zrhaal VSüTVandaaq
w. a. houtman Co's piano- en orgelhandel ««hiidaii j——;isjtslk»fêssesa
IN DEN STORM
DONDERDAG 2 JULI 1931
DE ECONOMISCHE TOEKOMST
VAN EUROPA
In enkele artikelen willen wij de econo
mische toekomst van Europa aan een korte
bespreking onderwerpen, omdat dit een on
derwerp is, dat sinds Hoover's daad van
buitengewoon belang kan worden genoemd
liet spreekt vanzelf, dat wij slechts een
prognose kunnen geven, die weliswaar hou
vast kan bieden aan hen, die in hunne
zaken met die economische toekomst reke
ning te houden hebben, doch die niet als
een wet der Meden en Perzen kan gelden
Wij hebben nog niet de gave gekregen van
in de toekomst te kunnen zien. Onze uit
spraak, die wij, zooals hierboven vermeld, in
enkele artikelen zullen weergeven gaat in
zeer hoopvolle richtingwij markeeren
voor 1931 de pas, doch wij zijn voor 1932 in
zoodanige mate optimist., dat wij zelfs dur-
5p reken van de inluiding een er nieuwe
wclvaarts-era.
Voor één ding echter willen wij ten sterk
ste waarschuwen. En wel voor overdreven
optimisme. Wij mogen de wijze lessen van
ide huidige crisis wij zouden al bijna kun
inen spreken van de achter ons lig
gende crisis, doch zoover is het nog niet
ter dege ter harte nemen en een van die
leeringen, die wij zeer duur gekocht hebben,
is het onwezenlijke, dat gelegen is in hel te
sterk overdrijven van de toekomst Houden
wij ons krampachtig vast aan de zuivere,
rendements-norinen, dan kunnen wij niet
meer in zulke excessen vervallen als in de
Ijaren vóór de ineenstorting. De óver-specula
tie van 1927 begin 1929 was een gevolg
van het verwachten van het onmogelijke
fondsen als Philips werden tot 955 pet. opge
zet onder de fanfare-muziek van koersstij
gingen tot 1500 pcL en dat bij een dividend
in de buurt van 21 pet.! Boeton, dat nog
niets dan misère en tegenvallers had ge
kend, bereikte een noteering van 389 pet in
de verwachting, dat op de concessie-terrei
nen huiten asfaltolie en zelfs radium
iwas gevonden. Toen wij midden in die
hausse-sentimenten stonden, geloofden ook
wij aan die mogelijkheden...... het was een
ulgemeene verdwazing, die niet ver van den
geschiedkundigen tulpen-handel afstond en
zooals gezegd, speculatieve beleggere hebben
hunne "ongezonde verwachtingen duur moe
ten betalen.
Als wij dan ook van een nieuwe wel-
vaarts-era spreken, willen wij tevoren waar
schuwen om. de leidsels strak aan te halen;
er is in onze maatschappij nu eenmaal niets
[fantastisch. Alles gaat langs lijnen van ge
leidelijkheid en dus ook de ontwikkeling van
[ons bedrijfsleven. Houden wij ons aan die
conservatieve richtlijnen, dan zullen wij ons
'behoeden voor groot verlies. Niet alleen het
'optimisme heeft zijn reëele normen, die ons
dwingen mot de voeten op den grond te blij
ven, maar ook het pessimisme kent haar
grenzen. Hoover's daad is niets anders dan
een uiting van juiste psychologie, op het
juiste moment gedaan en op de juiste wijze
aangepakt en zijn initiatief maakte een ein
de aan een dwaze golf van somberheid
een golf echter, die heel wat begrijpelijker
was dan het vroegere óver-optimisme. Want
Europa stond aan den voor-avond van een
burgerkrijg...... wij kunnen en mogen dat
niet ontkennen. Een burgerkrijg, die zijn
ontstaan te danken zou hebben aan de tijde
lijke overheersching van 't onverstand, aan
de negatie van plicht en lucht, die de na-
oorlogsjaren gekenmerkt heeft vanaf den
hoogste tot den laagstevan man zoowel
als van de vrouw. En het is dubbel hoopvol,
dat tegelijk met Hoover's daad ook bij het
individu meer en meer 'het: verlangen tot
uiting komt van zich weer te scharen onder
de vaan van zelfbeheersching en van zelf
respect, want het is juist die tondenz in de
huidige maatschappij, die ons met vreugde
vervult Men kan nu eenmaal niets van hoo
gerhand decretceren, wanneer het geen weer
klank vindt in de harten van de massa.
Die massa heeft zich tijdelijk van de oude
normen afgekeerd; in vertwijfeling door
werkloosheid en door instabiliteit in het
economische levenin angst voor het ko
mende en in de onzekerheid, of de leiders
in staat zouden zijn stuur te kunnen houden
en het wereldschip veilig door de aanzwel
lende stormen heen te loodsen, neigde het
naar valsche idealen, die van het Oosten uit
werden gepropageerd, dreigde te bezwijken
,'oor het verleidelijke geluid van den voge
laar. Komt er weer kracht van bovenaf
zetten de domineerende staatslieden het
schrofste eigenbelang opzij de en versterkt
men het zoo noodzakelijke gevoel van saam-
hoorigheid binnen de logische grenzen van
een gezond egoisme, dan zal de massa blij
moedig zich willen scharen onder de vanen
der traditie, die gepaard aan een eerlijke
ovolutiegeest de belangen van die massa niet
uit het oog zal verliezen.
Hoover heeft het eerste en moeilijkste
woord gesproken en het is nu aan de an
dere naties om zich onvoorwaardelijk aan de
zijde van den Amerikaanschen staatsman te
scharen, teneinde de wereld in juiste banen
terug te voeren. Vandaar, dat wij den na
druk leggen op „onvoorwaardelijk"'; vandaar
dat ook Hoover vasthoudt aan het aanae-
men van zijn voorstel in zijn geheel, want
het is de dringende smeekbede om het ge
zond verstand te laten zegevieren en daarbij
passen geen voorwaarden! In het jaar van
respijt bestaat voldoende gelegenheid om de
nieuwe verhoudingen te regelen volgens de
lijnen van een doelmatige wereld politiek.
De hand, die door Brüning aan de Quai
d'Orsav geboden werd, is een tastbaar bewijs
van de goede wil der Duilsche regeerings-
leiders om tot een billijk accoord te komen
een 'n billijk accoord kan nimmer bestaan in
een „mir nichts, dir nichts" schrappen van
alle tot dusverre gemaakte overeenkomsten.
Aanvaardt Frankrijk Hoover's voorstel on
voorwaardelijk, dan is een moreele verplich
ting voor Duitschland aanwezig om billijk
te zijn. Verwerpt Parijs het hoofdprincipe
van volledige rust voor het zwaar geteisterde
Duitschland voor minstens één jaar, dan
geeft het daardoor blijk van ongemotiveerd
wantrouwen, dat niet bevorderlijk kan zijn
voor een goede oplossing van het warnet
waarin Europa geleidelijk verstrikt is.
Het is aan de Anierikaansche diplomaten
om Frankrijk op deze consequenties te wij
zen. Vandaar het geruststellende, dat er ge
legen is in het bezoek van Mellon, den Ame
rikaanschen minister van Financiën, aan
Parijseen der vooruitgeschoven posten
van President Hooverhet geruststellen
de van de aanstaande komst van Stimson
met volledige bevoegdheid de onderhandelin
gen namens de Amerikaansche Regeering te
voeren.
Want het is in dit stadium begrijpelijk, dat
Frankrijk nog niet ten volle is overtuigd van
het noodzakelijke van den stap!
ALLE BANKEN HELPEN
DUITSCHLAND
(Van onzen Duitschen correspondent).
De nauwe samenwerking aller banken
der wereld, welke zich den laatsteu tijd
bemerkbaar maakte, heeft thans cok tot
De New-Yorker Bonds-Reserve-Bank, de
bank van Engeland, de Lvmk van Frankrijk
en de In'ernationale Bank te Bazel hebben
gemeenschappelijk aan de rijksbank een
crediet van 100 millioen dollar toegekend.
Aan dit crediet van 100 millioen dollar, dat
direct van kracht wordt, is ieder instituut
mpt 25 millioen dollar geïnteresseerd. Daar
dit crediet aan de rijksbank bewegingsvrij
heid moet verleenen voor het eerstvolgende
halfjaars-ultimo, loopt hot slechts tot. 10
Juli. De rijksbank is met deze toezetgging
der interna'ionale 'instituten rijkelijk ge
holpen. Op grond van haar dekkingsvoór-
schriften beteekenen deze 100 millioen dol
lar de moge]i:kheid eener uitgave vanraper
dan 1 millin' mark in banknoten, terwijl
in vroeger tijden de meerdere belasting van
liel DuiLschc noteninstituut tegen eind Juni
niet boven 600 tot hoogstens 800 millioen
mark uitging.
Uit een en ander blijkt duidelijk, dat de
rijksbank in verband met een zwaar devie-
senverlies tijdens de laatste crisis hutten
gewone hulp noodig had. Tengevolge van
een verlies aan deviesen en goud. dat op
1200 mil'ioen mark getaxeerd wordt, een
verlies, dat als gevolg beschouwd moet wor
den van de nervositeit, welke Hoovers
voorstel teweeg hracht is de banknoten-
dekking der rijksbank gedaald op 40.4 pet
Zij heeft dus haast haar laagste grens be
reikt, welke slechts onder bepaalde condi
ties van de riiksliank ongaarne overseine-
den wordt. Gelukkig is er door een schul
denvrij jaar een gunstige wending aan de
deviesenmarkt merkbaar geworden, maar
hiermede is de terugval nog niet overwon
nen, 'hebben de opzeggingstermijnen der
buitenlandsche banken nog niet haar einde
bereikt
Dit is de oorzaak, welke de rijksbank
noodzaakte, met de overige notenhanken
voeling te nemen omtrent een voorbijgaand
crediet. Allereerst zou hiertoe de Bazeler
B. I. Z. aangewezen zijn, maar deze is in
den korten tijd van haar bestaan nog nier
sterk genoeg, om alleen zulk een transactie
te kunnen doorzetten. Daarom heeft zij
slechts voor een deel aan de gemcenschau
potijke hulpactie meegewerkt. Het is een
heuglijk feit, dat ook de bank van Frankrijk
zich hierbij occupeerde.
In werkelijkheid beteekent dit, dat de no
tenhanken uit hun enormen goudvoorraad
Duitschland voor korte termijn weer het geld
ter beschikking stellen, dat kort geleden uit
de kelders der rijksbank hij hen is binnen
gekomen. Niets teekent dezen kringloop
van goud beter dan het. feit, dat de Zwitser-
sche National-Bank denzelfden dag waarop
de notendekking der rijks-bank tot op haast
40 pet. w-as teruggegaan, een recorddeli-
kink van haar noteri van niet minder dan
120 pet. moest melden. En ook de bank van
Frankrijk heeft zooeven met een dekking
56 57 pet. een totdusver niet bereikt re
cord behaald.
Waarschijnlijk behoeft de riiksbank hei
haar toegestane crediet van 100 millioen
dollar niet eens geheel in gebruik te nemen
want reeds het bestaan van dit crediet zal
nieuw huitcnlandsch kapitaal in Dui'scü
land binnen brengen. Rqeds de eerste da
een na publicatie van het Hocvver-voors'el
werd dit bemerkbaar. Ilct duidelijkst blijkt
deze gunstige wending uit het volgende ge
val: De Noord-Duitsche Lloyd-s'oomboot
..Bremen" kwam op haar la-risten tocht met
een vertraging van twaalf uur in Cher
bourg binnen. De „Bremen" had in haar
eigen haven een goudlading van rond 30
millioen mark aan hoord genomen, welke
in opdracht van de rijksbank ln Amerika
verkocht zouden worden. De gunstige wen
ding aan de effectenmarkt deden dezen ver-
koop ecli'er overbodig toeschijnen en het
goud moest weer worden uitgeladen, waar
door de vertraging van het vertrek ont
stond.
NA DE VERKIEZINGEN IN SPANJE
De droom van den eensamen banneling.
Gemengd Nieuws.
DOODELIJK SPEL.
Te Deventer kreeg een 12-jarige knaap bij
BRANDSTICHTING
Te De Haart bij Aaiten (Gld.) is een 14-
jarig pleegkind van den winkelier Wesseling
gearresteerd, verdacht van brandstichting in
de woning van zijn pleegvader.
DROEVE VONDST
Te Bovenkerk in de gemeente Diemen (N.
H) is de 21-j'arige M. dood op den open
haren weg gevonden. De politie stelt een on
derzoek in, alhoewel aan misdaad niet
wordt gedacht.
ÈN HONDERDTWEEJARIGE GESTORVEN
Te Mantgnm (Fr.) is de weduwe Groene-
veld overleden in den ouderdom van bijna
103 jaar.
ZOLDERBRAND.
Drie kinderen gewond.
Te Arnhem brak brand uit op een zolder
van een perceel in de G. A Smitsstraat. Op
de zolder sliepen drie kinderen, waarvan
waarschijnlijk met vuur heeft gespeeld,
waardoor de brand ontstaan is. Door den
dichten rook konden de kinderen niet meer
naar beneden komen, zij werden door buren
die een gat in het dak maakten, bevrijd. De
kinderen hadden allen brandwonden opgeloo-
pen, waarvan een zelfs zeer ernstig. Zij
den naar het gemeentelijk ziekenhuis
veerd. De brandweer, dié .spoedig ter plaatse
VERDRONKEN
De 17-jarige motorrijder W. van Nes is
tusschen de gemeenten IJsselstein en Jutfaas
met z\jn motor in den gekanaliseerden Holl.
IJssel gereden en verdronken.. Zijn lijk is
opgehaald en naar het R.K. ziekenhuis te
IJsselstein getransporteerd.
Te Helmond was het 7-jarig dochtertje van
de familie van Rixtel met haar 2-jarig
broertje, dat in een kinderwagen gezeten was,
uitgegaan. Bij het spelen op een steigertje
viel het 2-jarig jongetje in de Zuid Willems
vaart en verdronk. Zijn zusje, die pogingen
in het werk stelde haar broertje te redden,
moest door anderen op het droge gebracht
Elcb wal Wils Z1
MIJN TROUWDAG
De bekende Ds. J. H. Wiersma, in leven
Hervormd predikant te Amsterdam, van
is welversneden pen we in dit hoekje
reeds meermalen een stukje overnamen,
schreef ir. 't jaar 1908 onder het opsehr.lt:
„Mijn ♦rouwdag" het volgende:
in de vorige eeuw ben ik getrouwd, 't Is
reeds meci da- veertig jaren geleden.
lioe is alles veranderd! Wat deden we
alles i cm nu Jig iri -lie dagen*
In briefvorm, met zeer eenvoudige druk-
leiter, \ertudeu we in vier-en-éen-nai'»m
regel, dat wij „den aangenamen pl'igt" ver
vulden om kennis te geven, dat „de eerste
afkondiging van ons „onder inwachting var.
Gods* zegen te voltrekken huwelijk, zou
plaats tieoben c-p Zondag..-"
Dut was alles.
Een afkondiging van de eerste afkondi
ging van ons huwelijk.
Heel simpel.
En alles was daaraan verder gelijk.
')ok c-p den trouwdag.
De Wet was volbracht. De Wet had ge
zegd: ..gij zijl man en vrouw".
Maar ook de genade onze Gods moest nog
aan net woord komen
De kerkelijke inzegening had plaats door
een vaderlijken vriend, in tegenwoordigheid
van vele getuigen-
Er was daarna receptie in de kosters
kamer! Eu van daar togen we, dankbaar-
voldaan, naar het bescheiden bovenhuis
mijner waarde schoonmoeder, die ons daar
een klein diné aanbood.
't Was een kleine, uitgelezen familiekring.
Er waren echter nofal „vogels van diverse
pluimage".
De vaderlijke vriend, die ons huwelijk
had ingezegend, had de leiding van de tafel.
Hel was er, dit durf ik zeggen, goed, ja
zeer goed, al was het weer eenvoudig, ver
geleken bij de eischen van dezen tijd.
Eer iemand het vermoedde, was het uur
daar, dat de kring uit elkander zou gaan.
Op ééns....
De Voorzitter der tafel vraagt aan de gast
vrouw om een Bijbel-
En die altijd naiëve schoonmoeder, komt
daar aanzetten met een grooten Statenbijbel
van Pieter Keur, met koperen hoeken en
sloten.
Of sommige-gasten ook verbaasd opzagen!
Gelezen werd Spreuken 31 19-31. De
lezing afgewisseld met korte, pittige, soms
geestige verklaringen en opmerkingen,
meestal geadresseerd aan de Bruid der Tafel
Neen, ik heb zelden, laat ik maar zeggen
nooit, zóó ln den Bijbel hooren lezen.
Jaren later heb ik er nog over hooren
roepen door hen, van wie men dit het minst
zou verwachten.
De Spreuken-schrijver zegt ergens, dat het
einde van ecu ding nog beter is dan zijn
begin.
Zonder dit hier nu te willen toepassen,
mag ik toch zeggen, dat er nog iets aange
naams kwam vóór het einde.
Onverwacht diende er zich iemand aan,
die van den Prins geen kwaad wrist, maar
nog voel minder, dat hier een oud-connnilito
zijn trouwfeest vierde.
Hij was een poos op reis geweest en wilde
nog even vóór hij naar huis ging, zijn
studievriend zien.
Hij was niet lang cn niet mooi, maar Jan
Maclaren zou, als hij hem goed gekend had,
zeker van hem gezegd hebben: „een man
met een hart van goud".
Wat was dat voor mijn bruid en mij een
verrassing!
Thans is hij reeds rustend predikant in
N'-Amerika en mocht onlangs, onder ge
lukkige omstandigheden, reeds zijn vijf-en
zeventigsten verjaardag vieren. Het laatste
souvenir van hem ontvangen is een keurig
portret van zijn jongste dochter, die thans
studeert aan een Universiteit, om na vol
brachte studie, zich te geven aan het werk
der Zending in China.
Heerlijk!
O zoet herinneren, ook van zulk kleine
dingen!
't Is of men het purper ziet, waarmee een
ond den horizon kUart.
INBRAXEN
Men meldt ons uit Hoedekenskerke:
Gisternacht is opnieuw ingebroken in de
hofstede van de Wed. G. Steketee te Baar
land (Z.). De inbreker had vooraf de bui
tendeur gebarriceerd, teneinde de ontvluch
ting van de weduwe en haar dochter te
voorkomen. Door het lawaai gewekt, wist
de dochter zich toch nog door een kier van
de deur te wringen. Zij snelde na* de ge
meentepolitie, die oogenblikkelijk ter plaalse
verscheen. Deze zag den inbreker per rijwiel
de vlucht nemen. De agent van politie zond
hem nog cenige kogels na, die waarschijn
lijk alle doel misten. Daar de inbreker geen
tijd had zijn slag te slaan, wordt niets ver
mist.
De Haarleimscbe politie heeft drie per
sonen gearresteerd, verdacht van tien ln
braken en een aantal pogingen tot inbraak
te Haarlem. Eon groot deel der gestolen
goederen is bij één der gearresteerden in
beslag genomen.
BRANDEN
Te Loenen op de Veluwe, brandde wo
ning van de fam. L. M. af. Er kon niets
gered worden. De oorzaak is onbekend.
De aanhoudende droogte heeft veel schuld
aan die branden.*
Te Barneveld brandden 200 roeden hak
hout neer tusschen Schietbaan en Begraaf
plaats.
Te Wijdhen (Gld.) is de woning van
El'bels tot den grond afgebrand. Eenige
varkens kregen brandwonden. Met moeite
en niet zonder gevaar werden do kinderen,
die nog te bed lagen, gered.
Radio Nieuws.
eeln.12.0i_i.se Lunchconcert. 1.802.80 Gramo
foon. 2.803 Verzorging van den zender. I—
1.30 Orgelconcert. 4.3o5 Gr&mofoon. S5.41
Harry Jacks*
5. IS—6 Sprek
mofoon. S Todseln. 811 l-'oi
sterkt KKO.-Orkest, 1112 Grnmofoon.
VPRO. 10 Morgenwijding. VARA 10.1&
Voordracht. 10.30 Voor de zieken. 11.30 Gra-
mofoon. AVRO. 12. Tijdsein. 12.152 Omroep
orkest. 22.30 Schoolultzending. 2.30I Kwar
tet. 4 Sluiting. VARA. 4 Tüdsein. 4.01 Orgelspel
4.30 Knutselwerkjes. 5.16 Vooravondconcert. 5.65
zang en piano, 6.16 Vervolg concert. 6.45 Actu-
eele meaedeeilngen "uit de Arbeidersbeweging.
7.30 Vervolg Concert. 7.80 Politieberichten. i.*b
Vervolg en slot concert 6 Binde van het VARA-
progrnmma (Tweede deel). VPRO. 8 Weekuit-
zending. Ttldsein. 8.01 Korte Inleiding op Con
cert. Sp:*ker: H. Cuypers. Amsterdam. 8.15 Con
cert .0.30 Lezing: „Kinderen van dezen ttJd".
door Henr. Roland Holst. Spreker: Mr. Koel
foon. 12 Tijdsein.
Te Wittewierum brandde door hooibroei
de boerderij van Schuringa geheel af. Alle
huisraad, boerengereedschappen, 10 varkens
en 60 kippen werden een prooi der vlam
men. De schade wordt gedeeltelijk door ver
zekering gedekt.
Door WJERNY
XVIII.
KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS
Op treffende wijze wordt ln
lijc.ËO geteekend. zooals vele t!
Rusland dat de laatste Jaren hel
te kunnen betrekken. In ruil da:
zou in de nabijheid van het dorp een
fa.briele weer In werking worden gesteld
Omdat Grisha wist, dat hij niet ln staa-
om te beoordaelen, wat er noodig nTn
ItabrialMHHHÈMaÉMHMBÉH
,n werking tc doen troden^had
Grïsha do houding der technici zouden faa-
SaZij werden ontvangen door Staradoftsef, een
krasse man van 62 jaar. die vroeger eigenaar
der fabriek was. Deze beschouwde de fabriek
als zijn levenswerk: ondanks de nationalisatie
bleef hij steeds nog spreken van „m lj u fa-
dien Sertscher
•vallig~u.lt, van de machines ontbraken
verschillende onderdeden allen waren er
,-an overtuigd, dat van Griaha-a plannen niets
Tn Jasinowataja gingen de heeren hierna op
jezoek bij Pawlof. chef van de voedsel voorzie-
Grisha's groot initiatief was wel op jam
merlijke manier geëindigd. We schaamden
ons tegenover elkaar over deze mislukking
en het duurde geruimen tijd, voor hij er
weer toe kwam om plannen te maken.
De loop der gebeurtenissen stuurde even
wel alles in de war. In den zomer van 1920
brak opnieuw de werkelijke oorlog uit, dit
maal tegen Polen, en was er van niets an
ders meer sprake dan van de verzorging van
het leger. Waar nog slechts ergens iets te
vinden was werd het weggehaald. Deze
nieuwe oorlog, die na een aanvankelijk suc
ces zonder resul'aat werd beëindigd, bracht
ons economisch den genadeslag toe. Gelaten
en zonder hoop wachtten we af, wat de toe
komst zou brengen, nu de doorbraak naar
het Westen, naar die landen, die ons zouden
kunnen heipen aan alles wat ons zoo hope
loos ontbrak, was mislukt.
De wanhoop van uen toestand leidde ech
ter tot wanhopige besluiten, in het begin
van 1921 üoken eerst vage geruchten op, die
langzomernand vasten vorm aannamen: Le
nin had den strijd opgegeven, het geld zou
weer worden ingevoerd, particuliere handel
en industrie zouuen weer worden toegelaten,
een deel der vroegere eigenaars zou uuu la-
brieken terugkrijgen, een anuer deel zou aan
de binteniauusciie kapitalisten in concessie
worden gegeven .Alle lantasasche piamien
van Trotski tot miiitanseenng van de gan-
sciie bevolking, tot hel scheppen van eén
groot arbeidsleger met arbeiuspiicht, zooals
net eigenlijke leger dienstplicht kende, wa
ren van de baan.
Nu weet ieder, die de jaren van 1919 tot
1922 heelt doorleefd, dat Lenin ons toen
heeft gered van een ontzettende catastrofe.
Maarik moet bekennen, dat we ons in
het begin vernietigd, verslagen en vernederd
gevoeiuen. Grisha en ik senreiden toen sa
men over de ineenstorting van ai onze ver
wachtingen, over de ellende en ontberingen,
die liet neele volk had doorstaan voor niets.
Want wij allen waren toen stellig overtuigd,
dat het eerste sta*.um tot volledig herstel
van de kapitalistische verhoudingen weer
•was aangebroken. Het communisme was ver
slagen, had de nederlaag geleden op het
economisch front.
Toch waren deze bittere gevoelens ver
mengd met een gevoel van verluchting.
Want kapitalistische verhoudingen gaven de
mogelijkheid van economisch leven, dat wis
ten we, en als het niet anders kon dan moest
maar op deze manier een einde worden ge
maakt aan dit afstervingsproces, waardoor
het geheele land ten doode opgeschreven zou
zijn.
Ruim een jaar later was ik aanwezig op
een partij vergadering in een arbeidersdis
trict dicht bij Moskou. Daar werden de resul
taten van de Nieuwe Economische Poli, ek,
de Nep, zooals zij sindsdien heet, besproken.
De inleiding was kort en beperkte zich tot
de algemeen bekende frasen over de nood
zakelijkheid der Nep, nu er geen oorlogtge-
vaar bestond, er werd geëischt, dat de men-
schen zich zouden inspannen bij hun werk
I om zoo tot een betere toekomst te geraken.
I Daarna drong de voorzitter er krachtig op
I aan, orp in den besloten partijkring openhar-
I tig alles te uiten wat men dacht over de
I Nep en de gevolgen ervan.
I Martof, naar ik hoorde een der beste sme
den van de machinefabriek, stortte zijn hart
uit in een felle rede. De Nep had de vroege
re. bazen de macht hergeven, zij had weer
loon voor de arbeiders ingevoerd naar ge
lang hunner bekwaamheid, daardoor w.ji-
gunst en vijandschap gekweekt. De arbei
ders hadden geen bazen noodig, konden zelf
in onderling overleg het werk regelen
en zorgen dat alles goed vervaardigd werd.
Men moest terugkeeren tot de toestanden
het oorlogscommunisme, dat werkenjk
munisme was geweest, nu was het kapi
talisme hersteld en had de bevolking al
haar offers tevergeefs gebracht.
Nooit heb ik stormachtiger vergadering
bijgewoond als deze. De menscben sprongen
op, schreeuwden om het woord te krijgen en
heele rij .arbeiders, menschen met ongo-
ischen gezichten en in hun arbeidskleercn
betoogden zonder één enkele uitzondering,
dat Martof onzin gekletst had en de toestan
den heelemaal valsch had voorgesteld.
„Ben je vergeten, kameraad Martof", vroeg
een der sprekers, „dat er onder het oorlogs
communisme, toen allen het zelfde paiok
kregen, geen menschen waren te vinden voor
moeilijk werk? Ben je vergeten dat iedet
er op aasde een baantje als bewaker of iets
dergelijks te bemachtigen, zoodat hij in den
werktijd kon slapen en daarbuiten gele
genheid had voor zichzelf tc prutsen en te
hamsteren?".
„Martof kletst", aldus een ander, „als hij
beweert, dat <hij kan werken zonder teeke-
ningen. En kunnen wij die zelf maken? We
kunnen nauwelijks een potlood vasthouden;
wij hebben daarvoor technici noodig en men
schen, die al deze dingen kunnen beoordee-
len. Die verlangen hooger loon en dan moe
ten we dat geven. Door die betere betaling
van de „spetsen" krijgen wij tenminste to
eten. Zonder hen kwamen we allemaal van
honger om".
Als laatste spreker verscheen Tschernych
op het podium, de chef der plaatselijke mili
tie. Een bruut, een dronkaard afkomstig
uit een geslacht van dronkaards. Later hoor
de ik, dat hij was afgezet omuat hij de ge
arresteerden te erg mishandelde en ten slot
te is hij uit de partij gezet.
„Kameraden", begon hij, (hij geleek een
toonbeeld van brute kracht in zijn groote
uniformjas), „Martof heeft het bij het ver
keerde eind. Ik heb geprobeerd uit de snet
sen te halen wat er in hun hersens zat. Ik
heb ze dezen revolver op de borst gezet
hij trok de groote dienstrevolver, de Nagan,
uit de tasrh— en heb ze gedreigd: spreek,
zeg wat je weet, of je einde is gekomen, zei-
de ik. Kameraden, met zoo'n „stuk speel
goed" kun je wel de menschen uit hun lijden
verlossen, je kunt hun hersens uit elkaai
laten spaiten, maar je krijgt er niet uit wat
er in zit Het gaat niet, Martof, de eenige
manier, waarop we de kennis der spetsen,
die we noodig hebben, kunnen verkrijgen,
is door te betalen. Daarom geen dwang van
het oorlogscommunisme, maar het geld van
de Nep".
Niemand der aanwezigen had ook maai
op eenige wijze instemming betuigd met Mar
tof. Deze stond tenslotte op om nog iets te
betoogen te zijnen gunste. In werkelijk adem
looze spanning luisterden allen. Met innige
sympathie keek ik naar dien stoeren vent,
vol ijzeren onverzettelijkheid, die bereid was
voor zijn principes ook verder een leven van
de ergste ontberingen te dragen. Wat zou hij
nu weer aanvoeren tegen de betoogen, die
zijn mede-arbeiders zoo ongedwongen uit het
gemoed waren opgeweld? Een flauw glim
lachje speelde om zijn lippen, en toen zeido
hij: „Kameraden, ik wilde alleen maar ver
klaren, dat ik zoo gesproken heb in opdracht
van het bestuur en niet omdat het mijn mee
ning was".
De spanning was ineens weg. Gelach en ni
moer weerklonk, kreten werden geuit als:
ach, canaille!
De ensceneering was prachtig geweest, de
keuze van den persoon, die de opdracht had
tegen de Nep uit te varen, was onverbeter
lijk. Maar zonder deze comedie zou er, ruim
een jaar na invoering van de Nep, niemand
geweest zijn, die daartegen op kwam. Zoo
zeer hadden de feiten gesproken en was
iedereen ervan doordrongen, dat dit alles
onvermijdelijk was en de eenige uitweg
vormde uit de economische ruïne.
Een jaar later zouden wij dit weten, maar
in het begin van 1921 was dit alles nog on
bekende toekomst. Wat beteekende de Nep?
Velen hoopten op een herleving van het
oude, keke,n ons, communisten, met verho
len spot aan. De Tschokn wist niet meer, wie
gearres'eerd moest worden. Degenen, die gis
ter speculanten heetten, en verpletterd moes
ten worden, waren plotseling nuttige bur
gers geworden, die de regeering verklaarde
noodig te hebben. Men durfde zich vrijer tc
uiten, en de uitingen van leedvermaak en
sjx>t. waaraan wij niet meer gewend waren,
klonken ons als zoovele voorspellingen van
de komende vernietiging van ons geheele
bewind in de ooren.
We hadden reden om ons te schamen. h»n
minste wat betreft onze kennis om verbor
gen voorraden op tc sporen. Het kwam ons
voor, alsof we werkelijk alles hadden npgp-
ofscht, wat de bevolking aan overtolligs had
bezeten. Het mocht wat! Na eenige weken
reeds klonk ons tergend uit de primitieve
stalletjes der opnieuw geopende markt, het
fijne witte moei tegen, waarmede heerlijk
wit brood kon worden gebakken. Kroept-
chatka! Een weelde, die we in jaren niet
hadden gekend. Waar kwam dit opeens
vandaan? Het nieuwe geld had de zakjes
tc voorschijn getooverd uit voor onze oogen
onbereikbare schuilhoeken. Week na week,
maand na maand nam deze uitstalling van
weelde, aan alles wat wij ontbeerd had
den, toe. Blijkbaar waren we nog niet aan
het einde geweest mei het opteren der voor-
En toch rees in dat rampzalige jaar de
vraag of zelfs deze overgave op economisch
gebied ons nog kon redden. Vroeger was
het in ons voordeel geweest, dat de boeren
steeds in dezelfde sleur hun land bewerk
ten, nu werd dat een ontzettende bedrei
ging. Want de eeuwige confiscaties hadden
hen ertoe gebracht slechts zooveel grond
te bewerken als ze noodig hadden om pro
ducten voor eigen gebruik te kweeken. De
rest werd hun toch afgenomen, waarom zou
den zij zich daarvoor dan moeite geven?
Het was het' bekrompen boeren-egoïsme,
het was de ten top gedreven haut tegen de
parasiteerende stad. Hiertegen hielp geen
Nep, tenminste niet in het begin. Want de
zaaitijd was voorbij, onherroepelijk, en voor
dat vreeselijke jaar 1921 was de hoeveelheid
graan en landbouwproducten, waarover men
kon beschikken, niet to vergrooten. Die hoe
veelheid was, in het gunstigste geval, be
slist te klein om het land te voeden, cn tot
overmaat van ramp werd het een ongunstig
jaar, een van die droogte-jaren, die 'n paar
maal in een eeuw ons land teisterden.
Toen kwam aan het licht, dat de werking
der confiscaties en opeisching van voorra
den toch wel grondig was geweest Hier en
daar mocht nog een weinigje zijn overge
bleven. maar over het geheel was er niets
of nagenoeg niets meer. Hongersnood, kan
nibalisme massasterfte, cholera. Wat heeft
dat ontzettende jaar ons al niet gebracht!
Het was. alsof het oorlogscommunisme.
nu het was afgedankt een laatste wanho
pige poging deed om toch nog zijn doel te
bereiken en ons geheele land in één kerk
hof te veranderen.
HOOFDSTUK VII.
Er kwam eenige verademing toen de
nieuwe roebelpapieren kwamen, papieren
van honderd, duizend en weldra van een
millioen, zelfs van een milliard roebels. Met
dit papiergeld kwam het geschokte ver*
trouwen, ai was het ook heel schuchter en
langzaam, eenigszins terug. Het uitgeputte
land had aan alles behoeite, men had nu
tenminste weer een betaalmiddel, om, als
er tenminste iets te verkoopen of te koopen
was, dit te kunnen doen.
Welk een reusachtige verandering! Men
behoetde niet meer ie smeeken, te betoogen,
zich te rechtvaardigen als men het een of
ander uit een regeeringsmagazijn wilde
hebben. Men werd met meer als een roo-
ver beschouwd, die iets uit de voorraad*
schat.en kwam plunderen.
Het geheele volk cischie nu zijn gelijke
rechten op als bezitters van papieren roe
bels. Dat merkten we maar al te goed op
onze reis naar Moskou, waarheen Grisha
plotseling gecommandeerd was We moes
ten in de file staan op de stations, om een
kaartje te bemachtigen, in de eindelooze rij
tusschen 't vervuilde volk. Geen sprake
van, dat we als vroeger onze biljet
ten toegestopt kregen of eerder dan een an*
der bediend werden. Schuchtere pogingen
daartoe riepen een storm van heftige pro
testen op, vuisten werden ons in het ge*
zicht geduwd, en uit verbitterde gezichten
werd ons toegeschreeuwd: .Jullie tijd is
voorbij, commissarissen. Nu zijn we allen
gelijk; wachten op je beurt, net als wij!"
Maar we kwamen er, met behulp van dc
partij-organisatie, die ons toch specials
plaatsen toewees. Bij onze aankomst ver
doofden we haast door het rumoerige en
schijnbaar bruisende grootcstadsleven. Huur
koetsiers, geld, bagage, alles ging zoo nor
maal zijn gang alsof er geen revolutie was
geweest. Alles zag er versleten en ver
slonsd uit, maar het leven scheen weer
voort te gaan, waar het sinds 191S ongeveer
stil was blijven staan.
Wie Moskou zegt, verbindt daaraan on
vermijdelijk de vraag: een womng? Dat is
nóg een grootere moeilijkheid dan de vraag
naar brood in de ergste tijden van het ooi*
logscommuniszne. Wel was er met geld heel
wat te bereiken, men kon met voldoende
sleutelgeld wel een woning bemachtigen,
maar ten eerste hadden we die groote be
dragen niet en ten tweede stuitte het ons,
provincialen, tegen de borst om op deze
wijze misbruik te maken van de macht, die
het herleefde geld den eigenaar gaf.
(Wordt vervolgd).