THEOL. SCHOOL DER GEREF. KERKEN HET KONINKLIJK BEZOEK AAN PABIJS BINNENLAND. AAN NETIA LuwuiitiL*. iG 18 JUi^Jl it-ol IViltLUh BLAD PAG. 5 SCHOOLDAG TE KAPJ1PEN OUDE KENNISSEN ONTMOETEN ELKAAR LIEFDE TOT DE OÜDE BEPROEFDE BEGINSELEN WORDT VERNIEUWD „Kampen" en zijn „SotoooiMag" zijn twee woorden, cJi'ö bij velen nn dien laaoici-e eieu inoftiilijk natter aan te dCÉSien eteeu- weten wakken: te roepan, wat vooral weer het ge- vail is, wanneer de eeiste berichten in cis peis vv^sohijnen van de naderende todgdag. Overat in 't lamid zijn ze, die dan alt.«et hun plannen gaan maken om liefst met een clubje naai- het rustige IJssJisbadje te trek ken om de bijeenkomsten bij te wonen en vaak niet minder om oude kennissen eens weer te ontmoeten, en samen een paar echt mooie dagen te hebben. En op den dag zelf stroomt het stadje vol van de gasten, en overat, iln „die School", op straat en in res- tauirabie handt ihiet ontmoeten van kennis sen maar niet op. Oude herininierinigen worden weer wakker ïutke daggen en ook wordt de liefde tot de ou.de beproefde beginselen die reeds de voorvoeren bezielde, weer vernieuwd. Aan de móddagsamenlkomst ging vooraf <ie sluiting van het cursusjaar, door de rec tor Prof. Dr. T. Hoekstra, die een rede Méld over: De beteokenils van de tijd. De Woensdagmiddag is als steeds gere serveerd door de dominees en studenten, voor de vergadering vam die rëunieten- organisatie van het studentencorps F. O- L welke door de deden van diit coo-ps geregeld eis gasten wordt, bijgewoond. De greote aula biedt daarvoor een passende gelegen heid. De eerwaarde dominees, <üe bij het ontmoeten van elkaar weer terug-Leven >11 de tijd van 25, 30, of 40 jaar terug, ze doen weer een beetje ails vroeger, en denken aan hun studententijd, en wat sinds gebeuirde en nu is; hiet is lvun goed op die reünisten- vergadering te zijn, en gaarne luisteren ze weler eens naar wat „Monitor" wel te zeg gen zafl hebben, en naar wat de Groninger predikant, D. van Dijk, de Noord-eilinig met bet warm egemoed, t,e berde zat brengen 3oet7inkden" w«g-Hw over de tegenwoordig zoo veeil besproken door Christus den veathoudiimr van Kerk en Vrede. 1 Sprekende over Jezus' optreden als Prediker, stond hij achtereenvolgens stil bij den tijd, het feil. en den inhoud van Zijn prediking. Wat den tijd aangaat: toen voor Johannes het c-inde kwam. kwam voor Jezus het begin, het begin nl. van Zijn publleken dienst in Ga Lil ca. In wat Herode-s aan Johannes misdreef, en waarvoor hij ten voilo verantwoordelijk blijft, realiseert zich Gods heilig bestel. De heraut kan ter zijde gaan nu de Koning ver schijnt. De tijd Is daar. dat het vleeschgewor- den Woord zich aan Israël openbare. Gods ge tuigenis verstomt niet. maat gaat door. De his torie is hier profetie. In Cnristus zorgt God voor de continuïteit van Zijn werk en kerk. Ook de l'heol. School is daarvan een bewijs. Het is een merkwaardig feit. dat Jezus Zijn bediening begint met prediken. Prediken is de irizet van Zijn werk. en aan dien inzet beant woordt ook het vervolg. Hij, onze hoogste Pro feet. sluit Zich aan bij Johannes en de profeten des O. T. Want Zijn werk en het hunne is één. Hij oefde Zijn profeetschap. Zijn predikambt, uil door hün dienst. In den hemel verhoogd, zc-t Hij Zijn profeetschap voort, eerst door Zijn apostelen, daarna ooor de dienaren des Woords. Maar, stond bij profeten en apostelen het on middellijke op den voorgrond, beide in roeping en toerusting, bij - de predilte-s thans maakte dit plaats voor het middellijke. Het is noodtg. dat zij Christus kennen en liefhebben, maar zij moeten voor hun vollen dienst, niet 't minst voor dien der prediking, deugdelijk, degelijk, wetenschappelijk, worden voorbereid. Daartoe gaf God de Theol. School gelijk ook de V. U. met haar fcBeol. faculteit. En we zijn hier saam, om voor de instandhouding en groei van die School te bidden. Van den ihnoud van Jezus" prediking geeft Marcus een a.lgemeene karakteristiek. Jezus bracht, toen hij optrad, het Evangelie van het Koninkrijk Gods. de blijde boodschap van het Koninkrijk der genade, waardoor God Zijn eeuwig verlossingsplan verwerkelijkt: van dat rlik. dat komt in den weg van het genadever- bond. en dat gevestigd wordt in de harten der kinderen Gods. Dat Evangelie predikende, pre dikt Hij zichzelf. Door zelfopenbaring voleindigt Hij de Godsopenbaring. Hij zeg.: de tijd is ver vuld. en het Koninkrijk Gods nabij gekomen. Het Koninkrijk Is er, èn het komt. Dat was de dubbele lijn in de Dredlking der profeten. En dat is de dubbele lijn ook in die va.n Jezus. In Hem manifesteert zich het rijk. Daarom pro clameert Hij het als gekomen. Maar tegelijk leert Hij ons bidden om de komst er van De apostelen ontvangen van Hem opdracht tot In- slitueering der kerk. want het is door de kerk. dat Zl.in koninkrijk zich. uitbreidt. en Gods heerschappij tot algemijene erkenning moet worden gebracht In onze dagen is het besef daaraan verdonkerd. Velen mcenen, dat vooral door buiten-kerkelijke actie Gods Koninkrijk wordt gediend. Maar de Schrift en historie lee- ren anders. Ook de laatste. De historie der eer ste eeuwen onzer jaartelling; die van de refor- matie der 16e eeuw; ook die van de vrijmaking der kerk in dit land. die vóór nu bijna hon derd jaren begon. Onze liefde tot. ons gebed voor de School, komt niet op uit eng particu larisme. maar uit het inzicht dat die Schooi noodig is voor de kerk, voor de prediking dei- kerk. en zoo voor de komst van het koninkrijk. Aan de proclamatie van het rijk verbond Jezus de oproep; bekeert u en gelooft het Evangelie. De proclamatie gaat voorop, de oproep volgt Dnt is de heilige orde. de orde Gods. En in die orde moet ook nu worden gepredikt Het is niet de mensch. die door zich te bekeeren. Gods ko ninkrijk bouwt. Het is God. die Zijn rijk komen an Zijn verbond, en nu In en zondaar roept tot bekeerlng en Go geloof. God eerst, en dAn de mensch. door ■ods genade, aan Gods roepstem gehoorzaam Zoo is het. Zoo moet het zijn. En we bidden, dat lang zlcfo hadden gekromd onder het IJzeren juk van den Corsikaan. Wij willen niets tekort doen aan het beleid van de aanvoerders en aan de dapperheid van de troepen. Wij bewonderen den moed van den prins van Oranje, de kalmte van Wellington en de trouw van Blücher. Maar een koning, al is het ook een Oranje, wordt niet behouden door een groot heir, en een held, al is het ook een Wellington, wordt niet gered door groote kracht, en een paard, al draagt het ook een BlUoher, feilt ter over winning. en bevrijdt niet door zijn groote sterkte. Wij zien over al die wijze aanvoerders en dappere legerscharen heen. „Ik zal tie da den des Heeren gedenken, ja. ik za.\ gedenken Uwe wonderen van ouds hór". Dat moet ook de grondtoon zijn van dit ons samenzijn op dezen da.g. WIJ hebben aan de Theologische School heel wat mannen van naam gohad. en wij heb ben ze nog. toegerust voor de gewichtige taak van de opleiding van aanstaande dienaien des Woords, De School heeft heel wat mannen af geleverd, die als mede-arbeiders Gods het hunne hebben bijgedragen voor den opbouw van Sions muren in deze landen. In de historie der School gedenken wij de daden des Heeren en Zijne wonderen. Hij leidde haar soms door de diepte heen. omdat Hij van plan was haar op een hoogte te stellen. Wanneer wij ons oog vesti gen op het keurcorps onzer hoogleeraren en op hot groote aantal studenten, die aan onze school hun opleiding ontvangen, en op den bloei en den groei, waarin onze inrichting zich mag verheugen, dan ontblooten wij onze hoofden: „Das liat der Herr Gott gethan!" Wat is er sedert 18 Juni 1813 veel gebeurd. Ilc denk aan het Reveil, aan de Separatie aan de Doleantie aan de oprichting van de Theolo gische School, aan de stichting van de Vrije Universiteit, aan den opbloei van onze ohris- tclijke scholen en van de Stichtingen van barm hartigheid. aan het zich baanbreken van dg christelijke beginselen op politiek en sociaal terrein. En al i3 er veel in ons volksleven, dat ons tot diepe verootmoediging moet stemmen, en dat ons met bange vreeze vervult, omdat er nog zoovelen op onze erve leven onder de bekoring van den sirenenzang der revolutie, en optrekken achter do roode vanen, toch mag dat alles ons niet in onzen loop doen vertragen", en onzen ijver doen verslappen. Wij hebben in ons land nog onze Gerefor meerde kerken, die staan op den rotsgrond van het Woord des Heeren, en die optrekken aohter de banier van de aloude Gereformeerde belij denis. Zij hebben een hooge en een heilige roe ping. Zij hebben het licht van Gods Woord hel der te laten schijnen over de vraagstukken, die hot leven van onzen tijd beroeren. De doorwerking van de geloofswaarheid In de kerk als instituut, zal alleen de kerk als organisme tot betooning van geloofskracht kunnen prikkelen. Daarom hebben wij behoefte aan weltoege- ruste dienaren des Woords. die in staat zijn de belijders van de3 Heeren Naam te wapenen voor den strijd, dien zij op de verschillende terreinen des levens hebben te voeren. Het is onze bede, dat de He ere het licht van Zijn Woord helder doe schijnen voor het oog van onze hoogleeraren en van onze studenten, en dat Hij hen bezlele door Zijn Geest, opdat zij vol toewijding mogen jagen naar het ideaal: toe te rusten en toegerust te worden voor de heilige bediening. Wij hebben onze Sohool lief, omdat wij onze kerken liefhebben en omdat wij liefhebben Hem. Die haar in Zijn beide handpalmen heeft gegraveerd en Die ons waarborgt: „Uwe muren zijn steeds voor Mijl- Sterke ook deze dag ons in de wetenschap des geloofs, dat Hij die tot dusverre onze hulpe was, ook onze hope. die op Hem is gericht, met het oog op de toekomst niet zal beschamen. „Ik zal de daden des Heeren gedenken, ja, ik zal g6denken Uwe wonderen van ouds hèr". Hiermede verklaar ik dezen Schooldag ge opend. Rede Prof. Dr. T. Hoekstra. Prof. Dr. T. Hoekstra, Rector Sohool hield vervolgens een rede. der zoo 13 net. zoo moet net zijn. isn we DKfden. dat 1 r""' Rede Ds. D. van Dijk 1 Ood bij die belijdenis, bij die prediking Zijn 1 sen' *Preekt Pr°f- Hoekstra er zijn voldoening kerken eu hare School beware! i c?'e!r» UV"dït er dez^ stichting een volk Spr. wilde de vraag beantwoorden hoe wij 1 staat dat naar liefheeft, haar onderhoudtc en hebben te staan tegenover het christelijk ge- n7 nvimunrTTvece a nTvurvonnMr I Xoor ar^. V ?r °aat v«ri vergaderingen! aTs weten dat élke oorlog veroordeelt en dus DE Oft*MOETINGSSAMENEOMST 1 deze kracht uit. Leerzaam Is het aanhooren ,-van dienstweigering als plicht stelt. Ter benntwoor. referaten en het uithoudingsvermogen van ons; ding van deze vraag merkt spr. allereerst op Van die kierk gaat. bet naar de OntrOjOetimfiTri Gereformeerden, grenst in dit opzicht aan het dat door. de zonde strijd is gekomen in cïe ©aimenkoimöt ill bet trebouw ,-],ar Th,pol «"eeiMfMjkc; We komen hier samen om te wereld, actieve disharmonie. Door Gods genade V. 'u* l geujouw mer ntteon. zingen onze dankliederen, onze smeekingen en - - BCboa!, wear do bezoeksra door gangen en l onze strijdzangen. Wij vergaderen ook om saam aaien dwalen, met de einde de vorige School I 10 binden. En werd er op den Theol. Schooldag d„s «p ftiji™i,k, wijz» djKOTOtw «MUM de groote aula a S middeLpunt. I bijeenzijn in Christus' naam, een gezegende En dan i6 weldra de eerste dag, de dag ku^-ne" zf^,n- m vnnrhAi-pi'MiiiTii"- Un cin.rlc nn craat ia/Ui-1 The;-...School verkeert in bloeienden toe loopt daar doorheen een andere strüd, tegen de strijd, ingeluid met het: „Ilc zal vijand schap zetten". De dienstweigeraars mee.nen ten onrechte, dat een oorlog alléén kan opkomen Uit haat, en vergeten dat ook mogelijk is een oorlog als een strijd tegen de strijd. Een recht vaardige oorlog is Inderdaad moeilijk. Dit hoeft niet in te gaan tegen uitspraken der Schrift dat we den booze niet mogen we- derstaan 'en dergel.: dan zou ook een rechter het onrecht niet mogen stf-affen. Het moet ons echter brj de zelfverdediging in de oorlog niet te doen zijn om onszelf, maar om de handhaving van liet recht dat God ons toe vertrouwde. Het is God zelf die dan door het optreden der eene overheid het onrecht der andere straft. Tegeliik lean men dan wel het vijandige volk liefhebben.. De overheid kan met een bloedend hart haar plicht vervullen. In de gruwelijkheid van de moderne oorlog ligt geen argument tegen het oorlogvoeren in het algemeen, maar deze gruwelijkheid moeten we zien als een oordeel dat de natie die on recht doet. brengt over zichzelf en als het vuur waarin zjj dio het recht handhaaft zich opoffert. Het element van waarheid in de dwaling der dienstweigeraars is o.a. dat b(j de meeste oorlogen vrijwel het heilig motief zoek is. en dat Inderdaad alles moet worden gedaan wat mogelijk is om de oorlog uit het volkerenleven te bannen. Teveel is er de nadruk gelegd op mogelijke rechtvaardigheid van de oorlog. We moeten de gruwelijkheid van de oorlog zéó laten zien, dat men algemeen gaat huiveren om den oorlog aan te vangen. Gewaakt moet tegen een verkeerd vereeren van heldenmoed. wat is nu in dezen de roeping van de kerk als instituut? De kerk kan slechts indirect in vloed uitoefenen op de staatkundige verhou dingen. en wel door benadrukken dat indivi duen èn natiën zich moeten buigen voor het recht Gods. De kerk wekke een geesteshou ding. die, zoolang het recht Gods het niet eischt, tot ellcen prijs de oorlog wil vermij den. maar die tot handhaving van dat recht tenslotte ook elk offer wil brengen. Voors is spr. van oordeel, dat een onder daan aan de oproep van de overheid ten oor log niet kan gehoorzamen, wanneer hij zijn consciëntie overtuigd Is .dat het een onheilig motief is dat tot die oorlog leidt. Kan hij de motleven niet beoordeelen. zoo trekke hU ten strijde, de verantwoordelijkheid latende voor de overheid. Aan de drukke bespreking die op dit referaat volgde, werd deelgenomen dooi de reünisten Dr. M. H. A. v. d. Valk, van Hillegersberg; D s. J. H. Rietbergen, van Maassluis; D s. F. Tollenaar, van Den Helder; Ds. E. IL Broekstra, van Rijnsburg; en Ds. W. van Dijk, van Soemba, met verlof bier te lande. DE BIDSTOND Des a'vond© ging men op naar die samen komst dier gemeente, voor bet houden van de bidstond, waar Ds. C. Lindeboom, van Amsterdam, den dlienet leidt. Deae had bet woord ter inileudiing op bet gebed ont leend aan Marc. 114 en 15. van voorbereiding, ten einde, en gaat ieder zijns weeps tot die volgende morgen. DE DAG VAN HEDEN MORGENVERGADERING HedfenmongeTi te kwart voor tien opende de voonziiter, Ds. J. L. Schouten, van Amsterdam, voorzitter vain bet Curatorium die bijeenkomst In d-e B-uitgwaflksnk, na het zingen van Ps. 77 7 en 8 en nadat gelezen was Ps. 77 1221. Daarna hield Ds. Schouten de openingsrede. Openingsrede Ds. Schouten. Het Is mij een voorrecht aldus spr.. u namens curatoren en hoog'.eeraren een hartelijk welkom te mogen toeroepen op dezen onzen Schooldag. Het Is vandaag 18 Juni, een histonschen datum. Daar moet in ons letó leven van wat daar om ging in de ziel van den dichter, toen hij zong: „Ik zal de dag-en des heeren gedenken, ja ik zal gedenken de wonderen van ouds hèr". (Ps. 77 12). De historie ls voor ons maar geen dorre massa van feiten, geen onsamenhangende reeks van gebeurtenissen, geen toevallige samenloop van omstandigheden. Zij is ontplooiing van Gods raad, ontvouwing van Zijn gedachten. Omdat wij er Zijn voetstappen in hooren rui- schen. hebben wij er Zijn gangen in na te speu ren, Zijn daden er In te zien en Zijn wonderen er in te betrachten. Op den 18en Juni 1815. des morgens om half twaalf, werd de wereldhisto rische slag bij Waterloo ingeluid, die over het lot van Napoleon en over de toekomst van de volkeren van Europa be>slisscn zou. Aan bertdc zljclen werd met leeuwenmoed ge>streden. er urenlang trilde de balans In de evenaar. Napo leon wachtte op de komst van Grochy er Wellington zag 'uit naar de komst van BlUoher. Tegen het vallen van den avond versohijn/t de grijze huzaren-generaal met zijn troepen op het tooneel van den strijd en werpen zij zich in het strijdgewoel. Napoleon ziet zijn dappe ren wankelen en de zon zijner glorie voor goed ondergaan. Wij zien daarin de daden des Hee ren, do wonderen van Zijn hand. Dat erkende de oude Blücher, toen hij op dien avond Wellington ontmoette, en zijn hoofd ontblootte, en met een van aandoening trillende stem. terwijl hij zijn vinger naar boven hief, zei de: „Das hat der Herr Gott gethan!" Dat werd begrepen door de soldaten van de Landweor-Cavallerio van het Kurmarkisch- Prnisisoh regiment, die aan den avond van dien dag, bij het schallen van de krijgstrompetten, met ontroerde gemoederen uit volle borst, den lofzang aanhieven: „Dankt, dankt nu allen God. mat hart en mond en handen, Die groote dingen doet. aan ons in alle landen". Wij ge denken de daden des Heeren en Zijn wonderen in de vernedering van Napoleon en in de vrij: making van de vclkeren van Europa, die jaren- stand. Zij heeft tijden wezen anderen er op. dat het kruis op gees telijke wijze moet gedragen worden, door het beoefenen van de Christelijke deugden. Terwijl de kerk der Middeleeuwen het kruis zoo hoog verhief, heeft zij echter de beleeke- iiis van Christus" krulslljden niet genoegzaam verstaan. De Reformatie heeft het kruis weer gesteld in het volle licht. Zij ls teruggegaan op de leer der Schrift, dat de mensch rechtvaardig is voor God door het geloof in den Gekruisigde alleen. En tegen de zinlijke, superstttieuze en afgodische vereering van het kruis heeft ze met beslistheid positie gekozen. Toch hebben de reformatoren togen kruisbeeld, crusiflx ci kruisteekeu niet allen dezelfde houding aan genomen. Terwijl Luther ze behield, hebben Calvijn en de Gereformeerden er niets van wil len weten. Voor het Gereformeerde gevoelen _citeert spr. uit een geschrift van den Zwitser- "schen reformator Farel, ln 1560 uitgegeven, dat tot titel draagt: „Het ware gebruik van het kruis van Jezus Christus". De kerken der Reformatie hebben echter niet onverdeeld "aan dè reformatorische en aposto lische beschouwing van het kruis van Christus vastgehouden. Er ls een neo-ProtesLantlsme. een nkuw-Protest an Us me opgekomen, waarvan men wel zeggen kan, dat het bijvoeglijk naam woord het zelfstandig naamwoord heeft opge heven, dait de dunne, van den wind des onge- loofs verzengde aar van het neo de goede en volle aar van het Protestantisme verslonden heeft. Dit nieuwe, vrijzinnige Protestantisme ontleent de -beteekenIs van hert kruis, loochent dat In Jezus' kruislijden het heil der wereld ligt. Het Christendom is en blijft echter „de religie van het kruis"', In dezen zin namelijk, dat bet Chrisitus' kruis in het middelpunt plaatst. Ook de Gereformeerde theologie doet niet anders. Zij kan niet als theologia gloriae tegenover de Luthersohe als theologia crucis gesteld worden. In de Gereformeerde leer is zeker de cc re Gods de hoofdgedachte, maar het is juist door het kruis van Christus, dat God tot Zijn eer komt en tevens de zondaar tot zijn zaligheid. Tegenover het neo-Protestantis- me handhaven Wij de belijdenis van het kruis, of liever: van den Gekruisigde; al blijven wij bij het kruis niet staan. Ons geioof rlciht zich op den Christus, die door lijden is ingegaan i-u Zijn heerlijkheid. MIDDAGSAMENKOMST De eerste ©p-reker op de mM'clagvenga'd'e- riiiig i© Ds. K. S i e t s m a, vam Eindhoven, over liet onderwerp: Godsvrucht en wetenschap. Spreker begint met te zeggen, dat over een dag als deze met zijn groote opkomst van on gestudeerde menschen de buitenwereld zich ver baast. Omdat immers altijd en overal hel ge tal der voorstanders van wetenschappelijken arbeid klein is. Is dat bij ons anders en waar om is dat bij ons anders? Niet omdat onder ons het getal 'der beoefenaars van wetenschap pelijke studie -abnormaal groot ls; ook niet om dat er een kunstmatige aanraking gezocht wordt tusschen menschen, die in ontwikkeling ver van elkaar staan, maar omdat er een inner lijke eenheid Is, die gegrond is in het woord van Salomo: de vreeze des Heeren is het beginsel van wijsheid, en wetenschap. De vreeze des" Heeren toch heeft ln zich den innerlijken drang om kennis te zoeken van het Voorwerp van die vreeze. van Zijn Openbaring. Zijn werk. Zijn. Woord. Ondanks den huiveren den afstand ten opzichte van Gods Heiligheid en ondanks de afwijzing van aLIe intellec tualisme: óók ondanks het besef, dat ons weten stukwerk is do vreeze des Heeren brengt èn den eenvoüdiTgèn geloovige en den studeerenden theoloog tot het onderzoek van de waarheid Gods. Men zegt de.t hot tegenwoordige geslacht onder deleden der gemeente daarin bij het vorige ten achter staat. Indien dit zoo is. zij dit geslacht gewaarschuwd. Want alle waar achtige godsvrucht is niet schuw voor, maar zoekt de kennis in bijbelschen zin. Maar ook alle echte wijsheid en wetenschap veronderstelt en eischt de vreeze des Heeren Bij de gemeente en ook bij den kring dien in engeren zin de School vormt. Het meest ge leerde onderzoek moet daarin wortelen, daarin zijn beginsel hebben en daardoor ook voor de gemeente vruchtbaar zijn Daarom is er c-en gevaar voor ons. studee renden. waartegen de gemeente mede haar ge bed moet opzenden tot God; het gevaar" dat onze kennis en geleerdheid zou staan naast de worteJ des geloofs en dor Godsvrucht en daar door feitelijk dood zijn; een afgesneden bloem die spoedig verwelkt. Niet dltt Is verontrustend, dat or een zoo groote schare van candidaten komt. maar de vraag, of wij genoeg den Geest van Christus hebben om de vruchten daarvan te plukken. De vraag tot de gemeente ls om gebed opdat de toenemende veelheid van vraag stukken door de predikers onder de oogen gre nen wordt niet alleen met kennis van Gods gpftend. maar wij zullen hopen, dat het kru voorgoed van haar schouders is genomen en zij een toekomst van licht eu voorspoed tege moet treedt. Dit sluit niet In. dat curatoren .en hoogï leeraren in alles gelijk denken. De jongste Synode, wanr het ging over de kwestie van het dootoroat, leerde ei'. wel ande-rs. De Synode besloot geen beslissing te nemen. Met dit be beproeving^! Woord en-het menschenleven. maar vooral met waarachtige godsvrucht als ondergrond. Indien bij gemèente èn voorgangers belde deze harmonie gevonden wordt, dan groeit de gemeente,het" volwassen zijn ln-Christüis tege- ,moet, waarin God verheerlijkt wordt. Daarna voerden nog het woord De. H. S. Bourn a, van Amsterdam-Zuid en Ds. N. sluit is de kwestie van hot doctoraat aan de B u f f i n g a, vaai Rotterdam. Deize laatste Theol. School niet van de baan.; Da strijd zal sprak O'V-er: trnks opnieuw beginnen, tenzij, wat we v.an harte weneehen. neo oplossing wordt gezocht tn gevonden, waarbij voor?tandea-s en tegén-' standers elkander de hand retken. Een tweede besluit van Arnhems Synode ls voor de Theol. School van niet minder gewicht Het treffelijke, maar gevaarlijke ambt i - Om tweeërlei reden meent spr. zijn onder- Er zal een buuongewoon hoogleeraar benoemd 1 werp te kunnen rechtvaardigen: worden in ae zenoSngsva'ck n. Ket komt spr.-: ie omdat de Schcol. die tot dit ambt opleidt, i .0open 1 haar toogdag houdt, en t het Gereformeerde volk steeds zeer 1 WEGENVERBETERING Weqverbetering is teqenwoordiq aan de orde van den dag. Thans is weer aangevangen sneb het vernieuwen van den weg Baam—Ütrechti Een foto van de werkzaamheden. oor. dat er nog wel een tijdje ov< zal. vóór het zoover Is. We begonnen den cursus met ruim 160 stu denten. We hebben enkele jaren geleden gebe den om meer predikanten. Nu de Heere ze ons schenkt, moeten wij niet ondankbaar wezen, want da.n zouden we over ons halen een vloek inplaats van eeh zegen. Maar zoo vraagt ge ziet ge dan niet, dat er teveel proponen ten komen? Op deze vraag antwoordt spr. ten eerste, dat de kerken niet al te kieskeurig moeten worden en niet te veel moeten letten op uiterlijke wel sprekendheid. Indien do proponent een degelijke verklaring en frissche toepassing geeft, zal hij een goed predikant worden en ls hij waard can beroep te ontvangen. Ten tweede wijst spr. er met ernst op. dat er in onze kerken veel te weinig predikanten zijn. Zoodra de gemeente hovc-n duizend zielen komt, moet er werk gemaakt worden van een tweeden dienaar des Woords. Duizend zielen is voor één predikant die zijn gemeente be werkt. ook door getrouw huisbezoek, het maximum. Wanneer de dienaar des Woords geregeld de huisgezinnen bezoekt, zal de be langstelling in de geestelijke dingen toenemen en, waar de belangstelling vermeerdert, gaat de portemonnaie open. Stellen onze kerken tot regel, dat boven duizend zieOen twee predikan ten noodig zijn. boven twee duizend zielen drie. enz., dan komen we nog honderd predikanten te lcort eu is het tegenwoordig dreigend surplus in eens weg. Voorts zijn er noc tal van predikanten noo dig voor het werk der Evangelisatie, vooral in Noord-Holland, in Friesland (Z.O.-hoek) en In de mijnstreek van Limburg. Vanwaar het geld, om onze predikanten te betalen? Ik stel voor door een kleine versobering die mogelijk te maken. Indiien er in elk gezin van onze Gere formeerden per week één sigaar van zes cent minder gerookt wordt, zullen we van dit be drag zestig predikanten voor den Evangelisatie arbeid kunnen onderhouden. En als we Inplaats van één twee siga ren per week minder rooken. zullen onze kerken het aantal dienaren des Woords in Indië kun nen verdubbelen. Als onze kerken maar willen, is er voor 175 predikanten nog plaats, afge dacht van de gewone vacatures, die door eme ritaat, enz. open komen. Spr. eindigde met den wensch. dat de Theol. School bevorderlijk moge zijn aan de ontwik keling van de theologische wetenschap en tot welzijn moge strekken van de kerk des Hee ren. waarvoor onze Zaligmaker Zijn bloed heeft gestort. Daaipita refereerde Zwolle, over: Dr. J. T h y e, van Het kruis in de Christelijke Kerk Het Christendom treedt In de wereld op met de belijdenis, dat Jezus Christus door Zijn kruisdood do Verlosser is. De gekruisigde Christus is de inhoud van het Evangelie, door de apostelen gepredikt. Dat kruis van den Hc-iland 13 hert symbool van het Christendom geworden. Door velen is zelfs gedacht, dat Jezus het kruis Zijn teeken heeft genoemd, dat Hij met „het teeken van den Z0011 des menschen". hetwelk in den hemel verschijnen zal ten dage van Zijn wederkomst, het kruis heeft bedoeld. Deze gedachte is niet juist; maar wel ls het kruis het toeken van liet Christendom, het zinnebeeld der Christelijke religie. Spr. wil handelen over de houding, die de Christenheld Jegens het kruis heeft aangenomen. Reeds vroeg ontstond hel gebruik oirThel tee ken des kruises te malcon en vond men in liet Oude TesLument verborgen kruisen; maar I is het niet onwaarschijnlijk, dut er ook reeds afbeeldingen van het kruis voorkwamen, van een kruisvereering was toch geen sprake. Voor al Constantijn de Groote. die een krulsvlsioen had en de kruisvaau tot zijn veldteeken ver hief. en de legende, dat Helena. Constantijn9 moeder, die een bedevaart naar het heilige graf gedaan had. het kruis van Jezus had terugge vonden. zijn voor de verr-erlng van het kruis ran beteekenls geweest. Al hooger stijgt en al breeder ontplooit zich ln de Middeleeuwen de kiuisvereerlng. ofschoon ze niet zonder bestrij ding bleef. Tevens ontstond het crusiflx: de voorstelling van den Heiland aan hot kruis. In de poëzie der Middeleeuwen ontmoeten we tal van kruislogenden en- kruiszan.gen, Maar ook openbaarde zich bij sommigen een streven om de smarten van het kruis mede te lijden on belanc. .il'end is naar den ambtelijken gezond- heidstoestand zijner dominé's. Laat dan iemand uit den veelbesprokeb stand er ook Iets van mogen zeggen. Allereerst om uiting te geven aan het treffe lijke van het ambt, dat hij, die zich er echt tot geroepen weet, voor geen koningskroon zou willen geven. Maar dan ook om enkele van de groote ge varen. die er aan verbonden zijn, te laten zien. Hij neemt daartoe zijn uitgangspunt in Jezus' woord tot Petrus: „En gij. als gij eens be keerd zult zijn, zoo verste-rk uw broeders!" Bekeering is eisch om Dienaar des Woords te zijn. Ter-tond .echter bij 't formuleeren van dezen simplistischen regel rijzen er gevaren voor de aandacht. 1. Dienaren des Woords loopen kans zich rnet een surrogaat van de bekeering tevreden te stellen -er» wel om tweeërlei reden: a. omdat zij licht hun objectieve kennis de plaats kunnen stellen van bekeering; b. omdat zij hun arbeid voor den Heere kun nen aanzien als arbeid aan zichzelf. Het ambt zaligt hen niet. 2. Zij missen zelf den zegen van het ambt dei- ziel ezorg. omdat niemand hun het Woord ver kondigt of hen nadert als bezie-lszorger. 3. Omdat het a.mbt der Dienaren des Woords een openbaar ambt Is. dat zich op de massa richt, ligt er het gevaar van het indruk willen maken en het. bijval zoeken door ongeoorloofde middelen. Jacht maken of effeot is niet uitge sloten. Bovendien is gevaarlijk, wat Prof. var. Dijk zoo kernachtig „het enthousiasme van den kansel" noemde. 4. Dan vloeien er bovendien gevaren voort uit het ambt van Dienaar des Woords juist, wijl het een geestelijk ambt ls: te Intiem en te veelvuldig omgang met het heilige stompt ar. En als er dan nog tweespalt komt tusschen woorden en Innerlijk leven, zoo ontstaat er on waarachtigheid, die levensgevaarlijk wordt Het gevaar ls niet denkbeeldig, dat iemand als handwijzer den weg ten hemel wijst en zelf bulten blijft iri storm en nacht. 5. Ook de tijd. waarin wij leven, brengt groote gevaren mede voor een Godgevallige beoefening van het treffelijke ambt. gevaren en bezwaren, die naar drie richtingen nader worden aangegeven De ernst en de zware verantwoordelijkheid, waartoe de vervulling van het ambt van Die naar des Woords roept, stelt hooge eischen aa.u gemeente en ambtsdrager Aan de gemeente speciaal, om meer voor de Dienaren des Woords den troon der genade te zoeken en minder over hc-n te praten. Aan den drager van dit hooge, gevaarlijke ambt om zichzelf te beproeven voor al op het stuk van zijn innerlijke roeping, en om veel te bidden: „Doorgrondt mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn ge dachten. En zie. of bij mij een schadelijke weg en leid mij op den eeuwigen weg". Daarmee was ooft die m idda-gsa im e nlt om et w-eer voorbij. De voorzitter zee-de d'e ver- 6chiiHlende ©prekers damk voor hun arbeid, waarna die vergadering op d'e gebruikelijke wijze wérd gesloten. De Schooldag is weer voorbij en irn alle richtingen gaan weer de bezoekeis uiteen, napratend en na denkend over de vele in drukken diiie men weer te verwerken kreeg. MR. J. P. ADOLPHSTICHTING IN PERCEELEN VERKOCHT. Deze stichting werd Dinsdag onder de ha mer gebracht en in IS perceelen verkocht- voor totaal f 134.000. Hiermee is dit schoone monument van Christelijke liefde en verzorging van cllen- oigen uit ons land yerdweneib cdErrjTVACssTXip HEXT£Y?EE; De Koninklijke familie werd gistermiddag officieel door den President der Franschc Republiek Doumcr op het Elysée ontvangen. Aan den ingang van het paleis stond opge steld een eerewacht van het 119e en 5e regi ment infanterie, met toet vaandel, gekleed in de infanterie-uniform. Achtereenvolgens reden de verschillende autoriteiten, die aan de lunch, die de Presi dent der Republiek aan de hooge Nedeiiand- sche bezoekers aanbood, aan. Tot h,en be hoorden de Fransche Minister-President en verschillende Ministers, de voorzitters van Kamer en Senaat, de Nederlandsche gezanl Jhr. Loudon, de Gezantschapsraad Dr. Car- sten, de Gezantschaps-attaché Labouchère, de Consul-Generaal Droogleever Fortuvn De meeste autoriteiten waren vergezeld door hun dames. Even voor half een reed de auto, in welke zich de Koningin, Prins Hendrik en Prinses Juliana bevonden, de binnenhof binnen. De muziek, die in de rechter hall was opgesteld, speelde het „Garde a Vous", waarbij het vaandel werd gepresenteerd en de eerewachl de eerbewijzen bracht. De Kuninklijke Familie reed in een Cadil lac met gesloten kap. Toen de auto bij den ingang van het Paleis kwam, speelde de muziek het „Wilhelmus". De Koningin was gekleed in een mauve costuurn, de Prinses in lichtgroen, en do Prins in Admiraalsuniform. Voor het Elysée bevond zich veel publiek om van deze aankomst der Koninklijke fa uailie getuige te zijn. De lnnch op het Elysée. Aan dit bezoek was een lunch verbonden. H. JVL de Koningin had aan de keurig met rozen en lathyrus versierde tafel de eere- plaats rechts naast president Doumer, ter wijl links van haar gezeten was de president van den Senaat Lebrun. Links van den pre sident zat Prinses Juliana, terwijl aan den anderen kant van de tafel Prins Hendrik zat tusschen Mevrouw Doumer en Mevrof.v L.ebrun. De Koningin en de Prins droegen hiet bree lie lint van het Grootkruis van het Legioen van Eer, terwijl president Doumer het Groot kruis van de Orde van den Nederlandschen Leeuw droeg. Tegen het einde van het dejeuner stelde president Doumer een dronk in op de ge zondheid van H. M. de Koningin, waarna de Koningin een dronk uitbracht op den Presi dent van Frankrijk. Tijdens het dejeuner voerde het muziek corps van het Vijfde Regiment Infanterie enkele werken van Fransche componisten uit. Tegen twee uur begaf het gezelschap zich naar de aangrenzende salon, waar de koffie werd geserveerd. Daar onderhield de Ko ningin zich geruimen tijd met de aanwezige gasten. Eerst tegen kwart voor drie verliet de Ko ninklijke familie het Elysée. Alvorens in de auto plaats te nemen in specteerde H. M. de eerewacht, die midden op den Cour van het Elysée was aangetre den. De muziek speelde het Wilhelmus en daarna het „Aux Champs". Daarna keerde de Koninklijke familie naar Chevreuse terug. Hot diner in het Nederlandsche gezantschap. I-I. M. de Koningin heeft Woensdagavond in het gebouw van het Nederlandsch gezant schap den president van Frankrijk Doumer een diner aangeboden. Tegen acht uur kwam de Koninklijke Fa milie per auto uit Chevreuse bij het gezant schapsgebouw aan. Te acht uur reed de auto van den Presi dent der Fransche republiek voor. De presi dent en Mevrouw Doumer werden aan de deur opgewacht door den Nederlandschen gezant te Parijs Jhr. Loudon, die hen bege leidde naar de ontvangstsalon, waar Z. K. H. Prins Hendrik en eenige dames en heeren van het gevolg der Koninklijke Familie aan wezig waren. De Prins begeleidde den heer en Mevrouw Doumer naar een daarachter gelegen salon, waar de Koningin en Prinses Juliana de hooge gasten ontvingen. Na een kort oponthoud m deze salon ging liet gezelschap aan tafel. Het bezoek aan de Koloniale Ten- 1 toonstelling. Hedenochtend omstreeks tien uur verliet de Koninklijke Familie per auto Chevreuse ten einde een bezoek te brengen aan de In ternationale Koloniale Tentoonstelling te Pa rijs, het eigenlijke doel van H. M.'s bezoek aan Parijs. De auto met de Koninklijke Familie reed tot den hoofdiiygang van het Fransche Kolo niaal Museum aan de Avenue Daumesnil, waar zij ontvangen werd door den Frun- schen minister van Koloniën Paul Revnaud, maarschalk Luaytey, den commissaris- generaal der tentoonstelling en door den secretaris-generaal Patin-Perignan en door enkele andere Fransche autoriteiten, die ROFFEL-RIJM EN Tot Miss Universe, 's werelds schoonheidskoningin, is gekoien de Belgische candidate made moiselle Netia Duchateau. een brunette met langharig kapsel. Wonderynooie nette Netta, W ereldschoo'aheidskoningin, Voor jou% uitverkoren buurtje Leg ik hier een liedje in. Dichte buren zijn vaak beter Dan een verre schoonheidsvrind Ik ben al een dagje ouder En jij bent nog maar een kind Je antieke lange haren Stammen uit de oude tijd, Maar je kroon. Miss Universe, Pleit niet voor je zedigheid Heel ivat schoonheidskroontjes vielen Na een week of wat in gruis: Voor een poosje speelt men met je Als de kater met de muis. Ik, als ouwe Nederlander Van de negentiende eeuw, Voel veel voor dat mooie liedje Van de fiere Vlaamsche Leeuw. Hoeveel malen is gezongen Door Gezette en Verriest, Het: „Geen enklc handbeweging Die hij uit het oog verliest Mooie jonge Belse buurvrouw Knoop die woorden in je oor, Anders gaan ze met het mooiste Van je vrouwzijn er vandoor. (Nadruk verboden.) LEO LENS. door Jhr. Loudon aan H.M. de Koningin werden voorgesteld. De hooge gasten maakten een korte rond wandeling door het Museum. Vervolgens werd gereden naar het tentoonstellingster rein. De rit voerde langs de verschillende pa viljoens der Fransche koloniën en protec toraten en eindigde bij het hoofdgebouw der Nederlandsche afdeeling, in de onmid dellijke nabijheid waarvan een groote .me nigte was verzameld. Bij den hoofdingang werd de Koninklijke Familie ontvangen door den oud-Gouver neur-Generaal Mr. D. Fock, die de hooge gasten leidde naar de receptiezaal. Daar stelde hij aan de Koninklijke Familie voor de leden van het Comité van de Nederland sche afdeeling. Nadat deze voorstelling had plaats gehad, werd een rondwandeling door het Nederlandsche paviljoen gemaakt. De rondwandeling door hit Ned. Pavil joen ving aan in den rechteruitbouw van de receptiezaal en leidde langs de verschil lende afdeelingcn naar het middenpunt van het hoofdgebouw, den tempel van Mendout, de getrouwe copy van dezen grootschen Ba lineeschen tempel. Nadat in de receptie-zaal ververschingen waren gebruikt, verliet de Koninklijke Fa milie het Hoofdpaviljoen en nam nog in oogenschouw de zoo typisch Indische ge bouwtjes, die op het terrein tegenover het hoofdgebouw door de inlanders zijn opge bouwd. Het vertrek. H. ILL de Koningin nam hierna afscheid van de heeren, die de Koninklijke Familie hadden begeleid, waarbij zij haar hooge in genomenheid betuigde met de Nederland sche vertegenwoordiging op deze koloniale expositie. De Koninklijke Familie liet zich vervol gens langs de andere buitenlandsche af- deelingen rijden en verliet daarop het ten toonstellingsterrein ten einde zich te hege ven naar de Are de Triumph op de Place d'F.toile, waar de Koningin persoonlijk eeu krans legde op het graf van den Onbeken den Soldaat DE RAMP BIJ NANTES DEELNEMING DER NEDERLANDSCHE REGEERING Onze gezant te Parijs, jhr. dr. Loudon, heeft gisteren persoonlijke deelneming der Nederlandsche regeering betuigd aan minis ter Briand voor de geweldige ramp, die Frankrijk heeft getroffen door het vergaan van de „St Pliilibert" in de buurt van Nantes M1. J. A. F. VAN ASPEREN t Op 53-jarigcn leeftijd is te Den Haag over leden mr. J. A. F. van A speren, sedert December raadsheer in het Haagsche Ge rechtshof en voordien gedurende een tiental jaren rechter in de rechtbank te Utrecht» DE INDIE-POSTVLUCHTEN Het 18e retourvliegtuig vertrok uit Karachi en kwam te Djask aan. WIE Z'N NEUS OPKNAPT De ..Slamat" heeft vorige week z'n oude neus moeten afstaan en was daarmee helijk geschonden. Een nieuwe voorgevel van lo t molorscJiip was echter reeds in bestelling en gister heeft men een aanvang gemaakt met het plaatsen daarvan. De bak „Titan" ■met de nieu we neus. voor het dok, waarin de „Slamat1 ligt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5