zrhaal VSüTVandaaq w. a. houtman Co's piano- en orgelhandel ««hiidaii j——;isjtslk»fêssesa IN DEN STORM DONDERDAG 2 JULI 1931 DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN EUROPA In enkele artikelen willen wij de econo mische toekomst van Europa aan een korte bespreking onderwerpen, omdat dit een on derwerp is, dat sinds Hoover's daad van buitengewoon belang kan worden genoemd liet spreekt vanzelf, dat wij slechts een prognose kunnen geven, die weliswaar hou vast kan bieden aan hen, die in hunne zaken met die economische toekomst reke ning te houden hebben, doch die niet als een wet der Meden en Perzen kan gelden Wij hebben nog niet de gave gekregen van in de toekomst te kunnen zien. Onze uit spraak, die wij, zooals hierboven vermeld, in enkele artikelen zullen weergeven gaat in zeer hoopvolle richtingwij markeeren voor 1931 de pas, doch wij zijn voor 1932 in zoodanige mate optimist., dat wij zelfs dur- 5p reken van de inluiding een er nieuwe wclvaarts-era. Voor één ding echter willen wij ten sterk ste waarschuwen. En wel voor overdreven optimisme. Wij mogen de wijze lessen van ide huidige crisis wij zouden al bijna kun inen spreken van de achter ons lig gende crisis, doch zoover is het nog niet ter dege ter harte nemen en een van die leeringen, die wij zeer duur gekocht hebben, is het onwezenlijke, dat gelegen is in hel te sterk overdrijven van de toekomst Houden wij ons krampachtig vast aan de zuivere, rendements-norinen, dan kunnen wij niet meer in zulke excessen vervallen als in de Ijaren vóór de ineenstorting. De óver-specula tie van 1927 begin 1929 was een gevolg van het verwachten van het onmogelijke fondsen als Philips werden tot 955 pet. opge zet onder de fanfare-muziek van koersstij gingen tot 1500 pcL en dat bij een dividend in de buurt van 21 pet.! Boeton, dat nog niets dan misère en tegenvallers had ge kend, bereikte een noteering van 389 pet in de verwachting, dat op de concessie-terrei nen huiten asfaltolie en zelfs radium iwas gevonden. Toen wij midden in die hausse-sentimenten stonden, geloofden ook wij aan die mogelijkheden...... het was een ulgemeene verdwazing, die niet ver van den geschiedkundigen tulpen-handel afstond en zooals gezegd, speculatieve beleggere hebben hunne "ongezonde verwachtingen duur moe ten betalen. Als wij dan ook van een nieuwe wel- vaarts-era spreken, willen wij tevoren waar schuwen om. de leidsels strak aan te halen; er is in onze maatschappij nu eenmaal niets [fantastisch. Alles gaat langs lijnen van ge leidelijkheid en dus ook de ontwikkeling van [ons bedrijfsleven. Houden wij ons aan die conservatieve richtlijnen, dan zullen wij ons 'behoeden voor groot verlies. Niet alleen het 'optimisme heeft zijn reëele normen, die ons dwingen mot de voeten op den grond te blij ven, maar ook het pessimisme kent haar grenzen. Hoover's daad is niets anders dan een uiting van juiste psychologie, op het juiste moment gedaan en op de juiste wijze aangepakt en zijn initiatief maakte een ein de aan een dwaze golf van somberheid een golf echter, die heel wat begrijpelijker was dan het vroegere óver-optimisme. Want Europa stond aan den voor-avond van een burgerkrijg...... wij kunnen en mogen dat niet ontkennen. Een burgerkrijg, die zijn ontstaan te danken zou hebben aan de tijde lijke overheersching van 't onverstand, aan de negatie van plicht en lucht, die de na- oorlogsjaren gekenmerkt heeft vanaf den hoogste tot den laagstevan man zoowel als van de vrouw. En het is dubbel hoopvol, dat tegelijk met Hoover's daad ook bij het individu meer en meer 'het: verlangen tot uiting komt van zich weer te scharen onder de vaan van zelfbeheersching en van zelf respect, want het is juist die tondenz in de huidige maatschappij, die ons met vreugde vervult Men kan nu eenmaal niets van hoo gerhand decretceren, wanneer het geen weer klank vindt in de harten van de massa. Die massa heeft zich tijdelijk van de oude normen afgekeerd; in vertwijfeling door werkloosheid en door instabiliteit in het economische levenin angst voor het ko mende en in de onzekerheid, of de leiders in staat zouden zijn stuur te kunnen houden en het wereldschip veilig door de aanzwel lende stormen heen te loodsen, neigde het naar valsche idealen, die van het Oosten uit werden gepropageerd, dreigde te bezwijken ,'oor het verleidelijke geluid van den voge laar. Komt er weer kracht van bovenaf zetten de domineerende staatslieden het schrofste eigenbelang opzij de en versterkt men het zoo noodzakelijke gevoel van saam- hoorigheid binnen de logische grenzen van een gezond egoisme, dan zal de massa blij moedig zich willen scharen onder de vanen der traditie, die gepaard aan een eerlijke ovolutiegeest de belangen van die massa niet uit het oog zal verliezen. Hoover heeft het eerste en moeilijkste woord gesproken en het is nu aan de an dere naties om zich onvoorwaardelijk aan de zijde van den Amerikaanschen staatsman te scharen, teneinde de wereld in juiste banen terug te voeren. Vandaar, dat wij den na druk leggen op „onvoorwaardelijk"'; vandaar dat ook Hoover vasthoudt aan het aanae- men van zijn voorstel in zijn geheel, want het is de dringende smeekbede om het ge zond verstand te laten zegevieren en daarbij passen geen voorwaarden! In het jaar van respijt bestaat voldoende gelegenheid om de nieuwe verhoudingen te regelen volgens de lijnen van een doelmatige wereld politiek. De hand, die door Brüning aan de Quai d'Orsav geboden werd, is een tastbaar bewijs van de goede wil der Duilsche regeerings- leiders om tot een billijk accoord te komen een 'n billijk accoord kan nimmer bestaan in een „mir nichts, dir nichts" schrappen van alle tot dusverre gemaakte overeenkomsten. Aanvaardt Frankrijk Hoover's voorstel on voorwaardelijk, dan is een moreele verplich ting voor Duitschland aanwezig om billijk te zijn. Verwerpt Parijs het hoofdprincipe van volledige rust voor het zwaar geteisterde Duitschland voor minstens één jaar, dan geeft het daardoor blijk van ongemotiveerd wantrouwen, dat niet bevorderlijk kan zijn voor een goede oplossing van het warnet waarin Europa geleidelijk verstrikt is. Het is aan de Anierikaansche diplomaten om Frankrijk op deze consequenties te wij zen. Vandaar het geruststellende, dat er ge legen is in het bezoek van Mellon, den Ame rikaanschen minister van Financiën, aan Parijseen der vooruitgeschoven posten van President Hooverhet geruststellen de van de aanstaande komst van Stimson met volledige bevoegdheid de onderhandelin gen namens de Amerikaansche Regeering te voeren. Want het is in dit stadium begrijpelijk, dat Frankrijk nog niet ten volle is overtuigd van het noodzakelijke van den stap! ALLE BANKEN HELPEN DUITSCHLAND (Van onzen Duitschen correspondent). De nauwe samenwerking aller banken der wereld, welke zich den laatsteu tijd bemerkbaar maakte, heeft thans cok tot De New-Yorker Bonds-Reserve-Bank, de bank van Engeland, de Lvmk van Frankrijk en de In'ernationale Bank te Bazel hebben gemeenschappelijk aan de rijksbank een crediet van 100 millioen dollar toegekend. Aan dit crediet van 100 millioen dollar, dat direct van kracht wordt, is ieder instituut mpt 25 millioen dollar geïnteresseerd. Daar dit crediet aan de rijksbank bewegingsvrij heid moet verleenen voor het eerstvolgende halfjaars-ultimo, loopt hot slechts tot. 10 Juli. De rijksbank is met deze toezetgging der interna'ionale 'instituten rijkelijk ge holpen. Op grond van haar dekkingsvoór- schriften beteekenen deze 100 millioen dol lar de moge]i:kheid eener uitgave vanraper dan 1 millin' mark in banknoten, terwijl in vroeger tijden de meerdere belasting van liel DuiLschc noteninstituut tegen eind Juni niet boven 600 tot hoogstens 800 millioen mark uitging. Uit een en ander blijkt duidelijk, dat de rijksbank in verband met een zwaar devie- senverlies tijdens de laatste crisis hutten gewone hulp noodig had. Tengevolge van een verlies aan deviesen en goud. dat op 1200 mil'ioen mark getaxeerd wordt, een verlies, dat als gevolg beschouwd moet wor den van de nervositeit, welke Hoovers voorstel teweeg hracht is de banknoten- dekking der rijksbank gedaald op 40.4 pet Zij heeft dus haast haar laagste grens be reikt, welke slechts onder bepaalde condi ties van de riiksliank ongaarne overseine- den wordt. Gelukkig is er door een schul denvrij jaar een gunstige wending aan de deviesenmarkt merkbaar geworden, maar hiermede is de terugval nog niet overwon nen, 'hebben de opzeggingstermijnen der buitenlandsche banken nog niet haar einde bereikt Dit is de oorzaak, welke de rijksbank noodzaakte, met de overige notenhanken voeling te nemen omtrent een voorbijgaand crediet. Allereerst zou hiertoe de Bazeler B. I. Z. aangewezen zijn, maar deze is in den korten tijd van haar bestaan nog nier sterk genoeg, om alleen zulk een transactie te kunnen doorzetten. Daarom heeft zij slechts voor een deel aan de gemcenschau potijke hulpactie meegewerkt. Het is een heuglijk feit, dat ook de bank van Frankrijk zich hierbij occupeerde. In werkelijkheid beteekent dit, dat de no tenhanken uit hun enormen goudvoorraad Duitschland voor korte termijn weer het geld ter beschikking stellen, dat kort geleden uit de kelders der rijksbank hij hen is binnen gekomen. Niets teekent dezen kringloop van goud beter dan het. feit, dat de Zwitser- sche National-Bank denzelfden dag waarop de notendekking der rijks-bank tot op haast 40 pet. w-as teruggegaan, een recorddeli- kink van haar noteri van niet minder dan 120 pet. moest melden. En ook de bank van Frankrijk heeft zooeven met een dekking 56 57 pet. een totdusver niet bereikt re cord behaald. Waarschijnlijk behoeft de riiksbank hei haar toegestane crediet van 100 millioen dollar niet eens geheel in gebruik te nemen want reeds het bestaan van dit crediet zal nieuw huitcnlandsch kapitaal in Dui'scü land binnen brengen. Rqeds de eerste da een na publicatie van het Hocvver-voors'el werd dit bemerkbaar. Ilct duidelijkst blijkt deze gunstige wending uit het volgende ge val: De Noord-Duitsche Lloyd-s'oomboot ..Bremen" kwam op haar la-risten tocht met een vertraging van twaalf uur in Cher bourg binnen. De „Bremen" had in haar eigen haven een goudlading van rond 30 millioen mark aan hoord genomen, welke in opdracht van de rijksbank ln Amerika verkocht zouden worden. De gunstige wen ding aan de effectenmarkt deden dezen ver- koop ecli'er overbodig toeschijnen en het goud moest weer worden uitgeladen, waar door de vertraging van het vertrek ont stond. NA DE VERKIEZINGEN IN SPANJE De droom van den eensamen banneling. Gemengd Nieuws. DOODELIJK SPEL. Te Deventer kreeg een 12-jarige knaap bij BRANDSTICHTING Te De Haart bij Aaiten (Gld.) is een 14- jarig pleegkind van den winkelier Wesseling gearresteerd, verdacht van brandstichting in de woning van zijn pleegvader. DROEVE VONDST Te Bovenkerk in de gemeente Diemen (N. H) is de 21-j'arige M. dood op den open haren weg gevonden. De politie stelt een on derzoek in, alhoewel aan misdaad niet wordt gedacht. ÈN HONDERDTWEEJARIGE GESTORVEN Te Mantgnm (Fr.) is de weduwe Groene- veld overleden in den ouderdom van bijna 103 jaar. ZOLDERBRAND. Drie kinderen gewond. Te Arnhem brak brand uit op een zolder van een perceel in de G. A Smitsstraat. Op de zolder sliepen drie kinderen, waarvan waarschijnlijk met vuur heeft gespeeld, waardoor de brand ontstaan is. Door den dichten rook konden de kinderen niet meer naar beneden komen, zij werden door buren die een gat in het dak maakten, bevrijd. De kinderen hadden allen brandwonden opgeloo- pen, waarvan een zelfs zeer ernstig. Zij den naar het gemeentelijk ziekenhuis veerd. De brandweer, dié .spoedig ter plaatse VERDRONKEN De 17-jarige motorrijder W. van Nes is tusschen de gemeenten IJsselstein en Jutfaas met z\jn motor in den gekanaliseerden Holl. IJssel gereden en verdronken.. Zijn lijk is opgehaald en naar het R.K. ziekenhuis te IJsselstein getransporteerd. Te Helmond was het 7-jarig dochtertje van de familie van Rixtel met haar 2-jarig broertje, dat in een kinderwagen gezeten was, uitgegaan. Bij het spelen op een steigertje viel het 2-jarig jongetje in de Zuid Willems vaart en verdronk. Zijn zusje, die pogingen in het werk stelde haar broertje te redden, moest door anderen op het droge gebracht Elcb wal Wils Z1 MIJN TROUWDAG De bekende Ds. J. H. Wiersma, in leven Hervormd predikant te Amsterdam, van is welversneden pen we in dit hoekje reeds meermalen een stukje overnamen, schreef ir. 't jaar 1908 onder het opsehr.lt: „Mijn ♦rouwdag" het volgende: in de vorige eeuw ben ik getrouwd, 't Is reeds meci da- veertig jaren geleden. lioe is alles veranderd! Wat deden we alles i cm nu Jig iri -lie dagen* In briefvorm, met zeer eenvoudige druk- leiter, \ertudeu we in vier-en-éen-nai'»m regel, dat wij „den aangenamen pl'igt" ver vulden om kennis te geven, dat „de eerste afkondiging van ons „onder inwachting var. Gods* zegen te voltrekken huwelijk, zou plaats tieoben c-p Zondag..-" Dut was alles. Een afkondiging van de eerste afkondi ging van ons huwelijk. Heel simpel. En alles was daaraan verder gelijk. ')ok c-p den trouwdag. De Wet was volbracht. De Wet had ge zegd: ..gij zijl man en vrouw". Maar ook de genade onze Gods moest nog aan net woord komen De kerkelijke inzegening had plaats door een vaderlijken vriend, in tegenwoordigheid van vele getuigen- Er was daarna receptie in de kosters kamer! Eu van daar togen we, dankbaar- voldaan, naar het bescheiden bovenhuis mijner waarde schoonmoeder, die ons daar een klein diné aanbood. 't Was een kleine, uitgelezen familiekring. Er waren echter nofal „vogels van diverse pluimage". De vaderlijke vriend, die ons huwelijk had ingezegend, had de leiding van de tafel. Hel was er, dit durf ik zeggen, goed, ja zeer goed, al was het weer eenvoudig, ver geleken bij de eischen van dezen tijd. Eer iemand het vermoedde, was het uur daar, dat de kring uit elkander zou gaan. Op ééns.... De Voorzitter der tafel vraagt aan de gast vrouw om een Bijbel- En die altijd naiëve schoonmoeder, komt daar aanzetten met een grooten Statenbijbel van Pieter Keur, met koperen hoeken en sloten. Of sommige-gasten ook verbaasd opzagen! Gelezen werd Spreuken 31 19-31. De lezing afgewisseld met korte, pittige, soms geestige verklaringen en opmerkingen, meestal geadresseerd aan de Bruid der Tafel Neen, ik heb zelden, laat ik maar zeggen nooit, zóó ln den Bijbel hooren lezen. Jaren later heb ik er nog over hooren roepen door hen, van wie men dit het minst zou verwachten. De Spreuken-schrijver zegt ergens, dat het einde van ecu ding nog beter is dan zijn begin. Zonder dit hier nu te willen toepassen, mag ik toch zeggen, dat er nog iets aange naams kwam vóór het einde. Onverwacht diende er zich iemand aan, die van den Prins geen kwaad wrist, maar nog voel minder, dat hier een oud-connnilito zijn trouwfeest vierde. Hij was een poos op reis geweest en wilde nog even vóór hij naar huis ging, zijn studievriend zien. Hij was niet lang cn niet mooi, maar Jan Maclaren zou, als hij hem goed gekend had, zeker van hem gezegd hebben: „een man met een hart van goud". Wat was dat voor mijn bruid en mij een verrassing! Thans is hij reeds rustend predikant in N'-Amerika en mocht onlangs, onder ge lukkige omstandigheden, reeds zijn vijf-en zeventigsten verjaardag vieren. Het laatste souvenir van hem ontvangen is een keurig portret van zijn jongste dochter, die thans studeert aan een Universiteit, om na vol brachte studie, zich te geven aan het werk der Zending in China. Heerlijk! O zoet herinneren, ook van zulk kleine dingen! 't Is of men het purper ziet, waarmee een ond den horizon kUart. INBRAXEN Men meldt ons uit Hoedekenskerke: Gisternacht is opnieuw ingebroken in de hofstede van de Wed. G. Steketee te Baar land (Z.). De inbreker had vooraf de bui tendeur gebarriceerd, teneinde de ontvluch ting van de weduwe en haar dochter te voorkomen. Door het lawaai gewekt, wist de dochter zich toch nog door een kier van de deur te wringen. Zij snelde na* de ge meentepolitie, die oogenblikkelijk ter plaalse verscheen. Deze zag den inbreker per rijwiel de vlucht nemen. De agent van politie zond hem nog cenige kogels na, die waarschijn lijk alle doel misten. Daar de inbreker geen tijd had zijn slag te slaan, wordt niets ver mist. De Haarleimscbe politie heeft drie per sonen gearresteerd, verdacht van tien ln braken en een aantal pogingen tot inbraak te Haarlem. Eon groot deel der gestolen goederen is bij één der gearresteerden in beslag genomen. BRANDEN Te Loenen op de Veluwe, brandde wo ning van de fam. L. M. af. Er kon niets gered worden. De oorzaak is onbekend. De aanhoudende droogte heeft veel schuld aan die branden.* Te Barneveld brandden 200 roeden hak hout neer tusschen Schietbaan en Begraaf plaats. Te Wijdhen (Gld.) is de woning van El'bels tot den grond afgebrand. Eenige varkens kregen brandwonden. Met moeite en niet zonder gevaar werden do kinderen, die nog te bed lagen, gered. Radio Nieuws. eeln.12.0i_i.se Lunchconcert. 1.802.80 Gramo foon. 2.803 Verzorging van den zender. I— 1.30 Orgelconcert. 4.3o5 Gr&mofoon. S5.41 Harry Jacks* 5. IS—6 Sprek mofoon. S Todseln. 811 l-'oi sterkt KKO.-Orkest, 1112 Grnmofoon. VPRO. 10 Morgenwijding. VARA 10.1& Voordracht. 10.30 Voor de zieken. 11.30 Gra- mofoon. AVRO. 12. Tijdsein. 12.152 Omroep orkest. 22.30 Schoolultzending. 2.30I Kwar tet. 4 Sluiting. VARA. 4 Tüdsein. 4.01 Orgelspel 4.30 Knutselwerkjes. 5.16 Vooravondconcert. 5.65 zang en piano, 6.16 Vervolg concert. 6.45 Actu- eele meaedeeilngen "uit de Arbeidersbeweging. 7.30 Vervolg Concert. 7.80 Politieberichten. i.*b Vervolg en slot concert 6 Binde van het VARA- progrnmma (Tweede deel). VPRO. 8 Weekuit- zending. Ttldsein. 8.01 Korte Inleiding op Con cert. Sp:*ker: H. Cuypers. Amsterdam. 8.15 Con cert .0.30 Lezing: „Kinderen van dezen ttJd". door Henr. Roland Holst. Spreker: Mr. Koel foon. 12 Tijdsein. Te Wittewierum brandde door hooibroei de boerderij van Schuringa geheel af. Alle huisraad, boerengereedschappen, 10 varkens en 60 kippen werden een prooi der vlam men. De schade wordt gedeeltelijk door ver zekering gedekt. Door WJERNY XVIII. KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS Op treffende wijze wordt ln lijc.ËO geteekend. zooals vele t! Rusland dat de laatste Jaren hel te kunnen betrekken. In ruil da: zou in de nabijheid van het dorp een fa.briele weer In werking worden gesteld Omdat Grisha wist, dat hij niet ln staa- om te beoordaelen, wat er noodig nTn ItabrialMHHHÈMaÉMHMBÉH ,n werking tc doen troden^had Grïsha do houding der technici zouden faa- SaZij werden ontvangen door Staradoftsef, een krasse man van 62 jaar. die vroeger eigenaar der fabriek was. Deze beschouwde de fabriek als zijn levenswerk: ondanks de nationalisatie bleef hij steeds nog spreken van „m lj u fa- dien Sertscher •vallig~u.lt, van de machines ontbraken verschillende onderdeden allen waren er ,-an overtuigd, dat van Griaha-a plannen niets Tn Jasinowataja gingen de heeren hierna op jezoek bij Pawlof. chef van de voedsel voorzie- Grisha's groot initiatief was wel op jam merlijke manier geëindigd. We schaamden ons tegenover elkaar over deze mislukking en het duurde geruimen tijd, voor hij er weer toe kwam om plannen te maken. De loop der gebeurtenissen stuurde even wel alles in de war. In den zomer van 1920 brak opnieuw de werkelijke oorlog uit, dit maal tegen Polen, en was er van niets an ders meer sprake dan van de verzorging van het leger. Waar nog slechts ergens iets te vinden was werd het weggehaald. Deze nieuwe oorlog, die na een aanvankelijk suc ces zonder resul'aat werd beëindigd, bracht ons economisch den genadeslag toe. Gelaten en zonder hoop wachtten we af, wat de toe komst zou brengen, nu de doorbraak naar het Westen, naar die landen, die ons zouden kunnen heipen aan alles wat ons zoo hope loos ontbrak, was mislukt. De wanhoop van uen toestand leidde ech ter tot wanhopige besluiten, in het begin van 1921 üoken eerst vage geruchten op, die langzomernand vasten vorm aannamen: Le nin had den strijd opgegeven, het geld zou weer worden ingevoerd, particuliere handel en industrie zouuen weer worden toegelaten, een deel der vroegere eigenaars zou uuu la- brieken terugkrijgen, een anuer deel zou aan de binteniauusciie kapitalisten in concessie worden gegeven .Alle lantasasche piamien van Trotski tot miiitanseenng van de gan- sciie bevolking, tot hel scheppen van eén groot arbeidsleger met arbeiuspiicht, zooals net eigenlijke leger dienstplicht kende, wa ren van de baan. Nu weet ieder, die de jaren van 1919 tot 1922 heelt doorleefd, dat Lenin ons toen heeft gered van een ontzettende catastrofe. Maarik moet bekennen, dat we ons in het begin vernietigd, verslagen en vernederd gevoeiuen. Grisha en ik senreiden toen sa men over de ineenstorting van ai onze ver wachtingen, over de ellende en ontberingen, die liet neele volk had doorstaan voor niets. Want wij allen waren toen stellig overtuigd, dat het eerste sta*.um tot volledig herstel van de kapitalistische verhoudingen weer •was aangebroken. Het communisme was ver slagen, had de nederlaag geleden op het economisch front. Toch waren deze bittere gevoelens ver mengd met een gevoel van verluchting. Want kapitalistische verhoudingen gaven de mogelijkheid van economisch leven, dat wis ten we, en als het niet anders kon dan moest maar op deze manier een einde worden ge maakt aan dit afstervingsproces, waardoor het geheele land ten doode opgeschreven zou zijn. Ruim een jaar later was ik aanwezig op een partij vergadering in een arbeidersdis trict dicht bij Moskou. Daar werden de resul taten van de Nieuwe Economische Poli, ek, de Nep, zooals zij sindsdien heet, besproken. De inleiding was kort en beperkte zich tot de algemeen bekende frasen over de nood zakelijkheid der Nep, nu er geen oorlogtge- vaar bestond, er werd geëischt, dat de men- schen zich zouden inspannen bij hun werk I om zoo tot een betere toekomst te geraken. I Daarna drong de voorzitter er krachtig op I aan, orp in den besloten partijkring openhar- I tig alles te uiten wat men dacht over de I Nep en de gevolgen ervan. I Martof, naar ik hoorde een der beste sme den van de machinefabriek, stortte zijn hart uit in een felle rede. De Nep had de vroege re. bazen de macht hergeven, zij had weer loon voor de arbeiders ingevoerd naar ge lang hunner bekwaamheid, daardoor w.ji- gunst en vijandschap gekweekt. De arbei ders hadden geen bazen noodig, konden zelf in onderling overleg het werk regelen en zorgen dat alles goed vervaardigd werd. Men moest terugkeeren tot de toestanden het oorlogscommunisme, dat werkenjk munisme was geweest, nu was het kapi talisme hersteld en had de bevolking al haar offers tevergeefs gebracht. Nooit heb ik stormachtiger vergadering bijgewoond als deze. De menscben sprongen op, schreeuwden om het woord te krijgen en heele rij .arbeiders, menschen met ongo- ischen gezichten en in hun arbeidskleercn betoogden zonder één enkele uitzondering, dat Martof onzin gekletst had en de toestan den heelemaal valsch had voorgesteld. „Ben je vergeten, kameraad Martof", vroeg een der sprekers, „dat er onder het oorlogs communisme, toen allen het zelfde paiok kregen, geen menschen waren te vinden voor moeilijk werk? Ben je vergeten dat iedet er op aasde een baantje als bewaker of iets dergelijks te bemachtigen, zoodat hij in den werktijd kon slapen en daarbuiten gele genheid had voor zichzelf tc prutsen en te hamsteren?". „Martof kletst", aldus een ander, „als hij beweert, dat <hij kan werken zonder teeke- ningen. En kunnen wij die zelf maken? We kunnen nauwelijks een potlood vasthouden; wij hebben daarvoor technici noodig en men schen, die al deze dingen kunnen beoordee- len. Die verlangen hooger loon en dan moe ten we dat geven. Door die betere betaling van de „spetsen" krijgen wij tenminste to eten. Zonder hen kwamen we allemaal van honger om". Als laatste spreker verscheen Tschernych op het podium, de chef der plaatselijke mili tie. Een bruut, een dronkaard afkomstig uit een geslacht van dronkaards. Later hoor de ik, dat hij was afgezet omuat hij de ge arresteerden te erg mishandelde en ten slot te is hij uit de partij gezet. „Kameraden", begon hij, (hij geleek een toonbeeld van brute kracht in zijn groote uniformjas), „Martof heeft het bij het ver keerde eind. Ik heb geprobeerd uit de snet sen te halen wat er in hun hersens zat. Ik heb ze dezen revolver op de borst gezet hij trok de groote dienstrevolver, de Nagan, uit de tasrh— en heb ze gedreigd: spreek, zeg wat je weet, of je einde is gekomen, zei- de ik. Kameraden, met zoo'n „stuk speel goed" kun je wel de menschen uit hun lijden verlossen, je kunt hun hersens uit elkaai laten spaiten, maar je krijgt er niet uit wat er in zit Het gaat niet, Martof, de eenige manier, waarop we de kennis der spetsen, die we noodig hebben, kunnen verkrijgen, is door te betalen. Daarom geen dwang van het oorlogscommunisme, maar het geld van de Nep". Niemand der aanwezigen had ook maai op eenige wijze instemming betuigd met Mar tof. Deze stond tenslotte op om nog iets te betoogen te zijnen gunste. In werkelijk adem looze spanning luisterden allen. Met innige sympathie keek ik naar dien stoeren vent, vol ijzeren onverzettelijkheid, die bereid was voor zijn principes ook verder een leven van de ergste ontberingen te dragen. Wat zou hij nu weer aanvoeren tegen de betoogen, die zijn mede-arbeiders zoo ongedwongen uit het gemoed waren opgeweld? Een flauw glim lachje speelde om zijn lippen, en toen zeido hij: „Kameraden, ik wilde alleen maar ver klaren, dat ik zoo gesproken heb in opdracht van het bestuur en niet omdat het mijn mee ning was". De spanning was ineens weg. Gelach en ni moer weerklonk, kreten werden geuit als: ach, canaille! De ensceneering was prachtig geweest, de keuze van den persoon, die de opdracht had tegen de Nep uit te varen, was onverbeter lijk. Maar zonder deze comedie zou er, ruim een jaar na invoering van de Nep, niemand geweest zijn, die daartegen op kwam. Zoo zeer hadden de feiten gesproken en was iedereen ervan doordrongen, dat dit alles onvermijdelijk was en de eenige uitweg vormde uit de economische ruïne. Een jaar later zouden wij dit weten, maar in het begin van 1921 was dit alles nog on bekende toekomst. Wat beteekende de Nep? Velen hoopten op een herleving van het oude, keke,n ons, communisten, met verho len spot aan. De Tschokn wist niet meer, wie gearres'eerd moest worden. Degenen, die gis ter speculanten heetten, en verpletterd moes ten worden, waren plotseling nuttige bur gers geworden, die de regeering verklaarde noodig te hebben. Men durfde zich vrijer tc uiten, en de uitingen van leedvermaak en sjx>t. waaraan wij niet meer gewend waren, klonken ons als zoovele voorspellingen van de komende vernietiging van ons geheele bewind in de ooren. We hadden reden om ons te schamen. h»n minste wat betreft onze kennis om verbor gen voorraden op tc sporen. Het kwam ons voor, alsof we werkelijk alles hadden npgp- ofscht, wat de bevolking aan overtolligs had bezeten. Het mocht wat! Na eenige weken reeds klonk ons tergend uit de primitieve stalletjes der opnieuw geopende markt, het fijne witte moei tegen, waarmede heerlijk wit brood kon worden gebakken. Kroept- chatka! Een weelde, die we in jaren niet hadden gekend. Waar kwam dit opeens vandaan? Het nieuwe geld had de zakjes tc voorschijn getooverd uit voor onze oogen onbereikbare schuilhoeken. Week na week, maand na maand nam deze uitstalling van weelde, aan alles wat wij ontbeerd had den, toe. Blijkbaar waren we nog niet aan het einde geweest mei het opteren der voor- En toch rees in dat rampzalige jaar de vraag of zelfs deze overgave op economisch gebied ons nog kon redden. Vroeger was het in ons voordeel geweest, dat de boeren steeds in dezelfde sleur hun land bewerk ten, nu werd dat een ontzettende bedrei ging. Want de eeuwige confiscaties hadden hen ertoe gebracht slechts zooveel grond te bewerken als ze noodig hadden om pro ducten voor eigen gebruik te kweeken. De rest werd hun toch afgenomen, waarom zou den zij zich daarvoor dan moeite geven? Het was het' bekrompen boeren-egoïsme, het was de ten top gedreven haut tegen de parasiteerende stad. Hiertegen hielp geen Nep, tenminste niet in het begin. Want de zaaitijd was voorbij, onherroepelijk, en voor dat vreeselijke jaar 1921 was de hoeveelheid graan en landbouwproducten, waarover men kon beschikken, niet to vergrooten. Die hoe veelheid was, in het gunstigste geval, be slist te klein om het land te voeden, cn tot overmaat van ramp werd het een ongunstig jaar, een van die droogte-jaren, die 'n paar maal in een eeuw ons land teisterden. Toen kwam aan het licht, dat de werking der confiscaties en opeisching van voorra den toch wel grondig was geweest Hier en daar mocht nog een weinigje zijn overge bleven. maar over het geheel was er niets of nagenoeg niets meer. Hongersnood, kan nibalisme massasterfte, cholera. Wat heeft dat ontzettende jaar ons al niet gebracht! Het was. alsof het oorlogscommunisme. nu het was afgedankt een laatste wanho pige poging deed om toch nog zijn doel te bereiken en ons geheele land in één kerk hof te veranderen. HOOFDSTUK VII. Er kwam eenige verademing toen de nieuwe roebelpapieren kwamen, papieren van honderd, duizend en weldra van een millioen, zelfs van een milliard roebels. Met dit papiergeld kwam het geschokte ver* trouwen, ai was het ook heel schuchter en langzaam, eenigszins terug. Het uitgeputte land had aan alles behoeite, men had nu tenminste weer een betaalmiddel, om, als er tenminste iets te verkoopen of te koopen was, dit te kunnen doen. Welk een reusachtige verandering! Men behoetde niet meer ie smeeken, te betoogen, zich te rechtvaardigen als men het een of ander uit een regeeringsmagazijn wilde hebben. Men werd met meer als een roo- ver beschouwd, die iets uit de voorraad* schat.en kwam plunderen. Het geheele volk cischie nu zijn gelijke rechten op als bezitters van papieren roe bels. Dat merkten we maar al te goed op onze reis naar Moskou, waarheen Grisha plotseling gecommandeerd was We moes ten in de file staan op de stations, om een kaartje te bemachtigen, in de eindelooze rij tusschen 't vervuilde volk. Geen sprake van, dat we als vroeger onze biljet ten toegestopt kregen of eerder dan een an* der bediend werden. Schuchtere pogingen daartoe riepen een storm van heftige pro testen op, vuisten werden ons in het ge* zicht geduwd, en uit verbitterde gezichten werd ons toegeschreeuwd: .Jullie tijd is voorbij, commissarissen. Nu zijn we allen gelijk; wachten op je beurt, net als wij!" Maar we kwamen er, met behulp van dc partij-organisatie, die ons toch specials plaatsen toewees. Bij onze aankomst ver doofden we haast door het rumoerige en schijnbaar bruisende grootcstadsleven. Huur koetsiers, geld, bagage, alles ging zoo nor maal zijn gang alsof er geen revolutie was geweest. Alles zag er versleten en ver slonsd uit, maar het leven scheen weer voort te gaan, waar het sinds 191S ongeveer stil was blijven staan. Wie Moskou zegt, verbindt daaraan on vermijdelijk de vraag: een womng? Dat is nóg een grootere moeilijkheid dan de vraag naar brood in de ergste tijden van het ooi* logscommuniszne. Wel was er met geld heel wat te bereiken, men kon met voldoende sleutelgeld wel een woning bemachtigen, maar ten eerste hadden we die groote be dragen niet en ten tweede stuitte het ons, provincialen, tegen de borst om op deze wijze misbruik te maken van de macht, die het herleefde geld den eigenaar gaf. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3