zorgjes, steeds meer den horizon ver-,
nauwen ging, en het uitzicht belemmeren,
heeft daar misschien wel de grootste schuld
aan. En we willen er dan ook niemand hard
om vallen, maar het feit ligt er zoo, en dient
geconstateerd.
Om ad die dingen atefl ilk mij dam ook
voor, dat d-eee rubriek naar twee zijden
nut aad kummen doen. NSiet alleen dat we
jotnge meisjes zij zijn het 't meeat die
raad en voorlichting in bepaalde kweetiee
vragen maar vender doon ook véle moe
ders dit) op hun verzooken en klndhton
hopen een weemdg te kunmen helpen, maar
ook kunnen tegelijkertijd aam den anderen
kant veile andere lezeressen door de geo-e-
zon vragen en behandelde kwesties eenig
Inzicht krijgen in de moeilijkheden waar
mee in onze dagen jonge menschen wel
licht ook ha Ar kinderen soms hebben ts
worerteflen We willen daarom die rubrit-k
noemen „Gerezen vragen", om-lat de stof
uiit onze ïezereseeiikring komt en am4.it
we er ook aülecn kwesties behandelen, die
uit de diepte oprijzen en vooral niet de piert
luttige kteiintgheden en vondsten van men
schen die gekke vragen doen om im teres-
samt te lijken. Ik heb die altijd wol herkend
en zei ze ook vorder herkennen.
Naschrift: Laaf ik. om mogelijk mis-
verotand te voorkomen, tenslotte nog even
opmeriien, dat. al wordt volstrekt niet „ver
boden" ree-Is dadelijk met owntueele nieu
we moeilijkheden hier te komen reeds
bij voorbant afwijzen hebben we nr*rt
gmag godaan zoo is de toestand ook
evenmin zoo, «lat we wachten op ,/*of\
Een aardig stapeltje van brieven, die ik
aldoor opzij gelegd heb. in het vage plan,
ze op een manier nis hier bcschrev«-n. nog
eens onder de Taipe te borinn. Mjat roede ge-
duM/ig ie wachten, en gaat dms in elk gevwi
voor. temeer omt* t bij sommige al bladzij
den -lnr.ee antwoorden staan geschreven.
In <Mt of kv. nummer vinden we roede
het eerste stukje van de nieuwe rubriek.