VïmVanc] aa 3 DINSDAG 9 JUNI 1931 DERDE BLAD PAG. 9 CHEQUERS J KiVan onzen Duitschen correspondent)' Tien jaar geleden men denlkt er in Duatscihland liever niet meer aan, maar het heeft uit vele overwegingen tóch zijn nut, er nog eens even aan te herinneren zag de rijiksregeering zich genoodzaakt, het Lorodensche ultimatum te aanvaarden. Medio Mei 1921 moest Duitschland zich verplichten tot de betaling van 132 goud- milliarden. Het was Lloyd George, die als minister-president in opdracht der entente aan Duitschland de keus liet: bezetten of betalen! En Duitschland onderteekende. Thans zijn rijkskanselier en rijksminis ter van buitenlandsche zaken ,Dr. Brüning en Dr. Curtius, te gast bij de Engelsdhe re geering. Zij logeeren in het heerlijk gele gen slot Chequers ,dat de Engelsche regee ring iederen premier ter ontspanning ter beschikking stelt. In Engeland dit even tusschen twee haakjes opgemerkt is men er allang achter, dat ook ministers en kanseliers menschen zijn, die ter afwisse ling wel eens een partijtje tennis of schaak willen spelen. Lloyd George is sedertdien op den achter grond geraakt. De persoonlijkheid van Mac Donald is toonaangevend en aan het beleid .van de arbeiderspartij heeft Duitschland deze vriendelijke uitnoodiging goeddeels te danken. Over de 132 goudmilliarden hoort men nauwelijks nog reppen. Zoo veranderen de tijden binnen tien jaar. Een onoverzienbare hoeveelheid Duitsohe wenschen en verwachtingen heeft de Hapag koot van Berlijn mee naar Londen getrans porteerd. De hoop van tienduizenden is ge vestigd op Chequers. Het zou niet de eerste maal zijn, dat Duitsche staatslieden naar andere landen gingen met de gedachte, dat door persoonlijk contact met vroegere vijan den een verbetering van de algemeene situ atie bereikt kon worden. Bij hun terugkeer in de rijkshoofdstad werd men dan echter al gauw gewaar, dat de goedgeloovige Michel zijn zooveelste echec geleden had. Of het ditmaal beter zal uitvallen? Of de noodkreet der noodverordeningen tot Groot- Brittanje is doorgedrongen? Of men naar Hindenburg luistert, wanneer hij waarschu wend zegt, dat Duitschland alleen niet bij machte is, de enorme economische moeilijk heden te ovenvinnen? Gaat men ter laatster ure begrijpen, dat Duitschland zijn laatste krachten en reserves inzet, om alsnog vast te houden aan de ter onzaliger ure aange gane verplichtingen? Hoe zal een geslagen volk aan een betere toekomst gelooven en offervaardig zijn. wanneer het zich door de gansche wereld verkocht en verraden voelt? Het zijn de autodidacten MacDonald en Henderson, de Sohotsche visschersknaap en de voormalige loodgieter, beiden overtuigde socialisten, die in het Engelsche koninkrijk de honneurs waarnemen tegenover de Duit sche gasten. In de zalen, waar eenmaal queen Elisabeth ruischende feesten vierde bij haar vriend Leicester, wien Chequers toe behoorde, zal thans overleg gepleegd worden over de moeilijkste vraagstukken der 20e e'euw, over het probleem der schadeloosstel ling, over het moeilijke vraagstuk der werk loosheid, over de lasten der economische malaise, over de draagkracht der Europee- sche volken. Duitschland's rijkskanselier [Brüning, als overtuigd katholiek aangewezen op de hulp en medewerking der sociaal-de mocraten gaat hulp zoeken bij de Engel sche arbeiders Door vertegenwoordigers der Duitsche pers ïn Longen gevraagd naar het doel der Che quers-conferenfie, antwoordde dr. Brüning: >,Wij denken er niet aan, onze financieele verplichtingen stop te zetten. Wel zullen wij 'erop wijzen, hoeveel inspanning het ons kostte, ze totdusver te vervullen. De regee ring weet zelf nog niet, welke stappen er in 'de herstelkwestie ondernomen moeten wor den. Voor onze buitenlandsche schuld- eisohers bestaat er geen gevaar. Ook de Duitsche particuliere ondernemingen zullen aan hare verplichtingen voldoen." De Duitsche gasten werden in Londen hartelijk begroet. Bij hun aankomst in Sout hampton waren vertegenwoordigers der stad Londen en natuurlijk de Duitsche gezant, baron von Neurath aanwezig. Aan het sta tion te Londen was MacDonald persoonlijk aanwezig. Voordat men naar Chequers reed, maakte men eerst nog even de groote parade mee, welke ter eere van king George's 66e geboortedag werd gehouden. Ziende op de bonte uniformen der Engelsche regimenten zullen de Duitsche gasten stellig aan den tijd gedacht hebben, toen ook het Duitsche leger nog over curassieren en garde-dragon- BRÜNING ONTVANGEN DOOR MACDONALD Bovenstaand beeldtelegram uit Londen stelt voor 'de ontmoeting tusschen den Duitschen rijkskanselier Dr. Brüning en den Engelschen ■premier Macdonald. Op den voorgrond met lioogen hoed, Henderson, de Engelsche minister van buitenlandsche zaken. ders beschikte. Maar veel tijd werd hun hiertoe niet gelaten. Men reed naar buiten, waar MacDonald's charmante dochter Isabel de honneurs waarneemt. Hier was ook de Engelsche minister voor handel en nijver heid Graham verschenen. Voor den Zondas heeft men éen kerkelijken dienst aangege ven en het doet goed, dat Engeland, ook al behoort een deel der regeering tot de sociaal democratische partij zoo trouw blijft aan de heiliging van den Dag des Heeren. De Duitsche socialisten kunnen hier van hun Engelsche kameraden nog veel leeren. Onmiddellijk voor zijn vertrek naar Lon den legde rijkskanselier Brüning de nieuwe noodverordening aan Hindenburg ter onder- teekening voor. De rijksregeering richtte ter zelfder tijd een oproep aan het Duitsche volk, verzekert dat dit heusch de laatste noodverordening zal wezen en doet opnieuw een beroep op de offervaardigheid van allen. Men kan deze noodmaatregelen van twee kanten bezien, van de zijde der regeering en den staat, anderzijds van de zijde der belastingplichtige bevolking, die nieuwe lasten voor haar rekening moet nemen of zij wil of niet. Door het schrappen en be korten van uitgaven en door het verhoogen van belastingen gelooft de rijksminister van financiën voor de begrooting '31 rond 1800 millioen mark meer van de staatskas te kun nen noteeren. Een fantastisch bedrag, dat vrijwel geheel ten laste van hen valt, die men voor „zahlungsfahig" houdt. Van deze 1800 millioen moeten 626 millioen mark door het schrappen van uitgaven, 863 millioen door vermeerdering van inkomsten en de resteerende 300 millioen door verkorting der werkloozenverzekering worden opgebracht. Hi'ervan zal het rijk 178 en zullen de staten 411 millioen in ontvangst nemen, terwijl de rest op de arbeidsloozenverzekering valt. De toch al op een besoheiden inkomen aangewezen ambtenaren en beambten gaan hun zomervacantie tegemoet met een nieuwe bekorting op hun salaris. De ambtenaren in de groote steden moeten 4 tot 7 pet., zij, die in kleinere steden wonen en dus volgens den fiscus met minder geld kunnen rond komen, moeten 5—8 pet. dokken! Bij de rijksspoorwegen moet de opbrengst dezer salarisbekortingen ditmaal aan het rijk wor den afgeleverd. De kern dezer nieuwe noodverordening is de crisisbelasting. Wat beteekent eigenlijk „Krisensteuer"? Het is een andere naam voor inkomstenbelasting, bedacht door den fiscus, om deze nieuwe belasting als nood- offer te slikken. De arme Duitsche Michel moet dus betalen: zijn gewone inkomsten belasting; den door de vroegere noodveror dening ingestelden toeslag van 5 pet. en thans nog de nieuwe crisisbelasting, welke procentuaal naar zijn maandelijksch inko men wordt vastgesteld. Als straks de rijkskanselier naar Berlijn terugkeert en weinig positiefs van zijn op onthoud in Chequtrs kan meedeelen, dan zullen van allen kant de ontevredenen aan rukken, die van deze noodverordening cn haar harde eischen niets willen weten. Ter voorbereiding van deze attaque hebben reeds de communisten en de nationaal-socialisten een protest hiertegen ingediend en het bij eenroepen van den rijksdag verlangd. De rijksraad zal hierover te beslissen hebben. De sociaal-democratische fractie zal in dezen ook wel een woordje meespreken. Men kan van een volk niet het uiterste eischen, wan neer er geen uitzicht wordt geboden op betere tijdeh. Laten we hopen, dat Brüning en Curtius hiertoe in staat zullen zijn als ze straks verslag komen uitbrengen van hun weekend in Chequers! Berlijn, 8 Juni 1931. Land- en Tuinbouw. Geschenk van onze kweekers Bij de opening van het Nederlandsche ge bouw op de Internationale Koloniale Ten toonstelling te Vincennes werd door de Aalsmeersche kweekers een groote zending prachtig witte seringen gezonden ter ver siering van de groote hall. Een hulde van de Nederlandsche kweekers, welke zeer op prijs werd gesteld. Thans is het de bedoeling van de Vereeni- ging „De Iris" te Haarlem, om, ter gele genheid van het bezoek van de Koningin aan de tentoonstelling 'n 10.000 afgesneden irissen, welke per K.L.M. zullen worden verzonden ter beschikking te stellen. Gedurende de Hollandsche week, welke eind Augustus te Parijs wordt gehouden, zorgt de Nederl. Gladiolus-vereeniging voor een 10.000 gladiolusbloemen. Door het uitvoerend comité van de Neder landsche deelneming is aan het lid der al gemeene commissie, den tuinarchitect J. R. Koning, die ook de terreinen om het Nederl. paviljoen heeft aangelegd, de zorg opgedra gen over deze zeer gewaardeerde bloemen- WIJZIGING VAN DE AMERIKAANSCHE TARWE POLITIEK Onze Rijkslandboüwconaulent te Washington deelt mede, dat de nieuwe voorzitter van den Federalen Landbouwraad verklaard heeft, dat deze instelling haar standpunt ten aanzien van het vraagstuk der inkrimping van de met tar we beteelde oppervlakte gewijzigd heeft en ln tegenstelling mert haar zienswijze tijdons het presidentschap van den heer Alexander Legge Ue-overschot der tarwe op de buitenlandsche Onder tussohan blijkt uit andere berichten, ook van bedoelden landbouwconsulent. dat de opslagruimte voor graan op 1 April 1.1. bijna 42.000.000 b.s. dus ruim 14 mill. H.L. meer be- lillioen H.L.) plaatsri gereed zal koi De voorzitter der Westlandsehe Exporteurs Vereeniging heeft aan de Besturen der Groen- tenveilingen verzocht, om de tomaten in een malige bakken aan te voeren. Momenteel gaan 80 pet. der tomaten naar Duitschland en deze moeten uitsluitend in eenmalige bakken worden verzonden. MAAL- EN MENGGEBODRESULTAAT IN TSJECHO-SLOWAKIJE Onze consul-genei werd aangenomen" tót gevolg heeft gehad, d; zeer veel rogge naar het buitenland is uitge- Men moet aan het Departement van Volks voeding middelen beramen om het dreigend te- 25 Kronen verlagen schadepost «rlijk BESTRIJDINGSMIDDEL TEGEN DE IEPZIEKTE Door een inwoner van Zwijndrecht is het vorige jaar een door hem samengesteld be strijdingsmiddel tegen de iepziekte by kwij nende iepen toegepast, welke zoover weg waren, dat zy reeds ten doode stonden opge schreven. Hij heeft met dit middei succes gehad, daar de boomen waarbij hij het mid del toepaste, thans voorzien zijn van een bladertooi, zooals men nimmer had kunnen verwachten. EEN GOED VOORJAAR. Men schrijft ons uit Broek op Langendyk: De tomatenprijzen houden zich heel goed. En de kwaliteiten ,zyn uitnemend. De aanvoer van nieuwe aardappelen neemt by den dag toe. De prijzen voor de tot heden aangevoerde hoeveelheden, uiteraard nog klein, zijn zeer goed. Niettegenstaande de koude groeit alles voorspoedig. Gemengd Nieuws, DOODELIIK MOTORONGEVAL. De 29-jarige ingenieur J. Eing uit Gescher (Duitschland), die de vorige week te En schedé met zyn motorfiets in botsing kwam met een vrachtauto, en daarbij ernstig werd gewond, is Zondag in het ziekenhuis aan de gevolgen overleden. SCHUIT STUKGESLAGEN. Onder de kust van Medemblik is de vis- schersschuit „Kolhorn 23", die op ansjovis vischt, met de schroef in netten verward, waardoor de schuit op de steenen stuk sloeg. De opvarenden werden gered. Zondagavond is op den Hemweig te Am sterdam een ernstig motorongeluk ge beurd. Een motorrijder, met duozitter, ko mende van Zaandam en rijdende in de richting Amsterdam, kwam, doordat hij ter hoogte van de Nieuwe Houthaven links van den weg reed in botsing met een auto De duozitter bekwam ernstige beenbreu ken, terwijl de motorrijder behalve been breuken ook nog eenige vrij ernstige hoofd wonden opliep, zoodat zijn toestand hoogst zorgwekkend is. De gewonden zijn naar het Tesselschadenziekenhuis vervoerd. Het zijn de gebroeders P. en S. K. EEN ZELDZAME LIEFDESHISTORIE. meisje, Netty, althans zijn vroeger meisje, want zij maakte de verloving uit en ging met een ander. Die ander was 's avonds bij de familie op bezoek en verliet haar te circa hall eli. v. P. had zijn Dulcinea echter nooit kun nen vergeten en deed de laatste dagen heel vreemd. Vermoedelijk heeft bovenbedoeld bezoek hem heelemaal van streek gebracht. Hij nam een zakmesje, sneed de slagader van zijn linkerpols door, sprong in zijn pyama en blootsvoets uit het raam van de tweede verdieping naar "beneden op straat, stak de straat over, dook pardoes door de wat Wils. DE KOSTBAARSTE WIJN DER WERELD In „Scotland Yard" komen gedurende den loop ram een jaar een groot aantal klachten in, zoodat men duar goed bekend is met allerlei listen en trucs, die door be driegers uitgedacht worden om verzeke ringsmaatschappijen geld afhandig te ma- Nochtans zette men in Scotland Yard groote oogen op en verblufte gezichten, toen dezer dagen een aanklacht werd inge diend, die den braven, eerlijken koopman, Winfred Daiden beschuldigde, verzekerings bedrog gepleegd te hebben. Men wa6 niet zoozeer verrast, dat het Da Men betrof, dat niet, want men heeft nog wol aanzienlijker personen tot den dwaalweg aien vervellen. Ook omtrent het bedrag, dat hij zich had doen uitbetalen, was men niet zoo opgewonden, want dat bedroeg 6lechts 500. Maar wat de zaak een sensationeel ka rakter gaf, was de truc, die men aange wend had, om die vijfhonderd pond uitbe taald te krijgen, een truc, heel eenvoudig, maar toch zeer sluw en gebaseerd op een uitenst breekbaren grondslag: een flesch Wioifred Dadden, die in Londensche za- kenkringen voor zeer vermogend doorging kocht op een wijn veiling in Parijs een flesch van den beroemden wijn uit het klooster Saint Foy .la Grande, oogst 1811. Die fleecih wijn kwam op 8000 franc te staan, een som, die DaJden gaaane betaalde, daar men hem verzekerde, dat hij nu eige naar was ran een der edelste en kostbaar ste wijnsoorten der wereld. In deze overtuiging reisde hij dan ook naar huis en verzekerde daar zijn flesch voor vijfhonderd pond sterling. „Ik zal dien wijn niet opdrinken," zoo verklaarde hij, toen hij van den aankoop der kostbare flesch verteMe. „Daar denk ik niet aan! Ik ben verzamelaar en zal de flesch in mijn kelder bewaren." Eenige weken na het sluiten der verze kering nam Mister Dolden een nieuwen kamerdienaar aan, die hem plechtig ver zekerde, da.t hij om alcohol heelemaal niets gaf naet alleen, maar zelfs dat hij den drank haatte. Daar de man een goeden in druk maakte, stelde Dalden hem aan. Hij nam zich echter voor, den kamerdienaar ta controleeren, zoodra hij van een voor genomen korte handelsreis zou terugge keerd zijn. Toen hij na zes dagen weer thuds kwam, waren dan ook zijn eerste schreden naar den kelder. Wat hij daar oonstateerde had ten gevolge dat z'n paar laatste haren te beige rezen. Ze stonden loodrecht op z :i hoofd. De flesch met wijn van het klooster Saint Foy !a Grande, was verdwenen. Dalden riep zijn kamerdienaar toe in den kelder te komen en nam hem onder han den. Berouwvol legde de- man een gulle be kentenis af. Hij bad tijdens de afwezigheid van zijn meestor eerst een flesch je llaut- Sauternes geknapt en die bad hem zóó uit stekend gesmaakt, dat hij denzelfden dag nog een flesah om hals had gebracht. Zoo verlieten, tot de thuiskomst van den heer Dalden negen flesschen, waaronder de hoog veruseureerde, den kelder. Dalden zou van jammer en verdriet over 'het zware verlies door den grond gezonken zijn, ware het niet dat de kelder een ce menten vloer had. Maar tenslotte herstelde hij zich zoo ver, dat hij de politie kon ver wittigen. De kamerdienaar werd gearres- Paarop ging Dalden naar het kantoor van de vei-zeke-ringsmaatschappijgaf ken tnris van het schadegeval en ontving een paar dagen later de overeengekomen j>6su- rantiepenningen ten bedrage van vijfhon derd pond. De dienaar kreeg óók wat, n.L acht dagen gevangenisstraf, wegens dief stal. Toen heeft een „Anonymus" aan de Lon densche poldtie-duirectie geschreven, dat Mister Dalden een mooie comediie had op gevoerd, om de verzekeringsmaatschappij in de luren te leggen. Dalden. die vroeger wel zeer rijk was geweest, had in de laat ste jaren zijn geheele fortuin verloren. F.ri nu had hij de flesch wijn gekocht om dia hoog te verzekeren. Of hij er werkelijk acht duizend francs voor betaald had, was niet te bewijzen, maar vast stond, dat hij de flesch wijn aoht maal te hoog verzekerd had. Toen had hij iemand als dienaar aan gesteld, met wien was overeengekomen, dat hij den diefstal zou plegen; de straf voor het feit zou niet heel zwaar zijn en daarvoor zou hij een heel aardige schade loosstelling ontvangen. De politiemannen schudden weL hun hoofd, toen zij den anoniemen brief lazen; zij moesten de zaak echter wel onderzoe ken. En toen schudden zij eerst recht het hoofd, want zij hadden de overtuiging ge kregen, dat „Anonymus" de waarheid ge schreven had. Nu is Mistor Daldeii ook in arre6t geno men en zal zich wegens bedrog voor het gerecht te verantwoorden hebben. Radio Nieuws. Woensdag 10 Janl. HUIZEN' (1875 M.) NCRV. 8 Ttjdseln. 88.15 Schriftlezing, 8.159.30 Moreenconcert. 10.30 Tijdsein. 10.30 Korte zlekendlenst. te leiden door Ds. E T van den Born. Geref. Pred. te Oud-Loosdrecht. 11 Tödsein. 1112 Harmonium- bespeling door den heer M F Jurjaanz, te Hil versum. Zang: Mevr. D. van Neerden, sopraan. 1212,15 Politieberichten. 12,15—12,80 Gramo- foon. 12,30 Tijdsein. 12,30—2 Middagconcert; Het ruit van de woning van Netty en holde naar de kamer boven. Een chauffeur zag den bloedenden man over straat loopen en op die ongewone ma nier het huis instormen, en ging hem door de gemaakte opening na naar binnen. De familie door het gerinkel van glas en op het gezicht van den bloedenden man en nog een man, sloeg in allerijl op de vlucht naar buiten. De heer v. P. is daarop boven de kamer ingegaan, heeft zich op een ca napé neergezet, nadat hij de foto van Net ty vóór zich had geplaatst, en liet het bloed uit rijn pols springen. De chauffeur, die hem gevolgd was, wilde zijn arm beetgrij- pen om dezen af te binden, maar kreeg een geweldigen opstopper: „Ik wil sterven," zei de overspannen verliefde. Ten slotte heef' men hem met drie man overmand. Een dokter, die inmiddels gewaarschuwd en ter plaatse gekomen was, verbond den ongelukkige en deed hem per brancard naar het Ziekenhuis overbrengen. De man is thans tot bedaring gekomen 5 Tijdsein. 5—6 Kindei Mej. S .Groeneweg. te Rotterdam. Zurig: Mej. L. Steen, te Rotterdam. Piano: Mej. To Steinz Tijdsein. 66.45 Uurtje voor de 77.30 Spreker Dr. F J Krop, Ned. Hert dlkant te Rotterdam. Onderwerp „Pinkster- evangelie en Bolsjewisme". 7-307.45 Politie berichten. 7.458 Gramofoon. 8 Tijdsein. S—tl Concert. te geven door de Chr. Gem. Zingver- eenlging „Excelsior" te Ede. onder leiding van den heer W. J. Sleddering te Velp. Solisten; Mevr. A Bondam te Arnhem, sopraan Mej. Km Meqyer te Ede, alt; Mej. Willy v. d. Aa te Ede. plano. 9 TUdsetn. 9—9,30 Spreker: de heer k. W J van Hasselt. Hoofd eener Chr. School te Hilversum. Onderwerp: „De bioscoop cn tiet kind", 9.301030 Orgelconcert vanuit de Jeru- HILVERSUM, (298.8 M.) VARA. 8 Tijdsein 8.01 Gramofoon. 9.30 Orgelspel. VPRO. 10 Morgen wijding. VARA. 10.15 Onze Keuken, li Gramo foon 11.05 Radio-Volk.- - Universiteit. 11.35 Gra- mofoonmuziek. 12 Tijdsein. 12.01 Middagconcert 1.45 Gramofoon. 2 Tijdsein. 2.01 Verzorging van den znder. 2.16 Gramofoon. 2.25 Vrouwcnuurtje. 3.15 Gramofoon. 3.20 Coöperatie kwartiertje, 3 25 Maak het zelf. 4 Tijdsein 4.01 Vervolg Maak het zelf. 4.25 Gramofoon. 4.30 Voor de kinderen. 6 Tijdsein. 6,01 Conert. 6.45 Herdenking Glacomo Matteotti. 7 Radio-Volks-Universiteit. 7.30 Ver volg Herdenking. 7.50 Een en ander uit do VARA. 8 Tijdsein. 8.01 Spreekkoor. 8.40 Concert 9.50 Persberichten. 10.01 Blijspel. 10.30 Vervolg Concert. 11.16 Gramofoon. 12 Slultiug en Ted- INDRUKKEN VAN DE PARIJSCHE KOLONIALE WERELDTENTOONSTELLING m. Afrika is het land van de groote rivieren, fen is het in het Oosten de Nijl, die tot de allergrootste ter wereld b'ehoont, in het Wes ten zijn het de Senegal en de Niger, en iet wat Zuidelijker de Congo, die het gebied be- heerschen. Er is een zekere overeenstem ming niet te ontkennen in het gebied, al thans een gedeelte, van Fransch Soedan en dat vtn den Congo. Ook in zooverre, dat het Ivoor het grootste deel de negers zijn, die het bevolken. De Negers met al hun goede en kwade eigenschappen. Zij zijn levendig, ivlug, spoedig te vermaken; zij houden van dans en muziek en hebben die eigenaardige kinderlijke vroolijkheid, die ook door niets kan worden opgewekt Maar toegerust met sterke zenuwen en weinig toegankelijk voor het lijden van anderen, zijn zij, wellicht zon der het zelf te weten, wreed en tiranniek. De Fransche overheersching in den Soedan heeft, ondanks meer dan een halve eeuw in tensiteit, weinig verandering kunnen bren gen in de kleeding, gewoonten en voedsel van de Negers. Maar reeds in den Soedanee- schen Neger heeft het Europ'eesch gozag een landbouwer gevonden, die zich vrij gemak kelijk verder tot ontwikkeling liet brengen, al is er ook in de Inlandsche cultures veel Van de onvolmaaktheid van vroeger terug te vinden. En datzelfde wat geldt van den Fran- Bchen Soedan geldt van het Fransch Equa toriaal gebied in Afrika, dat alweer in totaal Seen oppervlakte van 3 millioen K.M.2 be slaat, dus grooter zelfs dan de Belgische Congo, die toch reeds 80 maal den omvang Van België zelf heeft. Dat Fransche Congo- gebied, gelijk men geneigd is het kortelijks te noemen, is het nauwst verbonden met het mandaatland Kameroen. Het eigenlijke Congo-gebied bestaat uit Centraal-Afrika, uit Oubangui Shari, den Midden-Congo en Ga bon. Daar, waar in het Zuiden Brazzaville, aldus genoemd naar den Franschen vaan Sdrig van dien naam, die bijkans geheel al- ïeen met een armzalig troepje Inlandsche Volgelingen 4000 K.M. te voet aflegde, ligt, N^angt bij het tegenover liggende Stanleyville de Belgische Congo aan. Op deze plek, waar de Congo-rivier uitdijt tot een me'er van groote oppervlakte, heeft Stanley getracht den door de Brazza achtergelaten Inland- schen schildwacht ertoe te brengen zijn post op te geven, maar deze bleef waar hij was en behield zoodoende een uitgestrekte streek terrein voor Frankrijk. De Congo behoort tot die koloniale gebieden, waarvoor Frankrijk zich geruimen tijd de minste kosten heeft getroost. Wanneer men bedenkt, dat in do ruim 20 jaren voor den oorlog het Moeder land daarvoor niet veel meer dan een 75 millioen francs uitgaf, terwijl in diezelfde periode Madagascar 400 millioen francs vroeg, kan men zich niet erover verbazen, dat de wegen in den Congo nog zeer veel te wenschen overlaten. Het zijn dan ook voor namelijk handelscompagnieën, die uitge breide concessies hebben verkregen en die exploreeren op een wijze, welke geschillen met de Inlandsche bevolking in het verle den niet onmogelijk maakten. Nu is dat al les aanmerkelijk verbeterd; de metropool hecht meer aan het lot van den Franschen Congo. Maar er is nog veel te doen, en het is in verband daarmede te begrijpen, dat men deze gebieden een waardige plaats op de Tentoonstelling heeft willen verzekeren. Haar uitstalling lijkt niet zoo uitgebreid en zeker niet zoo imposant, als die van Fransch WestrAfrika, maar als men haar nader be schouwt, is zij toch wel zeer de moeite waard. Immers het is een soort domvormig gebouw, waarvan de diameter 27 M. be draagt; de karakteristieken ervan zijn aan verschillende deelen van den Congo ont leend. Men ziet er het Inlandsche leven, de Inlandsche cultures, de jacht, de visscherij, maar men ziet ter zijde daarvan het toeris me, dat in gebieden als deze heel wat meer beoefend wordt dan rustige Europeesche reizigers zich voorstellen. Vooral van belang is de documentaire poging, die men heeft gedaan om te doen zien hot verschil tus schen den Congo vroeger en nu, in het bij zónder wat betreft den slavenhandel, dien men eerst in Soedan, daarna in den Congo bijkans geheel heeft uitgeroeid. Dat is een werk van groote beteekenis geweest, hetwelk geduld heefi vereischt, maar dank zij de vestiging van militaire posten zoodanig is bereikt, dat deze, bijkans voornaamste bron van Inlandsch bestaan, is weggevallen. Met kaarten, met diorama's, met plattegronden heeft men hier gewerkt, niet slechts om de natuurschoonheid van het land te doen zien maar ook om aan te toonen den strijd, dien men er voert tegen Inlandsche insecten, te gen de slaapziekte en wat al niet meer! Eiken keer opnieuw, dat men een koloniaal paleis als dit binnengaat, wordt men getrof fen door den arbeid, die er, en dikwerf in een betrekkelijk korte strekke tijds is ver richt teneinde dat alles mogelijk te maken. Het is ongetwijfeld geen toeval, dat op het tentoonstellingsterrein het Fransch Equato riaal gebied en de Belgische Congo bijkans aan elkander grenzen, gelijk zij ook in wer kelijkheid doen. Maar de Belgische Congo, al omvat deze „slechts" Zy4 millioen K.M.2, wat wil zeggen vier maal die van Frank rijk en bijkans het dertiende deel van die van Afrika, interesseert ons toch meer Want wij weten, dat hier ligt het levens werk van België's Koning Leopold II, die in menig opzicht gelijkenis vertoont met de veel te weinig gekende merkwaardige figuur van Koning Willem I van Nederland. Leo pold II, die met belangstelling de vele en onverschrokken onderzoekersreizen naar het Afrikaansche binnenland had gevolgd, wist zich de diensten van Stanley te verzekeren. De Midden-Afrika Conferentie, in 1876 te Brussel door den Koning persoonlijk gepre sideerd, leidde tot de oprichting der Inter nationale Afrikaansche Vereeniging, wier werkzaamheden weer het gevolg hadden, dat Leopold II meer dan dikwerf voor den stand van zijn fortuin gewenscht kon hee ten, zich in den Congo interesseerde. Op zijü kosten ondernam Stanley de expeditie, die Banana aan de Westkust tot uitgangspunt had.. Zoo kwam de in 1885 door de Berlijn- sche Conferentie erkende onafhankelijke Congostaat tot stand, die het voor dezen tijd unieke schouwspel bood, dat aan zijn hoofd stond een vorst, die het gebied door aan koop had verkregen en het met onbeperkte macht beheerschte. Maar al schiep Leopold II zich dit Congo-gebied teneinde de Belgi sche nijverheid te helpen, België heeft lan gen tijd deze werkzaamheid niet in 't minst gewaardeerd. Pogingen dan ook om overne ming van de kolonie door België te verkrij gen, mislukten, doch zij werd urgent toen van Engelsche zijde een campagne werd ge opend tegen de practijken, die men in het Congo-gebied meende te bemerken. Eindelijk na langen parlementairen strijd, werd op 28 Augustus 1908 de overneming van de Congo door België aanvaard; de Koning, die een volgend jaar kwam te overlijden, had nog de voldoening dit te beleven. En sedert is de Congo als Belgische kolonie geëxploreerd, ontwikkeld, met groote kracht, want, gelijk wij het te Antwerpen reeds konden zien. kunnen wij het ook te Parijs waarnemen, dat de Belgen daar een groot werk hebben verricht. Het Congo-paleis te Antwerpen behoorde voorzeker tot de meest belangwekkende ge deelten van die tentoonstelling. Een deel van dat Congo-paleis is naar Parijs overgebracht De documentatie ervan heeft men voor Pa rijs gebruikt en al dadelijk valt het oog op het aantrekkelijk diorama, dat Leopoldville voorstelt. Welk een verschil inderdaad, wan neer men het Congo-gebied van 1885 stelt naast dat van 1931. In 1SS5 geen enkele ge organiseerde dienst op de Congo-rivier, geen spoorwegen, geen havens. Nu uitnemende verbindingen met het Moederland, die het mogelijk maken, hetzij rechtstreeks bij Ma- tadi aan de Westkust aan land te gaan, hetzij Oostelijk via de Engelsche of Weste lijk via de Portugeesche bezittingen den Congo binnen te komen. Om een denkbeeld te geven van den omvang van het gebied, is het cijfer van een totaalgrens van 9375 K.M. wel indrukwekkend. Het is verdeeld in vier provinciën; in het Noorden de provincie van de Evenaar; in het midden de provincie Congo Kazai; in het Zuiden Katanga en in het Oosten de provincie, waarvan Stanley ville de hoofdplaats is. De totale Inlandsche bevolking is 10 millioen, waartegenover nog geen 25000 blanke inwoners staan. De Congo is economisch een niet te verwaarloozen fac tor, want de laatste jaren toonen een uit voer van bijkans 1300 en een invoer" van bij kans 1700 millioen Belgische francs. Spoor wegen zijn er, die de verschillende hoofd punten verbinden, en voor zooverre doen lijk is de Congo zelf bevaarbaar gemaakt voor schepen van allerlei aard. Do Inlanders hebben cultures van casave, bananen, mais, rijst, tabak, katoen en een belangrijke vee teelt. Van Europeesche zijde is er rubber, koffie, cacao, katoen, kapok, agave en ook rietsuiker, al is deze laatste nog slechts in het begin van ontwikkeling. In den Congo is koper, en dank zij de opbrengst daarvan neemt België een belangrijke plaats op de kopermarkt in. Er is ook goud en er zijn diamanten, al dient men de beteekenis daar van vooral niet te overdrijven. Dank zij op leving der inlandsche cultures is een niet onbelangrijke Inlandsche klein-nijverheid ontstaan, dat anderzijds weer aan Euro- peesch initiatief gelegenheid schonk zich to uiten. Te Antwerpen zag men dit Belgische Congo-gebied min of meer op zichzelf, maar hier ziet men het temidden van Fransche. Portugeesche. Italiaanschc, Nederlandsche en andere kolonisatie-pogingen. En dan, het dient erkend, maakt de Belgische Congo ze ker geen slecht figuurl De indeeling heeft het blijkbaar noodig gemaakt, dat Portugal met zijn beide kolo niale gebieden van Angola en Mozambique niet grenst aan Fransch en Belgisch Congo- gebied. Want de Portugeesche paviljoens ten getale van drie liggen aan de andere zijde van het meer. Zij zijn van mooien, artistie- ken opzet, cn zij zijn er op uit om de be langrijke rol, die eens door Portugal op ma ritiem en koloniaal gebied werd vervuld, duidelijk te doen uitkomen. Daar is het pa viljoen, dat ons nafar de vijftiende eeuw te rugvoert, de eeuw van Hendrik den Zeevaar der, wien hier ter eere een standbeeld is ge wijd, de eeuw ook, dat Diaz de eerste was, die de Kaap de Goede Hoop omvoer. Dat, en nog veel meer, hetwelk roemrijke ge schiedenis van Portugal is, wordt hier in beeld gebracht Dan is er een ander pavil joen, gewijd aan de Portugeesche koloniale macht van de zeventiende eeuw, hetwelk Albuquerque tod. hoofdpersoon heeft. Dat her innert aan den tijd, dat de Portugeezen de eerste waren, die, dank zij Vasco de Gama. den zeeweg naar Indië ontdekten en zoo doende zich daar vestigden. Veel van het aldus gewonnen terrein moest Portugal al spoedig afstaan, en de tijd, dat de Portu geesche macht zioh over de West- en Oost kusten van Afrika, ja zelfs over het tegen woordig Abessinië en de kust van de Roodc Zee uitstrekte, is maar van korten duur ge weest Maar al dat belangrijk verleden is door middel van reliquieën, voorstellingen, kaarten 'en wat al niet meer in deze pavil joens ondergebracht. Het is een goede ge dachte dit verleden niet te vergeten, maar wie te Sevilla ter Amerikaansch-Iberischo Tentoonstelling van 1929 is geweest, zal toch niet denzelfden eerbied gevoelen, dien men daar had voor de prachtige stukken uit de Indische archieven. Daar lag de kaart mei eigenhandige aanteekenfngen van Colum bus, brieven en journalen van zijn reizen, de. aanstelling door het Spaansche koningspaar cn daar gaven zeer indrukwekkende beelden groepen, als uit het leven gesneden, de voor naamste voorstellingen van zijn avontuur lijke loopbaan weer. Het is jammer, dat men niet naast een verkleind Wembley. dat Engelands overzeesche macht tot een ieder had doen spreken, ook dit gedeelte van Spaansche koloniale grootheid, nog zoo voel belangrijker en indrukwekkender dan het Portugeesche verleden, naar Parijs heeft kunnen brengen. Maar volledigheid, op welk gebied ook, valt moeilijk te bereiken, en men mag reeds dankbaar zijn, dat zooveel werd samengebracht. Het derde paviljoen is dat, hetwelk het te genwoordig koloniaal Portugal ia beeld brengt Het heeft slechts voor een gering ge deelte betrekking op de Azoren, de Kaap Verdische eilanden en Madeira, die als een deel van Portugal zelf worden beschouwd. Ook slechts terloops op Portugeesch Guinea, dat zijn voornaamste beteekenis inboette met het ophouden van den slavenhandel. Het schenkt vooral aandacht aan Mozambi que in Oostelijk en Angola in Westelijk Afrika. Angola heeft een oppervlakte van IV2 millioen K.M.2; Mozambique van 1.1 mil liocn K.M.2. Maar de cultures van het laat ste zijn belangrijker dan die van het eerste, al kent Angola uitstekende koffie en katoen, ja zelfs Europeesche granen. Mozambique heeft suikerriet, en dit vormt met sisal eeu der voornaamste voortbrengselen van het land. Mozambique leunt als het ware tegen het Engelsche gebied aan, en het is dan ook het natuurlijk afvoergebied van Transvaal en van Rhodesia; vandaar de ontwikkeling van Lorenzo Marquez en van Beira. En dan is er nog. als het ware verborgen in een hoekje, dat wat de Portugeesche bezitting van Goa is, karig overschot van wat eens de Portugeesche nederzettingen in Voor-In- dië waren, en ook Macca na* de Zuidkust van China, terwijl zelfs het halve Timor, dat Portugal met Nederland deelt, niet is ver geten. Wij zijn zoo licht geneigd onder de z.g.n. koloniale landen aan Portugal in onze ge dachten nauwelijks een plaats en zeker geen plaats van beteekenis toe te kennen. Dat is voor een niet gering gedeelte eigen schuld van Portugal, omdat het in den loop der negentiende eeuw cr sterk toe overhelde om het koloniaal gebied, dat aan het land was overgebleven, tc verwaarloozen. Maar daarin is in den loop der laatste kwarteeuw ver andering gekomen, en wat de Portugeesche paviljoens ter Parijsche Tentoonstelling te zien geven, toont dit wel duidelijk. Zij vor men van binnen en van buiten een artisliek geheel, dat men vooral niet voorbij dient to gaan. De musea van Portugal hehb-n een deel van haar schatten voor dt«e Inzending ter beschikking gesteld, gelijk ook elders geschied, waardoor juist deze verschillend* paviljoens een zoo waardevol aanzien heb* ben verkregen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9