Iter ëeVpauW} Handwerken GEHAAKT BEDDEKLEEDJE leer dan eens hebben we er hier al eens gewezen, wat eën goed gebruik men op' e verschillende manieren kan maken van Ibeeneinden van oude kousen, lehalve het gebruik in de keuken als itslappen (en dat is wel het allerlaatste) linen ze ook en eerst dienen om iy-dorectoirtjes, frokjes of kousjes te ma- I, poppekleertjes, kindermutsen, enz. enz., I is te veel om het nu nog eens allemaal jherhalen. Jaar iets geheel nieuws, waar we het nog fit over gehad hebben, maar wat de men len die zuinig van aard en tot bewaren ieigd nu met groote vreugde zal doen iken aan hun doozen, manden of kisten met oude-kousen-beenen, dat is, wat we hieronder eens zullen gaan beschrijven, let best is als men de kousen hoofdzake- in twee, hoogstens drie of vier kleuren jdt, bijv. zwart en één of twee lichtere uren. Allicht is daar met zelf bijverven t aan te doen, wanneer men bijv. de beige uren bijéén neemt (de lichtere wat blj- uren) en verdere meer afwijkende kleu- i verft in zwart of donkerbruin, paars kan t al. Als men maar bedenken wil, dat het •ven in het algemeen maar lukt, wanneer n van lichtere naar donkerder kleuren trgaat. ferder kan men van alles door elkaar ge liken als maar 'n beetje kleur-bij-kleur jft. Dat wil zeggen, dat men in de groep art bijvoorbeeld, zoowel zij, katoen als II, alles doorelkaar opmaken kan, als het ar zwart is. let eerste werk is nu te zorgen voor een isachtig dikke houten haakpen, zoo een men gebruikt voor Smyrnawol. >Ju worden de kousen doorgeknipt in ree- ii zoo lang als maar kan, dus van de boord gaat men door de wreef van de voet heen, Es wat niet heelemaal versleten ol gestopt neemt men er bij. De reepen worden 2 I c.M. breed geknipt, voor rafelen boeft in niet bang te zijn. uen kan nu öf de einden van dezelfde iur allemaal aan elkaar knoopen en op 1 kluwen winden, öf men naait ze even it een groote vlugge steek de einden een linig over elkaar laten vaJlen. Het laatste Ivoordeeliger, het eerste wordt mooier rk, want men laat dan bij het haken |eds alle knoopen. aan den onderkant val* ifen zet nu enkelè kettingsteken op én akt die eerst tot een klein rondje, gaat h verder, steeds rond (in een spiraal) ha ll met vastentoeren. We hebben dit werk i paar weken geleden uitvoeriger besohre- a bij de zonnebloem, daarbij ging ook een kening, zoodat we meenen nu zonder af- ïlding te kunnen volstaan. Men zie maar ar het binnendeel van de zonnebloem. d, met eerst enkele toeren in één kleur te men, daarna in een anderen, kan men epen maken naar verkiezang. Ook bij de ffia-tafelmatjes hebben we hetzelfde al ge il. - Hen moet dus maar steeds „op het gevoel jaande" meerderen, juist zooveel dat men i plat rond krijgt zonder hobbels en door- ipend met vaste hand haken, zoodat het rk niet los en slap wordt, üoede kleuren zijn: zwart en beige zoo odig met bruin er bij. Oof: paars met grijs (en) lila Maar dan moet men verven, int lila kousen hebben we niet •let spreekt wel haast vanzelf, dat men it juist in cirkels behoeft te werken, maar n ovaal of rechthoek kan maken. Voor de itste begint men al in de tweede toer met t zetten van de hoeken, door daar drie vas- i in één steek te werken. Dp alle manieren 't zij men een ovaal rechthoek maakt, in het laatste geval kan t matje ook dienen bijv. voor serredeuren, zal men er niet bepaald een salon mee nkleeden het moet worden gevoerd ft een stevig linnen, dat men aan de ran- n met kleermakersgaren vastnaait fVie meent geen kousen genoeg te hebben |i het toch alvast eens kunnen beginnen, zijn dan netjes bewaard en men ziet al- st wat het worden kan en gaat dan oude üsen opsparen. Ook oude tricot van Öirectoirs, onder jurken enz. zal wellicht kunnen dienen. Het effect moet zoo zijn, dat niemand, diie het niet weet, op het idee zou komen, waar het kleedje van gemaakt is. HAAKWERK Breed eritre-deux Eenigen tijd geleden werd hier weer eens gevraagd naar een haakpatroon, dat men voor sprei zou kunnen gebruiken. Een ander wilde even later graag iets hebben voor sloopen. We zijn zoo gelukkig hier nu een duide lijke afbeelding te kunnen geven van een haakpatroon, dat zeker wel voor beide en nog verscheidene andere doeleinden zal kunnen dienen, natuurlijk in het eene geval met dik breikatoen uitgevoerd en in het an dere met haakgaren of kunstzijde. Het sierlijke patroon, dat we hierboven nu zien afgebeeld, heeft twee rechte kanten, maar voor wie eenig slag van haken heeft, moet het niet moeilijk zijn er ook een rand van te maken, voor het geval dat men de ree pen voor sprei of bedlakens wil gebruiken en er dan een bijpassende rand aan wil ma ken. We meenen dat dit nu niet verder zal hoe ven' te worden ultgeteekend, want zoowel als men het eigenlijke entre-de<ux kan verbree- den door er aan de kanten open hokjes bij te werken, of „netwerk" van: een stokje, 3 losse 1 vaste, 3 losse, 1 stokje enz. (nog ééns of tweemaal herhalen als men wil) zoo is het ook mogelijk, door de bloemmotieven niet in de breedte maar in de lengte te wer ken, d.w.z. dat de bloemen naar een zijkant gericht staan (men zou dus de vierkante werkteekening die hieronder staat, aan den rechterkant moeten beginnen inplaats aan den onderrand en de toeren a wars ken) een rand te maken waarna men dan later natuurlijk langs heel den buitenrand moet gaan mert een smalle schulp- of plcot- rand, die in een of twee lengtetoeren wordt gewerkt. Ook zou men het tusschenzetsel m denzelfden stand kunnen werken, als hier "gegévëa wordt en dan alleen aan één kant zeg bijv. rechts op de teekening, de zijkant wat uitschulpen, door daar de toeren steeds meerderend, telkens een hokje langer te ha ken tot waar dé punt van het ruitfiguurtje het dichtst bij den kant komt; daarna weer minderend, aan dezelfde kant, totdat men komt bij de inham tusschen twee bloemmo tieven. Wie het uit deze beschrijving niet kan be grijpen, kan het beter maar niet onderne men en zal veel wijzer doen een smal neu traal, d.wjs. op alles-passend schulprandje er om te haken. Ojn kleedjes, die niet gehaakt zijn, werkt men toch ook wel van die neu trale randjes. We gaven daarvan alreeds ve le voorbeelden, zoodat daar nu geen behoefte aan zal zijn. Nu volgfl hier dus nog alleen de beschrij ving van het entre-deux, dat men geheel van de werkteekening kan nahakeu, toer na toer, als men even weet: men zet op 118 losse en begint (aan den onderrand) met B stokjes (op de werkteekening is ieder staand streep je een stokje, verdor beduiden de zwM*te pun/ten een stokje met twee losse, een stokje enz., lange dwarse strepen beteekenen vijf losse (met een stokje) terwijl tenslotte wat In de teekening op de letter M lijkt, gewerkt wordt als volgt: een stokje, 3 losse, een vas te, 3e losse, 'n stokje). Dit is dus hetzelfde als het „netwerk", waarover we het straks hadden. Komt daar dan weer zoo'n M naast, dan wordt het laatste stokje niet weer her haald, maar is gelijk het begin van het vol gend hokje. Met even uitkijken sal ieder het nu heel gemakkelijk kunnen vinden, hoop ik. VOOR JONGE MEISJES laten we hier nog weer een aardig Ideetje zien, om van een oude japon, een jumpermo- del of met bijgebruik van een oude Jumper, nog een aardig sportief pakje te maken. De jumper of oude japon verwerkt men tot een open jasje, waarop men een paar zakken zet en waarbij, een sjaal van hetzelf- gemaakt wordt, die men óf geheel los erop kan, of in het ruggedeelte aan den halsband bij wijze van kraag op het jasje hechten. Een bijbehoorend mutsje zullen velen wel naar het model van een ander kunnen ma ken, maar ze staan lang niet iedereen. Bijgaande afbeelding geven we nu hoofd zakelijk om de gameering te laten zien, van ook nog detailteekening hieronder Men spant langs de randen een dubbele dikke draad van wol of zijde, die overspan nen wordt door kruissteekjes, niet vlak naast elkaar maar op afstanden liggende. Voor de zakjes, de sjaaleinden, eventueel ook op het mutsje, komen dan nog kleine ersieringen: een applicatie van twee drie- loekjes, half over elkaar, die met een staand randje aan den groot en dwareband verbonden worden. Verder maakt dé teekening het alles wel duidelijk. WATERPROOF MAKEN Jansen mantels of hoeden Daar dit een kwestie is, waar telkens en telkens wéér naar gevraagd wordt, terwijl het uit de correspondentie-rubriek zoo las tig terug te vinden is, zullen we het nu eens heel duidelijk en uitvoerig behandelen en ook hier goed apart zetten, dan kan men het artikeltje uitknippen. Tevens be handelen we dan de moeilijkheid van de genen die het middel toepasten en vlekjes zagen ontstaan. Het waterproof-maken past men toe op jassen en mantels, zoowel als op vilten hoeden, al zal men in het laatste geval na tuurlijk niet zijn nieuwste exemplaar ge bruiken. Vooraf diene het volgende: men kan de werking (om de loodoplossfng) niet in een zinken teil of emmer uitvoeren, dus steen of geëmailleerd! Ook moet mer oplossing een vollen dag van te v klaarmaken en kan men de jas of mantel die gewasschen en gedroogd móet zijn vóór het prepareeren, pas persen als deze totaal droog is en daar dit drogen zonder eenig wringen, knijipen of drukken moet geschie den (kletsnat hangt men het kleedingsstuk op) rekene men ook daarvoor minstens een dag. Verder ook een dag voor het blijven staan in het lood- en aluinbed. Er kan dus volstrekt nooit kwestie zijn van: morgen heb ik een regenjas noodig, wacht, dan zal ik vandaag mijn mantel pre pareeren. In geen geval wachte men dus tot de regentijd er weer is, wat ook het buiten drogen onmogelijk maakt, maar re kene ook in drogen tijd erop, aat de be werking over minstens een dag of drie, vier moet loopen. Maar daarbij dient dan ook weer niet vergeten te worden, dat het den naar een chemische wasscherij meestal een nog langer termijn vergt. En nu de bewerking: Los op: 2 ons aluin in ruim een liter warm water en: 2 ons loodacetaat e eens in ruim een liter warm water. Deze twee lost men afzonderlijk op, maar als de stoffen opgelost en de vloeistoffen afgekoeld zijn; voegt men ze te samen, waar bij gerust nog een klein beetje water voor „omspoelen" gevoegd mag worden. En dan laat men het mengsel een heel etmaal rustig staan. Den volgenden dag giet men die vloeistof, ze zevende door een doek, voorzichtig over in den emmer of teil, die men gebruiken zal. Laat van het bezinksel vooral niets meekomen (anders nóg eens zeven) Want wanneer er van die vaste stof in hét Bad komt, zal men kleine vlekjes ln het kleedingsstuk vinden. Het „onderste dik" houde men dus achter bij het over gieten. Deze goed-geoeefde vloeistof, geheel Vrij van vaste bestanddeelen, "kan men nu ver dunnen met 5 liter koud water. Voor een hoed of voor een kinderjasjé zal men dus wel met de helft der hoeveelheid prepara ten {een ons van elk) kunnen volstaan en dan met 2Vfc liter water verdunnen. Het kleedingstuk, dart men tevoren, (dus daarmee beginnen voor men met het oplos sen begint), goed heeft gewasschen er droogd, wordt nu eerst even door lauw water gehaald, en dan in het gereedge maakte waterproofbad gezet Af en toe wordt het daarin eens verlegd of geheel omgekeerd (zorg dat het een beetje ruim ligt en de teil of emmer dus niet te klein is) en in het geheel laat men het er onge veer 24 uur in staan, vooral niet langer, dus niet vergeten! Daarna wordt het zonder eenig „knijpen of drukken" (dat zou immers barsten geven in de „laag") er uitgehaald en breeduit o een rek gehangen, waar men het ook af toe wat op verleggen kan. Pas als het heel droog is, kan men het oppersen. UAPONGARNEERING h.en ongemeens manier om een eenvoudig glad japonnetje zouder kraag, of waarvan men de kraag zou moeten vernieuwen, en wat ook niet alleen voor jonge dametjes geschikt is, kan men toepassen, als men in het bezit is van een eindje franje, dat men er natuurlijk ook voor koopen kan. Als men maar "zorgt een beetje „soort bij .soort" te blijven, dus b.v. niet: wollen franje op een DE EERSTE SCHOOLDAG Op een Septembermorgen staan de moeders, en ze zien hoe blij hun kinderen, babies nog, Voor 't eerst in 't leven gaan; Ze laten kleine handjes los en blijven eenzaam staan. Zóó kort, zoo snel de tijd voorbif* toen moeder alles was; Aan de open deuren, overal, stil peinzend toeven zij, en wuiven lachend nog 'n groet en voelen zich niet blij 0 God, omsluit met teederheid in uw meelijdend Hart de vrouwen, die in angst en zorg vandaag hebben geschreid om 't kind, dat wegging uit hun huis en hart, vol dartelheid. Och Heer, Gij weet dit leven is zwaar voor ieder moederhart; Ze zegt het niemand dan aan u, en daarom: Kom tot haar. En blijf bij ieder kind dat gdét...... Behoed hen voor gevaar. (K. V.) Vrij naar 't Engelsch van G. Crowell. zijden japon, omgekeerd kan eëfder. Men werkt den hals af met een breede platfte bies of een sjaalkraag. Wat men ook neemt, men zorgt voor'n paar flinke lange uiteinden die in de punt van de V-vormige halsuitsnijding bij elkaar genomen worden en zet langs de ondereinden een paar reep jes, franje. Ook de mouw voorziet men van een paar reepjes franje, boven elkaar opga stikt. NOG EENS: BABYVOEDING IN HET TWEEDE JAAR Door een abuis dat ik zelf niet begrijp, heb ik vorige week, toen het ging over de voeding van het kindje in het tweede Jaar, het stuk over de periode van twaalf tot acht tien maanden eruit laten laten vallen en be gon bij de achttien (de voeding van het kindje ln hert eerste jaar werd reeds vroeger besproken). Om het verzuim te herstellen, laat ik nu hier ook nog even volgen wat over de vos ding van de twaalf tot achttien maanden door bekende specialisten, kinderdokters wordt voorgeschreven. Bij Prof. Dr. de Lange vinden ws: „Vleesch laat ik liefst niet geven, voor het kind ongeveer 1*4 jaar oud Is; wil men het eerder geven, dan kan men het fijn maken in "een vleeschmolen en dan mengen door soep of purée. Het verdient aanbeveling, den hoofdmaal tijd midden op den dag fe stellen. Geen wijn, geen bier, geen zoogenaamd ver sterkende Tokayer, evenmin specerijen. Ook oppassen met snoeperijen; een stukje goede chocolade na het elen is geoorloofd. Bij Jcinderen, ouder dan 9 maanden, moet de hoeveelheid melk niet moer bedragen dan y2 L. daags, (als drinken); het overige voed sel wordt gegeven in den vorm van purée, gestoofde groenten, pap en gestoofde vruch ten. Wij zeggen dit nog eens uitdrukkelijk, omdat de bloedarmoede, die men zoo dik wijls ziet op 't einde van het eerste levens jaar, veroorzaakt wordt door het te veel aan melk. (Het ^Ind. Blz. 154). Een ander bekend specialist, Dr. v. d. Stempel, schrijft: Van de 12de tot de 18de levensmaand: „lste maaltijd, 7 a 8 uur "s morgens, één beschuit of een sneetje brood van den vori- gen dag, met boter, daarbij een glas melk. Het brood mag in de melk geweekt, doch als het kind tanden heeft, is het beter het voed sel te laten kauwen en de melk afzonderlijk te geven; 2de maaltijd: om 10 uur een gtas melk of der cacao, daarbij een beschuit of sneetje brood met boter; 3e maaltijd: om 1 uur 's middags bijv. pud ding of bouillon met een bes buitje of sneed- je brood; 4de maaltijd: om 5 uur, gelijk aan den tweed - ^wisselend met bovenstaand dieet kan r. ook geven; lstc maaltijd: om 7 4 8 uur eer gekookt «1, een boterham met boter en een 2de maaltijd: om 10 uru een g' - o* cacaomelk met een sneetje brood - - -ter. 3de maaltijd: om 1 uur een 1. - nt oi eetje brood, gedoopt in melk of fZ"t der- lijk; 4de maaltijd: om 5 uur drie aardappelen, goed fijn gemaakt met wat vleef ".nt, daar bij een weinig geraspt vleesch en één glas melk. i 5 6 uur 's middags heeft een kind niets meer noodig, en hoe vroeger het gaat rusten, hoe beter. Bij zwakke kinderen kan desnoods 's avonds om 10 uur nog een wei nig melk gegeven worden, bij gezonde kin deren is dit overbodig. Bij zwakke kinderen geven men in plaats van aardappelen enz., liever arrowroot, griea meel of appelmoes. Wordt het kind "s morgens vroeg wakker, dan moet zijn ontbijt gereed staan; het Is af te keuren, het kind nog een uur of langer te laten vasten. Voor vele kinderen tusschen de 12 en 18 maanden, die gewend zijn, groote maaltijden te gebruiken, is het beter, maar driemaal per dag t§ eten, bijv.: lste maaltijd: S uur 's morgens: een halve kan melk, met den een of anderen meel koet; 2de maaltijd;-! uur: een ei, vermengd met een eetlepel tarwebloem en een eetlepel ha vermout, daarbij een halve kan melk. De havermout en de bloem worden met 4 eetlepels koud water aangemengd, tot het een papje is, daarna wordt het goedgeklopte ei er doorheen gemengd, daarbij roert men de kokende melk ,en dit mengsel moet blij ven opkoken, tot het dik is. 3de maaltijd: 5 i 6 uur, mag gelijk zijn aan den eersten Indien het kind vroeg in den morgen of 's avonds om 10 uur nog iets noodig heeft, dan is een glas melk met een beschuit ruim voldoende. In het algemeen moeten we ook dringend aanraden, bij kinderen beneden den leeftijd van twee jaar, nu en dan wat versche vruch ten sappen toe te dienen. Ongegist druiven sap, bessensap, citroensap, sinaasappelsap, gestoofde vruchten o.m. appelmoes, abriko ren, enz., zijn werkelijke voedingsmiddelen, die het ontstaan van Engelsche ziekte en andere aandoeningen tegen gaan: ze werken versterkend op het beenderenstelsel. VERBETERING Even 'eén paar zertfoutjes achterhalen, die, hoewel niet van ernstigen aard zijnde, toch leelijke kleine vlekjes maakten. In ons vorig nummer staat ln de corr.- rulbriek „de vragen die ik in 't algemeen „bestudeerde", wal wel erg gewichtig klinkt, maar natuurlijk had -daar gestaan: „beantwoordde". In het nr. van voor 14 dagen midden le kolom, laart de zetter mij alwéér zeggen: „Mensöh, men moet terwijl ik dat nooit zeg of schnjf, maar wel: „Heuech. men moet er tegen kunnen". In de corresp.-rubriek aldaar lezen we van „gevaarlijke" regenjasseh, die echter maar .gewasschen" regenjassen waren, dus heel wat onschuldiger. b breiden RECEPTEN VERSCHILLENDE 9CHOTEM. T_ VAN OVERGESCHOTEN VLTESCH VLEESCHSCHOTELTJ E Als men een smakelijk Tleeschschoteltje van reetjes wil maken neme men 300 gram vleesch resten, 200 pram oud brood. 3 d.L melk. 3 eie ren, 50 gram boter zout, peper, nootmuskaat. Hat vleesch fijn hakken of malen, het brood weeken ln de warme melk. het vleeöcrt» toeroe pen en de peemolten boter en alles op fle smaak afmaken met zout. peper - kaat. Het menpsel verroenpen r ANDER RECEPT VOOR OVERGESCHOTEN bodem met e< len: le« hier »en stukje of boter en strooi er ei Lep hierop een nip bloem schouderham of baoon, dan leden aardappelen: hierop het ln ne<tte peschoten vleesch, dan i 1 aapje plakken ge<meder weer een laagje sohijfjes appelen. schouderham of bacon en ten slotte weer eei 1 aapje aardappelen. Giet hierover ongeveer d.L bruin van Jus: lep op de aardappelai stukjes vet of boter en ret den schotel eei uurtje ln den oven. ^ver onze correspondentie-rubriek Zooals ik de vorige week reeds schreef, lien we deze maand een slot maken aan afhandeling van de achtergebleven vra- nbrieven en beginnen met een nieuwe Beling. we zullen dan gevolg geven aan een reeds oeger hier uitgesproken voornemen, en i brieven splitsen. Als vanzelf zal het in uitgesloten moeten worden, dat nog leven in aanmerking komen, die van tien l twintig vragen in één brief (ook nog boter getallen kwamen voor!), durfden [vatten. Hoogstens kan men verschillende pgen op afzonderlijke velletjes schrijven die in één envelop verzenden. Maar daar 'er nog nader op een andere plaats van ize pagina Nu wilde ik er hier slechts dit van zeggen; It het in liet algemeen juist die ve«d- kchcnde brieven zijn geweest, die onze (rrespondentierubriek zoo zeer en zoo on nodig ophielden, terwijl de soort brieven e juist meer in den aard lagen van de i oeling, zooals we die bij den aanvang in dit werk uitspraken, steeds meer op in achtergrond raakten, eensdeels omdat e schrijfsters gewoonlijk bescheiden op- erkten, dat zij geen haast met het ant- i»rd hadden, anderdeels doordat die brie- In onwillekeurig een meer uitvoerige be bouwing vereischten. Juist deze brieven bevatten meestal fvestie's die bij meerderen tegelijk op- izen, en die daarom van minstens even ringend, en zeker meer vitaal belang zijn in de zuiver-praktische vragen over huis. feuken cn kleeding. [Gewoonlijk zijn het brieven van heel jon- fe mcnschen die worstelen met levenspro blemen en die meest uit angst dat hun „geval" zal worden herkend, of ook, omdat zij gelooven, dat het zoo heel bijzondere en op-zichzelf-staande ervaringen en gevoelens zijn, waarmee zij tobben, haast altijd .om een particuliere beantwoording vragen. Dit nu is om verschillende redenen meest al niet te doen. Alle redactie's willen hier in vrij blijven en weigeren zich in deze door lezeressen te laten voorschrijven. Ten eerste is er het t ij d sbezwaar. Dat kan men dadelijk en vanzelf begrijpen, of men kan het ten eenemale niet begrijpen, ook niet na ellenlange verklaring. Dus daar praten we maar niet langer over. Ten tweede; en dat is voor mij een nog veel ernstiger bezwaar: wanneer we zulke brieven persoonlijk gaan beantwoorden, woi den we ook persoonlijk opgevat, kunnen kwetsen waar we het allerminst bedoelen, omdat we geen oogenblik een persoon yjjör ons zien, of denken zoorals die i s, ja meestal zullen we onder het schrijven heelemaal geen persoon zien- Verder kunnen we, ook al is onze beschouwing in het algemeen juist en waar, maar voor dat bijzondere ge val nét niet passend, zoo licht mistasten, en zouden zoo besluiten bewerkon, of al thans beïnvloeden, waarvoor we toch eigen lijk geen verantwoording kunnen dragen. Nu kan men in deze dingen wel gemak kelijk zijn en zeggen: wat niet weet, wat niet deert, en als je in den blinde slaat, zie je zelf niet, waar het terecht komt maar ik ben niet van dat gevoelen. Ik geloof dat ieder mensch wel degelijk door alle leed en kwaad, dat hij in de wereld sticht, hetzij bedoeld, hetzij in zorgeloosheid een schuld op zich laadt, die vroeg of laat van zijn eigen hand zal worden opgeëischt. Daarom hen ik altijd wat huiverig om in bepaalde gevallen van beslissend advies te dienen. Er rijn mcnschen die het van haar redac trice 2ouden willen laten afhangen of zij zuiden trouwen of niet, of zij dezen man zullen nemen of een andere, (die een ander ambt oi positie bekleedt, méér weet ik dan niet), of zij in betrekking (en welke dan), zullen gaan of thuisblijven, of zij haar dochters voor dit zullen laten opleiden, of voor dat. Denk u eens een oogenblik in, dat zoo'd kind dén later haar beroep zal verfoeien en zeggen: ja, ik had zelf heel wat anders wil len worden en dat zou ook wed gebeurd zijn als die eigenwijze redactie van een vrou wenrubriek indertijd maar niet aan m'n moeder had geschreven... Geven wij nu echter hier een meer al- gemeene beschouwing over het bepaalde ge val waar do menschen mee zitten laten wij er van verschillende kanten, ook vooral van den kant drie Juist duister is voor de vragende wat licht over vallen, c.an is dat eigenlijk wel alles wat we kun nen doen en dan blijven de beslissingen voor de verantwoording van de menschen zelf. Maar, dat hopen we tenminste dan zijn die beslissingen, door onze uiteenzetting en belichting, een beetje minder moeilijk ge worden. Eon heel enkele lezeres ls dan ook wel eens zoo verstandig geweest om te vragen, niet of ik wil beslissen, maar of ik in de krant eens een beschouwing wil geven over de kwestie (meest van opvoedkundigen aard) In het vervolg zullen we dus geregeld zulke brieven wat meer artikelsgewijs be handelen. We doen dat dan zóó-, dat de vraagsters niet to herkennen zijn, zetten dus geen (of andere) naamletters men kan natuurlijk een schuilnaam opgeven bij de vraag en veranderen zoo noodig soms een ietsje in de besproken situatie. Maar aan den anderen kont hopen we dan ook te zorgen, dat de vragende of zoekende wel zelf het geval herkennen kan, opdat zij niet na maanden nog vragen: waar blijft mijn ant woord toch zonder te hebben gezien, dat het alreeds behandeld ls. Dit gebeurde na melijk wel eens, wanneer we vraagkwestie's gewoon door onze artikelen heel behandeld hadden. We stellen ons wei wat voor van deze nieüwe regeling. Er zijn zoovele jonge meis jes die tol ben met kwesties waar de ouders zoo totaal vreemd en onwetend tegenover staan, dat zij zeggen: ik kan er tegen moe der niet over beginnen zolfs. Er zijn vele moeders, ook onder onze leze ressen en ook zelf onder de briefschrijfsters eoms, die er in de verste verte geen lv>-sef van hebben hoe groot en alzijdig de verlok kingen en verleidingen rijn, waar haar |on- ge meisjes in het werkleven op winkel, kan toor en soms zelfs school, soms aan bloot staan, wé4r de eigenlijke gevaren liggen Zij zien ze niet waar ze zijn, en zoeken ze vaak daar, waar ze juist niet liggen. En dan schijnen er nog te zijn, die vol strekt niet beseffen, dat ouders die tegen woordig haar meisjes slechts laten opleiden voor een bepaald beroep ook al is dit nog zoo loonend haar met een schromelijk tekort het leven insturen, wanneer zij haar niets, letterlijk niets, van huiselijke handig heid weten bij te brengen. Want dat kan later een groote belemmering blijken voor het rinden van het diepe stille levensgeluk, dat in dit rijke leven vooral tegenwoordig ook voor de ongehuwde vrouw bereikbaar is Aan den anderen kant, en dot is haast nog erger, zvjn er moeders die gelooven dat het ook in onzen tijd nog voldoende is, wanneer zij haar dochters alleen maar voor het hu welijk opleiden, alsof dit het eenige levens doel en levensgeluk kan zijn, en alsof daar vast op te rekenen valt. Wat heb ik het vaak aandoenlijk gevon den om jonge meisjes, die niet zóó afhan kelijk van aard waren om de ouders maar in alles voor haar te laten denken n be slissen, maar toch ook weer niet voldoende met mijn moeder kan ik heelemaali niet praten, die begrijpt nooit iets van me!" Hert is in dat verband gezien, dan ook voor vele jonge meisjes in onzen tijd zoo echt jammer, dat haar moeders, die vroeger alleen njaar thuis of althans in huishou delijke h strekkingen gebleven zijn er zoo heelemar geen idee van lebben wat het werkleven buitenshuis voor menig jong en ouder meisje bete «ik ent, ook lichame lijk! En zoo heb ik ook meer dan eens ern stige jonge meisjes, dde van harte hot goede vulden betrachten, maar nog niet den weg kenden ln het praktische leven, die niet altijd Juist wisten te kiezen in zaken van omgang en vriendschap, met een zekere jaüouzie hooren praten over derden, andore jonge meisjes, die met haar moeders wel konden gedeneeren over haar werk- en stu dieplannen. Nu zal ik de laatste nog niet willen zyn, om te beweren dat men altijd prerfes het zelfde vroeger ervaren moet hebben, om er ooit te kunnen i nkomen. Maar er schijnt hij vele moeders te bestaan een soort o n w i om uit het eigen gedochtenlcven uit te treden en te komen in dat van andereu., zelfs en -juist als die anderen haar eigen opgroeiende kinderen zijn. Het is som- alsof zij haar kinderen het volwassen-worden ver wijten, hert is «vaak ook, waalmeer do-zo kinderen spreken over plannen of moeilijk heden, zooals alle andore jongelui ze «rok hebben (pf zien) dat de ouders het gevoel hebben of alleen hun eigen kinderen zoo „eigengereid" zijn, en die van andoren niet En daarom lijkt het hen dan beter, er niet te veel notitie van te nemen. Het harde werkleven, dot door de vele klotne zorgjes, steeds meer den horizon ver-, nauwen ging, en het uitzicht belemmeren, heeft daar misschien wel de grootste schuld aan. En we willen er dan ook niemand hard om vallen, maar het feit ligt er zoo, en dient geconstateerd. Om ad die dingen atefl ilk mij dam ook voor, dat d-eee rubriek naar twee zijden nut aad kummen doen. NSiet alleen dat we jotnge meisjes zij zijn het 't meeat die raad en voorlichting in bepaalde kweetiee vragen maar vender doon ook véle moe ders dit) op hun verzooken en klndhton hopen een weemdg te kunmen helpen, maar ook kunnen tegelijkertijd aam den anderen kant veile andere lezeressen door de geo-e- zon vragen en behandelde kwesties eenig Inzicht krijgen in de moeilijkheden waar mee in onze dagen jonge menschen wel licht ook ha Ar kinderen soms hebben ts worerteflen We willen daarom die rubrit-k noemen „Gerezen vragen", om-lat de stof uiit onze ïezereseeiikring komt en am4.it we er ook aülecn kwesties behandelen, die uit de diepte oprijzen en vooral niet de piert luttige kteiintgheden en vondsten van men schen die gekke vragen doen om im teres- samt te lijken. Ik heb die altijd wol herkend en zei ze ook vorder herkennen. Naschrift: Laaf ik. om mogelijk mis- verotand te voorkomen, tenslotte nog even opmeriien, dat. al wordt volstrekt niet „ver boden" ree-Is dadelijk met owntueele nieu we moeilijkheden hier te komen reeds bij voorbant afwijzen hebben we nr*rt gmag godaan zoo is de toestand ook evenmin zoo, «lat we wachten op ,/*of\ Een aardig stapeltje van brieven, die ik aldoor opzij gelegd heb. in het vage plan, ze op een manier nis hier bcschrev«-n. nog eens onder de Taipe te borinn. Mjat roede ge- duM/ig ie wachten, en gaat dms in elk gevwi voor. temeer omt* t bij sommige al bladzij den -lnr.ee antwoorden staan geschreven. In <Mt of kv. nummer vinden we roede het eerste stukje van de nieuwe rubriek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3