aa< KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT MAANDAG 15 'JUNI 1931 DERDE BLAD PAG. 9 :hr. houtbewerkers enz TWEEJAARL. ALGEMEENE VERGADERING TE ARNHEM TWEEDE DAG Toetreding fonds werkstaking Zaterdagmorgen 9 uur werd het congres den Bond van Ned. Chr. Houtbewer- ers, Meubelmakers Behangers en Aanver- ante vakgenooten, in 't gebouw voor Chr. langen tc Arnhem, voortgezet. Aan de orde werd gesteld de behandeling de voorstellen. Aan een voorstel van het hoofdbestuur tot ïtreding van den bond bij het fonds bij jrkstaking en uitsluiting, uitgaande van it Chr. Nationaal Vakverbond, hechtte de rgadering haar goedkeuring. Afvoering van leden. Het tweede voorstel van het hoofdbestuur doelde de afvoering van leden, dte we ns invaliditeit, of wegens ouderdom, of Bgens pensionneering niet meer in de in t 5 der statuten genoemde bedrijven wer- n. Aan hen, dio om bovenomschreven rede- in afgevoerd worden, en minstens 10 iaar den bond zijn geweest en gedurende in lidmaatschap over ten minste 400 we- ,n op de in art. 12 huish. reglement ora- hreven wijze contributie hebben betaald, bedrag van 40 ineens worden uit- ikeerd. Hun, die op dezelfde wijze 15 jaar zijn geweest en 550 weken betaald heb- in, zal 50 worden uitgekeerd, en die 20 ar lid zijn geweest en 700 weken hebben itaald, zal 60 ineens worden uitgekeerd. Leden, die den leeftijd van 70 jaren heb- bereikt, worden van het ledenregister gevoerd en krijgen alsdan een uitkuering 40, 50, 60, resp. bij 15-, 20- en 25- rig lidmaatschap. De afdeelingen kunnen, indien zij dit wen- helijk achten, de op deze wijze afgevoerde den als eerelid, zonder financieele lasten rechten, behouden. Leden, die uit een andere organisatie zijn 'ergekomen, waar eenzelfde regeling be- jnd. zullen deze rechten mogen meetellen den tijdsduur van het lidmaatschap. Dit voorstel werd vrijwel zonder bespre- ng aangenomen. Aansluiting T.b.c.-fonds. Het derde voorstel van het hoofdbestuur: aanvaarden van de voorgestelde regeling het bestuur van het T.b.c.-fonds )raagt elkanders lasten" (wat een contri- ïtieverhooging van 2 ets. per week betee- int) ondervond nogal eenige tegenkanting. n H a a g zag 't nut van dit voorstel et in. De afgevaardigde voerde aan, dat de '~?n van zijn afdeeling al bij verschillen- verzekeringen zijn aangesloten, ook bij n T.b.c.-fonds. De Voorzitter erkende, dat Den Haag er goed voor haar leden zorgt, maar dit helaas niet overal het geval. odegraven kon zich ook niet met t voorstel vereenigen, terwijl Leerdam n amendement indiende om de verzeke- ag vrijwillig te doen zijn voor de tegen- lordigc leden en verplichtend voor de euwe leden. We hebben al twaalf jaar een vrijwil- ;e regeling, met 't gevolg, dat nog geen rde deel der leden aangesloten is bij het a.c.-fonds, zei de Voorzitter. fDe heer Kruythof deed eenige mede dingen omtrent het T.b.c.-fonds van het ïr. Nationaal Vakverbond. Op 1 Jan. 1929 iren er 13.898, op 1 1. Jan. 1930: 20.450 le- n aangesloten. Waar het C.N.V. aanslui- ttg geenszins verplichtend stelt, leek het reker goed dat de vergadering zich uit- Het amendement-L eerdam, in stem ing gebracht, werd verworpen met 25 114 stemmen, waarna het voorstel van het hoofdbestuur met 9938 stemmen werd aangenomen. Dit voonstel treedt in werking de eerste Zaterdag van de maand JulL Eigen gebouw. Het laatste voorstel van het hoofdbestuur, bedoelende jaarlijks een bedrag uit de bonds-1 kas te trekken en zulks te storten in het fonds „Eigen Gebouw" voor den bouw en dit bedrag voor de eerstkomende twee jaren te stellen op 1000 per jaar, kwam thans in behandeling. Den Haag adviseerde zoo spoedig moge lijk over te gaan tot aankoop van een nieuw gebouw (applaus). De Voorzitter vroeg machtiging van het hoofdbestuur om, wanneer het daartoe een geschikte gelegenheid vindt, tot aankoop van een gebouw over te gaan (applaus). Geschil Zaandam-hoofdbestuur. Aan de orde werd vervolgens gestedd het geschil Zaandam-hoofdbestuur, 't Betreft hier het verzoek van de afd. Zaandam aan het hoofdbestuur om een som van 20 per week vrij te maken voor den penningmees ter. Het hoofdbestuur, gezien het ledental der afdeeling, achtte dit niet verantwoord en bood een vergoeding van 100 per jaar boven hetgeen reglementair vergoed wordt. Hiermede wilde Zaandam geen genoegen ne men. Volgens art. 10 der statuten ware nu de weg geweest, door de bestaande arbitra ge-commissie, deze zaak te doen behandelen; de eigenaardige moeilijkheden aan dit spe ciale punt verbonden, deden het hoofdbe stuur besluiten, dit rechtstreeks ter behan deling voor te leggen aan de algemeene ver gadering. Op deze vergadering nu werd een breede- re toelichting beiderzijds verstrekt. De vergadering hechtte haar goedkeuring aan de aanbieding van het hoofdbestuur, de afd. Zaandam gedaan 100 per jaar). Ziekenwezen. Van verschillende afdeelingen waren voor stellen ingekomen betreffende het Zieken wezen. In principe kon het hoofdbestuur zioh wel met deze voorstellen vereenigen, maar niettemin adviseerde het afwijzend, waar aanneming van deze voorstellen een verzwaring van lasten, in den vorm van contributieverhooging, beteekent. De heer Kruithof adviseerde de verga dering het hoofdbestuur op te dragen een onderzoek in te stellen op welke wijze is te ontkomen aan de nadeelen, die ontstaan door art. 52 der Ziektewet De voorstellen, die verzwaring der lasten zouden veroorzaken, werden met 7130 stemmen verworpen, terwijl de vergadering besloot een commissie te benoemen, zooals he1. advies-Kruythof bedoelt. Werkloosheid De voorstellen betreffende werkloozenkas enz. werden naar het hoofdbestuur geren- voyeerd. Zoodra de mogelijkheid van de bedoeling der voorstellen verwezenlijkt kan worden, zal het hoofdbestuur samenwerking zoeken met de andere organisaties en een onidieir- houid met den minister aanvragen. Van Den Haag was het volgende voor stel ingekomen: Bijvoegen een contributie- klaese van f 7.50 tot f 9.99. Contributie voor bond en werkloozenkas 0.34; ziekenfonds 0.05. Meermalen komt het voor aldus de toe lichting dat als jonge leden ingeschreven worden, de ouders dan de contributie moe ten betalen, en waar het dikwijls voorkomt, dat die jonge leden niet meer verdienen dan goed 7, bezwaar gemaakt wordt tegen de contributie. Het bestuur praieadviieeea'diö gunstig, zoo dat het voorstel zonidiea- bespreking word aangenomen. Pensioenfonds. ROODE KRUIS EN GASAANVALLEN NED. CHR. WERKMEESTERS- BOND VIJFDE ALG. VERGADERING Heden wierd te Utrecht de vijfde alge meene vergadering van bovengenoemden Bond in het gebouw voor Ghr. Soc. Belan gen te Utrecht, door den voorzitter, den heer C. de B i e, van Wageningen, ge opend op gebruikelijke wijze. In zijn openingswoord ter gelegenheid van 't eerste lustrum van den Bond, bracht Spr. eenige historische herinneringen betref fende Utrecht naar voren om vervolgens te wijzen op de groote rol, welke de Chr. Vakbeweging in Utrecht speelt Het Chr. Nat. Vakverbond is te Utrecht gevestigd met zijn ongeveer 90.000 aangesloten leden. Het R.K. Vakbureau met zijn 160.000 leden is in de grijze bisschopstad gevestigd. Het Inter nationaal Chr. Vakverbond heeft zijn zetel in het Oude Sticht, vertegenwoordigende eenige mililioenen leden. Spr. herinnerde er aan, hoe de Bond, vijf jaar geleden, gesdóht werd, bzeield door die gedachten van het Gustaaf Adolf-lied. Als kleine stoet, aldus Spr., hebben wij volhard in ons pogen om Chr. werkmees ters tot organisatie te brengen. Voorwaar, geen gemakkelijke taak! Vele Chr. werkmeesters begrijpen blijk baar hun tijd niet. De tegenstander groeit sneller. Laat dit da Chr. werkmeesters voor gezegd houden. Wij gingen het afgeloopen jaar met 60 sionneering van oude leden. Alhoewel de wenschelijkhaid van betere pensioenregeling ook door het hoofdbestuur terdege gevoeld wordt, ziet het voorloopig geen kans de uitvoering van deze voorstel len ter hand te nemen. „Onze noodzakelijke reserveering wenschen we niet te plunde ren, evenmin als we voorloopig niet wen schen als vakvereeniging begraven te wor den, om dan op dezen aschhoop te bouwen vereenigingen van liefdadigheid", aldus het hoofdbestuur. De vergadering vereenigde zich met dit advies. Aan het hoofdbestuur werd mandaat ge geven de plaats voor de volgende algemeene vergadering te bepalen. Na rondvraag werd het congres om twtóe uur gesloten. I nieuwe ledien vooruit Het eerste kwartaal 11931 bracht ons 26 nieuwe leden. De tred i gaat wel iets sneller. We gaan nu naar de 300. Nog geen groot getaiL Duizenden bazen en meesterknechts van protestantechen hui ze zijn nog ongeorganiseerdVeel moet er nog gedaan worden om het ledentail op te Een geleidelijke groei kunnen wij niet doormaken. Wij moeten ons direct weten aan te passen. Anders houden we het ntet Voor een metaalbewerker, typograaf of ta baksbewerker is het moeilijk om fabrikant te worden. Vroeger kon dit gemakkelijk. Tegenwoordig is er veel kapitaal voornoodig Zoo ook met de Vakorganisatie. Gedurende de vijf jaren, die achter ons liggen, hebben wij met onze gebrekkige middelen toch wel moeilijkheden kunnen overwinnen. En Gode zij dank, kunnen dan ook uitroepen: Tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen! Onze gedachten zullen geconcentreerd moeten worden op snellere opvoering en uitbouw van het ledental. Dan kunnen wij de vraag in overweging nemen, een tech nisch bureau te stichten, een centraal punt waar de administratieve en technische werk zaamheden beter tot haar recht kunnen komen. Met deze gedachten bezield gaan we ons tweede lustrum tegemoet, temidden een^r geweldige wereldcrisis, waarover dr. mr. v. Rhijn, uit den Haag, zal refereeren. De verstreken jaren kenmerkten zioh door een kameraadschappelijken geest, zoowel onder de leden als onder het hoofdbestuur. Spr. verklaarde de vergadering geopend, met het woord van den apostel Paulus: Gelijk wij in één lichaam vele leden heb ben, en de leden allen niet dezelfde werking hebben; alzoo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar elk een zijn wij elkan ders leden. Na de huishoudelijke werkzaamheden en behandeling der voorstellen hield DE PRESIDENTSVERWISSELING IN FRANKRIJK Mr. Dr. A. A. l Rhijn van den Haag, een rede ov:r: „De economi sche crisis". Als oorzaken dier crisis, aldus Spr., kunnen worden genoemd: natuurlijke factoren (de groote wereldoogsten van 1927 en 1928); politieke factoren (onrust in China en Britsch-Indië, verdrag van Versailles, streven naar hooge invoerrechten), en tech nische factoren (groote uitbreiding der pro ductiecapaciteit). Hiermede is evenwel de regelmaat in het terugkecren der crisissen niet verklaard. Spreker staat achtereenvol gens stil bij de natuurlijke, de economische en de psychologische theorie, die ter verkla ring van het cyclische in den loop der con- juctuur worden aangevoerd. Als middelen ter bestrijding van de ge volgen van de crisis noemt men o.a. loons verlaging en arbeidstijdverkorting. Wat de loonsverlaging betreft, is Spreker's meening dat zoowel het standpunt geen loonsverla ging, als het standnunt loonsverlaging met een bepaald percentage over de geheele linie, onjuist moet worden geacht. Men zal over d'3 noodzakelijkheid van loonsverlaging bedrijf voor bedrijf moeten beslissen. Spr. gaat uitvoerig na, met welke factoren daar bij rekening moet worden gehouden. Wat de verkorting van den arbeidstijd betreft, voorgesteld bv. 40 uur per week te laten werken, waardoor de werkende arbeiders wel een geringer weekloon ontvingen, maar een aantal werkloozen kam wordien tewerk gesteld. De voordeelen van dezen maatregel zijm lo er wordt een bereep gedaan op de solidari teit der arbeiders, 2o. het aantal arbeiders dat leeg moet loopen vermindert, 3o. de kosten der werkloosheidsuitkeeringen nemen aanzienlijk af, 4o. de ondernemer houdt zijn personeel intact en kan bij het aanbreken van betere tijden onmiddellijk weder op volle kracht laten werken. Evenwel zijn wat Wils. de vermomde aartsbisschop Een onzer lezers zond ons een door hem naverteld verhaal, dat we hier graag op nemen. 't Is te lang om 't in eenmaal te kunnen plaatsen; daarom geven we morgen het vervolg. Enkele eeuwen geleden leefde in Enge land 'n eerwaardig man, die Usscher heette Het Evangelie van Christus schaamde hij zich niet en het li'efste wat hij deed, was dit te onderzoeken en te prediken met al de kracht die in hem was. Als Protestantsch aartbisschop had hij zeer nauwkeurig toe te zien op het gedrag de leer van de predikanten, die waren geplaatst in verschillende verspreid liggende gemeenten. Dit kon hij alleen doen door er zelf op uit te trekken, zooals Paulus vroeger ook deed en reisde van de eene stad naar de andere om de belijders van Jezus te bezoe ken en hun in alles nabij te staan. Zoo ook deed Usscher, en steeds vond hij de ge meenten in de gewenschte orde. Hoe lieflijk hij dit ook vond, toch achtte hij het beter om van zijn komst niet eerst melding te maken. En daarom besloot hij om geheel onverwachts, ja zelfs vermomd bezoek te brengen. Hij verkleedde zich dan als bedelaar, met een tasch op zij en een grove stok getooid, ging hij de gemeenteleden rond en meldde zich bij den predikant aan. Des Zondags bezette hij de achterste plaats in de kerk en woonde zoo de godsdienstoefening bij. Dan kon hij zien en beluisteren hoe het toe ging zonder, dat ze in hem Usscher kenden Op zekeren dag kwam hij ook als bedelaar verkleed in de gemeente, waar de bekende Rutherford predikant was. Hoe verblijdde hij er zich in dezen leeraar, een oprecht discipel van zijn Heiland, te zien en te hooren. De dag begon reeds te dalen, toen hij op Zaterdagavond aan de pastorie aan klopte. De predikantsvrouw noodigde hem vrien delijk in de keuken, waar ze hem een stoel aanbood en brood met melk voorzette. Daar Ds. Rutherford dien avond op zijn studeerkamer bleef, nam zijn vrouw zijn plaats in om den dag op gebruikelijke wijze te besluiten. Na gemeenschappelijk te heb ben gezongen, las ze een Psalm en deed haar kinderen, naar aanleiding van tiet voorgelezene, eenige vragen. Ook de bedelaar was toehoorder, en ten slotte vroeg de predikantsvrouw: „Nu, goude man, zeg ook eens wat. Ge hebt gehoord, dat de voorgelezen Psalm handelt over „de wet des Heeren". Gij weet zeker wel hoeveel geboden ze bevat?" „Elf!" antwoordde de man. Verbazing kon men zoowel op het gezicht van de predikantsvrouw als op dat van haar huisgenooten lezen. Zij wendde zich tot haar zes-jarigen Johannes en vroeg: „Hoewel geboden zijn er". En terstond klonk het antwoord: „Tien moeder!" Met een medelijdende blik zag ze den bedelaar aan en zei: „Is het niet treurig, dat gij, die reeds aan den avond van uw leven zijt gekomen, zoo weinig van God en Zijn heilig Woord afweet? Hebt gij er nog nooit eens bij nagedacht, dat gij ieder oogenblik van deze aarde kunt worden op geroepen, en wat dan? Is het niet reeds méér dan tijd geworden voor U om Gods Woord te onderzoeken en te gaan bedenken wat tot Uw eeuwigen vrede dient? De Heere heeft reeds zoo lang geduld met U gehad; beseft gij dan ntet, dat Zijne goeder tierenheid en lankmoedigheid U tot bekee ring leiden wil. Gij zijt zoo arm, maar Hij wil U rijk maken. Hier bezi' gij niets, maar bij Hem bezit gij alles. Wat ik U bidden mag, haast U om Uws levens wil, nóg is het niet te laat" Zoo ging die vrome vrouw voort en de bedelaarhij hoorde haar in zich zelve gekeerd aan. In dien tusschentijd was het laat gewor den en werd den bedelaar een zolderkamer tje voor nachtverblijf aangeboden. Dank baar aanvaarde hij dit en liet zich naar het kleine vertrek brengen, dat juist boven Rutherford's studeerkamer lag. Zeer lang nog bleef de gast op en luis terde of beneden hem ook het gebed van den predikant voor de Zondagpredikatie werd gehoord. Niets hoorde hij echter meer, dan alleen de slagen van den torenklok, die reeds het middernachtelijk uur meldde. Toen knielde hij neer om zijn hart voor den God zijns levens uit te storten. aan dezen maatregel ook tal van bezwaren verbonden: lo. de werkende arbeiders wor den in loon verlaagd en zullen niet altijd mede werken, 2o. het korter werken en aan nemen van meer personeel is in een aantal bedrijven practisch niet uitvoerbaar, 3o. de productiekosten zullen er in verschillende opzichten door toenemen. Spreker acht dan ook een dwang op de ondernemers om kor ter te werken, gelijk in Duitsohland wordt verdedigd, verkeerd. Het herstel van het bedrijfsleven zal te sneller kunnen intreden o.a. naarmate de voorraden in den groothandel vlugger uit geput geraken, de daling in de prijzen van den kleinhandel krachtiger doorzet, de niet meer levenskrachtige ondernemingen liqui deeren en de ondernemers een grootere ac tiviteit aan den dag leggen. Spreker ziet in meerdere organisatie van de centrale pun ten van het bedrijfsleven, op den van het huidige productieproces, een mid del om in de toekomst de kans op het uit breken van een crisis te verminderen. Dr. ALETTA JACOBS HUIS Enkel en alleen opdat onze lezers zullen weten, wat er zooal gebeurt, maken we mel- dirtg van het bericht, dat de afd. Amsterdam van de Nieuw-Malthu-iaansehe bond bezig is een adviesbureau te stichten als boven bedoeld. In verband met het feit, dat Dr. Aletta Jacobs de eerste was, die te Amsterdam op dit gebied „baanbrekend werk" heeft ver richt, zal het bureau haar naam dragen. DOOR G. TH. ROTMAN 1. Een kwartiertje gaans buiten Slooten- burg stond de woning van kapitein Klakke- bos. Of liever, hij was geen kapitein meer; hij was Int geweest, en had daarbij een slordig duitje overgespaard, waarvan hij nu met z'n eenige zuster Ophelia Klakkebos een rustigen ouden dag genoot. 2. Toch had kapitein Klakkebos geen rust. Na een leven zoo vol avonturen viel dat gedwongen stilzitten, pijpjes rooken en tuintje-spitteh alesbehalve in zijn smaak- Hij las dan ook den ganschen dag dikke boeken met reisavonturen en wilde-dieren- jachten. (Wordt Woensdag vervolgd.)' INDRUKKEN VAN DE PARIJSGHE lOLONIALE WERELDTENTOONSTELLING IV.*) Tot de Afrikaansche bezittingen van rankrijk, die de buitenlander wel eens ge- ïigd is te vergeten, behoort het groote land Madagascar, dat zich ten Oosten van Oostkust van Afrika uitstrekt. Ter ten- onstelling is zorg gedragen, dat Madams- niet zal worden voorbijgezien, want nau- elijks is men door de Porte d'Honneur ge- aan en heeft men het terrein betreden, of en staat voor het wel zeer karakteristieke Bbouw van dit eiland, dat na Borneo en ieuw-Guinea tot de grootste der wereld be- oort. Het is een eigenaardig gebouw, dat «ds om zijn vorm direct de aandacht tot ich trekt, en deze aandacht behoudt tenge- van de versieringen, die er op zijn ingebracht. Het is een paleis, dat met ter- issen is opgetrokken; de toren is niet min er dan 50 M. hoog en draagt vier groote, M. hooge ossenkoppen, die met de horens aartegenaan schijnen te zijn bevestigd. Na- ij het paleis is een inlandsch dorp, dat zich >t aan het meer uitstrekt, en waar men ich in pi roggen te water kan begeven, ge jk men het elders kan doen in allerlei an- ere typische inlandsche vaartuigjes. Een rachtige poort, nabootsing van die van loroni, massief en degelijk, al is het hier lechts namaak, geeft toegang tot de aan- igplaats, terwijl een Malgachisch theater r voorstellingen geeft. Het inlandsche dorp ertoont het leven der dorpelingen, thans bijkans uitsluitend de Hova's, die de Mal- gachen, welke evenals de Hova's uit Azië kwamen, hebben verdrongen. Hova's en Malgachen komen en het blijkt in deze inzending wel eenigszins daarin overeen, dat zij in ontwikkeling verre boven het ge middelde van de Afrikaansche volksstam men staan. Reeds toen de Fransohen er zich vestigden, bewoonden zij huizen van steen en hout; zij onderhielden groote kudden ossen en kweekten bijkans op wetenschap pelijke wijze rijst, mais en andere produc ten. Wanneer men echter bedenkt, dat het geheel der bevolking slechts de vier mil- lioen nadert en zulks bij een oppervlakte van bijkans 600.000 K.M2., dan begrijpt men, dat de bevolking dun is, en ook hier het vraagstuk der werkkrachten zich doet ge voelen. Feitelijk is Tamatave de eenige ha ven van beteekenis; Tananarive de oude hoofdstad, op 1400 M. hoogte gelegen, telt 70.000 inwoners, doch is een geruim eind van de kust verwijderd. Madagascar is in de kustvlakte vruchtbaar, terwijl op de hooge plateaux, die een groot deel van het eiland beheerschen, een goed klimaat heerscht. De banden, die Frankrijk met Ma dagascar onderhoudt, zijn van ouden da tum, want zelfs op 't bijna kolonielooze tijd stip van Frankrijk, dus ongeveer aan het einde der achttiende eeuw, deden de repu bliek en het keizerrijk op het eiland rech ten gelden, die tengevolge van allerlei poli tieke verwikkelingen in den loop der negen tiende eeuw in een protectoraat zijn omge zet. Een van de groote mannen, die hier het bewind heeft gevoerd, is geweest Galiéni, de latere gouverneur van Parijs, van wien ook gewaagd wordt op de zuil, aan het Afri kaansche leger gewijd, waar naast hem voorkomen de namen van een Joffre, een Gouraud en tal van anderen, die zich in den grooten oorlog hebben onderscheiden* Voor zooverre Frankrijk nog bezittingen heeft in Amerika zijn dit eilanden en niet anders. Er was een tijd, dat Frankrijk een zekere macht uitoefende in het gebied der Antillen, zelfs in de tegenwoordige repu blieken Haïti en San Domingo, die echter tengevolge van een prematuur toegepast zelfbestuur in de eerste dagen der repu bliek verloren gingen. Maar Martinique, het eiland, waar Joséphine de Beauiharnais het levenslicht aanschouwde, heeft Frankrijk be houden, en evenzeer Guadeloupe, dat echter niet minder dan Martinique van aardbevin gen te lijden heeft gehad. Die van enkele jaren geleden van Guadeloupe leeft nog in Ieders herinnering, die van Martinique is ruim een kwarteeuw oud, maar doet zich in zooverre nog gevoelen, dat men de hoofd stad heeft moeten verplaatsen. Er is eenige vooruitgang bij deze eilanden mogelijk, en men verzuime vooral niet in de groote straat der Koloniën de beide paviljoens, daaraan gewijd, te gaan bezichtigen. Men vindt ze vlak bij Fransch Guyana, voor een groot deel nog bedekt met maagdelijke wouden, dat een sleohten naam heeft tengevolge van de aanwezigheid der veroordeelden. Er is wel niemand, die vergeet, dat de hoofdstad van Guyana is Cayenne, en daar is ook niemand, die vergeet, dat tot de lies du Salut behoort het Duivelseiland, dat tenge volge van de zaak-Drevfus zulk een treu rige vermaardheid heeft verkregen. Maar dat bemerkt ge niet op deze tentoonstelling, die wel een begrijpelijke, zij het ook voor bijgaande aandacht geeft aan die twee klei ne eilanden St. Pierre en Miquelon, aan hangsels als het ware van New Foundland, die beteekenis hebben als aanlegpunt en kolenstation voor de Fransche visschers- vloot. In den winter zijn ze bijna geheel on bewoond, maar nauw breekt het seizoen aan of zij vormen een centra van levendigen handel, die in de tientallen millioen francs loopt. Liet karakter dezer beide eilanden is niet minder onmiskenbaar Fransch als dat van Haïti en San Domingo, het oude Hispanolia nog immer is. Rest aan den bezoeker het Australische bezit van Frankrijk. Het bestaat voorname lijk uit Nieuw Caledonië. dat Frankrijk zich in den loop der negentiende eeuw ver wierf tot een omvang van 20.000 K.M2. en de Nieuwe Hebriden, archipel van een 12.000 M2. groot, bevolkt door 70.000 inwo ners. Nieuw Caledonië heeft nog steeds te lijden onder den ouden naam van deporta tieplaats; dwangarbeiders worden er sedert het begin dezer eeuw niet meer heenge- stuurd, maar invnjheidgestelden, die er den grond bebouwen en zeer zeker hun directe nakomelingen, vindt men er nog wel. Do Nieuwe Hebriden zijn weinig belangrijk; heeft Caledonië koffie en nikkel, en een hoofdstad, Noume geheeten de Hebriden, bijkans geheel door bossehen bedekt, wor den bewoond door Inlanders, die voor een deel nog tot de kannibalen behooron. Ge heel anders daarentegen die verspreide eilandengroepen, die Frankrijk heeft in het andere deel van Australië, dat Polyne- sië geheeten wordt. Er zijn de Wallls-eilan- den. waarop de Maori's wonen, bekend om hun zachte zeden en prachtig voorkomen, dat men te Parijs kan gadeslaan. Er zijn de Gezelschapseilanden, de Markiezen-eilanden, de Eilanden onder den Wind en die van Touamotou. De ontwikkeling van het ver keer door het Panamakanaal zal wellicht in de naaste toekomst de beteekenis dezer eilahden vergrooten, maar reeds nu zijn ze voor Frankrijk kostbare kolenstations op den grooten zeeweg. Gelijk ook de taak is van de eilandjes van Amsterdam, St. Paul en Kerguelen, ietwat verloren in den Indi- schen Oceaan. Anders echter ls het met Héunion, eiland van groote .vruchtbaarheid en landschappelijke schoonheid, parel van den Indischen Oceaan, deel uitmakend van de groep der Mascareignes, dat een aller aardigst paviljoen in de Straat der Kolo niën heeft. Men vindt er niet alleen de hoorn des overvloeds, die Réunion, wat sui ker, koffie, vanille en andere producten be treft, over de wereld uitstort, terug, maar meu vindt er ook het prachtige landschap, en men voelt er als het ware iets van bet heerlijke zachte klimaat. Blanken en Mu latten wonen hier tezamen en leven er m vrede en welvaart! En dan moeten wij over den grooten ha ringvijver heen, die ditmaal wordt gesym boliseerd door de eilandjes in het midden van het meer, want wij gaan naar Ameri ka. Er zijn er, die beweren, dat Amerika vanaf het einde der negentiende eeuw de traditioneele Monroe-politiek heeft verloo chend, doordat het zich van bezittingen, en zelfs van dezulke, die geheel bulten de Amerikaansche invloedsfeer liggen, heeft meester gemaakt. Dat het zich heeft geves tigd op Cuba, hetwelk thans onafhankelijk is, en op Puerto Rico, is volkomen begrij pelijk; dat het zich heeft meester gemaakt van de Hawaï-eilanden en van verschillen de kleine eilandjes in den Grooten Oceaan, aoht men bijkans vanzelfsprekend, en dat em strook aan ^veerszijden van het Pana- rt akanaal behoort onder de souvereiniteit van Amerika, wordt politiek verklaarbaar geheeten. Maar Amerika nam van Spanje de Philippijnen over, en de belofte om aan dit land zelfbestuur te geven, ls nog steeds overigens heel begrijpelijk niet ingc- los. De Philippijnen zijn een zuiver Ameri kaansche kolonie, en met de voortbrengse len en de natuurtafereelen van de Hawaï- eilanden met de prachtige hoofdstad Ho nolulu, en de niet minder rijke cultuurpro ducten van Puerto Rico, en tenslotte de wonderwerken van het Panamakanaal zijn de voortbrengselen van de Philippijnen hier in het Amerikaansche paviljoen tentoonge steld. Het geheel vormt een zeer aantrek kelijke inzending, overzichtelijk geëtaleerd, duidelijk ingedeeld enin een wel bui tengewoon aantrekkelijk gebouw samenge bracht Zeker niet zonder opzet van hoffe lijkheid heeft men als Amerikaansch pa viljoen opgetrokken een copie van het land huis van den grooten Washington te Mount Vernon De copie wordt als voortreffelijk geroemd; de woonkamer, de receptiezalen, het studeervertrek van Washington zijn er, met namaak meubelen zelfs, in weergege ven, en het logeervertrek is aanwezig, waar in Lafayette den nacht doorbracht. Geen twijfel of dit huis verraadt oud-Holland- sche stijl. Keurig is de tuin onderhouden, en het geheel is het type van den welge- stelden landeigenaar, gelijk men dat op het oogenblijc nog bij eenigszins ouderwet- sehe grondeigenaren in Denemarken of Fin land kan aantreffen. Aantrekkelijk is het zeker, en zou niet het daartegenover gele gen paleis der schoone kunsten een meec exotischen aanblik vertoonen, men zou ge neigd zijn om zich even af te vragen of men niet verdwaald is en op een folklori- sche in plaats van op een koloniale ten toonstelling is terechtgekomen. Maar juist deze en andere afwisseling, waaraan de Parijsche Tentoonstelling rijk is, geeft haar zulk een veelzijdig karakter. Zij is, niemand dio het zal bestrijden, min der statig en pompeus dan de tentoonstel ling te Wemblev, maar zij is aantrekkelij ker, juist door haar eenvoud, die het dwa len door de tentoonstellingslanen maakt tot een genot en die telkenmale weer nieu we aspecten schept, tot welker aanwezig heid ook de beide eijandje.s in het midden medewerken!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9